Organisatiecultuur en economische criminaliteit

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Organisatiecultuur en economische criminaliteit www.pwc.nl/forensicservices"

Transcriptie

1 Economic Crime Survey Nederland 2014/ deel 3 In samenwerking met de VU Amsterdam Organisatiecultuur en economische criminaliteit

2 Bij PwC in Nederland werken ruim mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt organisaties en personen de waarde te creëren waarnaar zij op zoek zijn. Wij zijn lid van het PwC-netwerk van firma s in 157 landen met meer dan mensen. Wij zien het als onze taak om kwaliteit te leveren op het gebied van assurance-, belasting- en adviesdiensten. Vertel ons wat voor u belangrijk is. Meer informatie over ons vindt u op 2 PwC

3 Voorwoord Algemeen Met trots presenteren wij u het derde en laatste deel van het drieluik van de Economic Crime Survey 2014/2015. Waar het eerste deel een algemeen beeld geeft van economische criminaliteit in Nederland en de tweede uitgave zich richt op cybercriminaliteit, staat deze publicatie in het teken van organisatieculturen en hun invloed op economische criminaliteit. Gezien de actualiteit van dit onderwerp leek het ons zinvol hieraan een aparte editie te wijden. Veel bedrijven in Nederland zijn als gevolg van de financieel-economische crisis tot inzicht gekomen dat het alleen sturen op hard controls (regels en procedures) niet voldoende is. Daardoor is er de laatste jaren meer aandacht gekomen voor het gebruik van soft controls, die vooral toezien op de intrinsieke motivatie bij mensen om zich al dan niet te houden aan de (interne) regels en voorschriften die door bedrijven zijn opgelegd. Cultuur, vertrouwen, betrokkenheid en integriteit zijn hierbij belangrijke onderdelen. Onderzoeksstrategie In samenwerking met prof. dr. Wim Huisman en dr. Adriaan Denkers, beiden verbonden aan de afdeling Criminologie van de Vrije Universiteit Amsterdam, is een vragenlijst samengesteld. De vragen zijn door Onderzoeksbureau Flycatcher via een webbased enquête voorgelegd aan personen die zich in hun dagelijkse werkzaamheden bezighouden met de aanpak, het voorkomen en/of het in kaart brengen van economische criminaliteit binnen hun bedrijf. De respondenten is gevraagd naar de vormen van criminaliteit waarmee hun organisatie de laatste twee jaar is geconfronteerd, of waarvan men een vermoeden heeft. Daarnaast is speciale aandacht besteed aan cybercrime en de rol van bedrijfsculturen. Ook zijn vragen gesteld over de impact en schade van criminaliteit, de daders van de meest recente economische delicten en de oorzaken ervan. Binnen de doelgroep hebben 875 respondenten de vragenlijst ingevuld. Op basis van de antwoorden van deze experts schetsen wij u een zo betrouwbaar mogelijk beeld van de economische criminaliteit binnen de BV Nederland en in het bijzonder de invloed van organisatieculturen hierop. Opvallendste bevindingen op een rij Wanneer gebrekkig toezicht, een aantrekkelijke buit en een gemotiveerde dader binnen een organisatie samenkomen, kan men spreken van een criminogene cultuur en is de verwachting dat ongewenst gedrag zich zal voordoen. De experts beamen dit in het onderzoek. Bovendien worden hoog criminogene organisaties relatief vaker geconfronteerd met daders die werken binnen de onderneming. De maatregelen die organisaties treffen, lijken voornamelijk gericht op verscherping van het toezicht. Opvallend genoeg lijken juist de andere twee elementen (de aantrekkelijkheid van het doelwit en de moraliteit van het personeel) een goede verklaring te bieden voor economische criminaliteit. Om ongewenst gedrag te voorkomen zouden bedrijven zich daarom beter kunnen richten op deze elementen. Leidinggevenden vormen binnen de werksituatie de belangrijkste autoriteit. Het is daarom niet verwonderlijk dat medewerkers nadrukkelijk letten op het gedrag en de uitingen van de leidinggevenden. Daarmee kunnen leidinggevenden een belangrijke invloed uitoefenen op de werksatisfactie, de motivatie en de productiviteit van de medewerkers, zowel in positieve als in negatieve zin. Het ethisch leiderschap blijkt verrassend onder de maat in het onderwijs en de zorg. Financiële instellingen scoren daarentegen hoog op ethisch leiderschap. Ditzelfde geldt voor kleinere ondernemingen. Organisaties waar het ethisch leiderschap onder de maat is, blijken vaker met corruptie te maken te hebben. Targets en bonussen worden doorgaans door bedrijven ingezet om betere resultaten te bewerkstelligen. Maar dit systeem kan ook leiden tot het leveren van perverse prikkels. In dit onderzoek wordt een redelijk sterk verband gevonden tussen de targeten-bonuscultuur en economische criminaliteit (voornamelijk diefstal, fraude en corruptie). Met name eigen werknemers en leidinggevenden lijken zich vaker in te laten met normoverschrijdend gedrag. Over de causaliteit van dit verband kunnen (gezien de aard van het onderzoek) echter geen uitspraken worden gedaan. In dit onderzoek gaat het niet zozeer om de hoogte van de bonussen, maar meer om het belang dat wordt gehecht aan het hanteren van targets (en het daaraan koppelen van bonussen/beloningen) binnen de organisatie. De cultuur die heerst binnen een bedrijf is niet altijd even tastbaar. Desondanks hebben wij met dit onderzoek getracht dit veelal ongrijpbare begrip te vangen en te concretiseren. De resultaten tonen aan dat de cultuur binnen een onderneming een belangrijke voorspeller van (economische) criminaliteit zou kunnen zijn. Wij hopen en vertrouwen er daarom op dat dit rapport u meer grip kan bieden op dit belangrijke onderwerp. Amsterdam, mei 2015 André Mikkers PwC Economic Crime Survey Nederland 2014/ deel 3 3

4 Inhoud Voorwoord 3 Algemeen 3 Onderzoeksstrategie 3 Opvallendste bevindingen op een rij 3 Inleiding 5 Criminogene Cultuur; De routine activiteiten theorie 6 Theoretische noties criminogene cultuur 7 Bevindingen criminogene cultuur 7 Concluderend criminogene cultuur 10 Toon aan de top 11 Theoretische noties toon aan de top 11 Bevindingen toon aan de top 11 Concluderend toon aan de top 13 Targets en bonussen 14 Theoretische noties target-en-bonuscultuur 15 Bevindingen target-en-bonuscultuur 17 Concluderend target-en-bonuscultuur 17 Criminogene cultuur, toon aan de top en target-en-bonuscultuur 19 Bevindingen 19 Conclusie en discussie 21 Criminogene cultuur 21 Toon aan de top 21 Targets en bonussen 22 Afsluitend 22 Methodologische verantwoording 23 Procedure 23 Steekproef 23 Respondenten 24 De vragen 27 Achtergrondkenmerken 27 Omvang en schade 27 Detectie en preventie 27 Organisatiecultuur 27 Geraadpleegde literatuur 28 Colofon 30 4 PwC PwC

5 Inleiding Het wetenschappelijk onderzoek naar ethisch of onethisch gedrag in organisaties begon enige vorm te krijgen vanaf de jaren 80 van de vorige eeuw (Treviño, Den Nieuwenboer & Kish-Gephart, 2014). Gedurende het afgelopen decennium heeft dit onderzoek, mede als gevolg van de economische crisis en de vele organisatieschandalen die daarmee in verband worden gebracht, een verdere vlucht genomen. De organisatiecultuur vormt in deze onderzoeken een belangrijke verklaring voor het (on)ethische gedrag van en binnen organisaties. Vanuit verschillende disciplines zoeken bedrijfskundigen, criminologen, filosofen en psychologen naar manieren om het begrip organisatiecultuur handen en voeten te geven. Dit heeft geleid tot een groot aantal verschillende concepten die de essentie van het containerbegrip organisatiecultuur zouden moeten vatten (Treviño et al., 2014; Kaptein, 2008). Hoewel veel van deze concepten goed meetbaar blijken en vaak ook onderling op een logische manier samenhangen, bestaat er vaak weinig evidentie dat zij in staat zijn onethisch gedrag binnen organisaties goed te voorspellen. Dit geldt in nog sterkere mate voor het voorspellen van economische criminaliteit binnen organisaties (Denkers, Peeters & Huisman, 2013). Deze derde bijdrage in het drieluik van de Economic Crime Survey 2014/2015 richt zich op concepten van de organisatiecultuur waarvan in de literatuur wordt verondersteld dat deze gerelateerd zijn aan onethisch gedrag en vooral aan economische criminaliteit binnen organisaties. Deze drie concepten zijn: - een criminogene organisatiecultuur; - de toon aan de top; - de target-en-bonuscultuur. De volgende drie hoofdstukken beschrijven deze drie concepten en de eventuele gevonden verbanden tussen deze concepten en economische criminaliteit binnen Nederlandse organisaties. In het vierde hoofdstuk gaan we in op de wijze waarop de criminogene organisatiecultuur, de toon aan de top en een target- en-bonuscultuur gezamenlijk economische criminaliteit kunnen verklaren. Economic Crime Survey Nederland 2014/ deel 3 5

6 Criminogene cultuur; de routine activiteiten theorie 6 PwC

7 Theoretische noties criminogene cultuur De routine activiteiten theorie (Cohen & Felson, 1979) vormt onder criminologen een van de populairste modellen voor het verklaren van criminaliteit. De theorie veronderstelt dat criminaliteit plaatsvindt wanneer een gemotiveerde dader in contact komt met een geschikt doelwit in afwezigheid van een geschikte toezichthouder. Onderzoek toont aan dat de routine activiteiten theorie een goede verklaring kan bieden voor straatcriminaliteit (Spano & Freilich, 2009). Hoewel de routine activiteiten theorie in eerste instantie vooral ontwikkeld was voor het verklaren van criminaliteit waarbij er direct contact is tussen de dader en een individueel slachtoffer, gebruiken wetenschappers de theorie de afgelopen jaren ook voor het verklaren van andere vormen van criminaliteit, waaronder economische criminaliteit binnen organisaties. Daarbij zoeken wetenschappers naar de motieven van de daders, de kenmerken van een gewild doelwit en de typen toezichtactiviteiten die de kans op economische criminaliteit binnen organisaties vergroten dan wel verkleinen (Benson & Madensen, 2007). Organisaties kennen een divers palet aan potentiële gemotiveerde daders, namelijk klanten, afnemers, dienstverleners, leveranciers, concurrenten, personeelsleden en leidinggevenden. Zij komen in aanraking met de organisatie en zijn daarmee in de gelegenheid economische delicten te plegen. Onderzoek wijst uit dat interne daders (de eigen medewerkers en leidinggevenden) het leeuwendeel van de economische criminaliteit in organisaties voor hun rekening nemen (zie onder meer de PwC Economic Crime Surveys). Waarschijnlijk komt dit doordat zij vanwege hun werk direct toegang hebben tot het doelwit. Het is daarom voor organisaties van belang dat zij betrouwbare leidinggevenden en medewerkers in huis hebben. Om de moraliteit van het eigen personeel op peil te houden of te brengen, nemen veel organisaties specifieke maatregelen, zoals het opstellen en uitdragen van gedragsrichtlijnen en het geven van trainingen aan medewerkers op het gebied van ethiek en integriteit. Gemotiveerde daders kiezen voor het plegen van economische delicten bij organisaties waarvan bij hen bekend is dat deze de meest eenvoudige toegang bieden tot de grootst mogelijke buit. Organisaties zijn voor het efficiënt laten verlopen van het bedrijfsproces en voor het binnenhalen van klanten, doorgaans genoodzaakt hun waar op toegankelijke wijze in de etalage te zetten. Daarmee trekken deze organisaties niet uitsluitend goedwillende geïnteresseerden aan. Ongewild en onvermijdbaar adverteren organisaties zo bij criminelen. Om te voorkomen dat gemotiveerde daders zich te goed kunnen doen aan waardevolle bedrijfsmiddelen, houden organisaties toezicht. Dat betreft in eerste instantie het natuurlijke toezicht door medewerkers en leidinggevenden, eventueel uitgebreid met daartoe specifiek aangestelde functionarissen (zoals compliance officers, beveiligers en/of forensisch onderzoekers). Veel organisaties trainen hun personeel om hen goed toe te rusten voor het uitvoeren van hun toezichtstaken. Dat betreffen trainingen op het gebied van specifieke kwetsbaarheden (bijvoorbeeld ten aanzien van cyberveiligheid of anticorruptie) of trainingen gericht op detectie (bijvoorbeeld op het gebied van risicomanagement of security en control). Daarnaast investeren veel organisaties in beveiligings systemen (cameratoezicht, systeembeveiliging, toegangspoortjes, etc.) of in organisatorische maatregelen (zoals roulatie van functies, een vertrouwenspersoon of een klokkenluidersmeldpunt). Deze organisatorische maatregelen lijken zich vooral te richten op het voorkomen en detecteren van normoverschrijdend gedrag van het eigen personeel. Bevindingen criminogene cultuur In de Economic Crime Survey beantwoordden experts onder andere drie vragen over de criminogene organisatie cultuur: over de mate waarin zij denken dat het gebrekkig toezicht, de aantrekkelijk van de organisatie als doelwit en de moraliteit van het personeel een rol spelen bij het ontstaan van de economische criminaliteit binnen hun organisatie. Veel organisaties vormen een aantrekkelijk doelwit voor het plegen van economische criminaliteit. Organisaties beschikken doorgaans over geld, gewilde goederen (computerapparatuur en/of winkelwaar) en waardevolle informatie (persoonsgegeven en/of bedrijfsgeheimen). Economic Crime Survey Nederland 2014/ deel 3 7

8 Figuur 1 Gebrekkig toezicht, aantrekkelijk doelwit en moraliteit personeel naar grootte organisatie Figuur 2 Relatie tussen maatregelen en trainingen en gebrekkig toezicht, aantrekkelijkheid doelwit en moraliteit personeel (gecorrigeerd voor organisatiegrootte en sector). De stippellijn geeft de significantie aan Gebrekkig toezicht Aantrekkelijk doelwit Moraliteit personeel <100 werknemers werknemers >1.000 werknemers Complianceprogramma Richtlijnen Training detectie Gebrekkig toezicht Materiële controles Training ethiek en integriteit Figuur 3 Criminogene organisatiecultuur (geschikt doelwit, moraliteit personeel en afwezigheid van toezicht) naar sector Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening Onderwijs Informatie en communicatie Gezondheids- en welzijnszorg Overig Industrie 3.4 Aantrekkelijk doelwit Moraliteit personeel Org. maatregelen Training kwetsbaarheden Figuur 1 laat zien dat de experts in kleine organisaties de factoren die criminaliteit verklaren (volgens de routine activiteiten theorie) lager inschatten dan experts uit grotere organisaties. Dat geldt vooral voor de moraliteit van het personeel. Dit zou kunnen suggereren dat kleinere bedrijven minder kans lopen slachtoffer te worden van economische criminaliteit dan middelgrote of grote organisaties, met name voor de criminaliteit gepleegd door de eigen medewerkers. Anderzijds kunnen deze resultaten suggereren dat de experts uit kleinere organisaties de criminogene aspecten minder waarnemen. Nagegaan is in hoeverre de bevraagde aspecten van de routine activiteiten theorie gerelateerd zijn aan de maatregelen die organisaties nemen om economische criminaliteit tegen te gaan. De maatregelen die in dit onderzoek zijn opgenomen, zijn: de aanwezigheid van een compliance programma, de uitvoering van materiële controles, de getroffen organisatorische maatregelen (vertrouwenspersoon, klokkenluidersmeldpunt en roulatie van personeel), de aanwezigheid van richtlijnen en het aanbieden van trainingen voor het personeel op het gebied van kwetsbaarheden (cyberveiligheid, anticorruptie en voorkoming van concurrentievervalsing), detectie (risicomanagement, security en control en IT-infrastructuur) en op het gebied van ethiek en integriteit. De resultaten uit Figuur 2 laten zien dat de maatregelen die organisaties treffen vooral gerelateerd zijn aan de mate waarin de experts het gebrekkig toezicht verantwoordelijk houden voor economische criminaliteit. Experts denken vooral dat gebrekkig toezicht oorzaak is van de economische criminaliteit binnen de organisatie wanneer er geen richtlijnen zijn en er geen trainingen zijn op het gebied van kwetsbaarheden. Figuur 3 laat zien dat de experts werkzaam in informatie en communicatie, het onderwijs en de overige specialistische zakelijke dienstverlening de criminogene organisatiecultuur relatief laag inschatten. Relatief hoge inschattingen zijn afkomstig van experts uit de groot- en detailhandel (incl. reparaties in auto s), financiële instellingen en (semi-)overheidsdiensten. (Semi- ) overheidsinstellingen Financiële instellingen Groot- en detailhandel; reparaties in auto s PwC

9 Figuur 4 Economische criminaliteit in organisaties met een laag en hoog criminogene cultuur Concurrentievervalsing Diefstal van informatie 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Corruptie Diefstal/fraude Totaal economische criminaliteit Figuur 5 Betrokkenheid van interne daders bij het meest recente en meest ernstige delict bij laag en hoog criminogene organisaties Meest recente delict Meest ernstige delict 26% % Laag criminogeen 40% 37% Figuur 6 Unieke bijdrage van maatregelen en trainingen en criminogene aspecten (gebrekkig toezicht, aantrekkelijkheid doelwit en moraliteit personeel), in het verklaren van economische criminaliteit in organisaties. De stippellijn geeft de significantie aan Moraliteit personeel Aantrekkelijk doelwit Hoog criminogeen Laag criminogeen 1.84 Hoog criminogeen 2.39 Figuur 4 laat zien dat de criminogene cultuur van de organisatie blijkt samen te hangen met de hoeveelheid diefstal/fraude, corruptie en informatiediefstal waarmee de organisatie wordt geconfronteerd. Concurrentievervalsing blijkt ongerelateerd aan de criminogene cultuur van de organisatie. Dit verband suggereert dat de criminogene organisatiecultuur, in lijn met de routine activiteiten theorie, een verklaring kan bieden voor (bepaalde vormen van) economische criminaliteit. In Figuur 5 is te zien dat organisaties met een hoog criminogene cultuur beduidend vaker worden geconfronteerd met interne daders dan laag criminogene organisaties, zowel bij recente als bij ernstige delicten. Dit suggereert dat de criminogene cultuur van de organisatie een verklaring vormt voor de economische criminaliteit die wordt gepleegd door de eigen personeelsleden. Figuur 6 wijst uit dat de genomen maatregelen en de aangeboden trainingen vooral gerelateerd zijn aan meer economische criminaliteit. Dit geldt vooral voor het aanbieden van trainingen op het gebied van kwetsbaarheden. Dit wil echter niet zeggen dat het geven van deze trainingen ook daadwerkelijk zou leiden tot meer economische criminaliteit. Waarschijnlijker is de verklaring dat dergelijke trainingen leiden tot meer signalering en daarmee tot meer ontdekte en minder niet-ontdekte economische criminaliteit. De mate waarin de experts zowel de aantrekkelijkheid van de organisatie als doelwit als de moraliteit van het personeel als oorzaak aanwijzen, lijkt sterk gerelateerd aan de gerapporteerde hoeveelheid economische criminaliteit. Dit suggereert dat vooral deze twee elementen een goede verklaring kunnen zijn voor de economische criminaliteit binnen organisaties. De mate waarin de experts gebrekkig toezicht aanwijzen als oorzaak, blijkt geen invloed te hebben op economische criminaliteit. Gebrekkig toezicht Training detectie Training kwetsbaarheden Training ethiek en integriteit Richtlijnen Org. maatregelen Materiële controles Complianceprogramma Economic Crime Survey Nederland 2014/ deel 3 9

10 Concluderend criminogene cultuur De routine activiteiten theorie lijkt op basis van deze bevindingen toepasbaar op organisaties. De mate waarin de experts de cultuur van de organisatie als criminogeen bestempelen, lijkt sterk samen te hangen met de hoeveelheid gerapporteerde economische criminaliteit. Bovendien zien hoog criminogene organisaties zich relatief vaker geconfronteerd met daders uit de eigen organisatie. De maatregelen die organisaties treffen en de trainingen die zij verzorgen, lijken uitsluitend gerelateerd aan een van de aspecten van de routine activiteiten theorie: gebrekkig toezicht. Geen van de maatregelen of trainingen is gerelateerd aan de mate waarin de experts de aantrekkelijkheid van het doelwit of de moraliteit van het personeel als oorzaak zien. De resultaten ten aanzien van de criminogene cultuur van de organisatie suggereren dat organisaties zich doorgaans richten op maatregelen en trainingen om het toezichtgebrek te reduceren, maar dat niet het toezichtgebrek de belangrijkste verklaring vormt voor economische criminaliteit. Economische criminaliteit binnen organisaties lijkt zich veel beter te laten voorspellen door de aantrekkelijkheid van het doelwit en de moraliteit van het personeel. Voor het tegengaan van economische criminaliteit, zo suggereren de bevindingen, zouden organisaties zich meer moeten richten op het vinden van maatregelen en trainingen die effectief bijdragen aan het minder aantrekkelijk maken van de organisatie als doelwit en aan het verbeteren van de moraliteit van het personeel. Opvallend genoeg lijken juist deze laatste twee elementen (de aantrekkelijkheid van het doelwit en de moraliteit van het personeel) een goede verklaring te vormen voor economische criminaliteit. Dat geldt niet voor het gebrekkig toezicht. 10 PwC

11 Toon aan de top Theoretische noties toon aan de top Autoriteit blijkt mensen te kunnen aanzetten tot gedrag dat de eigen verwachtingen en die van de omgeving ver te boven kan gaan (Cialdini, 1993). Zo blijken inspirerende goeroes in staat om mensen massaal over hete kooltjes te laten lopen. Het gedrag dat autoriteit bewerkstelligt, is niet in alle gevallen positief. Zo toonde Milgram in zijn wereldberoemde experimenten aan dat de overgrote meerderheid van de normale Amerikanen onder druk van een autoriteit in staat was een onschuldige te elektrocuteren (Milgram, 1963). In de werksituatie vormen leidinggevenden, in ieder geval in formele zin, de belangrijkste autoriteit. Medewerkers zijn voor hun werkbeleving en carrièrekansen in belangrijke mate afhankelijk van hun leidinggevenden. Het is daarom niet verwonderlijk dat medewerkers nadrukkelijk letten op het gedrag en de uitingen van hen. Daarmee kunnen leidinggevenden een belangrijke positieve of negatieve invloed uitoefenen op de werksatisfactie, de motivatie en de productiviteit van medewerkers. Leidinggevenden spelen een cruciale rol in organisaties met een moreel kompas (Grojean, Resick, Dickson & Smith, 2004). Met een goed functionerend moreel kompas kan een organisatie een ethische koers varen waarbinnen medewerkers zich geroepen voelen zich in te zetten om op een Figuur 7 Percepties over toon aan de top naar grootte van de organisatie spreken medewerkers erop aan als zij zich niet aan de organisatie richtlijnen houden beoordelen successen niet alleen op de behaalde resultaten maar ook hoe deze tot stand zijn gekomen geven het juiste voorbeeld wat betreft bedrijfsethiek en meer 100 tot tot 99 moreel verantwoorde wijze bij te dragen aan de gestelde organisatiedoelstellingen. Bij het ontbreken van een goed afgesteld moreel kompas loopt de organisatie grote kans op ethische averij, doordat het voor medewerkers en leidinggevenden, vooral in turbulente periodes, zeer moeilijk is om deugdzame keuzes te maken in een amorele of corrumperende omgeving (Wright & Goodstein, 2007). Redelijk recent richt het onderzoek naar organisatie-ethiek zich expliciet op de rol van ethisch leiderschap. Ethisch leiderschap kan omschreven worden als zichtbaar normatief gewenst ethisch gedrag vertonen in individuele acties en in interpersoonlijke relaties, alsmede het actief bevorderen van het gewenste ethische gedrag onder collega s en medewerkers aan de hand van daarop gerichte (tweezijdige) communicatie, stimulering en besluitvorming (Brown, Treviño & Harrison, 2005, p. 120). Leidinggevenden blijken een belangrijke invloed te kunnen uitoefenen op de mate waarin de medewerkers zich al dan niet ethisch, integer of normconform gedragen (Huberts, Kaptein & Lasthuizen, 2007; Mayer, Aquino, Greenbaum & Kuenzi, 2012; Treviño, Den Nieuwenboer & Kish-Gephart, 2014). Tot dusverre is, zover bekend, nog geen onderzoek uitgevoerd dat zich expliciet richt op het bepalen van de invloed van ethisch leiderschap op de mate waarin een organisatie getroffen wordt door economische criminaliteit. In lijn met de bevindingen die zijn beschreven in de literatuur kan worden verwacht dat ethisch leiderschap samenhangt met minder economische criminaliteit en vooral minder economische criminaliteit gepleegd door interne daders. Bevindingen toon aan de top Figuur 7 toont aan dat de experts uit kleinere organisaties hun leidinggevenden doorgaans ethischer inschatten dan de experts uit grotere organisaties. De geringere span of control van de leidinggevenden in kleinere organisaties en/of de grotere mate van contact tussen de leidinggevenden en de medewerkers zouden deze verschillen mogelijk kunnen verklaren. Economic Crime Survey Nederland 2014/ deel 3 11

12 Figuur 8 Ethisch leiderschap naar sector Onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Overig Informatie en communicatie (Semi- ) overheidsinstellingen Groot- en detailhandel; reparaties in auto s Industrie Financiële instellingen Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening Figuur 9 Economische criminaliteit in organisaties met onethisch en ethisch leiderschap Concurrentievervalsing Diefstal van informatie Corruptie Diefstal/fraude Totaal economische criminaliteit Ethisch leiderschap Onethisch leiderschap Figuur 10 Betrokkenheid van interne daders bij het meest recente en meest ernstige delict bij laag en hoog ethisch leiderschap 33% Figuur 8 toont verrassend genoeg aan dat het ethisch leiderschap vooral laag is in het onderwijs en in de gezondheids- en welzijnszorg. Het is opvallend gezien de slechte pers die de voormannen uit deze sector doorgaans ten deel valt dat de experts het ethisch leiderschap in financiële instellingen relatief hoog inschatten. Een verklaring voor deze opvallende bevindingen kan gelegen zijn in een contrasteffect : in het onderwijs en de gezondheids- en welzijnszorg verwacht men een bijzonder hoge ethische moraal van de leidinggevenden, terwijl men in financiële instellingen daarvan juist bijzonder lage verwachtingen heeft. Een afwijking in respectievelijk ongunstige of gunstige zin van deze mogelijk irreële verwachtingen zou aan de hand van het contrasteffect kunnen leiden tot bijzonder lage scores op het ethisch leiderschap in het onderwijs en de gezondheids- en welzijnszorg en tot hogere scores bij financiële instellingen. Een alternatieve verklaring is dat leidinggevenden in het onderwijs en de zorg vinden dat zij vanwege de morele superioriteit van de werkzaamheden binnen de sector al voldoende ethisch zijn en zich daardoor weinig inspannen om zich ethisch te gedragen, terwijl leidinggevenden uit de financiële sector zich bovenmatig inspannen om ethiek onder de aandacht te brengen binnen een sector die niet als dusdanig te boek staat. Figuur 9 laat zien dat ethisch leiderschap bij de onderzochte vormen van economische criminaliteit uitsluitend gerelateerd is aan de mate waarin de experts corruptie rapporteren. Dat betekent dat in organisaties die zich kenmerken door sterk ethisch leiderschap minder corruptie voorkomt dan in organisaties met zwak ethisch leiderschap. Ethisch leiderschap blijkt niet gerelateerd te zijn aan de andere vormen van economische criminaliteit. Figuur 10 laat zien dat ethisch leiderschap ongerelateerd is aan de economische criminaliteit die door interne daders wordt gepleegd. Dit geldt zowel voor de betrokkenheid van interne daders bij het plegen van het meest recente als bij het plegen van het ernstigste delict. Deze resultaten blijven ongewijzigd na correctie voor sector en bedrijfsgrootte. 32% 31% 33% 30% 33% 32% 29% 30% Laag etisch leiderschap Hoog ethisch leiderschap Meest recente delict Meest ernstige delict 12 PwC

13 Concluderend toon aan de top Het ethisch leiderschap lijkt onder de maat in het onderwijs en de zorg. Binnen financiële instellingen lijkt het ethisch leiderschap juist opvallend sterk te zijn ontwikkeld. Ook kleinere organisaties kenmerken zich door relatief sterk ethisch leiderschap. Hoewel eerder onderzoek aantoonde dat ethisch leiderschap gerelateerd is aan een groot aantal positieve uitkomsten voor de organisatie, blijkt uit dit onderzoek nauwelijks een directe negatieve relatie met economische criminaliteit. Uitzondering daarop vormt de negatieve relatie tussen ethisch leiderschap en corruptie. Ethisch leiderschap blijkt ook ongerelateerd aan de mate waarin interne daders betrokken zijn bij de economische criminaliteit binnen organisaties. Deze resultaten suggereren dat ethisch leiderschap weinig invloed zou hebben op economische criminaliteit binnen organisaties. Het is echter niet ondenkbaar dat ethisch leiderschap, bijvoorbeeld in combinatie met andere concepten, wel degelijk een indirecte bijdrage levert aan het reduceren van de economische criminaliteit. In het vierde hoofdstuk wordt nagegaan in hoeverre ethisch leiderschap, in combinatie met de criminogene en target-enbonuscultuur, een indirecte invloed uitoefent op economische criminaliteit. Economic Crime Survey Nederland 2014/ deel 3 13

14 Targets en bonussen 14 PwC

15 1 De eerste Code werd opgesteld door de Commissie Tabaksblat (2003). Per 1 januari 2008 is een nieuwe, geactualiseerde versie van kracht (Monitoring Commissie Corporate Governance Code 2008). Theoretische noties target-en-bonuscultuur De spanning die bestaat tussen de maatschappelijke afkeur voor hebzucht en de kapitalistische filosofie die hebzucht verheerlijkt een discussie die filosofen al eeuwen onbeslecht voeren (White, 2010) lijkt binnen de muren van delen van het bedrijfsleven afwezig. Algemeen maatschappelijk aanvaarde morele principes als altruïsme en onbaatzuchtigheid lijken binnen de werksituatie te zijn vervangen door kapitalistische principes als winstmaximalisatie (Cohn, Fehr & Maréchal, 2014). Het proces van kapitalistische socialisatie start waarschijnlijk al gedurende de opleiding. Walker (1992) vond aan de hand van interviews met MBA-studenten (Master Business Administration) uit verschillende jaargangen, dat de spanning die zij aanvankelijk wel ervaren tussen maatschappelijke waarden en kapitalistische principes, gedurende de studie verdampt ten faveure van de laatste. Naar aanleiding van een schijnbare explosie van grote fraudezaken en de daaraan gerelateerde economische crisis uit 2007, nam de maatschappelijke onvrede ten aanzien van de zelfverrijking toe. Deze maatschappelijke onvrede uitte zich op 17 september 2011 onder meer in Occupy Wall Street, een betoging die als een inktvlek over de westerse wereld uitvloeide tegen de macht van grote ondernemingen en financiële instellingen, die disproportioneel voordeel zouden hebben van het wereldwijde economische systeem ten koste van de bevolking en de democratie. In Nederland, net als in veel andere westerse landen, sloeg de weerzin tegen de zelfverrijking onder meer neer in de Code Tabaksblat 1, de Code banken en de balkenendenorm. Deze codes en normen verplichten onder meer tot het openbaar maken van de salarissen, met als doel bestuurders en directeuren middels beschaming aan te zetten tot matiging (zie voor beschrijving: Noyon, 2014). Er zijn aanwijzingen dat de opgestelde codes niet zozeer leiden tot het matigen van de beloningen, maar veeleer een beloning-opdrijvend effect sorteren. De Code Lippens uit 2004, het Belgische equivalent van de Code Tabaksblat, schrijft voor dat bedrijven een remuneratiecomité instellen. Deze commissie adviseert de raad van commissarissen over het te voeren beloningsbeleid. In Nederland vervult de Monitoring Commissie Corporate Governance Code (2008, p ) een vergelijkbare functie. In de praktijk blijkt de commissie, in ieder geval in België, zich vooral te vergewissen welke lonen bij vergelijkbare functies van concurrerende bedrijven worden uitbetaald. Vervolgens zou zij, omwille van de concurrentiepositie, adviseren om iets meer uit te betalen dan de concurrent (De Spiegelaere & Van Gyes, 2013). Daartegenover staat dat er ook binnen het bedrijfsleven voorzichtig stemmen opgaan die oproepen tot enige matiging van de beloningen. Tegen de achtergrond van deze ethische en maatschappelijke discussie over al dan niet exorbitante beloningen, voeren wetenschappers ook een debat over de effectiviteit en de mogelijke kwalijke neveneffecten van beloningen. Bevindingen uit economische en sociaalpsychologische experimenten tonen vooral aan dat het geven van incentives (beloningen of straffen) voor het uitvoeren van taken leidt tot het gewenste gedrag (Balliet, Mulder & Van Lange, 2011). Daarentegen blijkt dat het geven van incentives de motivatie ook kan ondermijnen (Himmelstein, Ariely & Woolhandler, 2014) en averechts werkt wanneer de incentives gekoppeld zijn aan het succesvol uitvoeren van complexe taken (Ariely, Gneezy, Loewenstein & Mazar, 2009). Dat wil zeggen, bonussen zouden bijdragen aan een hogere productie zolang het om eenvoudige taken gaat, maar juist tot een geringere productiviteit in het geval van complexe taken. Gezien de complexiteit van de uit te voeren taken waarvoor organisaties aan hoge bonussen gelinkte targets opstellen, lijken deze resultaten twijfels te zaaien over de effectiviteit van bonussen. Naar aanleiding van grote fraudezaken doen vooral bedrijfskundigen en accountants de afgelopen jaren onderzoek naar de relatie tussen het stellen van targets en het geven van bonussen enerzijds en fraude anderzijds. De vooronderstelling daarbij is doorgaans dat een target-en-bonussysteem perverse prikkels geeft (Carson, 2003). Het onderzoek richt zich vooral op de relatie tussen de bonussen van topmannen en fraude gepleegd door grote ondernemingen. De resultaten van deze onderzoekslijn zijn wisselend (Armstrong, Larcker, Ormazabal & Taylor, 2013): de hoogte van de bonussen van topmannen lijkt in sommige onderzoeken positief (Denis, Hanouna, & Sarin, 2006) en in andere juist niet samen te hangen met fraude (Erickson, Hanlon & Maydew, 2006). Mogelijk is dit te verklaren door het ontbreken van een relatie tussen de hoogte van de bonussen die topmannen ontvangen en de target-en-bonuscultuur van de organisatie. Het feit dat een topman een hoge bonus opstrijkt, hoeft nog niet te betekenen dat de organisatie als geheel zich kenmerkt door een cultuur waarin het behalen van targets en de beloning door middel van bonussen centraal staat. Economic Crime Survey Nederland 2014/ deel 3 15

16 Deze bijdrage van de Economic Crime Survey gaat na in hoeverre een target-en-bonuscultuur binnen de organisatie samenhangt met de hoeveelheid economische criminaliteit. Dit vanuit de hypothese dat de economische criminaliteit groter is naarmate organisaties zich sterker kenmerken door een target-en-bonuscultuur. Ook wordt verwacht dat interne daders (eigen medewerkers en leidinggevenden) vaker betrokken zijn bij de gepleegde economische criminaliteit naarmate de target-enbonuscultuur sterker is. Figuur 11 Percepties over de invloed van targets en bijzondere beloningen op economische criminaliteit binnen de organisatie, naar organisatiegrootte Targets en bijzondere beloningen maken concurrentievervalsende afspraken verleidelijk Targets en bijzondere beloningen maken ontoelaatbare giften of toezeggingen verleidelijk 2.58 Figuur 12 Gemiddelde op de target-en-bonuscultuur vragen naar organisatiegrootte Targets en bijzondere beloningen leiden ertoe dat medewerkers het wat minder nauw nemen met de regels en meer 100 tot tot Bevindingen target-en-bonuscultuur De resultaten uit figuur 11 tonen aan dat de experts werkzaam in kleinere organisaties denken dat targets en bijzondere beloningen in mindere mate een rol spelen bij het ontstaan van economische criminaliteit. Figuur 12 laat zien dat in kleinere organisaties een minder groot belang wordt toegekend aan targets en beloningen dan in grotere organisaties. Figuur 13 laat zien dat de target-en-bonuscultuur relatief zwak vertegenwoordigd is binnen overheidsinstellingen, het onderwijs en de zorg. De target-en-bonuscultuur lijkt vooral sterk aanwezig binnen de industrie. Figuur 14 geeft de relatie weer tussen de target-en-bonuscultuur en de gerapporteerde economische criminaliteit binnen organisaties. Daarvoor zijn de organisaties onderverdeeld in twee groepen: organisaties die zich kenmerken door een zwakke target-en-bonuscultuur en organisaties die zich kenmerken door een sterke target-en-bonuscultuur. De resultaten van deze analyse tonen aan dat de target-en-bonuscultuur sterk gerelateerd is aan economische criminaliteit. Economische criminaliteit komt meer voor in organisaties waarin targets en bonussen een belangrijke rol spelen dan in organisaties waar dat niet of minder het geval is. Figuur 15 laat zien dat interne daders beduidend vaker zijn betrokken bij de gerapporteerde economische criminaliteit in organisaties die zich kenmerken door een sterke target-en-bonuscultuur dan binnen organisaties waarbinnen deze incentives een minder grote rol vervullen Onze organisatie verbindt voor medewerkers grote belangen aan het behalen van targets. Een belangrijk deel van de salarissen in onze organisatie bestaat uit bijzondere beloningen (bijv. bonussen) en meer 100 tot tot PwC

17 Figuur 13 Target-en-bonuscultuur naar sector Industrie Informatie en communicatie Groot- en detailhandel; reparaties in auto s Financiële instellingen Overig Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening Concluderend target-en-bonuscultuur De resultaten met betrekking tot de invloed van de target-en-bonuscultuur op economische criminaliteit suggereren dat organisaties waarbinnen targets en beloningen een centrale rol vervullen, beduidend kwetsbaarder zijn voor economische criminaliteit dan organisaties waar dat minder of niet het geval is. Bovendien blijken organisaties met een sterke target-en-bonuscultuur relatief vaak getroffen te worden door economische criminaliteit die gepleegd is door de eigen medewerkers. Gezondheids- en welzijnszorg Onderwijs (Semi- ) overheidsinstellingen Deze resultaten suggereren dat de focus binnen organisaties om de prestaties op te schroeven met behulp van het stellen van targets waaraan bonussen verbonden zijn, kan bijdragen aan de kwetsbaarheid voor diefstal, fraude en corruptie. Vooral de eigen medewerkers en leidinggevenden zouden zich vaker inlaten met het normoverschrijdende gedrag. Figuur 14 Economische criminaliteit in organisaties met een laag en hoog belang van targets en bonussen Concurrentievervalsing Diefstal van informatie Corruptie Diefstal/fraude Totaal economische criminaliteit Hoog belang targets en bonussen Laag belang targets en bonussen Figuur 15 Betrokkenheid van interne daders bij het meest recente en meest ernstige delict bij een zwakke en sterke target-en-bonuscultuur 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 29% 28% 36% 34% In het kader van de maatschappelijke discussie over het al dan niet aanpakken van exorbitante beloningen, wijzen deze resultaten op het belang van de target-en-bonuscultuur binnen organisaties. Eerder onderzoek toonde een weinig consistente relatie tussen de hoogte van de bonussen die topmannen ontvingen en de fraude die binnen de organisatie werd geconstateerd. Wellicht dat de absolute hoogte van de bonussen niet zozeer gerelateerd is aan economische criminaliteit, maar dat het simpele feit dat medewerkers en leidinggevenden zich opgejaagd voelen om aan targets te voldoen, om op die wijze erkenning in de vorm van een bonus te ontvangen, een betere verklaring vormt voor het ontstaan van economische criminaliteit binnen organisaties. Uiteraard is het aan de hand van de resultaten uit dit hoofdstuk niet gezegd dat een target-en-bonuscultuur onder alle omstandigheden evenzeer leidt tot medewerkers en leidinggevenden die zich inlaten met diefstal en fraude. Mogelijk dat een criminogene cultuur of de aanwezigheid van een sterk ethisch leider de door targets en bonussen aangewakkerde honger naar buitenwettelijke zelfverrijking kunnen aanwakkeren dan wel verstillen. In het volgende hoofdstuk wordt nagegaan op welke wijze de criminogene cultuur, het ethisch leiderschap en de target-en-bonuscultuur op elkaar inwerken bij het verklaren van economische criminaliteit. 5% 0% Zwakke-target-en-bonuscultuur Sterke-target-en-bonuscultuur Meest recente delict Meest ernstige delict Economic Crime Survey Nederland 2014/ deel 3 17

18 18 PwC

19 Criminogene cultuur, toon aan de top en target-en-bonuscultuur Onderzoeken naar de wijze waarop de verschillende aspecten van de organisatiecultuur met elkaar interacteren bij het verklaren van economische criminaliteit zijn betrekkelijk schaars. Hoewel dit niet verwonderlijk is, lijkt het vanuit zowel een praktisch als een wetenschappelijk oogpunt van belang kennis te vergaren over de wijze waarop deze factoren gezamenlijk op elkaar inwerken bij het verklaren van economische criminaliteit. Dergelijke kennis zou tot een beter inzicht kunnen leiden in de mechanismen die ten grondslag liggen aan de onderzochte theoretische concepten. Daarnaast zou het kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van interventies gericht op het reduceren van economische criminaliteit die veroorzaakt zou worden door de aanwezigheid van een van de concepten binnen een organisatie. Bevindingen De resultaten van figuur 16 laten zien dat de criminogene cultuur van de organisatie en de target-en-bonuscultuur beide sterk gerelateerd zijn aan de omvang van de economische crimina- Figuur 16 Economische criminaliteit in organisaties uitgesplitst naar criminogeniteit, ethisch leiderschap en target-en-bonuscultuur Onethisch leiderschap Ethisch leiderschap liteit. Dit suggereert dat, onafhankelijk van elkaar, beide concepten bijdragen aan het verklaren van economische criminaliteit. Economische criminaliteit komt dus het meest voor in organisaties waar sprake is van een hoog criminogene en een sterke target-en-bonuscultuur en het minst in organisaties waar dat niet het geval is. Deze resultaten blijven overigens ook gehandhaafd na correctie voor sector en grootte van de organisatie. De mate waarin de organisatie door de experts wordt gekenschetst als voorzien van ethisch leiderschap blijkt geen extra effect te sorteren op economische criminaliteit. Nadere analyses op de specifieke vormen van economische criminaliteit laten wel zien dat ethisch leiderschap en de target-en-bonuscultuur interacteren in het verklaren van corruptie binnen de organisatie Laag criminogeen Hoog criminogeen Laag criminogeen Hoog criminogeen Zwakke target-en-bonuscultuur Sterke target-en-bonuscultuur Economic Crime Survey Nederland 2014/ deel 3 19

20 Figuur 17 Corruptie in organisaties met onethisch en ethisch leiderschap en met een laag en een hoog belang van targets en bonussen % 20% 0.48 Figuur 18 Percentages interne daders van het meest recente delict in laag en hoog criminogene organisaties met een zwakke of sterke targeten-bonuscultuur 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Onethisch leiderschap Zwakke target-en-bonuscultuur 32% Laag criminogeen Zwakke target-en-bonuscultuur 30% % 38% % Figuur 19 Percentages interne daders van het meest ernstige delict in laag en hoog criminogene organisaties met een zwakke of sterke targeten-bonuscultuur 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Laag criminogeen Zwakke target-en-bonuscultuur Ethisch leiderschap Sterke target-en-bonuscultuur Hoog criminogeen Sterke target-en-bonuscultuur 37% Hoog criminogeen Sterke target-en-bonuscultuur Figuur 17 geeft de gemiddelden weer van de corruptie in organisaties met onethisch en ethisch leiderschap en met een zwakke en sterke target-en-bonuscultuur. Figuur 18 laat zien dat een sterke target-enbonuscultuur alleen samenhangt met relatief veel corruptie binnen organisaties die gekenmerkt worden door onethisch leiderschap. In organisaties waar het leiderschap als ethisch wordt gezien, lijkt de target-en-bonuscultuur niet te leiden tot meer corruptie. Ten slotte is nagegaan op welke wijze een criminogene cultuur, ethisch leiderschap en een target-en-bonuscultuur gezamenlijk de betrokkenheid van interne daders bij economische criminaliteit verklaren. De resultaten laten zien dat de criminogene en de target-en-bonuscultuur het intern daderschap bij zowel het meest recente als het ernstigste delict verklaren. Het ethisch leiderschap draagt echter direct noch indirect bij aan het verklaren van de betrokkenheid van interne daders. Naast de directe effecten, blijkt de target-en-bonuscultuur uitsluitend van invloed op het intern daderschap in organisaties met een laag criminogene cultuur. Dat wil zeggen, in organisaties die weinig criminogeen zijn (geen geschikt doelwit, hoge moraliteit van het personeel en goed toezicht), lijkt een sterke target-en-bonuscultuur gerelateerd te zijn aan een grotere betrokkenheid van interne daders. In organisaties met een hoog criminogene cultuur (een geschikt doelwit, immoreel personeel en geen adequaat toezicht) is de betrokkenheid van interne daders hoog, ongeacht of er sprake is van een target-en-bonuscultuur. De resultaten van deze analyses zijn grafisch weergegeven in de onderstaande twee figuren. Figuur 18 toont de percentages met betrekking tot het meest recente delict, figuur 19 met betrekking tot het ernstigste delict. 20 PwC

21 Conclusie en discussie De resultaten van de survey laten zien dat organisaties met een sterke criminogene en een sterke target-en-bonuscultuur meer te maken hebben met economische criminaliteit dan andere organisaties. Dat geldt vooral voor de economische criminaliteit die gepleegd wordt door interne daders. De leidinggevenden en medewerkers laten zich in dergelijke organisaties bovenmatig in met diefstal, fraude en corruptie. De omvang van de economische criminaliteit lijkt relatief laag in organisaties die zich kenmerken door een weinig criminogene cultuur en waarbinnen targets en beloningen nauwelijks een rol spelen. In dergelijke organisaties laten zowel externen als leidinggevenden en medewerkers uit de eigen organisatie zich relatief weinig in met economische criminaliteit tegen de (eigen) organisatie. Criminogene cultuur Een criminogene organisatie, zoals gebaseerd op de routine activiteiten theorie, kenmerkt zich door de aanwezigheid van een flinke potentiële buit, de afwezigheid van adequaat toezicht en een lage moraliteit van het personeel. De hier gepresenteerde resultaten suggereren dat vooral de aanwezigheid van een aantrekkelijke buit en een gebrekkige moraliteit van het personeel sterk gerelateerd zijn aan de economische criminaliteit waarmee de organisatie wordt geconfronteerd. De mate waarin er al dan niet sprake is van adequaat toezicht lijkt beduidend minder sterk gerelateerd te zijn aan de omvang van de economische criminaliteit. De maatregelen die organisaties treffen, blijken vooral gerelateerd aan de percepties van de experts over het toezicht. Deze resultaten lijken erop te wijzen dat de investeringen die organisaties doen om economische criminaliteit in te dammen, niet altijd het gewenste rendement opleveren. Maatregelen gericht op het reduceren van de aantrekkelijkheid van het doelwit en het versterken van de moraliteit van het personeel zouden wellicht effectiever zijn in het reduceren van economische criminaliteit. Daarbij moet worden opgemerkt dat maatregelen gericht op het beperken van de aantrekkelijkheid als doelwit, voor veel ondernemingen onrealistisch zullen blijken vanwege de ongewenste effecten voor de bedrijfseconomische resultaten: de groenteman die louter rot fruit etaleert, lokt geen appeldieven, maar trekt ook geen klanten. Dat neemt niet weg dat binnen verschillende sectoren met succes maatregelen zijn toegepast om de aantrekkelijkheid als doelwit te minimaliseren. Afroomkassa s zijn daarvan een voorbeeld. Het lijkt een reëlere optie om te investeren in effectieve maatregelen die bijdragen aan het verstevigen van de moraliteit van het personeel en de leidinggevenden. De resultaten van dit onderzoek laten echter zien dat organisaties die hun personeel trainen op het gebied van ethiek en integriteit niet minder worden geconfronteerd met economische criminaliteit dan organisaties waar dat niet het geval is. Een reden daarvoor kan zijn dat deze trainingen niet altijd even effectief zijn. Anderzijds zouden medewerkers deze trainingen opvatten als een schaamlap, zeker wanneer zij tijdens de dagelijkse uitvoering van hun werkzaamheden worden geconfronteerd met onethisch leiderschap of een sterke target-en-bonuscultuur. In dat geval zouden de effecten van een dergelijke training zelfs averechts kunnen uitpakken. Toon aan de top De resultaten van de survey geven een weinig overtuigend beeld van de invloed van ethisch leiderschap op economische criminaliteit. Verwacht werd dat ethisch leiderschap economische criminaliteit rechtstreeks zou temperen, zeker voor wat betreft de betrokkenheid van interne daders. Reden voor deze onverwacht weinig overtuigende bevindingen zou gelegen kunnen zijn in het gebruikte meetinstrument. Mogelijk dat de vragen de essentiële dimensie voor het beïnvloeden van economische criminaliteit onvoldoende vaststellen. Economic Crime Survey Nederland 2014/ deel 3 21

22 Anderzijds zou ethisch leiderschap mogelijk niet direct gelinkt zijn aan economische criminaliteit, maar wel een buffer vormen tegen de schadelijke effecten van andere factoren. Een voorbeeld van een dergelijk buffereffect is gevonden met betrekking tot corruptie binnen de organisatie: onder relatief onethisch leiderschap is de target-en-bonuscultuur zeer sterk gerelateerd aan de hoeveelheid corruptie binnen de organisatie, onder ethisch leiderschap niet. Targets en bonussen Dit onderzoek laat een redelijk sterke relatie zien tussen de target-en-bonuscultuur en de economische criminaliteit binnen organisaties. Deze bevinding suggereert dat het meer prudent omgaan met het stellen van targets en het zo veel mogelijk minimaliseren van de bijbehorende bonussen, de economische criminaliteit binnen organisaties zou kunnen terugdringen. Hoewel de publieke afkeuring zich vooral daarop richt, omvat de target-en-bonuscultuur, zoals die hier is geoperationaliseerd, niet uitsluitend de hoogte van de bonussen die topmannen ontvangen. Hier gaat het om het belang dat de organisatie hecht aan targets binnen de gehele organisatie, zoals verkoopquota op de salesafdeling, de publicatiedruk die wetenschappers ervaren, het aantal meters klinkers dat stratenmakers dienen te leggen of de verwachtte profit en turnover in de dealing room. Daarnaast gaat het om de mate waarin de organisatie de betrokkenen voorhoudt dat het behalen van die targets zich zal uitbetalen in geld, roem, baanzekerheid of andere voordelen. Organisaties die doordrenkt zijn van targets en bonussen, zo suggereren de resultaten, ervaren meer economische criminaliteit dan organisaties waar dat niet het geval is. Het lijkt erop dat medewerkers en leidinggevenden onder het target-en-bonusjuk vaker door de knieën gaan en zich vergrijpen aan geld of goederen of zich inlaten met fraude of corruptie. In lijn met de gevonden resultaten van dit onderzoek, zouden organisaties die zich serieus willen wapenen tegen economische criminaliteit, serieus het drastisch reduceren van het belang van targets en bonussen moeten overwegen. Het afscheid nemen van een target-en-bonuscultuur vergt overigens bijzonder veel moed van de organisatie en van de betrokken leidinggevenden. De organisatie dient dan voor een groot deel afscheid te nemen van het command-and-control-instrumentarium van de wortel en de stok, waarmee men medewerkers, als waren het circusdieren, over een hoge lat probeerde te laten springen. In de plaats van het sturen op de extrinsieke motivatie, moet de organisatie dan sturing geven door het stimuleren van de intrinsieke motivatie. Onderzoek toont overigens aan dat wanneer de organisatie erin slaagt de medewerkers intrinsiek te motiveren, dit leidt tot een hoger concentratieniveau, meer creativiteit in het werk, betere psychologische adaptatie, betere prestaties en meer collegialiteit (Gagne & Deci, 2005). Afsluitend Hoewel de resultaten van de survey grotendeels in lijn zijn met de verwachtingen, moeten ze wel met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. De survey is afgenomen onder experts op het gebied van economische criminaliteit. Hoewel verwacht kan worden dat experts, ten opzichte van de doorsnee medewerkers, een relatief accurate inschatting kunnen maken van de omvang van de economische criminaliteit, hoeft dat niet per se het geval te zijn voor de andere factoren die in dit onderzoek zijn opgenomen, zoals de mate waarin er sprake is van een target-en-bonuscultuur. Daarnaast laat de aard van de gehanteerde onderzoeksmethode, een survey, uitspraken over de causaliteit van de gevonden relaties niet toe. Het is dus op basis van de resultaten niet met zekerheid te zeggen of een criminogene cultuur leidt tot meer economische criminaliteit, of dat meer economische criminaliteit leidt tot een sterkere criminogene cultuur, dan wel dat een derde ongemeten variabele bepalend is voor beide. De omvang van de wetenschappelijke literatuur over de relatie tussen de opgenomen factoren is nog redelijk beperkt, hetgeen het al te zwaar leunen op eerdere onderzoeksresultaten eveneens bemoeilijkt. Om meer zekerheid te krijgen over de aspecten van de organisatiecultuur die bepalend zijn voor de economische criminaliteit, lijkt beduidend meer onderzoek nodig. Dit betreft, naast survey onderzoek, vooral longitudinaal onderzoek, waarin de ontwikkelingen binnen bedrijven voor langere tijd worden gevolgd, alsmede experimenteel onderzoek, waarin de causaliteit van de relaties kan worden vastgesteld. De resultaten van deze survey geven niet het laatste antwoord op de vraag welke factoren van de organisatiecultuur bepalend zijn voor de economische criminaliteit tegen organisaties. Wel lijken de resultaten van deze survey een tipje van de sluier op te lichten en ons enig idee te geven van de werkelijkheid die daaronder schuilgaat. Vooral een criminogene en een target-en bonuscultuur lijken bij te dragen aan de omvang van de economische criminaliteit, zowel gepleegd door externen als door internen. 22 PwC

Global Economic Crime Survey

Global Economic Crime Survey www.pwc.nl Global Economic Crime Survey Update Financial Sector Juni 2012 In samenwerking met de VU Amsterdam en de Martin Luther Universiteit Halle Bij PwC in Nederland werken ruim 4.600 mensen met elkaar

Nadere informatie

Commitment without understanding is a liability

Commitment without understanding is a liability Commitment without understanding is a liability Accent Organisatie Advies Risicocultuur tastbaar maken Propositie van Accent Organisatie Advies Frank van Egeraat Januari 2017 Nederlandse Corporate Governance

Nadere informatie

32% 73% 79% Economische criminaliteit: Een bedreiging voor elk bedrijf. Economic Crime Survey Nederland 2014 In samenwerking met de VU Amsterdam

32% 73% 79% Economische criminaliteit: Een bedreiging voor elk bedrijf. Economic Crime Survey Nederland 2014 In samenwerking met de VU Amsterdam Economic Crime Survey Nederland 2014 In samenwerking met de VU Amsterdam Economische criminaliteit: Een bedreiging voor elk bedrijf 73% Bijna driekwart van de bedrijven slachtoffer van economische criminaliteit

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Zaltbommel 30 mei 2016 Leadership Connected! Where Business meets Science 1 Inleiding Onderzoeksrapport Leadership Connected In tijden waarin ontwikkelingen

Nadere informatie

Resultaten Onderzoek September 2014

Resultaten Onderzoek September 2014 Resultaten Onderzoek Initiatiefnemer: Kennispartners: September 2014 Resultaten van onderzoek naar veranderkunde in de logistiek Samenvatting Logistiek.nl heeft samen met BLMC en VAViA onderzoek gedaan

Nadere informatie

ISSAI 30 Ethische code

ISSAI 30 Ethische code ISSAI 30 Ethische code Vertaling ISSAI 30VERTALING REKENHOF, MEI 2017 / 2 INHOUD Hoofdstuk 1 - Inleiding 4 Concept, achtergrond en doel van de ethische code 4 Vertrouwen en geloofwaardigheid 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

Missionstatement en core values

Missionstatement en core values Missionstatement en core values Inhoud 1 Het formuleren van missionstatement en core values... 1 2 Het maken en uitdragen van missie en kernwaarden... 5 1 Het formuleren van missionstatement en core values

Nadere informatie

LEIDEN NAAR INTEGRITEIT Onderzoek naar de invloed van leiderschap op integriteit

LEIDEN NAAR INTEGRITEIT Onderzoek naar de invloed van leiderschap op integriteit LEIDEN NAAR INTEGRITEIT Onderzoek naar de invloed van leiderschap op integriteit Drs. Karin Lasthuizen k.lasthuizen@fsw.vu.nl VU Onderzoeksgroep Integriteit van Bestuur www.fsw.vu.nl/integriteit Centrale

Nadere informatie

INLEIDING. Deelrapport Samenwerken voor Innovatie Innovatiemonitor Noord-Nederland Pagina 2 van 10

INLEIDING. Deelrapport Samenwerken voor Innovatie Innovatiemonitor Noord-Nederland Pagina 2 van 10 1 INLEIDING SAMENWERKINGSPROJECT NOORD-NEDERLANDSE INNOVATIEMONITOR Dit rapport is opgesteld in het kader van de Noord-Nederlandse Innovatiemonitor. De monitor is het resultaat van een strategische samenwerking

Nadere informatie

VDZ Verzekeringen. Beloningsbeleid

VDZ Verzekeringen. Beloningsbeleid VDZ Verzekeringen Beloningsbeleid 2014 INHOUD 1. Inleiding... 3 Toezicht... 3 Inwerkingtreding... 3 2. Definities en begrippen... 3 De categorieën van medewerkers... 3 Beloning... 4 Vaste beloning... 4

Nadere informatie

Huiswerk, het huis uit!

Huiswerk, het huis uit! Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting

Nadere informatie

WIE IS DE BAAS IN. CONTACT Het onderzoek naar de meest aantrekkelijke werkgever in klantcontact

WIE IS DE BAAS IN. CONTACT Het onderzoek naar de meest aantrekkelijke werkgever in klantcontact Het onderzoek naar de meest aantrekkelijke werkgever in klantcontact Baas in Contact 2018 Het onderzoek naar de meest aantrekkelijke werkgever in klantcontact Respons Baas in Contact 2018 Aantal respondenten:

Nadere informatie

Doel en opzet van de scan

Doel en opzet van de scan Dr. Joyce Rupert Doel en opzet van de scan Organisaties inzicht geven in waar zij staan wat betreft cultuur en gedrag en aandachtsgebieden in kaart brengen ter verdere verbetering Compliance én participatie,

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

VDZ Geldzaken. Beloningsbeleid

VDZ Geldzaken. Beloningsbeleid VDZ Geldzaken Beloningsbeleid 2018 INHOUD 1. Inleiding... 3 Toezicht... 3 Inwerkingtreding... 3 2. Definities en begrippen... 3 De categorieën van medewerkers... 3 Beloning... 4 Vaste beloning... 4 Variabele

Nadere informatie

Ethisch Leiderschap in de zorg

Ethisch Leiderschap in de zorg Ethisch Leiderschap in de zorg Ranking en Toezicht NVLO, 26 september 2014 Drs. Marlies Akemann-vanWerkhoven Adviseur Advies & Beleid, Kennemer Gasthuis Haarlem Introductie Wie heb ik voor me? Leiderschapstijlen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Irene Houtman & Ernest de Vroome (TNO) In het kort: Onderzoek naar de ontwikkeling van burn-outklachten en verzuim door psychosociale

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Regeling beheerst beloningsbeleid Wft Besluitvorming over het beloningsbeleid voor Identified Staff

Regeling beheerst beloningsbeleid Wft Besluitvorming over het beloningsbeleid voor Identified Staff Regeling beheerst beloningsbeleid Wft 2014 Rapportage beloningsbeleid Identified Staff KAS BANK over 2017 KAS BANK publiceert jaarlijks ten aanzien van medewerkers wier beroepswerkzaamheden haar risicoprofiel

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership

One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership Samenvatting proefschrift Leonie Heres MSc. www.leonieheres.com l.heres@fm.ru.nl Introductie

Nadere informatie

- Samenvatting - Kies voor Verandering

- Samenvatting - Kies voor Verandering - Samenvatting - Kies voor Verandering Evaluatie van de theoretische onderbouwing, de uitvoering en uitkomsten van de training voor volwassen gedetineerden Janine Plaisier Daniëlle Bouma Allard Feddes

Nadere informatie

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten Samenvatting Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten De beroepsbevolking in Nederland, maar ook in andere westerse landen, vergrijst in een rap tempo. Terwijl er minder kinderen

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Mede mogelijk gemaakt door de RPC s in Limburg

Mede mogelijk gemaakt door de RPC s in Limburg Onderzoek Criminaliteit onder het Limburgse bedrijfsleven Mede mogelijk gemaakt door de RPC s in Limburg Inleiding Veilig ondernemen is een belangrijk thema bij de Kamer van Koophandel. Jaarlijks wordt

Nadere informatie

Rapportage. Trendonderzoek Interne Communicatie 2013 Resultaten online enquête

Rapportage. Trendonderzoek Interne Communicatie 2013 Resultaten online enquête Rapportage Trendonderzoek Interne Communicatie 2013 Resultaten online enquête Suzanne Janssen Universiteit Twente Bas van Glabbeek Involve Joyce Ribbers Universiteit Twente Achtergrond van het onderzoek

Nadere informatie

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit SAMENVATTING Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit Leiders zijn belangrijke leden van organisaties. De

Nadere informatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. Intern MVO-management. Verbetering van motivatie, performance en integriteit

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. Intern MVO-management. Verbetering van motivatie, performance en integriteit MVO-Control Panel Instrumenten voor integraal MVO-management Intern MVO-management Verbetering van motivatie, performance en integriteit Inhoudsopgave Inleiding...3 1 Regels, codes en integrale verantwoordelijkheid...4

Nadere informatie

Protocol belangenverstrengeling Vereniging Hendrick de Keyser

Protocol belangenverstrengeling Vereniging Hendrick de Keyser Protocol belangenverstrengeling Vereniging Hendrick de Keyser Preambule Binnen het juridisch model van Vereniging Hendrick de Keyser fungeert de Raad van Commissarissen als toezichthouder op het Bestuur

Nadere informatie

De remuneratie disclosure is conform artikel 25 van de RBB.

De remuneratie disclosure is conform artikel 25 van de RBB. Remuneratie disclosure 2013 De remuneratie disclosure betreft de remuneratie van de leden van de Raad van Bestuur, de leden van de Raad van Commissarissen en de groep functionarissen die in het nieuwe

Nadere informatie

T A S K. Wim Dubbink. Winst & Verlies. over zelfverbetering en morele excuses TASK. 13 mei 2015

T A S K. Wim Dubbink. Winst & Verlies. over zelfverbetering en morele excuses TASK. 13 mei 2015 T A S K Wim Dubbink 13 mei 2015 Winst & Verlies over zelfverbetering en morele excuses Waarom is een wethouder corrupt? Waarom schendt een Tweede Kamerlid de integriteitsregels? Waarom speculeert een directeur

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining

Nadere informatie

Methodologie verdachten. Politiële criminaliteitsstatistieken

Methodologie verdachten. Politiële criminaliteitsstatistieken Methodologie verdachten Politiële criminaliteitsstatistieken INHOUDSTAFEL VERDACHTEN: METHODOLOGISCHE HANDLEIDING... 3 Waarom?... 3 Wat verstaat men onder verdachten?... 3 Twee kenmerken: geslacht en leeftijd...

Nadere informatie

Een nieuwe dimensie voor security management: sturen op integer gedrag.

Een nieuwe dimensie voor security management: sturen op integer gedrag. Een nieuwe dimensie voor security management: sturen op integer gedrag. Inleiding Security management heeft in het afgelopen decennia te maken gehad met grote veranderingen. Was er in de begin jaren 2000

Nadere informatie

STRATEGIE IMPLEMENTATIE SUCCESFACTOREN

STRATEGIE IMPLEMENTATIE SUCCESFACTOREN STRATEGIE IMPLEMENTATIE FACTOREN 9 FACTOREN VOOR STRATEGIE IMPLEMENTATIE STRATAEGOS.COM STRATEGIE IMPLEMENTATIE ALS CONCURRENTIEVOORDEEL 1 2 3 4 5 Om succesvol te zijn en blijven moeten organisaties hun

Nadere informatie

leergang KLEUR BEKENNEN Kleedkamergesprekken over leiderschapsontwikkeling

leergang KLEUR BEKENNEN Kleedkamergesprekken over leiderschapsontwikkeling leergang KLEUR BEKENNEN Kleedkamergesprekken over leiderschapsontwikkeling editie 2011 Leiderschap zit vol met paradoxen. De tegenstelling tussen betrokkenheid en distantie, tussen innovatie en behoudendheid,

Nadere informatie

De Code Banken. Het zelfreguleringsinstrument om het vertrouwen in de bancaire sector te herstellen of blijft overheidsingrijpen onvermijdelijk?

De Code Banken. Het zelfreguleringsinstrument om het vertrouwen in de bancaire sector te herstellen of blijft overheidsingrijpen onvermijdelijk? De Code Banken Het zelfreguleringsinstrument om het vertrouwen in de bancaire sector te herstellen of blijft overheidsingrijpen onvermijdelijk? Een onderzoek naar de naleving van de Code Banken in het

Nadere informatie

Work Engagement Scan

Work Engagement Scan Voorbeeld Groepsoverzicht 1 Work Engagement Scan Organisatie Y PiCompany BV T 030 20 40 800 E info@picompany.nl Over de Work Engagement Scan 2 Weten hoe bevlogen mensen zijn Bevlogen werknemers presteren

Nadere informatie

Omgaan met uitstelgedrag - deel 2

Omgaan met uitstelgedrag - deel 2 Omgaan met uitstelgedrag - deel 2 In mijn vorige artikel schreef ik over uitstelgedrag in de werksituatie, welke psychologische processen aan de basis liggen van het gedrag en het belang voor organisaties

Nadere informatie

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING 2. VERSTEVIGING VAN RISICOMANAGEMENT Van belang is een goed samenspel tussen het bestuur, de raad van commissarissen en de auditcommissie, evenals goede communicatie met

Nadere informatie

Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders

Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders An empirical comparison Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) S 209 Nederlandse samenvatting Cyber-delinquenten versus traditionele

Nadere informatie

INCIDENTPROCEDURE KLOKKENLUIDER. Proces voor het melden van het vermoeden van een incident op anonieme basis

INCIDENTPROCEDURE KLOKKENLUIDER. Proces voor het melden van het vermoeden van een incident op anonieme basis INCIDENTPROCEDURE KLOKKENLUIDER Proces voor het melden van het vermoeden van een incident op anonieme basis Versie: 2.0 Datum vaststelling: 18 juli 2017 INHOUDSOPGAVE 1 INCIDENT PROCEDURE KLOKKENLUIDER...

Nadere informatie

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1 Instroom 1 4 Uitstroom 3 Inclusie 2 Doorstroom Universiteit Utrecht 1 Rapportage 2018 Prof. Dr. Naomi Ellemers Prof. Dr. Jojanneke van der Toorn Dr. Wiebren Jansen Inhoud Voorwoord 4 Algemeen 6 Hoe is

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Bankcultuur. Presentatie Irene van Staveren (ISS EUR) ABN AMRO Amsterdam, 30 oktober 2014. #susfinlab. www.sustinablefinancelab.nl. mobiel stil s.v.p.

Bankcultuur. Presentatie Irene van Staveren (ISS EUR) ABN AMRO Amsterdam, 30 oktober 2014. #susfinlab. www.sustinablefinancelab.nl. mobiel stil s.v.p. Bankcultuur Presentatie Irene van Staveren (ISS EUR) ABN AMRO Amsterdam, 30 oktober 2014 mobiel stil s.v.p. #susfinlab www.sustinablefinancelab.nl Deel I: Uitkomsten enquete: cultuur en klantbelang Deel

Nadere informatie

Nulmeting Friese circulaire economie. Prof. Gjalt de Jong

Nulmeting Friese circulaire economie. Prof. Gjalt de Jong Nulmeting Friese circulaire economie Prof. Gjalt de Jong g.de.jong@rug.nl Colofon 28 februari 2019 Dit project is een samenwerking tussen Rijksuniversiteit Groningen / Campus Fryslân en de Provincie Friesland.

Nadere informatie

Indorama Ventures Public Company Limited

Indorama Ventures Public Company Limited Indorama Ventures Public Company Limited Gedragscode werknemers (goedgekeurd door de raad van bestuur vergadering nr.1/2009 op 29 september 2009) Herziening 1 (goedgekeurd door de raad van bestuur vergadering

Nadere informatie

Dip in aantal bedrijven dat aan bewegingsstimulering doet.

Dip in aantal bedrijven dat aan bewegingsstimulering doet. Dip in aantal bedrijven dat aan bewegingsstimulering doet. Monique Simons, Claire Bernaards, Vincent H. Hildebrandt, TNO Kwaliteit van leven Inleiding Sinds 1996 meet TNO periodiek hoeveel bedrijven in

Nadere informatie

Opgave 2 Doen wat je denkt

Opgave 2 Doen wat je denkt Opgave 2 Doen wat je denkt 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom Swaab het bestaan van vrije wil verwerpt op grond van de experimenten van Libet: bewustzijn komt pas na de beslissingen van de hersenen

Nadere informatie

MENSENRECHTEN & BEDRIJFSLEVEN. ICCO Onderzoek 2015

MENSENRECHTEN & BEDRIJFSLEVEN. ICCO Onderzoek 2015 MENSENRECHTEN & BEDRIJFSLEVEN ICCO Onderzoek 2015 Inhoud 1. Uitgangspunten 2. Onderzoek Demografie Bedrijfsgegevens Functie van de respondent Landen Wat zijn mensenrechten? Waarom mensenrechten? Six step

Nadere informatie

Misstandenregeling (Klokkenluiders- en Incidentenregeling)

Misstandenregeling (Klokkenluiders- en Incidentenregeling) Misstandenregeling (Klokkenluiders- en Incidentenregeling) Stichting Pensioenfonds Grontmij 28 september 2010 1. DOELSTELLING MISSTANDENREGELING (KLOKKENLUIDERS- EN INCIDENTENREGELING) Stichting Pensioenfonds

Nadere informatie

Stefan Jansen RA Baker Tilly Berk adviesgroep familiebedrijven. copyright R.Flören/S.Jansen

Stefan Jansen RA Baker Tilly Berk adviesgroep familiebedrijven. copyright R.Flören/S.Jansen Stefan Jansen RA Baker Tilly Berk adviesgroep familiebedrijven copyright R.Flören/S.Jansen Doen familiebedrijven het beter? Havendebat Zeeland, Terneuzen 27 juni 2014 Familiebedrijf: bundeling van krachten

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Onderzoek Mercuri Urval achtergrondinformatie voor de media Klantgerichtheid is de belangrijkste aanjager voor economische groei in Europa

Onderzoek Mercuri Urval achtergrondinformatie voor de media Klantgerichtheid is de belangrijkste aanjager voor economische groei in Europa Voor nadere informatie, neem contact op met: Wilma Buis Algemeen Directeur van Mercuri Urval b.v. Tel: 033 450 1400 of 06 5025 3038 wilma.buis@mercuriurval.com Onderzoek Mercuri Urval achtergrondinformatie

Nadere informatie

MKB investeert in kennis, juist nu!

MKB investeert in kennis, juist nu! M201016 MKB investeert in kennis, juist nu! drs. B. van der Linden drs. P. Gibcus Zoetermeer, september 2010 MKB investeert in kennis, juist nu! MKB-ondernemers blijven investeren in bedrijfsopleidingen,

Nadere informatie

Toezicht op Gedrag & Cultuur

Toezicht op Gedrag & Cultuur Toezicht op Gedrag & Cultuur 25 mei, 2010 Inge Veldhuis Expertise Centrum Integriteit DNB (Deze presentatie is op persoonlijke titel) De aankondiging 8 februari 2010 FD/NRC: DNB gaat letten op de invloed

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Security Management Trendonderzoek. Chloë Hezemans

Security Management Trendonderzoek. Chloë Hezemans Security Management Trendonderzoek Chloë Hezemans Security Management Survey (5 e editie) Agenda Voorstellen Methode Trends Opvallende resultaten deze editie Security Management 2020? Voorstellen Chloë

Nadere informatie

Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid.

Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid. Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid. In het kader van het project Innovatie van dienstverlening doet ICOON onderzoek naar de vraag onder welke omstandigheden

Nadere informatie

Schoolbeleid en ontwikkeling

Schoolbeleid en ontwikkeling Schoolbeleid en ontwikkeling V. Maakt gedeeld leiderschap een verschil voor de betrokkenheid van leerkrachten? Een studie in het secundair onderwijs 1 Krachtlijnen Een schooldirecteur wordt genoodzaakt

Nadere informatie

MONITORING COMMISSIE CODE BANKEN. Aanbevelingen toekomst Code Banken

MONITORING COMMISSIE CODE BANKEN. Aanbevelingen toekomst Code Banken MONITORING COMMISSIE CODE BANKEN Aanbevelingen toekomst Code Banken 22 maart 2013 Inleiding De Monitoring Commissie Code Banken heeft sinds haar instelling vier rapportages uitgebracht. Zij heeft daarin

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

De beveiligingsscan sta voor je zaak.nl

De beveiligingsscan sta voor je zaak.nl m in i ster beve ili gings ie v a n E c o n o m isc he ke n ili Za et h n n va ake tief he Z e e n i nitia ngs beve ngs gings De beveiligingsscan sta voor je zaak.nl 2011 De beveiligingsscan Op naar een

Nadere informatie

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden

Nadere informatie

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD)

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) 2013. De gehele publicatie is na te lezen op de website

Nadere informatie

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Hoe tevreden zijn de medewerkers met en hoe betrokken zijn zij bij de organisatie en welke verbeterpunten ziet men voor de toekomst? Wat is medewerkerstevredenheid

Nadere informatie

Datum 29 april 2011 Ons kenmerk TGFO-DDi Pagina 1 van 6. Betreft

Datum 29 april 2011 Ons kenmerk TGFO-DDi Pagina 1 van 6. Betreft Financiële ondernemingen t.a.v. het Bestuur Datum 29 april 2011 Pagina 1 van 6 Betreft Beheerst Beloningsbeleid Geachte heer, mevrouw, Om ervoor te zorgen dat financiële ondernemingen ook in hun beloningsstructuren

Nadere informatie

Compliance Charter. Pensioenfonds NIBC

Compliance Charter. Pensioenfonds NIBC Compliance Charter Pensioenfonds NIBC Vastgesteld in bestuursvergadering 9 december 2016 Inleiding Pensioenfonds NIBC voert de pensioenregeling van NIBC Bank N.V. uit. Het pensioenfonds is een stichting

Nadere informatie

Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans

Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans LEADERSHIP IN PROJECT-BASED ORGANIZATIONS Dealing with complex and paradoxical demands Leiderschap

Nadere informatie

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Het gaat om de volgende zeven verandercompetenties. De competenties worden eerst toegelicht en vervolgens in een vragenlijst verwerkt. Veranderkundige

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

Strategic Decisions Monitor Februari 2014 Ketenmanagement in klantinteractie

Strategic Decisions Monitor Februari 2014 Ketenmanagement in klantinteractie Strategic Decisions Monitor Februari 2014 Ketenmanagement in klantinteractie In samenwerking met KIRC 2014 Niets uit deze publicatie mag geheel of gedeeltelijk op enigerlei schriftelijke, elektronische

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting Dutch summary

Nederlandse samenvatting Dutch summary 110 Ethics in Economic Decision-Making Nederlandse samenvatting Dutch summary We maken in het dagelijks leven vele beslissingen. Een groot deel van deze beslissingen bepaalt niet alleen onze eigen (financiële)

Nadere informatie

Samenvatting. Summary in Dutch

Samenvatting. Summary in Dutch 6 Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Emotionele en sociale processen bij pesten, gepest worden en verdedigen Pesten op school is een wereldwijd probleem met negatieve korte- en langetermijngevolgen

Nadere informatie

Variabel beloningsbeleid Identified Staff Kempen & Co

Variabel beloningsbeleid Identified Staff Kempen & Co Variabel beloningsbeleid Identified Staff u 2014 heeft een zorgvuldig, beheerst en duurzaam beloningsbeleid, dat vanzelfsprekend voldoet aan de geldende wettelijke vereisten. Belangrijke doelen van dit

Nadere informatie

Verkenning cultuuren gedragsinterventie ter verbetering van omgangsvormen in bedrijven + doorkijkje pilot Inhoud

Verkenning cultuuren gedragsinterventie ter verbetering van omgangsvormen in bedrijven + doorkijkje pilot Inhoud Verkenning cultuuren gedragsinterventie ter verbetering van omgangsvormen in bedrijven + doorkijkje pilot 2018 Inhoud 1. Aanleiding verkenning / pilot 2. Resultaten verkenning 3. Pilot n.a.v. de verkenning

Nadere informatie

Hoe regels, sancties en leiders moreel gedrag beinvloeden

Hoe regels, sancties en leiders moreel gedrag beinvloeden Hoe regels, sancties en leiders moreel gedrag beinvloeden Dr. Laetitia Mulder Vormen van immoreel gedrag Door werknemers, vaak t.k.v. organisatie: Kantoorspullen stelen, te laat komen, prive internetten,

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! 15/04/2018. Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! 15/04/2018. Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! Maarten Andriessen Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen 1 MOTIVATIE? 4 Motivatie quotes Case (poll 1)

Nadere informatie

iiitogiontant Resultaten uit de PPP-studies naar criminaliteit en criminaliteits preventie op bedrijventerreinen \sf

iiitogiontant Resultaten uit de PPP-studies naar criminaliteit en criminaliteits preventie op bedrijventerreinen \sf Resultaten uit de PPP-studies naar criminaliteit en criminaliteits preventie op bedrijventerreinen Een selectie naar ondernemingen uit het Midden- en Kleinbedrijf V. Sabee R.F.A. van den Bedem J.J.A. Essers

Nadere informatie

Inhoudsopgave. BLANCO SPACES ZUIDAS - 6TH FLOOR BARBARA STROZZILAAN HN AMSTERDAM T. +31 (0)

Inhoudsopgave. BLANCO SPACES ZUIDAS - 6TH FLOOR BARBARA STROZZILAAN HN AMSTERDAM T. +31 (0) Inhoudsopgave Inleiding... 2 1. Compliance Charter... 3 1.1. Definitie, missie en doel... 3 1.1.1. Definitie... 3 1.1.2. Missie en doel... 3 1.2. Reikwijdte... 3 1.2.1. Binnen scope... 3 1.2.2. Buiten

Nadere informatie

Het Management Skills Assessment Instrument (MSAI)

Het Management Skills Assessment Instrument (MSAI) Het Management Skills Assessment Instrument (MSAI) Het zelfbeoordelingsformulier Het doel van deze evaluatie is om u te helpen bij het bepalen van de belangrijkste aandachtsvelden van uw leidinggevende

Nadere informatie

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! MOTIVATIE? 12/06/2019

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! MOTIVATIE? 12/06/2019 Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! Maarten Andriessen 1 Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen 2 MOTIVATIE? 3 3 1 Motivatie in het leven

Nadere informatie

Hoe bevorder je integer gedrag? Hoe verschillende triggers de integriteit binnen organisaties beïnvloeden

Hoe bevorder je integer gedrag? Hoe verschillende triggers de integriteit binnen organisaties beïnvloeden Hoe bevorder je integer gedrag? Hoe verschillende triggers de integriteit binnen organisaties beïnvloeden Dr. S.N. Ponsioen Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Economie en Bedrijfskunde 1 2 3 Integriteit

Nadere informatie

Gedragscode VolkerWessels

Gedragscode VolkerWessels Gedragscode Gedragscode VolkerWessels 3 Voorwoord door de Raad van Bestuur VolkerWessels bouwt al 150 jaar met zorg aan projecten voor diverse opdrachtgevers. Onze nuchtere en verantwoordelijke aanpak

Nadere informatie

Motiveren is de sleutel

Motiveren is de sleutel Motiveren is de sleutel 1 Werken aan betere bedrijfsresultaten door je medewerkers te motiveren Motivatie is de sleutel Een medewerker die van binnenuit gemotiveerd is voor zijn werk, kan ook saaie of

Nadere informatie

INZICHT IN CORPORATE GOVERNANCE DE DYNAMIEK EN INTERACTIE TUSSEN BESTUUR, RAAD VAN COMMISSARISSEN EN AANDEELHOUDERS

INZICHT IN CORPORATE GOVERNANCE DE DYNAMIEK EN INTERACTIE TUSSEN BESTUUR, RAAD VAN COMMISSARISSEN EN AANDEELHOUDERS INZICHT IN CORPORATE GOVERNANCE DE DYNAMIEK EN INTERACTIE TUSSEN BESTUUR, RAAD VAN COMMISSARISSEN EN AANDEELHOUDERS NYENRODE. A REWARD FOR LIFE INLEIDING De leergang is bedoeld voor iedereen die vanuit

Nadere informatie

Cubiks Vragenlijst Moreel Redeneren

Cubiks Vragenlijst Moreel Redeneren Cubiks Vragenlijst Moreel Redeneren Rapport voor Mevrouw Voorbeeld Datum donderdag 9 juni 2011 Alle rechten voorbehouden Cubiks Intellectual Property Limited 2010. Dit rapport behoort vertrouwelijk behandeld

Nadere informatie

Integriteit en Integritisme. Integriteit en Integritisme

Integriteit en Integritisme. Integriteit en Integritisme Integriteit en Integritisme 28 november 2017 Leo Huberts Quality of Governance VU University Amsterdam Integriteit en Integritisme - Wat betekent integriteit? - Integriteit en goed besturen? - Integriteit

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary)

Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) 175 176 Corruptie heeft enorme negatieve gevolgen voor mensen over de hele wereld het laat het nationaal vermogen slinken (Kaufmann et al., 2006), veroorzaakt achteruitgang

Nadere informatie

Bedrijfsarchitectuur sterker door opleiding

Bedrijfsarchitectuur sterker door opleiding Onderzoek naar het effect van de Novius Architectuur Academy Bedrijfsarchitectuur sterker door opleiding Door met meerdere collega s deel te nemen aan een opleiding voor bedrijfsarchitecten, werden mooie

Nadere informatie

Integriteit Prof. Dr. Ronald Jeurissen

Integriteit Prof. Dr. Ronald Jeurissen Integriteit Prof. Dr. Ronald Jeurissen Hoogleraar bedrijfsethiek Nyenrode Business Universiteit Even voorstellen Hoogleraar bedrijfsethiek Nyenrode Commissie Toelating en Integriteit IVBN (2008-2016) Lid

Nadere informatie

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V.

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V. Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V. Opdrachtgever: Uitvoerder: Plaats: Versie: Fictivia B.V. Junior Consult Groningen Fictief 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Directieoverzicht 4 Leiderschap.7

Nadere informatie

Hoofdlijnen Corporate Governance Structuur

Hoofdlijnen Corporate Governance Structuur Hoofdlijnen Corporate Governance Structuur 1. Algemeen Deugdelijk ondernemingsbestuur is waar corporate governance over gaat. Binnen de bedrijfskunde wordt de term gebruikt voor het aanduiden van hoe een

Nadere informatie

Samenvatting. Incidentie en frequentie van problemen

Samenvatting. Incidentie en frequentie van problemen Samenvatting Dit rapport gaat over de Nederlandse ondernemingen uit het midden- en kleinbedrijf (MKB), de bedrijven met maximaal 99 werknemers die gezamenlijk iets meer dan 99% van de bedrijven in Nederland

Nadere informatie