Welkom en mededelingen

Transcriptie

1 Choral Evensong, Martinikerk Groningen Zondag 15 april 2012, 19 uur Roder Jongenskoor (Men Only), o.l.v. Rintje te Wies organist: Sietze de Vries voorganger: Ds. J.A. van den Berg Welkom en mededelingen Introïtus (koor) Richard Farrant (gest. 1581) Hide not thou ty face from us, O Lord, and cast not off thy servants in thy displeasure; for we confess our sins unto thee, and hide not our unrighteousness. For thy mercy s sake deliver us from all our sins. (O.a. Psalm 27 : 9) Verberg niet uw aangezicht voor ons, o Heer. En verwerp niet uw knechten in uw toorn. Want wij belijden onze zonden voor u en verbergen onze ongerechtigheid niet. Omwille van uw barmhartigheid: verlos ons van al onze zonde. Psalm 81 (allen, staande) 1

2 4 God heeft ons gezegd nooit gehoorde dingen. Heilig is 't en recht nu en t'allen tijd Hem die ons bevrijdt vrolijk toe te zingen. 5 Onder lasten zwaar waart gij haast bezweken. Groot was het gevaar Ik vergat u niet, in het doodsgebied gaf Ik taal en teken. Moment van stilte, bemoediging en groet (allen gaan zitten) Precessie (koor) Rintje te Wies O Lord, open thou our lips; and our mouth shall shew forth thy praise. O God, make speed to save us; o Lord, make haste to help us. Heer, open onze lippen; onze mond zal zingen van uw eer. God kom ons snel te hulp; Heer haast U ons te helpen. Glory be to the Father, and to the Son, and to the Holy Ghost. As it was in the beginning, is now and ever shall be: world without end. Amen. Praise ye the Lord; the Lord s name be praised. Eer aan de Vader en de Zoon, en de heilige Geest. Zoals het was in het begin, en nu is, en altijd zal zijn: de wereld zonder einde. Amen. Prijs de Heer; de naam van de Heer zij geprezen Psalm 102 (koor) chant: Matthew Camidge 1 Hear my prayer O Lord: and let my crying come unto thee. 2 Hide not thy face from me in time of my trouble : incline thine ear unto me when I call O hear me and that right soon. 3 For my days are consumed away like smoke : and my bones are burnt up as it were a fire-brand. 4 My heart is smitten down and withered like grass : so that I forget to eat my bread. 5 For the voice of my groaning : my bones will scarce cleave to my flesh. 6 I am become like a pelican in the wilderness : 2

3 and like an owl that is in the desert. 7 I have watched and am even as it were a sparrow : that sittheth alone upon the house-top. 8 Mine enemies revile me all the day long : and they are mad upon me are sworn together against me. 9 For I have eaten ashes as it were bread : and mingled my drink with weeping. 10 And that because of thine indignation and wrath : for thou hast taken me up and cast me down. 11 My days are gone like a shadow : and I am withered like grass. chant: Edmund Chipp 12 But thou O Lord shalt endure for ever : and thy remembrance throughout all generations. 13 Thou shalt arise and have mercy upon Sion : for it is time that thou have mercy upon her yea the time is come. 14 And why? thy servants think upon her stones : And it pitieth them to see her in the dust. 15 The heathen shall fear thy Name O Lord : and all the kings of the earth thy majesty; 16 When the Lord shall build up Sion : and when his glory shall appear; 17 When he turneth him unto the prayer of the poor destitute : and despiseth not their desire. 18 This shall be written for those that come after : and the people which shall be born shall praise the Lord. 19 For he hat looked down from his sanctuary : out of the heaven did the Lord behold the earth; 20 That he might hear the mournings of such as are in captivity : and deliver the children appointed unto death; 21 That they may declare the Name of the Lord in Sion : and his worship at Jerusalem; 22 When the people are gathered together : and the kingdoms also to serve the Lord. chant: Robert Cooke 3

4 23 He brought down my strength in my journey and shortened my days 24 But I said O my God take me not away in the midst of mine age : as for thy years they endure throughout all generations. 25 Thou Lord in the beginning hast laid the foundation of the earth : and the heavens are the work of thy hands. 26 They shall perish but thou shalt endure: they all shall wax old as doth a garment. 27 And as a vesture thou shalt change them and they shall be changed : but thou art the same and thy years shall not fail. 28 The children of thy servants shall continue : and their seed shall stand fast in thy sight. Glory be to the Father and to the Son and to the Holy Ghost. As it was in the beginning is now and ever shall be: world without end. Amen. Eerste lezing: Psalm 102 (Nieuwe Bijbel Vertaling) 1 Gebed van een ongelukkige die dreigt te bezwijken en zijn klacht uitstort voor de HEER. 2 HEER, hoor mijn gebed, laat mijn hulpkreet u bereiken. 3 Verberg uw gelaat niet voor mij, nu ik in nood verkeer. Wil naar mij luisteren, antwoord mij haastig nu ik roep. 4 Mijn dagen vervliegen als rook, mijn gebeente gloeit als vuur. 5 Mijn hart is verschroeid en verdord als gras, ik vergeet mijn brood te eten. 6 Ik ben door mijn klagen tot op het bot vermagerd. 7 Ik ben als een uil in de woestijn, een steenuil in een verlaten bouwval, 4

5 8 slaap ken ik niet, ik ben eenzaam als een vogel op het dak. 9 Mijn vijanden honen mij weg, heel de dag word ik bespot en verwenst. 10 As is het brood dat ik eet, het water dat ik drink vermeng ik met tranen, 11 want uw toorn is tegen mij ontbrand, u tilde mij op en smeet mij neer. 12 Mijn dagen gaan heen als een schaduw, ik moet verdorren als gras. 13 Maar u, HEER, troont voor eeuwig, uw roem zal duren, geslacht na geslacht. 14 U zult opstaan en u over Sion ontfermen, de tijd van genade is gekomen, dit is het uur, 15 want uw dienaren hebben de stenen van Sion lief, de ruïnes vervullen hen met deernis. 16 Alle volken zullen de naam van de HEER vrezen, alle koningen van de aarde zijn majesteit eren 17 als de HEER Sion heeft opgebouwd en hij in majesteit is verschenen, 18 als hij zich neigt tot het gebed van de ontheemden en zich van hun bidden niet afkeert. 19 Laat dit voor het nageslacht worden opgeschreven, dan zal een herboren (of: herschapen; JAB) volk de HEER loven 20 als de HEER heeft neergezien van zijn heilige hoogte, zich vanuit de hemel naar de aarde heeft neergebogen 21 om het zuchten van gevangenen te horen, om vrij te laten wie de dood nabij zijn. 22 Dan wordt in Sion de naam van de HEER geprezen, zijn lof gezongen in Jeruzalem 23 als volken en koninkrijken bijeenkomen om de HEER te aanbidden. 5

6 24 Hij heeft halverwege mijn kracht gebroken, hij heeft mijn levensdagen verkort. 25 Ik smeek: Mijn God, neem mij niet midden in het leven weg, uw jaren duren van geslacht op geslacht. 26 Vóór alle tijden hebt u de aarde gegrondvest, de hemel is het werk van uw handen. 27 Zij zullen vergaan, maar u houdt stand, zij zullen als kleren verslijten, u verwisselt ze als een gewaad en zij verdwijnen, 28 maar u blijft dezelfde, uw jaren nemen geen einde. 29 De kinderen van uw dienaren zullen veilig wonen, ook op hun nageslacht rust uw oog. Magnificat ( Mijn ziel maakt groot de Heer ) Thomas Tallis My soul doth magnify the Lord: and my spirit hath rejoiced in God my Saviour. For He hath regarded: the lowliness of His handmaiden. For behold, from henceforth: all generations shall call me blessed. For He, that is mighty hath magnified me: and holy is His name. And His mercy is on them that fear Him: throughout all generations. He hath shewed his strength with his arm: He hath scattered the proud in the imagination of their hearts. He hath put down the mighty from their seat: and hath exalted the humble and meek. He hath filled the hungry with good things: and the rich He hath sent empty away. He remembering His mercy hath holpen his servant Israel, as He promised to our forefathers, Abraham and his seed, forever. 6 Mijn ziel prijst en looft de Heer, mijn hart juicht om God, mijn Redder: Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares. Want zie, van nu af aan zullen alle geslachten mij gelukkig prijzen, Want hij die machtig is heeft mij groot gemaakt en heilig is zijn naam. En zijn barmhartigheid is op wie hem vrezen

7 van geslacht op geslacht. Hij heeft de kracht van zijn arm getoond en heeft de trotsen die zich verheven wanen uiteengedreven. Hij heeft de heersers van hun troon gestoten en heeft verhoogd de nederigen en de zwakken Hij heeft de hongerigen verzadigd met goede dingen en de rijken heeft hij leeg weggezonden. Hij herinnerde zich zijn barmhartigheid, heeft geholpen zijn knecht Israel zoals hij onze voorvaders beloofde, Abraham en zijn nageslacht voor altijd. Glory be to the Father and to the Son and to the Holy Ghost. As it was in the beginning is now and ever shall be: world without end. Amen. Tweede lezing: Johannes 20 (Nieuwe Bijbel Vertaling) 19 Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; ze hadden de deuren afgesloten, omdat ze bang waren voor de Joden. Jezus kwam in hun midden staan en zei: Ik wens jullie vrede! 20 Na deze woorden toonde hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren blij omdat ze de Heer zagen. 21 Nog eens zei Jezus: Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit. 22 Na deze woorden blies hij over hen heen en zei: Ontvang de heilige Geest. 23 Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven; vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet vergeven. 24 Een van de twaalf, Tomas (dat betekent tweeling ), was er niet bij toen Jezus kwam. 25 Toen de andere leerlingen hem vertelden: Wij hebben de Heer gezien! zei hij: Alleen als ik de wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik het geloven. 26 Een week later waren de leerlingen weer bij elkaar en Tomas was er nu ook bij. Terwijl de deuren gesloten waren, kwam Jezus in hun midden staan. Ik wens jullie vrede! zei hij,27 en daarna richtte hij zich tot Tomas: Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof. 28 Tomas antwoordde: Mijn Heer, mijn God! 29 Jezus zei tegen hem: Omdat je me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven. 7

8 Nunc Dimittis ( Nu laat gij, Heer, uw knecht ) Thomas Tallis Lord, now lettest thou Thy servant depart in peace, according to Thy Word. For mine eyes have seen Thy salvation, which Thou hast prepared before the face of all people; to be a light to lighten the gentiles, and the glory of thy people Israel. Nu laat u, Heer, uw dienaar in vrede heengaan, zoals u hebt beloofd. Want met eigen ogen heb ik de redding gezien die u bewerkt hebt ten overstaan van alle volken: een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen en dat tot eer strekt van Israel, uw volk. Glory be to the Father and to the Son and to the Holy Ghost. As it was in the beginning is now and ever shall be: world without end. Amen. Uitleg en verkondiging Gemeente van onze Heer Jezus Christus, In de reeks van Psalmen zijn we aangekomen bij Psalm 102. Een Psalm die niet erg bekend is. Misschien vanwege haar lengte, of vanwege haar inhoud, heeft ze niet veel harten gewonnen. Vers 8 (ik ben eenzaam als een vogel op het dak) geniet in de weergave van de Statenvertaling wellicht nog de meeste bekendheid. Als een eenzame mus op het dak is namelijk de titel van de biografie over het leven van ds Pauwe. Ds Pauwe komt voor in het autobiografische boek van Jan Siebelink, Knielen op een bed violen. Onder de naam ds Poort is het de predikant die veel invloed heeft op het leven van de vader van de hoofdpersoon, dat wil zeggen de vader van Jan Siebelink. Ds Pauwe voelde zich miskend door de leiding van de Hervormde Kerk en verliet de kerk. Hij leidde als predikant een eenzaam bestaan. Hij had het idee dat de vaderlandse kerk evenzeer een ruïne was geworden, als Sion (v15). Eenzaamheid is inderdaad een belangrijk motief in het eerste gedeelte van de Psalm. De schrijver van de Psalm voelt zich eenzaam en verlaten en dat tast zijn gezondheid aan: hij eet slecht (v5) en slaapt beroerd (v8). 8

9 Eenzaamheid, een gevoel van verlatenheid is een breed probleem dat onder jong en oud voorkomt. Ondanks vele mogelijkheden van communicatie, voelen velen zich eenzaam, niet gekend, laat staan aanvaard. Het digitale contact dat er is, kan niet (altijd) de diepte van de menselijke ziel bereiken. Sterker, het lijkt soms wel of de vele digitale profielen en communicatiestromen een masker vormen of een schans waarachter we ons verschuilen en uit elkaar groeien. Gekend en aanvaard zijn is wel iets dat we nodig hebben willen we werkelijk kunnen leven. Miskend zijn is een bron van depressie en sombere gedachten. De eenzaamheid van de Psalmist zit heel diep, omdat hij zich verlaten voelt door de Persoon die hem en het volk waartoe hij behoort de diepste veiligheid bood. De relatie met God is verstoord, wat pijnlijk zichtbaar is omdat de plaats van gebed, het huis van God, is verwoest. De schrijver van de Psalm herkent hierin de toorn van God. Dit grijpt hem bijzonder aan. Zo kan hij niet leven. Hij die de grond van hun bestaan is, God zelf, geeft niet thuis. Dit ondermijnt hem. Hij wil Gods liefde ervaren. Ik kan dat wel begrijpen. Ik geloof en ervaar dat gekend en aanvaard zijn door God het diepste niveau van aanvaard-zijn is. Het verlost de ziel uit het isolement van onbegrepen zijn en van de angst van de futiliteit en niets-waard zijn. Zonder dit gekend en aanvaard zijn, ligt zinloosheid op de loer. Daarom kan ik me wel inleven in de angst van de schrijver. Als God er niet is, wat dan? Is het leven wel leven? God ervaren is misschien wel een algemeen menselijke behoefte. Jan Siebelink sprak in een interview naar aanleiding van zijn boek knielen op een bed violen over zijn diepe hunkering om eenzelfde Godservaring te hebben als zijn vader. Het gezien en aanvaard zijn door God. Het tragische is dat hij deze ervaring niet kreeg tot op heden. Misschien wel om reden dat de mystiek van zijn vader erg diep in de menselijke ziel groef. Is het toegankelijk, die Godservaring? De Psalm wijst de weg. Hoewel de Psalm zo heel diep gaat in het besef van verlatenheid, is het niet datgene waar het uiteindelijk om gaat in de Psalm. De Psalm eindigt in vertrouwen op God. De Psalmist is terneergeslagen door het gevoel van verlatenheid door God, maar hij legt zich daar niet bij neer. Sterker, de hele Psalm staat in het kader van het zoeken naar God en het herwinnen 9

10 van vertrouwen op God. V2, en omlijsten het angstige gevoel van niet gehoord worden in vers De weg die de Psalmist aflegt, is een andere, een hoopvollere dan het blijven staren in de eigen ziel. Na zijn klacht richt de schrijver zich intens op de Naam, en daarmee het karakter van God. In de vorm van een gebed, waarin hij zijn lezers en ons wil meenemen, spreekt Hij uit wie God is. Het overdenken van het karakter van de HEER, leidt tot een dappere verwachting: Er zal door God een volk worden geschapen dat zijn lof zingt in een herbouwd huis van God! Het is dus het omhoog grijpen buiten je geïsoleerde ik naar God om Wie God is, dat de weg baant uit het gevoel van eenzaamheid en verlatenheid. Naar het vertrouwen dat je gekend bent en aanvaard wordt door God, ondanks alles wat er is geweest, ondanks sporen van afwijzing die je kunt ervaren. De Psalmist wil ons daarin meenemen. Hij spoort ons aan, of daagt ons met zijn woorden uit, om niet te blijven steken in de diepe ervaring van verlatenheid en eenzaamheid waarin wij mensen gevangen zijn. Hij verwijst ons naar de karakteristieken van God: zijn eeuwigheid en intense genade. Die beide geven door hun grootsheid en hartelijkheid een ruimte, die overstijgt wat het primaire menselijke gevoel kan oproepen. Ze doen Gods werkelijkheid ervaren. Wat de Psalmist hoopvol bezingt, beschrijft Johannes als ervaring van de leerlingen met de opgestane Heer. Daarmee nadert het ons nog meer. Johannes schrijft over de leerlingen die bijeen zijn op de eerste dag van de week, in een huis waarvan de deuren zijn gesloten vanwege angst. De angst lijkt op het eerste gedeelte van Psalm 102. Het waren traumatische dagen voor de leerlingen. In het geval van Thomas was het een letterlijke eenzaamheid. De Persoon bij wie ze zich gekend en veilig voelden, was weg door Zijn dood. Erger kan het niet. Tegelijkertijd zijn ze wel bijeen op de eerste dag. En een week later opnieuw. Dit staat voor de gemeente die samenkomt. Het samenkomen is niets anders dan het je richten op God. Uitreiken boven wat je voelt en ervaart, naar de eeuwige en trouwe God. In dit samenkomen, wat ook het onze mag zijn, wordt de angst doorbroken. Christus komt in het midden staan. Ze worden verrast met 10

11 de vrede van Hem die de dood onderging en overwon. Ze weten zich gekend door de Opgestane Heer, wiens mogelijkheden veel groter en zijn liefde veel dieper is dan ze ooit gedacht hadden. De vrede van hem aan wie je kunt zien dat hij zelf door verlatenheid is heen gegaan. Die ontmoeting heeft een herscheppende kracht. De Psalmist schrijft in vers 23: het herschapen volk zal de lof van de HEER verkondigen. Johannes schrijft over Jezus die blaast over zijn leerlingen en zegt: ontvangt de heilige Geest. Naar analogie van Genesis waar Adam de adem krijgt ingeblazen, blaast Jezus en herschept zijn leerlingen tot Zijn volk. Ze verkondigen zijn lof. Zelfs voor Thomas geldt het. Op de achtste dag, de zondag na Pasen, is hij er bij. De Levende Heer kent hem, ook zijn twijfel. Zo wordt ook hij verrast met vrede, verrast met vreugde. Verrast door het feit dat je gekend bent door de eeuwige God. Amen Gezang 220 (A=allen, K=koor, O=orgel); A 1 Arr. 4 Rintje te Wies, 6 Albert Jan de Boer K 4 Sion, in bitter zielsverdriet, kon nog alleen maar klagen, en in haar huis klonk leed voor lied, werden tot nacht de dagen. A 5 Zingt nu de Heer! Hij is getrouw. Ook als wij niet meer hopen, bloeien aan dorens van de rouw lachend de rozen open. 11

12 K 6 't Woord was in onze mond verstomd, lag als een bleke dode. Godlof, de Geest des Heren komt en heeft het graf ontsloten. A 7 Zingt het de hoge hemel rond! 't Woord aan de dood ontsprongen werd weer een kracht in onze mond, brandend met vuren tongen. O 8 Christengemeente, jubelt nu! Dit zijn u goede dagen. Hemelse englen zullen u hier op de handen dragen. A 9 Jubelt, want die in aarde lag, zit op de troon verheven! Jubelt, want elke blijde dag is ons zijn woord tot leven! Gebeden: Gezongen en gesproken 12 I. Gezongen gebeden Responsies Rintje te Wies The Lord be with you, De Heer zij met u and with thy spirit. En met uw geest Let us pray: Laat ons bidden. Lord, have mercy upon us, Heer, ontferm u over ons, Christ, have mercy upon us, Christus, ontferm u over ons, Lord, have mercy upon us. Heer, ontferm u over ons. The Lord s Prayer Our Father, which art in heaven, hallowed be thy name;

13 Thy kingdom come; Thy will be done on earth as it is in heaven. Give us this day our daily bread. And forgive us our trespasses, as we forgive those who trespass against us. And lead us not into temptation; but deliver us from evil. Amen. Onze Vader, die in de hemel zijt, uw naam worde geheiligd, uw koninkrijk kome, uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden zoals ook wij onze schuldenaars vergeven. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Amen O Lord, show thy mercy upon us and grant us thy salvation. O Lord, save the Queen and mercifully hear us, when we call upon thee. Endue thy ministers with righteousness and make thy chosen people joyful. O Heer, schenk ons uw genade en geef ons verlossing O Heer, bewaar de koningin en hoor ons in genade aan als wij u aanroepen Bekleed uw dienaren met gerechtigheid en laat uw volk zich in U verblijden O Lord save thy people, and bless thine inheritance. 13

14 14 Give peace in our time, O Lord. because there is none other that fighteth for us, but only thou, O God. O God, make clean our hearts within us; and take not thy Holy Spirit from us (collect of the day) (collect for peace) O Heer, red uw volk en zegen uw erfdeel Geef vrede, Heer, in onze dagen want niemand strijdt voor ons dan Gij alleen O Heer, wil in ons een zuiver hart scheppen ontneem ons niet uw heilige Geest O God, the strength of all who put their trust in thee: Mercifully accept our prayers; and because through the weakness of our mortal nature, we can do no good thing without thee, give us the help of thy grace, that in keeping thy commandments we may please thee both in will and deed; through Jesus Christ our Lord, who liveth and reigneth with thee and the Holy Spirit, one God, for ever and ever. Amen. O God, de sterkte van allen die hun vertrouwen op u stellen: Ontvang onze gebeden in uw goedheid; en aangezien wij door de zwakte van onze sterfelijke natuur het goede niet kunnen doen zonder U, verleen ons de hulp van uw genade, zodat wij door uw geboden te houden U met onze wil en onze daden verheugen; Door Jezus Christus onze Heer, die met U en de Heilige Geest leeft en regeert, één God, voor immer en immer. Amen.

15 God, from whom all holy desires, all good counsels, and all just works do proceed: Give unto thy servants that peace which the world cannot give; that both our hearts may be set to obey thy commandments, and also that by Thee we being defended from the fear of our enemies may pass our time in rest and quietness; through the merits of Jesus Christ our Saviour. Amen. O God, uit wie alle heilige verlangens, alle goede raad, alle goede werken voortkomen, geef aan uw dienaren die vrede, die de wereld niet kan geven; dat onze harten uw wetten mogen gehoorzamen, en ook dat wij door U beschermd worden voor de angst voor onze vijanden. Moge onze tijd in rust en vrede voorbijgaan, dankzij de verdiensten van Jezus Christus, onze Redder. (collect for Aid against all Perils) Lighten our darkness, we beseech thee, O Lord; and by thy great mercy defend us from all perils and dangers of this night; for the love of thy only Son, our Saviour Jesus Christ. Amen. Verlicht onze duisternis, zo smeken wij U, o Heer; en bescherm ons door Uw grote genade, tegen alle verschrikkingen en gevaren van deze nacht, omwille van de liefde van Uw enige Zoon, onze Redder Jezus Christus. Amen II. Gesproken gebeden 15

16 Inzameling van vrijwillige gaven Anthem: Let my complaint Let my complaint come before thee, O Lord, give me understanding according to thy word. Let my supplication come before thee, deliver me according to thy word. My lips shall speak of thy praise when thou hast thought me thy statutes. Yea, my tongue shall sing of thy word, for all thy commandments are righteous. Let thine hand help me; for I have chosen thy commandments. I have longed for thy saving health, O Lord, and in thy law is my delight. O let my soul live, and it shall praise thee, and thy judgements shall help me. I have gone astray like a sheep that is lost; O seek thy servant, for I do not forget thy commandments. Glory be to the Father and to the Son: and to the Holy Ghost. As it was in the beginning is now and ever shall be: world without end. Amen. (psalm 119 : ) (allen gaan staan) 16

17 Slotgezang a, 5 k, 6-7 a 2 Om Christus' wil doe mij niet aan het kwaad dat ik U heb gedaan, veeleer vergeef mij, Heer, en geef dat ik voortaan in vrede leef. K 5 Wanneer mij slapeloosheid kwelt, geef dat uw Geest mij vergezelt. Laat mij niet raken in de macht der boze geesten van de nacht. 6 De dromen gaan hun eigen weg, neem Gij hun duister dreigen weg. Verjaag de wolven van uw schaap, want ik ben weerloos als ik slaap. 7 Looft God de Heer die eeuwig leeft, alles uit niets geschapen heeft, die ons tot aan zijn dag behoedt en onze ogen opendoet! Uitzending en zegen Uittocht van het koor en orgelspel 17

18 Diensten kunnen worden meegeluisterd of nageluisterd via > provincie Groningen > Groningen, Martinikerk Links: Contact over deze dienst: Maandelijkse Psalmenvespers in de Martinikerk Zondagavond, aanvang uur Datum Voorganger Psalm Koor 20 mei Ds. J.A. van den Berg Psalm 103 Martinikerkkoor juni 2012 Prof.dr. G.H. van Kooten Psalm 104 Roden Girl Choristers 15 juli Ds. J.A. van den Berg Psalm 105 Martinikerkkoor sept Ds. J.A. van den Berg Psalm 106 Martinikerkkoor okt Ds. O.C. Kerssen (Sloten) Psalm 107 Martinikerkkoor nov Ds. J.A. van den Berg Psalm 108 Martinikerkkoor dec 2012 Prof.dr. G.H. van Kooten Psalm 109 Martinikerkkoor Mocht u op de hoogte willen blijven van de data en de programmering, geeft u zich dan op voor nieuwsberichten over de Psalmenvespers via vesper@wijkgemeente-martinikerk.nl 18