Algemene vragen. Algemene vragen. Algemene vragen. Algemene vragen. Algemene vragen. Algemene vragen

Transcriptie

1 Terug Algemene vragen PDF Print Wat is de naam van uw verzekeringsbedrijf? Onderlinge Verzekeringsmaatschappij 'Mid Algemene vragen Wie is de contactpersoon van uw organisatie? Naam Functie Jack Frieling Directeur Telefoon Algemene vragen U mag deze lijst eventueel invullen voor alle entiteiten die tot uw groep behoren. Als u dat doet, kunt u dan hier aangeven om welke entiteiten het gaat? Onderlinge Verzekeringsmaatschappij 'Midden-Drenthe' UA Algemene vragen Op grond van welke vergunning opereert u in Nederland als verzekeraar? i Wft-vergunning Verklaring DNB als bedoeld in art. 3 of 4 Besluit Reikwijdtebepalingen Wft (onderlinge verzekeraars) Op basis van vergunning van de moeder uit ander EU- of EER-land (buitenlandse verzekeraars die geen eigen Wftvergunning hebben) Anders, nl. Algemene vragen Wat voor soort verzekeraar bent u? Meerdere antwoorden mogelijk gfedcb Schadeverzekeraar gfedc Levensverzekeraar gfedc Zorgverzekeraar gfedc Uitvaartverzekeraar gfedc Rechtsbijstandverzekeraar gfedc Anders, nl. Algemene vragen Indien van toepassing, waar is uw moederonderneming gevestigd? Nederland

2 Buitenland i Niet van toepassing Algemene vragen Bent u een beursgenoteerde onderneming? Ja i Nee Algemene vragen Wat was uw geschatte bruto premie volume in 2011 (in mln EUR)? Indien u invult voor meerdere entiteiten, vul dan het gezamenlijke bruto premie volume op de NL markt in. i > 1500 (1,5 mrd) Algemene vragen Hoeveel medewerkers waren er bij uw onderneming werkzaam ultimo 2011? Indien u invult voor meerdere entiteiten, vul dan het totale aantal werknemers in Nederland in i > 2500 Raad van commissarissen Heeft u een Raad van Commissarissen? Ja i Nee Raad van commissarissen Heeft u een ander toezichthoudend orgaan (in de vorm van een Raad van Toezicht of andere vorm)? Ja NB. U kunt bij de volgende vragen bij Raad van Commissarissen lezen Raad van Toezicht en bij de Raad van Bestuur kunt u lezen Bestuur of Directeur-bestuurder. Tevens zult u bij een aantal vragen de optie niet van toepassing kunnen aanvinken. i Nee NB. U kunt bij de Raad van Bestuur lezen Bestuur of Directeur-bestuurder. Tevens zult u bij een aantal vragen de optie niet van toepassing kunnen aanvinken Principe Raad van Bestuur De raad van bestuur is zodanig samengesteld, dat hij zijn taak naar behoren kan vervullen. Complementariteit, collegiaal bestuur en diversiteit zijn een voorwaarde voor een goede taakvervulling door de raad van bestuur. i

3 De code gaat uit van een verzekeraar met een Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen. Univé Midden- Drenthe kent een zogenaamd traditioneel bestuursmodel. Het managementteam zorgt voor beleidsvoorbereiding. Het managementteam bestaat uit de Directeur, het Hoofd Brand en het hoofd Binnendienst. Het bestuur stelt het beleid vast en fungeert ook als toezichtsorgaan. Het managementteam bestaat uit drie leden met een brede en verschillende achtergrond, ervaring en kennis. De leden van het managementteam zijn in staat om hun taak naar behoren te vervullen. Jaarlijks wordt er een opleidingsplan opgesteld. Binnen het managementteam is er voldoende evenwicht (qua besluitvorming en kritisch evaluerend vermogen). De de Code Verzekeraars is besproken binnen het managementteam en het Bestuur. uit hoeveel leden de RvB bestaat. of er van de leden van de RvB informatie op de website en in het jaarverslag is opgenomen (zoals naam, leeftijd, opleiding, ervaring). in hoeverre de achtergrond van de leden (opleiding, ervaring) voldoende is om zijn taak naar behoren te kunnen vervullen. of er bij de werving van nieuwe leden van de RvB aandacht wordt besteed aan diversiteit (qua achtergrond, ervaring, geslacht). of er sprake is van voldoende evenwicht (qua besluitvorming en kritisch evaluerend vermogen) binnen de RvB. Kleine verzekeraars met een enkele Directeur-bestuurder mogen bij dit principe uitgaan van proportionele toepassing. Principe Ieder lid van de raad van bestuur beschikt over gedegen kennis van de financiële sector in het algemeen en het verzekeringswezen in het bijzonder. Ieder lid beschikt over gedegen kennis van de maatschappelijke functies van de verzekeraar en van de belangen van alle betrokken partijen. Voorts beschikt ieder lid van de raad van bestuur over grondige kennis om de hoofdlijnen van het totale beleid van de verzekeraar te kunnen beoordelen en bepalen en zich een afgewogen en zelfstandig oordeel te kunnen vormen over risico's die daarbij worden gelopen. i Univé Midden-Drenthe heeft voor bestuursleden, leden van het managementteam en alle medewerkers profielschetsen opgesteld. Deze profielen worden gebruikt bij het vervullen van een vacature. in hoeverre en op welke wijze wordt gewaarborgd dat de leden van de RvB kennis hebben van de belangen van de maatschappelijke functies van de verzekeraar en van de belangen van alle bij de verzekeraar betrokken partijen. of er een introductieprogramma bestaat voor nieuwe leden van de RvB, waarin genoemde onderwerpen aan de orde komen. of de maatschappelijke functies van de verzekeraar gedefinieerd en kenbaar zijn voor de leden van de RvB. op welke wijze een evenwichtige afweging van de diverse belangen door de RvB wordt gemaakt. In het geval van een kleine verzekeraar volstaat hier om te denken aan het gebruik van profielschetsen en kan uit worden gegaan van proportionele toepassing, waarbij sprake dient te zijn van adequate kennis. Principe De voorzitter van de raad van bestuur ziet toe op de aanwezigheid van een programma van permanente educatie voor de leden van de raad van bestuur, dat tot doel heeft de deskundigheid van de leden van de raad van bestuur op peil te houden en waar nodig te verbreden. De educatie heeft in ieder geval betrekking op relevante ontwikkelingen binnen de verzekeraar en de financiële sector, op corporate governance in het algemeen en die van de financiële sector in het bijzonder, op de zorgplicht jegens de klant, integriteit, het risicomanagement, financiële verslaggeving en audit. i

4 Het bestuur en het managementteam worden gestimuleerd haar deskundigheid op peil te houden en waar nodig te verbreden. Er is een opleidingsplan voor het bestuur en het managementteam opgesteld (onderdeel van het deskundigheidsplan). Bij het opstellen van het opleidingsplan wordt rekening gehouden met de eisen van deze governance code. op welke wijze de voorzitter van de RvB in het verslagjaar aan het principe van permanente educatie voor de RvB invulling heeft gegeven (bijvoorbeeld door het instellen van een PE-programma voor de leden van de RvB, door het volgen van trainingen verplicht te stellen). hoe gewaarborgd wordt dat aan alle aspecten zoals genoemd in het principe in de Permanente Educatie aandacht wordt besteed (zijn trainingsonderwerpen bijvoorbeeld vooraf vastgesteld?). hoe men dit monitort binnen de RvB. of alle leden van de RvB daadwerkelijk hebben deelgenomen aan het PE-programma in het verslagjaar. of er al een PE-programma voor het volgend jaar is vastgelegd. In het geval van een kleine verzekeraar volstaat hier om aan te geven op welke wijze relevante ontwikkelingen binnen de verzekeraar en de financiële sector worden bijgehouden. Principe Ieder lid van de raad van bestuur neemt deel aan het programma als bedoeld in en voldoet aan de eisen van permanente educatie. Eén en ander is voorwaarde voor het kunnen functioneren als lid van de raad van bestuur. De raad van commissarissen vergewist zich ervan of de leden van de raad van bestuur voldoende deskundig zijn. i Het opleidingsplan voor het bestuur en managementteam is niet volledig uitgevoerd. Voor 2012 is afgesproken dat er een register bijgehouden wordt van alle gevolgde scholing en dat het onderwerp scholing periodiek op de agenda komt van het bestuursoverleg en overleg van het managementteam. of alle leden van de RvB daadwerkelijk hebben deelgenomen aan het PE-programma in het verslagjaar. hoe men deelname van de leden aan een PE-programma monitort binnen de RvB. hoe de RvC zich ervan vergewist of de leden van de RvB voldoende deskundig zijn (bijvoorbeeld door gesprekken met individuele leden te voeren of via verslaglegging over de gevolgde trainingen en opleidingen). In het geval van een kleine verzekeraar zonder RvC vervalt het laatste aspect in dit principe. Principe De verzekeraar vermeldt jaarlijks in zijn jaarverslag hoe invulling is gegeven aan de principes en i

5 In ons jaarverslag staat vermeld dat deskundigheid een belangrijk onderwerp is van de gedragscode. Indien het opgestelde deskundigheidsplan voor bestuur wordt uitgevoerd (inclusief de zelfevaluatie van het bestuur, evaluatie van de gevolgde scholing en de functioneringsgesprekken met managementteam) dan wordt voor een belangrijk deel voldaan aan de deskundigheidseisen uit deze code. Ook het managementteam moet een vergelijkbaar scholingstraject volgen op welke wijze u dit principe in de praktijk brengt en hoe het is opgenomen in het jaarverslag of de betreffende informatie op uw website is geplaatst. Principe De raad van bestuur draagt, met inachtneming van de door de raad van commissarissen goedgekeurde risicobereidheid, zorg voor een evenwichtige afweging tussen commerciële belangen van de verzekeraar en te nemen risico's. i Univé Midden-Drenthe onderschrijft dit artikel. De besluitvorming op het gebied van risicobeheer wordt voorbereid door een risicoteam (bestaande uit onze Compliance Officer en Hoofd Administratie). Univé Midden-Drenthe heeft een Riskstatuut, risicostrategie en risicomanagementbeleid geformuleerd. De risicobereidheid is expliciet geformuleerd. Het Riskstatuut is goedgekeurd door het Bestuur. Risicostrategie en risicomanagementbeleid zijn onlangs geactualiseerd en moet nog vastgesteld worden door het Bestuur. op welke wijze de risicobereidheid is vastgesteld binnen uw organisatie en wanneer deze is goedgekeurd door de RvC. op welke wijze een evenwichtige afweging tussen commerciële belangen van de verzekeraar en te nemen risico's door de RvB wordt gemaakt (hoe wordt dit spanningsveld bewaakt? Wie zorgt er bijvoorbeeld voor dat dit wordt behandeld en vastgelegd? In het geval van een kleine verzekeraar zonder RvC, vervalt de tussenzin in dit principe. Principe Binnen de raad van bestuur wordt aan een van de leden van de raad van bestuur de taak opgedragen besluitvorming binnen de raad van bestuur op het punt van risicobeheer voor te bereiden. Het betrokken lid van de raad van bestuur is tijdig betrokken bij de voorbereiding van beslissingen die voor de verzekeraar van materiële betekenis voor het risicoprofiel zijn, in het bijzonder waar deze beslissingen een afwijking van de door de raad van commissarissen goedgekeurde risicobereidheid tot gevolg kunnen hebben. Bij het uitoefenen van de risicobeheerfunctie wordt tevens aandacht besteed aan het belang van financiële stabiliteit en de impact die systeemrisico s mogelijk hebben op het risicoprofiel van de eigen instelling. i De directeur is binnen het managementteam eindverantwoordelijk voor risicobeheer en heeft een belangrijke bijdrage gehad bij de tot stand koming van het Riskstatuut, de risicostrategie en het risicomanagementbeleid. De afgelopen jaren is het risicoprofiel van de verzekerings- en beleggingsportefeuille systematisch verlaagd. Belangrijke aandachtspunten voor 2012 zijn het beter in beeld brengen van het risicoprofiel van de verzekeringsportefeuille en de periodieke rapportage over de ontwikkeling van het risicoprofiel. Univé Midden-Drenthe werkt met een Risk- en compliance jaarplan.

6 Zoals eerder in de leidraad aangegeven, is de risicoparagraaf in de code (risicobeheer, risicobereidheid) één van de belangrijkste paragrafen en het is van belang dat u hier voldoende toelichting geeft over de wijze van implementatie. U kunt hier bijvoorbeeld toelichten: of één van de leden van de RvB is aangewezen voor risicobeheer (en zo ja, is dit ergens vastgelegd?) hoe dit lid van de RvB het risicobeheer uitvoert met betrekking tot verzekeringstechnische verplichtingen, beleggingen, operationele risico's, compliance risico's en reputatierisico's. hoe het proces is ingericht: op welke wijze worden de voorbereidingen getroffen en hoe vindt aanhaking van dit lid van de RvB plaats bij beslissingen op het gebied van risicobeheer? als er geen lid van de RvB met deze taak belast is; op welke wijze uw RvB het risicobeheer anders geregeld heeft. welke andere acties van de RvB blijk geven van een actief risicobeheer. Of zijn er bijvoorbeeld afwijkingen geweest van de door de RvC goedgekeurde risicobereidheid? Dit principe leent zich voor proportionele toepassing in het geval van kleine verzekeraars. Zij kunnen uitleggen hoe zij dit principe hebben ingevuld. Principe Het lid van de raad van bestuur bij wie de taak is belegd de besluitvorming binnen de raad van bestuur op het punt van risicobeheer voor te bereiden kan zijn functie combineren met andere aandachtsgebieden, op voorwaarde dat hij geen individuele commerciële verantwoordelijkheid draagt voor en onafhankelijk functioneert van commerciële taakgebieden. i De directeur is belast met de taak om de besluitvorming rondom risicobeheer voor te bereiden. Hij wordt hierbij ondersteund door het risicoteam. De directeur heeft geen (operationele) commerciele taken. Wel stuurt hij de buitendienst en de afdeling Financieel Advies aan. De directeur ontvangt geen variabele beloning. of het lid van de RvB met de verantwoordelijkheid voor risicobeheer eventueel ook andere verantwoordelijkheden heeft en welke die betreffen en of deze wat betreft de onafhankelijkheid te combineren zijn. op welke wijze de onafhankelijkheid van dit lid van de RvB wordt gewaarborgd wat betreft beloningen. Dit principe leent zich voor proportionele toepassing in het geval van kleine verzekeraars. Zij kunnen aangeven hoe zij de scheiding tussen risicobeheer en commerciële verantwoordelijkheid geborgd hebben. Principe De raad van bestuur van de verzekeraar draagt bij zijn handelen zorg voor een evenwichtige afweging van alle belangen van de bij de verzekeraar betrokken partijen zoals zijn klanten, aandeelhouders en medewerkers. Hierbij wordt rekening gehouden met de continuïteit van de verzekeraar, de maatschappelijke omgeving waarin de verzekeraar functioneert en wet- en regelgeving en codes die op de verzekeraar van toepassing zijn. i Wij onderschrijven dit artikel en hebben dit verwoord in onze visie die opgenomen is in ons ondernemingsplan. Het Bestuur heeft nadrukkelijk uitgesproken dat zij zich confirmeert aan de visie en doelstellingen die door de centrale Univé organisatie zijn geformuleerd. Neem je de visie en doelstellingen van de centrale organisatie als basis en voeg je daar de kernwaarden van de Onderlinge Univé Midden-Drenthe aan toe, dan ontstaat de volgende visie: Univé

7 Midden-Drenthe is een zelfstandige onderlinge verzekeraar, die op een actieve wijze voorziet in de verzekeringsbehoefte van bestaande en nieuwe klanten, een snelle en betrouwbare service levert en goed bereikbaar is. Zij werkt zonder winstoogmerk (niet meer winst maken dan strikt noodzakelijk voor een goede bedrijfsvoering) en is door haar efficiënte organisatie in staat om zo gunstig mogelijke premies naar haar klanten door te berekenen. Tevens wil zij door een goed personeelsbeleid een goede werkgever voor haar medewerkers zijn. Bovenstaande visie vormt de basis voor het denken en handelen van de Onderlinge en haar medewerkers. in hoeverre en op welke wijze een evenwichtige afweging van de diverse belangen door de RvB wordt gemaakt. of bij belangrijke besluitvorming bewust wordt stilgestaan bij een dergelijke belangenafweging en of vastlegging plaatsvindt van de genomen afwegingen. Principe Het centraal stellen van de klant is een noodzakelijke voorwaarde voor de continuïteit van de verzekeraar. Onverminderd principe draagt de raad van bestuur er zorg voor dat de verzekeraar zijn klanten te allen tijde zorgvuldig behandelt. De raad van bestuur draagt er zorg voor dat de zorgplicht jegens de klant wordt verankerd in de cultuur van de verzekeraar. i Univé Midden-Drenthe onderschrijft dit artikel. Het centraal stellen van de klant en het voldoen aan de zorgplicht is verankerd in de missie, visie en strategie van Univé Midden Drenthe. op welke wijze de RvB heeft bewerkstelligd dat het principe klantbelang centraal verankerd is in de missie, het beleid, de activiteiten en de producten van de verzekeraar. welke activiteiten de RvB heeft ondernomen om de zorgplicht in de bedrijfscultuur van de verzekeraar te verankeren. hoe de zorgplicht richting klant is uitgewerkt bij het werken met intermediairs. Principe De leden van de raad van bestuur oefenen hun functie op een zorgvuldige, deskundige en integere manier uit met inachtneming van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving, codes en reglementen. Ieder lid van de raad van bestuur tekent een moreel-ethische verklaring. In de toelichting op deze Code is een model-verklaring opgenomen. Dit model kan iedere verzekeraar naar eigen inzicht aanvullen. i Univé Midden-Drenthe onderschrijft dit artikel. In de loop van 2012 zullen alle bestuursleden en leden van het managementteam deze moreel-ethische ethische verklaring ondertekenen. Univé Midden-Drenthe hanteert een gedragscode waarin bijna alle elementen van deze verklaring zijn opgenomen.

8 of alle bestuursleden de moreel-ethische verklaring hebben ondertekend en of deze verklaring is gepubliceerd op de website van de verzekeraar. Principe De raad van bestuur draagt er zorg voor dat de in principe bedoelde verklaring wordt vertaald in principes die gelden als leidraad voor het handelen van alle medewerkers van de verzekeraar. Iedere nieuwe medewerker van de verzekeraar wordt bij indiensttreding uitdrukkelijk gewezen op de inhoud van deze principes door middel van een verwijzing naar deze principes in het arbeidscontract en wordt geacht deze principes na te leven. i Univé Midden-Drenthe hanteert een gedragscode. Deze gedragscode wordt met een nieuwe medewerker besproken en hij moet ook verklaren hierna te willen handelen (gedragscode moet getekend worden door medewerker). of de moreel-ethische normen in een leidraad zijn vertaald voor de medewerkers (bijvoorbeeld via een gedragscode die nader ingaat op het spanningsveld tussen commerciële activiteiten en het beheer van risico's). of nieuwe medewerkers bij indiensttreding worden gewezen op integer en moreel ethisch handelen via het arbeidscontract. Principe 4.1. De raad van bestuur, en binnen de raad van bestuur primair de voorzitter van de raad van bestuur, is verantwoordelijk voor het vaststellen, uitvoeren, monitoren en waar nodig bijstellen van het algehele risicobeleid van de verzekeraar. De risicobereidheid wordt op voorstel van de raad van bestuur ten minste jaarlijks ter goedkeuring aan de raad van commissarissen voorgelegd. Tussentijdse materiële wijzigingen van de risicobereidheid worden eveneens ter goedkeuring aan de raad van commissarissen voorgelegd. i Jaarlijks wordt de risicostrategie en risicomanagementbeleid opgesteld en ter goedkeuring voorgelegd aan het bestuur. Uit de missie en visie blijkt dat de houding ten opzichte van risico s s van nature behoudend is. Univé Midden- Drenthe heeft geen winstoogmerk en een behoudende risicohouding. Het nemen van meer risico kan leiden tot meer rendement. De Directie en het Bestuur zijn niet bereid om veel risico te nemen om het rendement te verhogen. Univé Midden-Drenthe heeft haar risicohouding bepaald en uitgewerkt. Met risicohouding wordt bedoeld hoeveel risico Univé Midden-Drenthe wil nemen om bepaalde bedrijfsdoelen te behalen. Per doelstelling is een zogenaamde kritische prestatiefactor benoemd, een norm en een bandbreedte. Zodra een kritische prestatiefactor buiten een bandbreedte valt of dreigt te vallen dient het management een besluit te nemen of actie nodig is. Verder is de risicohouding uitgewerkt met uitspraken van het management die iets zeggen over de risicobereidheid. De risicohouding is verder uitgewerkt per risicocategorie. Univé Midden-Drenthe onderscheidt volgende risicocategorieën: verzekeringstechnisch risico, marktrisico, kredietrisico, operationeel risico,strategisch risico en overige risico s. s. Vanaf het derde kwartaal van 2012 wordt er elk kwartaal gerapporteerd aan het managementteam en het bestuur over de ontwikkeling van het risicoprofiel van de organisatie. Univé Midden-Drenthe kent geen risicocommissie. Wel heeft Univé Midden-Drenthe een auditcommissie die toezicht houdt op het functioneren van de risicomanagementfunctie. Risicobeheer is centraal aandachtspunt in de Code en het is daarom van belang dat u aangeeft op welke wijze de RvB zich met dit onderwerp bezig houdt, met name hoe de verantwoordelijkheid voor risicobeheer wordt uitgevoerd. U kunt hier bijvoorbeeld toelichten: of de voorzitter van de RvB expliciet met deze taak is belast en op welke wijze hij deze taak en

9 verantwoordelijkheid uitvoert. welke voorbeelden er zijn van actief optreden door de RvB. Te denken valt aan het tenminste jaarlijks bespreken van risicomanagement in de RvB met vastlegging van de uitkomst. U kunt bijvoorbeeld aangeven of in 2011 de risicobereidheid ter goedkeuring is voorgelegd aan de RvC. hoe de verhouding is tussen het centraal en decentraal inrichten van het risicobeleid. in welke mate de omgang met financiële en niet-financiële risico's verschilt. hoe de risicobereidheid en het risicoprofiel van de verzekeraar is, en hoe wordt omgegaan met risico en het behalen van strategische doelen. of er binnen de RvB een aparte risicocommissie bestaat. in hoeverre dit principe is vastgelegd in het reglement van de RvB. Indien er geen RvC is, kunt u aangeven of het bestuur over dit aspect verantwoording aflegt en aan wie. Principe 4.2. De raad van commissarissen houdt toezicht op het door de raad van bestuur gevoerde risicobeleid. Daartoe bespreekt de raad van commissarissen het risicoprofiel van de verzekeraar en beoordeelt hij op strategisch niveau of kapitaalallocatie en liquiditeitsbeslag in algemene zin in overeenstemming zijn met de goedgekeurde risicobereidheid. Bij de uitoefening van deze toezichtrol wordt de raad van commissarissen geadviseerd door de risicocommissie die hiertoe uit de raad van commissarissen is gevormd. i Niet van toepassing (alleen te gebruiken door verzekeraars die geen variabele beloning toepassen) Het bestuur stelt de risicostrategie en risicomanagementbeleid vast. Het management en het Bestuur ontvangen elk kwartaal een rapportage over de ontwikkeling van het risicoprofiel (dit is vanaf derde kwartaal operationeel). Zaken die grote impact hebben op het risicoprofiel worden besproken binnen het managementteam en het bestuur. Univé Midden-Drenthe kent geen risicocommissie. De auditcommissie wordt gevormd door twee leden van het bestuur en een extern deskundige. De auditcommissie houdt toezicht op de uitvoering van de risicostrategie en risicomanagementbeleid. Univé Midden-Drenthe heeft in 2012 met ondersteuning van KPMG een ORSA uitgevoerd. Het doel van het uitvoeren van deze ORSA is het verkrijgen van inzicht in - de financiële gevolgen van de geformuleerde strategie (het zogenaamde basisscenario) - de financiële gevolgen indien bepaalde (risico)scenario s zich voordoen De uitkomsten van de ORSA worden in mei 2012 besproken met het managementteam en het Bestuur. op welke wijze de RvC invulling geeft aan de in dit principe bedoelde toezichtsrol. of er een risicocommissie aanwezig is en op welke wijze de risicocommissie invulling heeft gegeven aan de in dit principe bedoelde rol en op welke wijze hierover verslag wordt gedaan. of risicobeheersing onderdeel is van het PE-programma dat aan de RvC wordt aangeboden. op welke factor(en) eventueel nog verdere aanpassingen gewenst zijn of zullen plaatsvinden. in hoeverre dit principe is vastgelegd in het reglement van de RvC. In het geval van een kleine verzekeraar zonder RvC, is dit principe niet van toepassing. Principe 4.3. De raad van commissarissen beoordeelt periodiek op strategisch niveau of de bedrijfsactiviteiten in algemene zin passen binnen de risicobereidheid van de verzekeraar. De voor deze beoordeling relevante informatie wordt op zodanige wijze door de raad van bestuur aan de raad van commissarissen verstrekt dat deze laatste in staat is zich daar een gedegen oordeel over te vormen. i Dit onderwerp komt expliciet aan bod bij de bespreking van de risicostrategie. De periodieke risk-rapportage rapportage (per kwartaal) moet nog verder vorm krijgen.

10 of risicomanagement een standaard agendapunt is op de RvC-vergaderingen. op welke wijze de RvC periodiek de controle uitvoert op de overeenkomst tussen de risicobereidheid en de bedrijfsactiviteiten. welke informatiestromen (managementinformatie, rapportages, dashboards e.d.) de RvC daarvoor gebruikt. hoe vaak er overleg bestaat tussen de RvB en RvC met betrekking tot dit onderwerp. In het geval van een kleine verzekeraar zonder RvC, kunt u aangeven of het bestuur over dit aspect verantwoording aflegt en aan wie. Principe 4.4. De raad van bestuur draagt er zorg voor dat het risicobeheer zodanig adequaat is ingericht dat hij tijdig op de hoogte is van materiële risico's die de verzekeraar loopt opdat deze risico's beheerst kunnen worden. Beslissingen die van materiële betekenis zijn voor het risicoprofiel, de kapitaalallocatie of het liquiditeitsbeslag, worden genomen door de raad van bestuur. i Univé Midden-Drenthe beschikt sinds 1 maart 2012 over een risicoteam dat bestaat uit Compliance Officer en Hoofd Administratie. Risk statuut is onlangs opgesteld. Risicostrategie, risicomanagementbeleid en risk jaarplan zijn onlangs geactualiseerd en moeten nog door het bestuur vastgesteld worden. Ook wordt er gewerkt aan een verbeterde riskrapportage met veel aandacht voor de ontwikkeling van het risicoprofiel. Ook is in 2012 een ORSA uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn positief en worden in mei 2012 besproken met managementteam en bestuur. op welke wijze de RvB waarborgt dat het risicobeheer adequaat is ingericht en dat hij tijdig op de hoogte is van de materiële risico's (denk aan richtlijnen, risicocommissies, typen risico's, rapportagelijnen en de inrichting van rollen en verantwoordelijkheden). of de RvB het gevoel heeft dat het risicobeheer als zodanig adequaat is ingericht of dat er nog zaken nader moeten worden aangescherpt. op welke wijze de risicobeheersing tussentijds door de RvB wordt gemonitort. Genoemd kan bijvoorbeeld worden of er een standaard manier van monitoren is opgenomen in de beheerssystemen. op welke manier het 'three lines of defense'-model is ingericht. Principe 4.5. Iedere verzekeraar heeft een Product Goedkeuringsproces. De raad van bestuur draagt zorg voor de inrichting van het Product Goedkeuringsproces en is verantwoordelijk voor het adequaat functioneren daarvan. Producten die het Product Goedkeuringsproces binnen de verzekeraar doorlopen worden niet op de markt gebracht of gedistribueerd zonder een zorgvuldige afweging van de risico's door de risicomanagementfunctie binnen de verzekeraar en zorgvuldige toetsing van andere relevante aspecten, waaronder de zorgplicht jegens de klant. De interne auditfunctie controleert op basis van een jaarlijkse risicoanalyse of opzet, bestaan en werking van het proces effectief zijn en informeert de raad van bestuur en de desbetreffende (risico)commissie van de raad van commissarissen omtrent de uitkomsten hiervan. i Univé Midden-Drenthe is een brandverzekeraar. Productontwikkeling wordt in nauwe samenwerking met de koepelorganisatie van Univé gedaan. In 2011 is er een verbeterd brandproduct geintroduceerd. Voor de introductie is een plan van aanpak opgesteld. Er is nog geen product goedkeuringsproces ingeregeld zoals de code verlangt. Op

11 korte termijn worden er geen nieuwe (brand)producten ontwikkelt. of en zo ja, sinds welke datum er een Product Goedkeuringsproces (PAP-proces) is ingericht en waar de verantwoordelijkheid ligt voor dit proces. hoe er wordt omgegaan met producten welke reeds bestonden voor dit proces en hoe deze in lijn worden gebracht met deze (nieuwe) doelstellingen. of de RvB en RvC betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van het PAP-proces. in welke mate het PAP-proces de zorgplicht jegens de klant waarborgt en of het proces andere specifieke aandachtspunten bevat. door wie het functioneren van het PAP-proces wordt geëvalueerd en verbeterd. of de interne auditfunctie betrokken is bij het PAP-proces en hoe dit wordt geëvalueerd. In het geval van een kleine verzekeraar zonder RvC, is het laatste aspect van dit principe niet van toepassing. Principe 5.1. AUDIT De raad van bestuur draagt zorg voor systematische controle op de beheersing van de risico's die met de (bedrijfs) activiteiten van de verzekeraar samenhangen. i Sinds 1 maart 2012 heeft Univé Midden-Drenthe een risicoteam. Het managementteam voert minimaal eenmaal per jaar een risicoanalyse uit. Het risicoteam stelt vier keer per een risk-rapportage rapportage die besproken wordt binnen managementteam en bestuur. Een aandachtspunt is het aanpassen van de risk-rapportage rapportage op de behoeften van management en bestuur en de eisen van Solvency2. op welke wijze de RvB zorgdraagt voor een systematische controle op de beheersing van de risico's (bijvoorbeeld door inrichting van een audit en riskmanagementfunctie of riskcommissies). Welke voorbeelden van actief optreden van de RvB op het gebied van controle of beheersing van risico's er zijn. Te denken valt aan de bespreking van dit onderwerp en het vastleggen van de uitkomsten. Principe 5.2. Binnen de verzekeraar is een interne auditfunctie werkzaam die onafhankelijk is gepositioneerd. Het hoofd interne audit rapporteert aan de voorzitter van de raad van bestuur en heeft een rapportagelijn naar de voorzitter van de auditcommissie. i De interne audit functie is uitbesteed aan verschillende gespecialiseerde auditbureaus. De auditcommissie selecteert op basis van het auditplan geschikte auditoren. De aansturing (coördinatie) van auditoren wordt gedaan door de auditcommissie. Het managementteam en het bestuur ontvangen de auditverslagen.

12 of er een onafhankelijke interne auditfunctie binnen de organisatie aanwezig is. op welke wijze deze functie binnen de organisatie is gepositioneerd en wat de rapportagelijnen van het hoofd van de interne auditdienst zijn. op welke wijze de beheersbaarheid van de organisatie wordt bewaakt indien er geen interne auditfunctie aanwezig is. hoe aan de invulling van de rapportage aan de RvB wordt voldaan en welke onderwerpen dit specifiek beslaat. In het geval van een kleine verzekeraar kan het begrip auditcommissie gelezen worden als RvC, mits die is ingesteld. Principe 5.3. De interne auditfunctie heeft tot taak te beoordelen of de interne beheersmaatregelen in opzet, bestaan en in werking effectief zijn. Daarbij ziet zij onder meer op de kwaliteit en effectiviteit van het functioneren van de governance, het risicobeheer en de beheersprocessen binnen de verzekeraar. De interne auditfunctie rapporteert over de bevindingen aan de raad van bestuur en de auditcommissie. i Bij het opstellen van het auditplan zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:alle relevante beheersmaatregelen uit de risicoanalyse worden aantoonbaar getoetst en van kritische bedrijfsprocessen wordt vastgesteld of deze processen verlopen zoals afgesproken. Kritische bedrijfsprocessen zijn processen die van belang zijn voor het behalen van bedrijfsdoelen en/of processen met een groot afbreukrisico. In 2011 zijn vooral operationele processen en beheersmaatregelen geaudit. In 2012 heeft KPMG een audit uitgevoerd om te bepalen in hoeverre Univé Midden Drenthe voldoet aan Solvency regular regelgeving. Er is voornamelijk gekeken naar de opzet en met name naar de aspecten governance, strategie, risicomanagement, Pilar 1 berekeningen en rapportage. Univé Midden-Drenthe zoekt nog een geschikt auditbureau om de werking te toetsen van de governance en riscomanagement. op welke wijze de interne auditfunctie is ingericht en waar de taken en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd (bijvoorbeeld in een auditcharter en het interne controle framework). hoe de controle omgeving wordt geëvalueerd en met welke frequentie dit gebeurt. met welke frequentie de interne audit rapportages worden besproken door RvB en RvC. of er aparte audit plaatsvinden op het gebied van governance en risicobeheer, of dat deze (met elkaar) zijn geïntegreerd. hoe de onderwerpen van dit principe zich verhouden tot principe 5.4, het overleg met de externe accountant. In het geval van een kleine verzekeraar kan het begrip auditcommissie gelezen worden als RvC, mits die is ingesteld. Principe 5.4. Tussen de interne auditfunctie, de externe accountant en de risico- of auditcommissie van de raad van commissarissen vindt periodiek informatie-uitwisseling plaats. In het kader van deze informatie-uitwisseling is ook de risicoanalyse en het auditplan van de interne auditfunctie en van de externe accountant onderwerp van overleg. i Het risicobeleid, de risicoanalyse en het auditplan zijn beschikbaar gesteld aan de accountant. De auditcommissie heeft minimaal eenmaal per jaar overleg met de externe accountant. Vanaf 2012 werkt de auditcommissie met een plan van aanpak voor de uitvoering van haar werkzaamheden. hoe het overleg tussen de interne auditfunctie, de externe accountant en de risico- of auditcommissie van de

13 RvC is georganiseerd, wat de onderwerpen van overleg zijn, hoe frequent dit overleg wordt gehouden en of het proces is vastgelegd. Dit principe leent zich voor proportionele toepassing in het geval van kleine verzekeraars. Zij kunnen uitleggen hoe zij dit principe hebben ingevuld. Principe 5.5. In het kader van de algemene controleopdracht voor de jaarrekening rapporteert de externe accountant in zijn verslag aan de raad van bestuur en de raad van commissarissen zijn bevindingen over de kwaliteit en effectiviteit van het functioneren van de governance, het risicobeheer en de beheersprocessen binnen de verzekeraar. i De accountant rapporteert in zijn verslag over de kwaliteit en effectiviteit van het functioneren van de governance, het risicobeheer en de beheersprocessen binnen de verzekeraar. Univé Midden-Drenthe heeft een memo opgesteld in hoeverre aan de Code voldaan wordt en beschikbaar gesteld aan de externe accountant. of de opdracht aan de externe accountant is aangepast in 2011, zodat deze rapporteert over de elementen genoemd in principe 5.5. of er met de externe accountant is gesproken over de Code, en of er naar aanleiding hiervan aanpassingen zijn gemaakt in het jaarverslag. wie toeziet op de nakoming van deze verplichtingen door de externe accountant en hoe vaak de externe accountant rapporteert aan de RvC en RvB. In het geval van een kleine verzekeraar zonder RvC, kunt u aangeven of het bestuur over dit aspect verantwoording aflegt en aan wie. Principe 5.6. De interne auditfunctie neemt het initiatief om met de Nederlandsche Bank en de externe accountant tenminste jaarlijks in een vroegtijdige fase elkaars risicoanalyse en bevindingen en auditplan te bespreken. i De directeur is contactpersoon voor de toezichthouder van de Nederlandsche Bank. Met ingang van 2012 wordt het auditplan, het risicobeleid en het risicoregister naar de Nederlandsche Bank en de accountant gestuurd zodra dit is vastgesteld. of dit tripartite overleg in 2011 daadwerkelijk heeft plaatsgevonden en of het resultaat van dit overleg is vastgelegd. Indien dit het geval is, zou u de uitkomsten van dit overleg kunnen vermelden. op welke manier de uitkomsten van dit overleg naar de RvB en RvC zijn gecommuniceerd. hoe opvolging is gegeven aan de conclusies van dit gesprek hoe het begrip 'vroegtijdige fase' wordt ingevuld. Dit principe leent zich voor proportionele toepassing in het geval van kleine verzekeraars. Zij kunnen uitleggen hoe zij dit principe hebben ingevuld.

14 Principe De verzekeraar voert een zorgvuldig, beheerst en duurzaam beloningsbeleid dat in lijn is met zijn strategie en risicobereidheid, doelstellingen en waarden en waarbij rekening wordt gehouden met de lange termijn belangen van de verzekeraar, de relevante internationale context en het maatschappelijk draagvlak. De raad van commissarissen en de raad van bestuur nemen dit uitgangspunt in acht bij het vervullen van hun taken met betrekking tot het beloningsbeleid. i De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd bij het opstellen van het beloningsbeleid:de beloning moet marktconform en maatschappelijk acceptabel zijn, het beloningsbeleid moet ondersteunend zijn aan de lange termijn strategie, het beloningssysteem moet transparant en eenvoudig zijn, het beloningssysteem moet voldoen aan geldende regelgeving en binnen het beloningsbeleid bedraagt de toe te kennen variabele beloning voor medewerkers maximaal 5 % van de vaste beloning wanneer het beloningsbeleid is vastgelegd en wie daarbij betrokken zijn geweest. welke principes ten grondslag liggen aan het beloningsbeleid van de verzekeraar. hoe wordt bepaald of het beloningsbeleid zorgvuldig, beheerst en duurzaam is en in lijn is met strategie en risicobereidheid, doelstellingen en waarden. of het beloningsbeleid is aangepast naar aanleiding van de DNB richtlijnen en/of de Code. hoe het beloningsbeleid zich verhoudt met de strategische doelstellingen van de organisatie. wanneer het beloningsbeleid van de moederorganisatie wordt gevolgd, in hoeverre dit afwijkt van de Code. Voor wat betreft de aspecten internationale context en het maatschappelijk draagvlak leent dit principe zich voor proportionele toepassing door kleine verzekeraars. Principe De raad van commissarissen is verantwoordelijk voor het uitvoeren en evalueren van het vastgestelde beloningsbeleid ten aanzien van de leden van de raad van bestuur. Daarnaast geeft de raad van commissarissen goedkeuring aan het beloningsbeleid voor het senior management en ziet hij toe op de uitvoering daarvan door de raad van bestuur. Tevens keurt de raad van commissarissen de beginselen van het beloningsbeleid voor overige medewerkers van de verzekeraar goed. Het beloningsbeleid van de verzekeraar omvat mede het beleid met betrekking tot het toekennen van retentie-, exit- en welkomstpakketten. i Het bestuur stelt het beloningsbeleid vast. Het bestuur geeft jaarlijks goedkeuring aan de beloning van het managementteam. op welke wijze de RvC invulling geeft aan zijn verantwoordelijkheid voor het beloningsbeleid van de leden RvB en op welke principes/informatie de RvC zich daarbij baseert. of er binnen de RvC een separate commissie is ingericht voor deze rol. of voor het bepalen van de hoogte en de structuur van de bezoldiging van leden van de RvB bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van scenarioanalyses. hoe de RvC zijn verantwoordelijkheid invult met betrekking tot het beloningsbeleid voor het senior management en de uitvoering daarvan door de RvB. de wijze waarop de RvC zijn verantwoordelijkheid invult met betrekking tot het beloningsbeleid voor overige medewerkers (met name medewerkers met functies die het risicoprofiel van de verzekeraar beïnvloeden). wat de rol van de RvC is bij het beleid inzake toekenning van retentie-, exit- en welkomstpakketten. of de beloning (provisie) van de niet in dienst zijnde intermediairs onderwerp van bespreking is geweest in de RvC.

15 op welke manier de RvC zijn onafhankelijkheid waarborgt ten aanzien van deze rol. Dit principe leent zich voor proportionele toepassing in het geval van kleine verzekeraars zonder RvC. Zij kunnen uitleggen hoe zij dit principe hebben ingevuld en hoe zij functiescheiding geborgd hebben. Principe De raad van commissarissen bespreekt jaarlijks de hoogste variabele inkomens. De raad van commissarissen ziet erop toe dat de raad van bestuur ervoor zorg draagt dat de variabele beloningen binnen de verzekeraar passen binnen het vastgestelde beloningsbeleid van de verzekeraar en in het bijzonder of deze voldoen aan de in deze paragraaf genoemde principes. Tevens bespreekt de raad van commissarissen materiële retentie-, exit- en welkomstpakketten en ziet erop toe dat deze passen binnen het vastgestelde beloningsbeleid van de verzekeraar en niet excessief zijn. i Niet van toepassing (alleen te gebruiken door verzekeraars die geen variabele beloning toepassen) Het beloningsbeleid wordt jaarlijks vastgesteld. op welke wijze de RvC zijn verantwoordelijkheid invult voor de hoogste variabele inkomens van de medewerkers en op welke informatie de RvC zich daarbij baseert. of een bespreking over de hoogste variabele inkomens tenminste eenmaal per jaar op de agenda van de RvC staat. hoe de RvC een beoordeling maakt van de verhouding tussen het beloningsbeleid en de doelstellingen van de organisatie. in welke mate er het afgelopen jaar gebruikt is gemaakt van materiële retentie-, exit en welkomstpakketten. Dit principe leent zich voor proportionele toepassing in het geval van kleine verzekeraars zonder RvC. Zij kunnen uitleggen hoe zij borgen dat de criteria voor het bepalen van de variabele beloningen worden vastgesteld door personen of organen die daar geen rechtstreeks materieel belang bij hebben. Principe Het totale inkomen van een lid van de raad van bestuur staat in een redelijke verhouding tot het vastgestelde beloningsbeleid binnen de verzekeraar waarbij het totale inkomen ten tijde van de vaststelling iets beneden de mediaan van vergelijkbare functies binnen en buiten de financiële sector ligt, waarbij de relevante internationale context wordt meegewogen. i Univé Midden-Drenthe is van mening dat haar "salarisgebouw" binnen haar organisatie redelijk is. welke criteria u hanteert om te kunnen bepalen of het totale inkomen van een lid van de RvB in redelijke verhouding staat tot het beloningsbeleid van de verzekeraar (bijvoorbeeld via een benchmark). hoe u de mediaan van vergelijkbare functies bepaalt. Geef bijvoorbeeld ook aan hoe daarbij de internationale context wordt meegewogen.

16 Kleine verzekeraars mogen in de verantwoording over dit principe volstaan met een uitleg of het salarisgebouw binnen de verzekeraar redelijk is. Principe De vergoeding bij ontslag van een lid van de raad van bestuur bedraagt maximaal eenmaal het jaarsalaris (het "vaste" deel van de bezoldiging). Indien het maximum van eenmaal het jaarsalaris voor een lid van de raad van bestuur die in zijn eerste benoemingstermijn wordt ontslagen kennelijk onredelijk is, komt dit lid van de raad van bestuur in dat geval in aanmerking voor een ontslagvergoeding van maximaal tweemaal het jaarsalaris. i Univé Midden-Drenthe heeft op dit onderwerp nog geen standpunt ingenomen. of u het principe aanhoudt dat de vergoeding bij ontslag van een lid van de RvB maximaal eenmaal het jaarsalaris bedraagt. of de bestaande contracten aan dit principe voldoen, dan wel zijn aangepast. of het beleid hieromtrent is vastgelegd en gecommuniceerd. Kleine verzekeraars die de Regeling Beheerst Beloningsbeleid toepassen kunnen bij dit principe aanvinken dat ze voldoen en mogen in hun verantwoording volstaan met de mededeling dat ze voldoen aan de Regeling Beheerst Beloningsbeleid. Principe Bij de toekenning van de variabele beloning aan een lid van de raad van bestuur wordt rekening gehouden met de lange termijn component. De toekenning is mede afhankelijk van winstgevendheid en/of continuïteit. De variabele beloning wordt voor een materieel deel voorwaardelijk toegekend en op zijn vroegst drie jaar later uitgekeerd. i Niet van toepassing (alleen te gebruiken door verzekeraars die geen variabele beloning toepassen) Het aandeel variabele beloning is zo laag dat deze vraag niet van toepassing is. of u een vorm van variabele beloning voor de leden RvB hanteert en zo ja, op welke componenten deze is gebaseerd. of er bij deze componenten rekening is gehouden met de belangen van stakeholders. hoe de verhouding is tussen deze lange termijn componenten en de snel veranderende markt. welk deel van de variabele beloning voorwaardelijk wordt toegekend, wat de voorwaarden daarvoor zijn en op welke termijn dat deel wordt uitgekeerd. hoe wordt beoordeeld of aan deze voorwaarden is voldaan en hoe de evaluatie hiervan plaatsvindt. Op welke wijze wordt geborgd dat variabele beloning niet het lange termijn belang van de verzekeraar ondermijnt. hoe de verhouding is tussen de variabele beloning welke in aandelen wordt uitgekeerd en de variabele beloning welke niet in aandelen wordt uitgekeerd. Kleine verzekeraars die de Regeling Beheerst Beloningsbeleid toepassen kunnen bij dit principe aanvinken dat ze voldoen en mogen in hun verantwoording volstaan met de mededeling dat ze voldoen aan de Regeling Beheerst Beloningsbeleid.

17 Principe Aandelen die zonder financiële tegenprestaties aan een lid van de raad van bestuur worden toegekend, worden aangehouden voor telkens een periode van ten minste vijf jaar of tot ten minste het einde van het dienstverband indien deze periode korter is. Indien opties worden toegekend worden deze in ieder geval de eerste drie jaar na toekenning niet uitgeoefend. i Niet van toepassing (alleen te gebruiken door verzekeraars die niet werken met aandelenpakketten) Univé Midden-Drenthe heeft geen aandelenkapitaal. of de verzekeraar aandelen of opties zonder financiële tegenprestaties toekent aan leden van de RvB. hoe lang deze aandelen of opties minimaal dienen te worden aangehouden. of dit principe is vastgelegd in de arbeidsovereenkomst van de leden van de RvB en of deze overeenkomst is aangepast t.a.v. de Code. Kleine verzekeraars die de Regeling Beheerst Beloningsbeleid toepassen kunnen bij dit principe aanvinken dat ze voldoen en mogen in hun verantwoording volstaan met de mededeling dat ze voldoen aan de Regeling Beheerst Beloningsbeleid. Principe Het toekennen van een variabele beloning is mede gerelateerd aan de lange termijn doelstellingen van de verzekeraar. i Niet van toepassing (alleen te gebruiken door verzekeraars die geen variabele beloning toepassen) Het beloningsbeleid moet ondersteunend zijn aan de lange termijn strategie. De lange termijn strategie is gericht op continuïteit en gematigde duurzame groei bij een gematigd risicoprofiel. of de verzekeraar een vorm van variabele beloning voor medewerkers hanteert. op welke wijze wordt geborgd dat variabele beloning niet het lange termijn belang van de verzekeraar ondermijnt. in hoeverre de variabele beloning rekening houdt met de belangen van stakeholders. of voor de medewerkers met een commerciële functie een beloningsbeleid is vastgesteld dat bijdraagt aan het centraal stellen van het klantbelang en het realiseren van de noodzakelijke gedragsverandering of andere prestatiecriteria. Principe Iedere verzekeraar stelt een bij de verzekeraar passend maximum vast voor de verhouding tussen de variabele beloning en het vaste salaris. Voor een lid van de raad van bestuur bedraagt de variabele beloning per jaar maximaal 100% van het vaste inkomen.

18 i Niet van toepassing (alleen te gebruiken door verzekeraars die geen variabele beloning toepassen) Het aandeel van de variabele beloning is zo laag dat deze vraag niet van toepassing is. wat de maximale verhouding is tussen vaste en variabele beloning voor leden van de RvB en voor overige medewerkers. hoe deze verhouding is bepaald en hoe de resultaten worden geëvalueerd. Principe Een variabele beloning wordt gebaseerd op de prestaties van het individu, zijn bedrijfsonderdeel en die van de verzekeraar als geheel op basis van vooraf vastgestelde en beoordeelbare prestatiecriteria. Naast financiële prestatiecriteria vormen ook niet-financiële prestatiecriteria een belangrijk onderdeel van de individuele beoordeling. In het beloningsbeleid van de verzekeraar worden de prestatiecriteria zoveel mogelijk geobjectiveerd. i Niet van toepassing (alleen te gebruiken door verzekeraars die geen variabele beloning toepassen) Jaarlijks wordt op basis van te behalen Onderlinge-,, afdelings en persoonlijke resultaten door de directie in overleg met het Bestuur de hoogte van de bonus vastgesteld. In de bonusregeling zitten de componenten: financieel eindresultaat van de Onderlinge, groei in de verschillende branches in het bepaalde jaar, afdelingsdoelstellingen en individuele doelstellingen. Alle geformuleerde doelstellingen zijn afgeleid van strategische doelstellingen van de organisatie. op welke prestatiecriteria de variabele beloning is gebaseerd en of daarbij onderscheid wordt gemaakt tussen financiële en niet-financiële criteria, en wat de verhouding is tussen deze. Geef daarbij ook voorbeelden van niet-financiële criteria welke worden gehanteerd en rond welke doelstellingen deze zijn gecreëerd (bijvoorbeeld de klant, medewerkerstevredenheid, maatschappelijke verantwoordelijkheid). op welke wijze deze prestatiecriteria worden geobjectiveerd en welke rol de RvC hierin heeft gehad. op welke wijze deze objectivering wordt geëvalueerd. op welke wijze de verhouding tussen de prestaties van het individu, zijn bedrijfsonderdeel en die van de verzekeraar als geheel in de variabele beloning is weergegeven. of dit principe voor alle medewerkers wordt toegepast. Principe Bij het beoordelen van prestaties op basis van de vastgestelde prestatiecriteria worden financiële prestaties gecorrigeerd voor (geschatte) risico's en kosten van kapitaal. i

19 Het aandeel variabele beloning is zo laag dat de werking van dit artikel buiten beschouwing gelaten wordt. op welke wijze bij het beoordelen van prestaties op basis van vastgestelde prestatiecriteria deze correcties worden toegepast. hoe dit principe zich verhoudt tot de risicobereidheid. of dit principe is toegepast in het afgelopen jaar. Kleine verzekeraars zonder RvC kunnen aangeven hoe dit principe is geborgd. Principe In buitengewone omstandigheden, bijvoorbeeld indien toepassing van de vastgestelde prestatiecriteria tot een verkrijging van ongewenste variabele beloning van een lid van de raad van bestuur zou leiden, heeft de raad van commissarissen de discretionaire bevoegdheid de variabele beloning aan te passen wanneer deze naar zijn oordeel leidt tot onbillijke of onbedoelde uitkomsten. i Niet van toepassing (alleen te gebruiken door verzekeraars die geen variabele beloning toepassen) Het aandeel variabele beloning is zo laag dat de werking van dit artikel buiten beschouwing gelaten wordt. op welke wijze bij het beoordelen van prestaties op basis van vastgestelde prestatiecriteria deze correcties worden toegepast. hoe dit principe zich verhoudt tot de risicobereidheid. of dit principe is toegepast in het afgelopen jaar. Kleine verzekeraars zonder RvC kunnen aangeven hoe dit principe is geborgd. Principe De raad van commissarissen heeft de bevoegdheid de variabele beloning die is toegekend aan het lid van de raad van bestuur op basis van onjuiste (financiële) gegevens terug te vorderen van het desbetreffende lid van de raad van bestuur. i Niet van toepassing (alleen te gebruiken door verzekeraars die geen variabele beloning toepassen) Het aandeel variabele beloning is zo laag dat de werking van dit artikel buiten beschouwing gelaten wordt. of dit principe in het verslagjaar is toegepast en of omtrent dit principe iets is vastgelegd in overeenkomsten met de leden van de RvB. of dit principe is vastgelegd in de reglementen en procedures van de RvC.