Milieuvervuiling vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Transcriptie

1 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 23 December 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet. Wikiwijs Maken is een onderdeel van Wikiwijsleermiddelenplein, hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt.

2 Inhoudsopgave Milieuvervuiling Kennisbank Toepassingen Exoten in Nederland Exoten in Australië Gewasbeschermingsmiddel Mest en milieu Biodiversiteit Verwerken Examenopgaven Antwoorden Toepassingen Over dit lesmateriaal Pagina 1

3 Milieuvervuiling Kennisbank Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel: KB: Milieuvervuiling KB: Duurzaamheid Test je kennis Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank. Milieuvervuiling kn.nu/lwmyr 1 Wat is de minst goede omschrijving van duurzaamheid? a. Als een product lang meegaat en weinig kost. b. Als een product lang meegaat en hergebruikt kan worden voor andere dingen. c. Als een product geen milieuschade oplevert en hergebruikt kan worden voor andere dingen. d. Als er weinig afval ontstaat en het evenwicht in de natuur niet verstoort. 2 Welke producten zijn duurzaam a. Vlees uit de bio-industrie b. Aardolie c. Windenergie d. Bio-plastic e. Tropische hardhout 3 Pagina 2

4 Welke energievormen zijn duurzaam? a. aardolie b. aardgas c. kolen d. zonne-energie e. waterkrachtenergie f. energie en biomassa 4 Welke energievormen zijn niet duurzaam? a. aardolie b. aardgas c. kolen d. zonne-energie e. waterkrachtenergie f. energie en biomassa 5 Welke omschrijving hoort bij Cradle to cradle? a. Verstoort het natuurlijke evenwicht. b. Alles moet hergebruikt kunnen worden. c. Enorme mestproductie. d. Een grondstof wordt opnieuw gebruikt. 6 Welke omschrijving hoort bij recycling? a. Verstoort het natuurlijke evenwicht. b. Alles moet hergebruikt kunnen worden. c. Enorme mestproductie. d. Een grondstof wordt opnieuw gebruikt. 7 Welke omschrijving hoort bij milieubelastend? a. Verstoort het natuurlijke evenwicht. b. Alles moet hergebruikt kunnen worden. c. Enorme mestproductie. d. Een grondstof wordt opnieuw gebruikt. 8 Welke omschrijving hoort bij bio-industrie? Pagina 3

5 a. Verstoort het natuurlijke evenwicht. b. Alles moet hergebruikt kunnen worden. c. Enorme mestproductie. d. Een grondstof wordt opnieuw gebruikt. 9 Waar of niet waar? Als een product lang meegaat, is het altijd duurzaam. a. waar b. niet waar 10 Waar of niet waar? Biologische landbouw is duurzamer dan gewone landbouw. a. waar b. niet waar 11 Waar of niet waar? Biologische landbouw produceert genoeg voedsel om iedereen te kunnen voeden. a. waar b. niet waar 12 Auto's die op diesel of benzine rijden, zorgen voor een aantal milieuproblemen. Welke hoort daar niet bij? a. watervervuiling b. broeikaseffect c. zure regen d. fijne stof 13 Welke begrippen horen bij milieuvervuiling die in de water plaatsvinden? a. biociden b. boorplatform c. auto d. elektriciteitscentrale e. gewasbeschermingsmiddelen f. CO2 Pagina 4

6 14 Welke begrippen horen bij milieuvervuiling die in de lucht plaatsvinden? a. biociden b. boorplatform c. auto d. elektriciteitscentrale e. gewasbeschermingsmiddelen f. CO2 15 De belangrijkste reden voor de toename van de milieuvervuiling in de wereld is: a. de stijging van de wereldbevolking. b. de toename in het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. c. de toename in het gebruik van fossiele brandstoffen. d. de toename in het gebruik van elektriciteit. Pagina 5

7 Toepassingen Exoten in Nederland In drietallen. Verdeel en bekijk de filmpjes over Exoten. Beantwoord vervolgens de onderstaande vragen. a. Op welke manieren komen exoten in Nederland? b. Zet de voor- en nadelen van de introductie van soorten in Nederland op een rij. Bespreek de antwoorden in de klas. Het Museon uit Den Haag heeft een les gemaakt over exoten in Nederland. Doorloop de informatie en vragen uit de deze les: lessen.museon.nl Exoten in Australië Bekijk het filmpje: Pagina 6

8 Video: De Hawaiiaanse pad Beantwoord de volgende vragen: a. b. c. d. e. f. Wat was de reden om de dieren in Australië te introduceren? Welke overlast veroorzaken de padden? Op welke manier wordt geprobeerd de overlast te voorkomen? Waardoor kon het aantal konijnen zo snel stijgen? Welke maatregel is vervolgens genomen om het aantal konijn te beperken? Hadden deze maatregelen het gewenste effect? Controleer je antwoorden bij het kopje "Antwoorden". Gewasbeschermingsmiddel Gewasbeschermingsmiddelen In de grafieken zie je hoeveel gewasbeschermingsmiddelen er gespoten worden. De hoeveelheid wordt aangegeven in kg werkzame stof per hectare. Gebruik de grafieken bij het beantwoorden van de volgende vragen. a. Bekijk de bovenste grafiek. Tegen welke bedreiging is het meest gespoten? I. tegen schimmel II. tegen onkruid III. tegen insecten b. Bekijk de onderste grafiek. Bij welk gewas is het meest gewasbeschermingsmiddel gespoten? I. leliebollen II. peren III. tomaten Pagina 7

9 Bestudeer het filmpje: c. Hoeveel middelen worden er gebruikt? I II d. Hoeveel procent hebben de lelietelers de belasting met gewasbeschermingsmiddelen verlaagd? I. 75% II. 90% e. Wie vindt de verlaging van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen onvoldoende? I. Hilbrands laboratorium II. Werkgroep Bollenboos f. Zou de lelieteelt kunnen bestaan zonder gewasbeschermingsmiddelen? I. ja II. nee Controleer je antwoorde bij het kopje "Antwoorden". Mest en milieu Mest en milieu Op de Nederlandse boerenbedrijven leven veel dieren en dat betekent: veel mest. In 2008 werd er 71,3 miljard kilogram mest geproduceerd. Bestudeer het kaartje. Je ziet voor verschillende delen van Nederland hoeveel kilogram mest er per hectare geproduceerd wordt. Pagina 8

10 Mest en milieu kn.nu/dqhu0 Mest en milieu Zet de provincies in de juiste volgorde. Begin bij de provincie die het meeste mest produceerd en eindig bij de provincie die het minste mest produceerd. a. Brabant b. Drenthe c. Overijssel d. Friesland e. Zeeland f. Gelderland Biodiversiteit Pagina 9

11 Bekijk het filmpje: Video: Biodiversiteit Je werk bij deze opdracht in groepjes. Je maakt samen een (digitale) poster of filmpje met afbeeldingen waarop je de biodiversiteit van een stukje Australië in beeld brengt. Kies hiervoor een ecosysteem in Australië uit. Denk aan: Koraalrif Tropisch regenwoud Eucalyptusbos Subtropisch regenwoud Weideland Tropische wetland a. Zoek eerst de kenmerken van het ecosysteem op. b. Zoek daarna organismen op die daar voorkomen. Verzamel hiervan afbeeldingen. c. Wordt de biodiversiteit in dit ecosysteem bedreigd? Zo ja, waardoor? Zoek hiervan voorbeelden op en geef deze een plaats op je poster. d. Deel de poster of film met je klasgenoten. Pagina 10

12 Verwerken Examenopgaven Beantwoord ter afsluiting van dit onderdeel de volgende examenvragen. VMBO GLTL Vraag 13 VMBO GLTL Vraag 14 VMBO GLTL Vraag 15 VMBO GLTL Vraag 16 Pagina 11

13 Antwoorden Toepassingen Toepassing: Exoten in Australië a. Keverplaag in suikerrietvelden tegengaan. b. De pad heeft dodelijk gif dat inheemse dieren doodt. c. Padden vangen en doden. De Hawaiiaanse pad of reuzenpad is niet de enige exoot die naar Australië is gebracht. In 1859 zijn konijn uitgezet door de Engelsen voor de jacht. d. Natuurlijke vijanden ontbreken en ze hebben een snelle voortplanting. e. Uitzetten van vossen. (ook zieketen zoals myxomatose zijn naar Australië gebracht om konijnenplaag tegen te gaan). f. Nee, want ook vossen eten de inheemse dieren. Toepassing: Gewasbeschermingsmiddel a. b. c. d. e. f. Pagina 12 I. I. I. I. II. II. tegen schimmels leliebollen % Werkgroep Bollenboos nee

14 Over dit lesmateriaal Colofon Auteur VO-content Laatst gewijzigd 23 December 2016 om 21:02 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; Leerinhoud en Dynamisch evenwicht; Biologie; doelen Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting 1 uur en 15 minuten Trefwoorden rearrangeerbare Pagina 13