NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op donderdag 6 juli 2006 te uur in het Stadhuis te Lelystad.

Transcriptie

1 2006 N 523 NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op donderdag 6 juli 2006 te uur in het Stadhuis te Lelystad. Aanwezig zijn: mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter; mevrouw J. d Arnaud-Appelo (PvdA), de heren P.L.W.J. Baaten (InwonersPartij), J. van de Beek (PvdA), B. Belhaj (PvdA), H. Doornbos (PvdA), M. El Mhassani (PvdA), W.J. Erica (Leefbaar Lelystad), S.G.J. van Erk (VVD), H.W. Gerritzen (VVD), P.C.W. Hamstra (VVD), E. van der Herberg (PvdA), J.M. van den Heuvel (SP), C.J.J. Homan (Stads-Partij), Z.J. van der Houwen (PvdA), mevrouw M. Jacobs-Haagen (VVD), de heren W. Jansen (InwonersPartij), S.J. Kok (GroenLinks), mevrouw L.A. Kreuger-Sietses (GroenLinks), mevrouw F. Linde (SP), de heren E.H.G. Marseille (VVD), F.M. van der Meij (CDA), A.M. Meijering (PvdA), mevrouw E.W. Middelkoop-Ferron (PvdA), mevrouw J. Nuijt-Verschoor (CDA), de heer S.W. Ongering (InwonersPartij), mevrouw A.F.M. van Rijnsoever (InwonersPartij), de heren B. Siepel (Christenunie), H.P. Soomers (PvdA) P.W. Tetteroo (CDA), C. van Veluwen (Christenunie), mevrouw E. van Wageningen (Christenunie), en de heer W.B. Zweers (Leefbaar Lelystad), leden van de raad; alsmede de heren W. de Jager, A Kok, J.P. de Vries en T.J. van der Zwan, wethouders; en de heren D.J. Willems, gemeentesecretaris, en J. Woltjer, griffier. Afwezig zijn: mevrouw J. Rommy-Agata (PvdA), de heren S.D.O. van der Veen (SP) en P.H. Walraven (SP), leden van de raad; alsmede de heer J. Lodders, wethouder.

2 2006 N 524 Agenda 1 Insprekers N Opening N Mondelinge vragen N Vaststelling agenda N Notulen raad van 1 en 8 juni 2006 N Ingekomen stukken N Mededelingen N Benoeming lid Regionale Programmaraad Zuid-Oost Flevoland N Vaststelling Reglement van Orde van de raad N Behandelvoorstel burgerinitiatief "Een drijvende woonwijk in Lelystad N Eerste Burap 2006 N Vaststelling nota van uitgangspunten deelgebied 1 Warande N Vaststelling plan van scholen voor primair onderwijs N Stimuleringsregeling Kaderrichtlijn Water N Krediet voor het legen en ontmantelen van slibdepot aan Vaartweg N Beleidsverslag 2005 werk, inkomen en zorg - doorgeschoven naar de volgende vergadering 17 Verslag over de uitvoering Wet Werk en Bijstand N Verslag over de uitvoering van IOAW, IOAZ en Bbz N Voorstel inzake voorgenomen fusie van Hydron Flevoland met Hydron Midden-Nederland en Vitens N Voorbereidingsbesluiten voor de percelen Hondsdraf 56 en Meerkoetenweg 14 N 574 Gelegenheid gebruik te maken van het spreekrecht De voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom. Wie wil gebruikmaken van het spreekrecht? Ik begrijp dat niemand hiervan gebruik wil maken. 2. Opening De voorzitter: De vergadering is geopend. Bericht van verhindering is ontvangen van de heer Walraven, mevrouw Rommy en de heer Van der Veen. 3. a. Gelegenheid tot het stellen van mondelinge vragen De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. De W D-fractie heeft via de Statenfractie kennis genomen van de reactie van het college op het Provinciaal Omgevingsplan. In deze reactie worden een aantal politieke uitspraken gedaan, uiteraard in een dergelijk stuk, en een van die reacties gaat onder andere over de visie op de N23. Weliswaar heeft de raad het college gevraagd een zienswijze op het Omgevingsplan op te stellen, maar de VVD-fractie zou toch graag in de gelegenheid zijn daarover met het college van gedachten te wisselen. Daarom vragen wij het college om de zienswijze over het Omgevingsplan aan de raad ter beschikking te stellen, zo mogelijk voorzien van enige nadere motivatie. Dan zullen wij de agendacommissie vragen om dat stuk op de eerstvolgende raadsvergadering te plaatsen. Wethouder Van der Zwan: Mevrouw de voorzitter. Dit zal uiteraard gebeuren.

3 2006 N 525 Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter. Vorige week heeft er in de Kempenaar brand gewoed met een heel verdrietige afloop. Begrijpelijk is dat daarna vragen komen over wat en als. Zo heeft onze fractie signalen opgevangen dat de politie en de dierenambulance eerder ter plekken zouden zijn dan de brandweer. Op het moment dat er slachtoffers vallen, kan ook een aanrijdtijd binnen 8 minuten te laat zijn. Het gebeuren heeft in onze fractie geleid tot een discussie over wat je je moet voorstellen bij een geaccepteerde overschrijding van de aanrijdtijd van 30%. Wij constateerden dat de afstand tot de kazerne in dit geval relatief kort was. En als er een overschrijding was, wat daarvan de oorzaak zou kunnen zijn geweest. Onze vraag: is er geëvalueerd hoe de afhandeling van deze noodlottige brand is verlopen en zijn er wellicht verbeterpunten opgemerkt? De voorzitter: Het is geëvalueerd de dag erna en het rapport is besproken hier op het gemeentehuis. We hebben gekeken wanneer de melding is binnengekomen bij de Meldkamer. De Meldkamer heeft er 3 minuten over gedaan om de brandweer te waarschuwen. Daar staat normaliter 1 minuut voor. De brandweer was vanaf het moment dat de melding binnenkwam binnen 6 minuten ter plekke. Dus zij zijn binnen de richtlijnen gebleven. Van de Meldkamer vinden wij dat wel een verbetering mag optreden. Dus het blijft binnen de richtlijnen op zich, maar het blijft natuurlijk pijnlijk; als je staat te wachten duurt het erg lang. Dat heb ik ter plekke ook gemerkt. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Over diezelfde brand werd ik de volgende dag als hoofd van een basisschool in de Kempenaar geïnformeerd en de ouders van kinderen die daar waren en omstanders hebben meegemaakt dat u daar ook was. Ik wil u heel graag laten weten dat de indruk die u daar hebt gemaakt heel goed en positief was. Dat wil ik u graag vertellen en ik hoef daar geen vraag aan vast te koppelen. Dank u wel voor uw aanwezigheid. De voorzitter: Dank hiervoor, maar ik vind het eigenlijk een normale taak om daar juist wel aanwezig te zijn, omdat je ziet dat er heel veel emotie is, zowel bij de hulpdiensten als inderdaad bij de directe buren. De slachtoffers waren toen al richting ziekenhuis vervoerd. Het kost een hoop energie om de gesprekken op een goede manier te voeren. Ik denk dat het kleine beetje dat ik kan betekenen, kan helpen in dit afgrijselijke verhaal. De heer Ongering: Mevrouw de voorzitter. Mijn vraag hoeft niet nu meteen beantwoord te worden, maar ik doe het omdat we niet straks in het najaar voor een voldongen feit willen komen te staan. Ik zou graag willen weten hoe de ontwikkeling is met de spaceboxen in De Veste. Wij hebben namelijk begrepen van leveranciers die benaderd zouden worden, dat er één keer telefonisch contact is geweest en dat er daarna niets meer is gebeurd. Wethouder De Vries: Mevrouw de voorzitter. De gemeente bouwt de spaceboxen niet, dat doet Centrada. Dus ik weet niet wat er met de leveranciers van spaceboxen is afgesproken. Ik moet u echt het antwoord op die vraag schuldig blijven. Dat zult u aan Centrada moeten vragen. De heer Ongering: Wij hebben als gemeente daar toch zeker een belang bij? Wethouder De Vries: Wij faciliteren dat Centrada mogelijk op die plek de spaceboxen kan bouwen. Wij gaan niet over een contract voor aankoop van spaceboxen.

4 2006 N 526 b. Beantwoording schriftelijk gestelde vragen naar aanleiding van de door het college ter informatie aangeboden stukken aan de raad Er zijn geen schriftelijke vragen. 4. Vaststelling agenda De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. Ik heb een ordevoorstel over de burap. Wij zijn steeds van mening geweest, en zo hebben de afspraken ook steeds gelegen, dat we de burap pas ter behandeling in deze raad zouden krijgen als deze daaraan voorafgaand op het Opinieplein was ingebracht, zodat wij en de inwoners van Lelystad de gelegenheid hadden gehad om daarover met elkaar van gedachten te wisselen. Dat is niet gebeurd. Ik ken de discussie die in de agendacommissie heeft plaatsgevonden. Ik ben van mening, en dat is dan ook het verzoek dat ik aan mijn collega-raadsleden richt, om de burap van de agenda af te halen, eerst in de politieke markt te zetten en vervolgens in de raad in behandeling te nemen. De voorzitter: Het ordevoorstel luidt om nu agendapunt 11 van de agenda af te halen en naar het Opinieplein over te hevelen. De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter. Ik kan me het gevoel van de heer Jansen erg goed voorstellen, maar van de andere kant heeft onze eigen agendacommissie na rijp beraad deze gang van zaken geaccepteerd. Daarom ga ik niet mee met het voorstel van de InwonersPartij. Mevrouw Nuijt: Mevrouw de voorzitter. Ik sluit mij hierbij aan. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Ik sluit me niet alleen aan maar wil daarover nog iets zeggen. Als het gaat om de burap dan hebben we juist twijfel of dat een stuk is dat bestemd is voor het Opinieplein. De burap is bij uitstek een tussentijdse rapportage van het college aan de raad over de stand van zaken van allerlei projecten. Dus wij denken dat het heel primair een stuk is dat in de raad besproken dient te worden en hebben dan ook geen enkel bezwaar tegen behandeling vanavond. De heer S.J. Kok: Mevrouw de voorzitter. Ik ondersteun het voorstel van de heer Jansen. In reactie op wat de VVD naar voren brengt: het is uitdrukkelijk de afspraak dat we de burap eerst op het Opinieplein bespreken. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. De laatste opmerking, van de heer Kok, wil ik graag onderstrepen. Al vaker missen wij op het Opinieplein de mogelijkheid om vragen te stellen, om interactief met elkaar van gedachten te wisselen, juist over dit soort onderwerpen. Om dit alleen maar in de raad op de agenda te plaatsen, is naar de mening van de Stadspartij een foute gang van zaken. De heer Siepel: Mag ik een vraag aan de heer Homan stellen naar aanleiding van zijn bijdrage nu? De voorzitter: Nee, want het is een ordevoorstel en dat is geen discussie. Ik geef het woord aan de heer Van den Heuvel De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. Ik wil graag het voorstel van de heer Jansen steunen. Als er een afspraak ligt dan moet die ook nagekomen worden en daarvoor is gelegenheid geweest, gelet op de datum van uitbrengen van de burap.

5 2006 N 527 De heer Zweers: Mevrouw de voorzitter. Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Van den Heuvel, met daarbij de opmerking dat het vreemd is dat wij de burap ter vaststelling voorgelegd krijgen. De voorzitter: Dit betreft de inhoud en het gaat nu om het ordevoorstel. Ik weet niet wat de Christenunie nu gaat doen. De heer Siepel: Mevrouw de voorzitter. Ik ben het eens met de opvattingen van de heer Soomers zoals hij deze verwoord heeft. De voorzitter: Hiermee constateer ik dat de meerderheid ervoor kiest om de burap wel op de agenda te laten staan, mijnheer Jansen. De heer Jansen: Dat begrijp ik. Het is zaak dat je een goede discussie krijgt op deze burap. Veel fracties steunen in wezen mijn voorstel. Als je praat over een meerderheid dan is het een meerderheid, maar in de agendacommissie staakten de stemmen. Gezien de belangrijkheid van de burap en om daarover een goede discussie te voeren, lijkt het misschien verstandig dat de wethouder die namens het college de burap verdedigt, nog iets daarover zegt. De voorzitter: Ik denk dat het bestuursorgaan raad nu aan het woord is omdat er een ordevoorstel ligt; dus we stellen de wethouder geen vraag. Dat betekent, als ik rondkijk, dat ik constateer dat een meerderheid de burap op de agenda wil laten staan. Van de opmerking die is gemaakt door de andere partijen, die vinden dat het van de agenda af moet en een volgende keer eerst op het Opinieplein moet worden behandeld, denk ik als voorzitter dat het wel kan schelen voor de behandeling. We gaan echter nu door zoals het op de agenda staat. Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter. Ik heb ook nog een opmerking over de agenda. Onze fractie heeft op 30 mei een verzoek om inlichtingen ingediend. Volgens het Reglement van orde had dit verzoek op de agenda van de eerstvolgende of de daaropvolgende vergadering moeten staan. Onze vraag is waarom het college dit niet gedaan heeft. Wethouder De Vries: Mevrouw de voorzitter. De antwoorden op die vragen zijn net klaar en die krijgt u dan ook. Het is het college echter niet gelukt om voor deze raadsvergadering, op tijd voor het bandje, die vragen beantwoord te krijgen. Mevrouw Kreuger: Dat is dus veel later dan de afspraak is. Ik vroeg me af wat daarvan de reden is. Wethouder De Vries: Ziekte bij een van de mensen op de afdeling milieu. De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. Ik heb nog een ordevoorstel voor deze zeer ruime agenda. Nu de burap erop blijft staan, wil ik voorstellen om vanavond de eindtijd van uur niet te hanteren. De voorzitter: Laten we eerst maar kijken hoe ver we komen vanavond. Mocht het zo zijn dat er een moment is dat we zien dat het uitloopt, dan leg ik dat expliciet aan u voor. De eindtijd is bepaald op uur. Mocht er aanleiding zijn om nog even door te gaan, omdat het de laatste vergadering is voor de zomervakantie, dan moeten we dat bekijken. Kunt u daarmee instemmen? Dat is het geval. De agenda wordt conform ontwerp vastgesteld.

6 2006 N Notulen van de vergaderingen van 1 en 8 juni 2006 De notulen van de op 1 en 8 juni 2006 gehouden openbare vergaderingen worden conform ontwerp vastgesteld. 6. Ingekomen stukken (stuk nr. B ) -1 Voor kennisgeving aangenomen. -2 Voor kennisgeving aangenomen. -3 Voor kennisgeving aangenomen. -4 De heer Van Erk: Mevrouw de voorzitter. Dit stuk betreft een besluit omtrent onthouding van goedkeuring aan het bestemmingsplan Wonen in de Wolken. De reden daarvan is dat, samengevat, de aanvraag onjuist is. Het verbaast ons dat bij een dergelijk eenvoudig, klein en overzichtelijk bestemmingsplan de kwaliteit van de voorbereiding aan onze kant faalt, in ieder geval de toets van de kritiek niet kan doorstaan blijkbaar, waardoor goedkeuring van GS wordt onthouden. Nu is het zo, dat wij dit met enige regelmaat zien. Wij verzoeken om die reden het college om de raad schriftelijk op de hoogte te stellen van de oorzaken van dat type problemen en te melden welke verbeteringsmaatregelen daarvoor inmiddels zijn genomen dan wel nog zullen worden genomen om herhaling te voorkomen. Wethouder Van der Zwan: Mevrouw de voorzitter. Over dit geval is de vorige keer ook al een vraag gesteld en ik heb daarop, dacht ik, adequaat geantwoord. U ziet dat bij dit bestemmingsplan de onthouding geen feitelijke gevolgen heeft. Overigens is er een structureel overleg tussen de ambtelijke diensten van de provincie en de gemeente om nu juist die voorbereiding goed te laten verlopen. Dat gaat steeds beter, we hebben daarover goede afspraken gemaakt. Maar het is allemaal vrij complex en er worden wel eens fouten gemaakt. Dat is zo. Het heeft echter in de ogen van het college geen structureel karakter, dus het heeft geen zin om daarop een onderzoek los te laten. Het heeft ook geen zin om de raad mee te delen welke maatregelen worden getroffen om dat te voorkomen. Ik denk dat het goed is dat ik volsta met te zeggen, dat regelmatig structureel overleg plaatsvindt tussen de ambtelijke diensten van de provincie en de gemeente, overigens gebeurt dit met alle andere gemeenten ook, om te zorgen dat het hele voorbereidingstraject zorgvuldig verloopt. Voor kennisgeving aangenomen. Het college brengt opnieuw een raadsvoorstel uit voor dit bestemmingsplan. 7. Mededelingen De voorzitter: Ik ben nog een mededeling schuldig naar aanleiding van vragen van de fractie van GroenLinks over de coffeeshop en de eigenaar. Ik heb een gesprek gevoerd en uiteengezet hoe het zit en verzocht zelf te kijken of er een geschikte locatie te vinden was, omdat wij als burgemeester ook een toetsend orgaan zijn. Degene die het betrof kon zich daarin vinden en was druk doende om te kijken of hij iets passends kon vinden binnen de beleidsuitgangspunten van deze gemeente.

7 2006 N 529 De heer Jansen: Mag ik over deze mededeling een vraag stellen? Het heeft al een hele tijd in beslag genomen. Bent u het met ons eens dat nu meerdere exploitanten in aanmerking zouden moeten kunnen komen om daarover na te denken en mogelijk met een geschikte locatie en een aanbieding te komen? De voorzitter: Ik kan daarop geen ja en geen nee zeggen. Ik denk dat we dan eerst juridisch moeten kijken wat de toezeggingen hebben ingehouden, in hoeverre er een verbintenis ligt en wat daarvan de consequenties zijn. Dat geldt ook andersom, stel dat een ander zich meldt, of daaraan ook geen juridische consequenties verbonden zijn. Ik wil het nog wel een keer natrekken. Voor kennisgeving aangenomen. 8. Voorstel tot benoeming van een lid voor de Regionale Programmaraad Zuid-Oost Flevoland (stuk nr. B ) De voorzitter: Ik vraag om in het stembureau plaats te nemen de heer Hamstra en mevrouw Middelkoop. Ik schors een ogenblik om de stemming te laten plaatsvinden. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. De heer Hamstra: Mevrouw de voorzitter. Er zijn 32 stemmen uitgebracht, waarvan 28 stemmen voor, 2 tegen en 2 ongeldig. Met 28 stemmen voor, 2 stemmen tegen en 2 ongeldige stemmen wordt besloten conform het voorstel van het presidium. 9. Voorstel tot vaststelling van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad (stuk nr. B ) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het presidium besloten. 10. Behandelvoorstel burgerinitiatief Een drijvende woonwijk in Lelystad (stuk nr. P ) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van de voorzitter van de raad besloten. 11. Voorstel tot instemming met de 1e burap 2006 (stuk nr. B ) De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter. Nog even terugkomend op het ordevoorstel. Ik gaf al aan dat ik me daarbij iets kon voorstellen maar het niet juist vond om het vanavond niet aan de orde te stellen. Van de andere kant denk ik dat het college hiervan misschien wel kan leren, dat de wijze waarop de burap eerst wel op het Opinieplein, toen niet en nu ineens hier tot ons gekomen is, niet de schoonheidsprijs verdient en eigenlijk zo niet meer moet. Toch stellen we het op prijs nog voor het reces over de burap te kunnen praten. Over de totstandkoming en de vorm van de nota nog het volgende. Het verbaasde ons dat

8 2006 N 530 waar de peildatum vervroegd is, de rapportage vertraagd aan ons wordt aangeboden. De grote tijd tussen de vaststelling van de data en behandeling in de raad bemoeilijkt het uitvoeren van onze taak en beperkt ons en u ook in de bijsturingsmogelijkheden. Mag ik daarom het college vragen een uitspraak te doen over het aantal weken na peildatum dat we in het vervolg de burap zullen ontvangen? Wij denken zelf aan iets van zes weken. Over de vorm van de nota merken we op, dat die toch nog in hoofdzaak iets heeft van een financiële rapportage en in zijn ontwikkeling nog wel een stap kan zetten naar een meer inhoudelijke evaluatie van bereikte resultaten, gereflecteerd naar de oorspronkelijke bedoelingen van ons. Positief zijn we over het streven van het college om meer in control te komen via wat men noemt operatie Olifant ten aanzien van het beleidsterrein Werk en Inkomen, Sociale Zaken. We wensen het college veel succes met het realiseren van deze ambitie en hopen dat andere afdelingen dit goede voorbeeld gaan volgen. Daarnaast hebben we een aantal vragen aan het college. We lezen dat er vertraging optreedt in de uitvoering van de meerjarenonderhoudsplanning en vragen het college wanneer we mogen verwachten dat een en ander weer op schema ligt. Ook betreuren we de onderuitputting van de middelen voor kinderopvang. We vragen ons af of dit niet veroorzaakt wordt door een relatieve onbekendheid met de mogelijkheden van de regeling bij de doelgroep. Onze vraag is of het college dat gevoel deelt en van plan is hierin actie te ondernemen. Met grote zorg constateren we dat de werkgelegenheid in de afgelopen periode is afgenomen in plaats van toegenomen. Welk beleid gaat het college nu voeren om de doelstelling van arbeidsplaatsen te realiseren op termijn? In de voorjaarsnota heeft de raad aan u een bedrag beschikbaar gesteld voor het aantrekken van extra acquisiteurs. Mogen wij dan op korte termijn een acquisitieplan verwachten, waarin beschreven staat op welke wijze welke resultaten in de komende periode bereikt gaan worden? Er wordt een groot bedrag door het Grondbedrijf afgedragen aan de Algemene Dienst en niet gestort in de ROS. Het is de vraag, zeker gezien het verwachte batig saldo in 2006, of we dit nu nog steeds verstandig beleid moeten vinden. Een onbedoeld neveneffect daarvan is ook dat de onduidelijkheid in stand blijft of we niet in zekere mate incidenteel geld gebruiken om structurele kosten te bekostigen. We willen het college vragen zijn gedachten hierover te laten gaan en willen graag met het college hierop in de najaarsnota terugkomen, met name op de vraag of het verstandig is dit beleid op deze wijze door te zetten. Helaas moeten we ook constateren in deze burap, dat we weer geconfronteerd worden met problemen rond de sturing op personele uitgaven. Het college heeft toegezegd daarover spoedig met ons te praten, maar intussen zijn we blijkbaar niet in staat door bijsturing het tekort nog tijdens dit jaar in omvang terug te brengen. De gegevens waarover de burap rept, roepen nog meer vragen op. Naast het tekort van ruim 1 mln. wordt gerept over openstaande vacatures bij minstens twee taakstellingen. Blijkbaar gaat het op dit moment om 50 vacatures in het gemeentelijk apparaat die gedeeltelijk met tijdelijke krachten zijn ingevuld. Dat betekent dat als langdurig openstaande vacatures er niet zouden zijn geweest, het tekort op de personele uitgaven nog veel groter zou zijn. Ook de verklaring van het tekort roept bij ons vragen op. Als 97% van het maximum van de salarisschaal de rekeneenheid zou moeten zijn om de personele uitgaven betrouwbaar te ramen, dan betekent dat feitelijk dat bijna ieder personeelslid in deze gemeente op zijn maximumsalaris zou zitten. Dat is ongebruikelijk, onwenselijk en vreemd. Graag vernemen we de visie van het college op deze problematiek en hoe verder daarmee om te gaan.

9 2006 N 531 Ten slotte rest ons de vraag aan het college of u een inschatting hebt van de gevolgen van de meicirculaire voor de uitvoering van het beleid en het te verwachten overschot. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Over de procedure van aanbieding sluiten wij aan bij de opmerkingen die zojuist door de PvdA zijn gemaakt. De burap geeft opnieuw, ditmaal ruim drie maanden na het begin van het begrotingsjaar, zicht op een aantal forse afwijkingen. Gelukkig zijn die afwijkingen per saldo positief en leiden ze derhalve niet tot een schrikreactie zoals een jaar geleden. Begin vorige maand bij de behandeling van de jaarrekening zijn er raadsbreed zorgen geuit over het niet in control zijn van de organisatie. Het zou merkwaardig zijn dat medio april die situatie al drastisch zou zijn veranderd. Om die reden zal de VVD daarop op dit moment niet weer ingaan. Wel een aantal opmerkingen en vragen. Wij verbazen ons over het feit dat ook nu weer argumenten naar voren komen, ook de PvdA wees daar al op, om aan te geven dat met name de kosten van de overhead uit de pas lopen. Het verhaal over het rekening houden met een gemiddeld salaris van 93% van de maximale schaal is daarvan een voorbeeld. Mevrouw de voorzitter, hoe zou u reageren wanneer een aannemer na het aanvaarden van de opdracht komt vertellen, dat hij een hogere prijs wil omdat zijn personeel duurder is dan waarmee hij heeft gerekend? Ik schat in dat uw reactie zou zijn, dat hij dat echt zelf moet oplossen. Zo denken wij er dus ook over. Uit de beantwoording van de technische vragen blijkt onder meer dat er 50 vacatures zijn. Wordt er beleidsmatig op gestuurd om bij de vervulling van de vacatures ook het probleem van de salarisschalen op te lossen? De methode van begroten blijkt nog globaler dan wij hebben vermoed. Zelfs de belangrijkste kostenpost, de salarissen, welke in een organisatie van deze omvang toch echt vrij nauwkeurig is te ramen, wordt op basis van gemiddelde aannames begroot. De noodzaak tot de reeds aangekondigde nieuwe wijze van begroten wordt hiermee nogmaals onderstreept. We hebben een technische vraag gesteld over de hogere kosten van het nieuwe ziektekostenstelsel in het kader van de bijstand. Uit de beantwoording maken wij op dat de zorgtoeslag die de bijstandontvangers uitgekeerd krijgen van het Rijk, niet met hen wordt verrekend. Is dat een juiste interpretatie van die beantwoording? Indien dat zo is, op basis van welk besluit wordt dat dan zo uitgevoerd? Een opmerking over de bouwaanvragen. Volgens de burap blijft het aantal bouwaanvragen achter bij de raming. Wij hebben vernomen dat een pakket van 90 bouwaanvragen welke eind december is ingediend, pas zeer recent is afgehandeld, uitsluitend omdat door de grote drukte eerdere afhandeling niet mogelijk bleek. Hoe is dit te rijmen met de gemaakte opmerking in de burap? Op welke wijze garandeert het college dat bouwaanvragen tijdig binnen de eerste termijn worden afgehandeld? Ten slotte nog een opmerking over het voorstel. U stelt voor dat wij instemmen met deze burap. Wij willen voorstellen dat een stuk als de burap slechts voor kennisgeving wordt aangenomen. Mogelijk kunt u dit voorstel als een amendement zien, zonodig wil ik dat schriftelijk doen maar het lijkt me dat het als een mondeling amendement kan worden aanvaard. De voorzitter: Wat het laatste betreft, dat is helder. Er hoeft geen schriftelijk amendement te komen. De heer Siepel: Mevrouw de voorzitter. Uit deze burap blijkt dat het college voortvarend bezig is met het uitvoeren van de programma s zoals deze door de raad zijn vastgesteld. Daarmee valt het college te complimenteren. Voor de burger is dat

10 2006 N 532 ook zichtbaar en het duidelijkst is dat misschien wel op het punt van de verbetering van het wegennet die op dit moment aan de gang is. Maar dat neemt allemaal niet weg dat er nog heel wat moet gebeuren in de stad voor de verbetering van het woonen leefklimaat, zodat we misschien een hoger plaatsje krijgen op de ranglijst zoals Elsevier deze recent heeft gepubliceerd. Daarbij moeten we constateren, en deze burap geeft daar ook blijk van, dat we nog wel wat hindernissen tegenkomen. Het blijkt moeilijk vacatures te vervullen, andere sprekers wezen daar zojuist ook al op, en daar lijdt het beleid onder. Het duidelijkste voorbeeld dat in deze burap daarover genoemd wordt, is het Kwaliteitsstructuurplan. De vraag is dan ook van onze kant wat het college daaraan gaat doen, om op zulke vitale plekken als waarvan ik een voorbeeld gaf, ervoor te zorgen dat de vacatures binnen een redelijke termijn vervuld worden. Een andere hindernis die ook uit deze burap blijkt, is dat we onze afdeling sociale zaken nog niet geheel in control hebben. Dat is een uitermate zorgelijke situatie, nu we aan de vooravond van de invoering van de WMO staan. Een WMO die een zware wissel zal trekken op meerdere afdelingen, maar met name op de afdeling sociale zaken. Het gaat beter zegt het college, maar onze vraag is of er nog aanvullende maatregelen nodig zijn om ervoor te zorgen dat met name de afdeling sociale zaken volstrekt in control is op het moment dat wij aan een gigantische operatie als de uitvoering van de WMO moeten beginnen. De burap geeft ook verrassingen. Ik geef daar één voorbeeld van en de voorgaande sprekers hebben daar al uitvoerig bij stilgestaan, namelijk de afwijking van 1 mln. van de kosten van ons personeel. Ik herhaal de vragen niet die zij al gesteld hebben, maar voeg er wel de vraag aan toe hoe dat nu kan. Ik heb de jaarrekening er nog een keer op nagekeken en daar een dergelijk grote afwijking niet kunnen vinden. Ik had verwacht dat het daaruit zou blijken, want als je in een jaar veel meer aan salariskosten uitgeeft dan je begroot hebt, dan moet je dus ook in de jaarrekening een heel grote afwijking zien optreden. Misschien heb ik er overheen gekeken, maar dat die nu zo in de burap in deze omvang op ons afkomt, is een pure verrassing voor ons en roept ogenblikkelijk de vraag op wat het college nu gaat doen aan monitoring, om ervoor te zorgen dat je niet dergelijke verrassingen weer krijgt. We hebben met kengetallen gewerkt die absoluut niet blijken te kloppen. Maar dat kun je bijna elke maand zien, zou ik denken, op het moment dat de salarissen worden uitbetaald. Dus dat het nu opeens als een verrassing komt, daarop hoor ik graag een nadere toelichting van de zijde van het college. Iets heel anders. We hebben een rijkeluisprobleem. Lelystad heeft namelijk ongelooflijk veel bos, maar daar zitten we wel mee in ons maag. Niemand wil het van ons overnemen. Dat is door het college al gerapporteerd bij de verantwoording van de programmarekening, maar ook hier komt dit punt weer tevoorschijn. Nu wordt door het college voorgesteld om maar eens een onderzoek te doen naar de gewenste kwaliteit van de bossen. Maar wat moet dat nu opleveren? Wordt het opeens aantrekkelijker als we de kwaliteiten in beeld hebben, voor Staatsbosbeheer bijvoorbeeld? En welke normen worden daarbij aangelegd? Ik zou daarover graag iets meer horen, want ik vrees dat we nog wel vaker over onze bossen zullen moeten spreken in dit verband. Onze fractie leidt ook af uit deze burap dat we in steeds klemmender mate misschien met een dilemma zitten, een conflict tussen natuurbescherming en de ontwikkeling van deze stad. We hebben het gezien bij het buitendijkse deel van Meerdijkhaven, we zien het nu ook bij de verdere ontwikkeling van Warande. Naarmate de stad zich verder ontwikkelt, ook wat natuurwaarden betreft, zal dat een steeds groter dilemma

11 2006 N 533 worden. Ik heb daar geen oplossing voor, maar het hoort wel thuis in de risicoparagraaf bij het ontwikkelingstempo dat ons voor ogen staat. Financieel zijn we per saldo op koers, en dat is op zich een geruststellende gedachte zo halverwege het jaar, maar er moet nog veel gebeuren. Bijvoorbeeld het realiseren van een bezuiniging waarover de raad al een aantal keren gesproken heeft, op wijkgericht werken. Daar is een taakstelling gegeven. Het college rapporteert heel eerlijk dat we die nog lang niet gehaald hebben. Dat roept natuurlijk wel de vraag op, en in antwoord op de schriftelijke vragen die we daarover gesteld hebben werd daarover al iets gezegd, maar ik zou dit punt toch ook hier naar voren willen brengen: welke aanvullende acties gaat het college aan de dag leggen om ervoor te zorgen dat dit voornemen dat al een tijdlang bestaat, 5 ton bezuinigen op wijkgericht werken, inderdaad geëffectueerd wordt? Overigens lijkt mij het voor kennisgeving aannemen, zoals de VVD voorstelde, een uitstekende gedachte. Mevrouw Nuijt: Mevrouw de voorzitter. Met belangstelling heeft het CDA kennisgenomen van de 1e burap 2006 als verantwoording van de uitvoering van de huidige programmabegroting. De voorgelegde doorkijk op basis van de eerste vier maanden van 2006 levert geen tekorten op en gelukkig nog geen significante afwijkingen die onmiddellijke en politieke bijstelling van het voorgestane beleid noodzakelijk maken. Als CDA hebben we in aansluiting op de reeds bij de jaarrekening 2005 door ons gemaakte opmerkingen nog enkele vragen. Onder optimalisatie van dienstverlening wordt aangegeven dat binnenkort nadere invulling wordt gegeven aan afspraken over telefonische bereikbaarheid en briefafhandeling. Met toevoeging van het mailverkeer vragen wij u wanneer deze verbetering daadwerkelijk in gang gezet wordt en voor de burger merkbaar. Ten aanzien van het geconstateerde ziekteverzuim van 7% onder de gemeentelijke medewerkers, verzochten we het college dichter bij het landelijk percentage van 4% te komen. De vraag is opnieuw hoe daarop wordt ingezet. Verder toont de neerwaartse ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen aan hoe belangrijk, naast de algemeen verwachte economische opleving, gerichte acquisitie om nieuwe bedrijven te trekken dit jaar en de komende periode voor Lelystad is. Wat betreft de onderbezetting op vacatures in eigen huis, onder andere in verband met reorganisatie, ontvangen wij graag meer informatie over de keuze voor en periode van inhuur van medewerkers in relatie tot de aard van de werkzaamheden, projectmatig of structureel, en het bijbehorend kostenplaatje. Het CDA waardeert ten slotte de inzet om via operatie Olifant meer inzicht en control op de ontwikkeling van uitkeringsgerechtigden te krijgen. Op dit moment is het de verwachting van het college, dat 95% van de taakstellingen in de begroting 2006 daadwerkelijk gerealiseerd gaat worden. Dat is wellicht een wat optimistische uitspraak, maar op dit moment voor het CDA een conclusie waarin we ons vooralsnog kunnen vinden. Wethouder A. Kok: Mevrouw de voorzitter. Ik denk dat het goed is dat ik als eerste punt inga op de procedure die tot stand is gekomen. Op zich betreurt het college het heel erg dat slechts een gedeelte van de raad aan de beraadslagingen tot dusver heeft deelgenomen. Dit heeft betrekking op het ordevoorstel dat zojuist aan de orde is geweest. Ik denk dat de tijdsplanning tussen de datum van het Opinieplein en 1 mei en wat daar allemaal tussenin moet gebeuren, heel krap is geweest. Het had dit jaar gekund maar als de PvdA bijvoorbeeld vraagt: kunt u ons garanderen dat 6 weken na 1 mei de burap voor ons gereed is, dan kan ik daarop ja zeggen, maar het zou in deze situatie hebben betekend, als we uitgaan van een normale datum 1 mei,

12 2006 N 534 dat dit 15 juni zou zijn geweest en dat was precies de datum van het Opinieplein. Dus ik zeg u toe dat we dit precies zullen uitzoeken en dat we de planning van de buraps tijdig aan u zullen voorleggen. Dat kan dan tijdig onderwerp zijn van bespreking bijvoorbeeld in het agendaoverleg. Het college heeft absoluut de bedoeling dat de 1e burap tijdig gereed is in die zin dat we dat voor de vakantie kunnen bespreken, want anders schuift het allemaal veel te veel op, en dat de 2" burap beschikbaar is als de najaarsnota c.q. de begroting wordt behandeld, zodat u inzicht hebt in het lopende jaar om ook het beleid voor het komende jaar te bepalen. Dit zijn de lijnen die, denk ik, heel zinvol zijn. In de verordeningen staan ook tijdslijnen, bijvoorbeeld dat de 1 burap behandeld moet worden in de gemeenteraadsvergadering van juli. Dat geeft nog iets te veel ruimte. Maar ik denk met de twee toezeggingen die ik u doe, de 1e burap moet altijd voor de zomervakantie worden behandeld en de 2e burap is beschikbaar bij de begrotingsbehandeling, dat dan de belangrijkste punten zijn getackeld. We zullen ons uiterste best doen om dat te halen. De planning van de 2e burap is nu al wel bekend en die kunnen we rustig aan u geven, zodat deze op tijd onderwerp van overleg kan zijn in de agendacommissie en we deze situatie voor de toekomst vermijden, want deze situatie is voor niemand echt goed. Dan de inhoud. Deze 1e burap wijkt erg af van alle andere 1e buraps die tot dusver door deze portefeuillehouder zijn behandeld, omdat de afwijkingen veel minder zijn dan voorheen. Dat geeft aan dat we volgens het college op de goede weg zijn met betrekking tot het in control geraken van de organisatie. We zijn er nog niet, maar we zijn echt op de goede weg. Ik denk ook dat de voorspellende waarde van deze burap beter is dan van de vorige buraps. Dat zal moeten blijken bij de jaarrekening natuurlijk, maar ik durf nu al deze voorspelling te doen. We hebben de zaak beter onder controle dan voorheen. Ander punt dat nog duidelijk verbetering behoeft, is dat de nadruk in de buraps nog heel erg ligt op financiële cijfers terwijl toch ook inhoudelijk veel te melden moet zijn. De PvdA legde hierop de nadruk. Daarin is nog een verbeterslag te maken en dat gaan wij dan ook doen. Ingaande op diverse vragen. Het college is ervan overtuigd dat de afdeling sociale zaken veel beter onder controle is dan ooit. Wij hebben er heel veel vertrouwen in dat we de situatie daar cijfermatig, financieel, goed onder controle hebben. Beleidsmatig hebben we een enorm ambitieus programma te doen, Dat hebt u zelf ook aangegeven. De operatie Olifant is een omvangrijke operatie. Vandaar dat het Olifant heet. Het is een ambitieus programma dat we willen doen, maar dit college heeft er vertrouwen in dat wij de doelstellingen die wij hebben geformuleerd, zullen halen. De zaak is daar, cijfermatig althans, goed onder controle. De onderhoudsplanning is vertraagd. Ik wil toch de nadruk erop leggen dat we ook wat betreft de groot onderhoudsplannen, als u door de stad rijdt dan ziet u daar de gevolgen van, veel beter op de planning liggen dan ooit. De afwijking die we nu rapporteren van in de voorziening, bedroeg in vroegere jaren wel eens miljoenen. Dus we zijn echt op de goede weg. We zijn er nog niet helemaal, maar de afwijking is relatief gering. We hebben een totaalbudget van ongeveer 14 mln. dat we verspijkeren in de stad. Dan is een afwijking van een paar ton relatief te overzien. We zijn nog niet op de goede weg wat betreft het onderdeel kinderopvang, want dat is te weinig bekend bij onze klanten van sociale zaken. Ik denk dat straks bijvoorbeeld de werkconferentie over het minimabeleid, over sociaal beleid en de discussie over de minimanota, de integrale discussie die mijn collega De Jager u heeft toegezegd, hét moment is om daarop gericht actie te gaan voeren hoe we die

13 2006 N 535 onbekendheid willen bestrijden. Het heeft de volle aandacht van het college, maar ik denk dat het goed is dat we dat ook met u bespreken. De gelegenheid is, denk ik, én de werkconferentie én de nota minimabeleid. De werkgelegenheid is afgenomen. Daar is op zich een duidelijke verklaring voor en ook incidentele oorzaken. In het collegeakkoord hebben we gezegd dat we daaraan extra aandacht gaan besteden. Ik weet dat er volop contacten zijn met bedrijven en dat verwacht mag worden dat we weer goede dingen kunnen gaan melden in dit verband. Om nu precies het acquisitieplan te gaan bespreken in deze gemeenteraad, ik weet niet af dat noodzakelijk is. Wij doen al het mogelijke om bedrijven aan te trekken. Er vindt een goede acquisitie plaats. Ik zou u willen voorleggen om de resultaten van dit jaar te bekijken, wat het college ervan heeft gemaakt, en dan vooral te zeggen wat u wilt. Laat het college de hoe-vraag samen met de organisatie beantwoorden. Dan heeft met name de PvdA gevraagd hoe het gaat met de afdracht van het Grondbedrijf, want er wordt minder afgestort naar de ROS. Ik denk dat de afwijking niet zo groot is. We hebben al jaren het beleid dat wij het bedrag van ruim per jaar afdragen vanuit het Grondbedrijf naar de Algemene Dienst. Daar is een heel legitieme verklaring voor, want er werken ook mensen vanuit de Algemene Dienst voor het Grondbedrijf. Dat is wel winstafhankelijk gemaakt maar dat is op zich, gezien het totaal van de omzet en de winst van het Grondbedrijf, een relatief gering bedrag. Dat zit er al jaren en jaren in. Als we dat niet zo doen, dan moeten we een bezuiniging vinden van 1 mln. in de Algemene Dienst en ik weet niet of dat zo wenselijk is. Het andere miljoen dat in de getallen staat en wordt afgedragen naar de Algemene Dienst, is een tijdelijke maatregel die in overleg met u is vastgesteld, namelijk dat we de aanbestedingsvoordelen ter grootte van 1 mln. per jaar tijdelijk voor drie jaar lang hebben ingeboekt in de Algemene Dienst. Dat is dit jaar voor het laatst. Dus vanaf 2007 zult u dit bedrag niet meer tegenkomen. Dan vallen we weer terug op het al jarenlang bestaande bedrag van ruim dat van de winst van het Grondbedrijf naar de Algemene Dienst wordt afgeroomd. U kunt zeggen: dat doen we niet meer. Ik wil ook best met u deze discussie voeren in de najaarsnota. Maar dan hebben we wel een taakstelling in de Algemene Dienst op te lossen. Ik weet niet of dat wel zo wenselijk is. Het college vindt dat dit relatief geringe bedrag op zich niet de reden mag zijn om te zeggen dat we heel veel winst van het Grondbedrijf verspijkeren in de Algemene Dienst. Dat is denk ik op het geheel niet vol te houden. Dan de sturing op personele uitgaven. Laat ik vooropstellen dat het aantal vacatures dat u gemeld is en groot is, bewust beleid is geweest in verband met de reorganisatie. We hebben geen enkele vacature opgevuld, om zo maximaal mogelijk voor de nieuwe banen die zouden ontstaan, flexibiliteit te hebben. Bij de invulling van de nieuwe organisatie hebben we gezegd: wij vullen nu geen vacatures in, want dat geeft maximaal kans voor mensen die per saldo moeten afvloeien. In Staff On hebben wij een bezuinigingsopdracht neergelegd; er moest een twintig- tot dertigtal mensen afvloeien. Als je dan heel veel banen hebt die je aan die mensen die het betreft kunt aanbieden, dan heb je de minste kans dat je met wachtgeld en dat soort zaken geconfronteerd wordt. En het is ook in het belang van de mensen zelf. Het is een goed sociaal beleid om zoveel mogelijk vacatures door eigen mensen, die anders weg moeten, op te vullen. Dus dat is bewust beleid geweest en vanaf 1 mei wordt er al volop inspanning verricht, u ziet advertenties in allerlei bladen staan, om die vacatures nu in te vullen. Het geeft ook geen financiële voordelen, want hoe hebben we dat opgelost? We hebben de vacatureruimte opgelost door inhuur. Ik denk dat het te ver voert om nu precies aan u voor te leggen in welke situaties we wel inhuur hebben gedaan en niet hebben gedaan. Wij hebben daarvoor een nota

14 2006 N 536 vastgesteld, en die hebt u ook vastgesteld, en conform die nota handelen we. Dit als antwoord op de vraag van de CDA-fractie. Het is onjuist om te veronderstellen, al wekt het antwoord op de technische vragen die veronderstelling wel, dat nu 97% van de mensen op het maximumsalaris zit. Wij zijn die zaak nu goed aan het analyseren. Dat is inderdaad te laat. Dat had zeker eerder gemoeten. Maar daartoe was geen gelegenheid in verband met het gegeven dat onze afdeling die dat moet doen, volop belast was met de reorganisatie. We zijn nu bezig de zaak aan het analyseren. Er zijn drie oorzaken. Inderdaad zijn er behoorlijk wat mensen op het maximumsalaris, maar we hebben nog te kampen met twee andere zaken, namelijk dat mensen die oorspronkelijk in een hoge functie werkzaam waren, zijn gaan werken, bijvoorbeeld als gevolg van ziekte, in een wat lagere functie, maar wel hun salaris hebben behouden. Dat is ook een van de oorzaken dat we op zo n hoog niveau zitten. De derde oorzaak is dat af en toe persoonlijke toelagen worden verstrekt, met name op het gebied van reiskosten, om mensen te verleiden om hier in Lelystad te gaan werken. Het is vaak niet mogelijk om mensen over te halen om in Lelystad te gaan wonen, gezien allerlei privébelangen. Het college heeft toegezegd dat we met een nieuw voorstel na de zomervakantie bij u zullen terugkomen. De resultaten daarvan zullen worden verwerkt in de najaarsnota. Dan kunnen we daarover uitvoerig spreken. De discussie was niet onverwacht, mijnheer Siepel. In de najaarsnota vorig jaar is er al een voorstel geweest om de 1 mln. te honoreren. Dat hebben we toen niet gedaan, want we hebben gezegd: laat er eerst een goed voorstel komen vanuit de organisatie, onderbouw het voorstel wel waarom het niet anders kan. Je kunt veel meer sturen in het personeelsbeleid als we ervoor zorgen dat oudere mensen wegtrekken en we gemiddeld een veel jonger bestand krijgen. Dat is natuurlijk niet in één jaar te doen, maar op die manier zou je wel kunnen sturen. De laatste vraag van de PvdA-fractie, de gevolgen van de meicirculaire. Die zijn positief. De meicirculaire geeft aan dat we zeker over 2006 weer een meevaller te verwachten hebben. Richting de VVD-fractie, de kosten overhead. De 97% heeft niet alleen betrekking op de overhead maar op alle personeelskosten. De verhouding tussen een aannemer en een opdrachtgever is toch wat anders dan de verhouding tussen een college en een organisatie. Die vergelijking gaat naar mijn idee niet helemaal op. We hebben steeds gezegd: ga nu eerst eens goed analyseren wat de mogelijkheden zijn om het anders op te lossen dan dat miljoen structureel aan de gemeenteraad te vragen, want dat zou de laatste stap moeten zijn. Nogmaals, daarop komen we met een onderbouwd voorstel terug. Uw vraag over de zorgtoeslag kunnen we niet goed beantwoorden. Daarop zullen we terugkomen; misschien in het kader van de nota minimabeleid. Uw feit betreffende 90 aanvragen in december is het college onbekend. Het zou ook niet mogen. Ons verzoek aan de VVD-fractie is om de complete informatie aan het college voor te leggen. Dan zullen we het uitzoeken en met een reactie komen. De Christenunie. Ik denk dat we over de vacatures sociale zaken en de verrassing al gesproken hebben. Het stond niet in de jaarrekening. Inderdaad, maar toen was het al wel een probleem. Het is onderdeel van saldo kostenplaatsen. Daarin kunt u de overschrijding terugvinden, maar het heette toen anders. Onderhoud bossen. Zoals het in de burap staat zal het gaan. De voorgenomen bezuiniging is moeilijk te realiseren. Wij gaan een laatste poging doen om te kijken of we toch nog een oplossing kunnen vinden voor deze bezuiniging. Als dat niet zo is, dan zal er in de najaarsnota een voorstel komen om die bezuiniging ongedaan te maken.

15 2006 N 537 De bezuiniging op wijkgericht werken is nog niet volledig gerealiseerd. Ik ben vandaag nog uitgebreid geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de bezuiniging. Wij gaan de goede kant op. We zijn nog niet helemaal bij nul, maar ik denk dat we aan het eind van het jaar op zijn hoogst een klein tekort zullen hebben. Er wordt met volle kracht gewerkt door de organisatie om deze bezuiniging te realiseren. Het is een vrij ingewikkeld verhaal, het heeft te maken met personeel, met gebouwen en met servicekosten die worden berekend. Wij zijn daar druk doende mee. Het college gaat er voor om deze bezuiniging volledig te realiseren. De verbetering van de dienstverlening. Er is deze week een voorstel in het college geweest. Wij streven ernaar dat we op 1 januari 2007 een forse stap voorwaarts wat betreft brief- en mailafhandeling en telefoonbehandeling hebben gezet. Ik zal met mijn collega van P&O onderzoeken of het ziekteverzuim verder omlaag kan. Daarop kan ik nu geen antwoord geven. Ik zeg toe dat we hierop terugkomen. Op acquisitie ben ik al ingegaan en ik hoop dat ik de vraag van het CDA over inhuur afdoende heb beantwoord. De voorzitter: Ik vat samen om het lijstje met toezeggingen helder te krijgen. Er is een toezegging om de bestuursrapportage op tijd voor te leggen. Dat betekent zes weken zoals gevraagd is door de raad voor behandeling in handen te hebben en dan via Opinieplein naar de raad toe. De tweede bestuursrapportage is klaar en wordt betrokken bij de begrotingsbehandeling in het najaar. Wethouder A. Kok: De precieze formulering is dat de tweede bestuursrapportage aanwezig is bij de begrotingsbehandeling. De voorzitter: Daarop komen we nader terug. Het lijkt me ook een punt voor de agendacommissie om daarnaar te kijken en in overleg te treden met het college. Dan wacht ik af wat de VVD-fractie gaat doen naar aanleiding van de tweede toezegging. De derde toezegging ging over ziekteverzuim. Daarover wordt een rapportage voorgelegd aan de gemeenteraad. Op welke termijn? Wethouder A. Kok: Dat is moeilijk voor mij om nu in te schatten. We zullen proberen het in de maand september te doen. De voorzitter: In het najaar, lijkt me. Dan hebben we deze toezeggingen aldus geformuleerd. In tweede termijn De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter. Dank voor de toezeggingen zoals ze nu ook geformaliseerd zijn. Ik denk dat de toezegging rond de termijnen van buraps misschien in de agendacommissie nog een keer specifiek op data kan worden vastgesteld. Dat levert minder misverstanden op dan rekbare begrippen als voor de vakantie of met de begroting, want dan krijg je interpretatieverschillen. Maar dit is slechts een suggestie. Ook dank voor de andere reacties, zoals het verder van gedachten wisselen over het beter benutten van de kinderopvang en de respons op de ROS waarover ook wij zullen nadenken. Uiteraard zijn we niet voor grote ombuigingen drie maanden voor het einde van het jaar, maar zien we wel mogelijkheden eventueel uit te ruilen tegen een positief saldo. We zullen daarover nog nadenken en daarop eventueel terugkomen. Dat wat betreft het merendeel van de antwoorden van het college.

16 2006 N 538 Rest het personeelsbeleid. Daarop wil ik toch nog even doorgaan. Dat gaat niet goed. De raad en het college hebben behoefte aan goed personeelsbeleid, omdat ze ook behoefte hebben aan goed personeel. En dat alles tegen aanvaardbare kosten, want dat is onze verantwoordelijkheid naar degenen die de middelen opbrengen. Er is op dit vlak nu al langdurig te veel onduidelijk en ook vanavond weer te weinig transparantie, waardoor wij met elkaar steeds in een uitleg en verklaardiscussie komen in het bespreken van incident naar incident. Dat is niet goed om te blijven doen. Ik denk dat na jaren van problemen rond ziekteverzuim, rond de inhuur van personeel, rond het realiseren van taakstelling, rond de omvang van de personele kosten, het college er recht op heeft dat de raad zich een keer gaat bemoeien met het personeelsbeleid. De vraag is natuurlijk: hoe moeten wij dat dan doen? Want daar past voorzichtigheid. Heel gauw zal het college roepen dat wij ons niet met de uitvoering moeten bemoeien en dat is tot op zekere hoogte ook zo. Al helemaal als het gaat om ambtenaren. Maar het beleid is wel onze verantwoordelijkheid, zeker kaderstellend. Ik denk dat het goed is dat we daarover in gesprek raken. Natuurlijk beginnen we daarmee als we na het reces met u gaan praten over uw resultaten van de analyses die u nu maakt. We praten daar ook mee, omdat we ervan uitgaan, dat we nog dit jaar de resultaten bespreken van het benchmarkonderzoek dat u uitvoert. Maar dit zijn allemaal onderdelen wat mij betreft van een paraplu. Daarom wil ik u een motie voorleggen, waarin we het college vragen de raad zo spoedig mogelijk een integrale kadernota personeelsbeleid voor te leggen en als het daarin niet is opgenomen, een meerjarig kwalitatief en kwantitatief formatieplan. Eigenlijk willen we dat binnen een half jaar zien, maar natuurlijk kunnen wij niet helemaal in uw planning kijken, dus ik heb genoemd de datum uiterlijk augustus 2007, maar met de nadruk op uiterlijk. Graag dien ik bij deze de motie in. Motie "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 6 juli Overwegende dat de gegevens in deze burap vragen oproepen ten aanzien van het personeelsbeleid der gemeente Verzoekt het college voor uiterlijk augustus 2007 aan de raad ter besluitvorming voor te leggen een integrale kadernota personeelsbeleid en een meerjarig kwalitatief en kwantitatief formatieplan. En gaat over tot de orde van de dag. (Deze motie is ingediend door de fractie van de PvdA) De voorzitter: De motie maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Enkele opmerkingen en meteen een reactie op de motie. Om daarmee te beginnen: deze motie kanaliseert wat ons betreft een groot aantal punten die regelmatig in deze raad naar voren komen. Punten van kritiek, punten zoals ik zojuist ook heb genoemd in het voorbeeld van de aannemer, waarvan het college zegt dat je de gemeente niet kunt vergelijken met een aannemer. Dat is mij volstrekt duidelijk, maar de kern is dat er voortdurend rondom ons personeelsbeleid, om de financiële invulling daarvan, aanvullingen nodig zijn en dat er onduidelijkheid is over wat nu de juiste omvang is, welk beleid er is. Vandaar dat wij van harte deze motie van de PvdA zullen ondersteunen. Van de vraag die wij gesteld hebben over het ziektekostenstelsel begrijpen wij dat het college daarop nu geen antwoord kan geven, omdat het kennelijk een enigszins ingewikkelde kwestie is. We zouden het wel op prijs stellen om daarover een antwoord te krijgen los van de nota minimabeleid, want het lijkt ons dat dit los van