Ondernemersopleiding / AOV Financiering. voor het mkb. Uitwerkingen NEDERLANDS ONDERWIJS INSTITUUT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ondernemersopleiding / AOV Financiering. voor het mkb. Uitwerkingen NEDERLANDS ONDERWIJS INSTITUUT"

Transcriptie

1 Ondernemersopleiding / AOV Financiering voor het mkb Uitwerkingen NEDERLANDS ONDERWIJS INSTITUUT

2 OPLEIDING ONDERNEMEN / AOV ONDERNEMER MKB UITWERKINGEN LEERBOEK EN WERKBOEK FINANCIERING voor het mkb Bij de 6 e druk, 4 e oplage ISBN NEDERLANDS ONDERWIJS INSTITUUT BV

3 Copyright: NOI Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, database, computerbestand, internet of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het NOI. Omslagontwerp: Ronald Meij

4 INHOUD ANTWOORDEN VERWERKINGSVRAGEN LEERBOEK blz. 1. KOSTEN EN CALCULATIES 1.1 Kosten Het exploitatieoverzicht Prijsberekening detailhandel Prijsberekening ambacht en dienstverlening ONDERNEMINGSVORMEN 2.1 Natuurlijke personen en rechtspersonen Ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid Ondernemingen met rechtspersoonlijkheid Ondernemingsvorm en exploitatieoverzicht BELASTINGEN 3.1 Inkomstenbelasting (IB) Aftrekposten voor ondernemingen Omzetbelasting (btw) Belastingen van gemeente en provincie FINANCIERING EN FINANCIEEL BELEID 4.1 Vermogensbehoefte en vermogensverkrijging De liquiditeit van een onderneming De solvabiliteit van een onderneming Cashflow De rentabiliteit van vermogen Bankkrediet Leverancierskrediet Leasing Consumptief krediet BEDRIJFSCONTROLE 5.1 Begroten en budgetteren Bedrijfsvergelijking Verzekeringen Het bedrijfsminimum Overname van een bedrijf... 42

5 ANTWOORDEN OPDRACHTEN, MEERKEUZE- EN JUIST-ONJUISTVRAGEN WERKBOEK blz. 1. KOSTEN EN CALCULATIES 1.1 Kosten Het exploitatieoverzicht Prijsberekening detailhandel Prijsberekening ambacht en dienstverlening ONDERNEMINGSVORMEN 2.1 Natuurlijke personen en rechtspersonen Ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid Ondernemingen met rechtspersoonlijkheid Ondernemingsvorm en exploitatieoverzicht BELASTINGEN 3.1 Inkomstenbelasting (IB) Aftrekposten voor ondernemingen Omzetbelasting (btw) Belastingen van gemeente en provincie FINANCIERING EN FINANCIEEL BELEID 4.1 Vermogensbehoefte en vermogensverkrijging De liquiditeit van een onderneming De solvabiliteit van een onderneming Cashflow De rentabiliteit van vermogen Bankkrediet Leverancierskrediet Leasing Consumptief krediet BEDRIJFSCONTROLE 5.1 Begroten en budgetteren Bedrijfsvergelijking Verzekeringen Het bedrijfsminimum Overname van een bedrijf MODELEXAMEN VAKGEBIED FINANCIERING... 85

6 Antwoorden leerboek 1 Kosten en calculaties AFDELING LEERBOEK AFDELING 1 - KOSTEN EN CALCULATIES 5

7 1.1 KOSTEN Directe kosten en bedrijfskosten (blz. 14) 1. Meel, suiker e.d. 2. Ze worden gemaakt voor het leveren van een bepaald product of een bepaalde dienst. 3. Om het totale bedrijf in stand te houden. 4. Exploitatiekosten of indirecte kosten Personeelskosten; - huisvestingskosten; - afschrijvingskosten; - overige kosten; - rentekosten geldleningen Personeel en huisvesting, overige kosten en rente (blz. 14) 6. Kostenvergoedingen voor reizen, studie, kleding en maaltijden, een pensioenverzekering en een kerstpakket. 7. Energie- (gas, elektra) en waterverbruik, brand- en inbraakverzekering, schoonmaak, onderhoud en gemeentelijke belastingen zoals onroerende-zaakbelasting en reinigings- en rioolrecht. 8. Kantoorkosten voor administratie, telefoon, computer en accountant, verzekeringskosten voor WA- en bedrijfsschade, verkoopkosten, autokosten enz. 9. Een hypotheeklening, een familielening, een bankkrediet enz Afschrijvingskosten (blz. 14) 10. Gebouwen, machines, inventaris (vloerbedekking, verlichting enz.) bedrijfsauto's enz. 11. Dat er meerdere jaren gebruik van wordt gemaakt. 12. Jaarlijkse afschrijvingskosten = aanschafprijs bedrijfsmiddel gebruiksduur in jaren a = 7.000,. 6 b ( ) = ,. 14. De verwachte gebruiksduur. 15. Door de afschrijving. 16. a 20% van = 3.200,. b 100% 20% =5jaar. 17. a 100% =20% b = 700,. 5 6 LEERBOEK AFDELING 1 - KOSTEN EN CALCULATIES

8 9 c x 700 = 525,. 12 d = 2.975,. 18. Als de aanschafprijs beneden 500, ligt. 1.2 HET EXPLOITATIEOVERZICHT (blz. 18) 1. Hoeveel omzet, brutowinst en nettowinst een bedrijf heeft behaald en welke kosten het daarvoor moest maken Berekening van de nettowinst (blz. 18) 2. De opbrengst van geleverde producten en/of diensten. 3. Directe kosten. 4. Door de omzet te verminderen met de directe kosten. 5. Bedrijfskosten, exploitatiekosten of indirecte kosten. 6. Door de brutowinst te verminderen met de bedrijfskosten. 7. Met de rentekosten van het vreemd vermogen Nettowinst en gewaardeerde kosten (blz. 18) 8. - De eigen arbeid van de ondernemer; - het vermogen dat de ondernemer in de zaak heeft gestoken; - het ondernemersrisico. 9. a Het gewaardeerd loon. b De gewaardeerde rente. c Het economisch resultaat. d De nettowinst. 1.3 PRIJSBEREKENING DETAILHANDEL De brutowinstopslag (blz. 22) 1. Een overzicht van omzet, kosten en winst (of verlies) die de ondernemer voor het komende jaar verwacht. 2. De begrote brutowinst. 3. Dan wordt een te lage brutowinst behaald Prijsberekening met een opslagpercentage (blz. 22) 4. inkoopprijs 188, brutowinstopslag 120% - 225,60 verkoopprijs excl. btw 413,60 btw 21% - 86,86 verkoopprijs 500,46 afgerond 500, LEERBOEK AFDELING 1 - KOSTEN EN CALCULATIES 7

9 5. Als een artikel bijvoorbeeld bijzonder in trek is en niet bij de concurrent te koop is. 6. Als de detaillist een minder vlotte verkoop verwacht of het artikel voor minder bij de concurrent te koop is. 7. De eerste stap is de inkoopprijs verhogen met een percentage voor brutowinst en btw. De tweede stap is het bijstellen van de voorlopige verkoopprijs Prijsberekening met omrekenfactor (blz. 22) 8. Een opslagpercentage voor de brutowinst en een percentage voor btw. 9. Door de inkoopprijs te vermenigvuldigen met de omrekenfactor vind je in één keer de voorlopige verkoopprijs. 10. a inkoopprijs van het artikel 100,0% brutowinstopslag 40% 40,0% verkoopprijs excl. btw 140,0% btw 6% van 140% 8,4% voorlopige verkoopprijs incl. btw 148,4% van de inkoopprijs De omrekenfactor is 1,48. b Verkoopprijs: 12 x 1,48 = 17,76 afgerond 17, Adviesprijzen (blz. 23) 11. Een door de fabrikant geadviseerde consumentenprijs. 12. Omdat zijn prijs dan hoger ligt dan bij de concurrent. 13. Het kan een bekend merk zijn dat niet in zijn assortiment mag ontbreken. 1.4 PRIJSBEREKENING AMBACHT EN DIENSTVERLENING (blz. 32) 1. Ze gebruiken een uurtarief. 2. Een loodgieter, hovenier enz Het uurtarief (blz. 32) 3. De uren waarvoor de medewerkers loon ontvangen. 4. Door vakantie, ziekteverzuim, werkoverleg en leegloop. 5. 'Verloren' uren waarin geen productief werk wordt verricht. 6. De uren die voor werkzaamheden bij klanten in rekening kunnen worden gebracht. 7. Directe arbeidsuren. 8. Uurtarief = brutowinst inzetbare uren De offerteprijs (blz. 32) 9. Dat de ondernemer de opdracht misloopt. 10. Dat de ondernemer verlies lijdt op de order. 8 LEERBOEK AFDELING 1 - KOSTEN EN CALCULATIES

10 1.4.3 Differentiële kostprijs (blz. 32) 11. Het uurtarief lager stellen (met een differentiële kostprijs werken) Hij kan om werk zitten te springen; - hij kan met deze opdracht een belangrijke nieuwe klant winnen Voor- en nacalculatie (blz. 32) 13. Voordat met een opdracht wordt begonnen. 14. Voor het berekenen van de aanbiedingsprijs. 15. Nadat het werk is voltooid. 16. Om het werkelijke verbruik van materiaal en arbeidsuren en de werkelijk betaalde prijzen vast te stellen. 17. Efficiency- en prijsverschillen. 18. Doordat materialen of grondstoffen goedkoper worden ingekocht. 19. Slechte werkvoorbereiding, onvoldoende begeleiding, slordig materiaalverbruik, weinig teamgeest enz. 20. Doordat er minder materiaal of arbeidsuren nodig waren dan in de voorcalculatie was berekend. 21. a Voordelig. b Een prijsverschil. c Een efficiencyverschil Het machine-uurtarief (blz. 33) 22. Bedrijven die hun omzet hoofdzakelijk behalen uit het gebruik van machines. 23. Om voor elke machine een eigen uurtarief vast te stellen. 24. Op basis van bekende gegevens als aanschafprijs, levensduur en energieverbruik. 25. a Een verdeelsleutel. b Het aantal m 2 dat voor een machine in gebruik is. 26. Het aantal uren dat een machine onder normale omstandigheden per jaar in bedrijf is. 27. begrote kosten normale bezetting 28. Uit de uurkostprijs verhoogd met een winstopslag. 29. a machine I = 150, machine II = 200, 800 b machine I machine II uurkostprijs 150, 200, winstopslag 20% - 30, - 40, machine-uurtarief 180, 240, LEERBOEK AFDELING 1 - KOSTEN EN CALCULATIES 9

11 30. Om een prijsopgave te doen. 31. a Drie (op alle kostenposten). b De btw. 32. Omdat in de kosten van de machine de kosten voor de hele afdeling (de plaats) zijn opgenomen. 10 LEERBOEK AFDELING 1 - KOSTEN EN CALCULATIES

12 2 Ondernemingsvormen AFDELING LEERBOEK AFDELING 2 - ONDERNEMINGSVORMEN 11

13 2.1 DE RECHTSVORM VAN DE ONDERNEMING Natuurlijke personen en rechtspersonen (blz. 39) 1. Mensen. 2. Een rechtspersoon is een onderneming of instelling die door het recht gelijkgesteld is aan een natuurlijk persoon. Ook een rechtspersoon heeft dus rechten en plichten. 3. Een rechtspersoon kan kopen, verkopen, huren, verhuren, leningen sluiten enz. 4. Een onderneming is een organisatie die als doel heeft het winstgevend vervaardigen of voortbrengen van goederen en/of diensten Ondernemingsvormen (blz. 39) 5. - De eenmanszaak; - de stille maatschap en de openbare maatschap; - de vennootschap onder firma (VOF); - de commanditaire vennootschap (CV) De besloten vennootschap (BV); - de naamloze vennootschap (NV); - de coöperatie (coöp) Het handelsregister (blz. 39) 7. Ondernemersplein.nl 8. De Kamer van Koophandel De handelsnaam van de onderneming; - de ondernemingsvorm (eenmanszaak, VOF, BV enz.); -hetadres; - de aard van het bedrijf; - een aantal persoonlijke gegevens van de ondernemers/eigenaren, echter geen privé-adressen); - tot welk bedrag de ondernemer handelingsbevoegd is De volledige handelsnaam; - het btw-nummer; - het inschrijvingsnummer in het handelsregister; - de ondernemingsvorm De volledige handelsnaam; - de naam en het adres van de klant; - het inschrijvingsnummer in het handelsregister; - het btw-nummer; - de hoeveelheid en de aard van de geleverde goederen of de omvang en de aard van de verrichte diensten; - de prijs exclusief omzetbelasting; - het te betalen bedrag aan omzetbelasting; - factuurdatum; - een uniek factuurnummer. 12 LEERBOEK AFDELING 2 - ONDERNEMINGSVORMEN

14 12. a De Handelsnaamwet. b Een naam te kiezen die zo veel op de naam van een bestaande onderneming lijkt, dat verwarring kan ontstaan. 2.2 ONDERNEMINGEN ZONDER RECHTSPERSOONLIJKHEID De eenmanszaak (blz. 50) 1. Een eenmanszaak is een onderneming waarbij de leiding in handen is van één persoon, die ook de eigenaar is. Zaakvermogen en privé-vermogen zijn bovendien niet gescheiden. 2. Een zelfstandige zonder personeel. 3. De ondernemer/eigenaar is persoonlijk aansprakelijk voor alle schulden van het bedrijf. Die aansprakelijkheid geldt voor zijn hele vermogen, dus niet alleen voor het vermogen dat in de zaak zit, maar ook voor zijn privé-bezittingen. 4. De Kamer van Koophandel, de Belastingdienst (via de KvK) en de gemeente. 5. Ondernemersinkomen. 6. Inkomstenbelasting. 7. Het percentage belasting dat betaald moet worden, wordt hoger naarmate het inkomen stijgt. 8. De eigenaar kan besluiten zijn bedrijf om te zetten in een BV De ondernemer kan zelfstandig alle beslissingen nemen. Daardoor is een snelle besluitvorming en een slagvaardige, flexibele bedrijfsvoering mogelijk; - de eigenaar-ondernemer bepaalt zelf hoeveel winst hij zal opnemen voor privé en hoeveel hij voor het bedrijf zal gebruiken De ondernemer moet 'van alle markten thuis zijn'; - de afhankelijkheid van één persoon maakt het bedrijf kwetsbaar; - de aansprakelijkheid voor de bedrijfsschulden geldt ook voor de privé-bezittingen van de ondernemer De maatschap (blz. 51) 11. Financieel voordeel behalen, bv. door kostenbesparing. 12. Dat elke maat aansprakelijk is voor een gelijk deel van de schulden van de maatschap. 13. Als de gedeelde aansprakelijkheid aan de zakenrelatie bekend is. Is die gedeelde aansprakelijkheid niet bekend gemaakt, dan geldt de hoofdelijke aansprakelijkheid. 14. In het geval van hoofdelijke aansprakelijkheid kan de schuldeiser zelf bepalen bij welke maat hij zijn vordering opeist. 15. Verdeling van bepaalde bedrijfskosten, onderlinge uitwisseling van kennis en ervaring en de mogelijkheid om in bepaalde gevallen verkregen opdrachten aan elkaar door te geven. 16. a De aansprakelijkheid voor eventuele verplichtingen die een maat is aangegaan. Een nadeel is ook dat een slecht functionerende maat een negatieve uitwerking kan hebben op het samenwerkingsverband. LEERBOEK AFDELING 2 - ONDERNEMINGSVORMEN 13

15 b Bij de stille maatschap mogen de maten niet onder een gemeenschappelijke naam zaken doen Kenmerken vennootschap (blz. 51) Elke vennootschap heeft een afgescheiden vermogen; - iedere vennoot is automatisch besturend vennoot, tenzij hier andere afspraken over zijn gemaakt De vennootschap onder firma (VOF) (blz. 51) 18. Een onderneming met twee of meer eigenaren die onder een gemeenschappelijke handelsnaam een bedrijf uitoefenen. 19. Voor privé-schulden van de medevennoot en voor rechtshandelingen die buiten de in het handelsregister genoemde bevoegdheden staan. 20. Omdat zakenrelaties er dan kennis van kunnen nemen De naam van het bedrijf; - de bedrijfsactiviteit(en); - de financiële inbreng van elke vennoot; - de taakomschrijving en de handelingsbevoegdheid van elke vennoot; - de winstverdeling; - afspraken over uittreding; - afspraken over beëindiging. 22. Een notariële akte biedt meer rechtszekerheid dan een onderhandse akte omdat de echtheid niet hoeft te worden bewezen Een vast bedrag, ook wel ondernemersloon genoemd; - een rentevergoeding voor het ingebrachte kapitaal; - een deel van de resterende winst. 24. Inkomstenbelasting. 25. Een man-vrouwvennootschap biedt een aantal fiscale voordelen boven de eenmanszaak De vennoten kunnen hun bedrijf efficiënter leiden als gevolg van de mogelijkheid van werk- en taakverdeling; - er is een grotere kapitaalinbreng mogelijk; - er is een grotere spreiding van risico aanwezig Elke vennoot is ook hoofdelijk aansprakelijk voor de handelstransacties van zijn medevennoten; - meningsverschillen tussen de vennoten kunnen een snelle besluitvorming in de weg staan en tot een minder slagvaardig beleid leiden. 28. Om bij ziekte of overlijden van een vennoot met de uitkering diens aandeel in het bedrijf te kunnen kopen De commanditaire vennootschap (CV) (blz. 52) 29. Een VOF heeft alleen beherende vennoten terwijl een CV ook commanditaire vennoten heeft. 14 LEERBOEK AFDELING 2 - ONDERNEMINGSVORMEN

16 30. Een vennoot die belast is met de dagelijkse leiding van de CV. 31. Een vennoot die slechts optreedt als financier van de CV. 32. De beherend vennoot is hoofdelijk aansprakelijk. 33. De commanditaire vennoot is uitsluitend aansprakelijk tot het bedrag van zijn kapitaaldeelname in de CV. 34. Als de commandiet zich als beherend vennoot gedraagt dan loopt hij het risico dat ook hij hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld. 35. De namen van de commanditaire vennoten worden niet in het handelsregister opgenomen. Wel wordt het aantal commanditaire vennoten vermeld en het totaalbedrag van hun deelname. 36. Uit een afgesproken rentepercentage over het bedrag van hun deelname en een klein deel van de winst. 37. Inkomstenbelasting (dezelfde belasting als bij de VOF en eenmanszaak). 38. IB-ondernemers. 2.3 ONDERNEMINGEN MET RECHTSPERSOONLIJKHEID De besloten vennootschap (BV) (blz. 66) 1. De namen van de aandeelhouders en het aantal aandelen dat zij bezitten. 2. Dat er toestemming nodig is van andere aandeelhouders voor de verkoop van aandelen. 3. Uit aandelen. 4. De aandeelhouder(s). 5. De directeur(en). 6. Bedrijfsresultaten van het afgelopen jaar, winstverdeling, plannen voor de komende jaren, benoeming of ontslag van de directeur(en), uitgifte van nieuwe aandelen enz. 7. Als hij meer dan 50% van de aandelen bezit. 8. De BV zelf Als de directeur zich privé medeaansprakelijk (garant) heeft gesteld tegenover de bank; - als de directeur van wanbeheer kan worden beschuldigd; - als de directeur te laat meldt dat het bedrijf zijn belastingen en premies niet meer kan betalen. 10. Het oprichten van een BV verloopt als volgt: - in overleg met deskundigen (accountant, notaris, jurist) stellen de oprichters statuten vast. Deze bevatten o.a. de naam, het doel en de vestigingsplaats van de BV, de grootte van het aandelenkapitaal en de eventuele blokkeringsregeling; - de BV wordt ingeschreven in het handelsregister. Het spreekt vanzelf dat ook de BV over de benodigde vestigingsvergunning(en) moet beschikken en moet worden aangemeld bij de Belastingdienst (via de KvK) en de gemeente. 11. De naam, het doel en de vestigingsplaats van de BV, de grootte van het aandelenkapitaal en de eventuele blokkeringsregeling. LEERBOEK AFDELING 2 - ONDERNEMINGSVORMEN 15

17 12. Vennootschapsbelasting % voor de eerste , winst en 25% voor de winst daarboven. 14. Op een gedeelte van de winst. 15. Dividend. 16. Omdat door winstreservering het eigen vermogen toeneemt waardoor het bedrijf kapitaalkrachtiger wordt en het beter in staat is om toekomstige groei te financieren. Winstreservering heeft voor de aandeelhouders als voordeel dat ook de waarde van hun aandelen toeneemt. 17. Het eigen vermogen. 18. Om de jaarstukken toe te zenden aan het handelsregister van de Kamer van Koophandel. 19. Een beperkte balans met toelichting. 20. a Balans met toelichting, winst- en verliesrekening met toelichting en een jaarverslag van de directie. b Een accountantsverklaring in de publicatie op te nemen De eigenaren zijn niet persoonlijk aansprakelijk voor de schulden van de BV; - de directeur is slechts aansprakelijk bij wanbeheer; - de BV heeft in het zakelijk verkeer een hogere status; - het voortbestaan van de onderneming is beter gewaarborgd De hogere oprichtingskosten; - de jaarlijkse publicatieplicht m.b.t. de balans en/of resultaten De naamloze vennootschap (NV) (blz. 67) 23. Een rechtspersoon waarvan het vermogen is verdeeld in aandelen die vrij verhandelbaar zijn De NV geeft aandelen 'aan toonder' uit. De BV geeft uitsluitend aandelen 'op naam' uit; - het totale vermogen van de gemiddelde NV is vele malen groter dan van de gemiddelde BV; - van grote beursgenoteerde NV's kan het aantal aandeelhouders zeer groot zijn. Bij een BV is het aantal aandeelhouders gering; - ofschoon de aandeelhouders van een NV in beginsel 'naamloos' zijn, heeft een aandeelhouder met meer dan 5% kapitaalsbelang een meldingsplicht bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM); - de NV heeft niet het besloten karakter van de BV; - de NV heeft meestal een meerhoofdige directie, terwijl een BV dikwijls slechts een directeur kent. 25. Aandelen 'aan toonder' zijn vrij verhandelbaar, van aandelen 'op naam' is overdracht alleen mogelijk door in- en uitschrijving van de aandeelhouder in het aandeelhoudersregister. 26. Het voorrecht op een bepaald vastgesteld dividendbedrag en het voorrecht op voorrang bij uitbetaling bij liquidatie van de onderneming. 27. Het voorrecht dat verband houdt met de benoeming van directieleden. 16 LEERBOEK AFDELING 2 - ONDERNEMINGSVORMEN

18 2.3.3 De coöperatieve vereniging (coöp) (blz. 67) 28. Een vereniging met rechtspersoonlijkheid die als doel heeft de materiële belangen van de leden te behartigen. 29. Verzekeringen, woningonderhoud, inkoop, verkoop en productie. 30. De hoofddoelstelling is anders. De coöperatie wil door samenwerking de kosten beperken. Alle andere ondernemingsvormen willen winst behalen uit geïnvesteerd kapitaal en/of arbeid. 31. De leden. 32. De algemene ledenvergadering. 33. Het bestuur of de directie. 34. Wettelijke aansprakelijkheid (WA), beperkte aansprakelijkheid (BA) en uitgesloten aansprakelijkheid (UA). 35. Wettelijke aansprakelijkheid (WA). 36. Uitgesloten aansprakelijkheid (UA). 37. De aansprakelijkheid blijft voortduren tot één jaar na opzegging. 38. De oprichting moet bij notariële akte gebeuren. 39. De doelstelling en de vorm van aansprakelijkheid. 40. De winst kan aan het eigen vermogen worden toegevoegd of aan de leden worden uitgekeerd. 41. Vennootschapsbelasting De vereniging (blz. 68) 42. Een rechtspersoon waarvan de leden gezamenlijk eenzelfde doel steunen. 43. Door het betalen van contributie door de leden. 44. De dagelijkse leiding van een vereniging berust bij het bestuur. 45. Omdat de bestuurders anders hoofdelijk aansprakelijk zijn en de vereniging dan geen registergoederen (gebouwen of schepen) kan aanschaffen. 46. Omdat de bestuurders anders aansprakelijk zijn voor de schulden. 47. Als de statuten dat aangeven, als gevolg van een faillissement of als als de alv daartoe besluit De stichting (blz. 68) 48. Een rechtspersoon die geen leden kent en die is opgericht om met behulp van een bepaald vermogen een in de statuten vermeld doel te realiseren. 49. Door bijdragen van donateurs. 50. De macht ligt volledig bij het bestuur. 51. Een stichting moet worden opgericht bij notariële akte of testament. Een stichting kan door een of meer natuurlijke of rechtspersonen worden opgericht. 52. Als de stichting een bedrijf heeft opgericht Het bestuur van grote ondernemingen (blz. 68) 53. Tantième, aandelen of opties. LEERBOEK AFDELING 2 - ONDERNEMINGSVORMEN 17

19 54. Dat het optierecht wordt uitgeoefend; de aandelen worden gekocht tegen de vooraf vastgestelde prijs. 55. Toezicht houden op de Raad van Bestuur. Bovendien moet zij ook adviezen verstrekken aan de RvB. 56. Door de algemene vergadering van aandeelhouders (ava). 57. Een structuurvennootschap is een grote NV of BV met: - een eigen vermogen groter dan , ; - ten minste 100 medewerkers die in Nederland werkzaam zijn; - een wettelijk voorgeschreven ondernemingsraad (OR). 58. De ondernemingsraad Informatierecht; - adviesrecht; - instemmingsrecht. 60. Een OR is wettelijk verplicht als de onderneming ten minste 50 medewerkers telt. 2.4 ONDERNEMINGSVORM EN EXPLOITATIEOVERZICHT (blz. 71) 1. Hoeveel omzet, brutowinst en nettowinst het bedrijf heeft behaald en welke kosten het daarvoor moest maken. 2. Door een accountant Het exploitatieoverzicht van de eenmanszaak (blz. 72) 3. a Privé-opnamen en winstreserve. b Voor inkomstenbelasting, verzekeringspremies en huishoudelijke uitgaven. 4. Omdat bij beide ondernemingsvormen de ondernemers vergoedingen ontvangen voor loon en rente eigen vermogen Het exploitatieoverzicht van de BV (blz. 72) 5. a Bij de BV is het salaris van de directeur in de personeelskosten begrepen, bij de eenmanszaak niet. b Het bedrijfsresultaat ligt als gevolg daarvan bij de BV lager. 6. Vennootschapsbelasting (VpB). 7. Nettowinst. 8. Dividend en winstreserve. 18 LEERBOEK AFDELING 2 - ONDERNEMINGSVORMEN

20 3 Belastingen AFDELING LEERBOEK AFDELING 3 - BELASTINGEN 19

21 3.1 INKOMSTENBELASTING (IB) (blz. 81) 1. Met een aangifteprogramma De drie boxen van de Wet op de Inkomstenbelasting (blz. 81) 2. Box Eigenaren van een eenmanszaak, VOF of CV. 4. Als je 5% of meer van de aandelen bezit. 5. Dividend en koerswinst van de aandeelhouder die 5% of meer van de aandelen van één bedrijf bezit. 6. Rente op spaarrekeningen en obligaties, dividend op een aandelenbelang van minder dan 5% en huuropbrengst van een bedrijfspand of tweede huis. 7. Vermogensrendementsbelasting Het belastingtarief van box 1 (blz. 82) 8. Dat het IB-tarief stijgt naarmate het belastbaar inkomen hoger is. 9. Vier. 10. Voornamelijk uit premies volksverzekeringen en een klein deel inkomstenbelasting. 11. Een wettelijk vastgesteld bedrag of percentage dat bij de inkomsten moet worden opgeteld of daarvan mag worden afgetrokken. 12. Met het autokostenforfait ,75% van de WOZ-waarde van de eigen woning. 14. Doordat de renteaftrek groter is dan de bijtelling van het eigenwoningforfait. 15. De reisaftrek openbaar vervoer Het belastingtarief van box 2 (blz. 82) 16. Een grootaandeelhouder. 17. Een directeur die een aanmerkelijk belang in een BV bezit. 18. a 25%. b AB-tarief. 19. a 15% dividendbelasting. b 10% Het belastingtarief van box 3 (blz. 82) 20. Saldi op spaarrekeningen, uitgeleend geld, beleggingen in aandelen en obligaties en onroerende zaken (behalve de eigen woning). 21. a 4%. b 30%. c 4% van 30% = 1,2%. 20 LEERBOEK AFDELING 3 - BELASTINGEN

22 22. - Het eigen huis dat door de belastingplichtige wordt bewoond; - de AB-aandelen in een BV; - roerende zaken. 23. nettovermogen , vrij van rendementsheffing , belastbaar vermogen , fictief rendement 4% van = 8.000, VrB 30% van = 2.400, of 1,2% van = 2.400, Overzicht inkomensboxen en tarieven (blz. 83) 24. Inkomen uit werk en eigen woning. 25. Inkomen uit aanmerkelijk belang in een BV. 26. Inkomen uit privé-vermogen Persoonsgebonden aftrekposten en heffingskortingen (blz. 83) 27. a Aan Nederlandse instellingen met een ideëel doel. b Artsen zonder Grenzen, Amnesty International, De Zonnebloem, kerken. 28. Als ze in totaal meer bedragen dan 1% van het totale belastbaar inkomen uit de drie boxen. 29. De algemene heffingskorting. 30. Alleenstaande ouders die voor een of meer kinderen zorgen en ouderen Voorheffing loonbelasting (blz. 83) 31. Over arbeidsinkomsten (loon, uitkering en pensioen). 32. De werkgever of uitkeringsinstantie houdt de loonbelasting in op het loon en draagt deze af aan de Belastingdienst. 33. a Van de hoogte van het loon. b Met de algemene heffingskorting en voor werkenden ook de arbeidskorting. 34. Als de werknemer geen eigen huis en geen inkomsten in box 2 of 3 heeft Aangifte IB en aanslag IB (blz. 83) 35. Op het inkomen van het voorgaande jaar. 36. Als je na afloop van het jaar aangifte doet van het werkelijke inkomen. 37. Binnen zes weken. 38. Een beroepschrift indienen bij het gerechtshof. LEERBOEK AFDELING 3 - BELASTINGEN 21

23 3.2 AFTREKPOSTEN VOOR ONDERNEMINGEN Aftrekposten voor alle ondernemingsvormen (blz. 87) 1. Met vennootschapsbelasting (VpB) Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek; - energie-investeringsaftrek. 3. Door maximaal 1,2% van het totale fiscale loon daarvoor te gebruiken of door gerichte vrijstellingen binnen de werkkostenregeling (WKR) te benutten. 4. Een verlies mag verrekend worden met de winst van de drie voorgaande jaren (eenmanszaak) of van het voorgaande jaar (BV) en met de komende negen jaar (beide) Extra aftrekposten voor IB-ondernemers (blz. 87) 5. - Fiscale oudedagsreserve; - ondernemersaftrek; - mkb-winstvrijstelling. 6. Ruim 8.600,. 7. De ondernemersaftrek mag worden verhoogd met een startersaftrek van 2.123, voor de eerste drie jaar dat iemand ondernemer is. 8. Als het IB-tarief voor de ondernemer hoger is dan het tarief dat zijn partner moet betalen. 9. a Man-vrouwfirma. b - De partner moet werkelijk mede-ondernemer zijn en niet alleen ondersteunend werk verrichten. - Beide partners moeten elk meer dan uur in het bedrijf werkzaam zijn. c De partners profiteren ieder afzonderlijk van de verschillende aftrekken en kunnen in een lagere IB-schijf vallen De keuze eenmanszaak of BV (blz. 87) Box 1 van de Wet IB (progressief tarief over salaris BV); - vennootschapsbelasting (over winst BV); - box 2 van de Wet IB (aanmerkelijk belangbelasting over dividend BV). 11. Vanwege de extra aftrekposten. 12. De BV. 3.3 OMZETBELASTING (BTW) Directe en indirecte belastingen (blz. 93) 1. Ze worden direct geheven van de persoon die de belasting moet betalen. 2. De loonbelasting, inkomstenbelasting. 3. Vennootschapsbelasting. 4. Btw wordt niet direct van de belastingplichtige geheven. 5. Invoerrechten, overdrachtsbelasting en accijnzen. 22 LEERBOEK AFDELING 3 - BELASTINGEN

24 6. Van de leveranciers van goederen en diensten. 7. De verbruiker (de consument) Hoe wordt de omzetbelasting geheven? (blz. 93) 8. Aan al zijn afnemers. 9. Aan zijn leveranciers %. 11. a 126,. b 84,. c Belasting over de toegevoegde waarde (btw). d Dat moet hij afdragen aan de Belastingdienst. 12. Levensmiddelen, tijdschriften, toegangskaarten voor museum- en bioscoopbezoek enz. 13. Bankdiensten, verzekeringen, gezondheidszorg en onderwijs. 14. Voor exportgoederen. 15. Ondernemers die goederen en diensten aan consumenten leveren, zijn verplicht in advertenties de verkoopprijs duidelijk en inclusief btw te vermelden. Dat geldt ook voor de prijsaanduiding in winkels en showrooms. 16. De prijs exclusief btw, het btw-percentage, het btw-bedrag en het factuurbedrag inclusief btw Het aangiftebiljet (blz. 94) 17. Bij levering aan bedrijven wordt de btw apart op de factuur vermeld. Na boeking van de verkoopfacturen blijkt hoeveel btw over de afgelopen periode zal worden ontvangen. 18. Het ontvangen btw-bedrag wordt berekend uit ontvangsten per kas en bank van de afgelopen periode. 19. De door ondernemers aan leveranciers betaalde btw. 20. van klanten ontvangen btw aan leveranciers betaalde btw aan belastingdienst af te dragen (voorbelasting) btw (afdracht) De kleineondernemersregeling (blz. 94) 21. Ondernemers die minder dan 1.800, aan btw hoeven af te dragen aan de Belastingdienst. 22. a De ondernemer kan dan een verzoek indienen om ontheffing van het voeren van een btw-boekhouding. b Omdat hij op zijn facturen geen btw vermeldt, kunnen zijn klanten geen btw aftrekken. LEERBOEK AFDELING 3 - BELASTINGEN 23

25 3.4 BELASTINGEN VAN GEMEENTE EN PROVINCIE Rechten, leges, heffingen (blz. 95) 1. Voor het afvoeren van huisvuil. 2. Voor het gebruik van het riolenstelsel. 3. a Voor het gebruik van openbaar terrein. b Caféterras, uitstalling op een trottoir of een uithangbord. 4. Voor het verstrekken van bijvoorbeeld een paspoort, een rijbewijs of een bouwvergunning. 5. Voor de kosten van zuivering van het water. 6. Zowel de eigenaar als de gebruiker van het bedrijfspand. 7. De eigenaar van de woning. 24 LEERBOEK AFDELING 3 - BELASTINGEN

26 4 Financiering en financieel beleid AFDELING LEERBOEK AFDELING 4 - FINANCIERING EN FINANCIEEL BELEID 25

27 4.1 VERMOGENSBEHOEFTE EN VERMOGENSVERKRIJGING Eigen en vreemd vermogen (blz. 102) 1. Een constructiebedrijf met 100 werknemers, grote bedrijfsruimte en kostbare machines heeft meer vermogen nodig dan een eenpersoons schildersbedrijf met een kleine opslagruimte zonder machines. 2. Eigen vermogen en vreemd vermogen. 3. Het eigen vermogen is de basis voor de financiering van het bedrijf. 4. Krediet. 5. Kort vermogen en lang vermogen. 6. Eigen vermogen en lang vreemd vermogen Vormen van vreemd vermogen (blz. 102) 7. Ontvangen leverancierskrediet, belastingschuld en bankkrediet. 8. Doordat goederen niet direct bij aflevering worden betaald. 9. Omdat het leverancierskrediet binnen een of enkele maanden moet worden betaald. 10. Loonbelasting, btw, belasting over de winst. 11. Dat de ondernemer naar behoefte geld kan opnemen en terugstorten. 12. a Als de bank het eigen vermogen te laag vindt. b - de Borgstelling mkb-kredieten; - het Besluit bijstandverlening zelfstandigen. 13. Hypothecaire lening en particuliere lening. 14. Een geldlening waarvoor een onroerende zaak als zekerheid (onderpand) wordt gegeven. 15. Omdat de looptijd meestal meer dan tien jaar bedraagt. 16. Een lening van familie of vrienden. 17. Dat de lening bij faillissement pas wordt terugbetaald als alle andere schulden zijn voldaan. 18. Met eigen vermogen Samenvatting (blz. 103) 19. Passiva, vermogensbronnen. 20. Activa, bedrijfsmiddelen. 21. a ,. b eigen vermogen ,. hypotheek , lening , lang vreemd vermogen , 26 LEERBOEK AFDELING 4 - FINANCIERING EN FINANCIEEL BELEID

28 crediteuren , bank , overige schulden , kort vreemd vermogen , 4.2 DE LIQUIDITEIT VAN EEN ONDERNEMING Liquiditeit en werkkapitaal (blz. 107) 1. a Een onderneming is liquide als ze haar schulden op tijd kan betalen. b Het bedrijf moet over voldoende werkkapitaal beschikken. 2. Vaste en vlottende bedrijfsmiddelen. 3. Als het geld in deze bedrijfsmiddelen voor lange tijd vastzit. 4. Als het geld in deze bedrijfsmiddelen na korte tijd weer vrijkomt. 5. Lang en kort vermogen. 6. Eigen vermogen, hypotheek, lening. 7. Bankkrediet, crediteuren, overige schulden. 8. Omdat lang vermogen langer dan één jaar beschikbaar is en het geld dat in vaste activa is geïnvesteerd niet binnen één jaar volledig vrijkomt. 9. Als het lang vermogen groter is dan het bedrag dat voor de vaste activa nodig is. 10. Dat de liquiditeit goed is De current ratio (blz. 108) 11. a Door middel van de current ratio. vlottende bedrijfsmiddelen b kort vermogen 12. Er kunnen betalingsmoeilijkheden ontstaan omdat er geen werkkapitaal is De quick ratio (blz. 108) 13. In de formule voor het berekenen van de quick ratio wordt de goederenvoorraad niet opgenomen. 14. vorderingen + betaalmiddelen kort vermogen 15. Voor het beoordelen van de liquiditeit en het vergelijken van de liquiditeit met voorgaande jaren en met andere bedrijven in dezelfde branche. 16. Bij het beoordelen van een kredietaanvraag Kernen in de vlottende bedrijfsmiddelen (blz. 108) 17. De goederenkern. 18. De debiteurenkern. 19. Met het werkkapitaal (het 'overschot' aan lang vermogen). LEERBOEK AFDELING 4 - FINANCIERING EN FINANCIEEL BELEID 27

29 4.2.5 Samenvatting (blz. 109) 20. a Met de current ratio en de quick ratio. b Op de kernen in de vlottende bedrijfsmiddelen. 21. a = , b =1, c =0, DE SOLVABILITEIT VAN EEN ONDERNEMING Wat verstaan we onder solvabiliteit? (blz. 114) 1. Als een onderneming in staat is het vreemd vermogen volledig terug te betalen. 2. De verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen Het kengetal van de solvabiliteit (blz. 114) eigen vermogen 3. totaal vermogen x 100%. 4. Voor welk percentage de eigenaar deelneemt in het totale vermogen van de onderneming %. 6. Betrouwbaarheid ondernemer, winstgevendheid van het bedrijf, de ontwikkeling van de branche. 7. Als je percentages met elkaar vergelijkt. 8. a 10% van 20% = 2%; 20% + 2% = 22%. b 20% + 10% = 30% Bewaken van de solvabiliteit (blz. 114) 9. a Uit de balans van een bedrijf. b De balans is slechts een momentopname van de financiële situatie. 10. De kengetallen moeten van tijd tot tijd met elkaar worden vergeleken. 11. Het eigen vermogen als percentage van het totale vermogen zal groeien, waardoor de solvabiliteit ook verbetert. 12. Wanneer alles duurder wordt, is er meer vermogen nodig om de bedrijfsmiddelen te financieren. Als de winstreserve daarvoor niet toereikend is, moet er meer vreemd vermogen worden aangetrokken, waardoor de solvabiliteit achteruit gaat. 13. Als de winst onvoldoende is voor de noodzakelijke privé-opnamen, daalt het eigen vermogen (en daardoor de solvabiliteit) a x 100% = 30% LEERBOEK AFDELING 4 - FINANCIERING EN FINANCIEEL BELEID

30 b x 100% = 22% c Dat de solvabiliteit is verslechterd met 8 procentpunt. 4.4 CASHFLOW Opdracht blz. 119 (blz. 122) KASSTROOMOVERZICHT EENMANSZAAK Berekening van de cashflow nettowinst , afschrijvingen , (+) cashflow , Besteding van de cashflow vaste activa , vlottende activa , aflossingen (lang + kort VV) , privé-opnamen , , ( ) mutatie liquide middelen , 1. Voor de groei van het bedrijf en voor het opvangen van eventuele tegenvallers. 2. Uit de nettowinst en de afschrijvingen. 3. Kasstroom. 4. Voor investeringen in vaste activa, verhoging van vlottende activa, aflossingen, privé-opnamen (bij een eenmanszaak) of dividenduitkeringen (bij een BV) Cashflow bij de eenmanszaak (blz. 122) 5. In het exploitatieoverzicht. 6. Omdat afschrijvingen wel als kosten worden geboekt maar het bedrag niet wordt uitgegeven. 7. De linkerkant of debetkant van de balans. 8. De rechterkant of creditkant van de balans. 9. Voor privé-opnamen. 10. Een samenvatting van de berekening en de besteding van de cashflow. 11. Door de toe- of afname van de liquide middelen te vergelijken met het kas-banksaldo van de begin- en eindbalans. LEERBOEK AFDELING 4 - FINANCIERING EN FINANCIEEL BELEID 29

31 4.4.2 Cashflow bij de BV (blz. 123) 12. Nettowinst. 13. Nettowinst + afschrijvingen. 14. Bij de BV is het eigen vermogen opgedeeld in aandelenvermogen en winstreserve. 15. Bij een BV staat dividend in plaats van privé-opnamen Vergelijking cashflow eenmanszaak en BV (blz. 123) 16. De nettowinst van de BV en de eenmanszaak zijn niet gelijk. 17. Omdat de BV zelfstandig belasting (VpB) betaalt en omdat de personeelskosten hoger zijn (salaris directeur). 18. De ondernemer van een eenmanszaak heeft een groot bedrag nodig omdat hij geen salaris ontvangt en omdat hij privé over de winst van het bedrijf belasting moet betalen. 19. Omdat er bij een VOF meer eigenaren zijn. 4.5 DE RENTABILITEIT VAN VERMOGEN De opbrengst van belegd vermogen (blz. 127) 1. In aandelen, obligaties of edele metalen. 2. De jaaropbrengst van het vermogen uitgedrukt in een percentage. 3. Aan de creditkant van de balans. 4. Het vermogen dat door de eigenaren beschikbaar is gesteld. 5. Het vermogen dat beschikbaar is gesteld door de kredietgevers zoals banken en leveranciers De rentabiliteit van het totale vermogen (RTV) (blz. 128) 6. Met het kengetal van de rentabiliteit van het totale vermogen. 7. RTV = bedrijfsresultaat gemiddeld totale vermogen x 100%. 8. Uit het exploitatieoverzicht. 9. Door het totale vermogen van begin- en eindbalans bij elkaar op te tellen en door twee te delen. 10. Door het percentage te vergelijken met het rentepercentage van staatsobligaties. 11. De rente van staatsobligaties staat vast. 12. De terugbetaling van het vermogen is door de staat gegarandeerd De rentabiliteit van het eigen vermogen (REV) (blz. 128) 13. De eigenaren (aandeelhouders). 30 LEERBOEK AFDELING 4 - FINANCIERING EN FINANCIEEL BELEID

32 14. REV = nettowinst gemiddeld eigen vermogen x 100% Rentabiliteit en ondernemingsvorm (blz. 128) 15. Omdat bij de eenmanszaak het ondernemersloon niet tot de kosten wordt gerekend. 4.6 BANKKREDIET Rekening-courantkrediet (blz. 131) 1. Op een rekening-courant worden doorlopend bedragen bij- en afgeboekt. 2. De rekeninghouder heeft dan een schuld aan de bank. 3. De vergoede rente is laag, de in rekening gebrachte rente is hoog. 4. Een overeenkomst. 5. Hoe hoog het krediet mag zijn Zekerheidstelling (blz. 132) 6. Een krediet zonder onderpand. 7. Gebouwen, inventaris en machines, auto's, vorderingen op debiteuren enz. 8. Het onderpand moet een overwaarde bezitten % van = ,. 10. Aan de ondernemer. 11. Iemand stelt zich dan persoonlijk garant voor het terugbetalen van een bankkrediet. 12. a De Borgstelling mkb-kredieten. b De staat. 13. Bij een bank Factoring (blz. 132) 14. Verkoop van vorderingen op debiteuren aan een factor. 15. Omdat de factormaatschappij alle risico's van wanbetaling of overschrijding van betalingstermijnen voor haar rekening neemt. 16. Zodat de factormaatschappij niet het risico loopt dat een bedrijf alleen zijn 'moeilijke' vorderingen verkoopt en de probleemloze zelf gaat incasseren. 17. De ondernemer. 4.7 LEVERANCIERSKREDIET Leverancierskrediet ontstaat automatisch (blz. 137) 1. Doordat de goederen niet direct bij aflevering worden betaald. De leverancier zendt een factuur die pas later wordt voldaan. LEERBOEK AFDELING 4 - FINANCIERING EN FINANCIEEL BELEID 31

33 2. Betaling binnen de periode dat het leverancierskrediet kosteloos is (bijvoorbeeld binnen acht dagen). 3. Bij betaling na de periode dat het leverancierskrediet kosteloos is. 4. Korting voor contante betaling en kredietbeperkingstoeslag Korting voor contante betaling (blz. 138) 5. Derentekostenzijnindeprijzenvandeartikelenverrekend dagen Kredietbeperkingstoeslag (blz. 138) 7. De kosten van het krediet. 8. Als de afnemer na de kosteloze kredietperiode gebruikmaakt van het leverancierskrediet. 9. De werkelijke inkoopprijs en de kredietkosten staan afzonderlijk op de factuur Kosten van leverancierskrediet (blz. 138) 10. De leverancier. 11. Geen overeenkomst en geen onderpand nodig. 12. De werkelijke kosten van het leverancierskrediet kunnen per leverancier variëren x 2% = 32,7% x 2% = 24% Met de kosten van rekening-courantkrediet Leverancierskrediet en afnemerskrediet (blz. 138) 16. Vorderingen op debiteuren. 17. Door vooruitbetaling van de afnemer. 18. Omdat zowel de debiteuren als de ondernemer zelf vooruit kunnen betalen. 4.8 LEASING Twee vormen van leasing (blz. 141) 1. Als de ondernemer de aanschaf van een bedrijfsmiddel voor 100% wil financieren. 2. Huren. 3. De kosten van rente, afschrijving en administratie. 4. De kosten van onderhoud, reparatie, verzekering enz. 5. De leasemaatschappij (de verhuurder). 6. De ondernemer. 32 LEERBOEK AFDELING 4 - FINANCIERING EN FINANCIEEL BELEID

34 7. De bank krijgt als zekerheid 'stil pandrecht' op het bedrijfsmiddel. 8. Financiële lease is een koopovereenkomst met de leverancier, gecombineerd met een kredietovereenkomst met de bank Leasing en financiering (blz. 141) 9. Het bedrijfsmiddel wordt gehuurd en daarom veranderen de balansposten niet. 10. Het bedrijfsmiddel wordt eigendom van het bedrijf, daardoor nemen zowel de activa als het vreemd vermogen toe. 4.9 CONSUMPTIEF KREDIET Gespreide betaling (blz. 143) 1. Met gespreide betaling. 2. Consumptief krediet. 3. De kredietkosten uitdrukken in een percentage van het gemiddelde krediet. 4. Door van de contante prijs de aanbetaling af te trekken. 5. Door het totaalbedrag van de termijnbetalingen te verminderen met het verleende krediet en dit bedrag te delen door het aantal kredietmaanden en te vermenigvuldigen met krediet bij eerste termijn + krediet bij laatste termijn 2 7. kredietkosten per jaar x100%. gemiddeld krediet 8. a contante prijs 3.250, aanbetaling - 750, kredietbedrag 2.500, b 18 x 160 = 2.880,. c totaal termijnbedragen 2.880, kredietbedrag , kredietkosten voor 18 maanden 380, Kredietkosten per jaar 380 x 12/18 = 253, ,89 d = 1.319, ,33 e x 100% = 19,2% ,45 LEERBOEK AFDELING 4 - FINANCIERING EN FINANCIEEL BELEID 33

35 34 LEERBOEK AFDELING 4 - FINANCIERING EN FINANCIEEL BELEID

36 5 Bedrijfscontrole AFDELING LEERBOEK AFDELING 5 - BEDRIJFSCONTROLE 35

37 5.1 BEGROTEN EN BUDGETTEREN De exploitatiebegroting (blz. 151) 1. Hoeveel de omzet, de directe kosten, de bedrijfskosten en de winst in een bepaalde periode zijn geweest. 2. Je kunt er de bedrijfsresultaten van voorgaande jaren mee beoordelen en je kunt het gebruiken bij het maken van een exploitatiebegroting voor de komende periode. 3. Een overzicht van de te verwachten opbrengsten en kosten voor de komende periode. 4. Omzetprognose Op de omzetontwikkeling van de voorgaande jaren; - op de toekomstige ontwikkelingen in de markt; - op geplande eigen activiteiten. 6. Budgetteren. 7. Een budget is een bedrag dat voor een bepaald doel is bestemd. 8. Het inkoopbudget en het kostenbudget. 9. De inkoop van grondstoffen of handelsgoederen De gegevens van voorgaande jaren; - de omzetprognose voor het komend jaar; - wijziging in het personeelsbestand en een eventuele stijging van de loonkosten; - stijging van energiekosten en van gemeentelijke belastingen; - extra uitgaven aan verbouwing, uitbreiding, reclame, marktonderzoek enz. 11. In deelbudgetten. 12. a Personeelskosten, huisvestingskosten, afschrijvingskosten en reclamekosten. b Afdeling administratie, afdeling service en reparatie en de afdeling verkoop. 13. In een exploitatiebegroting De liquiditeitsbegroting (blz. 152) 14. Een begroting van het verwachte banksaldo en van de verwachte ontvangsten en uitgaven in de komende periode. 15. De liquiditeitspositie aan het einde van de maand. 16. Als het negatief kas-banksaldo lager is dan de kredietlimiet die de ondernemer met zijn bank heeft afgesproken. 17. Een exploitatiebegroting bevat de geschatte omzet en kosten voor het komende jaar. Bij de liquiditeitsbegroting gaat het om de de te verwachten ontvangsten en uitgaven. 18. Een spreadsheet Investeringsbegroting en financieringsplan (blz. 152) Als hij zijn bedrijf start; - als het bedrijf sterk groeit; - als het bedrijfsbeleid ingrijpend wordt gewijzigd. 36 LEERBOEK AFDELING 5 - BEDRIJFSCONTROLE

38 20. Een overzicht waaruit blijkt welke financiële bronnen de ondernemer wil gebruiken om bepaalde investeringen te betalen. 21. Leverancierskrediet, crowdfunding, een hypothecaire lening, bankkrediet Planning en doelstelling (blz. 153) 22. De doelstelling moet duidelijk, meetbaar en haalbaar zijn Je kunt dan achteraf vaststellen of je het beoogde doel ook hebt bereikt; - je kunt tussentijds controleren of je op de goede weg bent. 24. a Langetermijndoelen en kortetermijndoelen. b Dat de kortetermijndoelen in strijd zijn met de langetermijndoelen. 5.2 BEDRIJFSVERGELIJKING Interne en externe bedrijfsvergelijking (blz. 157) 1. Door bedrijfsvergelijking. 2. Als de behaalde resultaten per maand, per kwartaal of per jaar worden vergeleken met de begrotingscijfers of met de resultaten van voorafgaande perioden. 3. Als de eigen resultaten worden vergeleken met die van andere ondernemers in de branche. 4. Bij zijn bank en commerciële samenwerkingsvormen zoals in- en verkoopcombinatie, vrijwillig filiaalbedrijf en franchisebedrijf Kengetallen (blz. 157) 5. a De verhouding tussen omzet en voorraad. b De verhouding tussen omzet en arbeid. c De verhouding tussen omzet en bedrijfsruimte. 5.3 VERZEKERINGEN Risico (blz. 166) 1. Teruglopende omzet, aanrijding, brand, langdurige ziekte. 2. Onverzekerbare risico's (bv. teruglopende omzet); wettelijk verplicht verzekerde risico's (bv. schade aan anderen in het verkeer) en vrijwillig verzekerde risico's (bv. brand). 3. Het financiële risico van een onzeker voorval overdragen aan een verzekeringsmaatschappij. 4. De verzekeringspremie. 5. In een polis. 6. Uit premie, poliskosten en assurantiebelasting. 7. Bij het afsluiten en bij het wijzigen van de verzekering. 8. Over de som van de premie en de poliskosten. LEERBOEK AFDELING 5 - BEDRIJFSCONTROLE 37

39 9. Organisatorische maatregelen (bv. oefenen met blusmiddelen); bouwkundige maatregelen: (bv. brandveilige bouwmaterialen); elektronische maatregelen (bv. brandmeldinstallaties). 10. a De beslissingen en maatregelen die de ondernemer neemt ten aanzien van risico's en verzekeringen. b Welke risico's hij loopt; hoe groot de kans op schade is; hoe hoog de premie is; hoeveel risico hij zelf kan dragen De schadeverzekering (blz. 166) 11. De financiële schade die door een bepaald voorval kan ontstaan. 12. De verzekerde waarde (het verzekerd bedrag). 13. Door een schade-expert. 14. a De waarde vóór de schade. b Dewaardenádeschade. 15. Door de gezonde waarde te verminderen met de restwaarde. 16. Als het verzekerd bedrag minstens gelijk is aan de gezonde waarde. 17. a Als het verzekerd bedrag hoger is dan de gezonde waarde. b Alleen de werkelijke schade. 18. Als het verzekerd bedrag lager is dan de gezonde waarde x = , De expertisekosten en de bereddingskosten. 21. De kosten van de schade-expert die de schade vaststelt. 22. a De kosten die tijdens of direct na het voorval worden gemaakt om de schade te beperken. b Het schoonmaken en weer bedrijfsklaar maken van het gebouw en de machines. c Salvagebedrijven. d Door de Stichting Salvage. 23. a Dat de uitkering lager is omdat een deel van de schade voor rekening van de verzekerde is. b Een lagere premie Soorten schadeverzekeringen (blz. 167) 24. Brandverzekering; bedrijfsschadeverzekering; goederentransportverzekering; aansprakelijkheidsverzekering; motorrijtuigenverzekering; arbeidsongeschiktheidsverzekering; kredietverzekering; rechtsbijstandsverzekering. 25. a Dat het verzekerde bedrag jaarlijks automatisch wordt aangepast aan een CBSprijsindexcijfer. b Onderverzekering. 26. Dat de volledige kosten van herbouw worden vergoed. 27. Water- en stormschade en schade door vandalisme, inbraak en diefstal. 38 LEERBOEK AFDELING 5 - BEDRIJFSCONTROLE

40 28. a De schade die kan ontstaan door stilstand van het bedrijf bv. als gevolg van brand. b De vaste bedrijfskosten, de extra kosten voor het weer op gang brengen van het bedrijf en de gederfde winst. 29. Omdat de beroepsvervoerder die goederen voor het bedrijf vervoert niet aansprakelijk is voor transportschade als hij kan aantonen dat hij alle goede zorg in acht heeft genomen die redelijkerwijs van hem mag worden verwacht. 30. Voor bedrijven en voor personen vanaf 16 jaar. 31. Schadendieeengevolgzijnvan: - fouten van de ondernemer of zijn personeel tijdens het werk; - gebreken aan geleverde goederen; - gebreken aan het bedrijfspand. 32. De verzekerde zelf, zijn thuiswonende gezinsleden en huisdieren. 33. a De schade die met het verzekerde voertuig aan anderen is toegebracht. b Cascoverzekering. c All-riskverzekering. d De inzittendenverzekering en rechtsbijstandsverzekering. 34. Als de reparatiekosten hoger zullen zijn dan het verschil tussen dagwaarde en restwaarde = 5.500,. 36. Na een of meer schadevrije jaren krijgt de verzekerde een bonus in de vorm van een korting op de premie (no-claimkorting). Een verzekerde die vaak schade claimt moet een toeslag (malus) op de premie betalen. 37. a Maximaal twee jaar. b 70%. c De werknemer valt dan onder de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). 38. Door een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten. 39. Tegen het risico van wanbetaling van zijn afnemers. 40. Rechtsbijstandsverzekering. 5.4 HET BEDRIJFSMINIMUM Vaste kosten (blz. 174) 1. a Afschrijving op gebouwen, inventaris en machines, loonkosten van vast personeel enz. b Ook als de omzet stijgt of daalt, blijven deze kosten gelijk. 2. Vaste kosten zijn kosten die niet afhankelijk zijn van de omvang van de productie of van de omzet. 3. a Dan moet het bedrijf uitbreiden. b Dat gaat met een sprong omhoog ,. LEERBOEK AFDELING 5 - BEDRIJFSCONTROLE 39

FINANCIERING voor het mkb

FINANCIERING voor het mkb OPLEIDING ONDERNEMEN / AOV ONDERNEMER MKB FINANCIERING voor het mkb (leverbaar met studie-app of werkboek) Drs. P.F. Pietersen K.P. Pietersen 6 e druk, e oplage ISBN 978 90 655 8 8 NEDERLANDS ONDERWIJS

Nadere informatie

BEDRIJFS- ECONOMIE voor het mkb

BEDRIJFS- ECONOMIE voor het mkb UITGAVE VOOR ECONOMISCH ADMINISTRATIEF EN ONDERNEMERSONDERWIJS BEDRIJFS- ECONOMIE voor het mkb Drs. P.F. Pietersen K.P. Pietersen e druk, e oplage ISBN: 978 90 655 90 NEDERLANDS ONDERWIJS INSTITUUT BV

Nadere informatie

5 BELASTINGEN 61 ONDERNEMINGSVORMEN. INHOUDSOPGAVE BEDRIJFSECONOMIE voor het mkb. afdeling hoofdstuk paragraaf

5 BELASTINGEN 61 ONDERNEMINGSVORMEN. INHOUDSOPGAVE BEDRIJFSECONOMIE voor het mkb. afdeling hoofdstuk paragraaf INHOUDSOPGAVE BEDRIJFSECONOMIE voor het mkb afdeling hoofdstuk paragraaf 1 ONDERNEMINGSVORMEN 1 2 3 4 NATUURLIJKE PERSONEN EN RECHTSPERSONEN blz. 12 1 Rechtsvorm van de onderneming... 12 2 Inschrijving

Nadere informatie

TOELATINGSTOETS M&O. Datum 14-1-2016

TOELATINGSTOETS M&O. Datum 14-1-2016 TOELATINGSTOETS M&O VUL IN: Datum 14-1-2016 Naam en voorletters. Adres. Postcode. Woonplaats. Geboortedatum / / Plaats Land. Telefoonnummer. E-mail. Gekozen opleiding. OPMERKINGEN: Tijdsduur: 90 minuten

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Rechtsvormen. Voorbeelden: Eenmanszaak Vennootschap Onder Firma Besloten vennootschap Naamloze vennootschap Vereniging Stichting

Hoofdstuk 9. Rechtsvormen. Voorbeelden: Eenmanszaak Vennootschap Onder Firma Besloten vennootschap Naamloze vennootschap Vereniging Stichting www.jooplengkeek.nl Rechtsvormen Voorbeelden: Eenmanszaak Vennootschap Onder Firma Besloten vennootschap Naamloze vennootschap Vereniging Stichting 1 Rechtsvormen Natuurlijk persoon Een mens met rechten

Nadere informatie

De resultatenrekening

De resultatenrekening De resultatenrekening format resultatenrekening kosten/uitgaven en opbrengsten/ontvangsten afschrijvingen rente eindbalans Joop Lengkeek Kamer H0.012 Email: Lengkeek.J@NHTV.nl www.jooplengkeek.nl 1 De

Nadere informatie

dit erratum per bladzijde aangegeven. ALGEMENE INSTRUCTIE: - Schrap alle vermeldingen en tekst over OVR en CVR.

dit erratum per bladzijde aangegeven. ALGEMENE INSTRUCTIE: - Schrap alle vermeldingen en tekst over OVR en CVR. ERRATUM BIJ FINANCIERING VOOR HET MKB, 6 e druk / 1 e oplage Opmerking: Er is een wetsvoorstel geweest tot wijziging van een aantal ondernemingsvormen. De wijzigingen en aanvullingen zijn - achteraf te

Nadere informatie

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw. Samenvatting door Sem 1018 woorden 25 januari 2018 7,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Samenvatting economie hoofdstuk 3 + 4 + 5 Paragraaf 3.1 Kamer van Koophandel (KvK): hier

Nadere informatie

6,6. Samenvatting door Wietske 791 woorden 27 maart keer beoordeeld. 6.1 Eenmanszaak. Minimale voorwaarde van continuïteit

6,6. Samenvatting door Wietske 791 woorden 27 maart keer beoordeeld. 6.1 Eenmanszaak. Minimale voorwaarde van continuïteit Samenvatting door Wietske 791 woorden 27 maart 2016 6,6 11 keer beoordeeld Vak Methode M&O 200% M&O 6.1 Eenmanszaak Één eigenaar (neemt alle besluiten en alle winst is voor hem/haar) Zonder werknemers

Nadere informatie

Rechtspersoon: een organisatie die rechten en plichten heeft (ze kan eigen bezittingen en schulden hebben).

Rechtspersoon: een organisatie die rechten en plichten heeft (ze kan eigen bezittingen en schulden hebben). Samenvatting M&O Module 6 Samenvatting door A. 414 woorden 25 juni 2017 7,6 4 keer beoordeeld Vak Methode M&O 200% M&O Module 6 - ondernemingsvormen Rechtsvormen Rechtsvorm is de juridische, oftewel wettelijk

Nadere informatie

Praktische opdracht Management & Organisatie Rechtsvormen

Praktische opdracht Management & Organisatie Rechtsvormen Praktische opdracht Management & Organisatie Rechtsvormen Praktische-opdracht door een scholier 1848 woorden 19 december 2007 7,5 9 keer beoordeeld Vak M&O De opdracht: 1 ondernemingsvormen - Zoek via

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 3

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 3 Opgave 1 a. Wat is het belangrijkste verschil tussen ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid en ondernemingen met rechtspersoonlijkheid? Rechtspersonen zonder rechtspersoonlijkheid kunnen

Nadere informatie

Exploitatiebegroting Croco Shop Netto omzet Brutowinst Operationele kosten Bedrijfsresultaat (voor bel.)

Exploitatiebegroting Croco Shop Netto omzet Brutowinst Operationele kosten Bedrijfsresultaat (voor bel.) [ 1 9 ] W W W. E X C E L B U S I N E S S T O O L K I T S. C O M Exploitatiebegroting Croco Shop 218 % 1 Netto omzet 18.783 25.116 19.259 2.25 24.34 22.396 2.764 23.277 26.294 19.49 23.247 28.492 271.626

Nadere informatie

Alleen beoefenaren van vrije beroepen hoeven niet te worden ingeschreven in het handelsregister. Dit geldt bijvoorbeeld voor artsen en advocaten.

Alleen beoefenaren van vrije beroepen hoeven niet te worden ingeschreven in het handelsregister. Dit geldt bijvoorbeeld voor artsen en advocaten. De eenmanszaak Algemeen De eenmanszaak is een onderneming waarvan het eigendom bij één persoon is. Wanneer je een eenmanszaak start, bent je zowel oprichter als eigenaar van het bedrijf en bent je helemaal

Nadere informatie

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 42 belangrijk

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 42 belangrijk www.jooplengkeek.nl belangrijk 1 Liquiditeitskengetallen Current ratio Quick ratio Working capital (werkkapitaal) Cashflow Kengetallen Kengetallen zijn verhoudingsgetallen, ze geven de verhouding aan tussen

Nadere informatie

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12 Financiering niveau 5 Correctiemodel voorbeeldexamen 2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12 Vraag 1 Toetsterm 6.4 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Voor welke

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Eenmanszaak. Besloten Vennootschap (B.V.) Naamloze Vennootschap (N.V.) Maatschap. Vennootschap Onder Firma (V.O.F)

Inhoudsopgave. Eenmanszaak. Besloten Vennootschap (B.V.) Naamloze Vennootschap (N.V.) Maatschap. Vennootschap Onder Firma (V.O.F) Rechtsvormen Inhoudsopgave Eenmanszaak Besloten Vennootschap (B.V.) Naamloze Vennootschap (N.V.) Maatschap Vennootschap Onder Firma (V.O.F) Commanditaire vennootschap (C.V) Vereniging met volledige rechtsbevoegdheid

Nadere informatie

2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 13

2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 13 Financiering niveau 5 Correctiemodel voorbeeldexamen 2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 13 Vraag 1 Toetsterm 6.4 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Voor welke

Nadere informatie

Financiële aspecten van de planning

Financiële aspecten van de planning 14 hoofdstuk Financiële aspecten van de planning 14.1 B 14.2 A 14.3 D 14.4 D 14.5 D 14.6 C 14.7 C 14.8 C 14.9 A 14.10 D 14.11 B 14.12 D 14.13 C 1 12 18.000 = 1.500 14.14 A 14.15 C Ontvangen wordt november,

Nadere informatie

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting.

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting. Hoofdstuk 4 Beoordeling van de liquiditeit Extra opgaven Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting. Opgave 4.4a De handelsonderneming Hartema vof heeft

Nadere informatie

Management & Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 3,9,12,14,16

Management & Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 3,9,12,14,16 Management & Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 3,9,12,14,16 16 juni 2009 proeftoets 100 minuten Opgave 1 Hartenstijn bv heeft op 1 januari de volgende balans opgesteld: Balans 1 januari 2009 --------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Hoofdstuk 31. Ondernemingsplan. Persoonlijk plan Marketingplan Financieel plan Organisatieplan

Hoofdstuk 31. Ondernemingsplan. Persoonlijk plan Marketingplan Financieel plan Organisatieplan www.jooplengkeek.nl Ondernemingsplan Persoonlijk plan Marketingplan Financieel plan Organisatieplan Persoonlijk plan Persoonsgegevens Motivatie om ondernemer te worden Sterke punten & zwakke punten 1 Ondernemingsplan

Nadere informatie

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 Docentenhandleiding Hoofdstuk 25 9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 a Per november 2008 wordt aan huur vooruitontvangen: 400 3 650 = 780.. b Per december wordt achteraf ontvangen: 25 3 720 = 270..

Nadere informatie

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009 PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009 FINANCIËLE ADMINISTRATIE COPERNICUS BV 1. 710 Inkopen 73.650,- 160 Te verrekenen omzetbelasting 13.993,50 Aan 130

Nadere informatie

De rechtsvorm is de juridische ofwel wettelijke vorm van de organisatie. Voorbeelden van rechtsvormen zijn:

De rechtsvorm is de juridische ofwel wettelijke vorm van de organisatie. Voorbeelden van rechtsvormen zijn: Samenvatting door Isabelle 1418 woorden 2 december 2015 8,2 19 keer beoordeeld Vak M&O M&O Hoofdstuk 10 Rechtsvormen 10.1 Organisaties De rechtsvorm is de juridische ofwel wettelijke vorm van de organisatie.

Nadere informatie

Aurington. Administratie en Advies

Aurington. Administratie en Advies Aurington Administratie en Advies Let op de houdbaarheidsdatum! Mei 5 Pincode 6 7 8 Boetes Dit jaar Deze maand De balans Tandorine B.V. Debet Activa Bezittingen Wat heb ik? Credit Passiva Vermogen Hoe

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /05

ALGEMENE ECONOMIE /05 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 Producenten: indeling M Bedrijven kunnen ingedeeld worden naar sector: F marktsector: G primaire sector:

Nadere informatie

BEDRIJFS- ECONOMIE voor het mkb

BEDRIJFS- ECONOMIE voor het mkb UITGAVE VOOR ECONOMISCH ADMINISTRATIEF EN ONDERNEMERSONDERWIJS BEDRIJFS- ECONOMIE voor het mkb Drs. P.F. Pietersen K.P. Pietersen 13 e druk, 1 e oplage ISBN: 978 90 6355 382 1 NEDERLANDS ONDERWIJS INSTITUUT

Nadere informatie

Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte. Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen.

Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte. Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen. Hoofdstuk 3 Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte Extra opgaven Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen. Opgave 3.6a Vazzo bv koopt en verkoopt

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Ondernemingsrecht

Hoofdstuk 5 Ondernemingsrecht Hoofdstuk 5 Ondernemingsrecht Paragraaf 5.1 1. Ondernemingsrecht a. Wat is economisch en juridisch gezien het verschil in benadering bij de diverse ondernemersvormen? b. Waartoe dient het ondernemingsrecht?

Nadere informatie

Samenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5

Samenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5 Samenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5 Samenvatting door een scholier 1437 woorden 10 juni 2017 7 6 keer beoordeeld Vak M&O Samenvatting M&O Hoofdstuk 3 De firma Vennootschap onder firma: een overeenkomst

Nadere informatie

Hoofdstuk 12, paragraaf 1: Organisaties. Hoofdstuk 12, paragraaf 2: Eenmanszaak.

Hoofdstuk 12, paragraaf 1: Organisaties. Hoofdstuk 12, paragraaf 2: Eenmanszaak. Samenvatting M&O Hoofdstuk 12 Samenvatting door X. 2142 woorden 27 september 2015 9,3 2 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 12, paragraaf 1: Organisaties. Een organisatie heeft te maken

Nadere informatie

Financiële ratio s met CASH!

Financiële ratio s met CASH! Inleiding Het is belangrijk dat je als ondernemer weet hoe je onderneming er financieel voor staat. Hier kan je financiële ratio's goed voor gebruiken. Maar wat zijn ze en wat doe je ermee? Om de financiële

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 HOOFDSTUK 5 Opgave 1 a. Bereken het netto werkkapitaal per 1-4-2018. = Nettowerkkapitaal Voorraad goederen 250.000 Debiteuren 80.000 ING bank 65.000 Kas 5.000 + 400.000 Crediteuren 60.000 Te betalen omzetbel

Nadere informatie

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 22 EN 23 JUNI 2010

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 22 EN 23 JUNI 2010 FINANCIËLE ADMINISTRATIE LEGRO BV PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 22 EN 23 JUNI 2010 1. Gelijke perioden waardoor de perioden eerlijker met elkaar kunnen worden vergeleken

Nadere informatie

Financieel Management

Financieel Management Financieel Management De docent Ben Knoop b.knoop@hr.nl Vragen bij voorkeur tijdens college In noodgevallen per e-mail 2 1 Studiemiddelen Modulewijzer Studieboek + Opgavenboek Colleges Studietaken Tentamen

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 1719 woorden 9 december 2009 7,4 76 keer beoordeeld Vak M&O Management en Organisatie Hoofdstuk 1 Commercieel en niet-commercieel

Nadere informatie

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Financiering niveau 4 Examenopgaven voorbeeldexamen Belangrijke informatie Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Dit voorbeeldexamen

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv HET BOXEN SYSTEEM BOX 1 INKOMEN UIT WERK WINST ONDERNEMING BOX 2 INKOMEN UIT AANMERKELIJK BELANG BOX 3 INKOMEN UIT SPAREN & BELEGGEN DE NETTOWINST = ONDERNEMERSINKOMEN = 20.100,- - AFTREKPOSTEN = BELASTBARE

Nadere informatie

zelfstandig ondernemen

zelfstandig ondernemen BASISKENNIS ONDERNEMERSCHAP zelfstandig ondernemen NEDERLANDS ONDERWIJS INSTITUUT OPLEIDING BASISKENNIS ONDERNEMERSCHAP ZELFSTANDIG ONDERNEMEN (leverbaar met werkboek of studie-app) Drs. P.F. Pietersen

Nadere informatie

Ondernemersopleiding / AOV Financiering. voor het mkb NEDERLANDS ONDERWIJS INSTITUUT

Ondernemersopleiding / AOV Financiering. voor het mkb NEDERLANDS ONDERWIJS INSTITUUT Ondernemersopleiding / AOV Financiering voor het mkb NEDERLANDS ONDERWIJS INSTITUUT OPLEIDING ONDERNEMEN / AOV DE START VAN EEN ONDERNEMING Praktijkdiploma Ondernemingsplan mkb FINANCIERING voor het mkb

Nadere informatie

LESPROGRAMMA OPLEIDING ONDERNEMEN 13 weken

LESPROGRAMMA OPLEIDING ONDERNEMEN 13 weken OPLEIDING ONDERNEMEN ONDERNEMER MKB LESPROGRAMMA OPLEIDING ONDERNEMEN 13 weken ISBN9789063559830 NEDERLANDS ONDERWIJS INSTITUUT BV vakgebied titel lesweek 1 lesweek 2 1.1 Het bedrijfsleven (blz. 12-26)

Nadere informatie

Basisprognose

Basisprognose Bedrijfsnaam: RestauRanto Vestigingsplaats: Voorwoord Opsteldatum: 28 oktober 216 Periode: 1 januari 215 t/m 31 december 217 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Opsteller: Telefoonnummer: E-mail adres: RestauRanto

Nadere informatie

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Bedrijfseconomie Beschikbare tijd uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen met

Nadere informatie

Samenvatting M&O Domein G (H31 t/m 36)

Samenvatting M&O Domein G (H31 t/m 36) Samenvatting M&O Domein G (H31 t/m 36) Samenvatting door een scholier 2050 woorden 10 februari 2016 6,4 16 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 31: Inleiding externe verslaggeving 31.1 Verschil

Nadere informatie

BOEKHOUDING EN FINANCIERING

BOEKHOUDING EN FINANCIERING graficus jr. Themamodules met voorbereiding op de ecommerce Webshop BOEKHOUDING EN FINANCIERING Inhoudsopgave Inleiding 1. Het financiële deel van het ondernemingsplan 2. Het beoordelen van uw financiële

Nadere informatie

Kennis Bedrijfseconomie

Kennis Bedrijfseconomie Kennis Bedrijfseconomie Kennis Bedrijfseconomie Ad Bakker Opmaak: Sander Pinkse Boekproductie, Amsterdam ISBN 978 90 3724 617 9 2018 uitgeverij Edu Actief b.v. Gehele of gedeeltelijke overneming of reproductie

Nadere informatie

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 10 JUNI 2009

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 10 JUNI 2009 FINANCIËLE ADMINISTRATIE HAVELAAR BV PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 10 JUNI 2009 1. Directe kosten zijn kosten die rechtstreeks aan producten kunnen worden toegerekend.

Nadere informatie

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 10 EN 11 JANUARI 2012

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 10 EN 11 JANUARI 2012 FINANCIËLE ADMINISTRATIE GRIMBERG BV PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 10 EN 11 JANUARI 2012 1. (2 punten) 300 Voorraad materialen 4.200,- 180 Te verrekenen omzetbelasting

Nadere informatie

Ondernemersplan. Bedrijfsnaam

Ondernemersplan. Bedrijfsnaam Ondernemersplan Bedrijfsnaam 1. De ondernemer 1.1 Persoonlijke gegevens Naam : Adres : Postcode : Woonplaats : Telefoonnummer : E-mailadres : Geboortedatum : Geboorteplaats : Nationaliteit : Burgerservicenummer

Nadere informatie

Hoe groot is het marktaandeel van onderneming B? Vul een geheel getal in (zonder decimalen).

Hoe groot is het marktaandeel van onderneming B? Vul een geheel getal in (zonder decimalen). Basiskennis Ondernemerschap Correctiemodel Vraag 1 Toetsterm 1.1 - Beheersingsniveau: B - Aantal punten: 1 In Alkmaar wordt elke vrijdag een kaasmarkt gehouden. De kazen worden aangeleverd door de producenten

Nadere informatie

ONDERNEMINGSPLAN. Naam bedrijf: Naam ondernemer: Adres ondernemer: Datum:

ONDERNEMINGSPLAN. Naam bedrijf: Naam ondernemer: Adres ondernemer: Datum: ONDERNEMINGSPLAN Naam bedrijf: Naam ondernemer: Adres ondernemer: Datum: 1 Inleiding 2 2. Inhoudsopgave 3 3. Samenvatting 4 4. De ondernemer 4.1 Persoonlijke gegevens Naam: Geboortedatum: Adres: Postcode:

Nadere informatie

Deze examenopgaven bestaan uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Deze examenopgaven bestaan uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn. Basiskennis Ondernemerschap Voorbeeldexamen Belangrijke informatie Deze examenopgaven bestaan uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn. Dit voorbeeldexamen bestaat

Nadere informatie

Financieel jaarplan 2019 Mijn-vastgoed.nl B.V. Online platform (matig scenario)

Financieel jaarplan 2019 Mijn-vastgoed.nl B.V. Online platform (matig scenario) Financieel jaarplan 2019 Mijn-vastgoed.nl B.V. Online platform (matig scenario) Inhoudsopgave Financieel jaarplan 2018 Mijn-vastgoed.nl B.V. Online platform... 1 Inhoudsopgave... 2 1. Introductie... 4

Nadere informatie

MKBTR TOPFIT SESSIE HET VERHAAL VAN DE JAARCIJFERS 17 MAART 2016

MKBTR TOPFIT SESSIE HET VERHAAL VAN DE JAARCIJFERS 17 MAART 2016 MKBTR TOPFIT SESSIE HET VERHAAL VAN DE JAARCIJFERS 17 MAART 2016 Wat gaan we doen? Wat zijn je verwachtingen? Stukje theorie Oefencasus Afronding Handel en boekhouding Zo lang er handel wordt gedreven

Nadere informatie

Jaarstukken Stichting Koinonia

Jaarstukken Stichting Koinonia Jaarstukken 2014 2. Inhoudsopgave Inhoudsopgave Pagina 2 Opdracht Pagina 3 1. Resultaten Pagina 4 2. Financiele positie Pagina 5 3. Kengetallen Pagina 6 4. Balans Activa Pagina 8 5. Balans Passiva Pagina

Nadere informatie

Jaarstukken Stichting Koinonia

Jaarstukken Stichting Koinonia Jaarstukken 2012 2. Inhoudsopgave Inhoudsopgave Pagina 2 Opdracht Pagina 3 1. Resultaten Pagina 4 2. Financiele positie Pagina 5 3. Kengetallen Pagina 6 4. Balans Activa Pagina 8 5. Balans Passiva Pagina

Nadere informatie

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m 30. 15 juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m 30. 15 juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m 30 15 juni 2009 proeftoets 100 minuten Opgave 1 In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Firma Balans produceert uitsluitend twee typen weegschalen,

Nadere informatie

EENMANSZAAK DEEL 1. Periode 3 Hoofdstuk 2

EENMANSZAAK DEEL 1. Periode 3 Hoofdstuk 2 EENMANSZAAK DEEL 1 Periode 3 Hoofdstuk 2 Opgaven 35 t/m 58 HOOFDSTUK 2 Maak opgaven 35 t/m 40 STARTEN VAN EEN ONDERNEMING Onderzoek welke vergunningen je nodig hebt & welke wetgeving op jouw onderneming

Nadere informatie

6,3. Samenvatting door S. 864 woorden 16 mei keer beoordeeld. Praktische economie. KvK: helpt bedrijven (bij opstarten) en voert wetten uit

6,3. Samenvatting door S. 864 woorden 16 mei keer beoordeeld. Praktische economie. KvK: helpt bedrijven (bij opstarten) en voert wetten uit Samenvatting door S. 864 woorden 16 mei 2015 6,3 8 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie KvK: helpt bedrijven (bij opstarten) en voert wetten uit Adviseren startende onderneming (m.b.v.

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 OPGAVE 3

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 OPGAVE 3 HOOFDSTUK 5 OPGAVE 3 Opgave 3 De liquiditeitsbegroting De betaling van de verkopen Verkopen Ontvangsten Maand ex btw btw incl btw 1 maand later Januari 780.000 163.800 943.800 Februari 720.000 151.200

Nadere informatie

Ondernemerschap. Hoe kan je een bedrijf starten?

Ondernemerschap. Hoe kan je een bedrijf starten? Ondernemerschap Hoe kan je een bedrijf starten? Onderdelen 1. Ondernemingsvormen 2. Financieringsvormen 3. Samenwerkingsvormen 4. Verzekeringen 5. Wetten & Regels Voorafgaand maak je een plan van aanpak

Nadere informatie

Kennis Bedrijfseconomie. Werkboek

Kennis Bedrijfseconomie. Werkboek Kennis Bedrijfseconomie Werkboek Kennis Bedrijfseconomie Werkboek Ad Bakker Opmaak: Sander Pinkse Boekproductie, Amsterdam ISBN 978 90 3724 668 1 2018 uitgeverij Edu Actief b.v. Gehele of gedeeltelijke

Nadere informatie

123WatEenSite C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam

123WatEenSite C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage 3 Voorwoord 4 Resultaten 5 Financiële positie 7 Ondertekening van de accountantsrapportage 9 Jaarstukken 2008 Jaarrekening

Nadere informatie

Crowdfunding: publiek laten betalen, d.m.v. vermogen aan te trekken.

Crowdfunding: publiek laten betalen, d.m.v. vermogen aan te trekken. Crowdfunding: publiek laten betalen, d.m.v. vermogen aan te trekken. Informal investors: informele investeerders, bv particulieren Gebruiken is vast. Verbruiken is vlot. Materieel: tastbaar Immaterieel:

Nadere informatie

Jaarstukken Stichting Koinonia

Jaarstukken Stichting Koinonia Jaarstukken 2013 2. Inhoudsopgave Inhoudsopgave Pagina 2 Opdracht Pagina 3 1. Resultaten Pagina 4 2. Financiele positie Pagina 5 3. Kengetallen Pagina 6 4. Balans Activa Pagina 8 5. Balans Passiva Pagina

Nadere informatie

De rechtsvorm die u past

De rechtsvorm die u past De rechtsvorm die u past Van Kaam Notarissen Someren, Witvrouwenbergweg 8a, tel. (0493) 49 43 52 Zonder rechtspersoonlijkheid Voor ondernemers is het belangrijk om bedrijfsmatige- en privézaken goed op

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 DEEL 1

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 DEEL 1 HOOFDSTUK 5 DEEL 1 Opgave 1 a. Noem enkele redenen om begrote kosten en opbrengsten te budgetteren. 1. Er is een toetsing mogelijk tussen de begrote uitgaven/ontvangsten en de werkelijke uitgaven en ontvangsten.

Nadere informatie

Toets 3 HAVO 5 g Diagnostische toets 2012

Toets 3 HAVO 5 g  Diagnostische toets 2012 Uitwerkingen/waardering Toets 3 HAVO 5 20 12 MO Onderdeel 3.1 Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Diagnostische toets 2012 Uitwerkingen/waardering Voor deze toets zijn maximaal 35 punten te behalen; De

Nadere informatie

Een eigen onderneming starten?

Een eigen onderneming starten? Een eigen onderneming starten? 2013 Daar komt heel wat bij kijken. U zult keuzes moeten maken. Bijvoorbeeld welke rechtsvorm gaat u kiezen, waar gaat u uw bedrijf vestigen, gaat u personeel in dienst nemen?

Nadere informatie

Nieuw gebouw Vestigingsplaats:

Nieuw gebouw Vestigingsplaats: Bedrijfsnaam: Demobouw BV Vestigingsplaats: Zeist Voorwoord Opsteldatum: 10 september 2018 Periode: 1 januari 2014 t/m 31 december 2017 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Opsteller: Telefoonnummer: E-mail

Nadere informatie

Fiscale voordelen en plichten voor starters Frank Navis

Fiscale voordelen en plichten voor starters Frank Navis Fiscale voordelen en plichten voor starters Frank Navis 16-11-2017 Flynth, prettig kennismaken De adviseurs en accountants van Flynth ondersteunen ondernemers met het realiseren van ambities en doelen.

Nadere informatie

PERSOONLIJK & VERTROUWELIJK

PERSOONLIJK & VERTROUWELIJK PERSOONLIJK & VERTROUWELIJK De heer N.H.G. Voorbeeldklant Voorbeeldstraat 23 1234 AA Amsterdam Barneveld, 22 november 2016 Betreft: Rapport Bepaling Ondernemersinkomen Geachte heer Voorbeeldklant, Zoals

Nadere informatie

Het Ondernemingsplan Handleiding voor de startende ondernemer

Het Ondernemingsplan Handleiding voor de startende ondernemer Het Ondernemingsplan Handleiding voor de startende ondernemer Onderstaand plan is een verkorte versie van Het Ondernemingsplan dat door de Vereniging van Kamers van Koophandel en Fabrieken wordt uitgegeven.

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Boek 2B, Hoofdstuk 41 t/m 44

Samenvatting Management & Organisatie Boek 2B, Hoofdstuk 41 t/m 44 Samenvatting Management & Organisatie Boek 2B, Hoofdstuk 41 t/m 44 Samenvatting door een scholier 2184 woorden 5 april 2011 6,7 25 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 41 Regels voor de

Nadere informatie

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 JUNI 2010

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 JUNI 2010 FINANCIËLE ADMINISTRATIE DE LEKKERE HAP PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 JUNI 2010 1. Met behulp van de volgende grootboekrekeningen kan het verkoopresultaat worden

Nadere informatie

Aangifte inkomstenbelasting 2017 PIET

Aangifte inkomstenbelasting 2017 PIET Aangifte inkomstenbelasting 2017 PIET BSN: Nog niet ingevuld Status: Niet verzonden Te ontvangen inkomstenbelasting 2017: 0 Te betalen premie ZVW 2017: 1.391 Je inkomen 2017 Inkomsten uit werk en woning

Nadere informatie

Hoeveel moet u omzetten om quitte te spelen?

Hoeveel moet u omzetten om quitte te spelen? 2.3.1. Hoeveel moet u omzetten om quitte te spelen? Als ondernemer wilt u graag weten welke afzet of omzet u moet realiseren om ten minste quitte te spelen. Iedere onderneming heeft vaste kosten (constante

Nadere informatie

Stichting 070Watt Pletterijkade SG Den Haag. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015

Stichting 070Watt Pletterijkade SG Den Haag. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015 Stichting 070Watt Pletterijkade 15 2515 SG Den Haag KvK-nummer: 60690461 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015 Inhoud ACCOUNTANTSVERSLAG Samenstellingsverklaring Resultaat-analyse Financiële positie JAARSTUKKEN

Nadere informatie

MBO+ / Intermediate vocational education. Raymond Reinhardt. 3R Business Development 3R ONDERNEMINGSVORMEN.

MBO+ / Intermediate vocational education. Raymond Reinhardt. 3R Business Development 3R ONDERNEMINGSVORMEN. MBO+ / Intermediate vocational education Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Natuurlijk persoon: het gaat hier om een mens; ieder mens heeft rechten en plichten

Nadere informatie

Eindexamen m&o vwo 2001-II

Eindexamen m&o vwo 2001-II 4 Antwoordmodel Opgave Het boekresultaat (winst of verlies) dat ontstaat bij verkoop van vaste activa /deelnemingen. Niet, want in een beoordelingsgesprek staat de beoordeling van de prestaties van de

Nadere informatie

Jaarstukken Stichting Koinonia

Jaarstukken Stichting Koinonia Jaarstukken 2016 2. Inhoudsopgave Inhoudsopgave Pagina 2 Opdracht Pagina 3 1. Resultaten Pagina 4 2. Financiele positie Pagina 5 3. Kengetallen Pagina 6 4. Balans Activa Pagina 8 5. Balans Passiva Pagina

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie De Vereniging Hoofdstuk 1t/m 3

Samenvatting Management & Organisatie De Vereniging Hoofdstuk 1t/m 3 Samenvatting Management & Organisatie De Vereniging Hoofdstuk 1t/m 3 Samenvatting door een scholier 2895 woorden 19 augustus 2010 5,9 17 keer beoordeeld Vak M&O Samenvatting m&o Vereniging Hoofdstuk 1:

Nadere informatie

1 Het kasstroomoverzicht

1 Het kasstroomoverzicht Oefeningen Kasstroomoverzicht 1 Het kasstroomoverzicht De gegevens van een bedrijf zijn: Balans per 31 december 2011 en 2012 dec-12 dec-11 dec-12 dec-11 Vaste Activa 1.000.000 1.200.000 Eigen Vermogen

Nadere informatie

Meerkeuzevragen: 5. Bereken voor dit jaar de totale constante kosten. A. 1.082.000,- B. 158.800,- C. 142.000,- D. 114.400,-

Meerkeuzevragen: 5. Bereken voor dit jaar de totale constante kosten. A. 1.082.000,- B. 158.800,- C. 142.000,- D. 114.400,- Meerkeuzevragen: 1. John maakt voetballen in Afrika. Hij verdient netto 45,- per week. Hij krijgt een loonsverhoging tijdens het WK voetbal van 1,5 %. Hoeveel verdient deze jongen dan netto per kwartaal?

Nadere informatie

Module 4 Inzicht in cijfers

Module 4 Inzicht in cijfers Geleerd in vorige presentaties Module 4 Inzicht in cijfers Les 3. Begrijp de balans en stuur op kengetallen 1. Winst- en verliesrekening 2. Balans 3. Kasstroomoverzicht 4. Winst en belasting Les 3 Maak

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3.3

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3.3 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3.3 Samenvatting door een scholier 1298 woorden 30 november 2008 7,3 3 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 1. 1.1 Organisaties. Organisatie:

Nadere informatie

Financiële analyse van de jaarrekening

Financiële analyse van de jaarrekening 17 hoofdstuk Financiële analyse van de jaarrekening 17.1 B 17. C 17.3 C 17.4 A 17.5 A 17.6 C 17.7 D 17.8 D 17.9 B 17.10 D 17.11 D 17.1 C 17.13 A 17.14 C 17.15 B 17.16 C 1.000.000 / 1.500.000 = 0,08 17.17

Nadere informatie

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Bedrijfseconomie Beschikbare tijd 2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen met

Nadere informatie

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld Samenvatting door G. 1623 woorden 12 maart 2016 8,4 9 keer beoordeeld Vak Methode M&O 200% M&O Samenvatting M&O periode 1 Hoofdstuk 13 Financieel beleid niet-commerciële organisaties (nco) Paragraaf 1

Nadere informatie

Examentermen Vakman-ondernemer / editie Titel: Financieel plan

Examentermen Vakman-ondernemer / editie Titel: Financieel plan Examentermen Vakman-ondernemer / editie 208 Titel: Financieel plan Theorie-examen: Financieel plan Vakman ondernemer: B-K: Start en/of innoveert een onderneming B-K2: Geeft leiding aan een onderneming

Nadere informatie

Aanvulling Management en organisatie in Balans vwo in verband met de expliciteringen van de examencommissie

Aanvulling Management en organisatie in Balans vwo in verband met de expliciteringen van de examencommissie Aanvulling Management en organisatie in Balans vwo in verband met de expliciteringen van de examencommissie Eindterm: het noemen van de relevante belastingen bij de diverse rechtsvormen Je kunt - de relevante

Nadere informatie

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni 2012 7.7 6 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Brutoloon Het brutoloon is het loon dat de werknemer ontvangt van zijn werkgever. Van dit loon worden

Nadere informatie

Annuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen. Eerste periode is vooral rente, later wordt het aflossingsdeel steeds groter

Annuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen. Eerste periode is vooral rente, later wordt het aflossingsdeel steeds groter Samenvatting door Y. 1479 woorden 5 juli 2017 6,3 4 keer beoordeeld Vak M&O Hoofdstuk 1 Oorspronkelijke geleende bedrag alle aflossingen= schuldrest. Annuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen.

Nadere informatie

RECHTSVORMEN. www.damd.nl

RECHTSVORMEN. www.damd.nl www.damd.nl Rechtsvormen Welke soorten rechtsvormen zijn er voor zzp ers? Hoe kun je je onderneming inschrijven bij de Kamer van Koophandel en waar moet je op letten bij het kiezen van een bedrijfsnaam?

Nadere informatie

Jaarrekening december 2015 Benchmarkperiode 31 december om 15:39 uur

Jaarrekening december 2015 Benchmarkperiode 31 december om 15:39 uur Jaarrekening 2015 Rapportageperiode 31 december 2015 Benchmarkperiode 31 december 2014 Printdatum 24-06-2016 om 15:39 uur Voorblad 0 0 Inhoud Algemeen 2 Resultaatvergelijking 4 Financiële positie 6 Jaarrekening

Nadere informatie

Module 1 Maak een plan

Module 1 Maak een plan Geleerd in vorige presentatie Module 1 Maak een plan Les 2. Creëer rust en vertrouwen met een goed financieel plan Falen a.g.v. slechte financiële planning Business Plan op 1 A4 van visie naar actie O.G.S.M.

Nadere informatie

Jaarrekening Test BV 2015

Jaarrekening Test BV 2015 Jaarrekening Test BV 2015 Aan: t.a.v. Test BV De heer Test Teststraat 20 1234 TT Testdorp Pagina 1 van 17 Inhoudsopgave Inhoudsopgave/Voorwoord Pagina 2 Bedrijfsinformatie Pagina 4 Balans: Activa Pagina

Nadere informatie

Bij een resultatenbegroting (ook wel exploitatiebegroting genoemd) wordt een overzicht gemaakt van de opbrengsten en van de kosten.

Bij een resultatenbegroting (ook wel exploitatiebegroting genoemd) wordt een overzicht gemaakt van de opbrengsten en van de kosten. De liquiditeits - en resultatenbegroting Een bedrijf wil graag weten of hij aan zijn betaalverplichtingen kan voldoen. Daarom wordt een planning gemaakt in de ontvangsten en de uitgaven (vaak binnen een

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7 HOOFDSTUK 7 Opgave 1 a. Waar komen de grootboekrekeningen met betrekking tot privéonttrekkingen en privétoevoegingen voor, op de balans of de resultatenrekening? Privétoevoegingen en privéonttrekkingen

Nadere informatie