Door middel van deze brief informeer ik u over enkele relevante ontwikkelingen op het terrein van werk en inkomen.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Door middel van deze brief informeer ik u over enkele relevante ontwikkelingen op het terrein van werk en inkomen."

Transcriptie

1 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AAN colleges van Burgemeester en Wethouders i.a.a. Directeuren Sociale Dienst Hoofden Sociale Zaken Hoofden Financiën Directeuren/hoofden I&A Gemeenteraadsleden p/a griffier Postbus LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) Telefax (070) Hoofdkantoor en vestigingen CWI Hoofdkantoor UWV Hoofdkantoor en regiokantoren IWI Uw brief Onderwerp Verzamelbrief april 2004 Ons kenmerk Intercom/2004/24233 Datum 7 april 2004 Door middel van deze brief informeer ik u over enkele relevante ontwikkelingen op het terrein van werk en inkomen. 1. Bijstelling macrobudget WWB 2004 (bijlage: pagina 1-2) Zoals aangegeven in de verzamelbrief van februari ontvangt u hierbij nadere informatie over de bijstelling van het macrobudget WWB De bijstelling vloeit voort uit de financieringssystematiek, zoals die in de wet is vastgelegd. Als gevolg van de doorwerking van het lagere aantal bijstandsuitkeringen in 2003 dan geraamd en gewijzigde inzichten in de conjunctuur wordt een minder sterke stijging van het bijstandsvolume in 2004 verwacht dan bij de ontwerpbegroting 2004 is geraamd. Als deze ontwikkelingen doorvertaald worden naar het macrobudget voor 2004 dan komt dat neer op een verlaging van ongeveer 400 miljoen (8% van het budget). In de bijlage van de verzamelbrief ga ik uitvoerig in op de achtergronden. 2. Onderzoek verdeelmodellen WWB bijna klaar Het onderzoek naar de verbetering en plausibiliteit van het verdeelmodel voor het inkomensdeel van de WWB en het onderzoek naar de toepasbaarheid van het verdeelmodel voor het werkdeel van de WWB verkeren in de eindfase. Eind april zullen de uitkomsten worden besproken in het bestuurlijk overleg met de VNG. Ik streef er naar zo spoedig mogelijk daarna mijn voornemens over de verdeelmodellen 2005 aan u bekend te maken en aan de Tweede Kamer te doen toekomen.

2 2 3. Verantwoordingsdocumenten over het vergoedingsjaar 2003 zijn aangepast (bijlage: pagina 3) In de verzamelbrief van december 2003 bent u geïnformeerd over mijn besluit van 28 november 2003 om over het vergoedingsjaar 2003 geen financiële maatregelen op te leggen voor tekortkomingen die betrekking hebben op voorschriften die met de invoering van de WWB vervallen of die worden omgezet van een verplichting in een bevoegdheid voor gemeenten. Daarbij heb ik tevens aangegeven dat gemeenten zich over de bedoelde aspecten niet hoeven te verantwoorden. Daarom zijn de verantwoordingsdocumenten 2003 aangepast. In de bijlage bij deze brief vindt u uitgebreidere informatie. Daarnaast is (uitsluitend) bij het exemplaar van deze brief dat is gericht aan de colleges van burgemeester en wethouders een complete set van verantwoordingsdocumenten 2003 meegezonden. U vindt deze documenten ook op het gemeenteloket ( in het dossier Verantwoording. 4. Rangorde heffingskortingen (bijlage: pagina 4) Door de WWB en de invoering van nieuwe heffingskortingen is de rangorde van de heffingskortingen opnieuw vastgesteld. De rangorde is van belang in situaties waarin het bedrag aan heffingskortingen waarop aanspraak bestaat hoger is dan de verschuldigde belasting, zodat niet het volledige bedrag aan heffingskortingen kan worden vergolden. De rangorde zorgt ervoor dat de ontvangen belastingteruggaaf bij voorrang wordt toegerekend aan de heffingskortingen die niet tot de middelen worden gerekend. U vindt de nieuwe rangorde in de bijlage van deze brief. 5. Bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WIK per 1 april 2004 aangepast (bijlage: pagina 5-13) In de verzamelbrief van februari heb ik aangekondigd dat per 1 april 2004 nieuwe loonbelastingtabellen zouden worden vastgesteld. In deze tabellen zijn de onderdelen verwerkt die tijdens de parlementaire behandeling van het Belastingplan 2003 zijn gewijzigd en die niet in de tabellen per 1 januari 2004 konden worden verwerkt. In de nieuwe tabellen zijn de verschillen over de eerste drie maanden van het jaar zoveel mogelijk ongedaan gemaakt. Voor het in de WWB gedefinieerde netto minimumloon is de groene tabel relevant. Omdat de groene tabel per 1 april is gewijzigd, is het netto minimumloon per 1 april eveneens aangepast. Uiteraard heeft dit gevolgen voor de aan het netto minimumloon gerelateerde bijstandsnormen, netto uitgangspunten IOAW en IOAZ, grondslagen IOAW en IOAZ en WIK-bedragen. Meer informatie en de nieuwe bedragen vindt u in de bijlage van deze brief. U vindt de bedragen ook op het gemeenteloket ( 6. Loonkostensubsidie en Europese regelgeving: beleidsaanbeveling (bijlage: pagina 14 19) Gesubsidieerde arbeid kan als één van de voorzieningen worden ingezet om de arbeidsinschakeling te bevorderen. In de WWB zijn geen specifieke eisen opgenomen voor gesubsidieerde arbeid. Ondanks het vervallen van de landelijke regelgeving op dit punt blijft de Europese regelgeving gelden. Op grond van de EU-regelgeving worden overheidssubsidies onder bepaalde omstandigheden aangemerkt als staatssteun.

3 3 In de bij deze brief als bijlage opgenomen beleidsaanbeveling is aangegeven in welke situaties loonkostensubsidie buiten de Europese regelgeving vallen. Tevens kunt u lezen waarop gelet moet worden wanneer loonkostensubsidie wel als staatssteun moet worden aangemerkt. De beleidsaanbeveling is vooral bedoeld om de administratieve last voor u te beperken. Wanneer u: a. deze beleidsaanbeveling incorporeert in uw reïntegratieverordening; b. voldoet aan de in de beleidsaanbeveling gestelde voorwaarden en c. in de reïntegratieverordening expliciet verwijst naar deze beleidsaanbeveling dan hoeft u de subsidieverordening niet ter goedkeuring voor te leggen aan de Europese Commissie en hoeft u geen samenvatting van de regeling aan de Commissie toe te sturen. De beleidsaanbeveling is zowel van toepassing op het verstrekken van loonkostensubsidie als op de financiering van detacheringsbanen. 7. BTW-vrijstelling voor inleenvergoedingen Ik wil u (misschien ten overvloede) graag op het volgende wijzen. De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën BTW-vrijstelling verleend voor het ter beschikking stellen van werknemers die onder de werking vallen van de Wet werk en bijstand (WWB). Hiermee is niet alleen vrijstelling verleend voor de WIWwerknemers die langer dan 2 jaar werkloos zijn en die nog in dienst zijn van de gemeente, maar ook voor personen die de gemeente na 1 januari 2004 in dienst heeft genomen op grond van de WWB en die langer dan 2 jaar werkloos zijn. Het besluit DGB2003/7179M "Heffing van omzetbelasting met betrekking tot het ter beschikking stellen van personeel in het kader van de Wet werk en bijstand (Wwb)" van 19 december 2003 vindt u op pagina Actueel >Overige publicaties. 8. Uitvoeringskosten ID-banen kunnen uit vrij besteedbare reïntegratiebudget 2003 In het jaar 2002 konden uitvoeringskosten voor ID-banen gedeclareerd worden tot aan een maximum bedrag per ID-baan. In het jaar 2003 zijn de regels grondig gewijzigd. De middelen zijn in 2003 niet meer op basis van declaraties van het aantal gerealiseerde in- en doorstroombanen beschikbaar gesteld, maar als ongedifferiëntieerd en flexibel besteedbaar budget. De uitvoeringskosten over 2003 mogen uit dit vrij besteedbare budget bekostigd worden. De uitvoeringskosten staan echter niet meer expliciet in het Controle- en rapportageprotocol ID van 2003 vermeld (in tegenstelling tot het jaar daarvoor). Alleen het bestedingsdoel is van belang, namelijk de arbeidsplaatsen voor langdurig werklozen (code 201) en de andere voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling voor werkzoekenden (code 202). Gemeenten kunnen de uitvoeringskosten voor reïntegratie-activiteiten ten laste van het ID-budget 2003 dan toeberekenen aan bovenstaande codes 201 en 202. Voor een toelichting op de voorwaarden over uitvoeringskosten samenhangend met voorzieningen in het kader van de WWB in 2004 verwijs ik u naar paragraaf van de handreiking Uit- en aanbesteden van reïntegratie-activiteiten die u kunt vinden op het gemeenteloket ( pagina WWB>Handleidingen). 9. Overdracht indicatiestelling Wsw naar CWI Het wetsvoorstel dat voorziet in de overdracht van de Wsw-indicatiestelling naar de CWI wordt binnenkort in de Tweede Kamer behandeld. Beoogde datum van overdracht is 1 oktober Als de Tweede kamer instemt betekent dit dat gemeenten tot 1 oktober 2004

4 4 verantwoordelijk blijven voor de indicatiestelling en hiervoor ook budget zullen ontvangen. Dit budget (circa 14 miljoen op jaarbasis) is voor de periode vanaf 1 april 2004 (de oorspronkelijk beoogde overdrachtsdatum) al uit het Wsw-macrobudget gehaald. Het voor de periode april-oktober 2004 gereserveerde budget zal alsnog, conform de verdeelsleutel van het Wsw-macro-budget, naar rato over gemeenten en schappen verdeeld worden. Over de precieze wijze waarop de middelen aan gemeenten/werkvoorzieningschappen zullen worden verstrekt, wordt u voor de zomer onder meer via de verzamelbrief nader geïnformeerd. 10. Wsw en intercollegiale ruil (bijlage: pagina 20) In 2004 krijgen individuele gemeenten/schappen opnieuw de mogelijkheid van intercollegiale ruil met een gemeente/schap waar sprake is van onderrealisatie. De mogelijkheid van intercollegiale ruil wordt in 2004 toegestaan onder dezelfde voorwaarden als in In de bijlage bij deze verzamelbrief zijn de voorwaarden opgenomen. 11. ESF-subsidie en de Wsw Het ligt in mijn bedoeling om gemeenten en reguliere werkgevers de mogelijkheid te geven om voor scholing van Wsw-geïndiceerden ESF-subsidie aan te vragen. Hiervoor wordt de ESF-regelgeving in april aangepast. Het Agentschap SZW informeert gemeenten hierover. Er zijn twee mogelijkheden: a. De gemeente kan de ESF-subsidie aanvragen indien er sprake is van werken in het sw-bedrijf of detachering; b. De reguliere werkgever kan (via het O&O-fonds) de ESF-subsidie aanvragen als een sw-geïndiceerde bij hem in dienst is (begeleid werken). Alleen de kosten voor scholing zijn subsidiabel. Dus niet de loonkosten; hier krijgen gemeenten en werkgever al rijkssubsidie voor uit het macrobudget Wsw. Met het mogelijk maken van ESF-subsidie voor scholing van Wsw-geïndiceerden sluit ik aan bij de mogelijkheden die sinds juli 2003 al voor WIW ers en mensen met een ID-baan bestaan. 12. Jeugdwerkloosheid: vrijlaten van bonus bij jongerenstage binnen WWB mogelijk (bijlag: pagina 21) In de bijlage treft u een oproep om samen te werken met de Task Force jeugdwerkloosheid. De Task Force jeugdwerkloosheid heeft onder meer tot taak gemeenten te ondersteunen bij een voortvarende aanpak van de Jeugdwerkloosheid. Onderdeel van deze aanpak is de JOP - stage 1. Deze stage is bedoeld om schoolverlaters met startkwalificatie arbeidsmarktrelevante vaardigheden aan te leren en werkervaring te laten opdoen door hen 3 maanden stage te laten lopen. Dit kan met behoud van uitkering. Na goed functioneren keert de werkgever een bonus van 450 uit. In een recent aangeboden aanvullend wetsvoorstel ( de zogenoemde veegwet) wordt verhelderd dat deze bonus kan worden vrij gelaten bij het vaststellen van de bijstandsuitkering. Deze veegwet zal, na instemming van het parlement, met terugwerkende kracht ingaan per 1 januari Indien gemeenten gelet op het belang van een aanpak van de jeugdwerkloosheid alvast wensen te anticiperen op dit bij de Tweede Kamer ingediende wetsvoorstel, ontmoet dat van mijn kant geen bezwaar. Dit laat onverlet dat deze bevoegdheid officieel eerst ontstaat nadat het parlement heeft ingestemd met het 1 Jongeren Ontwikkelings- en ervaringsplaats

5 5 wetsvoorstel en de wet is gepubliceerd in het staatsblad. Meer informatie vindt u in de bijlage van deze verzamelbrief. 13. Wijziging Wet inburgering Nieuwkomers (bijlage: pagina 22) Ik wil u erop attenderen dat er via de invoeringswet WWB een wijziging is aangebracht in de Wet inburgering Nieuwkomers (Win). Als gevolg van deze wijziging wordt de Algemene maatregel van bestuur (Amvb) waarin nadere regels worden gesteld over de hoogte van de boete die wordt opgelegd bij overtreding van verplichtingen die voor nieuwkomers zijn verbonden aan een inburgeringstraject, vervangen door een door gemeenten op te stellen verordening. Deze verordening vervangt hiermee dus de Amvb. Conform het overgangsrecht hebben gemeenten tot 1 januari 2005 de gelegenheid om deze verordening op te stellen. Deze verordening op grond van de Win, met nadere regels over de hoogte van de boetes, moet worden onderscheiden van de verordening met regels over het verlagen van de bijstand. In de bijlage van deze brief vindt u meer informatie. 14. Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen: privacy en beveiliging Het Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (BKWI) bevordert de samenwerking tussen de ketenpartners op het gebied van werk en inkomen. Het BKWI doet dit door afspraken te maken en technische voorzieningen te bieden die betrouwbare en efficiënte onderlinge gegevensuitwisseling mogelijk maken. BKWI wil hiermee een bijdrage leveren aan een betere effectiviteit, kwaliteit en doelmatigheid van de dienstverlening naar de burger. Gemeenten dragen, net als de overige ketenpartners, zorg voor de beveiliging van deze technische voorzieningen. Voor meer informatie verwijs ik u naar de website van BKWI ( Daar kunt u onder andere een handleiding Privacy en Beveiliging downloaden, die u een overzicht geeft van relevante privacywet en -regelgeving in het algemeen en meer specifiek met het oog op de verwerking van persoonsgegevens. 15. Versoepeling van de SUWI-aanbestedingsregels In de verzamelbrief van februari heb ik u geïnformeerd over de versoepeling van de SUWIaanbestedingsregels. Voor alle duidelijkheid wijs ik erop dat de versoepeling betrekking heeft op het gedeelte van het werkdeel dat niet behoeft te worden uitbesteed (beneden en 30% van de resterende uitkering zoals bedoeld in artikel 6, lid 4 van de Regeling WWB). Uit de formulering van de verzamelbrief van februari zou onbedoeld gelezen kunnen worden dat de betrekking heeft op de contractomvang - dat is niet het geval. Op het gemeenteloket ( pagina Activering en Uitstroom>Aan- en uitbesteding) treft u de volledige en correcte tekst aan. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

6 (M. Rutte) 6

7 1 1. Bijstelling macrobudget WWB 2004 Zoals aangegeven in de verzamelbrief van februari ontvangt u hierbij nadere informatie over de bijstelling van het macrobudget WWB De bijstelling vloeit voort uit de financieringssystematiek, zoals die in de wet is vastgelegd. Het macrobudget 2004 voor het I-deel wordt, zoals wettelijk is bepaald, twee keer vastgesteld. Op Prinsjesdag 2003 is een voorlopig budget vastgesteld. Dit is gebaseerd op de Macroeconomische verkenning (MEV) voor Het geschatte macrobudget is gebaseerd op het aantal bijstandsuitkeringen in de eerste maanden van 2003, de raming van het effect van de conjunctuur op het aantal uitkeringen in 2004 en de gevolgen van rijksbeleid voor het jaar Dit budget is in oktober 2003 bekend gemaakt. Ik ben mij ervan bewust dat maart 2004 geen formeel bijstellingsmoment is voor het macrobudget. De procedureregels voorzien in een definitieve vaststelling in september Ik zie het echter als mijn taak om u tijdig over de nieuwe inzichten te informeren. Dat stelt u in staat om de door uzelf verwachte bijstandsuitgaven op hun juiste waarde te schatten. De definitieve vaststelling gebeurt in september a.s. op basis van de MEV 2005 die op Prinsjesdag verschijnt. Pas dan is duidelijk wat het gezamenlijke effect is van de werkelijke realisatie van het jaar 2003, de gewijzigde inzichten in de conjuncturele ontwikkeling en de gevolgen van rijksbeleid in Een eerste aanwijzing voor de bijstelling die in de MEV zal worden opgenomen is het Centraal Economisch Plan (CEP) 2004, dat op 7 april in zijn geheel zal verschijnen. Op basis van de huidige inzichten wordt het aantal bijstandsuitkeringen voor 2004 lager ingeschat dan in 2003 werd gedacht. Dit komt omdat er in 2003 minder mensen dan verwacht een beroep hebben gedaan op een uitkering ( minder dan geraamd in de ontwerpbegroting 2004) en omdat de economie in 2004 minder verslechtert dan aanvankelijk gedacht (in de nieuwe raming is de werkloze beroepsbevolking lager dan vorig jaar werd verwacht). Daarnaast heeft het CPB geconstateerd dat de huidige ramingsmethodiek leidt tot een overschatting van de doorwerking van de raming van de werkloze beroepsbevolking naar het bijstandsvolume. Daarom hanteert het CPB voor de nieuwe raming 2004 een verbeterde ramingsregel. Overigens zou, volgens het CPB, ook zonder actualisering van de ramingsregel de raming van 2004 in dezelfde orde van grootte zijn aangepast vanwege de overschatting in het recente verleden met de oude ramingsregel. De nieuwe ramingsregel van het CPB leidt naar verwachting tot een stabielere raming van het bijstandsvolume. Als gevolg van bovenstaande wordt een minder sterke stijging van het bijstandsvolume in 2004 verwacht dan bij de ontwerpbegroting 2004 is geraamd. Als deze ontwikkelingen doorvertaald worden naar het macrobudget voor 2004 dan komt dat neer op een verlaging van ongeveer 400 miljoen (8% van het budget). Ik realiseer me dat een verlaging met 400 miljoen een omvangrijke bijstelling zou betekenen. Het bedrag van de verlaging bestaat zoals vermeld uit twee delen: het doorwerken van de lagere realisatie in 2003 en de minder ongunstige conjunctuur in Een en ander is weergegeven in onderstaande tabel. Uit deze tabel blijkt ook dat het herziene inzicht in het effect van de conjunctuur op de bijstand leidt tot opwaartse bijstellingen voor de jaren na 2004.

8 2 Macrobudget bijstand < 65 jaar (in mln ) Stand ontwerpbegroting Doorwerking van lagere realisaties in Herzien inzicht in effect conjunctuur op bijstand Totaal volumebijstelling (als bedrag) In de stand ontwerpbegroting zijn ook verwerkt de volgens het regeerakkoord geraamde effecten van rijksbeleid, zoals de voornemens met betrekking tot de WW en WAO. Bij de nieuwe raming is nog geen rekening gehouden met eventueel gewijzigde inzichten in de effecten van rijksbeleid in 2004 op de bijstand. Verwacht wordt dat hier in juni meer duidelijkheid over ontstaat. Bij het bovenstaande wordt nog het volgende opgemerkt: De thans geraamde verlaging van het macrobudget staat los van de vooraf ingeboekte besparingseffecten van de invoering van de WWB van 150 miljoen euro voor 2004 en 50 miljoen euro voor 2005 en Deze bedragen zijn reeds verwerkt in de reeks Stand ontwerpbegroting. De realisaties in de eerste maanden van 2004 spelen bij deze raming overigens geen enkele rol. Dat wil zeggen dat de werkelijke gemeentelijke inspanningen sinds de invoering van de WWB niet van invloed zijn op de bijgestelde cijfers voor De gerealiseerde prestaties in 2004 spelen pas een rol bij de bepaling van het macrobudget 2005.

9 3 3. Verantwoordingsdocumenten over het vergoedingsjaar 2003 zijn aangepast Op 23 maart jl. heb ik het aangepaste Model Verslag over de Uitvoering Abw, IOAW, IOAZ en WIK 2003, het aangepaste Model Verslag over de Uitvoering WIW 2003 en de bijbehorende gewijzigde bescheiden (toelichting en controle- en rapportageprotocol) formeel vastgesteld. Voor de Abw betekenen de wijzigingen in concreto dat het financieel maatregelenbeleid over 2003 uitsluitend nog zal worden toegepast voor tekortkomingen bij het vaststellen van het recht op uitkering en bij het opleggen en handhaven van verplichtingen. Voor de IOAW, IOAZ en WIK is het financieel maatregelenbeleid ongewijzigd. Voor de WIW behoeven gemeenten zich in essentie alleen nog te verantwoorden over de rechtmatige aanwending van de WIW-gelden ten behoeve van de wettelijke doelgroep en over de naleving van de (versoepelde) uit- en aanbestedingsregels. Om invulling van de verslagen te vereenvoudigen is de hoofdstukindeling van de oorspronkelijke modelverslagen gehandhaafd. De inhoud van de informatievraag is echter beperkt tot de verplichte rechtmatigheidsonderdelen. Rechtmatigheidsonderdelen die met de invoering van de WWB zijn komen te vervallen, facultatieve onderdelen en beleidsinformatievragen zijn uit de modelverslagen verwijderd. Met de aanpassing van de verantwoordingsdocumenten is uitdrukkelijk ook bedoeld een bijdrage te leveren aan de doelstelling van derapportage. Met de formele vaststelling van de aangepaste verantwoordingsdocumenten 2003 komen de eerder vastgestelde modellen te vervallen en kunnen dus niet meer worden gebruikt. De verantwoordingsdocumenten zijn in elektronische vorm ook beschikbaar op het gemeenteloket (

10 4 4. Rangorde heffingskortingen In verband met de inwerkingtreding van de Wet werk en bijstand en de invoering van nieuwe heffingskortingen is de rangorde van de heffingskortingen opnieuw vastgesteld. De rangorde is van belang in situaties waarin het bedrag aan heffingskortingen waarop aanspraak bestaat hoger is dan de verschuldigde belasting, zodat niet het volledige bedrag aan heffingskortingen kan worden vergolden. De rangorde zorgt ervoor dat de ontvangen belastingteruggaaf bij voorrang wordt toegerekend aan de heffingskortingen die niet tot de middelen worden gerekend. De loonheffingskortingen gaan voor de heffingskortingen die via een Voorlopige teruggaaf (VT) lopen. Binnen de loonheffingskortingen sluit de rangorde voor wat betreft de arbeidskorting aan op de tabellen; voor het overige is de rangorde logisch bepaald. Binnen de VT-kortingen is de vrijlating van heffingskortingen uitgangspunt voor de rangorde. A. Loonheffingskortingen 1. arbeidskorting 2. algemene heffingskorting 3. ouderenkorting/jonggehandicaptenkorting* 4. aanvullende ouderenkorting B. Heffingskortingen via voorlopig teruggaaf 1. kinderkorting 2. aanvullende kinderkortingen 3. aanvullende alleenstaande ouderkorting 4. combinatiekorting 5. aanvullende combinatiekorting 6. alleenstaande ouderkorting/minstverdienende partnerkorting* 7. arbeidskorting** Deze kortingen kunnen niet in combinatie met elkaar voorkomen en zijn daarom nevengeschikt. ** in uitzonderlijke situaties, bijvoorbeeld bij alphahulpen, kan de arbeidskorting via de VT lopen.

11 5 5. Bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WIK per 1 april 2004 aangepast Algemeen In de verzamelbrief van 27 februari 2004, kenmerk Intercom/2004/12012 is mededeling gedaan van de op handen zijnde wijziging van de bijstandsnormen, de IOAW en IOAZbedragen en de WIK-uitkeringen per 1 april De wijzigingen vinden plaats als gevolg van de nieuwe loonbelastingtabellen per 1 april 2004 en de daarmee verband houdende toepassing van de indexeringsbepalingen van de WWB, IOAW, IOAZ en WIK. De wijziging van de WWB-normen vindt van rechtswege plaats. Van de nieuwe bijstandsnormen wordt namens de staatssecretaris door de directeur Werk en Bijstand - mededeling gedaan in de Staatscourant. Een consequente toepassing van de indexeringsbepalingen van de IOAW, de IOAZ en de WIK leidt eveneens tot een geringe aanpassing van de in die wetten genoemde bedragen voorzover deze zijn gekoppeld aan het nettominimumloon. Door de wijze waarop de verlaging van de algemene heffingskorting in de loonbelastingtabellen is verwerkt gaan de wijzigingen per 1 april 2004 in../. In bijlage I zijn de bijstandsnormen opgenomen zoals deze per 1 april 2004 zullen gelden. De berekening van de bijstandsnormen per maand voor een echtpaar, een alleenstaande./. ouder en een alleenstaande van 21 tot 65 jaar is weergegeven in bijlage II. De desbetreffende mededeling en wijzigingsbesluiten zullen binnenkort in de Staatscourant worden gepubliceerd. Bijstandsnormen voor personen van 65 jaar of ouder (RECTIFICATIE normbedrag 1 januari 2004) Van deze gelegenheid wordt gebruik gemaakt om u mee te delen dat bij de vaststelling per 1 januari 2004 van de bijstandsnorm voor personen, waarvan beide partners 65 jaar of ouder zijn, een onjuistheid is geslopen. Het van toepassing zijnde bedrag voor de periode 1 januari 2004 tot 1 april 2004 moet zijn 1.219,98 in plaats van de bekendgemaakte 1.210,30. Uitgangspunt bij de vaststelling van de WWB-normbedragen voor personen van 65 jaar of ouder is het netto AOW-bedrag. Voornoemde wijziging houdt verband met het verrekenen van de niet bij de loonheffing op de maanduitkering vergolden heffingskortingen, met de loonheffing op de vakantie-uitkering. Evenals dat nu bij gehuwde bejaarden, met een partner jonger dan 65 jaar, het geval is wordt op de netto AOW van 1 januari 2004 geen loonheffing ingehouden. Dit resulteert in een voor beide categorieën gelijke bijstandsuitkering Rekenvoorschrift voor de berekening van de loonbelasting/premie volksverzekeringen aan het eind van het jaar De verlaging van de algemene heffingskorting per 1 april 2004, die terugwerkt tot en met 1 januari 2004, heeft ook gevolgen voor het rekenvoorschrift voor de berekening van de loonbelasting/premie volksverzekeringen aan het eind van het jaar. Dit geldt met name voor de algemene heffingskortingen. In bijlage Ia zijn de nieuwe bedragen opgenomen. Het gewijzigde rekenvoorschrift geldt voor het hele jaar 2004.

12 6 Regeling WWB (Paragraaf 6: vakantietoeslag) De formules die ten behoeve van de forfaitaire berekening van de in aanmerking te nemen vakantietoeslag in paragraaf 6 van de Regeling WWB zijn opgenomen zijn gebaseerd op de loonbelastingtabellen per 1 januari Een doorwerking van de verlaging van de algemene heffingskorting in de formules heeft geen wezenlijk effect op de uitkomsten van de met toepassing van de Regeling WWB in aanmerking te nemen. De Regeling WWB zal derhalve op dit onderdeel niet worden aangepast.

13 7 Bijlage I Overzicht van de bedragen genoemd in de Wet werk en bijstand per 1 april De bedragen van tot en met 31 maart 2004 zijn tussen haakjes opgenomen ( ) Belanghebbenden jonger dan 21 jaar zonder ten laste komende kinderen (art. 20, eerste lid) - alleenstaanden 199,77 ( 199,83 ) - gehuwden; beide echtgenoten 18, 19 of 20 jaar 399,54 ( 399,66 ) - gehuwden; één echtgenoot 21 jaar of ouder 777,88 ( 778,10 ) Belanghebbenden jonger dan 21 jaar met een of meer ten laste komende kinderen (art. 20, tweede lid) - alleenstaande ouder 431,01 ( 431,14 ) - gehuwden; beide echtgenoten 18, 19 of 20 jaar 630,78 ( 630,97 ) - gehuwden; één echtgenoot 21 jaar of ouder 1009,12 ( 1009,41 ) Belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar (a rt. 21) - alleenstaande 578,11 ( 578,27 ) - alleenstaande ouder 809,35 ( 809,58 ) - gehuwden, beide echtgenoten jonger dan 65 jaar 1156,21 ( 1156,54 ) Belanghebbenden van 65 jaar of ouder (art. 22) - alleenstaande 864,85 ( 865,08 ) - alleenstaande ouder 1092,83 ( 1093,05 ) - gehuwden, beide echtgenoten 65 jaar of ouder 1219,82 ( 1219,98 ) *) - gehuwden, een echtgenoot jonger dan 65 jaar 1219,82 ( 1219,98 ) Maximale toeslag (art. 25, tweede lid) 231,24 ( 231,31 ) Verblijf in een inrichting (art. 23, eerste lid) - alleenstaande of alleenstaande ouder 251,84 ( 251,91 ) - gehuwden 391,74 ( 391,86 ) NB. De hierbovengenoemde bedragen zijn inclusief vakantietoeslag Deze bedraagt van de betreffende bijstandsnorm c.q. toeslag (art. 19, derde lid): 4,6% ( ongewijzigd ) *) In de bekendmaking per 1 januari 2004 is abusievelijk 1.210,30 vermeld Over de bijstand verschuldigde loonbelasting, premies volksverzekeringen en ziekenfondspremie gedurende het jaar 2004 (niet gewijzigd ten opzichte van 1 januari 2004) heffings- premie Ziekenfondswet Percentage 1) wn deel 2) wg deel 2) a. personen van 65 jaar en ouder 0,00% 6,38 % 0,00 % b. personen als bedoeld in de artikel 20, eerste lid, onderdelen a en b, en tweede lid, onderdelen a en b, van de Wet werk en bijstand 0,00% 1,27 % 6,84 % c. overige personen 26,00% 1,60 % 8,64 % bij onbelaste uitkeringen (o.a. krediethypotheek) - personen jonger dan 65 jaar 0,00% 1,27 % 6,84 % - personen van 65 jaar en ouder 0,00% 6,38 % 0,00 % 1) het heffingspercentage dient te worden toegepast op de netto bijstand vermeerderd met het werknemersaandeel premie ZFW 2) het opslagpercentage premie Ziekenfondswet (zowel werknemersaandeel als werkgeversaandeel) dient te worden berekend over de netto bijstandsuitkering

14 8 Rekenvoorschrift voor de berekening van de loonbelasting/premie volksverzekeringen aan het eind van het jaar Bijlage Ia Overzicht met toe te passen percentages en bedragen voor bijstandsgerechtigden: jonger dan 65 jaar van 65 jaar en ouder A Algemene heffingskorting *) 1825,00 gehuwden 1266,00 alleenstaanden 1514,00 B tariefpercentage 1e schijf van het schijventarief C tariefpercentage 1e schijf van het schijventarief na correctie arbeidskorting D bruteringspercentage bijstand waarover Ziekenfondspremie is verschuldigd 33,40% 15,50% 31,506% 14,621% 56,51% 19,75% E bruteringspercentage bijstand waarover geen Ziekenfondspremie is verschuldigd (bijvoorbeeld partneralimentatie) 50,15% 18,34% F bruteringsfactor premieloon Zfw 1,0127 1,0638 G werknemerspremie Zfw 1,25% 6,00% H werkgeverspremie Zfw 6,75% n.v.t. *) De Algemene heffingskorting wordt in aanmerking genomen voorzover die nog niet bij een andere inhoudingsplichtige te gelde is gemaakt

15 9 Bijlage II Berekening van het nettominimumloon als bedoeld in artikel 37 van de Wet werk en bijstand per 1 april 2004 Bruto minimumloon 1.264,80 af: premie Zfw 1,25% 15,81 premie Awf 5,80% *) 0,47 loonheffing 145,16 161,44 netto minimumloon 1.103,36 *) rekening houdend met een franchise van 58,00 per dag bruto vakantieuitkering 101,18 af: premie Zfw 1,26 premie Awf 5,86 loonheffing 41,21 48,33 netto vakantie-uitkering 52,85 netto minimumloon ex art. 37, eerste lid, WWB 1156,21 Berekening van de bijstandsnorm per maand voor gehuwden, een alleenstaande ouder en een alleenstaande van 21 tot 65 jaar per 1 april 2004 gehuwden, beide partners 21 jaar of ouder 1.103, ,85 = 1.156,21 hierin begrepen vakantietoeslag: 4,6% van 1.156,21 = 53,19 alleenstaande ouder 21 jaar of ouder 70% van 1.156,21 = 809,35 hierin begrepen vakantietoeslag: 4,6% van 809,35 = 37,23 alleenstaande 21 jaar of ouder 50% van 1.156,21 = 578,11 hierin begrepen vakantietoeslag: 4,6% van 578,11 = 26,59

16 10 Bijlage III Wijziging van de netto bedragen genoemd in de IOAW en de IOAZ per 1 april 2004 (voor grondslagen zie bijlage IV) (oud) IOAW netto bedragen genoemd in artikel 5 van de IOAW voor: werkloze werknemer en de echtgenoot, beiden 21 jaar of ouder 578,11 ( 578,27 ) alleenstaande werkl. werkn. van 21 jaar of ouder met een of meer kinderen 1040,59 ( 1040,89 ) alleenstaande werkl. werkn. van 21 jaar of ouder zonder kinderen - van 23 jaar of ouder 809,35 ( 809,58 ) - van 22 jaar 663,58 ( 663,70 ) - van 21 jaar 583,39 ( 583,51 ) alleenstaande werkl. werkn. jonger dan 21 jaar met een of meer kinderen - alleenstaand 1010,43 ( 1010,72 ) - thuisinwonend 757,20 ( 757,42 ) alleenstaande jonger dan 21 jaar zonder kinderen, alleenwonend 561,35 ( 561,51 ) alleenstaande jonger dan 21 jaar, thuisinwonend 308,12 ( 308,21 ) IOAZ netto bedragen genoemd in artikel 5, vijfde lid, van de IOAZ voor: gewezen zelfstandige en de echtgenoot 578,11 ( 578,27 ) alleenstaande gewezen zelfstandige met een of meer kinderen 1040,59 ( 1040,89 ) alleenstaande gewezen zelfstandige zonder kinderen 809,35 ( 809,58 )

17 11 Bijlage IV Grondslagen als bedoeld in artikel 5 van de IOAW en de IOAZ per 1 april 2004 IOAW (oud) werkloze werknemer en de echtgenoot met of zonder kinderen 1346,24 ( 1346,22 ) alleenst. werkl. werkn. van 21 jaar of ouder met een of meer kind. 1225,34 ( 1225,47 ) alleenstaande werkl. werkn. van 21 jaar of ouder zonder kinderen - van 23 jaar of ouder 1040,4 ( 1040,46 ) - van 22 jaar 808,95 ( 808,91 ) - van 21 jaar 681,74 ( 681,68 ) alleenstaande werkl. werkn. jonger dan 21 jaar met een of meer kinderen - alleenstaand 1176,78 ( 1176,91 ) - thuisinwonend 775,69 ( 775,75 ) alleenstaande jonger dan 21 jaar zonder kinderen, alleenwonend 647,86 ( 647,85 ) alleenstaande jonger dan 21 jaar, thuisinwonend 312,01 ( 312,1 ) vrij te laten bedragen genoemd in het Inkomensbesluit IOAW - maximale vrijlating (art. 3, tweede lid, onderdeel d) 263,40 ( 263,42 ) - premie in het kader van voorziening gericht op arbeidsinschakeling (art. 7, tweede lid, onderdeel h) 1984,00 ( ongewijzigd ) premie genoemd in artikel 7, onderdeel t, van het Inkomensbesluit Ioaw 1337,00 ( 1225,47 ) - kostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk (art. 7, tweede lid, onderdeel i) per week 20,30 ( ongewijzigd ) per jaar 711,00 ( ongewijzigd ) IOAZ gewezen zelfstandige en de echtgenoot 1346,24 ( 1346,22 ) alleenstaande gewezen zelfstandige met een of meer kinderen 1225,34 ( 1225,47 ) alleenstaande gewezen zelfstandige zonder kinderen 1040,40 ( 1040,46 ) bedrag genoemd in artikel 5, tweede en derde lid 22695,00 ( ongewijzigd ) buiten beschouwing te laten vermogen (art. 8, tweede lid) ,00 ( ongewijzigd ) bedrag genoemd in artikel 5, eerste lid van de Regeling vermogenswaardering IOAZ ,00 ( ) Correctiepercentage IOAW en IOAZ vereveningsbijdrage 5,8% ( ongewijzigd ) hierbij geldt een franchise per dag van 58,00 ( ongewijzigd )

18 12 Berekening van enkele netto IOAW- en IOAZ-uitkeringen gehuwde alleenstaande alleenstaande werkloze partner ouder > 23 jaar bruto grondslag 673,12 673, , ,4 bruto uitkering (grondslag x 100/108) 623,26 623, ,57 963,33 AWf (franchise 58,00 per dag) 5,80% 0,00 0,00 0,00 0,00 Zfw-premie werkgever 6,75% 42,06 42,06 76,58 65,02 tabelloon 661,50 661, , ,00 loonheffing 68,83 68,83 137,08 *) 190,58 Zfw-premie werknemer 1,25% 7,79 7,79 14,18 12,04 netto uitkering 546,64 546,64 983,31 760,71 bruto vakantieaanspraak 49,86 49,86 90,77 77,07 Awf 5,80% 0,00 0,00 0,00 0,00 Zfw-premie werkgever 6,75% 3,36 3,36 6,12 5,20 loonheffing 33,40% 17,77 17,77 32,36 27,47 Zfw-premie werknemer 1,25% 0,62 0,62 1,13 0,96 netto vakantieaanspraak 31,47 31,47 57,28 48,64 totaal netto IOAW/IOAZ 578,11 578, ,59 809,35 *) toelichting in aanmerking genomen loonheffing alleenstaande ouder loonheffing volgens de groene maandtabel 252,16 af: alleenstaande-ouderkorting per maand 115,08 in aanmerking genomen loonheffing 137,08

19 13 Bedragen genoemd in de Wet inkomensvoorziening kunstenaars per 1 april (oud) Bedragen genoemd in artikel 4, onderdeel a (de toepasselijke bijstandsnormen inclusief de maximale toeslagen): alleenstaande 809,35 ( 809,58 ) alleenstaande ouder 1040,59 ( 1040,89 ) gehuwd 1156,21 ( 1156,54 ) Renteloze geldlening genoemd in artikel 9, eerste lid: alleenstaande 566,55 ( 566,71 ) De bedragen als bedoeld in onderdeel b en c zijn: alleenstaande ouder (onderdeel b) 797,79 ( 798,02 ) gehuwd (onderdeel c) 913,41 ( 913,67 ) Bijverdienhoogte (125% van de bijstandsnorm): (bedragen genoemd in artikel 10, tweede lid) alleenstaande (onderdeel a) 1011,69 ( 1011,98 ) alleenstaande ouder (onderdeel b) 1300,74 ( 1301,11 ) gehuwd (onderdeel c) 1445,26 ( 1445,68 ) De in de uitkering begrepen vakantietoeslag bedraagt: 4,60% ( ongewijzigd ) Bijlage V

20 14 6. Loonkostensubsidie en Europese regelgeving: beleidsaanbeveling Subsidiëring arbeidsplaatsen in het kader van reïntegratie werkzoekenden Beleidsaanbeveling van belang voor het opstellen van de gemeentelijke reïntegratieverordeningen in het kader van de Wet Werk en Bijstand Doelstelling van deze beleidsaanbeveling Deze beleidsaanbeveling kan gemeenten ontlasten van de administratieve verplichting welke voortvloeit uit de regelgeving van de Europese Gemeenschap om een samenvatting van de (loonkosten-) subsidieregeling (zoals vastgelegd in haar reïntegratieverordening) op te sturen naar de Europese Commissie en jaarlijks de Europese Commissie een verslag te verstrekken. De gemeente dient daartoe in haar reïntegratieverordening deze beleidsaanbeveling te incorporeren en een expliciete verwijzing naar deze beleidsaanbeveling op te nemen. Algemeen: de kwalificatie van gesubsidieerde arbeid als staatssteun Van verboden staatssteun in de zin van artikel 87 lid 1 EG is sprake, indien is voldaan aan de volgende omschrijving: een met staatsmiddelen bekostigd voordeel voor bepaalde ondernemingen waardoor de mededinging wordt vervalst en het interstatelijk handelsverkeer ongunstig wordt beïnvloed. Voorbeelden van steunmaatregelen zijn het verlenen van financiële voordelen door middel van bijvoorbeeld subsidies aan bepaalde sectoren (sectorale steunmaatregel) of aan ondernemingen in bepaalde regio s (regionale steunmaatregel). Zodra aan bepaalde ondernemingen met staatsmiddelen een voordeel wordt verschaft, is het ter beoordeling van de Commissie of ten gevolge van de vervalsing van de mededinging, het handelsverkeer ongunstig wordt beïnvloed. Daartoe strekt de aanmelding van voorgenomen steunmaatregelen (artikel 88 lid 3 EG); alleen indien een vrijstellingsverordening toepasselijk is, is aanmelding niet noodzakelijk. Gesubsidieerde arbeid (meer in het algemeen: loonkostensubsidie) kan, indien er sprake is van een met staatsmiddelen bekostigd voordeel voor bepaalde ondernemingen, aangemerkt worden als een aanmeldingsplichtige steunmaatregel. Hiervan is echter in ieder geval geen sprake indien: er sprake is van een generieke subsidieregeling die in zijn uitwerking nondiscriminatoir is voor alle ondernemingen, in alle sectoren van de economie in heel Nederland; of de subsidieontvanger geen economische activiteit uitvoert. De Europese regels inzake staatssteun i.r.t. de gemeentelijke reïntegratieverordening Gemeenten kunnen met tal van subsidieregelingen de reïntegratie van werkzoekenden bevorderen. Voor de beoordeling in hoeverre er daarbij sprake kan zijn van staatssteun is het volgende onderscheid van belang:

21 15 A: subsidieregelingen die direct de werknemer subsidiëren Te denken valt daarbij ondermeer aan stimuleringspremies aan werkzoekenden bij het aanvaarden van een betrekking. De premie dient direct te worden betaald aan de werknemer. In dat geval is er geen staatssteun volgens het Verdrag; gemeenten hoeven niet aan te melden en hoeven geen goedkeuring te vragen aan de Europese Commissie. B: generieke regelingen (maatregelen die voor alle bedrijven gelden in alle sectoren). Een lokale subsidieregeling kan een generieke regeling zijn wanneer ieder bedrijf of onderneming, ongeacht de vestigingsplaats van de onderneming of de plaats van tewerkstelling van de werknemer, een beroep kan doen op subsidie wanneer deze onderneming een uitkeringsgerechtigde van de betreffende gemeente in dienst neemt. Dit is ook geen staatssteun, want hier profiteren geen specifieke bedrijven of sectoren van. NB: wanneer bijvoorbeeld andere dan lokale ondernemers van de subsidiëring zijn uitgesloten, of wanneer de subsidiemogelijkheid is voorbehouden aan een bepaalde onderneming of sector dan geldt de subsidieregeling per definitie als specifieke steunmaatregel en is er dus sprake van staatssteun. C: subsidieregelingen die organisaties subsidiëren die geen economische activiteiten verrichten Voorzover gemeenten (loonkosten-) subsidies verstrekken aan organisaties die geen economische activiteiten verrichten i, worden deze niet aangemerkt als staatssteun. D: overige werkgelegenheidsmaatregelen: Gemeenten doen er verstandig aan er op te letten dat (loonkosten-) subsidies die wel als staatssteun zouden kunnen worden aangemerkt voldoen aan de bepalingen van de (EG) vrijstellingsverordeningen in het bijzonder de Verordening werkgelegenheidssteun ii. Het is bovendien van belang dat de gemeente in haar reïntegratieverordening een expliciete verwijzing naar deze beleidsaanbeveling opneemt. Dit voorkomt dat de gemeente een samenvatting van de subsidieregeling (zoals vastgelegd in haar reïntegratieverordening) dient op te sturen naar de Europese Commissie en de Commissie jaarlijks dient te informeren over de toepassing van de Verordening werkgelegenheidssteun. Indien de gemeentelijke reïntegratieverordening niet voldoet aan de voorwaarden van de Verordening werkgelegenheidssteun, kan worden nagegaan of de Verordening de minimissteun iii van toepassing is. Als deze evenmin van toepassing is, dient afhankelijk van de situatie de subsidieregeling danwel de individuele (loonkosten-) subsidie door de gemeente te worden aangemeld bij de Europese Commissie iv. De belangrijkste voorwaarden waar de gemeentelijke subsidieregeling vanuit de Verordening werkgelegenheidssteun aan dient te voldoen zijn: a. doelgroepen en steunintensiteit Voorzover de subsidieverlening betrekking heeft op loonkosten in verband met de indienstneming van benadeelde v of gehandicapte werknemers gelden de volgende plafonds (bruto steunintensiteiten): 50 procent (voor benadeelde werknemers) en 60 procent van de loonkosten (voor gehandicapte werknemers) vivii. Voor beide genoemde groepen (benadeelde en gehandicapte werknemers) is het overigens eveneens toegestaan om niet een forfaitair percentage van de loonkosten te

22 16 hanteren maar de optelsom van de kosten van compensatie van de eventueel lagere productiviteit en de kosten van begeleiding, werkplekaanpassingen en apparatuur (dit laatste geldt specifiek alleen voor gehandicapte werknemers). Voorwaarde is daarbij wel dat er een individueel dossier wordt bijgehouden waarin alle informatie wordt opgenomen die het voor de Europese Commissie desgewenst mogelijk maakt om te beoordelen of aan de voorwaarden van de Verordening werkgelegenheidssteun is voldaan. viii. b. duur van het arbeidscontract: Behalve in het geval van gewettigd ontslag, moet(en) de werknemer(s) aanspraak kunnen maken op een ononderbroken tewerkstelling van tenminste 12 maanden. c. geen verdringing van bestaande werkgelegenheid: Wanneer de indienstneming niet leidt tot een netto-toename van het aantal werknemers in de betrokken vestiging, moeten de vacatures zijn ontstaan ten gevolge van ontslag of vermindering van werktijd, beide op initiatief van de werknemer, ouderdomspensionering of gewettigd ontslag, en niet door afvloeiingen. Als de overheidsbijdrage als staatssteun moet worden aangemerkt en de gemeente in de reïntegratieverordening een verwijzing naar deze beleidsaanbeveling opneemt en bij de vaststelling van de subsidie de bepalingen van de (EG) Verordening werkgelegenheidssteun in acht neemt, dan hoeft zij geen samenvatting van de lokale subsidieregeling toe te zenden aan de Europese Commissie. De gemeente kan dan zonder verdere actie richting Europese Commissie de loonkostensubsidieregeling uitvoeren en heeft uitsluitend te maken met de verplichting tot levering van enkele gegevens aan het ministerie van SZW ix. Het verslag over de Uitvoering (art. 77 WWB) en de bestaande statistieken voorzien in informatie over aantallen plaatsingen en het totaalbedrag van de verleende subsidie. In geval van een bij de Commissie ingediende klacht tegen een door de gemeente verstrekte subsidie kan de gemeente overigens wel gehouden zijn de voor de beoordeling van die klacht relevante gegevens ter beschikking te stellen van de Europese Commissie. Wanneer de gemeente anders dan op grond van de lokale subsidieregeling die als zodanig voldoet aan de voorwaarden van de Verordening werkgelegenheidssteun en anders dan op grond van de Verordening de minimis-steun, subsidie wil verlenen aan een individuele onderneming dan dient zij deze maatregel ter goedkeuring voor te leggen aan de EC x. Zolang de Commissie de vereiste goedkeuring niet heeft verleend mag geen subsidie worden verleend.

23 17 Eindnoten i De EC geeft geen limitatieve opsomming van deze organisaties die geen economische activiteiten verrichten. Het onderscheid tussen economische en niet-economische activiteiten verandert voortdurend, zo stelt de Commissie. Voorbeelden liggen vooral op het terrein van activ iteiten die typische overheidstaken zijn, namelijk diensten als nationaal onderwijs, stelsels van sociale zekerheid en tal van activiteiten die worden uitgevoerd door organisaties die grotendeels een sociale functie vervullen en niet deelnemen aan industriële of commerciële activiteiten (Groenboek over Diensten van Algemeen Belang, Europese Commissie, 21 mei 2003, blz. 16). ii Verordening (EG) nr. 2204/2002 van de Commissie van 12 december 2002, Pb EG 2002, L 337/3 iii De Verordening de minimis -steun (Verordening (EG) Nr. 69/2001) legt vast dat de totale steun die een onderneming gedurende een periode van drie jaar ontvangt niet hoger mag zijn dan een vastgesteld plafondbedrag ( in een periode van drie jaar dit is een verschuivende termijn). Voor de toepassing van de Verordening de minimis -steun hoeft de gemeente geen verordening vast te stellen. iv Op grond van de vrijstellingsverordeningen (de Verordening werkgelegenheidssteun (2204/2002) en de Verordening de minimis -steun (69/2001)) kunnen gemeenten zelfstandig beoordelen of aanmelding noodzakelijk is. Bij twijfel kunnen gemeenten contact opnemen met het Coördinatiepunt staatssteun van het ministerie van BZK of met het Kenniscentrum Europa decentraal ( v Benadeelde werknemers zijn personen die behoren tot categorieën werknemers welke het moeilijk hebben om zonder hulp tot de arbeidsmarkt toe te treden. Art. 2 van de Verordening werkgelegenheidssteun geeft een opsomming. Tot deze categorie behoren ondermeer langdurig werklozen (12 maanden; voor jongeren onder 25 jaar 6 maanden), etnische minderheden, personen zonder startkwalificatie, alleenstaande ouders. vi Bedoeld wordt het brutoloon, vóór belasting, en de verplichte socialezekerheidsbijdragen. De percentages zijn gedefinieerd in termen van loonkosten op jaarbasis. Voor andere dan benadeelde of gehandicapte werknemers gelden lagere plafonds: afhankelijk van de regio en de omvang van het bedrijf variërend van 7½ procent tot 30 procent. vii Volgens artikel 8 van de Verordening werkgelegenheidssteun mag steun die verleend wordt aan benadeelde of gehandicapte werknemers (conform de artikelen 5 en 6) gecumuleerd worden met andere staatssteun in de zin van art. 87, lid 1, van het Verdrag of met andere bijdragen van de Gemeenschap, mits de (gecumuleerde) steunintensiteit niet meer bedraagt dan 100 procent van de loonkosten gedurende de gehele periode dat de werknemer in dienst is. viii Artikel 10 van de Verordening werkgelegenheidssteun. Voorwaarde is ook hier dat de steunintensiteit niet meer bedraagt dan 100 procent. ix Gemeenten zijn op grond van de (EG) Verordening werkgelegenheidssteun wel verplicht om gegevens met betrekking tot subsidieverstrekkingen in het kader van de gemeentelijke reïntegratieverordening gedurende een periode van 10 jaar (gerekend vanaf het tijdstip van de laatste individuele steunverlening) te bewaren, zodanig dat kan worden nagegaan of aan de voorwaarden van de Verordening werkgelegenheidssteun is voldaan. x Zie in dat verband overweging 7 (EG) Verordening werkgelegenheidssteun 2204/2002. Voor de wijze waarop aangemeld dient te worden zij verwezen naar het Coördinatiepunt Staatssteun van het ministerie van BZK of naar het al genoemde Kenniscentrum Europa decentraal.

24 18 Toelichting op de beleidsaanbeveling Algemeen De verplichting tot naleving van de bepalingen van het EG-verdrag betreffende staatssteun berust bij de lidstaat Nederland. Deze bepalingen behelzen vooral de in artikel 88, lid 3, EG vermelde verplichtingen: het tijdig aanmelden van voorgenomen steunmaatregelen en het zgn. stand-still beginsel, d.w.z. dat de voorgenomen maatregelen niet mogen worden uitgevoerd voordat de Commissie een eindbeslissing heeft gegeven. De lidstaat Nederland omvat alle overheden: centrale overheid, decentrale overheden, ZBO s en PBO s. Deze overheden hebben dus zelf de uitsluitende verantwoordelijkheid voor de aanmeldingen die onder de hun toebedeelde huishouding vallen, zowel qua tijdigheid als qua inhoud, evenals voor het eventueel beantwoorden van vragen van de Europese Commissie in verband met aanmeldingen. Deze beleidsaanbeveling is bedoeld om de gemeenten te ontlasten van de administratieve verplichtingen welke voortvloeien uit de regelgeving van de Europese Gemeenschap. De gemeente dient daartoe deze beleidsaanbeveling in haar reïntegratieverordening te incorporeren en een expliciete verwijzing naar deze beleidsaanbeveling op te nemen. Deze beleidsaanbeveling ontneemt gemeenten overigens niet de mogelijkheid om een subsidieregeling te notificeren; bijvoorbeeld wanneer de gemeente zeker wil zijn van goedkeuring door de Europese Commissie. De Verordening de minimis-steun Naast de Verordening Werkgelegenheidssteun (Nr. 2204/2002) bestaat er de Verordening de minimis-steun (Verordening (EG) Nr. 69/2001). Deze verordening legt vast dat de totale steun die ondernemingen gedurende een periode van drie jaar ontvangen niet hoger mag zijn dan een vastgesteld plafondbedrag ( in een periode van drie jaar dit is een verschuivende termijn). In de subsidiebeschikking moet een verwijzing naar de Verordening de minimis-steun worden opgenomen en de werkgever moet een verklaring tekenen dat de ontvangen steun er niet toe leidt dat de totale ontvangen steun (gecumuleerd) het drempelbedrag te boven gaat. Voor de toepassing van de Verordening de minimis-steun hoeft de gemeente geen verordening vast te stellen. Als de subsidieregeling en de op grond hiervan getroffen individuele subsidies dan wel de individuele subsidies zonder grondslag in een subsidieregeling voldoen aan de voorwaarden van deze verordening, kan de gemeente volstaan met het bijhouden en bewaren van dossiers. NB: Wanneer de gemeente aan één van beide vrijstellingsverordeningen (2204/2002 of 69/2001) voldoet hoeft zij de subsidieregeling niet ter goedkeuring voor te leggen aan de EC. Dossiervorming Om een zorgvuldige behandeling van eventuele klachten van derden mogelijk te maken, dient de gemeente de gegevens met betrekking tot de subsidieverlening gedurende een periode van 10 jaar (gerekend vanaf het tijdstip van de laatste individuele steunverlening) te bewaren, zodanig dat in de klachtenprocedure kan worden nagegaan of aan de voorwaarden van de Verordening werkgelegenheidssteun is voldaan. Tenslotte Wanneer de gemeente de subsidieverlening anders vormgeeft dan in deze beleidsaanbeveling is aangegeven dan dient zie haar subsidieregels ter goedkeuring voor te leggen aan de Europese Commissie. In afwachting van de eindbeslissing van de Commissie mag geen uitvoering worden gegeven aan die steunregels.

Subsidiëring arbeidsplaatsen in het kader van reïntegratie werkzoekenden

Subsidiëring arbeidsplaatsen in het kader van reïntegratie werkzoekenden 14 6. Loonkostensubsidie en Europese regelgeving: beleidsaanbeveling Subsidiëring arbeidsplaatsen in het kader van reïntegratie werkzoekenden Beleidsaanbeveling van belang voor het opstellen van de gemeentelijke

Nadere informatie

Vooraankondiging wijziging bedragen WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ en WIK per 1 januari 2004

Vooraankondiging wijziging bedragen WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ en WIK per 1 januari 2004 Vooraankondiging wijziging bedragen WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ en WIK per 1 januari 2004 Algemeen Het wettelijk minimumloon blijft per 1 januari 2004 gehandhaafd op 1 264,80 per maand. Een daartoe strekkende

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011 Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011 1. Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2011 vastgesteld op 1.424,40 per maand. In verband hiermee zal het netto

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2011

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2011 Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2011 1. Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2011 vastgesteld op 1.435,20 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon,

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011 Bijlage 2 Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011 Overzicht van de nu volgende bijlagen: I De bijstandsnormen zoals deze per 1 januari 2011 zullen gelden. II De berekening

Nadere informatie

Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 juli 2012

Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 juli 2012 Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 juli 2012 Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2012 vastgesteld op 1.456,20 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2007

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2007 Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2007 1. Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2007 vastgesteld op 1.317 per maand (Regeling van 10 mei 2007, Stcrt. 97). In verband hiermee

Nadere informatie

Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2012

Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2012 Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2012 Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2012 vastgesteld op 1.446,60 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon,

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2006

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2006 Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2006 1. Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2006 vastgesteld op 1 284,60 per maand (Regeling van 19 mei 2006, Stcrt. 117). In verband

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2008

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2008 Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2008 1. Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2008 vastgesteld op 1.356,60 per maand (Regeling van 27 mei 2008, Stcrt. 99). In verband

Nadere informatie

4. Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WIK per 1 juli 2004

4. Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WIK per 1 juli 2004 4. Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WIK per 1 juli 2004 Algemeen Met ingang van 1 juli 2004 zullen de bijstandsnormen, de IOAW en IOAZ-bedragen en de WIK-uitkeringen worden gewijzigd. De wijzigingen

Nadere informatie

Wijziging bedragen. per 1 juli 2013. WWB, IOAW en IOAZ. Inleiding

Wijziging bedragen. per 1 juli 2013. WWB, IOAW en IOAZ. Inleiding Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2013 vastgesteld op 1.477,80 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Wet werk en bijstand (WWB) per genoemde

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2010

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2010 Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2010 1. Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2010 vastgesteld op 1.416,- per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon,

Nadere informatie

Wijziging bedragen. WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 per 1 januari 2014. Inleiding

Wijziging bedragen. WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 per 1 januari 2014. Inleiding Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2014 vastgesteld op 1.485,60 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Wet werk en bijstand (WWB) per

Nadere informatie

Inleiding 1. Aanpassing kostendelersnormsystematiek 2. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Inleiding 1. Aanpassing kostendelersnormsystematiek 2. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2015 vastgesteld op 1.507,80 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet per genoemde datum

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2013

Wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2013 Wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2013 Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2013 69,40 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2007

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2007 Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2007 1. Inhoudsopgave In de algemene bijstand begrepen vakantietoeslag Bijstandsnormen voor personen van 65 jaar of ouder Tegemoetkoming aan AOW-gerechtigden

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2009

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2009 Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2009 1. Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2009 vastgesteld op 1.381,20 per maand (Regeling van 10 november 2008, Stcrt. 2008

Nadere informatie

Inleiding 1. Aanpassing kostendelersnormsystematiek 2. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ 3. Aanpassing vrijlating medisch-uren beperkten IOAW en IOAZ

Inleiding 1. Aanpassing kostendelersnormsystematiek 2. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ 3. Aanpassing vrijlating medisch-uren beperkten IOAW en IOAZ Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2016 vastgesteld op 1.524,60 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet per genoemde

Nadere informatie

Wijziging bedragen Participatiewet

Wijziging bedragen Participatiewet Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2015 vastgesteld op 1.501,80 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet per genoemde datum eveneens

Nadere informatie

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2017 vastgesteld op 1.551,60 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet per genoemde

Nadere informatie

vast te stellen de volgende Re-integratieverordening gemeente Doetinchem 2009.

vast te stellen de volgende Re-integratieverordening gemeente Doetinchem 2009. De raad van de gemeente Doetinchem; gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, de artikelen 7, 8, 10, tweede lid en artikel 10a van de Wet werk en bijstand (Wwb), de artikelen 34, 35 en 36 van

Nadere informatie

Normenbrief normen per 1 januari 2018

Normenbrief normen per 1 januari 2018 Normenbrief normen per 1 januari 2018 Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2018 vastgesteld op 1.578,00 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37

Nadere informatie

Normenbrief 1 januari 2019

Normenbrief 1 januari 2019 Normenbrief 1 januari 2019 Inleiding Het bruto wettelijk minimumloon is per 1 januari 2019 vastgesteld op 1.615,80 per maand (was: 1.594,20). In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in

Nadere informatie

Wijziging bedragen. WWB, IOAW en IOAZ. Inleiding

Wijziging bedragen. WWB, IOAW en IOAZ. Inleiding Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2014 vastgesteld op 1.495,20 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Wet werk en bijstand (WWB) per genoemde

Nadere informatie

RE-INTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012. De raad van de gemeente Nederweert,

RE-INTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012. De raad van de gemeente Nederweert, RE-INTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012 De raad van de gemeente Nederweert, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 februari 2012; gelet op de artikelen 8 en 10 van de Wet

Nadere informatie

gelet op artikel(en) 15, vijfde lid en 22 van de Re-integratieverordening WWB, IOAW, IOAZ en WIJ gemeente Overbetuwe 2010;

gelet op artikel(en) 15, vijfde lid en 22 van de Re-integratieverordening WWB, IOAW, IOAZ en WIJ gemeente Overbetuwe 2010; gemeente Overbetuwe Onderwerp: Specifieke subsidieregeling loonkostensubsidie gemeente Overbetuwe 2010 Ons kenmerk: 10bwb00156 Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; gelet op artikel(en)

Nadere informatie

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2017 vastgesteld op 1.551,60 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet per genoemde

Nadere informatie

Verordening Arbeidsparticipatie WWB, IOAW en IOAZ

Verordening Arbeidsparticipatie WWB, IOAW en IOAZ CVDR Officiële uitgave van Wageningen. Nr. CVDR232988_1 9 januari 2018 Verordening Arbeidsparticipatie WWB, IOAW en IOAZ Raadsbesluit Agendanummer : 12 Afdeling : BS Registratienummer : 12.0213708 Onderwerp:

Nadere informatie

2. Hoe moet de informatie over gesubsidieerde arbeid in 2004 worden aangeleverd?

2. Hoe moet de informatie over gesubsidieerde arbeid in 2004 worden aangeleverd? Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AAN colleges van Burgemeester en Wethouders i.a.a. Directeuren Sociale Dienst Hoofden Sociale Zaken Hoofden Financiën Directeuren/hoofden I&A Gemeenteraadsleden

Nadere informatie

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ Inleiding Het bruto wettelijk minimumloon is per 1 juli 2017 vastgesteld op 1.565,40 per maand (was: 1551,60). In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet

Nadere informatie

REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005

REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005 -1.833.52 REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet : de WWB b. WWB:

Nadere informatie

Overzicht van de bedragen genoemd in de Participatiewet en het Bbz 2004 per 1 juli 2016.

Overzicht van de bedragen genoemd in de Participatiewet en het Bbz 2004 per 1 juli 2016. Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2016 vastgesteld op 1.537,20 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet per genoemde datum

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 oktober, nr. ;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 oktober, nr. ; DE RAAD DER GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 oktober, nr. ; gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, de artikelen 7 en 8 en 10, tweede

Nadere informatie

Normenbrief 1 juli 2019

Normenbrief 1 juli 2019 Normenbrief 1 juli 2019 Inleiding Het bruto wettelijk minimumloon is per 1 juli 2019 vastgesteld op 1.635,60 per maand (was: 1.615,80). In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel

Nadere informatie

Normenbrief 1 juli 2018

Normenbrief 1 juli 2018 Normenbrief 1 juli 2018 Inleiding Het bruto wettelijk minimumloon is per 1 juli 2018 vastgesteld op 1.594,20 per maand (was: 1578,00). In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010; CVDR Officiële uitgave van Eemsmond. Nr. CVDR63088_1 11 oktober 2016 Re-integratieverordening 2010 De raad van de gemeente Eemsmond; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

BEELD VAN DE UITVOERING 2012

BEELD VAN DE UITVOERING 2012 BEELD VAN DE UITVOERING 2012 Bbz 2004 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 IOAW IOAZ WPB WWB WWIK Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD 2004 nr. 150

GEMEENTEBLAD 2004 nr. 150 GEMEENTEBLAD 2004 nr. 150 De raad van de gemeente Maassluis; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2004, bijlagennummer I ; gelet op artikel 149, eerste lid van de Gemeentewet,

Nadere informatie

Tijdens het begrotingsonderzoek heb ik toegezegd u nog aanvullende informatie toe te zenden.

Tijdens het begrotingsonderzoek heb ik toegezegd u nog aanvullende informatie toe te zenden. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a Den Haag Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Intercom/2003/21031. Datum 13 maart 2003

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Intercom/2003/21031. Datum 13 maart 2003 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AAN colleges van Burgemeester en Wethouders i.a.a. Directeuren Sociale Dienst Hoofden Sociale Zaken Hoofden Financiën Hoofden Sociale Recherche Directeuren/hoofden

Nadere informatie

Beleidsregels Re-integratievoorzieningen en eigen bijdrage voorzieningen 2015. Gemeente Wijdemeren. College van burgemeester en wethouders

Beleidsregels Re-integratievoorzieningen en eigen bijdrage voorzieningen 2015. Gemeente Wijdemeren. College van burgemeester en wethouders Beleidsregels Re-integratievoorzieningen en eigen bijdrage voorzieningen 2015 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Vastgesteld door

Nadere informatie

Bijstandsuitkeringen, IOAW, IOAZ, WWIK, per 1 januari 2008

Bijstandsuitkeringen, IOAW, IOAZ, WWIK, per 1 januari 2008 Persbericht C/PEV/2007/127 7 december 2007 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 33 Fax (070) 333 40 30 www.szw.nl Bijstandsuitkeringen, IOAW, IOAZ, WWIK, per 1

Nadere informatie

Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand

Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE TEN BOER Raadsvergadering: 19 december 2012 Registratienummer: TB 12.3407403 Agendapunt: 8 Onderwerp: Voorstel: Toelichting: Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand

Nadere informatie

Beleidsregels Loonkostensubsidie Wwb, Ioaw, Ioaz

Beleidsregels Loonkostensubsidie Wwb, Ioaw, Ioaz Beleidsregels Loonkostensubsidie Wwb, Ioaw, Ioaz 1 Beleidsregels Loonkostensubsidie Wwb, Ioaw, Ioaz van de gemeente Hulst Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst (hierna: het college)

Nadere informatie

Reïntegratieverordening. werk en bijstand

Reïntegratieverordening. werk en bijstand Reïntegratieverordening werk en bijstand Midden-Delfland, augustus 2004 1 De Raad van de gemeente Midden-Delfland, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2004,

Nadere informatie

Afdeling Samenleving Richtlijn 330 Ingangsdatum: 01-06-2012

Afdeling Samenleving Richtlijn 330 Ingangsdatum: 01-06-2012 Afdeling Samenleving Richtlijn 330 Ingangsdatum: 01-06-2012 HEFFINGSKORTINGEN Algemeen De uitgaven van de overheid worden onder andere door het opleggen van belastingen gefinancierd. Er bestaan verschillende

Nadere informatie

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2004 gemeente Tholen

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2004 gemeente Tholen CVDR Officiële uitgave van Tholen. Nr. CVDR43763_1 20 maart 2018 Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2004 gemeente Tholen De raad der gemeente Tholen; gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen De raad van de gemeente Oldebroek; Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012 kenmerk 98182 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 april 2012; gelet op de artikelen 7 en 8 en 10

Nadere informatie

Portefeuillehouder: J. Steen Behandelend ambtenaar:j.w.t. van Bragt, 0595-750306 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. W. T. van Bragt)

Portefeuillehouder: J. Steen Behandelend ambtenaar:j.w.t. van Bragt, 0595-750306 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. W. T. van Bragt) Vergadering: 20 januari 2009 Agendanummer: 9 Status: Bespreekstuk Portefeuillehouder: J. Steen Behandelend ambtenaar:j.w.t. van Bragt, 0595-750306 E-mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. W. T. van Bragt)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 815 Wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname

Nadere informatie

TOELICHTING BIJ HET BEELD VAN DE UITVOERING 2017

TOELICHTING BIJ HET BEELD VAN DE UITVOERING 2017 TOELICHTING BIJ HET BEELD VAN DE UITVOERING 2017 1. ALGEMEEN 1.1 Juridisch kader In de afzonderlijke wetten is geregeld dat gemeenten jaarlijks een beeld van de uitvoering (hierna: BvdU) indienen bij de

Nadere informatie

c. IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

c. IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. De raad van de gemeente Doetinchem; gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, de artikelen 7, 8 en 10, tweede lid van de Wet werk en bijstand (Wwb), de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

Wet werk en bijstand. Zo snel mogelijk weer aan het werk

Wet werk en bijstand. Zo snel mogelijk weer aan het werk Wet werk en bijstand Zo snel mogelijk weer aan het werk Wet werk en bijstand Inhoudsopgave Wanneer hebt u recht op bijstand? 3 Hoe vraagt u een bijstandsuitkering aan? 4 Hoe hoog is uw bijstandsuitkering?

Nadere informatie

gelezen ons besluit dd. 28 april 2009 betreffende het reïntegratiebeleid in het kader van de wet werk en bijstand, ioaw en ioaz,

gelezen ons besluit dd. 28 april 2009 betreffende het reïntegratiebeleid in het kader van de wet werk en bijstand, ioaw en ioaz, Beleidsregels reïntegratie Wwb gemeente Tiel 2009 Het college van burgemeester en wethouders van Tiel, gelet op de artikelen 7 en 8 en 10 tweede lid van de Wet werk en bijstand, de artikelen 34, 35 en

Nadere informatie

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2004

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2004 RAADSBESLUlT De raad van de gemeente Papendrecht; gelezen het voorstel van het college d.d. 18 juni 12004; nummer 041 12004; gelet op anikei 147, eerste lid van de Gemeentewet, de anikelen 7 en 8 en 10

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 19961 Voorstel van Wet van de leden Wolters, G. Terpstra en Gerritse tot wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en enige sociale

Nadere informatie

Re integratieverordening 2010

Re integratieverordening 2010 Re integratieverordening 2010 Officiële titel Re integratieverordening 2010 citeertitel Re integratieverordening 2010 Wettelijke grondslag Artikel 8, eerste lid onderdeel a en f van de Wet werk en bijstand

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Regeling werkgeverspremie gemeente Overbetuwe 2005 Burgemeester en wethouders van de Gemeente Overbetuwe; Gelet op artikel 9, vijfde lid en artikel 17 van de Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand;

Nadere informatie

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ;

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ; RAADSBESLUIT Onderwerp: Dagtekening: nummer: 1e wijziging van de Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ Asten 2010 1 februari 2011.. De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van het college

Nadere informatie

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 15 september 2015 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2016

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 15 september 2015 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2016 CPB Notitie Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon Krista Hoekstra Datum: 15 september 2015 Betreft: Raming van het bijstandsvolume

Nadere informatie

De Raad van de gemeente Ede,

De Raad van de gemeente Ede, De Raad van de gemeente Ede, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Ede d.d. 11 november 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet; overwegende

Nadere informatie

Afdeling Samenleving Richtlijn 320 Ingangsdatum: 01-01-2014

Afdeling Samenleving Richtlijn 320 Ingangsdatum: 01-01-2014 Afdeling Samenleving Richtlijn 320 Ingangsdatum: 01-01-2014 VERREKENING VAN INKOMSTEN EN INKOMSTENVRIJLATING Algemeen De in aanmerking te nemen zijn in art. 31 WWB gedefinieerd. Hiermee wordt rekening

Nadere informatie

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand Gemeente Ede 2012

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand Gemeente Ede 2012 Re-integratieverordening Wet werk en bijstand Gemeente Ede 2012 De raad van de gemeente Ede; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20-12-2011; gelet op artikel 147, eerste

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 31612 11 juni 2019 Mededeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 juni 2019, 2019-0000067601, over

Nadere informatie

Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ Asten 2010. Toelichting

Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ Asten 2010. Toelichting Toelichting Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ Asten 2010 Algemeen De op 1 januari 2004 in werking getreden Wet Werk en Bijstand (WWB) regelt in artikel 7 dat het college verantwoordelijk is voor:

Nadere informatie

Tijdelijke regels aanscherping Wet Werk en Bijstand

Tijdelijke regels aanscherping Wet Werk en Bijstand CVDR Officiële uitgave van Epe. Nr. CVDR140715_1 4 juli 2017 Tijdelijke regels aanscherping Wet Werk en Bijstand Raadsbesluit 2012 registratienummer: 2012-00428 DE RAAD DER GEMEENTE EPE gelezen het voorstel

Nadere informatie

en tot intrekking van: 1. de Verordening Wet investeren in Jongeren 2. Re-integratieverordening Wet werk en inkomen kunstenaars

en tot intrekking van: 1. de Verordening Wet investeren in Jongeren 2. Re-integratieverordening Wet werk en inkomen kunstenaars rv 11 Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten BSW/2011.264 RIS 246121_120207 Gemeente Den Haag Voorstel van het college inzake wijziging van de Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand

Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand Paragraaf 1 Algemene Bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In dit besluit wordt verstaan onder: a. uitkeringsgerechtigden: personen

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 ================================================================================== De raad van de gemeente (naam gemeente) ; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Normen Participatiewet (PW)

Normen Participatiewet (PW) Normen Participatiewet (PW) ingaande 1-7-2016 Wijziging wettelijk minimumloon. Is per 1-7-2016 1537,20 Vakantietoeslagpercentage In de algemene bijstand begrepen vakantietoeslag. Artikel 19 lid 3 PW. 5%

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 januari 2011;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 januari 2011; De raad van de gemeente Schiermonnikoog; overwegende, dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van bijstandsgerechtigden jonger dan 65 jaar bij verordening

Nadere informatie

gelezen ons besluit dd. 12 juli 2004 nr. A9 betreffende het reïntegratiebeleid in het kader van de wet werk en bijstand,

gelezen ons besluit dd. 12 juli 2004 nr. A9 betreffende het reïntegratiebeleid in het kader van de wet werk en bijstand, Beleidsregels reïntegratie Wwb gemeente Tiel 2004 Het college van burgemeester en wethouders van Tiel, gelet op de artikelen 7 en 8 en 10 tweede lid van de Wet werk en bijstand, de artikelen 34, 35 en

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Onderwerp Datum 26 oktober 2012 Re-integratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Venray 2013 Pagina 1 van 6 De raad van Venray, gelezen het advies van de Cliëntenraad WWB van 16 oktober 2012, gelezen

Nadere informatie

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2015

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2015 Uitkeringsbedragen per 1 januari 2015 Per 1 januari 2015 worden de AOW, Anw, WW, WIA, WAO, ZW, TW, Wajong, Participatiewet (voorheen WWB), IOAW en IOAZ aangepast als gevolg van de stijging van het wettelijk

Nadere informatie

De regeltechnische aanpassingen zijn opgenomen in de onderdelen A tot en met F.

De regeltechnische aanpassingen zijn opgenomen in de onderdelen A tot en met F. Raadsvoorstel 112 Vergadering 4 december 2012 Gemeenteraad Onderwerp : Wijziging Verordeningen Wet werk en bijstand (WWB) in verband met de inwerkingtreding van de "Wet afschaffing huishoudinkomenstoets"

Nadere informatie

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2009

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2009 Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2009 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heemskerk Officiële naam regeling Re-integratieverordening Wet werk en

Nadere informatie

Wet werk en bijstand. Zo snel mogelijk weer aan het werk

Wet werk en bijstand. Zo snel mogelijk weer aan het werk Wet werk en bijstand Zo snel mogelijk weer aan het werk Wet werk en bijstand Iedere Nederlander moet zelf in zijn levensonderhoud voorzien. Lukt u dat niet én zijn er geen andere voorzieningen, dan helpt

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 28171 24 mei 2018 Mededeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 mei 2018, 2018-0000085753, over

Nadere informatie

Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren

Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Orionis Walcheren; Overwegende dat het wenselijk is beleid over

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Nr

STAATSCOURANT. Nr STTSOURNT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36285 29 juni 2017 Mededeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 juni 2017, 2017-0000103034,

Nadere informatie

CPB Memorandum. Raming van het bijstandsvolume in CEP 2007

CPB Memorandum. Raming van het bijstandsvolume in CEP 2007 CPB Memorandum Sector : 2 Afdeling/Project : Sociale Zekerheid Samensteller(s) : Frans Suijker en Bart Verbeet Nummer : 178 Datum : 4 april 2007 Raming van het bijstandsvolume in CEP 2007 In het CEP 2007

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemeen. Artikel 1 Begripsomschrijvingen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renswoude;

Hoofdstuk 1 Algemeen. Artikel 1 Begripsomschrijvingen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renswoude; 122649 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renswoude; overwegende dat re-integratie van diverse doelgroepen een verantwoordelijkheid is van de gemeente; het Besluit re-integratievoorzieningen

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2011.

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2011. Gemeente Boxmeer Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2011. Nummer: 6g. De Raad van de gemeente Boxmeer; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za. 14-30185/DV.14-415, afdeling Samenleving;

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za. 14-30185/DV.14-415, afdeling Samenleving; No. 19. De raad van de gemeente Vlagtwedde; op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za. 14-30185/DV.14-415, afdeling Samenleving; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en

Nadere informatie

Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2015

Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2015 Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2015 Ons kenmerk: 14RB000110 Nr. 8f De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015

Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015 Wetstechnische informatie Overheidsorganisatie Gemeente Breda Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015 Citeertitel Verordening Individuele Inkomenstoeslag

Nadere informatie

Bijstandsregeling vakantietoeslag 2001

Bijstandsregeling vakantietoeslag 2001 SZW Bijstandsregeling vakantietoeslag 2001 12 december 2000/BZ/IW/00/81420 Directie Bijstandszaken De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gelet op artikel 46 van de Algemene bijstandswet, Besluit:

Nadere informatie

Aanvullende informatie bijstelling macrobudget inkomensdeel per 18 mei 2006

Aanvullende informatie bijstelling macrobudget inkomensdeel per 18 mei 2006 Aanvullende informatie bijstelling macrobudget inkomensdeel per 18 mei 2006 Drie keer per jaar wordt op deze plaats een overzicht gegeven van de stand van zaken van de raming van het macrobudget: -bij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 383 Wet van 27 september 2000, houdende nieuwe regels voor de financiering van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en

Nadere informatie

Artikelsgewijze. toelichting. Reïntegratieverordening. werk en bijstand

Artikelsgewijze. toelichting. Reïntegratieverordening. werk en bijstand Artikelsgewijze toelichting Reïntegratieverordening werk en bijstand 1 Aanhef en artikel 1 In de aanhef is expliciet gewezen op de EU-verordening betreffende staatssteun, die voorschrijft dat wanneer sprake

Nadere informatie

BELEIDSREGELS LOONKOSTENSUBSIDIE WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE KERKRADE 2009

BELEIDSREGELS LOONKOSTENSUBSIDIE WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE KERKRADE 2009 CVDR Officiële uitgave van Kerkrade. Nr. CVDR104808_1 19 september 2017 BELEIDSREGELS LOONKOSTENSUBSIDIE WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE KERKRADE 2009 Het college van de gemeente Kerkrade besluit, gelet

Nadere informatie

Toelichting. Bestuurlijke boete

Toelichting. Bestuurlijke boete Registratienummer BSW/ 2016.256 RIS295785 Voorstel van het college tot vaststelling van de Verordening tot wijziging van de Verordening maatregelen, fraude en verrekenen bestuurlijke boete inkomensvoorzieningen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 277 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met de herziening van de definities van gezin en middelen (Wet afschaffing huishoudinkomenstoets)

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 december 2011, nummer 151;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 december 2011, nummer 151; De raad van de gemeente Ridderkerk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 december 2011, nummer 151; gelet op de artikelen 8, eerste lid, onderdeel d en 36 van de Wet

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2009.

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2009. Gemeente Boxmeer Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2009. Nummer: 7a. De Raad van de gemeente Boxmeer; gezien het advies van de Adviescommissie sociale

Nadere informatie

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2012

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2012 CVDR Officiële uitgave van Neder-Betuwe. Nr. CVDR232092_2 22 mei 2018 Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2012 De raad van de gemeente Neder Betuwe, gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie