Beter schrijven in alle vakken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beter schrijven in alle vakken"

Transcriptie

1 VO Doorlopende leerlijnen Beter schrijven in alle vakken Trainingsmodule schrijfvaardigheidsonderwijs ter ondersteuning van havovakdocenten Lydia van Deelen-Meeng Piet Groenewegen Eline Kouwets Judith Richters

2 Beter schrijven in alle vakken Trainingsmodule schrijfvaardigheidsonderwijs ter ondersteuning van havovakdocenten Lydia van Deelen-Meeng Piet Groenewegen Eline Kouwets Judith Richters

3 Colofon Ten behoeve van de leesbaarheid is in deze publicatie in veel gevallen bij de verwijzing naar personen gekozen voor het gebruik van hij. Het spreekt vanzelf dat hier ook zij gelezen kan worden. CPS Onderwijsontwikkeling en advies, juli, 2013 Auteurs: lydia van Deelen-Meeng, Piet Groenewegen, Eline Kouwets, judith Richters Redactie: Vormgeving: imago Mediabuilders, Amersfoort Digitale Klerken, Utrecht CPS Onderwijsontwikkeling en advies Postbus BN Amersfoort Tel: [033] Deze publicatie is ontwikkeld door CPS Onderwijsontwikkeling en advies voor ondersteuning van het regulier en speciaal onderwijs in opdracht van het ministerie van OCW. CPS vervult op het gebied van research en development (R&D) een scharnierfunctie tussen wetenschap en onderwijsveld. Het is toegestaan om, in het kader van een educatieve doelstelling, niet bewerkte en niet te bewerken (delen van) teksten uit deze publicatie te gebruiken, zodanig dat de intentie en aard van het werk niet worden aangetast. Het is toegestaan om het werk in het kader van educatieve doelstellingen te verveelvoudigen, op te slaan in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar te maken in enige vorm, zoals elektronisch, mechanisch of door fotokopieën. Bronvermelding is in alle gevallen vereist en dient als volgt plaats te vinden: Bron: Deelen-Meeng, L. van, Groenewegen, P., Kouwets, E. & Richters, J. (2013). Beter schrijven in alle vakken, Trainingsmodule schrijfvaardigheidsonderwijs ter ondersteuning van havovakdocenten. Amersfoort: CPS onderwijsontwikkeling en advies, in opdracht van het ministerie van OCW. 2

4 Inhoudsopgave Inleiding Trainingsmodule Bijeenkomst Bijeenkomst Bijlagen 1 Referentieniveaus schrijven (2F-4F) Bijlagen 2 Format schrijfopdracht Bijlagen 3 Format schrijfopdracht voor de leerling Bijlagen 4 Opdracht ingezonden brief Bijlagen 5 Opdracht maatschappijleer Bijlagen 6 Opdracht aardrijkskunde Bijlagen 7 Format schrijfplan Bijlagen 8 Schrijfkaders Bijlagen 9 Beoordelingsmodel voor lesvoorbereiding schrijftaak Bijlagen 10 Voorbeeldrubric betoog Bijlagen 11 Betoog Leerling A Bijlagen 12 Betoog Leerling B Bijlagen 13 Correctiemodel voor docenten Bronnenlijst

5 Inleiding If people cannot write well, they cannot think well, and if they cannot think well, others will do their thinking for them - George Orwell ( ) Inleiding In is onderzoek gedaan naar wat er nodig is om havisten in de bovenbouw beter voor te bereiden op schrijftaken die zij krijgen in het hbo. Er zijn drie interventies ontwikkeld en uitgeprobeerd op havo-afdelingen van drie scholen. De projectgroep constateerde dat de interventies niet altijd naar wens ingezet konden worden, bijvoorbeeld omdat de school juist prioriteit gaf aan leesonderwijs. Om het effect van de ontwikkelde interventies te vergroten zouden kartrekkers op de scholen (taalcoördinatoren, docenten taalbeheersing) gebaat zijn bij materiaal waarmee zij hun collega s kunnen helpen en trainen in het uitvoeren van de interventies. Deze constatering lag ten grondslag aan de trainingsmodule die voor u ligt. De module is dus gericht op het toerusten van docenten van zaakvakken in het geven van aandacht aan schrijfvaardigheid. In deze introductie bij de module Beter schrijven in alle vakken wordt kort besproken waarom deze module binnen een vo-school nuttig kan zijn, wat de gebruikers van de module moeten weten en kunnen, en hoe de module kan worden opgenomen in de vakleerplannen en het schoolbeleid. Deze introductie laat schoolleiders zien wat de toegevoegde waarde is van deze module en hoe hij ingezet kan worden in de school. Waarom aandacht voor schrijfvaardigheid in de zaakvakken? Schrijfvaardigheid is één van de domeinen van het referentiekader taal. Van leerlingen die een havo-opleiding afronden, wordt verwacht dat hun schrijfproducten voldoen aan de eisen van het referentieniveau 3F. In het voortgezet onderwijs ontbreekt het vaak nog aan een systematische en structurele aanpak om het niveau van schrijfvaardigheid te verhogen. In de lessen Nederlands is er aandacht voor het aanleren van deze vaardigheid maar de transfer naar de andere vakken is minimaal. In het hoger onderwijs wordt geconstateerd dat veel havoleerlingen moeite hebben met het correct formuleren van antwoorden op open vragen en het schrijven van werkstukken. Daarom heeft CPS Onderwijsontwikkeling en advies als vervolg op het onderzoekstraject Schrijfvaardigheid in de overgang van havo naar hoger onderwijs een module 4

6 ontwikkeld om docenten van de zaakvakken een instrument in handen te geven waarmee zij de schrijfvaardigheid van de leerlingen in hun vak kunnen verbeteren. Tip Zorg ervoor dat de docenten van de zaakvakken zich bewust zijn van het belang van schrijfonderwijs door hen erop te attenderen dat de leerresultaten van de leerlingen verbeteren als zij in staat zijn goed te formuleren. Tip Creëer draagvlak bij de zaakvakdocenten door de resultaten van de eindexamens te analyseren met de focus op het niveau van de schrijfvaardigheid van de leerlingen. Tip Zet de taalcoördinator en de sectie Nederlands als experts in om de collega s van de zaakvakken te ondersteunen en scholen bij schrijfvaardigheidsonderwijs. Wat moeten de docenten van de zaakvakken weten en kunnen? De docenten moeten kennis hebben over het gewenste referentieniveau (3F) dat hun leerlingen eind klas havo 5 moeten behalen. Zij moeten weten welke systematische aanpak werkt en hoe zij deze aanpak kunnen gebruiken in hun dagelijkse lespraktijk. De module is zo opgebouwd en voorzien van ondersteunend materiaal dat de zaakvakdocenten hiermee zelfstandig aan het werk kunnen gaan. Tip Geef docenten de gelegenheid in samenwerking met elkaar de module uit te voeren zodat zij kunnen leren van en met elkaar. Tip Organiseer intervisiemomenten met de taalexperts binnen de school zodat de aanwezige kennis wordt benut. Tip Onderzoek of de uitvoering van de module ook betere leerresultaten oplevert door bijvoorbeeld toetsuitslagen van vóór de module te vergelijken met de uitslagen na het uitvoeren van de module. Wat moet de trainer (taalcoördinator of docent Nederlands) weten en kunnen? Voordat deze module wordt gegeven aan het team, dient de trainer de handleiding goed gelezen te hebben. Zo kan hij de training meer op maat aanbieden en past het aanbod beter bij het team. Let hierbij ook goed op de tijdsindicaties en de benodigde bijlagen. De training is ontwikkeld met het oog op de overgang van havo naar hbo, en richt zich dus op docenten van bovenbouwklassen havo. Echter, de module is uitermate geschikt om op andere afdelingen ingezet te worden. Dit bevordert de doorlopende leerlijn voor schrijfvaardigheid. De trainer kan hierin een rol spelen door de bijlagen aan te vullen met sector-/afdelingsgericht materiaal. 5

7 Tip Verzamel voor het uitvoeren van de training schrijfopdrachten van alle deelnemende collega s, om zo de module nog beter te laten aansluiten op hun lespraktijk. Tip Verzorg deze training eerst voor de sectie Nederlands en/of collega s die betrokken zijn bij het taalbeleid. Zij kunnen vervolgens als ambassadeur fungeren voor deze schoolbrede aanpak. Tip Let op de grootte en/of de functionele indeling van de groep(en). Stel bijvoorbeeld een maximum van tien deelnemers per training of deel de groepen in naar afdeling/soort vak (alfa, bèta, gamma). Tip Bepaal afhankelijk van de grootte van de groep, de voorkennis van de deelnemers en de energie binnen het team hoeveel tijd wordt uitgetrokken voor de training. Deze handleiding gaat uit van twee bijeenkomsten van twee uur, maar aangeraden wordt om meer of langere bijeenkomsten te plannen. Hoe zorgen we ervoor dat schrijfvaardigheid structureel meer aandacht krijgt? Als de module zijn nut heeft bewezen en de zaakvakdocenten betrokken zijn bij de verdere ontwikkeling daarvan, kan schrijfonderwijs een vaste plek krijgen in het onderwijsaanbod in de zaakvakken. Dit zal wellicht ook betekenen dat in het toetsbeleid van deze vakken aandacht voor de schrijfprestaties onderdeel wordt van de instructie vooraf en de correctie achteraf. Tip Neem in de vakleerplannen van de zaakvakken een paragraaf op over schrijfvaardigheid waarin ook duidelijk wordt aangegeven in hoeverre en op welke onderdelen de schrijfprestaties meetellen bij de toetsen. Tip Gebruik vooral de profielwerkstukken als werkstuk om de prestaties op het gebied van schrijfvaardigheid mee te laten tellen. Tip Neem schrijfvaardigheid expliciet op in het taalbeleidsplan en betrek hierin de ideeën die de deelnemers tijdens de tweede bijeenkomst van de trainingsmodule aandragen. Samenvattend kan worden gesteld dat deze module een instrument is dat de docenten van de zaakvakken kan helpen het schrijfvaardigheidsniveau van hun leerlingen te verhogen. Het effect van de module wordt groter als er samen wordt ontwikkeld en van en met elkaar wordt geleerd. De schoolleiding bepaalt door de wijze waarop de module wordt uitgevoerd in hoge mate het succes daarvan. 6

8 Dankwoord In de ontwikkelfase van deze trainingsmodule hebben verschillende personen feedback gegeven. Wij danken Loulou Edelman (Juridische Hogeschool Avans-Fontys, Tilburg), Bas Meijer (Sint Michaël College, Zaanstad), Ellen Wilbrink en Ria Kieft (NHL Hogeschool, Leeuwarden) hartelijk voor hun input. 7

9 Trainingsmodule Bijeenkomst 1 Tijdsduur: 120 minuten Lezen ter voorbereiding: Deelen-Meeng, L. van, Fransen, A., Groenewegen, P., Hardeveld, J. van, Kouwets, E., & Slijpen, M. (2012). Schrijfvaardigheid in de overgang van havo naar hoger onderwijs. Verslag van een literatuurstudie en beschrijving van drie interventies die schrijfvaardigheid verbeteren. Amersfoort: CPS. Van Publicaties/Publicaties-Zoeken/Onderzoek.html?pid=schrijfvaardigheid Vries, H. de, & Westen, W. van der (2008). Talige startcompetenties in het hoger onderwijs. Paper gepresenteerd op Tweeëntwintigste Conferentie Het Schoolvak Nederlands, Brussel, 14 en 15 november Van media.taalunieversum.org/ hsnbundel/download/22/hsnbundel-22_791.pdf Benodigd materiaal per deelnemer: Bijlage 1. Referentieniveaus schrijven (2F-4F) Bijlage 2. Format schrijfopdracht Bijlage 3. Format schrijfopdracht voor de leerling Bijlage 4. Opdracht ingezonden brief Bijlage 5. Opdracht maatschappijleer Bijlage 6. Opdracht aardrijkskunde Bijlage 7. Format schrijfplan Bijlage 8. Schrijfkaders Deelnemers nemen mee: een schrijfopdracht die de docenten al eerder aan leerlingen hebben gegeven. 8

10 9

11 Dia 1 In is onderzoek gedaan naar wat er nodig is om havisten in de bovenbouw beter voor te bereiden op schrijftaken die zij krijgen in het hbo. Er zijn drie interventies ontwikkeld en uitgeprobeerd op havo-afdelingen van drie scholen. De projectgroep constateerde dat de interventies niet altijd naar wens ingezet konden worden, bijvoorbeeld omdat de school juist prioriteit gaf aan leesonderwijs. Om het effect van de ontwikkelde interventies te vergroten zouden kartrekkers op de scholen (taalcoördinatoren, docenten taalbeheersing) gebaat zijn bij materiaal waarmee zij hun collega s kunnen helpen en trainen in het uitvoeren van de interventies. Deze constatering lag ten grondslag aan de trainingsmodule die voor u ligt. De module is dus gericht op het toerusten van docenten van zaakvakken in het geven van aandacht aan schrijfvaardigheid. Over CPS CPS voert projecten uit die kunnen worden beschouwd als onderzoek en ontwikkeling (R&D) voor de Nederlandse onderwijspraktijk. Onderwijsontwikkeling op de langere termijn is daarbij het doel. Over de resultaten informeren wij u graag. Belangrijke opdrachtgevers voor onderzoek en ontwikkeling zijn het ministerie van OCW en de sectorraden. De R&D-projecten worden uitgevoerd op scholen voor primair onderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs. Door alle projecten in en met scholen uit te voeren, vergroten we de praktische gebruikswaarde ervan en de overdrachtsmogelijkheden naar andere scholen. Op de website zijn alle R&D-producten en -projecten te vinden van de Landelijke Pedagogische Centra (APS, CPS en KPC Groep). 10

12 11

13 Dia 2 Tijdsduur van deze bijeenkomst: 120 minuten. De eerste bijeenkomst begint met het bespreken van een aanleiding van de module en het onderzoeksproject. Hierin komen onderwerpen als de referentieniveaus aan bod om alle deelnemers bewust en betrokken te maken, het belang van schrijfvaardigheid te laten inzien en een eerste stap te laten zetten in hun bekwaming in het verzorgen van schrijfonderwijs. Mogelijk voelt u er meer voor te starten met een discussie over schrijfvaardigheid van leerlingen en de rol van vakdocenten hierbij. In dat geval kunt u starten bij dia 9 of dia 13. Voor de extra onderbouwing van het gesprek kunt u dan de bijeenkomst vervolgen met de voorafgaande dia s. Uiteraard kan de duur van de bijeenkomst afhangen van het team. Mogelijk heeft het team al meerdere trainingen rond dit thema gevolgd of zijn er al vaste afspraken voor de aanpak van schrijfonderwijs gemaakt. 12

14 13

15 Dia 3 Tijdsduur: 5 minuten. Dit programma duurt in totaal 120 minuten. In deze presentatie is geen pauze gepland. Indien gewenst kan men na ongeveer 60 minuten een pauze inlassen (bijvoorbeeld na dia 20). De verschillende opdrachten in de module zorgen voor de nodige variatie en maken het mogelijk de bijeenkomst zonder pauze te houden. 14

16 15

17 Dia 4 Tijdsduur van dia s 4-14: 20 minuten. In dit onderzoeksproject in opdracht van het ministerie van OCW wordt de schrijfvaardigheid van leerlingen in 5 havo gemeten: hebben zij het 3F-niveau? Er wordt ook onderzocht welk schrijfvaardigheidsniveau van eerstejaars hbo-studenten wordt verwacht. Het eindresultaat van het project bestaat uit didactische instrumenten en werkwijzen waarmee docenten in de bovenbouw van het havo hun leerlingen beter kunnen voorbereiden op het schrijven in het hbo. In de brochure Focus op schrijven van de Inspectie van het Onderwijs (2012) staat de volgende conclusie uit een onderzoek naar de kwaliteit van schrijfonderwijs: Vergeleken met het inspectieonderzoek uit 1999 is de kwaliteit van het leerstofaanbod verbeterd, al zijn ook daar nog aandachtspunten. De andere aspecten zijn echter nog steeds onder de maat. Dit geldt vooral voor het didactisch handelen, de afstemming en de kwaliteitszorg. Schrijven krijgt binnen de kwaliteitszorg van scholen nauwelijks aandacht. Dit is mogelijk een indicatie van het belang dat aan dit taalonderdeel wordt toegekend. (p.6) De Inspectie geeft in de brochure enkele suggesties ter verbetering van de kwaliteit van schrijfonderwijs: Aandacht besteden aan de invoering van een nieuwe (taal)methode voor schrijven; de deskundigheid van de leraren bevorderen; schrijven ook bij andere vakken toepassen; de schrijflessen vanuit het perspectief van de leerling verbeteren. (p.13) Om de prestaties van leerlingen op het gebied van taal en rekenen te verbeteren, zijn richtlijnen ontwikkeld. Deze richtlijnen worden referentieniveaus genoemd. In de richtlijnen staat omschreven wat leerlingen moeten kunnen en kennen op bepaalde momenten in hun schoolcarrière. ( ) Alle richtlijnen samen vormen het referentiekader voor taal en rekenen. Dit referentiekader vormt sinds augustus 2010 de basis voor het taal- en rekenonderwijs voor basisonderwijs, speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Ook voor schrijfvaardigheid van leerlingen zijn richtlijnen opgesteld. Zie ook bron 1 Schrijfvaardigheid in de overgang van havo naar hoger onderwijs (Van Deelen-Meeng, Fransen, Groenewegen, Hardeveld, Kouwets & Slijpen, 2012). 16

18 17

19 Dia 5 In de conferentiebijdrage Talige startcompetenties in het hoger onderwijs van Hans de Vries en Wilma van der Westen (2008) wordt de taalproblematiek in het hbo beschreven. Zie hiervoor het artikel Talige startcompetenties in het hoger onderwijs (De Vries & Van der Westen, 2008). 18

20 19

21 Dia 6 In dit schema is te zien hoe de fundamentele niveaus voor taal zijn verdeeld over de verschillende schoolperiodes van een kind. De rode en groene strepen geven de drempels aan. De twee cirkels benadrukken de drempels van eind havo (3F) naar begin hbo (3F - 4F). Het eindniveau van hbo en wo is niet beschreven, maar aan dit schema is te zien hoe het taalniveau, aan het einde van het havo en het hbo, zich verhoudt tot de andere niveaus. 20

22 21

23 Dia 7 Bron van dia met omschrijving niveau 3F: Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen (2008). In de bijlage is een overzicht te vinden van de descriptoren binnen het domein Schrijfvaardigheid op niveau 2F, 3F en 4F. Het is aan te raden dit overzicht af te drukken voor alle deelnemers van de training. Vervolgens kan besproken worden wat hun opvalt aan de niveaus. Lijken de niveaus realistisch, ambitieus of weten zij niet wat haalbaar is op het gebied van schrijfvaardigheid? Zie hiervoor bijlage 1: Referentieniveaus schrijven (2F-4F). 22

24 23

25 Dia 8 Bron van dia met omschrijving niveau 3F: Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen (2008). Op deze dia is te zien dat schrijfvaardigheid niet alleen gaat om correspondentie, maar ook om schrijftaken die bij andere vakken vaak voorkomen, zoals het schrijven van werkstukken. Kunnen leerlingen van 5 havo de schrijftaken uitvoeren zoals beschreven in het referentiekader? 24

26 25

27 Dia 9 Dit is het eerste moment voor een inventarisatie. Bespreek met de deelnemers wat iedereen doet aan schrijfvaardigheid in zijn/haar lessen. Denk bijvoorbeeld aan het maken/formuleren van: schrijfopdrachten (uit het boek), antwoorden op vragen uit het boek, werkstukken (profielwerkstukken), aantekeningen en samenvattingen, toetsvragen. Tip Stel ook eens de vraag: Geef je schrijfonderwijs of geef je schrijfopdrachten? 26

28 27

29 Dia 10 Werken aan de kwaliteit van schrijfonderwijs, maar nog concreter: aan de schrijfvaardigheid van leerlingen, vereist dat docenten (deelnemers): zich bewust zijn van de taalproblematiek in het havo en hbo, het belang van schrijfvaardigheid inzien, betrokken zijn bij de schrijfvaardigheid van leerlingen, zich bekwaam voelen in het verbeteren van schrijfvaardigheid van leerlingen. Deze trainingsmodule is op het behalen van deze vier B s gericht. Ook de schoolleiding kan door het behalen van de vier B s bijdragen aan het schrijfonderwijs op school. Schoolleiders, teamleiders, afdelingsleiders moeten: zich bewust zijn van de taalproblematiek in het havo en hbo, het belang van schrijfvaardigheid inzien, betrokken zijn bij het schrijfonderwijs van het team, zich bekwaam voelen in het ondersteunen van het team met betrekking tot schrijfonderwijs. 28

30 29

31 Dia 11 Bespreek de taalproblematiek in het hbo (en havo) afkomstig uit de conferentiebijdrage Talige startcompetenties in het hoger onderwijs van Hans de Vries en Wilma van der Westen (2008). Herkennen de deelnemers deze problemen in de schrijfproducten van hun eigen leerlingen? 30

32 31

33 Dia 12 Laat de deelnemers nadenken over de gevraagde schrijfvaardigheid van studenten in het hbo. Wat moeten de studenten volgens de deelnemers kunnen? Opvallend: hogescholen klagen niet over de leesvaardigheid/spreekvaardigheid van studenten, maar wél over hun schrijfvaardigheid. 32

34 33

35 Dia 13 Er mag een discussie ontstaan over de rol van het vak Nederlands in het verbeteren van schrijfvaardigheid van leerlingen en de verantwoordelijkheden van vakdocenten. Herkennen deelnemers de eerste stelling op de dia? 34

36 35

37 Dia 14 Met deze dia wordt het onderdeel Aanleiding afgesloten. 36

38 37

39 Dia 15 Tijdsduur: 5 minuten. Om docenten handvatten te bieden bij het vormgeven van schrijfonderwijs is een didactisch model ontwikkeld. Hoogeveen (1993) heeft de procesgerichte didactiek van het schrijfonderwijs uitgewerkt in een model van vijf fasen: de oriëntatie op de schrijftaak, de opdrachtfase, de schrijffase, de revisiefase en de fase van publicatie. Vakdocenten worden met dit model uitgenodigd meer aandacht te besteden aan het proces van een schrijftaak. Deze trainingsmodule behandelt dit model als inspiratie voor een goede taalgerichte vakles. Er volgen nu per fase concrete voorbeelden die direct in de les toegepast kunnen worden. Ook de drie ontworpen interventies worden uitvoerig gepresenteerd. Als docent kun je ervoor kiezen de oriëntatiefase en de opdrachtfase om te wisselen. Dat zou betekenen dat de leerling eerst kaders krijgt waarbinnen hij zich gaat oriënteren. Dit is de klassieke aanpak van een schrijfopdracht. Om de kennisverwerving van een leerling niet te beperken tot wat hij nodig heeft om te gaan schrijven, bevelen we de getoonde volgorde aan. Een leerling oriënteert zich op het thema, haalt voorkennis op, legt nieuwe verbanden en gaat daarna pas kijken wat hij binnen de kaders van de schrijfopdracht nodig heeft voor zijn tekst. Tip Geef leerlingen tussen de verschillende fasen soms wat meer tijd. Zo leren ze dat tijd een belangrijke factor is in het schrijfproces doordat je soms beter ziet wat er geschreven of verbeterd moet worden als je even afstand hebt gedaan van je schrijfproces of -product. Tip Voer eens een gesprek met leerlingen over wat zij belangrijk vinden in schrijven. Op die manier gaan leerlingen schrijven echt zien als een vaardigheid waar nog heel veel in te leren is. 38

40 39

41 Dia 16 Tijdsduur van dia s 16-20: 30 minuten. In de oriëntatiefase richt de leraar de aandacht van de leerlingen op het onderwerp. Hij helpt de leerlingen na te gaan wat ze al over het onderwerp weten. Het gaat hierbij om zowel voorkennis als achtergrondkennis. Voorkennis is kennis die op school aan bod is geweest, achtergrondkennis is kennis die leerlingen vanuit hun dagelijks leven meenemen. De al aanwezige kennis wordt geactiveerd en uitgebreid. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld woordkennis en kennis van de inhoud van het onderwerp waarover geschreven gaat worden. De leerlingen ordenen in deze fase hun gedachten over een onderwerp als voorbereiding op het schrijven zelf. De voorbereiding is cruciaal in het schrijfonderwijs, maar helaas krijgt de oriëntatiefase vrijwel nooit de aandacht die ze eigenlijk verdient. (Van Hardeveld, Fiori & Korstanje, 2012) 40

42 41

43 Dia 17 In de oriëntatiefase is het goed dat leerlingen veel verschillende taalvaardigheden inzetten om zo al pratend, lezend, luisterend, schrijvend hun voor- en achtergrondkennis op te halen en nieuwe kennis te verwerven. Op de schrijftaak kan onder andere worden georiënteerd door middel van de volgende werkvormen of activiteiten: woordweb, mindmapping (op papier of online, bijvoorbeeld via filmpjes, gesprekken in de klas, debat/discussie in de klas, kranten, excursies, iemand interviewen. 42

44 43

45 Dia 18 Een mindmap helpt leerlingen hun gedachten en informatie te ordenen; ze maken letterlijk een kaart van hun gedachten. Dat wat geactiveerd en geleerd is in de oriëntatiefase, kan met een mindmap worden vastgelegd als basis voor de te schrijven tekst. Tip Laat leerlingen eens een Prezi maken als resultaat van de oriëntatiefase. Bijvoorbeeld via prezi.com 44

46 45

47 Dia 19 Een mindmap helpt leerlingen hun gedachten en informatie te ordenen; ze maken letterlijk een kaart van hun gedachten. Dat wat geactiveerd en geleerd is in de oriëntatiefase, kan met een mindmap worden vastgelegd als basis voor de te schrijven tekst. Tip Laat leerlingen eens een Prezi maken als resultaat van de oriëntatiefase. Bijvoorbeeld via prezi.com 46

48 47

49 Dia 20 Tijdsduur van opdracht: 10 minuten. Men kan ervoor kiezen docenten van hetzelfde vak samen te laten werken. Docenten van verschillende vakken kunnen daarentegen elkaar wellicht aanvullen/ verrassen vanuit een ander perspectief. Verzamel na deze opdracht de ideeën en maak er een hand-out van die docenten digitaal toegestuurd krijgen, en die bijvoorbeeld opgehangen kan worden in de personeelskamer. 48

50 49

51 Dia 21 Tijdsduur van dia s 21-24: 30 minuten. Het is van belang dat de leerling een schrijfopdracht krijgt die eenduidig is geformuleerd, dat hij weet hoe zijn werk beoordeeld zal worden en dat hij een goed voorbeeld te zien krijgt van schrijfwerk dat aan de eisen voldoet. De docent denkt van tevoren dus goed na over de formulering van de opdracht en over de beoordelingscriteria en gaat op zoek naar een good practice. Leerlingen kunnen pas aan de verwachtingen voldoen als zij heel goed weten wat er van hen wordt verwacht. (Van Deelen-Meeng, Fransen, Groenewegen, Hardeveld, Kouwets & Slijpen, 2012) Een schrijfopdracht moet antwoord geven op de vragen op de dia. Om docenten te helpen bij het maken van een eenduidige, volledige opdracht is aan de bijlagen een Format schrijfopdracht toegevoegd. 50

52 51

53 Dia 22 Uit het onderzoeksproject Schrijfvaardigheid in de overgang van havo naar hoger onderwijs blijkt dat hbo-studenten vaak schrijven in een beroepscontext. Zij voelen zich daardoor meer verantwoordelijk voor de kwaliteit van het schrijfproduct. Er zijn verschillende manieren waarop leerlingen teksten kunnen schrijven die betekenisvoller zijn dan de standaardopdrachten uit het boek (Ekens, 2008). Laat de leerling bijvoorbeeld zelf zijn onderwerp, doel, publiek en/of tekstsoort kiezen. Een schrijfopdracht wordt ook betekenisvoller als het over actuele onderwerpen gaat, als het voor een echt publiek wordt geschreven (bijvoorbeeld voor de schoolkrant of voor Wikipedia) en als de leerlingen de vrijheid hebben om hun eigen bronnen te verzamelen. Het is niet altijd nodig om totaal nieuwe opdrachten te bedenken. Opdrachten uit het boek kunnen ook op bepaalde punten veranderd worden om de opdracht een betekenisvoller karakter te geven. (Van Deelen-Meeng, Fransen, Groenewegen, Hardeveld, Kouwets & Slijpen, 2012) Tip Bespreek schoolbreed (vakoverstijgend) wie wanneer welke schrijfopdracht geeft. Dit zorgt voor meer afstemming en samenwerking op het gebied van schrijfonderwijs en voor continuïteit; leerlingen zijn altijd iets aan het schrijven. Tip Op de website krijgen leerlingen elke week online een schrijfopdracht. De computer geeft feedback. Pas als de leerlingen een bepaald aantal teksten hebben geschreven, mogen ze door naar het volgende level. Dit zorgt ervoor dat leerlingen, zonder al te veel nakijkwerk, schrijfkilometers kunnen maken. 52

54 53

55 Dia 23 Verdeel de deelnemers in duo s. Aan de hand van de instructies van dia 21 gaan zij drie schrijfopdrachten met elkaar vergelijken. Wat is goed? Wat is minder goed? Maar ook: hoe zien de schrijfopdrachten van hun vak eruit? Zie bijlagen 4, 5 en 6: Opdracht ingezonden brief, Opdracht maatschappijleer, Opdracht aardrijkskunde. Deelnemers kunnen ook hun eigen schrijfopdrachten van hun vak meenemen om meteen de praktijk aan het geleerde te kunnen toetsen. 54

56 55

57 Dia 24 Eén van de interventies uit het onderzoeksproject van CPS (2012) is het maken van een schrijfplan. Hierover wordt in het onderzoekverslag het volgende geconstateerd: Uit de enquêtes blijkt dat de meeste leerlingen (75 procent) niet of nauwelijks een schrijfplan maken. Uit het literatuuronderzoek weten we dat een schrijfproduct alleen succesvol kan zijn als de schrijver bewust heeft nagedacht over de boodschap die hij aan de lezer wil overbrengen. Het maken van een schrijfplan, in welke vorm dan ook, is volgens onderzoekers cruciaal voor het welslagen van het schrijfproces. Leerlingen geven in de enquête aan dat zij onvoldoende in staat zijn om een schrijfplan te maken, maar laten ook weten dat zij niet hebben geleerd hoe zij dat moeten doen. Dit komt overeen met de bevindingen uit het literatuuronderzoek. Deze constatering heeft geleid tot de ontwikkeling van een interventie die is gericht op het maken van een schrijfplan. Op deze dia staat een voorbeeld van een schrijfplan van een leerling. Een mogelijk vervolg van deze training kan zijn dat alle docenten bij elke schrijftaak gebruik gaan maken van het bijgevoegde format voor een schrijfplan. Uiteraard zijn andere vormen ook mogelijk. Zie hiervoor bijlage 7: Format schrijfplan. Tip Bij het werken met een schrijfplan kan de docent aandacht besteden aan verschillen tussen leerlingen. Sommige leerlingen werken als architecten; ze maken vooraf een plan voor hun tekst en voeren dat daarna uit. Andere leerlingen werken meer als beeldhouwers; ze gaan meteen een tekst bouwen en zullen tijdens en na het schrijven moeten hakken, schaven en versieren. (B. Meijer, persoonlijke communicatie, 23 mei 2013) Tip Laat het schrijfplan goedkeuren voordat de leerling begint met schrijven. Men kan ook het schrijfplan laten beoordelen, zodat deze stap in het schrijfproces voor leerlingen zichtbaar gewaardeerd wordt. Tip Begeleid leerlingen klassikaal naar hun eigen schrijfplan. Maak eerst het onderwerp bespreekbaar en stel tussendoor vragen als: Dus als dit het onderwerp is, waar zou je dan over willen schrijven? of Wat zou je in de inleiding willen schrijven?. Laat leerlingen hier ook over in gesprek gaan met elkaar. 56

58 57

59 Dia 25 Tijdsduur van dia s 25-29: 25 minuten. Deze fase kost tijd. Wie kent niet het staren naar het beeldscherm, het eindeloos knippen en plakken van fragmenten en het goochelen met de volgorde van passages. Omdat leerlingen over het algemeen weinig geoefende schrijvers zijn, kunnen zij de hulp van de docent tijdens het schrijven goed gebruiken. Het is goud waard als er iemand meekijkt wanneer je met de structuur van je tekst worstelt of als iemand je uit een writersblock haalt door een andere invalshoek aan te reiken. Ook wanneer leerlingen de tekst thuis of buiten de les schrijven, is het goed om hulpmomenten of feedbackmomenten voor hen te organiseren. (Van Deelen-Meeng, Fransen, Groenewegen, Hardeveld, Kouwets & Slijpen, 2012) Leerlingen moeten weten waar ze op beoordeeld worden en wat ze met deze schrijfopdracht leren. En bij leren hoort een goede instructie: leren hoe je iets moet doen/aanpakken. Is opbouw belangrijk? Geef instructie over hoe je een tekst goed opbouwt. Is het gebruik van de juiste bronnen belangrijk? Geef daar instructie over. Onderzoek heeft uitgewezen dat het goed is te werken met zogenoemde mentorteksten. Dit zijn voorbeeldteksten die de leerlingen houvast bieden door goede en slechte voorbeelden te geven. Door het zien van andere teksten worden leerlingen beter in het schrijven van dezelfde soort teksten. Schrijfcoaching is het begeleiden van leerlingen tijdens het schrijven. De docent is aanspreekpunt bij een writer s block, maar controleert ook tijdens het schrijven bij individuele leerlingen hoe het gaat met schrijven. Dit doet hij/zij ook tijdens de revisiefase. Gebruik hierbij het schrijfplan van de leerling als leidraad. Maak gebruik van schrijfkaders. Ook deze geven leerlingen houvast in structureel schrijven en gedachten ordenen. Zie volgende dia. Las een inspiratiemoment in waarop leerlingen (eventueel klassikaal) elkaar kunnen inspireren. Ze stellen elkaar vragen als Hoe begin jij?, Wat schrijf jij in de inleiding?. 58

60 59

61 Dia 26 Leerlingen realiseren zich vaak niet dat er verschillende manieren van schrijven zijn, en dat de ene manier goed bij de ene situatie of het ene doel past, maar niet bij een andere (Gottschalk & Hjortshoj, 2003). Leerlingen kunnen inzicht krijgen in verschillende stijlen en tekststructuren door voorbeeldteksten te bekijken waarin verschillende stijlen en structuren worden gebruikt (Graham & Perin, 2007). Vakdocenten kunnen hierbij helpen door voorbeelden te geven van teksten uit hun vakgebied. Ze kunnen dan met de leerlingen analyseren welke kenmerken er in die teksten zitten, en bespreken waarom die kenmerken goed bij dat vakgebied of de specifieke situatie passen. Ook kunnen ze gezamenlijk kijken naar de opbouw en structuur van de tekst en bespreken waarom die gebruikt wordt. Vervolgens kunnen leerlingen de stijlkenmerken en structuren die zij uit de voorbeeldteksten hebben gehaald, zelf toepassen wanneer ze een tekst voor een vak gaan schrijven. (Van Deelen-Meeng, Fransen, Groenewegen, Hardeveld, Kouwets & Slijpen, 2012) Uiteraard worden hier voorbeeldteksten van het eigen vak bedoeld. Door te praten over wat een tekst goed maakt of juist minder goed, worden leerlingen ook vaardiger in het kijken naar een tekst. Die vaardigheid hebben ze nodig om uiteindelijk hun eigen tekst te kunnen reviseren. Daarnaast is het goed om leerlingen te leren hoe zij elkaar feedback kunnen geven. Wellicht zijn leerlingen al bekend met het geven van zogenoemde tips en tops. 60

62 61

63 Dia 27 Schrijfkaders kunnen voor elk vak gemaakt worden. Zo leren leerlingen welke zinsstructuren horen bij welke vakinhoud. Laat deelnemers ook eens kijken naar de voorbeeldschrijfkaders in de bijlagen. (Zie bijlage 8: Schrijfkaders.) 62

64 63

65 Dia 28 Vraag deelnemers of zij aanvullingen hebben op deze lijst. 64

66 65

67 Dia 29 Het is belangrijk dat deelnemers hun bevindingen en aanpassingen met elkaar uitwisselen. 66

68 67

69 Dia 30 Tijdsduur van dia s 30-31: 5 minuten. Deze afsluiting dient ter evaluatie van de bijeenkomst. Laat deelnemers vooral ook de antwoorden op deze twee vragen met elkaar uitwisselen. 68

70 69

71 Dia 31 Deze opdracht is huiswerk voor bijeenkomst 2. Vier belangrijke aspecten uit deze bijeenkomst komen hierin terug. Er zijn verschillende opties bij deze opdracht: twee docenten van hetzelfde vak maken samen een schrijfopdracht voor hun vak, per sectie wordt er een opdracht gemaakt, per leerjaar wordt er een opdracht gemaakt. Let er wel op dat alle deelnemers actief bij deze opdracht betrokken kunnen zijn en dat er na deze opdracht genoeg materiaal is om te kunnen bespreken in bijeenkomst 2. 70

72 Bijeenkomst 2 Tijdsduur: 120 minuten Benodigd materiaal per deelnemer: Bijlage 9. Beoordelingsmodel voor lesvoorbereiding schrijftaak Bijlage 10. Voorbeeldrubric betoog Bijlage 11. Betoog Leerling A Bijlage 12. Betoog Leerling B Bijlage 13. Correctiemodel voor docenten Deelnemers nemen mee: de huiswerkopdracht van bijeenkomst 1, schrijfproducten van leerlingen 71

73 72

74 Dia 32 Tijdsduur van deze bijeenkomst: 120 minuten. Dit is de presentatie voor de tweede bijeenkomst van de trainingsmodule Beter schrijven in alle vakken. Uiteraard kan de duur van de bijeenkomsten afhangen van het team. Mogelijk heeft het team al meerdere trainingen rond dit thema gevolgd of zijn er al vaste afspraken voor de aanpak van schrijfonderwijs gemaakt. 73

75 74

76 Dia 33 Deze bijeenkomst richt zich op de laatste twee fasen in het schrijfonderwijs: de revisiefase en de publicatiefase. De bijeenkomst en daarmee de trainingsmodule wordt afgerond met het maken van afspraken voor een schoolbrede of teambrede aanpak van schrijfonderwijs. Dit programma duurt in totaal 120 minuten. In deze presentatie is geen pauze gepland. Indien gewenst kan men na ongeveer 45 minuten een pauze inlassen (bijvoorbeeld na dia 45). De verschillende opdrachten in de module zorgen voor de nodige variatie en maken het mogelijk de bijeenkomst zonder pauze te houden. 75

77 76

78 Dia 34 Tijdsduur: 5 minuten. In de eerste bijeenkomst zijn de vier B s gepresenteerd. Laat de deelnemers de vragen op de dia met elkaar bespreken om zo het geleerde van bijeenkomst 1 op te halen. 77

79 78

80 Dia 35 Tijdsduur: 10 minuten. De deelnemers hebben in de eerste bijeenkomst een huiswerkopdracht gekregen waarbij ze een schrijfopdracht moesten maken. Deze schrijfopdrachten kunnen nu in duo s worden uitgewisseld en besproken. Deelnemers kunnen hierbij gebruik maken van het beoordelingsmodel in de bijlage. (Zie hiervoor bijlage 9: Beoordelingsmodel voor lesvoorbereiding schrijftaak.) Later in deze workshop zal blijken dat dit beoordelingsmodel een versimpelde versie is van een rubric; één van de interventies in het onderzoeksproject Schrijfvaardigheid in de overgang van havo naar hoger onderwijs (Van Deelen-Meeng, Fransen, Groenewegen, Hardeveld, Kouwets & Slijpen, 2012). 79

81 80

82 Dia 36 Tijdsduur van dia s 38-44: 30 minuten. In de revisiefase herlezen en herschrijven leerlingen (delen van) hun tekst. Zij reflecteren op hun werk met behulp van een beoordelingsmodel, vragen klasgenoten om feedback en/of krijgen feedback van de docent. Het is van belang dat leerlingen hulp krijgen bij de revisie. Geef leerlingen een of twee punten waarop ze speciaal moeten letten of vraag hen zelf hun ontwikkelpunt noemen. Wanneer leerlingen elkaars werk becommentariëren, is het van belang dat zij hierbij worden geholpen. Wijs hen bijvoorbeeld op de twee belangrijkste zaken waarop ze moeten letten en bespreek feedbackregels. (Van Deelen-Meeng, Fransen, Groenewegen, Hardeveld, Kouwets & Slijpen, 2012) Tip Zorg vooraf voor een duidelijk beoordelingsmodel. Maakt u gebruik van een rubric, kies dan een beperkt aantal onderdelen waarop u de teksten van de leerlingen beoordeelt. Tip Geef eens een bonuspunt voor creatief schrijven. Tip Laat leerlingen hun eigen of elkaars tekst proeflezen. Reik hen hierbij enkele onderdelen van de rubric aan als aandachtspunten. Tip Geef gericht commentaar op de tekst. Een goede manier is om de leerling vanuit het perspectief van de beoogde lezer feedback te geven over hoe u het schrijfproduct hebt ervaren. 81

83 82

84 Dia 37 Op deze dia staan enkele tips voor het bespreken van teksten in de revisiefase. Tijdens de tekstbespreking reflecteert de leraar samen met de leerlingen op een tekst met als doel het beter maken van de tekst. De tekstbespreking moet de leerlingen prikkelen en handvatten bieden om de eigen tekst beter te maken en te herschrijven. (Van Hardeveld, Fiori & Korstanje, 2012) Het is het handigst wanneer er wordt gewerkt met één beoordelingsformulier dat toepasbaar is in alle vakken. Hoe vaker leerlingen elkaars tekst nakijken, hoe beter ze hierin worden. Wanneer leerlingen overal hetzelfde formulier gebruiken, leren ze hier dus extra snel mee werken. De docent hoeft dan weinig of geen tijd te besteden aan uitleg over het gebruik van het beoordelingsformulier. De docent kan kiezen of hij alle of alleen bepaalde categorieën van het beoordelingsformulier in laat vullen door de leerlingen. De leerling kan zijn eigen tekst proeflezen, maar leerlingen kunnen ook elkaars tekst proeflezen. Als de leerling zijn eigen tekst moet proeflezen, kan de docent de leerling de tip geven om de tekst hardop te lezen. Wanneer de leerling de tekst hoort, vallen vreemde zinnen of herhaling van woorden eerder op. Om er zeker van te zijn dat het reviseren echt plaatsvindt, kan de docent de leerlingen de opdracht geven om elkaars tekst te lezen en te becommentariëren. Het is dan handig als de docent beoordelingsformulieren uitdeelt, waardoor de l eerlingen weten waar ze naar moeten kijken in een tekst. Dit voorkomt vage commentaren waar de schrijver niets mee kan. Tip Laat leerlingen hun feedback opschrijven. Dat zorgt ervoor dat zij meer terug zullen geven dan: Ik vind het goed. Tip Laat leerlingen opschrijven wie de tekst heeft geschreven en wie de tekst heeft gereviseerd. Zo wordt het resultaat een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Tip Geef leerlingen de tip hun tekst hardop te lezen of door iemand anders voor te laten lezen. 83

85 84

86 Dia 38 Op deze dia staan voorbeelden van feedback op schrijfproducten van leerlingen. Wat is het verschil tussen voorbeeld 1 en de voorbeelden 2 en 3? Bespreek dit met de deelnemers. Feedback geven vanuit jouw rol als lezer, in plaats van de rol als docent. Schrijven doe je immers voor de lezer, dus als de lezer geen goede ervaring heeft met de tekst, dan moet de tekst verbeterd worden. Ook leerlingen kunnen elkaar feedback geven vanuit de rol als lezer. Een goede manier om op een tekst te reageren is vanuit de rol van de lezer (MacArthur, Graham & Fitzgerald, 2006). De docent beschrijft dan wat hij ervoer tijdens het leesproces. Hij schrijft bijvoorbeeld: Ik verwachtte een onderbouwing bij deze mening, maar die was er niet of in dit gedeelte werd ik overspoeld met informatie. Ook kan hij vragen stellen, zoals: Wat is de connectie tussen deze paragrafen? Op deze manier beschrijft de docent niet precies wat er veranderd moet worden en legt hij de verantwoordelijkheid voor het reviseren bij de leerling. De leerling wordt op weg geholpen, maar moet zelf nadenken over aanpassingen. Dergelijk commentaar zorgt ervoor dat de leerling leert zijn eigen tekst kritischer te bekijken. Het is belangrijk dat de docent niet te veel commentaar geeft. Dit kan overweldigend zijn voor de leerling. Als er erg veel mis is met een tekst, is het beter als de docent in zijn commentaar focust op de gebieden die het meest problematisch zijn of waar in de voorafgaande lessen het meest aandacht aan is besteed. Om er zeker van te zijn dat de leerling iets met het commentaar doet en ervan leert, kan de docent de leerling vragen om een verbeterde versie in te leveren. (Van Deelen-Meeng, Fransen, Groenewegen, Hardeveld, Kouwets & Slijpen, 2012) Bij het feedback geven kunnen heel goed vragen worden gesteld. Vraag een leerling bijvoorbeeld waarom hij voor een bepaald stuk/bepaalde opbouw heeft gekozen en wat hij met iets bedoelt. 85

87 86

88 Dia 39 Het beoordelingsmodel voor de schrijfopdracht aan het begin van bijeenkomst 1 was een voorbeeld van een rubric. Hieronder staat een praktische toelichting uit het onderzoeksproject van CPS. Op de volgende dia is de opbouw van een rubric schematisch weergegeven. De ontwikkelde rubric is zowel door leerlingen/studenten als door docenten te gebruiken bij het beoordelen van schrijfopdrachten. Leerlingen kunnen hun eigen werk of dat van groepsgenoten beoordelen met behulp van de rubric. De rubric geeft hen handvatten om te reflecteren op het eigen werk of feedback te geven aan groepsgenoten: Ik ontdek tien spelfouten in jouw werk, daarom geef ik je drie punten in die categorie. Je moet de spelling in jouw werk nog eens goed controleren, je maakt de meeste fouten in werkwoordspelling. Het is noch voor leerlingen/studenten noch voor docenten aan te raden om de rubric in zijn geheel te gebruiken bij het geven van feedback of een beoordeling. Het gebruik als geheel zou veel te veel tijd nemen. Docenten kunnen hun leerlingen bijvoorbeeld de aanwijzing geven: Bij het werk dat je in moet leveren op (datum) let ik op spelling en op de opbouw van je werk. Kijk dus van tevoren in de rubric hoe jij jouw eigen werk beoordeelt op deze criteria. In deze vorm is de rubric een instrument om in de lessen in te zetten en een instrument om een huiswerkopdracht (controleer je eigen of elkaars werk) aan te koppelen. Een terugkoppeling van een dergelijke (huiswerk)opdracht aan leerlingen/studenten zou kunnen zijn het maken van een inventarisatie van wat er in de groep hoe vaak fout ging. Dat geeft zowel de leerlingen/studenten als de docent informatie over welke onderdelen nog niet of juist wel beheerst worden. Bij zo n klassikale inventarisatie van wat goed ging en wat niet kan de docent bepalen hoeveel extra instructie hij gaat geven over een zeker schrijfonderdeel. De docent kan onderdelen van de rubric ook gebruiken om werk van leerlingen/ studenten te beoordelen. Nadat onderwijs is gegeven over een bepaalde vakinhoud wordt bijvoorbeeld van leerlingen/studenten gevraagd hierover een schrijfopdracht in te leveren. Deze schrijfopdracht wordt dan niet alleen beoordeeld op correcte vakinhoud, maar ook op schrijfonderdelen. Over de onderdelen die beoordeeld worden, moet de docent vooraf instructie hebben gegeven. Leerlingen/studenten moeten dus weten hoe zwaar het schrijfonderdeel weegt in de beoordeling ten opzichte van de vakinhoud en welk schrijfonderdeel precies meeweegt in de beoordeling. (Van Deelen-Meeng, Fransen, Groenewegen, Hardeveld, Kouwets & Slijpen, 2012) 87

89 88

90 Dia 40 In het onderzoeksproject Schrijfvaardigheid in de overgang van havo naar hoger onderwijs is aan leerlingen van enkele scholen een schrijfopdracht gegeven in het kader van het vak Nederlands. Voor de beoordeling hiervan is een rubric ontworpen. Zie bijlage 10: Voorbeeldrubric betoog. Geef duidelijk aan dat het hierbij gaat om een rubric voor het vak Nederlands. Voor het gebruik binnen andere vakken is een versimpelde versie nodig met minder criteria. 89

91 90

92 Dia 41 Deze cartoon ( geeft de toegevoegde waarde weer van rubrics als beoordelingsinstrumenten. Bespreek de betekenis van deze cartoon kort met de deelnemers. 91

93 92

94 Dia 42 In het onderzoeksproject Schrijfvaardigheid in de overgang van havo naar hoger onderwijs hebben leerlingen van enkele scholen betogen geschreven. In de bijlage zijn twee van deze betogen opgenomen (zie bijlagen 11 en 12: Betoog Leerling A en Betoog Leerling B ). Deelnemers kunnen aan de hand van de voorbeeldrubric in de bijlagen de beide betogen beoordelen. Daarna bespreken zij in duo s de vragen onder aan de dia. 93

95 94

96 Dia 43 Tijdsduur: 5 minuten. Bij deze dia is het de bedoeling een discussie te ontlokken over het gebruik van rubrics als volgsysteem. Hoe zouden deze ingezet kunnen worden om de voortgang van leerlingen te volgen? Enkele ideeën: leerlingen houden een schrijfdossier/schrijfportfolio bij, laat leerlingen hun eigen leerpunten formuleren naar aanleiding van eerder ingevulde rubrics, de focus kan per product op een ander criterium in de rubric liggen; niet alle criteria hoeven tegelijk beoordeeld te worden! maak bijvoorbeeld afspraken over schoolbrede of sectiebrede rubrics. 95

97 96

98 Dia 44 Tijdsduur van dia s 46-49: 30 minuten. Pas in de publicatiefase besteden we aandacht aan spelling en grammatica. Het is belangrijk dat elke docent in de beoordeling van geschreven teksten let op spelling/grammatica, maar waarom? Laat deelnemers hierover discussiëren. Uit onderzoek blijkt dat leerlingen nauwelijks de link leggen tussen dat wat ze leren bij Nederlands en dat wat ze bij andere vakken schrijven. Ze vinden het ook niet leuk/eerlijk als andere docenten nakijken op taal, want het gaat toch om geschiedenis, niet om taal?!. In het vervolgonderwijs en in de latere beroepscontext speelt taalverzorging hoogstwaarschijnlijk altijd een rol. Het is daarom belangrijk dat leerlingen leren dat taalverzorging onderdeel is van élke schrijftaak en dat ze daar altijd (in welke mate dan ook) op beoordeeld worden. Uit de nulmeting blijkt dat docenten en leerlingen taalverzorging erg belangrijk vinden. Het lijkt erop dat het niveau van de taalverzorging grote invloed heeft op de waardering van het schrijfwerk. Hoewel taalverzorging volgens de literatuur pas in de laatste fase van het schrijfproces, in de publicatiefase, een punt van aandacht is, blijkt uit hetzelfde literatuuronderzoek dat goede schrijvers vanaf het begin van hun schrijven automatisch aandacht besteden aan taalverzorging. Uit de nulmeting blijkt dat noch docenten noch leerlingen/studenten tevreden zijn over de taalverzorging van studenten en leerlingen. Zij constateren dat zij de taalverzorging niet voldoende hebben geautomatiseerd. Met name uit de interviews blijkt dat leerlingen baat hebben bij continue controle van hun taalverzorging. Deze constateringen hebben geleid tot de ontwikkeling van een interventie op het gebied van taalverzorging. (Van Deelen-Meeng, Fransen, Groenewegen, Hardeveld, Kouwets & Slijpen, 2012) Tip Laat leerlingen hun schrijfproduct online publiceren met behulp van de website Het is een makkelijke tool om bijvoorbeeld een werkstuk in tijdschriftvorm online te zetten. 97

99 98

100 Dia 45 Tips voor de toepassing: Begin klein: besteed om te beginnen aandacht aan taalverzorging bij enkele andere vakken dan Nederlands/taalbeheersing (en niet meteen bij alle vakken). Betrek leerlingen/studenten bij het invoeren van maatregelen rondom taalverzorging. Zij vinden taalverzorging belangrijk en hebben daarover dus wellicht ideeën. Besluit samen (docenten die de interventie gaan uitvoeren) wat de consequenties zijn van een slechte taalverzorging of juist van een goede taalverzorging, bijvoorbeeld bonuspunt, een opdracht(je) minder inleveren, cijfer afronden naar boven, plusje op het rapport voor taalverzorging of eervolle vermelding op de site/het prikbord/het studentenblad. Belonen werkt beter dan straffen. Maak afspraken over de wijze van nakijken en gebruik dezelfde codering om fouten in teksten aan te geven (bijvoorbeeld een s je voor spelling en een p tje voor interpunctie). Let ook bij andere schriftelijke correspondentie op taalverzorging: retourneer bijvoorbeeld mails met teveel fouten met het verzoek de tekst eerst te verbeteren. Leer leerlingen/studenten hun teksten te reviseren door twee maal te becijferen. Ze krijgen twee kansen om hun werk in te leveren en het gemiddelde van deze cijfers telt. Maak gebruik van modeling (hardop denkend voordoen). Bijvoorbeeld: Hoe schrijf ik het woord paardenbloem? Het woord bestaat uit twee stukjes, het is een samenstelling. Bloem schrijf ik zoals ik het hoor, maar is het nu paarde of paarden? Ik weet dat er een regel bestaat voor woorden met een tussen-n, maar ik weet niet meer hoe die luidt. Ik zoek de regel even op, op de site van de taalunie. Het voorbeeldgedrag van docenten is belangrijk. Zorg ervoor dat uw eigen teksten foutloos zijn. Zorg zo nodig voor een opfriscursus voor docenten. (Van Deelen-Meeng, Fransen, Groenewegen, Hardeveld, Kouwets & Slijpen, 2012) 99

[DIA MET TITEL+COVER HIER]

[DIA MET TITEL+COVER HIER] [DIA MET TITEL+COVER HIER] Bijeenkomst 1 Beter schrijven in alle vakken Programma Aanleiding Schrijven in fasen Oriëntatiefase Opdrachtfase Schrijffase Revisiefase en publicatiefase (bijeenkomst 2) Voorwerk

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 De vijf fasen van het schrijfproces

Hoofdstuk 5 De vijf fasen van het schrijfproces Hoofdstuk 5 De vijf fasen van het schrijfproces Een geoefend schrijver lijkt zijn teksten zo uit zijn mouw te schudden. Of dat ook zo is, weten lezers lang niet altijd. Wie weet hoeveel moeite en tijd

Nadere informatie

Werken met tussendoelen in de onderbouw

Werken met tussendoelen in de onderbouw Laura Punt 2013 Werken met tussendoelen in de onderbouw Interactief lees- en schrijfonderwijs Inhoud Het waarom en het wat van tussendoelen Aansluiting tussen po en vo Werken met tussendoelen Voorbeelden

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) week 11-12 maart 2012 - hardop-denktekst schrijven B Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet.

Nadere informatie

Een overtuigende tekst schrijven

Een overtuigende tekst schrijven Een overtuigende tekst schrijven Taalhandeling: Betogen Betogen ervaarles Schrijftaak: Je mening geven over een andere manier van herdenken op school instructieles oefenlesles Lesdoel: Leerlingen kennen

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet. Het voordoen (modelen) van het schrijven van

Nadere informatie

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Inleiding De checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die moeten leren schrijven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht

Nadere informatie

Schrijven groep 7-8. Didactische richtlijnen

Schrijven groep 7-8. Didactische richtlijnen Schrijven groep 7-8 Leerdoelen De leerlingen schrijven allerlei soorten teksten, waaronder verhalende, informatieve, directieve, beschouwende en argumentatieve teksten herkennen en gebruiken kenmerken

Nadere informatie

De Referentieniveaus Taal. BAVO Eemlanden 14 maart 2012

De Referentieniveaus Taal. BAVO Eemlanden 14 maart 2012 De Referentieniveaus Taal BAVO Eemlanden 14 maart 2012 2 Wat komt aan de orde? Aanleiding tot de referentieniveaus Wat zijn referentieniveaus? Status en ontwikkelingen rond de referentieniveaus Referentieniveaus

Nadere informatie

Doorlopende leerlijnen taal: ervaringen met 3 scholen

Doorlopende leerlijnen taal: ervaringen met 3 scholen Ronde 5 Bert de Vos APS, Utrecht Contact: b.devos@aps.nl Doorlopende leerlijnen taal: ervaringen met 3 scholen 1. Over de drempels met taal Het rapport Over de drempels met taal is al ruim een jaar oud.

Nadere informatie

KWALITEITSKAART. Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: PO / SO / SBO. Uitgeverij en website Malmberg, Den Bosch 073 628 88 11

KWALITEITSKAART. Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: PO / SO / SBO. Uitgeverij en website Malmberg, Den Bosch 073 628 88 11 KWALITEITSKAART Taal actief Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: PO / SO / SBO Uitgeverij en website Malmberg, Den Bosch 073 628 88 11 www.malmberg.nl www.taalactief.nl Eerste uitgave

Nadere informatie

Kinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl

Kinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl Kinderen leren schrijven www.taalvorming.nl Uitgangspunten van taalvorming Taalvorming is een lang bestaande werkwijze die je ook kunt zien als schrijfdidactiek werken vanuit eigen ervaringen samenhang

Nadere informatie

TULE inhouden & activiteiten Nederlands. Kerndoel 8. Toelichting en verantwoording

TULE inhouden & activiteiten Nederlands. Kerndoel 8. Toelichting en verantwoording TULE - NEDERLANDS KERNDOEL 8 130 TULE inhouden & activiteiten Nederlands Kerndoel 8 De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 13 oktober 2016 De rol van schrijven om te leren

Nationaal congres Taal en Lezen. 13 oktober 2016 De rol van schrijven om te leren Nationaal congres Taal en Lezen 13 oktober 2016 De rol van schrijven om te leren WWW.CPS.NL Contactgegevens Tseard Veenstra t.veenstra@cps.nl 06 55168626 Tseard Veenstra 1974 1977 2008 Taal, Groepen, Samen

Nadere informatie

Methodeanalyse Talent

Methodeanalyse Talent Methodeanalyse Talent Wij hebben gekozen voor de methode Talent. Voornamelijk omdat Tessa en Wouter er veel mee hebben gewerkt. Wouter en Tessa hebben wel hele verschillende ervaringen met de methode.

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs WWW.CPS.NL

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs WWW.CPS.NL Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs WWW.CPS.NL Contactgegevens Tseard Veenstra t.veenstra@cps.nl 06 55168626 Is spellingonderwijs nog relevant als we met behulp

Nadere informatie

Voorlichtingstijdschrift maken over leefstijl Preventie en Gezondheidsvoorlichting

Voorlichtingstijdschrift maken over leefstijl Preventie en Gezondheidsvoorlichting Voorlichtingstijdschrift maken over leefstijl Preventie en Gezondheidsvoorlichting Opleiding: Verzorgende IG / Verpleegkunde Cohort: 2016-2017 Mijlpaal: 2 Auteurs: R. de Graaff en J. van der Veen 1 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

BIJLAGEN DOCENTENHANDLEIDING. Doel van de lessenserie

BIJLAGEN DOCENTENHANDLEIDING. Doel van de lessenserie BIJLAGEN DOCENTENHANDLEIDING Doel van de lessenserie De lessenserie is ontworpen met het oog op inzicht te geven over het schrijfproces. Als de leerlingen nu weten hoe een tekst te schrijven en die kennis

Nadere informatie

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO Student: Vincent van der Maaden, MSc Studentnummer: 5783070 Opleiding: Interfacultaire lerarenopleiding, UvA Vakgebied: Aardrijkskunde

Nadere informatie

Methodeanalyse. Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taaljournaal PO / SO / SBO. Uitgeverij en website Malmberg, Den Bosch

Methodeanalyse. Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taaljournaal PO / SO / SBO. Uitgeverij en website Malmberg, Den Bosch Methodeanalyse Stelonderwijs; Taaljournaal Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taaljournaal PO / SO / SBO Uitgeverij en website Malmberg, Den Bosch www.malmberg.nl www.taaljournaal.nl

Nadere informatie

Programma. Presentatie: Aanleiding project en boek Inleiding boek Via knelpunten naar aanbevelingen en acties Warming up: wat doe jíj dit jaar?

Programma. Presentatie: Aanleiding project en boek Inleiding boek Via knelpunten naar aanbevelingen en acties Warming up: wat doe jíj dit jaar? Programma Presentatie: Aanleiding project en boek Inleiding boek Via knelpunten naar aanbevelingen en acties Warming up: wat doe jíj dit jaar? In groepen: Terugkoppeling uit de groepen: Cooling down: wat

Nadere informatie

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding Checklist Presentatie geven 2F - handleiding Inleiding De checklist Presentatie geven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een presentatie moeten kunnen geven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht

Nadere informatie

Training. Vergaderen

Training. Vergaderen Training Vergaderen Halide Temel 1-5-2014 Inhoudsopgave Inleiding 3 Doelen 4 Deelnemers 4 Werkvormen 4 Programma 4 Voorstellen & introductie 5 Opdracht Luciferspel 6 Theorie 7 Opdracht - Vergaderen 12

Nadere informatie

Nederlands in Uitvoering

Nederlands in Uitvoering Nederlands in Uitvoering Leerjaar 1 Sport & spel Een mondelinge instructie begrijpen Algemene modulegegevens Leerjaar: 1 Taaltaak: Een mondelinge instructie begrijpen Thema: Sport & spel Leerstijlvariant:

Nadere informatie

Methodeanalyse. Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taal in beeld PO / SO / SBO. Uitgeverij en website Zwijsen, Tilburg

Methodeanalyse. Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taal in beeld PO / SO / SBO. Uitgeverij en website Zwijsen, Tilburg Methodeanalyse Stelonderwijs; Taal in beeld Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taal in beeld PO / SO / SBO Uitgeverij en website Zwijsen, Tilburg www.zwijsen.nl www.taalinbeeld.nl Eerste

Nadere informatie

Schrijven getoetst, en dan? Judith Richters BV-NT2 conferentie

Schrijven getoetst, en dan? Judith Richters BV-NT2 conferentie Schrijven getoetst, en dan? Judith Richters 21-05-2016 BV-NT2 conferentie 1-7-2016 1 Inhoud Voorstellen Rondje verwachtingen/vragen Waar vallen NT2 ers op uit in het mbo-hbo? Waarop beoordeelt u schrijven?

Nadere informatie

Werken aan onderwijskwaliteit. Referentieniveaus Taal. Mienke Droop, Heleen Strating, EN Gert Gelderblom, PO-Raad

Werken aan onderwijskwaliteit. Referentieniveaus Taal. Mienke Droop, Heleen Strating, EN Gert Gelderblom, PO-Raad Werken aan onderwijskwaliteit met de Referentieniveaus Taal Mienke Droop, Heleen Strating, EN Gert Gelderblom, PO-Raad Taal Invoeren van referentieniveaus leidt tot verlaging van het niveau, omdat men

Nadere informatie

KWALITEITSKAART. Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taal op maat PO / SO / SBO

KWALITEITSKAART. Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taal op maat PO / SO / SBO KWALITEITSKAART Taal op maat Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taal op maat PO / SO / SBO Uitgeverij en website Wolters-Noordhoff, Houten 030 638 34 41 www.woltersnoordhoff.nl www.taalopmaat.nl

Nadere informatie

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Inleiding De checklist Gesprek voeren 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een gesprek moeten kunnen voeren op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht hoe de

Nadere informatie

Een overtuigende tekst schrijven

Een overtuigende tekst schrijven Een overtuigende tekst schrijven Taalhandeling: Betogen Betogen ervaarles Schrijftaak: Een betogende tekst schrijven over gemengd sporten. instructieles oefenles Lesdoel: Leerlingen kunnen de SLAKstrategie

Nadere informatie

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER BOL PBGZ 12 / PBSD 9 Coördinatie, kwaliteit en voorlichting, profielfase Cohort 2016 2019 kwartiel 11 INSTROOMVEREISTEN:

Nadere informatie

Voor ons als leermiddelenontwikkelaars dienden zich twee hoofdvragen aan:

Voor ons als leermiddelenontwikkelaars dienden zich twee hoofdvragen aan: Ronde 6 Paul de Maat & Marianne Molendijk CED-groep Contact: P.demaat@cedgroep.nl M.Molendijk@cedgroep.nl Actueel Schrijven. Teksten leren schrijven bij Nieuwsbegrip 1. Inleiding Schrijven is de moeilijkste

Nadere informatie

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling Deze schrijfles sluit aan bij het Nieuwsbegriponderwerp van deze week: Vuurwerk bij Oud en Nieuw. De schrijftaak

Nadere informatie

Didactische richtlijnen

Didactische richtlijnen Didactische richtlijnen Voor leerkrachten om modern, activerend en geïntegreerd schrijfonderwijs te geven Methodeonafhankelijk Richtlijn 1: Zorg voor een moderne en functionele schrijfopdracht Richtlijn

Nadere informatie

Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren

Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren 1. Inleiding Een mobiele telefoon; niet meer weg te denken uit de broekzak van elke scholier. In deze opdracht kijken de leerlingen naar een

Nadere informatie

LUISTERVAARDIGHEID EN

LUISTERVAARDIGHEID EN LUISTERVAARDIGHEID EN SCHRIJFVAARDIGHEID IN DE ISK Goede zinnen schrijven vind ik best moeilijk. Lies Alons Bijeenkomst 8-15 november 2016 DOELEN VANDAAG 1. Je kijkt nog een keer naar luistervaardigheid

Nadere informatie

KWALITEITSKAART. Het onderwijs in het schrijven van teksten (stellen) Stelonderwijs; Basiskaart

KWALITEITSKAART. Het onderwijs in het schrijven van teksten (stellen) Stelonderwijs; Basiskaart KWALITEITSKAART Stelonderwijs; Basiskaart Het onderwijs in het schrijven van teksten (stellen) PO Belangrijk! Goed leren schrijven is belangrijk. Om in de maatschappij te kunnen functioneren, moeten leerlingen

Nadere informatie

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: > Categorieën De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: 1 > Poten, vleugels, vinnen 2 > Leren en werken 3 > Aarde, water,

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP PANTA RHEI. Onderzoeksnummer :

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP PANTA RHEI. Onderzoeksnummer : RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP PANTA RHEI School : Panta Rhei Plaats : Almere BRIN-nummer : 12QK Onderzoeksnummer : 112991 Datum schoolbezoek : 15 mei 2009 Datum vaststelling

Nadere informatie

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent? Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt

Nadere informatie

Leerlingen beter leren schrijven

Leerlingen beter leren schrijven Leerlingen beter leren schrijven en zelf minder nakijken Naam Datum Marieken Pronk, m.pronk@aps.nl 23 januari 2015 Start Wanneer heeft u voor het laatst iets geschreven? Waar liep u toen tegen aan? Hoe

Nadere informatie

Voorstel taal- en rekenbeleid [school]

Voorstel taal- en rekenbeleid [school] Inleiding Landelijk Op 27 april 2010 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel 'Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen' aangenomen. Het wetsvoorstel treedt op 1 augustus 2010 in werking. De kern van

Nadere informatie

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn. Werkstukwijzer Deze werkstukwijzer helpt je om een werkstuk in elkaar te zetten. Je vult eerst een formulier in. Op dit formulier komt te staan waar je werkstuk over gaat en hoe je het aanpakt. Met behulp

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD School : basisschool Pater van der Geld Plaats : Waalwijk BRIN-nummer : 13NB Onderzoeksnummer : 111245 Datum

Nadere informatie

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO 21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs Maaike Rodenboog, SLO m.rodenboog@slo.nl SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Onafhankelijke, niet-commerciële positie als

Nadere informatie

Op weg naar vlammende betogen. Een doorlopende leerlijn voor spreekvaardigheid

Op weg naar vlammende betogen. Een doorlopende leerlijn voor spreekvaardigheid 10. En verder nog Ronde 4 Leontien van den Berg & Geppie Bootsma APS Contact: l.vandenberg@aps.nl g.bootsma@aps.nl Op weg naar vlammende betogen. Een doorlopende leerlijn voor spreekvaardigheid 1. Inleiding

Nadere informatie

Methodeanalyse. Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taalverhaal PO / SO / SBO. Uitgeverij en website ThiemeMeulenhoff Utrecht

Methodeanalyse. Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taalverhaal PO / SO / SBO. Uitgeverij en website ThiemeMeulenhoff Utrecht Methodeanalyse Stelonderwijs; Taalverhaal Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taalverhaal PO / SO / SBO Uitgeverij en website ThiemeMeulenhoff Utrecht www.thiememeulenhoff.nl www.taalverhaal.nl

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE VLIER

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE VLIER RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE VLIER School : Basisschool De Vlier Plaats : Winterswijk BRIN-nummer : 07SY Onderzoeksnummer : 113576 Datum schoolbezoek :

Nadere informatie

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding (Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding Aan de slag met lezen in beroepsgerichte vakken Voor de verbetering van leesvaardigheid is het belangrijk dat leerlingen regelmatig en veel lezen. Hoe krijg

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Ronde 2. Taalsgrift: wei make cheen vaute! 1. Inleiding. 2. Taalbeleid op het Alfrink College 1

Ronde 2. Taalsgrift: wei make cheen vaute! 1. Inleiding. 2. Taalbeleid op het Alfrink College 1 Ronde Ellen Koemans & Anne-Marie van der Meer Alfrink College, Zoetermeer Contact: kom@alfrink.nl mea@alfrink.nl Taalsgrift: wei make cheen vaute! 1. Inleiding Wei make cheen vaute, zeiden de leerlingen.

Nadere informatie

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen Algemene gegevens Docent Evah den Boer School Helen Parkhurst Titel lessenserie Recensie schrijven CKV/NETL Klas (en niveau) 4 vwo Aantal leerlingen

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Opbrengstgericht werken bij andere vakken Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Doel Leerkrachten kunnen een les tekenen of geschiedenis ontwerpen volgens de uitgangspunten van OGW die ze direct

Nadere informatie

Sectorwerkstuk 2012-2013

Sectorwerkstuk 2012-2013 Sectorwerkstuk 2012-2013 Namen: ---------------------------------------------------------------------------------------- Klas: -------------------- Sector: --------------------------------------------

Nadere informatie

Methodeanalyse. Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Zin in taal PO / SO / SBO. Uitgeverij en website Zwijsen, Tilburg

Methodeanalyse. Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Zin in taal PO / SO / SBO. Uitgeverij en website Zwijsen, Tilburg Methodeanalyse Stelonderwijs; Zin in taal Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Zin in taal PO / SO / SBO Uitgeverij en website Zwijsen, Tilburg www.zwijsen.nl www.taalinbeeld.nl Eerste

Nadere informatie

Al doende leren Een module voor trainers

Al doende leren Een module voor trainers Al doende leren Een module voor trainers Bijlagen: Powerpoint Een module voor trainers Handouts: Stappenplan internetgebruik (De Strategiekaart) Print van Powerpoint prestaties geld Parktijkopdrachten

Nadere informatie

Handleiding profielwerkstuk HAVO examen 2016

Handleiding profielwerkstuk HAVO examen 2016 1. INLEIDING. Handleiding profielwerkstuk HAVO examen 216 Een van de onderdelen van het schoolexamen (SE) is het profielwerkstuk (PWS). Het PWS kun je beschouwen als een uitgebreide praktische toets. Het

Nadere informatie

Project Verwenmorgen voor ouderen organiseren Groepen van 5 leerlingen Totaal: 560 minuten

Project Verwenmorgen voor ouderen organiseren Groepen van 5 leerlingen Totaal: 560 minuten Project Verwenmorgen voor ouderen organiseren Groepen van 5 leerlingen Totaal: 560 minuten Inleiding en werkwijze: De meeste ouderen vinden het leuk om samen met jongeren iets te doen. Op deze manier hebben

Nadere informatie

Bijlage l. Het ontwerpen van modulen: een format. Vooraf:

Bijlage l. Het ontwerpen van modulen: een format. Vooraf: Bijlage l Het ontwerpen van modulen: een format Vooraf: Het is altijd weer een afweging welke mate van instructie en structuur wordt ingezet bij het ontwerpen van modules. nderstaande format is sterk gestructureerd.

Nadere informatie

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT?

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? Wim Biemans Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Economie & Bedrijfswetenschappen 4 juni, 2014 2 Het doen van wetenschappelijk onderzoek Verschillende

Nadere informatie

Schrijven. Titel samenkomst 15 februari Naam van de spreker of dienst 1. Intro. Intro. Kennismaking. Aanpak. Kennismaking.

Schrijven. Titel samenkomst 15 februari Naam van de spreker of dienst 1. Intro. Intro. Kennismaking. Aanpak. Kennismaking. Schrijven Intro Kennismaking Aanpak Input, samenvatting onderzoeken Tussendoor denkoefeningen Ervaring(en) uitwisselen 2 Intro Kennismaking Aanpak Input, samenvatting onderzoeken Tussendoor denkoefeningen

Nadere informatie

Hoe een training in metacognitieve vaardigheden leerlingen en docenten helpt! Bijeenkomst 2

Hoe een training in metacognitieve vaardigheden leerlingen en docenten helpt! Bijeenkomst 2 Hoe een training in metacognitieve vaardigheden leerlingen en docenten helpt! Bijeenkomst 2 Rodica Ernst-Militaru R.Ernst@udenscollege.nl Plonie Nijhof nyh@hermannwesselinkcollege.nl Deze bijeenkomst 14:00-15:15

Nadere informatie

Talige startcompetenties Hoger Onderwijs

Talige startcompetenties Hoger Onderwijs Talige startcompetenties Hoger Onderwijs Making a difference 23 maart 2010 Wilma van der Westen Voorzitter Nederlands / Vlaams Taal als voorwaarde voor studiesucces Instrument voor de verwerving van kennis

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

De jonge onderzoeker in het VWO

De jonge onderzoeker in het VWO De jonge onderzoeker in het VWO vakgerichte onderzoeksdidactiek WON-traject Randstad 2016-2017 zesde bijeenkomst 23 februari 2017 Vincent Jonker / Freudenthal Instituut Universiteit Utrecht DE ACTUALITEIT

Nadere informatie

Spreken - Presenteren HV 1. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/52520

Spreken - Presenteren HV 1. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/52520 Spreken - Presenteren HV 1 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 21 July 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/52520 Dit lesmateriaal is gemaakt

Nadere informatie

Samenvatting en aanbevelingen van het onderzoek onderwijs & ICT voor School X

Samenvatting en aanbevelingen van het onderzoek onderwijs & ICT voor School X Samenvatting en aanbevelingen van het onderzoek onderwijs & ICT voor School X Inleiding School X is een talentschool (mensgericht) vanuit de invalshoek dat leerlingen die hun talent benutten beter presteren

Nadere informatie

Voorwoord. Veel succes met de schrijftraining! Amsterdam, februari 2012. Freek Bakker Joke Olie. 6 Voorwoord

Voorwoord. Veel succes met de schrijftraining! Amsterdam, februari 2012. Freek Bakker Joke Olie. 6 Voorwoord Voorwoord Schrijven op B2 is een takenboek dat hulp biedt bij de training in het schrijven van korte en langere teksten in het Nederlands, die geschreven moeten worden op het Staatsexamen NT2 II. Schrijven

Nadere informatie

Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2. Brainstorm maak hieronder je brainstorm inzichtelijk

Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2. Brainstorm maak hieronder je brainstorm inzichtelijk Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2 Wat? Datum? Aftrek punten paraaf? Hoofdvragen & deelvragen - ½ punt Bronnen (2 verscheidene) - 1 punt 1 e versie - 2 punten Beoordeling (klasgenoot) - ½

Nadere informatie

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo WERKVORMEN MAGAZIJN Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo Voorwoord Voor u heeft u Thema boekje 1 Wat is netwerken? Dit themaboekje is een onderdeel van de lessenserie Netwerken.

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID

VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID Maak een mindmap of schema van een tekst ga je dan doen? Naar aanleiding van een titel, ondertitel, plaatjes en of de bron van de tekst ga je eerst individueel (en

Nadere informatie

ONTWERP JE EIGEN FORMATIEVE WERKVORM

ONTWERP JE EIGEN FORMATIEVE WERKVORM ONTWERP JE EIGEN FORMATIEVE WERKVORM BESCHRIJVING OPDRACHT In deze opdracht ga je aan de slag met het ontwikkelen van en die je meteen de volgende dag in kunt zetten. Aan de hand van concrete voorbeelden

Nadere informatie

HANDLEIDING PROFIELWERKSTUK HAVO / VWO

HANDLEIDING PROFIELWERKSTUK HAVO / VWO HANDLEIDING PROFIELWERKSTUK HAVO / VWO SCHOOLJAAR 2017 2018 Inhoudsopgave Algemeen... 3 De presentatie... 3 Het logboek... 3 Begeleiding... 4 Stappenplan... 5 Oriëntatiefase... 5 Onderzoek- en ontwerpfase...

Nadere informatie

opbrengstgericht werken in en door de sectie Met leerlingen reflecteren op de (gemaakte) toets

opbrengstgericht werken in en door de sectie Met leerlingen reflecteren op de (gemaakte) toets opbrengstgericht werken in en door de sectie Met leerlingen reflecteren op de (gemaakte) toets APS en KPC-groep Colofon Deze uitgave maakt onderdeel uit van de publicatie Opbrengstgericht werkin in en

Nadere informatie

Handleiding sectoronderzoek V4 2014-2015

Handleiding sectoronderzoek V4 2014-2015 Handleiding sectoronderzoek V4 2014-2015 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Het kompas 3 2.1 Aanleiding 3 2.2 Betekenis 3 2.3 Doelen 3 2.4 Definitie van sectoronderzoek gereed 4 2.5 Waarde 4 2.6 Kompas 5

Nadere informatie

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? In groep 5-6 nemen kinderen steeds vaker werk mee naar huis. Vaak vinden kinderen het leuk om thuis aan schooldingen

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP CHRISTELIJKE BASISSCHOOL DE POORT

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP CHRISTELIJKE BASISSCHOOL DE POORT RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP CHRISTELIJKE BASISSCHOOL DE POORT School : Christelijke Basisschool De Poort Plaats : Bleiswijk BRIN-nummer : 07XM Onderzoeksnummer : 116787

Nadere informatie

Het Sectorwerkstuk 2015-2016

Het Sectorwerkstuk 2015-2016 Het Sectorwerkstuk 2015-2016 Inhoud Inleiding... 3 Het Sectorwerkstuk... 4 De opbouw... 4 De voorbereiding... 5 Het onderzoek... 6 De verwerking... 7 De presentatie... 7 Het filmpje... 7 Het werkstuk...

Nadere informatie

Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek

Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Welkom in de bibliotheek. Je gaat op ontdekking in de bibliotheek. Hierbij doe je een onderzoek naar verschillende soorten media; zoals

Nadere informatie

titel Examen Nederlands [vaardigheden en niveaus]

titel Examen Nederlands [vaardigheden en niveaus] titel Examen Nederlands [vaardigheden en niveaus] Inhoudsopgave Informatie voor alle betrokkenen 2 Examenboekje voor de kandidaat 3 Informatie voor de toetsleider 5 Informatie voor de gesprekspartner/-leider

Nadere informatie

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig. Les 1: Een Wikitekst schrijven Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken Bekijk met de klas het Jeugdjournaalfilmpje over koningin Beatrix op www.nieuwsbegrip.nl 1. Schrijf tijdens het

Nadere informatie

Paragraaf 9.7 Opdracht 15

Paragraaf 9.7 Opdracht 15 Paragraaf 9.7 Opdracht 15 Voorbeelden van verbeterde schrijfopdrachten Het eerste voorbeeld is de uitkomst van een opdracht uitgevoerd door studenten Taalwetenschap (Duale Master NT2-UvA). Concreet zag

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving De relatie tussen leesvaardigheid en de ervaringen die een kind thuis opdoet is in eerder wetenschappelijk onderzoek aangetoond: ouders hebben een grote invloed

Nadere informatie

RSC PROFIELWERKSTUK 2015 / 2016 PLAN VAN AANPAK EN LOGBOEK

RSC PROFIELWERKSTUK 2015 / 2016 PLAN VAN AANPAK EN LOGBOEK Beste leerling, RSC PROFIELWERKSTUK 2015 / 2016 PLAN VAN AANPAK EN LOGBOEK Voor je ligt het Logboek dat je gaat gebruiken bij het maken van je profielwerkstuk. Na de PWS-weken lever je een geschreven werkstuk

Nadere informatie

opbrengstgericht werken in en door de sectie Scan voor de sectie

opbrengstgericht werken in en door de sectie Scan voor de sectie opbrengstgericht werken in en door de sectie Scan voor de sectie APS en KPC-groep Colofon Deze uitgave maakt onderdeel uit van de publicatie Opbrengstgericht werkin in en door de sectie. Deze publicatie

Nadere informatie

SOK-studiedag Effectief onderwijs: de leraar doet er toe! 7 december 2012 Affligem, België

SOK-studiedag Effectief onderwijs: de leraar doet er toe! 7 december 2012 Affligem, België SOK-studiedag Effectief onderwijs: de leraar doet er toe! 7 december 2012 Affligem, België De principes van opbrengstgericht werken Linda Odenthal Opbrengstgericht werken is geen doel maar een middel!

Nadere informatie

2015 In nauw overleg met docenten Nederlands en experts wordt het vernieuwend lesmateriaal vertaald naar een vernieuwende, didactische leerlijn.

2015 In nauw overleg met docenten Nederlands en experts wordt het vernieuwend lesmateriaal vertaald naar een vernieuwende, didactische leerlijn. Het vak Nederlands Historie 2013 Malmberg voert veel gesprekken met docenten Nederlands havo en vwo bovenbouw en besluit om andere lesmethode te gaan ontwikkelen dan de huidige traditionele lesmethodes.

Nadere informatie

Lesbeschrijving Nederlands

Lesbeschrijving Nederlands Lesbeschrijving Nederlands Overzicht Leerjaar 1 VOx leerlijn nr. 1 Mondelinge taal Onderdeel nr. 1.3 Spreekvaardigheid Subonderdeel nr. 1.3.1 Spreken Lesnummer 34 Titel van de les Ik houd mijn spreekbeurt

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Een vergelijking van de verschillende methodes voor schrijven binnen taalontwikkeling

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Een vergelijking van de verschillende methodes voor schrijven binnen taalontwikkeling Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Een vergelijking van de verschillende methodes voor schrijven binnen taalontwikkeling WWW.CPS.NL Een vergelijking van de verschillende methodes voor schrijven

Nadere informatie

Studievaardigheden. BEN/LO/ADHD/14/0003j April 2014

Studievaardigheden. BEN/LO/ADHD/14/0003j April 2014 Studievaardigheden N.B.: de inhoud van dit programma is slechts van adviserende aard en dient niet als vervanging voor professioneel en/of medisch advies. Als u verdere consultatie wenst, of wanneer u

Nadere informatie

Handleiding voor de leerling

Handleiding voor de leerling Handleiding voor de leerling Inhoudopgave Inleiding blz. 3 Hoe pak je het aan? blz. 4 Taken blz. 5 t/m 9 Invulblad taak 1 blz. 10 Invulblad hoofd- en deelvragen blz. 11 Plan van aanpak blz. 12 Logboek

Nadere informatie

SECTORPROJECT 4 VMBO - T

SECTORPROJECT 4 VMBO - T SECTORPROJECT 4 VMBO - T 2016-2017 handleiding leerlingen inhoud: inleiding stappenplan logboek beoordelingsformulier tijdpad 1 INLEIDING SECTORPROJECT VOOR 4 VMBO-T Alle leerlingen van het vmbo theoretische

Nadere informatie

TRAINING 1. Tijd: Onderwerp: Waarom Resultaat Werkvorm Materiaal

TRAINING 1. Tijd: Onderwerp: Waarom Resultaat Werkvorm Materiaal DRAAIBOEK TRAINING 1, 2,3,4,5 REALISTEN ROADMOVIE De prezi presentatie voor de trainingsbijeenkomsten vindt u via de onderstaande link. https://prezi.com/0txqqdqmauta/training-realisten-roadmovie-5-bijeenkomsten/

Nadere informatie

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 Inhoud 1 > Uitgangspunten 9 2 > Kerndoelen 11 3 > Materialen 12 4 > Aan de slag 15 5 > Introductie van de manier van werken 22 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 7 > Waarom samenwerkend

Nadere informatie

2.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot.

2.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot. Fase.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot. 1 1 Lees onderstaande tekst. Daarna ga je zelf een soortgelijke tekst schrijven.

Nadere informatie

Methodeanalyse. Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taalleesland PO / SO / SBO. Uitgeverij en website Bekadidact, Baarn

Methodeanalyse. Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taalleesland PO / SO / SBO. Uitgeverij en website Bekadidact, Baarn Methodeanalyse Stelonderwijs; Taalleesland Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taalleesland PO / SO / SBO Uitgeverij en website Bekadidact, Baarn www.bekadidact.nl www.taalleesland.nl

Nadere informatie

Sectorwerkstuk 2010-2011

Sectorwerkstuk 2010-2011 Sectorwerkstuk 2010-2011 Namen: ---------------------------------------------------------------------------------------- Klas: -------------------- Sector: --------------------------------------------

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL 'T MÊÊTJE

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL 'T MÊÊTJE RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL 'T MÊÊTJE School : basisschool 't Mêêtje Plaats : Ellemeet BRIN-nummer : 05ZJ Onderzoeksnummer : 112723 Datum schoolbezoek : 28

Nadere informatie