COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES"

Transcriptie

1 FFP COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES inzake de klacht van de erfgenamen van mevrouw [X] wonende te [L], hierna te noemen Klaagsters, tegen de heer [Y], kantoorhoudende te [Z], hierna te noemen Verweerder. 1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE De Commissie van Toezicht FFP heeft kennis genomen van de klacht zoals vervat in brieven van Klaagsters raadsman Mr [A] d.d. 2 april 2004 en 27 mei 2004, en van het verweerschrift van [Y] d.d. 29 augustus Beide partijen hebben bijlagen overgelegd. De Commissie heeft partijen gehoord in haar zitting van 20 oktober Op die zitting zijn voor haar verschenen: - Klaagsters in persoon tezamen met hun raadsman; - Verweerder in persoon. 1

2 FFP INHOUD VAN DE KLACHT De klacht is vervat in de brieven van 2 april en 27 mei 2004 van de raadsman van Klaagsters en houdt het volgende in. a. De moeder van Klaagsters ( de Moeder ), sinds 2000 weduwe, is op 4 maart 2003 overleden. Klaagsters zijn de enige erfgenamen. Verweerder adviseerde de Moeder in de periode over haar financiële situatie, waaronder haar beleggingen. Verweerder had een vertrouwensband met de Moeder en communiceerde niet met de dochters over de adviezen die hij aan de Moeder gaf. b. Op advies van Verweerder heeft de Moeder op 22 januari euro geleend aan [B] B.V. Op 12 april 2002 is deze vennootschap failliet verklaard. De vordering was oninbaar. Verweerder had 4,5% van de aandelen in [B] B.V. en had in het verleden aan die B.V. NLG geleend. [B] kwam al enige tijd voor het faillissement de betalingsverplichtingen aan Verweerder niet na. Het eigen vermogen was EUR à negatief en de aandeelhouders stortten niet bij. c. De sub b. genoemde feiten heeft Verweerder voor Klaagsters verborgen gehouden en ook voor de Moeder heeft hij destijds informatie verzwegen teneinde haar tot de betaling van euro te bewegen. Hij is ook in het algemeen in gebreke met het verstrekken van administratieve stukken en informatie betreffende de financiële omstandigheden van de Moeder. d. Verweerder heeft gehandeld in strijd met de belangen van zijn cliënte(n) en heeft de Gedragscode FFP overtreden. 2

3 FFP Klaagsters verzoeken de Commissie van Toezicht om aan Verweerder een boete en (andere) disciplinaire maatregelen op te leggen en een bevel om het verlies van EUR aan Klaagsters te vergoeden. 3. INHOUD VAN HET VERWEER 3.1 De stellingen van Verweerder in het verweerschrift zijn als volgt samen te vatten. De Moeder was zelf verantwoordelijk voor haar financiële beslissingen. Moeder handelde soms ook op eigen initiatief en vertelde Verweerder dan pas achteraf wat zij gedaan had. Het contact tussen Verweerder en de Moeder was heel goed. Het is de verantwoordelijkheid van de klant zelf om de afschriften netjes in mapjes te doen. Verweerder bestrijdt dat er pas gegevens zijn verstrekt aan Klaagsters na herhaaldelijk aandringen van de raadsman. Er zijn diverse besprekingen geweest en Verweerder is open geweest. Met betrekking tot [B] stelt Verweerder dat het een groeiende onderneming was. Kenmerk daarvan is dat er voor de financiering van de uitbreiding regelmatig geld nodig is. Na flinke investeringen bleek in oktober/november 2001 dat er liquiditeitsproblemen waren. De heer [K] heeft aanpassingen in de begroting gemaakt waardoor de begroting er goed uit zag. Om in de liquiditeitsbehoefte te voorzien is gesproken met uiteindelijk drie partijen waaronder mevrouw [X]. Verweerder vond het op dat moment een uitstekende beleggingsmogelijkheid. Eind 2001 heeft Verweerder alle informatie met de Moeder besproken en het 3

4 FFP advies neutraal voorgelegd. Verweerder heeft de Moeder alvorens te tekenen, voorgesteld een bezoek te brengen aan het call center in Nijmegen wat vanwege haar buikpijn niet door is gegaan. Verweerder heeft bij [B] een rentevergoeding bedongen van 8% in plaats van 7% voor de Moeder. Verweerder heeft met betrekking tot zijn eigen niet-rendabele beleggingen afgezien van rentebetalingen door [B] vanwege de voortdurende liquiditeits-behoefte. Verweerder heeft het faillissement aangevraagd uitsluitend vanwege een praktische reden: als jurist was hij beter op de hoogte van de procedures. Verweerder heeft vóór de investering niets verzwegen tegenover de Moeder over de financiële situatie van de onderneming. Verweerder stelt niet gehandeld te hebben in strijd met artikelen 4 en 10 van de Gedragscode FFP. Hij heeft het advies naar eer en geweten gegeven, gebaseerd op de gegevens die hij in december 2001 ter beschikking had. Een achtergestelde lening van euro met een rentepercentage van 8% vond Verweerder vanuit het perspectief van de klant een redelijk voorstel. Gebaseerd op het vermogen van cliënt van ongeveer euro was dit een acceptabele investering. Verweerder heeft geen informatie achtergehouden en geen onjuiste informatie verstrekt. Als Verweerder de kennis die hij in april 2002 had in december 2001 gehad zou hebben, had hij zijn cliënte niet geadviseerd een lening aan [B] te verstrekken. 4

5 FFP Wat betreft de klacht dat Verweerder 100 euro wilde alvorens Klaagsters inzage te geven in het dossier van zijn cliënte stelt Verweerder dat dit bedrag een vergoeding is voor aangifte loonbelasting. De stukken die betrekking hadden op de belastingaangifte wilde Verweerder pas teruggeven na betaling van 100 euro. Dit heet recht van retentie. Volgens Verweerder hebben Klaagsters geen financieel nadeel van euro maar van euro. De Moeder was geen leek op financieel gebied, zij was intelligent en wilde altijd alles weten. Dit blijkt ook uit het ingevulde cliëntprofiel [H] waarbij ze aangeeft dat ze een ervaren belegger is. Verweerder is verbolgen dat Klaagsters hem van ernstige delicten hebben beschuldigd, onder meer de dood van hun moeder en het verduisteren van geld, en zij zijn op 17 mei 2004 zonder afspraak zijn kantoor binnengekomen om met geweld het dossier van hun moeder mee te nemen waarbij Verweerders bril is kapot gegaan. De politie moest eraan te pas komen. Enige dagen later hebben Klaagsters aangifte gedaan van mishandeling. Verweerder stelt Klaagsters niet aangeraakt te hebben en gaat ervan uit dat de klacht geseponeerd zal worden. Verweerder verzoekt de Commissie nogmaals, uitspraak te doen in deze klachtzaak, ook ten aanzien van de civiele vordering die Klaagsters tegen hem hebben ingesteld. 3.2 Ter ondersteuning van zijn stellingen heeft Verweerder aan de Commissie een brief overgelegd d.d. 8 oktober van zekere [J] die verklaart dat ook zij in november

6 FFP door Verweerder (vergeefs) was benaderd met het verzoek geld te investeren in [B], en dat hij tegenover haar zijn eigen financiële betrokkenheid bij die onderneming had vermeld. Verder heeft Verweerder twee getuigen voorgebracht. Deze hebben ter zitting voor zover relevant als volgt verklaard. 4. GETUIGEN VOOR VERWEERDER 4.1 Getuigenverklaring [MK], wonende te [N], voorheen directeur van [B] B.V. We hebben in 2001 inderdaad verlies geleden. [B] was een jong bedrijf, gestart eind 97 en we zaten in een pand dat niet geschikt was om te professionaliseren. Als callcenter is het zo dat we hebben gezegd we moeten investeren in automatisering en investeren in een professioneel pand waar ook die automatisering uitgevoerd kan worden. Dat is in 2001 gebeurd, dat gaf natuurlijk een hogere last maar we moesten dat doen. We werkten veel voor intermediairbedrijven omdat wij klein waren toen we begonnen en zij ook klein zijn is het zo dat wij hebben gezegd als we de banken en verzekeraars willen gaan bedienen met onze marketingactiviteiten dan horen daar investeringen bij. Die zijn in 2001 gedaan en we hebben ook contacten gehad met een andere klantengroep, maar dat ging nog niet zo voortvarend als we zelf hadden gedacht dus we zijn blijven steken op de klantengroep intermediairs. Dat is een groep geweest die in 2001 behoorlijk in problemen kwam. En de liquiditeiten kwamen daardoor onder druk te staan. De debiteuren betaalden laat en slecht, daarbij kwam dat we een hogere last hadden en 6

7 FFP dat er een stuk verlies is gedraaid. Dat tekende zich af in 2001 en aan het begin van 2001 hebben we die investeringen gedaan. Volgens mij hadden we in 2000 een redelijk break-even resultaat verliep niet zo slecht maar we moesten noodgedwongen door de markt een beslissing nemen om op een andere klantengroep over te gaan en daar horen investeringen bij. Dat was gericht op de toekomst om te zorgen dat we vanaf 2002 en verder wel konden bijblijven en een gezond bedrijf konden neerzetten. Er is in begin 2001 iets van gulden automatisering aangeschaft. Het was niet in één keer een aanschaf maar het was een leasecontract. We zaten daarvoor bij de Rabobank. Vanaf helft 2001 is ABN AMRO Bank erbij gekomen en die heeft een rekeningcourant-krediet gegeven. Ik heb een persoonlijke borgstelling voor NLG getekend en daarna is er nog een keer een extra bedrag aangevraagd als u dat bedoelt. Ja, dus ABN AMRO heeft in augustus 2001 als ik het goed heb, hebben ze dus dat goedgekeurd en we hebben toen ook de prognose moeten neerleggen voor Ze wisten de situatie en de bank is daar natuurlijk heel strikt in en ze hebben dat goedgekeurd op dat moment en vervolgens is er daarna nog eens een keer een extra aanvulling gevraagd. Daar was ook aflossing van het krediet bij Rabo inbegrepen. Er waren twee zaken, stuk aflossing Rabo en een stuk debiteurenfinanciering. Waarschijnlijk eind 2001 hebben we aanvullende financiering gevraagd omdat we liquiditeit nodig hadden. Mijn persoonlijke borgtocht kon niet meer baten. De aanvraag werd afgewezen. In de kredietcommissie niet goedgekeurd. Voor mij persoonlijk betekent het faillissement ook een enorme financiële aderlating. Tot het laatst toe is ook geprobeerd 7

8 FFP natuurlijk om te zorgen dat we goed door konden gaan, dat is ook altijd de intentie geweest. Ik betaal daar nog steeds aan terug. Om te zorgen eind 2001 dat we een andere klantengroep konden aanboren is het bedrijf X betrokken bij [B]. Dat zijn twee ex-directeuren van Y. Y is een van de grootste callcenters van Europa, een beursgenoteerd bedrijf en zij hebben als participatie-maatschappij geparticipeerd in [B] om een stuk liquiditeit te krijgen maar ook daarnaast om een nieuwe klantengroep aan te boren. De Commissie vraagt naar problemen in de directie van [B]. De getuige antwoordt daar niet rechtstreeks duidelijk op en vertelt over betalingsproblemen. De heer [K]: Wij hebben geen verweer gevoerd tegen het faillissement. Omdat het inmiddels zover was dat de uitzendbureau s niet meer wilden leveren aan ons dus we hebben tot het laatst toe geprobeerd om dat te houden maar als je geen mensen meer hebt, dan krijg je het werk helemaal niet meer verkocht en stopt de hele omzetstroom. Plus de KPN, twee belangrijke factoren in een callcenter zijn de telefoonkosten en personeelskosten. Voor beiden was de druk te hoog geworden en ze hadden zoiets van we kunnen niet meer leveren tenzij er iets betaald gaat worden. Nou, we hebben natuurlijk daar een hoop aan proberen te doen en 12 april was uiteindelijk de datum waarop is besloten dat het zo niet langer kon omdat je dan alleen maar meer schuld creëert en niet meer kan terugbetalen. Het is niet reëel meer om dan nog een doorstart te maken. Mijn collega-directeur, mevrouw [N] heeft nog even geprobeerd verweer te voeren tegen het faillissement. Ja, de relaties binnen de directie waren al 8

9 FFP geruime tijd slecht. Beide personen komen onder hele hoge druk te staan en je bent er natuurlijk al een aantal jaren mee bezig samen en je komt onder hele grote druk te staan omdat er een crediteurendruk op je rust en mensen die bij je werken en dat leidde op een gegeven moment tot spanningen en een verschil in inzicht maar dat is vooral in het laatste gedeelte van het verhaal geweest. Zeg maar maart en begin april waarin het echt, ja niet goed meer ging die samenwerking. Begin 2001, dat heb ik net eigenlijk verteld, is er een telefoonserver inderdaad gekocht en dat kwam omdat wij wilden naar die andere klantengroep en die eisten dat eigenlijk van ons. We waren bezig met enkelvoudige lijnen te bellen, reguliere telefoons en een klant als Ohra zegt we willen alleen verder met jullie gaan als jullie gaan investeren in telefonie want het kost ons geld als jullie met enkelvoudige lijnen bellen. Nadat de eerste betaling was gedaan is afgesproken dat we een leaseconstructie zouden aangaan. Ja, die lening van gulden van Verweerder was ook achtergesteld. Volgens mij was het hetzelfde contract wat aangepast is. Alles ligt bij de curator. Nee, ook ik had er veel geld in en weinig salaris eruit, minimaal. Mijn ouders hebben ook nog gulden gestort. Met z n allen hebben we gezegd geen rente betalen, minimale kosten om te zorgen dat we gezond gaan worden, door kunnen gaan. Verweerder heeft zijn geld ook niet teruggekregen. Maandelijks en tussendoor had ik contact met Verweerder tussen december 2001 en datum faillissement. En de financiële cijfers daar was mijn compagnon verantwoordelijk voor en dat werd maandelijks gepresenteerd aan het eind van de maand en daar hadden we wat meer moeite mee om dat te presenteren in het laatste kwartaal, zeg maar begin april 2002 omdat de accountant 9

10 FFP ook z n werk niet meer zo snel deed. Omdat de rekening niet betaald werd. Ja, wat is slecht. Er was natuurlijk een negatief eigen vermogen van En januari, februari, maart is daarbij gekomen, tot euro. 4.2 Getuigenverklaring [RK], wonende te [A] De begroting van 2002 is tot stand gekomen op basis van de kosten en de opbrengstenkant. De opbrengstenkant met name de onderbouwing die daar achter zit van alle klanten die er op dat moment waren, de klanten en dat was een goed onderbouwde begroting wat betreft de opbrengstenkant met analyses van kansen. Dat was een begroting die in eerste instantie is opgesteld door de directie. Ik was aandeelhouder, 4,5%. Ik ben niet financieel geschoold. En ik had gulden geleend. In december op de algemene aandeelhoudersvergadering is die begroting besproken. Een begroting waar wij allemaal achter stonden, waar we een goed gevoel bij hadden op dat moment. Dat was 12 december Het was natuurlijk wel een lastig verhaal, maar we hadden er vertrouwen in en de liquiditeitspositie gaf wel aan dat we nog wel een bedrag nodig hadden maar dat we ergens in mei in een situatie zouden komen dat we dat extra bedrag niet meer nodig hadden. Het gaf ons allemaal op dat moment een goed gevoel. Er waren een aantal financieringsmogelijkheden, dat was uiteraard de bank dat was halverwege 2001 al veranderd. Er was van bank gewisseld, de andere bank gaf een hoger krediet en dat was een van de redenen natuurlijk om van bank te wisselen. Dus dat was één stukje Rabo wilde gewoon niet verder gaan. En ABN AMRO Bank is toen benaderd en ook met persoonlijke kredietstellingen van de directieleden is toen de zaak duidelijk veranderd. Dat was één deel van het verhaal maar 10

11 FFP dat was al ergens halverwege 2001 aan de orde. Ik ben daar zelf niet bij geweest. Ik weet niet wat Rabo precies gezegd heeft maar zeker niet: we zeggen het krediet op. Alleen het was een onderneming die sterk aan het groeien was dus er was duidelijk behoefte aan meer kapitaal voor allerlei dingen die gefinancierd moesten worden op dat moment. En nou wat waren de financieringsmogelijkheden op dat moment nog meer? Er waren er eigenlijk twee: de participaties waar men al een tijdje mee aan de gang was U vraagt of de ABN de ophoging boven het eerste krediet had geweigerd. Nee, zo is het niet gegaan. Er is dus op een bepaald moment, nogmaals halverwege 2001 is er dus een bepaald krediet aangegaan en er is niet nog weer een krediet bijgevraagd. Als u zegt: in september of daaromtrent is een verhoging van het krediet van 2 ton gevraagd en dat is afgewezen, dan zeg ik: O.k., goed. Ik ben hier als aandeelhouder en ik ben dus niet bij alle gesprekken geweest. Dan was er nog een participatiemaatschappij waar gesprekken mee waren en een andere partij dat heette destijds de Combi, dat was een ander bedrijf aangevuld met wat particulieren in de netwerksfeer van de mensen die dat bedrijf vormden. Dat is in december waar we over spreken was dat nog geen afgerond hoofdstuk en dat is trouwens pas in maart formeel tot een einde gekomen die participatiegesprekken. Die andere is eigenlijk doorgegaan in En dan hebben we nog een derde. De leningen die we probeerden te organiseren, of te regelen bij de netwerken van de aandeelhouders en daar was mevrouw [X] er een van. Dat was de situatie op dat moment. Het geld was uit mijn eigen spaarpot gekomen en ik had geen geld meer om nog een volgende stap te doen. Geen geld meer in de zin dat ik ook moest zorgen voor mijn eigen bestaan. Met de aandeelhouders was afgesproken dat men hun netwerk zou 11

12 FFP benutten om eventuele financiële mogelijkheden te vinden maar dat is dus niet gelukt. 5. PARTIJVERKLARINGEN TER ZITTING Mr [A] zegt dat de kern van het probleem is dat de heer [Y] niet communiceerde en de dochters niet betrok bij het werk dat hij voor de moeder deed. Na het overlijden, tot heden, geeft hij niet alle juiste informatie. Ook in het gesprek met de dochters in maart 2003 zei hij niets over het geld dat verloren was gegaan aan de [B], terwijl die toen al failliet was. Om die euro bij elkaar te krijgen heeft hij drie rekeningen van de moeder leeggehaald. Toen had ze zelfs geen liquiditeiten meer om van te leven. Dat had hij nooit mogen doen of adviseren. Het was misbruik van zijn functie. Het ging over een onderneming die in problemen zat. Klaagsters merken op dat hun moeder de overboekingen zelf heeft gedaan via de giro, maar op advies van de heer [Y]. Klaagsters zeggen dat [Y] hun moeder had geadviseerd om meteen al wat schenkingen te doen aan de dochters (Klaagsters) van die was eigenlijk voor ons bestemd, zo zeggen zij. Er is niks van terechtgekomen want die ging naar [B]. Onze toelage ging aanvankelijk nog door maar is uiteindelijk in gevaar gekomen. Verweerder antwoordt op een vraag van de Voorzitter: Ja, ik onderwerp mij aan de bevoegheid van uw commissie, ook ten aanzien van de civiele vordering, als Klaagsters dat ook doen. Mr [A] verklaart: Ja, ook mijn cliënten stemmen daarmee in. 12

13 FFP Verweerder vervolgt: Er was wel degelijk communicatie, altijd met de moeder. Zij was heel blij met mij. Ik ben op de crematie geweest. Op 18 maart ben ik gekomen voor een kennismakingsgesprek met de dochters. Op 15 april zou dat een vervolg krijgen maar de dochters zegden af. In het verslag van de bespreking van 13 augustus 2003 staat dat ik zelf heb gezegd dat ik het faillissement had aangevraagd. Ik heb dus niets achtergehouden. Mr [A]: Ik verwijt hem dat hij niet communiceerde met de dochters toen moeder nog leefde. Klaagsters: Verweerder heeft ook na overlijden van moeder in maart nog gebruik gemaakt van een volmacht, voor facturen die uit het bouwdepot moesten worden betaald. Het gaat er niet om of die betalingen wel of niet moesten geschieden, maar hij had het toch wel aan ons kunnen vragen. Verweerder: Er waren wel degelijk genoeg liquiditeiten, onder meer een bankrekening in Duitsland. Die is niet in de opstellingen opgenomen. Na toepassing van de inkeerregeling bleef er meer dan euro over in Duitsland. Een van de Klaagsters was ook gemachtigd op de rekening. Ik wist ongeveer na een half jaar (in 2001) van die rekening in Duitsland. Klaagsters: Dat is niet waar. Hij wist het pas later. Verweerder: Ik had een keer of 5 per jaar contact met de [B]. Mijn bedrijf was ook klant bij hen. Bij [B] werkten veel studenten. Dat vond moeder [X] leuk. Het was haar eigen beslissing om het te doen. Op dat moment vond ik het niet te risicovol want de vooruitzichten waren goed. Mijn eigen lening was ook achtergesteld. Geen conflict of interest want ik heb haar gezegd dat ik er zelf ook in zat. Toen ik het 13

14 FFP faillissement aanvroeg was er inderdaad al 5 kwartalen achterstand op mijn lening. Ik vroeg het faillissement voor hen aan omdat ik jurist ben. Zij konden de salarissen niet meer betalen. Ik deed het niet om pressie uit te oefenen. Ik wist dat ik mijn eigen geld toch niet terugkreeg. 15% van het vermogen in zo n lening stoppen, paste wel in de risicomix. Mr [A]: Uit de verslagen van de curator blijkt dat de verhoudingen in de directie al geruime tijd slecht waren. De beide getuigen worden gehoord. Slotwoord van Verweerder: Ik heb zelf geen geld aan de affaire verdiend. De dag voor het faillissement heb ik persoonlijk euro uit coulance betaald aan moeder [X]. Later nog euro. Slotwoord Mr [A]: Dat klopt. Ik preciseer de vordering als: in plaats van BEVOEGDHEID EN ONTVANKELIJKHEID Allereerst dient de Commissie haar bevoegdheid als bindend adviescollege, en de ontvankelijkheid van Klaagsters te onderzoeken. Klaagsters hebben schriftelijk verklaard, de beslissing van deze Commissie op de door hen aanhangig gemaakte klachten en vordering als bindend te zullen aanvaarden. Verweerder was ten 14

15 FFP tijde van de feiten waarop deze procedure betrekking heeft FFP-geregistreerd financieel planner en als zodanig onderworpen aan de rechtsmacht van de Commissie van Toezicht FFP in tuchtklachten en civiele geschillen. Verweerder heeft zich bij brieven van 11 juni en 16 juli 2004 op het standpunt gesteld dat Klaagsters niet ontvankelijk zijn, vooral omdat Verweerder zelf thans niet meer voorkomt in het FFP-register en voorts omdat de gelaakte feiten meer dan twee jaren geleden hebben plaatsgehad. Bij brief van 11 augustus 2004 heeft hij deze stellingen teruggetrokken en schriftelijk verklaard dat hij evenzeer als Klaagsters de beslissing van de Commissie als bindend zal aanvaarden. Dit heeft hij herhaald in zijn verweerschrift van 29 augustus 2004 en op 20 oktober 2004 mondeling ter zitting nogmaals. De Commissie van Toezicht FFP is derhalve bevoegd om op eenparig verzoek van partijen het tussen hen bestaande geschil, met inbegrip van de tuchtklacht, bij wege van bindend advies te beslechten op de wijze voorzien in, en onder toepasselijkheid van het Reglement Commissie van Toezicht FFP. De Commissie heeft vastgesteld dat aan alle voorwaarden voor het in behandeling nemen van de klacht als omschreven in het Reglement Commissie van Toezicht, is voldaan. 7. DE BEOORDELING VAN HET GESCHIL Uit de stukken en de ter zitting afgelegde verklaringen zijn de volgende feiten komen vast te staan. 7.1 Verweerder is FFP-gecertificeerd financieel planner geweest van 16 oktober 1997 tot 29 september In de periode 15

16 FFP dat de moeder van Klaagsters zijn cliënte was, was hij onderworpen aan de Gedragscode FFP. 7.2 De onderdelen van de klacht bovenvermeld sub 2c. zijn betwist en zijn niet vast komen te staan ook omdat zij tegenover Verweerders gemotiveerde betwisting niet zijn gehandhaafd althans niet aannemelijk gemaakt. Voor zover wordt geklaagd dat Verweerder betaling van 100 euro administratieve kosten of honorarium vraagt alvorens bepaalde stukken af te geven die hij uit hoofde van zijn opdracht onder zich heeft, moet dat worden verworpen aangezien dat ook voor financiële planners in beginsel een begrijpelijke, zakelijke stellingname is. Ook wordt verworpen de ter zitting genoemde klacht dat Verweerder tijdens zijn werkzaamheden voor de Moeder, dus toen zijn opdrachtgeefster in leven was, ook informatie aan de dochters had moeten geven. Die klacht is volstrekt ongegrond. Verweerder zou zelfs klachtwaardig hebben gehandeld als hij wèl naar de dochters had gecommuniceerd over zijn werkzaamheden en de positie van de Moeder. Dat de dochters schenkingen van de Moeder verwachtten, doet daar niets aan af. De onderdelen van de klacht in overweging 2a. en b. (hierboven) zijn genoegzaam vast komen te staan en de Commissie baseert zich bij haar verdere beoordeling mede op die feiten. 7.3 In de periode december 2001, januari - februari 2002 vonden het advies van Verweerder, de beslissing van de Moeder, het tekenen van het leencontract met [B] en de betaling plaats. In die periode was objectief duidelijk en zeker voor een persoonlijk betrokkene, bovendien financieel deskundige als 16

17 FFP Verweerder dat die onderneming er slecht voor stond. Het mag zo zijn dat er op dat moment ook weer enkele hoopgevende signalen waren, zoals optimistische directiemededelingen en -begrotingen en interesse van een venture capitalist. Voorts maakten de initiatiefnemers zoals de beide ter zitting gehoorde getuigen een beslist fatsoenlijke en oprechte indruk, ook op de Commissie. Maar daar staat tegenover dat de onderneming door een diep dal was gegaan en waren er ernstige contra-indicaties voor een investeringsbesluit, zoals een zwaar negatief eigen vermogen, strubbelingen met de banken die al persoonlijke borgstelling van de directeur hadden geëist, en een appèl van de directie op bestaande aandeelhouders waaronder Verweerder om bij te storten of in hun kennissenkring naar risicodragend vermogen om te zien. Ook had Verweerder op dat moment aan den lijve ervaren dat de vennootschap al geruime tijd niet aan haar rente- en aflossingsverplichtingen voldeed. Al begin april van 2002 vroeg Verweerder zelf het faillissement aan omdat in zijn ogen de vennootschap niet meer gered kon worden. Dat risico moet zich dan twee maanden eerder, toen Moeder [X] het geld overmaakte toch in aanleg ook al hebben afgetekend. Verweerder had zijn cliënte niet mogen adviseren om euro achtergesteld aan deze onderneming te lenen. Dat geldt nog sterker nu de bedoelde euro een aanzienlijk deel (10 à 20%) van het toenmalige vermogen van zijn cliënte beliep. Dat hijzelf 4,5% aandeelhouder was, en zelf al een vordering van NLG had, had nog een extra beletsel voor hem moeten zijn. Dat leverde immers een belangentegenstelling op. Op zo n belangentegenstelling dient elke FFP-geregistreerde zijn cliënt in het algemeen duidelijk te wijzen, terwijl het in veel gevallen zelfs in de weg behoort te staan aan een voorgenomen advies of een 17

18 FFP voorgenomen verkoop van een product. Overigens stelt Verweerder dat hij zijn cliënte wel op de hoogte had gesteld. 7.4 De Commissie verwerpt de stellingen van Verweerder dat diens propositie niet onzorgvuldig was, de belegging niet te risicovol was, en dat er geen relevante belangentegenstelling was. Anders dan Verweerder, ziet de Commissie in het boven sub 3.2 aangeduide bewijsmateriaal géén ondersteuning van het verweer. Geen van de getuigen kan uit eigen wetenschap iets verklaren omtrent hetgeen tussen Verweerder en de Moeder wel en niet is besproken. Evenmin blijkt uit hun verklaringen dat [B] B.V. eind 2001/begin 2002 objectief gezien een zodanig stabiele, solide en solvabele partij was, dat men daaraan met een gerust hart en zonder substantieel debiteuren-risico geld kon lenen, laat staan zonder zekerheden. 7.5 Verweerder heeft in strijd gehandeld met de zorgvuldigheidsnorm van artikel 3 Gedragscode FFP (voorheen artikel 4). Daarvoor zal aan hem een disciplinaire maatregel worden opgelegd. 7.6 Tussen partijen staat vast dat de Moeder de achtergestelde lening aan [B] heeft verstrekt louter op advies, instigatie en initiatief van Verweerder, en dus als gevolg van diens handelen. Het advies was onzorgvuldig en vormde een toerekenbare tekortkoming van Verweerder jegens de Moeder in de uitvoering van de overeenkomst van opdracht. De schade, rechtstreeks veroorzaakt door die tekortkoming is gelijk aan het verlies van de investering. 18

19 FFP Ambtshalve overweegt de Commissie dat zij geen aanleiding ziet om het schadebedrag te verminderen met een percentage risico waaraan de Moeder ook bij andere soorten van beleggingen eventueel had kunnen zijn blootgesteld. Op advies van Verweerder had de Moeder al andere risicodragende beleggingen aangeschaft althans in portefeuille gehouden, te weten in een beleggingsfonds van een verzekeringsmaatschappij dat belegde in aandelen en obligaties. Mede gezien het risicoprofiel van de Moeder in combinatie met haar uitgangspunt dat er in ruime mate moest worden geschonken aan de beide dochters en een of meer kleinkinderen, had voor de hand gelegen dat het bedrag van euro risicovrij of risico-arm zou worden belegd, en zeker niet zo extreem risicovol als thans is gebeurd: in twee maanden tijd was het geld geheel verdwenen. Van dit verlies heeft Verweerder reeds in 2002 vrijwillig terugbetaald, zoals Klaagsters ter zitting hebben erkend. De resterende directe vermogensschade bedraagt euro. 7.8 De Commissie heeft geen aanwijzingen dat de Moeder ten tijde van de investering in [B] de beschikking over haar verstandelijke vermogens had verloren. Daarom mocht van haar worden gevergd dat zij ook zelf enige verantwoordelijkheid droeg om te waken voor haar eigen belangen en eigen schade te voorkomen althans te beperken. Onder meer was zij gehouden het leencontract aandachtig te lezen alvorens het te tekenen, vragen te stellen over hetgeen zij eventueel niet begreep, of de mening te vragen van derden, bijvoorbeeld haar dochters. Het was duidelijk dat zij geen zekerheden kreeg en dat de rente (slechts) 8% was. Ook de Moeder kon zien dat dit een ander soort investering was dan de belegging die zij deed in een huisfonds van een verzekeringsmaatschappij. Door 19

20 FFP blindelings te vertrouwen op (slechts) één adviseur droeg zij medeschuld aan haar schade. De Commissie stelt deze medeschuld in dit geval in redelijkheid en billijkheid vast op 20%. 80% van de schade, overeenkomende met euro dient echter door Verweerder te worden gedragen. 7.9 Klaagsters hebben geen aanspraak gemaakt op gederfd rendement, wettelijke rente noch buitengerechtelijke incassokosten. Conform artikel 12 van het Reglement kan de Commissie bepalen dat Verweerder als grotendeels in het ongelijk gestelde partij aan Klaagsters een bijdrage betaalt in de kosten van rechtsbijstand en de Commissie acht daarvoor in dit geval termen aanwezig. 8. DE BESLISSING De Commissie van Toezicht van de Federatie Financiële Planners: a. legt aan Verweerder een boete op ad EUR (tweeduizendenvijfhonderd euro), te betalen aan de FFP; b. bepaalt dat Verweerder binnen twee weken na heden aan Klaagsters zal betalen een bedrag van EUR (achtentwintigduizend euro); c. bepaalt dat Verweerder aan Klaagsters een bijdrage in de kosten van rechtsbijstand zal betalen ad EUR (éénduizendenvijfhonderd euro) te vermeerderen met B.T.W.; d. wijst af het meer of anders gevorderde. Deze uitspraak is op 24 november 2004 tot stand gekomen met inachtneming van het Reglement Commissie van Toezicht FFP en 20

21 FFP is gewezen door Mr C.J.B. Ebeling (voorzitter), Mr F.M.M. Duynstee en Drs M.V.K. Ramsingh MBA (leden van de Commissie) waarbij Mr M.L. Laumen als secretaris optrad. C.J.B. Ebeling M.L. Laumen 21

22 FFP COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES Inzake de klacht van de heer [X] wonende te [H], hierna te noemen Klager, tegen de heer [Y] FFP, kantoorhoudende te [N], hierna te noemen Verweerder. 1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE De Commissie van Toezicht FFP heeft kennis genomen van de klacht zoals vervat in brieven van Klager d.d. 17 april 2004 en 12 mei 2004, en van het verweerschrift van Mr [K] (juridisch adviseur) namens de heer [Y] d.d. 3 juni Beide partijen hebben bijlagen overgelegd. De Commissie heeft partijen gehoord in haar zitting van 17 augustus Op die zitting zijn voor haar verschenen: - Klager in persoon tezamen met zijn partner mevrouw [Z]; - Verweerder in persoon tezamen met zijn raadsman Mr [K]. Aan het slot van de zitting vroeg de Commissie nog een nadere inlichting aan de heer [Y]. In antwoord daarop heeft zijn raadsman een brief van 18 augustus 2004 met bijlagen 1

23 FFP ingezonden. Klager heeft daarop gereageerd bij brief van 3 september jl. De Commissie heeft vastgesteld dat aan alle voorwaarden voor het in behandeling nemen van de klacht als omschreven in het Reglement Commissie van Toezicht, is voldaan. 2. INHOUD VAN DE KLACHT De klacht betreft de echtscheidingsbemiddeling door Verweerder. Klager verhaalt zeer uitgebreid wat er allemaal is voorgevallen tussen het eerste gesprek bij Verweerder op 5 februari 2003 en de definitieve echtscheiding en de vermogensrechtelijke afwikkeling. Zijn vrouw had al meteen een andere man en bleef in de echtelijke woning. Zij leverde hem tal van lelijke streken waaronder een veel te lage taxatie van het huis. Er waren problemen in Klagers omgang met de kinderen en Klagers financiële positie was zeer slecht. Klager heeft Verweerder ingeschakeld. Samen besloten ze de vrouw erbij te betrekken en Verweerder als mediator te laten optreden. Er werden door betrokkenen vele berekeningen gemaakt over partner- en kinderalimentatie, pensioenverdeling, wederzijdse draagkracht en behoeften, waarde van het huis, enz., enz. De tussenrapportage van Verweerder stond vol fouten respectievelijk liet vragen open. s van Klager werden door Verweerder vaak niet beantwoord. Op 26 juli 2003 had Klager een belangrijk gesprek op kantoor bij Verweerder waar Klagers vriendin bij was. Er stonden nog steeds fouten in het concept-convenant en Klager kreeg te horen dat diens (ex)vrouw slechts wilde betalen, in plaats van zoals in het laatste concept-convenant stond. Het 2

24 FFP gesprek liep volledig uit de hand. Klager tekende uiteindelijk onder zware druk. Daarna kwamen er nog strubbelingen over rekeningen van Verweerder. Verweerder dreigde meteen met deurwaarder en loonbeslag. Verweerder staakte de dienstverlening voortijdig. Klager hoorde niets meer over de definitieve echtscheiding en hij moest zelf overal achteraan voor de financiële afwikkeling. Klager wil met zijn klacht voorkomen dat meer mensen slachtoffer worden van de slechte dienstverlening van Verweerder. Klager vat zijn klachten als volgt samen: 1. niet nagekomen afspraken door Verweerder; 2. echtscheidingsconvenant opgesteld door Verweerder is niet gebaseerd op beloofde zorgvuldige objectieve afweging van wederzijdse belangen; 3. ondertekening van het convenant door Klager is onder sterk verhoogde emotionele druk door Verweerder tot stand gekomen; 4. uiting van onvrede over rol van Verweerder door Klager leidde tot intimidatie en dreiging en herroeping van gemaakte afspraken over verdere dienstverlening; 5. stoken in de relatie tussen Klager en zijn kinderen; 6. trainering van [bedrijf X] van de afwikkeling van de echtscheiding waardoor emotionele schade is toegenomen. Klager is ernstig teleurgesteld in de begeleiding van Verweerder tijdens het echtscheidingsproces, voornamelijk in de eindfase. Klager heeft de indruk dat Verweerder zijn eigen belangen heeft laten prevaleren boven die van zijn clientèle, en dat hij meer aandacht had voor belangen van de vrouw dan van de man. In Klagers brief van 12 mei 2004 stelt hij Verweerder aansprakelijk voor de door hem geleden schade van in totaal 3

25 FFP ,85 euro. Dit bedrag wordt door Klager in de bijlage gespecificeerd. 3. INHOUD VAN HET VERWEER De stellingen van Mr [K] namens Verweerder zijn als volgt samen te vatten. Verweerder heeft gehandeld conform de gedragscode FFP en de klacht dient ongegrond te worden verklaard. Ad klacht 1. Afspraken zijn wel degelijk nagekomen. Ten aanzien van het tijdspad is duidelijk door Verweerder aangegeven dat de haalbaarheid afhankelijk is van de medewerking van diverse partijen waaronder Klager en ex-partner zelf. Het niet tijdig aanleveren van gegevens heeft geleid tot het verzetten van afspraken. Verweerder heeft ook duidelijk kenbaar gemaakt dat uit oogpunt van zorgvuldigheid niet overhaast te werk moet worden gegaan. Met betrekking tot taxatie van de woning en het tegen de afspraak in aanwezig zijn van de ex-partner van Klager, heeft Verweerder gepoogd in beider belang de situatie op te lossen. De ex-partner heeft zich niet met de taxatie bemoeid en Verweerder heeft erop toegezien dat de taxatie eerlijk verliep. Ad klacht 2. en 3. Verweerder stelt dat de uitgangspunten en berekeningen welke aan het echtscheidingsconvenant ten grondslag liggen en als zodanig deel uitmaken van de dienstverlening wel degelijk zorgvuldig, objectief en op basis van wederzijdse belangen tot stand zijn 4

26 FFP gekomen. Op verzoek van cliënten is besloten afzonderlijk, in het bijzijn van de nieuwe partners, de gesprekken bij [bedrijf X] te voeren. De berekeningen zijn uitdrukkelijk met cliënten besproken en in een tussenrapportage en conceptconvenant ter beoordeling gepresenteerd. De situatie ontstond dat de expartner een standpunt innam waarbij Verweerder geen ruimte kreeg verder te onderhandelen. Verweerder heeft niets anders gedaan dan de ex-partner en Klager op alternatieven te wijzen. Verweerder heeft Klager erop gewezen dat hij daarmee afstand zou doen van het verschil met het te verrekenen bedrag aan overbedeling. Verweerder heeft Klager gewezen op de mogelijkheid een eigen advocaat te nemen. Verweerder vindt dat niet kan worden gezegd dat ondertekening onder sterk verhoogde emotionele druk tot stand is gekomen. Voorafgaand aan het ondertekenen van het definitieve convenant heeft Verweerder Klager geadviseerd een blokje om te lopen en er goed over na te denken. Na ondertekening heeft Klager meerdere malen te kennen gegeven blij te zijn met het feit dat alles geregeld was. Ad klacht 4 Verweerder heeft zich niet schuldig gemaakt aan intimidatie en dreiging. Klager had niet eerder onvrede geuit. Hij was juist blij dat alles geregeld was. Als Klager doelt op het telefoongesprek waarin Klager de automatische incasso stopzet, stelt Verweerder dat hij Klager slechts heeft medegedeeld dat voor de inmiddels verrichte dienstverlening moet worden betaald en dat Verweerder, indien Klager geen medewerking verleent, alle hem daartoe rechtmatig openstaande middelen zal aanspreken om dit alsnog te verkrijgen. Verweerder betreurt het indien Klager dit ziet als bedreiging. Verweerder ziet dit echter slechts als debiteurbeheer. 5

27 FFP De herroeping door Verweerder van gemaakte afspraken over verdere dienstverlening had te maken met het gebrek aan wederzijds vertrouwen wat noodzakelijk was voor verdere dienstverlening. Ad klacht 5 Verweerder heeft de dochter nooit gezien of gesproken en slechts éénmaal de zoon. Dit was tijdens de taxatie. De plezierige conversatie stond eerder in het teken van verzoening met vader. Verweerder heeft slechts goede bedoelingen gehad en heeft nimmer gepoogd de vertrouwensrelatie tussen Klager en zijn kinderen te verstoren. Verweerder zou nooit afbreuk doen aan de integriteit van zijn cliënten. Ad klacht 6 Verweerder heeft de echtscheidingsafhandeling niet getraineerd. Verweerder heeft zich gehouden aan de overeengekomen dienstverlening conform het door Klager afgenomen modulepakket echtscheiding. Verweerder heeft geen enkel belang gehad bij vertraging in de afhandeling. De duur tussen door Klager genoemde moment van afgifte van de echtscheidingsbeschikking door de Rechtbank Amsterdam en het moment dat Klager daarover door [bedrijf X] in kennis is gesteld, is het gevolg van de werkwijze van [bedrijf X]. De datum op de beschikking is nog niet de datum waarop de Griffie deze ook daadwerkelijk verstuurt. Vervolgens wordt deze ter controle gestuurd aan het advocatenkantoor, waarna [bedrijf X] de Akte van Berusting opmaakt. Dit is het moment waarop cliënten worden geïnformeerd over afgifte van de beschikking. Oorzaken van vertragingen in het verdere verloop waren gelegen aan de zijde van Klager. Hij heeft ten onrechte een herberekening laten uitvoeren van de 6

28 FFP gekapitaliseerde pensioenrechten en daarmee zelf het tekenen van de Akte van Berusting getraineerd. Verweerder stelt dat hij zijn diensten naar eer en geweten heeft verricht en daarbij de nodige zorgvuldigheid heeft betracht. Hij heeft bij het advies aan Klager rekening gehouden met diens persoonlijk omstandigheden en het advies gedaan in belang van de cliënt. Verweerder heeft daarbij geenszins zijn eigen belang laten prevaleren boven het belang van Klager. Verweer ten aanzien van de schade Mr [K] stelt namens Verweerder dat toewijzing van een dergelijke schadevergoeding buiten de bevoegdheden van de Commissie van Toezicht ligt aangezien Klager zich niet als eiser heeft opgesteld. Toch wordt puntsgewijs gereageerd op de schadeopstelling van Klager. Schade: euro ,57 (verschil ontstaan door gewijzigd te verrekenen bedrag) Klager is akkoord gegaan met het aangepaste convenant. Verweerder heeft Klager erop gewezen dat hij door ondertekening afstand deed van het verschil met het door [bedrijf X] berekende te verrekenen bedrag. Schade: euro 278,33 (taxatie) De ex-partner was tegen de afspraak in aanwezig bij de taxatie. Verweerder heeft ervoor gezorgd dat de taxatie onafhankelijk en volgens afspraak verliep. Geen schade. 7

29 FFP Schade: euro 211,79 (alimentatieberekening) Klager heeft reeds eerder facturen ontvangen met deze omschrijving. In het door Klager afgenomen modulepakket is de alimentatieberekening inbegrepen. Schade: euro 974,61 en 645,55 (kosten derden) Verweerder betreurt het ontbreken van vertrouwen bij Klager maar is niet aansprakelijk voor de kosten van een second opinion. Eventuele schade doordat de ex-vrouw de afgesproken boedelverdeling niet nakomt kan niet aan Verweerder worden toegerekend. Verweerder stelt op geen enkel wijze aansprakelijk te zijn voor de vermeende schade en concludeert tot afwijzing van alle klachten en vorderingen. 4. DE MONDELINGE BEHANDELING Ter zitting zijn verschenen: - Klager in persoon tezamen met zijn partner mevrouw [Z]; - Verweerder in persoon tezamen met zijn raadsman en kantoorgenoot Mr [K]. De voorzitter stelt de leden van de Commissie voor en geeft het woord aan Klager. Klager leest een pleitnota voor die aan het procesdossier wordt toegevoegd. De inhoud is zakelijk samengevat als volgt. 8

30 FFP Klacht 1 - Als het tijdpad afhangt van inlevering van stukken door de partijen, is het vreemd dat de mediator nooit op eigen initiatief stukken opvroeg. Mijn financiële situatie was penibel, daarom had ik haast. Verweerder suggereerde dat de scheiding vóór zomer 2003 rond kon zijn. - Het was volledig fout dat mijn ex toch bij de taxatie aanwezig was en Verweerder is verantwoordelijk. - Verweerder had beloofd dat een derde taxatie zou volgen als mijn ex niet akkoord was met de uitkomst van de tweede taxatie. Maar toen het erop aankwam wilde hij daar niet meer over praten. - Verweerder heeft verzuimd een aantal betalingen van mij fiscaal onder de post alimentatie te brengen. Verweerder heeft onnodig partner-alimentatieberekeningen gemaakt omdat mijn ex samenwoonde met een ander. In strijd met de afspraken kreeg ik soms 100% van de rekening van Verweerder, in plaats van 50/50. Hij heeft gehandeld in strijd met zijn toezegging dat moeilijke beslissingen altijd thuis overdacht mochten worden. Klacht 2 en 3 - Het convenant is onevenwichtig en hij heeft mij onder druk gezet. - Ik was absoluut niet achteraf blij met het feit dat alles geregeld was. Er was totaal geen onderhandelingsruimte. Ik was me wel bewust van de gevolgen van ondertekening van het convenant ook al geschiedde dat onder zeer zware druk. Klacht 4 Ik heb vaak genoeg laten doorklinken dat ik ontevreden was over de dienstverlening. Het was onprofessioneel en onzorgvuldig dat Verweerder zich terugtrok nadat hij eerst 9

31 FFP woedend had gedreigd met loonbeslag en deurwaarder. Een FFP-er hoort niet te intimideren en te dreigen. Klacht 5 Verweerder heeft inderdaad niet met mijn dochter gesproken. Klacht 6 Ik vermoed toch dat mijn ex-echtgenote belang had bij vertraagde afhandeling. Het heeft allemaal te lang geduurd. Verweerder heeft mij niet eens geïnformeerd over de inschrijving van de echtscheiding bij de gemeente. Een second opinion over de pensioenberekening is inderdaad door mij aangevraagd maar daar is niets mis mee. Schade Het gaat mij in eerste instantie ook niet om schadevergoeding. Verweerder heeft mijn vertrouwen geschonden en ik heb extra kosten moeten maken. Verweerder begint zijn betoog met een beschrijving van kwalificaties, ervaring, opleidingen en prestaties van hemzelf ( ) en het bedrijf waarvan hij deel uitmaakt ( ). Verweerder stelt van zijn kant alles te hebben gedaan om de communicatie te bevorderen. Er is veel overleg met Klager geweest, zelfs in weekends. Klager heeft Verweerder ingeschakeld en de echtgenote heeft zich vervolgens akkoord verklaard met mediation door Verweerder. Door de schuld van Klager, met name zijn slechte communicatie naar zijn vrouw, is die laatste echter op een goed moment afgehaakt. Daardoor werd 10

32 FFP Verweerder in de situatie gemanoeuvreerd waarop hij niet meer kon doen dan aan de ene partij de woorden van de andere partij over te brengen, en vice versa. Toen was er geen onderhandelingsruimte meer. De vrouw nam een definitief standpunt in dat zij slechts euro wilde toebetalen, en Verweerder heeft Klager aangeraden om een wandeling te maken en goed na te denken over het nieuwe bedrag. Klager heeft dat gedaan en is in herinnering van Verweerder anderhalf uur weg geweest voordat hij het convenant ondertekende. Hij zei aan de ene kant blij te zijn en aan de andere kant ook weer niet. Verweerder heeft alles gedaan om deze zaak tot een goed einde te brengen en voelt zich zwaar en diep gekrenkt door de kritiek van Klager. Zijn goede naam als financieel planner en mediator staat op het spel. Klager repliceert als volgt. Hij gelooft wel in de professionaliteit van Verweerder en diens bedrijf maar in deze zaak heeft Verweerder toch fouten gemaakt. Klager werd op de bewuste dag meteen onder druk gezet door Verweerder: take it or leave it. Verweerder las een brief van de ex-vrouw voor, waar Klager niet tegen kon. En dat terwijl Verweerder in het begin van de bemiddeling had beloofd dat Klager over belangrijke beslissingen altijd eerst mocht nadenken. De Commissie houdt Verweerder voor dat Klager kennelijk vindt dat Verweerder meer heeft gekeken naar de belangen van de vrouw dan van de man. Verweerder zegt dat het huis een tweede maal is getaxeerd, euro hoger, met name op verzoek van Klager. Ondanks dat wilde de vrouw toch niet meer betalen in de slotafrekening. Dat zat hem in de vrouw zelf, niet in de taxatie van het huis, de pensioenwaarde of iets dergelijks. Verweerder levert altijd 11

33 FFP de juiste waarden aan aan partijen, maar de partijen moeten zelf beslissen. Verweerder bevestigt dat de gewraakte gebeurtenissen op 26 juli hebben plaatsgehad. Klager hoorde toen voor het eerst dat de vordering tot overbedeling veranderde van in ; dat dat het definitieve standpunt van de vrouw was, en dat Klager zelf moest beslissen of hij daarmee akkoord ging. Op een vraag van de Commissie of Verweerder zich als mediator kan voorstellen dat dat hard aankwam bij Klager antwoordt Verweerder met ja. Op de vraag hoe een mediator daarop hoort te reageren herhaalt Verweerder dat hij niet anders kon doen dan puur weergeven wat de vrouw zegt. Klager hoefde daar niet op in te gaan en werd door Verweerder niet onder druk gezet. Mevrouw [Z] betwist dat en zegt dat zij er zelf bij is geweest en dat Verweerder Klager wel degelijk onder druk zette. Hij had gezegd dat Klager twee keuzen had: ofwel tekenen ofwel een eigen advocaat nemen en de strijd aanbinden. Verweerder heeft absoluut niet gezegd: slaap er maar een nachtje over, bespreek het eens en beslis dan. Verweerder ontkent dit en zegt dat het onzin is dat Klager per se diezelfde dag moest tekenen. De heer [K] zegt dat de echtscheidingsadvocaat waarmee zij samenwerken de eis stelt dat man en vrouw ook na ondertekening convenant er nog achter staan. Die advocaat heeft zelf geen contact met partijen en krijgt zijn opdracht van de mediator. Het dossier van de heer [K] vermeldt dat Klager ook na datum ondertekening enkele malen (bijvoorbeeld op 29 juli) heeft 12

34 FFP laten blijken dat hij blij was dat het rond was. Hij heeft zeker niet gezegd dat hij alsnog bezwaar had. Klager komt nog een keer terug op de schokkende ervaring dat Verweerder een brief van de vrouw ging voorlezen. Voor zijn gevoel heeft Verweerder hem gepakt op zijn zwakke plek. Verweerder zegt dat hij in eerste instantie was ingeschakeld door Klager en dat hij als mediator keurig heeft gehandeld, en dat hij op een goed moment niet meer kon doen dan boodschappen van de een aan de ander overbrengen. Op een vraag van de Commissie of dit betekent dat hij dan als mediator heeft gefaald antwoordt Verweerder dat hij dat niet zo ziet. Het kwam door deze twee partijen dat hij vanaf een bepaald moment een doorgeefluik werd. Hij heeft de beslissing van de vrouw duidelijk aan Klager meegedeeld en Klager mag hem dat niet kwalijk nemen. Verweerder vindt het zelf triest dat het niet gelukt is om deze man en vrouw om de tafel te houden. Op een opmerking van de Commissie dat de vrouw er financieel beter uit is gesprongen dan de man zegt Verweerder in eerste instantie dat hij dat niet weet. Op basis van de 2 e taxatie lijkt het wel waar maar niet op basis van de 1 e taxatie. Partijen moeten zelf beslissen. Bij nader inzien beaamt Verweerder wel dat de vrouw beter is weggekomen. De Commissie houdt Verweerder voor dat in diens eigen tussenrapportage van 24 juni nog stond en dat de man toch maar kreeg. De Commissie vraagt Verweerder of hij daar dan zelf geen oordeel of advies over had in de belangrijke positie waarin hij zat. Verweerder zegt dat partijen zelf moeten beslissen en dat zijn oordeel niet van belang was. Over zijn rol, taken en inhoud van de opdracht 13

35 FFP zegt Verweerder dat Klager na twee advocaten bezocht te hebben bij hem kwam, en later de vrouw ook. De taken zijn afgesproken bij het intakeconsult. Op een vraag van de Commissie aan Klager waarom hij besloot om niet naar een advocaat te gaan antwoordt deze dat hij de zaak wilde afronden, dat hij zeer geëmotioneerd was toen hij voelde dat hij met de rug tegen de muur stond, en toen maar getekend heeft. Hij realiseerde zich op dat moment wel dat hij een financiële aderlating moest doen. Zijn primaire klacht was daarom ook niet schadevergoeding, maar dat een bemiddelaar niet op zo n onprofessionele manier met mensen om mag gaan. De Commissie vraagt Verweerder naar onregelmatigheden bij de 2 e taxatie. Verweerder antwoordt dat de vrouw, anders dan afgesproken toch aanwezig was. Ze hebben met z n allen koffie gedronken maar Verweerder is als onafhankelijk financieel planner goed in staat om de belangen van beide partijen in de gaten te houden. Hij kon haar toch niet wegsturen? Over de kosten zegt Verweerder dat de kosten 50/50 gedeeld zouden worden tussen man en vrouw. Dat is volgens hem logisch bij mediation. Hij gelooft niet dat zijn kantoor Klager expres eenzijdig heeft belast. Hij weet niet of er een administratief abuis was. Over het standpunt van de vrouw van naar verklaart Verweerder dat hij dat zelf ook pas een paar dagen wist voordat hij het aan de man vertelde. Ook de klacht dat het allemaal te lang heeft geduurd wijst Verweerder van de hand. Het convenant was na 6 maanden getekend en gezien de vertraging bij cliënten vindt hij dat niet lang. Verweerder beschrijft wat er verder allemaal bij een echtscheiding komt kijken, inclusief vertraging bij rechtbank, advocaten, akte van berusting tekenen, inschrijving 14

COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES

COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES inzake de klacht van de erfgenamen van mevrouw [X] wonende te [L], hierna te noemen Klaagsters, tegen de heer [Y], kantoorhoudende

Nadere informatie

COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES. Inzake de klacht van de heer [X] wonende te [H], hierna te noemen Klager,

COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES. Inzake de klacht van de heer [X] wonende te [H], hierna te noemen Klager, COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES Inzake de klacht van de heer [X] wonende te [H], hierna te noemen Klager, tegen de heer [Y] FFP, kantoorhoudende te [N], hierna te

Nadere informatie

COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES. inzake de klacht van ], wonende te Zoetermeer, tegen

COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES. inzake de klacht van ], wonende te Zoetermeer, tegen COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES mevrouw [ inzake de klacht van ], wonende te Zoetermeer, tegen de heer [ ], FFP, kantoorhoudende te Voorhout, hierna te noemen Verweerder.

Nadere informatie

2001-04 BINDEND ADVIES VAN DE COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS. in de geschilzaak: X. tegen Y.

2001-04 BINDEND ADVIES VAN DE COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS. in de geschilzaak: X. tegen Y. 2001-04 BINDEND ADVIES VAN DE COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS in de geschilzaak: X. tegen Y. 1. Het verloop van de procedure De raadsvrouwe van X. heeft namens X. (hierna te noemen:

Nadere informatie

COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES. inzake de klacht van mevrouw [ ], wonende te[ ], hierna te noemen Klaagster,

COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES. inzake de klacht van mevrouw [ ], wonende te[ ], hierna te noemen Klaagster, COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES inzake de klacht van mevrouw [ ], wonende te[ ], hierna te noemen Klaagster, tegen kantoorhoudende te [ de heer [ ] FFP, ], hierna

Nadere informatie

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-384 d.d. 23 oktober 2014 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, mr. J.W.M. Lenting en mr. E.M. Dil-Stork, leden en mr. E.C. Aarts, secretaris)

Nadere informatie

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-205 d.d. 19 mei 2014 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars RA en R.H.G. Mijné, leden en mr. I.M.M. Vermeer, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties;

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties; RAAD VAN TUCHT VERENIGING VAN REGISTERCONTROLLERS Datum uitspraak: 4 november 2014 Zaaknummer: RvT VRC 2014-02 de heer [klager], wonende te [woonplaats 1] gemachtigde: de heer mr. R.M. Braat K L A G E

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-312 d.d. 19 mei 2017 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. B.F. Keulen en drs. L.B. Lauwaars en mr. E.C. Aarts, secretaris) Samenvatting Consument

Nadere informatie

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend.

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend. Uitspraak Commissie van Beroep 2016-004 d.d. 2 februari 2016 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. A. Smeeing-van Hees en mr. R.J.F. Thiessen, leden, en mr. G.A. van de Watering,

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Niet-Bindende uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-247 d.d. 30 augustus 2012 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, prof. drs. A.D. Bac en de heer J.C. Buiter, leden en mevrouw mr.

Nadere informatie

Partijen hebben ter zitting hun standpunten (nader) toegelicht.

Partijen hebben ter zitting hun standpunten (nader) toegelicht. Uitspraak van de Geschillencommissie Bureau Krediet Registratie, nr. 16.13 d.d. 21 december 2016 te Amsterdam (prof. mr. J.J.C. Kabel, A.A.M. Beijersbergen van Henegouwen, mr. K.D. van Ringen, mr. A.H.

Nadere informatie

COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES. Inzake de klacht van mevrouw [X] wonende te [K], hierna te noemen Klaagster,

COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES. Inzake de klacht van mevrouw [X] wonende te [K], hierna te noemen Klaagster, COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES Inzake de klacht van mevrouw [X] wonende te [K], hierna te noemen Klaagster, tegen de heer [Y] FFP, kantoorhoudende te [L], hierna

Nadere informatie

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Klaagster en haar partner gaan uit elkaar. In dat kader moet de gezamenlijke woning worden verkocht. Als na geruime tijd geen verkoop

Nadere informatie

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM Vertrouwelijkheid geschonden. Klager heeft belangstelling voor een woning die bij beklaagde in verkoop

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-31 d.d. 30 januari 2012 (de heer mr. J. Wortel, voorzitter, en de heer drs. L.B. Lauwaars RA en de heer R.H.G. Mijné, leden en tevens mevrouw

Nadere informatie

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-295 d.d. 25 oktober 2013 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mr. W.H.G.A. Filott mpf, leden en mevrouw mr. L.T.A.

Nadere informatie

Te hoge huurprijs vastgesteld? Summiere onderbouwing taxatierapport. Gebrek aan communicatie.

Te hoge huurprijs vastgesteld? Summiere onderbouwing taxatierapport. Gebrek aan communicatie. Te hoge huurprijs vastgesteld? Summiere onderbouwing taxatierapport. Gebrek aan communicatie. De huurster van een horecagelegenheid heeft een geschil met de verhuurder over de huursom. In dat kader wordt

Nadere informatie

COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES. inzake de klacht van ], wonende te Den Haag, hierna te noemen Klaagster,

COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES. inzake de klacht van ], wonende te Den Haag, hierna te noemen Klaagster, COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES inzake de klacht van mevrouw [ ], wonende te Den Haag, hierna te noemen Klaagster, tegen kantoorhoudende te [ de heer [ ] FFP, ],

Nadere informatie

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM DE LOOP VAN DE PROCEDURE

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM DE LOOP VAN DE PROCEDURE Voorlichting/belangen niet-opdrachtgever. Ontbreken schriftelijke vastlegging koopovereenkomst. Verkoop aan derde. Bevoegdheid t.a.v. schadevergoeding. Klaagster was geïnteresseerd in een woning die beklaagde

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene.

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-16 d.d. 9 januari 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. C.E. du Perron, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. W.H. Luk, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. W.H. Luk, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-537 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. W.H. Luk, secretaris) Klacht ontvangen op : 8 februari 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-106 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Klacht ontvangen op : 6 januari 2015 Ingesteld door : Consument Tegen

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-373 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier met bijlage(n); het verweerschrift van Rechtshulpverlener; de repliek van Consument.

het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier met bijlage(n); het verweerschrift van Rechtshulpverlener; de repliek van Consument. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-716 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop en mr. B.F. Keulen, leden en mr.dr.drs. H.M.B. Brouwer, secretaris) Klacht

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Niet-Bindende Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 262 d.d. 14 oktober 2011 (mr. H.J. Schepen, voorzitter, en mevrouw mr. J.W.M. Lenting en mevrouw mr. A.M.T. Wigger, leden, en

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. P.G. Salvadori, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. P.G. Salvadori, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-358 (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. P.G. Salvadori, secretaris) Klacht ontvangen op : 8 juli 2015 Ingediend door : Consument 1 en

Nadere informatie

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-237 d.d. 18 juli 2013 (mr. H.J. Schepen, voorzitter, mr. A.P. Luitingh en mr. J.Th. de Wit, leden, en mr. F. Faes, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Samenvatting. Bekijk de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in hoger beroep

Samenvatting. Bekijk de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in hoger beroep Uitspraak Commissie van Beroep 2012-23 d.d. 27 november 2012 (prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr. C.A. Joustra, drs. P.H.M. Kuijs, mr. F.P. Peijster en mr. J.B. Fleers, leden, en mr. M.J. Drijftholt,

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop

Samenvatting. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-322 d.d. 13 november 2012 (mr. E.M. Dil-Stork, voorzitter, mr. A.P. Luitingh en mr. J. Th. de Wit, leden en mevrouw mr. I.M.M. Vermeer,

Nadere informatie

Rechtsbijstandverzekering. Verzekeringsvoorwaarden. Relevante informatie en medewerking.

Rechtsbijstandverzekering. Verzekeringsvoorwaarden. Relevante informatie en medewerking. Uitspraak Commissie van Beroep 2014-017 d.d. 8 mei 2014 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, drs. P.H.M. Kuijs AAG en mr. W.J.J. Los, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. E.H.C. Vos, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. E.H.C. Vos, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-592 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. E.H.C. Vos, secretaris) Klacht ontvangen op : 19 oktober 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 196 d.d. 12 augustus 2011 (mevrouw mr. E.M. Dil-Stork, voorzitter, en drs. A. Adriaansen en mevrouw mr. J.W.M. Lenting, leden) Samenvatting

Nadere informatie

de besloten vennootschap, De Nederlandse Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap, De Nederlandse Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-148 d.d. 31 maart 2014. (mr. H.J. Schepen, voorzitter, drs. A. Adriaansen en mr. A.M.T. Wigger, leden en mevrouw mr. M.M.C. Oyen, secretaris).

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. Z. Bonoo, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. Z. Bonoo, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-536 (A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. Z. Bonoo, secretaris) Klacht ontvangen op : 10 februari 2017 Ingediend door : Consument Tegen :

Nadere informatie

de coöperatie Coöperatieve Rabobank [plaats] Friesland Oost U.A., gevestigd te [plaats], hierna te noemen Aangeslotene.

de coöperatie Coöperatieve Rabobank [plaats] Friesland Oost U.A., gevestigd te [plaats], hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-400 d.d. 5 november 2014 (mr. H.J. Schepen, voorzitter, mr. A.P. Luitingh en mr. drs. S.F. van Merwijk leden en mr. E.C. Aarts, secretaris)

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 88 d.d. 11 april 2011 (prof. mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse, leden, mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 98 d.d. 14 april 2011 (prof. mr. E.H. Hondius, voorzitter, mevrouw mr. A.M.T. Wigger en mr. J.W.H. Offerhaus) Samenvatting Bij afsluiten van

Nadere informatie

de besloten vennootschap ABN AMRO Hypotheken Groep B.V., gevestigd te Amersfoort, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap ABN AMRO Hypotheken Groep B.V., gevestigd te Amersfoort, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-276 d.d. 17 september 2013 (mr. R.J. Paris, voorzitter, mevrouw mr. J.W.M. Lenting en mevrouw mr. A.M.T. Wigger, leden en mevrouw mr. I.M.M.

Nadere informatie

: Achmea Bank N.V., h.o.d.n. Staalbankiers, gevestigd te Den Haag, verder te noemen de Bank

: Achmea Bank N.V., h.o.d.n. Staalbankiers, gevestigd te Den Haag, verder te noemen de Bank Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-612 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. S.J.W. Holtrop en mr. T. Boerman, secretaris) Klacht ontvangen op : 31 augustus

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mevrouw mr. A.C.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mevrouw mr. A.C. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-295 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mevrouw mr. A.C. Bek, secretaris) Klacht ontvangen op : 20 november 2015 Ingesteld door : Consument

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-848 (A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris) Klacht ontvangen op : 26 februari 2016 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

School hoefde moeder niet te informeren over ontvangst en inhoud brief van ex-echtgenoot. ADVIES

School hoefde moeder niet te informeren over ontvangst en inhoud brief van ex-echtgenoot. ADVIES 107679 - School hoefde moeder niet te informeren over ontvangst en inhoud brief van ex-echtgenoot. inzake de klacht van: A te B, moeder van C, klaagster tegen - D, docent op E, locatie F en - G, docent

Nadere informatie

COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BESLISSING. Inzake de klacht van de heer [X] wonende te [A], hierna te noemen klager, tegen

COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BESLISSING. Inzake de klacht van de heer [X] wonende te [A], hierna te noemen klager, tegen COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BESLISSING Inzake de klacht van de heer [X] wonende te [A], hierna te noemen klager, tegen de heer [Y] FFP, kantoorhoudende te [B], hierna te noemen

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. F.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. F. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-413 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris) Klacht ontvangen op : 7 december 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-787 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Klacht ontvangen op : 7 mei 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Informatie aan niet-opdrachtgever. Beëindiging huurovereenkomst. Terugbetaling waarborgsom.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Beëindiging huurovereenkomst. Terugbetaling waarborgsom. Informatie aan niet-opdrachtgever. Beëindiging huurovereenkomst. Terugbetaling waarborgsom. Klager heeft bij het sluiten van een huurovereenkomst, aan de makelaar van de verhuurder (beklaagde) een waarborgsom

Nadere informatie

Flavius Assurantiën en Financiën, gevestigd te Nijmegen, hierna te noemen Aangeslotene.

Flavius Assurantiën en Financiën, gevestigd te Nijmegen, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-258 d.d. 4 juli 2014 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mr. J.W.H. Offerhaus, leden en mevrouw mr. M.M.C. Oyen,

Nadere informatie

de coöperatie coöperatieve Rabobank Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest, gevestigd te Leiden, hierna te noemen Aangeslotene.

de coöperatie coöperatieve Rabobank Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest, gevestigd te Leiden, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-221 d.d. 12 juli 2013 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mr. A.P. Luitingh, leden, en mevrouw mr. M. Nijland, secretaris)

Nadere informatie

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM 19-19 RvT Amsterdam 204 HUUR/VERHUUR Makelaar overvalt huurder met nieuw huurcontract. Opzegging van huurovereenkomst voor onbepaalde tijd. Niet beantwoorden van vragen over het nieuwe contract. Ongepast

Nadere informatie

de besloten vennootschap ELQ Portefeuille 1 B.V., gevestigd te Amsterdam Zuidoost, hierna te noemen de Bank.

de besloten vennootschap ELQ Portefeuille 1 B.V., gevestigd te Amsterdam Zuidoost, hierna te noemen de Bank. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-132 d.d. 29 april 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. W.H.G.A. Filott mpf en mr. J.W.M. Lenting, leden en mr. E.C. Aarts, secretaris)

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-116 d.d.5 april 2012 (mevrouw mr. E.M. Dil-Stork, voorzitter, mr. J.Th. de Wit en mr. J.W.H. Offerhaus, leden en mevrouw mr. I.M.M. Vermeer,

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-151 d.d. 11 mei 2012 (mevrouw mr. E.M. Dil-Stork, voorzitter, mevrouw mr. A.M.T. Wigger en mevrouw. mr. J.W.M. Lenting, leden, met de heer

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-790 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris) Klacht ontvangen op : 10 januari 2018 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

: Coöperatieve Rabobank U.A., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen de Bank

: Coöperatieve Rabobank U.A., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen de Bank Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-596 (door mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman-de Vogel, secretaris) Klacht ontvangen op : 6 maart 2017 Ingediend door

Nadere informatie

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Intermediaire Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Intermediaire Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-148 d.d. 21 mei 2013 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. W.H.G.A. Filott mpf, J.Th. de Wit, leden en mevrouw mr. M. Nijland, secretaris)

Nadere informatie

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BMW Group Financial Services B.V., gevestigd te [plaats], hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BMW Group Financial Services B.V., gevestigd te [plaats], hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-310 d.d. 20 augustus 2014 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, drs. A. Adriaansen en mr. J.W.H. Offerhaus, leden en mr. F. Faes, secretaris)

Nadere informatie

Partijen hebben ter zitting hun standpunten (nader) toegelicht.

Partijen hebben ter zitting hun standpunten (nader) toegelicht. Uitspraak van de Geschillencommissie Bureau Krediet Registratie, nr. 16.07 d.d. 3 augustus 2016 te Amsterdam (prof. mr. J.J.C. Kabel, A.A.M. Beijersbergen van Henegouwen, mr. K.D. van Ringen, mr. A.H.

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-270 d.d. 1 oktober 2012 (mr. J. Wortel, voorzitter, de heer H. Mik RA en de heer G.J.P. Okkema, leden en mevrouw mr. I.M.M. Vermeer, secretaris)

Nadere informatie

DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENI- GING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENI- GING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM 09-18 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENI- GING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM Beweerdelijk onjuiste vraagprijs en te geringe verkoopactiviteiten. Beëindiging opdracht door

Nadere informatie

10-02 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

10-02 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM 10-02 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM Risicodragende projectontwikkeling via echtgenote. Verantwoordelijkheid als leidinggevende. De

Nadere informatie

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-207 d.d. 20 mei 2014 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, drs. A. Adriaansen, mr. B.F. Keulen, mr. H.J. Schepen en mr. A.W.H. Vink, leden en

Nadere informatie

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-377 d.d. 13 oktober 2014 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, mr. J.W.M. Lenting en mr. A.M.T. Wigger, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

Nadere informatie

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-169 d.d. 29 mei 2013 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, H. Mik RA en R.H.G. Mijné, leden en mevrouw mr. I.M.M. Vermeer, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Coöperatieve Rabobank Dommelstreek U.A., gevestigd te Geldrop, hierna te noemen Aangeslotene.

Coöperatieve Rabobank Dommelstreek U.A., gevestigd te Geldrop, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-364 d.d. 3 oktober 2014 (mr. R.J. Paris, voorzitter, mr. M.C.M. van Dijk en mr. E.L.A. van Emden, leden en mr. L.T.A. van Eck, secretaris)

Nadere informatie

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST 18-53 RvT West 201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST Bevoegdheid t.a.v. kostenveroordeling. Afdragen overdrachtsbelasting. Onderhandse betaling van gedeelte van de koopsom. Mededelingsplicht.

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 12 d.d. 25 februari 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

de besloten vennootschap Van de Burgwal Financieel Adviesbureau B.V., gevestigd te Amersfoort, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap Van de Burgwal Financieel Adviesbureau B.V., gevestigd te Amersfoort, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-252 d.d. 30 juni 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mevrouw M.M.C. Oyen, secretaris) Samenvatting De Commissie stelt vast dat de verzekering

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-164 d.d. 25 mei 2012 (mr. J. Wortel, voorzitter, en drs. L.B. Lauwaars RA, en G.J.P. Okkema, leden, met mevrouw mr. I.M.M. Vermeer als

Nadere informatie

Samenvatting. Consument,

Samenvatting. Consument, Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-164 d.d. 28 mei 2013 (mr. C.E. du Perron, voorzitter en mevrouw mr. J.J. Guijt, secretaris) Samenvatting Adviesrelatie. Consument heeft

Nadere informatie

3. De afhandeling van de klachten worden uitgevoerd door het onafhankelijke instituut KIGID.

3. De afhandeling van de klachten worden uitgevoerd door het onafhankelijke instituut KIGID. Geschillenregeling NVI Hoofdstuk 1: Klachtenbehandeling in de Prefase Artikel 1 1. De klachtenprocedure van de NVI ziet op geschillen, die tussen leden en derden zijn gerezen en betrekking hebben op de

Nadere informatie

16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

BINDEND ADVIES VAN DE COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS. in de geschilzaak: X. tegen Y.

BINDEND ADVIES VAN DE COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS. in de geschilzaak: X. tegen Y. 2001-02 BINDEND ADVIES VAN DE COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS in de geschilzaak: X. tegen Y. 1. Het verloop van de procedure X., wonende te A., mede handelende namens haar echtgenoot,

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-394 d.d. 29 oktober 2014 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en dr. B.C. de Vries, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. P.G. Salvadori, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. P.G. Salvadori, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2016-303 (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. P.G. Salvadori, secretaris) Klacht ontvangen op : 9 juli 2015 Ingesteld door : Consument Tegen

Nadere informatie

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Onafhankelijkheid.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Onafhankelijkheid. Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Onafhankelijkheid. Klaagster en haar ex-echtgenoot hebben beklaagde een opdracht tot dienstverlening

Nadere informatie

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Tegenstrijdige opdrachten.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Tegenstrijdige opdrachten. Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Tegenstrijdige opdrachten. Klager heeft een woning gekocht. Beklaagde trad daarbij op als makelaar voor verkoper B. Verkoper B weigerde

Nadere informatie

CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Informatie aan niet-opdrachtgever. Verleggen van bemiddelingskosten naar de andere

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-687 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris) Klacht ontvangen op : 13 januari 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Onjuiste taxatiewaarde. Echtscheiding. Teruggave opdracht. Beklaagde heeft op verzoek van klager en zijn ex-echtgenote een woning getaxeerd en heeft zijn opdrachtgevers een concept-taxatierapport toegezonden.

Nadere informatie

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. In het kader van het uit elkaar gaan van klager en zijn partner moet de gemeenschappelijke woning getaxeerd

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-209 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. dr. S.O.H. Bakkerus, mr. B.F. Keulen, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Belangenbehartiging opdrachtgever. Contractsbepalingen. Courtage.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Contractsbepalingen. Courtage. Belangenbehartiging opdrachtgever. Contractsbepalingen. Courtage. De verkoper van een woning (klager) verwijt zijn makelaar dat hij courtage in rekening heeft gebracht nadat de woning buiten de makelaar

Nadere informatie

Het Servicekantoor B.V., gevestigd te Groningen, hierna te noemen Tussenpersoon.

Het Servicekantoor B.V., gevestigd te Groningen, hierna te noemen Tussenpersoon. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-190 d.d. 30 juni 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en drs. W Dullemond leden en mr. M. van Pelt, secretaris)

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. R.E. van Lambalgen, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. R.E. van Lambalgen, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-408 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. R.E. van Lambalgen, secretaris) Klacht ontvangen op : 24 juli 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2014:131

ECLI:NL:RBNNE:2014:131 ECLI:NL:RBNNE:2014:131 Instantie Datum uitspraak 13-01-2014 Datum publicatie 04-02-2014 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 589197 - CV EXPL 13-6418 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove... Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-109 d.d. 4 april 2012 (mr. R.J. Paris, voorzitter, drs. A. Adriaansen en mevrouw mr. A.M.T. Wigger, leden en mr. B.C. Donker, secretaris)

Nadere informatie

R A A D V O O R G E S C H I L L E N

R A A D V O O R G E S C H I L L E N Nummer D17009 R A A D V O O R G E S C H I L L E N van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants heeft bij wijze van bindend advies de volgende uitspraak gedaan in zake het geschil tussen: X en:

Nadere informatie

KAMER VOOR HET NOTARIAAT KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWAR- DEN

KAMER VOOR HET NOTARIAAT KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWAR- DEN AL/2016/16 ECLI:NL:TNORARL:2016:19 KAMER VOOR HET NOTARIAAT Beslissing in de zaak onder nummer van: AL/2016/16 KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWAR- DEN Kenmerk: AL/2016/16 Beslissing

Nadere informatie

COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES. Inzake de klacht van de heer [X] wonende te [G], hierna te noemen Klager,

COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES. Inzake de klacht van de heer [X] wonende te [G], hierna te noemen Klager, COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES Inzake de klacht van de heer [X] wonende te [G], hierna te noemen Klager, tegen de heer [Y] FFP, kantoorhoudende te [H], hierna te

Nadere informatie

Adviseur en tegelijkertijd koper van pand van cliënt. Misbruik van omstandigheden. Zeer ernstige schending van Erecode.

Adviseur en tegelijkertijd koper van pand van cliënt. Misbruik van omstandigheden. Zeer ernstige schending van Erecode. Adviseur en tegelijkertijd koper van pand van cliënt. Misbruik van omstandigheden. Zeer ernstige schending van Erecode. Een makelaar, toen nog niet aangesloten bij de NVM, wordt door een bejaard echtpaar

Nadere informatie

DE Raad van Toezicht Eindhoven/Maastricht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

DE Raad van Toezicht Eindhoven/Maastricht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Belangenbehartiging opdrachtgever. Contractsbepalingen. De verhuurster van een bedrijfspand (klaagster) verwijt haar makelaar dat hij de borgstelling in de huurovereenkomst onvoldoende geregeld heeft.

Nadere informatie

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-241 d.d. 13 juni 2014. (Prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars RA en G.J.P. Okkema, leden, mr. M.J.M. Fennis, secretaris)

Nadere informatie

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM.

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM. DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM. Taxatie. Beweerdelijk ondeugdelijk rapport. Vertrouwelijkheid geschonden. Verkeerde opdrachtgever genoemd.

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-058 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Klacht ontvangen op : 15 oktober 2017 Ingediend door :

Nadere informatie

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-259 d.d. 21 augustus 2013 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, H. Mik RA en G.J.P. Okkema, leden en mevrouw mr. I.M.M. Vermeer, secretaris)

Nadere informatie

Onvoldoende belangenbehartiging. Onzorgvuldig optreden. Slechte bereikbaarheid.

Onvoldoende belangenbehartiging. Onzorgvuldig optreden. Slechte bereikbaarheid. 18-31 RvT West 200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER Onvoldoende belangenbehartiging. Onzorgvuldig optreden. Slechte bereikbaarheid. Klaagster heeft beklaagde een opdracht tot dienstverlening bij verkoop

Nadere informatie