Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Voorstel van wet van de leden De Hoop Scheffer en Verhagen tot wijziging van de Vreemdelingenwet (wettelijke vastlegging van de machtiging tot voorlopig verblijf) Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 10 december 1996 De vaste commissie voor Justitie 1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen tijdig zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel genoegzaam voorbereid. 1. Algemeen 1 Samenstelling: Leden: V. A. M. van der Burg (CDA), voorzitter, Schutte (GPV), Korthals (VVD), Janmaat (CD), De Hoop Scheffer (CDA), Soutendijk-van Appeldoorn (CDA), Van de Camp (CDA), Swildens-Rozendaal (PvdA), ondervoorzitter, M. M. van der Burg (PvdA), Scheltema-de Nie (D66), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Zijlstra (PvdA), Aiking-van Wageningen (Groep Nijpels), Rabbae (GroenLinks), J. M. de Vries (VVD), Van Oven (PvdA), Van der Stoel (VVD), Dittrich (D66), Verhagen (CDA), Dijksman (PvdA), De Graaf (D66), Rouvoet (RPF), B. M. de Vries (VVD), O. P. G. Vos (VVD), Van Vliet (D66). Plv. leden: Koekkoek (CDA), Van den Berg (SGP), Van Blerck-Woerdman (VVD), Marijnissen (SP), Biesheuvel (CDA), Bremmer (CDA), Doelman-Pel (CDA), Van Traa (PvdA), Van Heemst (PvdA), Bijleveld-Schouten (CDA), Rehwinkel (PvdA), Vliegenthart (PvdA), R. A. Meijer (Groep Nijpels), Sipkes (GroenLinks), Rijpstra (VVD), Middel (PvdA), Passtoors (VVD), Van Boxtel (D66), Van der Heijden (CDA), Apostolou (PvdA), vacature D66, Leerkes (U55+), Van den Doel (VVD), Weisglas (VVD), De Koning (D66). De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende initiatiefwetsvoorstel. Deze leden zijn van mening dat vreemdelingen die voor een langdurig verblijf naar Nederland komen, hun komst degelijk moeten voorbereiden. De machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) beoogt de immigratie planmatig te laten verlopen en kan ertoe bijdragen dat de opvang voor nieuwkomers meer consistent kan plaatsvinden. Daar staat tegenover dat de overheid de voorwaarden moet scheppen om de toelating van vreemdelingen niet onnodig te bemoeilijken door lange wachttijden en procedures. Deze leden hebben in dit verband een aantal vragen omtrent de uitvoering van de in deze wet voorgestelde maatregel. Allereerst constateren deze leden dat het voorliggende wetvoorstel op een aantal punten afwijkt van de bepalingen zoals verwoord in de Vreemdelingencirculaire 1994 (1 januari 1995 tot 1 januari 1999, kenmerk /94 IND Code TEV 1994/13; hierna als Vreemdelingencirculaire aangeduid). Deze leden vragen waarom de indieners de uitzondering hebben beperkt tot de categorieën van artikel 16a lid 2. Kunnen de indieners gemotiveerd uiteenzetten waarom de bepalingen e, f, g, h, i, j, en k die nu in de Vreemdelingencirculaire staan niet overgenomen zijn in dit wetsvoorstel? Deze leden zouden graag zien dat per afzonderlijke categorie gemotiveerd wordt uiteengezet waarom van de Vreemdelingencirculaire wordt afgeweken. De leden van de PvdA-fractie Arbeid hebben vooral veel moeite met het achterwege laten van bepalingen over vreemdelingen die houder zijn van een vergunning tot verblijf en een aanvraag om wijziging van het verblijfdoel indienen en de vreemdelingen die de status ex artikel 10, tweede lid, Vreemdelingenwet van rechtswege hebben verloren en een aanvraag om voortgezet verblijf indienen. Deze leden vinden het onredelijk om aan deze vreemdelingen de eis van een 6K4158 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 1996 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 1

2 mvv tegen te werpen. Voorts menen deze leden dat de hardheidsclausule, zoals verwoord onder categorie k van de Vreemdelingencirculaire, onderdeel moet uitmaken van de uitzonderingsbepalingen. Deze leden mede op grond van deze opmerkingen zijn van mening dat het advies van de Raad van State te verkiezen is om in dit wetsvoorstel alleen het uitdrukkelijk bieden van een grondslag in de wet op te nemen en niet de gehele regeling. Het argument van de indieners dat de rechterlijke macht anders opgezadeld wordt met de invulling van beleidsregels kan deze leden niet overtuigen. Er zullen immers nadere bepalingen in de Vreemdelingencirculaire worden opgenomen. In de Vreemdelingencirculaire zullen dan de verschillende categorieën opgenomen kunnen worden. De leden van de PvdA-fractie willen verder graag antwoord op de volgende vragen. Hoeveel verzoeken om voorlopige voorzieningen en beroepszaken hebben de rechtbanken in behandeling genomen in verband met het mvv-vereiste? Hoelang is de duur van afhandeling van een aanvraag om verlening van een mvv? Wat zijn de personele consequenties voor Nederlandse diplomatieke en consulaire vertegenwoordigng in het buitenland bij aanvaarding van het voorliggende wetsvoorstel? Zal dit uitbreiding vereisen, en zo ja, aan hoeveel formatieplaatsen wordt gedacht? Hoe zal de voorlichtingscampagne, zowel in Nederland als in het buitenland, verlopen? Wie is er verantwoordelijk voor een behoorlijke voorbereiding van het te nemen besluit op een aanvraag om verlening van een mvv? Ligt deze verantwoordelijkheid bij de Minister van Buitenlandse Zaken? Hoe ligt deze verantwoordelijkheid wanneer in een land waar de verzoeker voor een mvv verblijft geen Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging beschikbaar is? Is voldoende gegarandeerd dat eventuele andere ambassades die de taak tot het innemen van de aanvraag overnemen, voldoende geëquipeerd zijn? Welke taak behoudt de IND bij de behandeling van de aanvraag op de mvv? Hoe lang is de duur van de geldigheid van de mvv om daarmee toegang tot Nederland te hebben? Eén van de oorzaken van de komst van vreemdelingen zonder mvv is gelegen in het feit dat het te lang duurt voor dat een mvv wordt verleend. Zijn de indieners van het voorstel het met de leden van de PvdA-fractie eens dat het doen slagen van de voorgestelde maatregel staat of valt met de snelle afhandeling van de verzoeken door de Nederlandse diplomatieke en consulaire vertegenwoordiging? Verdient het in dit verband geen aanbeveling om de redelijke beslistermijn van 8 weken als bedoeld in artikel 4:13 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht hierbij van toepassing te laten zijn? Kunnen er voldoende procedurele waarborgen worden geboden, zoals het horen van de belanghebbende in het kader van de bezwaar- of beroepsprocedure? Hoe verloopt thans de bezwaar- en beroepsprocedure in de gevallen dat in het buitenland de machtiging tot verblijf wordt aangevraagd en de verzoeker bezwaar en/of beroep instelt? De leden van de VVD-fractie hebben met zeer veel belangstelling kennisgenomen van het voorstel van wet van de leden De Hoop Scheffer en Verhagen dat strekt tot wettelijke vastlegging van de machtiging tot voorlopig verblijf. Deze leden onderschrijven het voorstel de gehele regeling zoals die thans is neergelegd in artikel 52a van het Vreemdelingenbesluit en artikel 28, vijfde lid, van het Voorschrift Vreemdelingen in de Vreemdelingenwet op te nemen. Dat komt de duidelijkheid en rechtszekerheid ten goede. Ook de leden van de VVD-fractie gaan ervan uit dat de regering de noodzakelijke wijzigingen in het Vreemdelingenbesluit en het Voorschrift Vreemdelingen zal doorvoeren, mocht het wetsvoorstel worden aangenomen. Het bovenstaande neemt niet weg dat de leden van de VVD-fractie nog een aantal vragen willen stellen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 2

3 Welke instantie verleent de machtiging tot voorlopig verblijf? Is dat de visadienst van het ministerie van Buitenlandse Zaken of de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie of een andere instantie? Welke rol heeft de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging in dezen? Of fungeert deze vertegenwoordiging alleen als intermediair? Wordt de vreemdelingendienst in de gemeente waar de aanvrager van een mvv wil verblijven betrokken bij de beoordeling van de aanvraag? Zo ja, wat is hun rol precies? Betekent het voorstel dat een machtiging tot voorlopig verblijf moet worden afgegeven door een Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging in het buitenland dat een referent in Nederland zich niet meer mag richten tot de vreemdelingendienst met het verzoek of iemand in het buitenland in aanmerking komt voor een mvv? Waar moet de mvv worden aangevraagd als in het land van herkomst dan wel het land van bestendig verblijf geen Nederlandse vertegenwoordiging is? Kan men dan terecht bij een vertegenwoordiging van één van de Schengenpartners? Voorts willen de leden van de VVD-fractie graag weten hoe lang de bezitters van een mvv de gelegenheid hebben naar Nederland te reizen? Kortom, hoe lang is een eenmaal afgegeven mvv geldig? De leden van de VVD-fractie gaan ervan uit, dat de voorgestelde regeling geen gevolgen heeft voor de regeling voor langdurig illegalen, zoals neergelegd in het Tussentijds Bericht Vreemdelingencirculaire 1995/1. Zo neen, moet dat dan niet wettelijk dan wel anderszins worden vastgelegd? Gaarne krijgen zij daarop een reactie. Verder wensen de leden van de VVD-fractie te vernemen of de vreemdeling die een vergunning tot verblijf voor een tijdelijk verblijfsdoel heeft, bijvoorbeeld studie, en die een verzoek tot wijziging van het verblijfsdoel indient, terug moet naar het land van herkomst dan wel het land van bestendig verblijf om een mvv aan te vragen, alvorens in Nederland een aanvraag om toelating in behandeling kan worden genomen. Dezelfde vraag geldt voor de situatie dat een afhankelijke verblijfstitel is verstrekt voor verblijf bij een echtgenoot dan wel een partner, het huwelijk binnen drie jaar wordt ontbonden dan wel de relatie wordt beëindigd en er vervolgens verblijf bij een andere partner wordt aangevraagd. Moet deze persoon eerst in het land van herkomst dan wel het land van bestendig verblijf een mvv aanvragen? Voorts vragen de leden van de VVD-fractie welke gevolgen de regeling heeft voor die personen die een afhankelijke verblijfstitel hebben en die deze titel verliezen, bijvoorbeeld door het overlijden van de echtgenoot of de partner? Hebben deze personen de mogelijkheid in Nederland een zelfstandige verblijfsvergunning aan te vragen? Ook wensen de leden van de VVD-fractie te vernemen welke gevolgen de voorgestelde regeling heeft voor personen met een vergunning tot verblijf die niet tijdig om verlenging van het verblijf hebben gevraagd? Vervolgens leggen de leden van de VVD-fractie de indieners van het voorstel van wet de volgende casus voor, waarop zij gaarne een reactie krijgen. Een asielzoeker vraagt in Nederland een A-status en een vtv-humanitair aan. Beide aanvragen worden vervolgens afgewezen. Mag deze persoon, als er inmiddels sprake is van een partner in Nederland, bij wie verblijf wordt aangevraagd, de beslissing in Nederland afwachten? Of moet deze persoon eerst terugkeren naar het land van herkomst om daar een mvv aan te vragen, alvorens in Nederland een aanvraag om toelating in behandeling wordt genomen? Welke regeling zal gelden voor die personen die op het moment van inwerkingtreding van de wet in Nederland zijn, bijvoorbeeld op basis van een visum? Moeten deze personen terug naar het land van herkomst dan wel het land van bestendig verblijf voor het aanvragen van een mvv, alvorens men in Nederland een aanvraag om toelating kan doen? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie daarop een antwoord. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 3

4 Tenslotte vragen de leden van de VVD-fractie, ervan uitgaande dat het initiatiefwetsvoorstel kracht van wet krijgt, of artikel 1 Vreemdelingenbesluit niet moet worden aangepast aan de definitie van machtiging tot voorlopig verblijf, zoals voorgesteld in artikel I, onderdeel A. Gaarne krijgen zij daarop een reactie. Met belangstelling hebben de leden van de fractie van D66 kennisgenomen van het initiatiefwetsvoorstel. De formulering van het voorgestelde art. 16a Vw en de summiere toelichting daarop roepen echter wel de nodige vragen bij deze leden op. In zijn algemeenheid onderschrijven de leden van de D66-fractie het uitgangspunt dat iemand, die langer dan drie maanden in Nederland wil verblijven, bij de Nederlandse ambassade in het land van herkomst daarvoor toestemming moet vragen in de vorm van een machtiging tot voorlopig verblijf en de beslissing op die aanvraag in dat land moet afwachten. Een regeling van dit uitgangspunt voorkomt dat vreemdelingen reeds in Nederland verblijven, wanneer zij een dergelijk verzoek doen. Wordt het verzoek immers afgewezen, dan moet de Nederlandse overheid gaan controleren of de betreffende vreemdeling Nederland daadwerkelijk verlaten heeft. In de praktijk zorgt een dergelijke controle voor problemen. Daarnaast voorkomt een regeling van dit uitgangspunt dat de Vreemdelingendienst uitvoerig moet gaan beoordelen of de betreffende vreemdeling voor een machtiging tot voorlopig verblijf in aanmerking komt, nu de toets vooraf in het land van herkomst geschiedt. Kunnen de indieners inzicht geven in hoe lang gemiddeld de afhandeling van een mvv-aanvraag duurt? Zijn de Nederlandse diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen voldoende toegerust om snel en zorgvuldig de aanvragen te verwerken? Hoe verhoudt zich de duur van de behandeling tot de termijnen uit de Algemene Wet Bestuursrecht (art. 4: 13, lid 2, Algemene wet bestuursrecht)? Kunnen de indieners inzicht bieden in de extra kosten, die hun wetsvoorstel met zich brengt voor bijv. de personele bezetting op ambassades? Ten laste van welke begroting komen die? Hoe moeten vreemdelingen in landen waar geen Nederlandse vertegenwoordiging is, een mvv aanvragen? Hoe lang is de mvv geldig om daarmee toegang tot Nederland te hebben? Kan een mvv-aanvraag in het buitenland schriftelijk worden afgedaan of is er een hoorplicht? De regeling van dit uitgangspunt, zoals de Staatssecretaris dat had opgenomen in art. 52 a eerste lid Vreemdelingenbesluit, vond in de ogen van de Rechtseenheidskamer Vreemdelingenzaken van de de Arrondissementsrechtbank te Den Haag, sector bestuursrecht, in een uitspraak van 16 maart 1995 geen genade. Die regeling viel volgens de Rechtseenheidskamer niet binnen de in art. 16, eerste lid aanhef en onder a Vreemdelingenwet aan de besluitgever verleende bevoegdheid. De indieners baseren zich op deze overweging om tot het onderhavige wetsvoorstel te komen. Kunnen de indieners nog eens uitleggen, waarom zij ervoor gekozen hebben om de tot maart 1995 geldende gehele regeling in art. 52a Vb en art. 28 vijfde lid van het Vreemdelingen Voorschrift in de wet op te nemen? De leden van de D66-fractie constateren dat ook de Raad van State dezelfde vraag heeft, waarop de indieners erg kort en weinig overtuigend hebben gereageerd. Hebben de indieners onderzocht of art. 52 a, eerste lid, Vb niet ook een andere wettelijke grondslag heeft? Zijn de indieners het met de leden van de D66-fractie eens dat ook een globale wettelijke grondslag had kunnen volstaan met doorverwijzing naar lagere regelgeving voor de concrete invulling ervan? Zijn de indieners niet bevreesd, dat hun wetsvoorstel door de limitatieve opsomming van uitzonderingscategorieën het voor de praktijk Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 4

5 moeilijk maakt om in te spelen op nu nog niet voorziene situaties? Immers, wanneer dergelijke situaties zich aandienen, dan dient er eerst een wetswijziging plaats te vinden, alvorens met een nieuwe regeling gewerkt kan worden, zo merken de leden van de D66-fractie op. De leden van de GL-fractie hebben kennis genomen van het onderhavige iniatiefwetsvoorstel. Het roept vele vragen bij hen op. Zij waren kennelijk in tegenstelling tot de indieners verheugd over de uitspraken van de Raad van State, waarin het enkel ontbreken van een machtiging tot voorlopig verblijf niet als weigeringsgrond van de vergunning tot verblijf mocht worden gehanteerd, indien vaststond dat de vreemdeling overigens aan alle voorwaarden voor verblijf voldeed. Ook de uitspraak van de Rechtseenheidskamer Vreemdelingenzaken van de Arrondissementsrechtbank te Den Haag van 16 maart 1995 stemde de leden van de GL-fractie tot tevredenheid. Deze leden vragen overigens aandacht voor de brief van Forum, d.d. 13 november 1996, waarin gewezen wordt op het gegeven dat uit voormelde uitspraak van de Rechtseenheidskamer niet kan worden afgeleid dat de rechter van mening was dat een mvv-vereiste gewenst zou zijn. De conclusie uit de grote hoeveelheid jurisprudentie zou veeleer moeten zijn dat het stellen van en onverkort vasthouden aan het mvv-vereiste veelvuldig leidde tot probleemsituaties waarin de rechter zich genoodzaakt zag ongewenste en onredelijke bijeffecten te corrigeren. De leden van de GL-fractie kunnen zich niet aan de indruk onttrekken dat de indieners een groter belang hechten aan het voeren van een grondige papieren administratie dan aan de materiële vereisten voor toelating. Het voorstel behelst terugdringing van ongereglementeerde binnenkomst. Uit het voorstel blijkt niet dat de indieners zich de situatie hebben gerealiseerd dat aan een aanvraag van een verblijfsvergunning geen onregelmatige binnenkomst voorafging, doch bijvoorbeeld slechts vergeten werd tijdig voortgezette toelating te vragen na expiratie van de verblijfstitel. Evenmin houdt het voorstel rekening met vreemdelingen uit visumplichtige landen die hier een wettelijk verblijfsrecht kregen op grond van het EG-recht als echtgenoot van een EU-/EER onderdaan, wier verblijfsrecht vervalt door bijvoorbeeld het overlijden van de echtgenoot. Forum noemt in haar bovengenoemde brief meerdere voorbeelden van hier reeds verblijvende vreemdelingen. Het kan toch niet de bedoeling zijn hen onnodig op kosten te jagen door van hen te vergen dat zij uitsluitend ten behoeve van een perfecte administratie naar het land van herkomst reizen om daar al of niet voldoende toegerust ambassadepersoneel aan het werk te zetten ter verkrijging van een machtiging tot voorlopig verblijf? Uit het wetsvoorstel blijkt evenmin dat is voorzien in de mogelijkheid van een schriftelijk bij de Nederlandse vertegenwoordiging ter plaatse dan wel bij een Vreemdelingendienst of Minister van Buitenlandse Zaken in te dienen verzoek. Is dat overwogen, zijn de indieners daartoe alsnog bereid? Zo nee, waarom niet? Zo ja, zal daarbij dan eveneens aandacht worden besteed aan de vraag op welke wijze afwijzende beschikkingen ter kennis worden gebracht van de vreemdeling? Wordt er een geldigheidslimiet gesteld aan de mvv om toegang tot Nederland te krijgen? Extra zorg hebben de leden van de GL-fractie voor de gevolgen die het wetsvoorstel kan hebben voor de veiligheid van vreemdelingen die in hun land van herkomst of «bestendig» verblijf bij de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging een mvv aanvragen om te worden beschermd tegen een behandeling in strijd met artikel 3 VN-Antifolterverdrag of artikel 3 EVRM. En zal eveneens worden gewaarborgd dat de aanvragen om verlening van een vergunning tot verblijf van diegenen onder hen die geen vluchteling zijn in de zin van het Vluchtelingen- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 5

6 verdrag, niet buiten behandeling worden gesteld, zo vragen deze leden. Hebben de indieners zich overigens afgevraagd wat de personele kosten bij de rechtbanken en IND zullen zijn, omdat immers te verwachten valt dat herinvoering van het mvv-vereiste een grote toevloed aan bezwaarschriften en verzoeken zal genereren? En hebben de indieners zich laten informeren over het aantal behandelde verzoeken voorlopige voorziening en beroepszaken bij de rechtbanken in verband met invoering van de mvv-plicht op grond van het Vb? Er vallen eveneens tal van vragen te stellen met betrekking tot de personele bezetting van ambassades en consulaten, zoals opleidingsvereisten kennis van het vreemdelingenrecht alsmede van de Awb, klantvriendelijkheid, corruptiebestendigheid e.d. De leden van de GL-fractie willen tevens de vraag beantwoord zien of de huidige lijst van landen waarvoor het mvv-vereiste geldt onverkort zal worden gehandhaafd. In hoeverre is bij de samenstelling van die lijst rekening gehouden met commerciële belangen die Nederland heeft bij de aanwezigheid van buitenlandse bedrijven? De leden van de GL-fractie verzoeken nadrukkelijk om bij onverhoopte invoering van het voorliggende wetsvoorstel de invoering van een hernieuwd mvv-vereiste gepaard te doen gaan met een tijdige en uitvoerige voorlichtingscampagne, zowel in Nederland als in de landen van herkomst, ten einde te voorkomen dat betrokkenen door de nieuwe regeling worden overvallen. Tenslotte verzoeken deze leden de indieners in te willen gaan op de door Forum in haar brieven van 11 en 13 november 1996 gestelde vragen, voorzover niet in het voorafgaande aan de orde gesteld. De leden van de fractie van de RPF hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Deze leden complimenteren de indieners met het genomen initiatief. Naar aanleiding van hetgeen de indieners in hun initiatiefwetsvoorstel hebben voorgesteld hechten deze leden er aan een aantal vragen te stellen. Deze leden begrijpen dat de mvv in beginsel een vormvereiste is, zonder welke een aanvraag tot verblijf niet behoeft te worden behandeld en de vreemdeling onmiddellijk uitzetbaar is. De strekking van de bepaling is te voorkomen dat de IND hier te lande inhoudelijk de verblijfsaanspraken zou moeten onderzoeken. De leden vragen de indieners wat er naar hun oordeel zou moeten gebeuren indien de vreemdeling die wenst toegelaten te worden overigens wel aan alle voorwaarden tot verblijf voldoet. Wat staat hem te doen? Dient hij terug te gaan naar het land van herkomst om alsnog de mvv aan te vragen? Of wordt hij in de gelegenheid gesteld om de mvv in Nederland aan te vragen? De indieners noemen in de wet een limitatieve reeks gevallen op waarin geldt dat bij wijze van uitzondering het bezit van een mvv niet noodzakelijk is. Zien de aan het woord zijnde leden het goed, dan gold tot dusverre een ruimer gestelde reeks uitzonderingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om vreemdelingen die werkzaam zijn (geweest) op een Nederlands schip en vreemdelingen die een verblijfsvergunning hebben voor een tijdelijk doel en het doel willen wijzigen. Bovendien kan bij onevenredige hardheid worden afgezien van de mvv-vereiste. In dit licht bezien vragen de leden van de fractie van de RPF de indieners de lijst van uitzonderingen nader te beargumenteren. In het bijzonder willen zij weten of de indieners een harheidsclausule noodzakelijk achten. Een van de door de indieners vermelde uitzonderingen betreft de medische noodsituatie, omschreven als: «een zodanig acute medische noodsituatie dat behandeling onverwijld noodzakelijk is». De aan het woord zijnde leden geven de indieners in overweging deze bepaling aan te passen conform het (aangenomen) amendement van het lid Rouvoet op de Koppelingswet, waarin gesproken wordt van «medisch noodzake- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 6

7 lijke zorg» (kamerstukken II , , nr. 43). De uitzondering zou dan bijvoorbeeld kunnen luiden: vreemdelingen die zich in een situatie bevinden, waarin medische behandeling (onverwijld) noodzakelijk is. De aan het woord zijnde leden vragen hoe het voorgestelde vormvereiste wordt gezien. Is het een beschikking op basis waarvan bezwaar of beroep kan worden aangetekend? Of geldt, conform de oude regeling, dat alleen het besluit op de mvv zelf een beschikking is? Hoe moet voorts het feitelijke besluit tot uitzetting worden gezien in het geval geen mvv aanwezig is? Tot slot vragen de leden van de RPF-fractie of de indieners nadere informatie kunnen verstrekken over de (uitvoeringstechnische) ervaringen rond de mvv als vormvereiste zoals die tot dusverre gold? Konden de Nederlandse buitenlandse vertegenwoordigingen het werk dat daarmee verbonden was redelijkerwijs aan? De leden van de GPV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Zij ondersteunen het initiatief om een formeel-wettelijke grondslag te geven aan de machtiging tot voorlopig verblijf. Op een enkel punt stellen deze leden een vraag. De leden van de GPV-fractie vragen wat de meerwaarde is van de toevoeging aan de definitie van een machtiging tot voorlopig verblijf, dat de machtiging tot voorlopig verblijf moet zijn afgegeven na voorafgaande machtiging van de Minister van Buitenlandse Zaken. Betekent dit, dat een Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging eenmalig door de Minister moet worden gemachtigd tot het afgeven van machtigingen tot voorlopig verblijf of betekent dit, dat de Minister per individuele aanvraag de diplomatieke vertegenwoordiging moet machtigen? Indien dit laatste het geval is, vindt dan de inhoudelijke beoordeling van de aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf niet in Nederland plaats, zo vragen de leden van de GPV-fractie. 2. Artikelsgewijze behandeling Voorgesteld wordt die vreemdelingen vrij te stellen van een mvv die de nationaliteit bezitten van één door onze Minister aan te wijzen landen. Zal de huidige lijst van landen waarvan de burgers geen mvv hoeven aan te vragen worden gehandhaafd, zo vragen de leden van de VVD-fractie. De leden van de VVD-fractie merken op dat ingevolge het voorgestelde artikel 16a lid 1 een aanvraag om toelating alleen in behandeling kan worden genomen als er sprake is van een mvv welke is verstrekt door de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging in het land van herkomst van de aanvrager of het land van zijn bestendig verblijf. Kan worden aangegeven wat wordt bedoeld met «het land van zijn bestendig verblijf»? Voorts merken de leden van de VVD-fractie op dat in het voorgestelde artikel 16a lid 2 een aantal uitzonderingen limitatief wordt opgesomd. Betekent het gestelde onder c dat gezinsleden van toegelaten vluchtelingen, die niet in het land van herkomst verblijven, een mvv moeten aanvragen? Zo ja, kan dat gelet op het feit dat ingevolge lid 1 een mvv moet worden aangevraagd in het land van herkomst dan wel het land van bestendig verblijf? Het is immers de vraag of het land waar deze gezinsleden verblijven het land van bestendig verblijf is. Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie hierop een reactie. De leden van de D66-fractie wensen de volgende vragen te stellen. Lid 1 van het voorgestelde art. 16a Vw is «gesloten» geformuleerd. Zijn de indieners het met de leden van de D66-fractie eens dat het wenselijk is dat er in de formulering een hardheidsclausule wordt opgenomen, indien de uitzonderingen van lid 2 niet van toepassing zijn, en er sprake is van een Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 7

8 onevenredige hardheid om een reeds in Nederland verblijvende vreemdeling in zijn land van herkomst een mvv te laten aanvragen? Lid 2 van het voorgestelde art. 16a Vw kent vijf limitatief opgesomde uitzonderingscategorieën op de hoofdregel van lid 1. Is het een vreemdeling, die in het land van herkomst woont en bijvoorbeeld in een slechte gezondheidssituatie verkeert en in Nederland wil komen wonen, volgens de indieners toegestaan ongehinderd naar Nederland te komen? Of moet hij bij de Nederlandse ambassade een beroep doen op bijvoorbeeld de uitzondering, vermeld onder d? Zo ja, wat houdt dat dan in voor de werkzaamheden op de ambassade? Hoever moet het ambassadepersoneel gaan met het controleren of een uitzondering zich redelijkerwijs voordoet? Waarom hebben de indieners geen uitzondering gemaakt voor vreemdelingen, die op een studentenvisum in Nederland verblijven en die status bijvoorbeeld wegens huwelijk in een andere willen omzetten? Is het redelijk hen eerst naar het land van herkomst terug te sturen? Waarom hebben de indieners geen uitzondering gemaakt voor vreemdelingen, die hun geldende verblijfsvergunning niet op tijd hebben verlengd? In lid a vermelden de indieners dat de Minister landen kan aanwijzen, die onder de uitzonderingscategorie vallen. Op grond van welke criteria dient de Minister die landen aan te wijzen? Stellen de indieners hier een zgn. voorhangprocedure voor? Gezinsleden van toegelaten vluchtelingen reizen vaak niet rechtstreeks uit het land van herkomst naar Nederland, maar via een omweg. Soms onderbreken zij voor korte tijd hun reis noodgedwongen in een derde land om vervolgens de reis naar Nederland voort te zetten. Hoe moet in dit kader het woord «rechtstreeks» uit lid 2 sub c worden uitgelegd? Wat verstaan de indieners onder de term «acute medische noodsituatie»? Wat verstaan zij onder het woord «behandeling»? Beide begrippen worden gehanteerd in het voorgestelde art. 16 a lid 2 sub d. Zijn de indieners het met de D66-fractie eens dat het voor de hand ligt aansluiting te zoeken bij de in art. 8b tweede lid Vw gehanteerde term: «verlening van medisch noodzakelijke zorg»? De leden van de D66-fractie vragen de indieners waarom zij geen overgangsregeling hebben opgenomen. Wat moet er gebeuren met aanvragen, die vóór het tijdstip van inwerkingtreding zijn ingediend? Is het redelijk van de betreffende vreemdelingen te verlangen dat zij naar hun land van herkomst terugkeren om aldaar een mvv aan te vragen, zo vragen de leden van de D66-fractie. De voorzitter van de commissie, V. A. M. van der Burg De griffier van de commissie, Pe Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 8

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 203 Nederlanders in buitenlandse gevangenissen en buitenlanders in Nederlandse gevangenissen Nr. 1 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 255 Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter zake van de jaarrekening van stichtingen en verenigingen die een onderneming in stand

Nadere informatie

Vreemdelingenzaken. Adviescommissie voor. Postbus EH DEN HAAG. 24 november 2014 ACVZ/ADV/20 14/017

Vreemdelingenzaken. Adviescommissie voor. Postbus EH DEN HAAG. 24 november 2014 ACVZ/ADV/20 14/017 Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG aan Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heet mr. F. Teeven contactpersoon doorkiesnummer datum ons kenmerk uw kenmerk bijlage(n) onderwerp Postadres Postbus 20301

Nadere informatie

VOORZIENINGENRECHTER VAN DE RECHTBANK DEN HAAG

VOORZIENINGENRECHTER VAN DE RECHTBANK DEN HAAG uitspraak VOORZIENINGENRECHTER VAN DE RECHTBANK DEN HAAG Bestuursrecht zaaknummer: AWB 13/19825 en 13/19823 (gemachtigde: mr. drs. T. Neijzen), en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 Instantie Datum uitspraak 02-03-2007 Datum publicatie 05-09-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/30391, 06/30389 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 17 141 Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, eerste gedeelte (wijziging van Boek 4) Nr. 33 VERSLAG VAN

Nadere informatie

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 Rapport Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 2 Klacht Op 1 februari 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer Y. te Zwolle, ingediend door de Stichting Rechtsbijstand Asiel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 420 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 12 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 12 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers; STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 111 19 juni 2009 Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 15 mei 2009, nr. 5600380/09, houdende wijziging van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Hoofdstuk B12 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Hoofdstuk B12 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8529 28 maart 2014 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 20 maart 2014, nummer WBV 2014/10, houdende

Nadere informatie

Op grond van artikel 17, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000 voorgestelde wijzigingen van artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000:

Op grond van artikel 17, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000 voorgestelde wijzigingen van artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000: Op grond van artikel 17, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000 voorgestelde wijzigingen van artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000: Artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000 wordt gewijzigd als volgt: Artikel

Nadere informatie

Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 oktober 2002 Rapportnummer: 2002/307

Rapport. Datum: 10 oktober 2002 Rapportnummer: 2002/307 Rapport Datum: 10 oktober 2002 Rapportnummer: 2002/307 2 Klacht Verzoeker klaagt over de lange duur van de behandeling door de Visadienst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, ondergebracht bij de

Nadere informatie

Rapport. Datum: 11 juli 2003 Rapportnummer: 2003/218

Rapport. Datum: 11 juli 2003 Rapportnummer: 2003/218 Rapport Datum: 11 juli 2003 Rapportnummer: 2003/218 2 Klacht Verzoekers klagen over de lange duur van de behandeling door de Visadienst van het ministerie van Buitenlandse Zaken, ondergebracht bij de Immigratie-

Nadere informatie

Eiseres heeft tegen deze besluiten bij schrijven van 4 augustus 2009 en 14 September 2009 bezwaar aangetekend.

Eiseres heeft tegen deze besluiten bij schrijven van 4 augustus 2009 en 14 September 2009 bezwaar aangetekend. -r Uitspraak -r A -I RECHTBANK 's-gravenhage Nevenzittingsplaats Assen Sector Bestuursrecht Vreemdel ingenkamer Zaaksnummer: Awb 10/12344 en Awb 10/12341 Uitspraak van de rechtbank van 1 maart 2010 inzake:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402 ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402 Instantie Datum uitspraak 07-03-2013 Datum publicatie 18-04-2013 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB 12/26575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23689 Wijziging van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschrïften en van het Wetboek van Strafvordering Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 juni 2001 Rapportnummer: 2001/178

Rapport. Datum: 26 juni 2001 Rapportnummer: 2001/178 Rapport Datum: 26 juni 2001 Rapportnummer: 2001/178 2 Klacht Verzoeker klaagt over de wijze waarop de Visadienst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, ondergebracht bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst

Nadere informatie

2 Bezwaar en administratief beroep

2 Bezwaar en administratief beroep Bezwaar en administratief beroep A8/2.1.1 2 Bezwaar en administratief beroep 2.1 Algemeen Onder het maken van bezwaar wordt verstaan: het gebruik maken van de ingevolge een wettelijk voorschrift bestaande

Nadere informatie

5 Machtiging tot voorlopig verblijf

5 Machtiging tot voorlopig verblijf Machtiging tot voorlopig verblijf A415.1 5 Machtiging tot voorlopig verblijf 5.1 Inleiding De machtiging tot voorlopig verblijf is in art. 1 Vreemdelingenwet als volgt omschreven: het door een Nederlandse

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 882 Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 957 Wijziging kiesstelsel 26 976 Positie van de Eerste Kamer Nr. 3 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 maart 2000 De vaste commissie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 december 2005 Rapportnummer: 2005/397

Rapport. Datum: 23 december 2005 Rapportnummer: 2005/397 Rapport Datum: 23 december 2005 Rapportnummer: 2005/397 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Visadienst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, ondergebracht bij de Immigratie en Naturalisatiedienst

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

4 Gevallen waarin uitzetting achterwege blijft

4 Gevallen waarin uitzetting achterwege blijft L Gevallen waarin uitzetting achterwege blijft A614.2 4 Gevallen waarin uitzetting achterwege blijft In een aantal gevallen mag geen uitzetting plaatsvinden of moet deze worden opgeschort op grond van

Nadere informatie

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192 Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie haar klacht van 16 april 2004 over de lange duur van de behandeling

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3478

ECLI:NL:CRVB:2014:3478 ECLI:NL:CRVB:2014:3478 Uitspraak 14/5824 WWB-VV 27 oktober 2014 Centrale Raad van Beroep Voorzieningenrechter Uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening Partijen: [Verzoekster]te [woonplaats] (verzoekster)

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 581 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van Richtlijn 2011/51/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011

Nadere informatie

Rapport. Datum: 16 juli 2007 Rapportnummer: 2007/154

Rapport. Datum: 16 juli 2007 Rapportnummer: 2007/154 Rapport Datum: 16 juli 2007 Rapportnummer: 2007/154 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst aan hen geen bewijs van rechtmatig verblijf heeft verstrekt terwijl zij rechtmatig

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 581 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van Richtlijn 2011/51/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011

Nadere informatie

Uitspraak /1/A2 en /1/A2

Uitspraak /1/A2 en /1/A2 Uitspraak 201707806/1/A2 en 201802043/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3603

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15221 7 juni 2013 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 30 mei 2013, nummer WBV 2013/13, houdende

Nadere informatie

Rapport. Datum: 8 december 2000 Rapportnummer: 2000/370

Rapport. Datum: 8 december 2000 Rapportnummer: 2000/370 Rapport Datum: 8 december 2000 Rapportnummer: 2000/370 2 Klacht Op 12 augustus 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer R. te Eindhoven, met een klacht over een gedraging van

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107901/1/V1. Datum uitspraak: 15 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) op het

Nadere informatie

Resultaten van het IND-dossieronderzoek

Resultaten van het IND-dossieronderzoek Bijlage 1. Resultaten van het IND-dossieronderzoek 1. Inleiding In de kabinetsnota Privé geweld-publieke zaak, die de Minister van Justitie op 12 april 2002 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, is aandacht

Nadere informatie

uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 September 2016 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 September 2016 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen 010 Rechtbank Rotterdam 15:23:33 13-09-2016 2/7 uitspraak RECHTBANK DEN HAAG Zittingsplaats Rotterdam Team Bestuursrecht 3, V-nummer: uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 September 2016 op het

Nadere informatie

Verblijfsrechtelijke gevolgen van. (tijdelijk) verblijf buiten Nederland

Verblijfsrechtelijke gevolgen van. (tijdelijk) verblijf buiten Nederland Verblijfsrechtelijke gevolgen van (tijdelijk) verblijf buiten Nederland B2 1 Verblijfsrechtelijke gevolgen van (tijdelijk) verblijf buiten Nederland Inleiding Militaire dienstplicht en detentie buiten

Nadere informatie

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200800036/1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

CM01-025 Utrecht, 23 oktober 2001. Betreft: implementatie Richtlijn 2001/55 inzake tijdelijke bescherming van ontheemden

CM01-025 Utrecht, 23 oktober 2001. Betreft: implementatie Richtlijn 2001/55 inzake tijdelijke bescherming van ontheemden Permanente commissie Secretariaat van deskundigen in internationaal vreemdelingen-, telefoon 31 (30) 297 42 14/43 28 telefax 31 (30) 296 00 50 e-mail cie.meijers@forum.nl postbus 201, 3500 AE Utrecht/Nederland

Nadere informatie

Advies wijziging Vb2000 i.v.m. implementatie richtlijn 2001/55/EG

Advies wijziging Vb2000 i.v.m. implementatie richtlijn 2001/55/EG de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie Mevrouw drs. M.C.F. Verdonk Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Mw. mr. F.G Schoe 070 381 1413 27 april 2004 ACVZ/VZL/04/016 Advies wijziging Vb2000 i.v.m.

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201206551/1/V3. Datum uitspraak: 5 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Voortgezet verblijf secundaire migranten

Voortgezet verblijf secundaire migranten Voortgezet verblijf secundaire migranten B2 Voortgezet verblijf secundaire migranten 1 Inleiding 2 Wettelijke bepalingen 2.1 Afhankelijke verblijfstitels 2.1.1 De afhankelijke vergunning tot verblijf

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 29 936 Regels inzake beëdiging, kwaliteit en integriteit van beëdigd vertalers en van gerechtstolken die werkzaam zijn binnen het domein van justitie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 096 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met het verrichten van werkzaamheden op zondagen en feestdagen Nr.

Nadere informatie

B 19 Voortgezet verbliif 19

B 19 Voortgezet verbliif 19 B 19 Voortgezet verbliif 19 4 Voortgezet verblijf van vreemdelingen die voor verblijf bij (huwelijks-)partner of voor verruimde gezinshereniginp zijn toegelaten na verlies van de afhankeliike verblijfstitel

Nadere informatie

In bezwaar of beroep

In bezwaar of beroep In bezwaar of beroep Wanneer u het niet eens bent met een beslissing van de Nederlandse overheid op grond van de Vreemdelingenwet, dan kunt u hiertegen juridische stappen ondernemen. Dit informatieblad

Nadere informatie

Inleiding Verblijf in de vrije termijn Visa voor kort verblijf Uitgevers (november )

Inleiding Verblijf in de vrije termijn Visa voor kort verblijf Uitgevers (november ) 1 Inleiding Verblijf in de vrije termijn Paspoort-, visum- of mw-vereiste Vrijstelling van paspoort-, visum- of mw-vereiste Ontheffing van paspoort-, visum- of mw-vereiste Verplichtingen in verband met

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115 Rapport Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115 2 Klacht Op 8 oktober 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw K. te Sri Lanka, ingediend door mevrouw mr. I. Gerrand, advocaat

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22872 29 juli 2015 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 21 juli 2015, nummer WBV 2015/10, houdende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 681 Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2260 29 12 12februari 2009 Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 20 januari 2009, nr. 2009/3, houdende

Nadere informatie

IND-werkinstructie nr. 2005/32 (AUB)

IND-werkinstructie nr. 2005/32 (AUB) IND-werkinstructie nr. 2005/32 (AUB) ^~å Procesdirecteuren c.c. HDVB s~å Hoofddirecteur IND a~íìã 24 oktober 2005 sáåçéä~~íë Quest raadplegen låçéêïéêé Werkwijze naar aanleiding van prejudiciële vragen

Nadere informatie

Aan de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. Mw. mr. F.G Schoe december 2004 ACVZ/ADV/04/008

Aan de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. Mw. mr. F.G Schoe december 2004 ACVZ/ADV/04/008 Aan de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie Mw. mr. F.G Schoe 070 381 1413 29 december 2004 ACVZ/ADV/04/008 Advies wijziging Vb2000 Wet Inburgering Buitenland Geachte mevrouw Verdonk, Uw verzoek

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/087

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/087 Rapport Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/087 2 Klacht Op 16 juli 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer mr. S., advocaat te Boxtel, met een klacht over een gedraging

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000 (2008/10)

Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000 (2008/10) JU Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000 (2008/10) Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 12 februari 2008, nr. 2008/10, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000. Gelet op de Vreemdelingenwet

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16761 10 augustus 2012 Besluit van de Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel van 6 augustus 2012, nummer WBV 2012/18,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 26 732 Algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000) Nr. 90 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 27 september 2000

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: ? Raad vanstate 201111356/1/V4. Datum uitspraak: 19 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 127 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van de groep met recht op bijstand bij langer verblijf buiten Nederland

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/084

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/084 Rapport Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/084 2 Klacht Verzoeker klaagt over de lange duur van de behandeling door de Visadienst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, ondergebracht bij de Immigratie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 17 141 Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, eerste gedeelte (wijziging van Boek 4) Nr. 32 VERSLAG VAN

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241 Rapport Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241 2 Klacht Verzoeksters klagen erover dat zij geen contact konden krijgen met de Visadienst kort verblijf van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, ondergebracht

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 september 2003 Rapportnummer: 2003/319

Rapport. Datum: 18 september 2003 Rapportnummer: 2003/319 Rapport Datum: 18 september 2003 Rapportnummer: 2003/319 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND): - niet tijdig heeft gereageerd op haar brief van 22 oktober

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 12 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 12 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10189 30 juni 2010 Regeling van de Minister van Justitie van 25 juni 2010, nr. 5657798/10, houdende wijziging van de Regeling

Nadere informatie

Rapport. Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224

Rapport. Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224 Rapport Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224 2 Klacht Op 12 januari 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer H. te Altforst, met een klacht over een gedraging van de Immigratie-

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 549 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met nationale visa en enkele andere onderwerpen Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:10326

ECLI:NL:RBDHA:2014:10326 ECLI:NL:RBDHA:2014:10326 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 20-08-2014 Zaaknummer 14/6302 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 638 Mensenhandel Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 september 2005 Rapportnummer: 2005/293

Rapport. Datum: 26 september 2005 Rapportnummer: 2005/293 Rapport Datum: 26 september 2005 Rapportnummer: 2005/293 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie hem in de beschikking van 25 februari 2004 op zijn bezwaarschrift

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BK9140

ECLI:NL:CRVB:2009:BK9140 ECLI:NL:CRVB:2009:BK9140 Instantie Datum uitspraak 15-12-2009 Datum publicatie 14-01-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-6222 WWB Bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201101639/1/V1. Datum uitspraak: 20 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op de

Nadere informatie

A 4 1. Vreemdelingen aan wie verblijf in Nederland is toegestaan (art Vw)

A 4 1. Vreemdelingen aan wie verblijf in Nederland is toegestaan (art Vw) A 4 1 Hoofdstuk A 4 Toelating INHQUD 1 1.1 1.2 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4 1.3.5 1.3.6 1.3.7 2 2.1 2.2 Inle_Lding Vreemdelingen aan wie verblijf in Nederland is toegestaan (art. 8-10 Vw) Verblijf in de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 936 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van het recht op bijstand bij verblijf buiten Nederland Nr. 4 ADVIES RAAD

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 309 Besluit van 14 mei 1998 tot wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1989 Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

Ministerie van Justitie. - de Staf van de Koninklijke Marechaussee. IND/SBO april /94/IND geen mvv- en legesprocedures

Ministerie van Justitie. - de Staf van de Koninklijke Marechaussee. IND/SBO april /94/IND geen mvv- en legesprocedures co Ministerie van Justitie Immigratie- en Naturalisatiedienst, ' " -,-, ",', Postadres Postbus 30125. 2500 GC Den Haag Bezoekadres Schedeldoekshaven 101 Aan:. de Korpschefs Politieregio's 2511 EM Den Haag

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36324 17 december 2014 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 10 december 2014, nummer WBV 2014/33,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 258 Wet van 24 mei 2012 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met nationale visa en enkele andere onderwerpen 0 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 059 Algemene bepalingen met betrekking tot de erkenning van EG-beroepskwalificaties (Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties) Nr. 7 NOTA

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2013:19292

ECLI:NL:RBDHA:2013:19292 ECLI:NL:RBDHA:2013:19292 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 24-12-2013 Datum publicatie 15-04-2014 Zaaknummer AWB 13-2852 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 143 Besluit van 8 april 2019 tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000, in verband met de aanpassing van enkele regels voor de beoordeling

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 12691 24 augustus 2009 Besluit van de Minister van Justitie van 24 juli 2009, nr. 2009/18, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire

Nadere informatie

Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000

Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000 JU Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000 Besluit van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 26 mei 2004, nr. 2004/34, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000 Gelet op de

Nadere informatie

3. Verzoekers konden zich met het voorgaande niet verenigen en dienden bij brief van 11 april 2007 een klacht in.

3. Verzoekers konden zich met het voorgaande niet verenigen en dienden bij brief van 11 april 2007 een klacht in. Rapport 2 h2>klacht Verzoekers klagen over de door de staatsecretaris van Justitie gevolgde intrekkingsprocedure van de aan hen verleende verblijfsvergunningen asiel voor bepaalde tijd. Met name klagen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201205761/1/V1. Datum uitspraak: 31 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht {hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 augustus 2002 Rapportnummer: 2002/258

Rapport. Datum: 26 augustus 2002 Rapportnummer: 2002/258 Rapport Datum: 26 augustus 2002 Rapportnummer: 2002/258 2 Klacht Verzoeker klaagt over de lange duur van de behandeling door de Visadienst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, ondergebracht bij de

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2011:BT6286

ECLI:NL:RBSGR:2011:BT6286 ECLI:NL:RBSGR:2011:BT6286 Instantie Datum uitspraak 27-09-2011 Datum publicatie 30-09-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 11/18267 & 11/18269 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

uitspraak van de voorzieningenrechter van 18 november 2013 in het geschil tussen verzoekster 1,

uitspraak van de voorzieningenrechter van 18 november 2013 in het geschil tussen verzoekster 1, /uitspraak ^ RECHTBANK DEN HAAG Zittingsplaats Groningen Afdeling bestuursrecht zaaknummers: AWB 13/19184 en AWB 13/19179 uitspraak van de voorzieningenrechter van 18 november 2013 in het geschil tussen....,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 mei 2002 Rapportnummer: 2002/136

Rapport. Datum: 2 mei 2002 Rapportnummer: 2002/136 Rapport Datum: 2 mei 2002 Rapportnummer: 2002/136 2 Klacht Verzoeker klaagt over de lange duur van de behandeling van zijn aanvraag van 17 april 2000 om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) ten

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 Rapport Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 2 Klacht Verzoeker, een Afghaanse asielzoeker, klaagt over de lange duur van de behandeling door de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2838 17 februari 2011 Besluit van de Minister voor Immigratie en Asiel van 8 februari 2011, nr. WBV 2011/1, houdende wijziging

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:4914

ECLI:NL:RBDHA:2016:4914 ECLI:NL:RBDHA:2016:4914 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 25-03-2016 Datum publicatie 06-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 14610 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201112531/1/V1. Datum uitspraak: 11 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)

Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de

Nadere informatie

Verwerking Overeenkomst EG-Zwitserse Bondsstaat in Vc 2000

Verwerking Overeenkomst EG-Zwitserse Bondsstaat in Vc 2000 JU Verwerking Overeenkomst EG-Zwitserse Bondsstaat in Vc 2000 Tussentijds Bericht Vreemdelingencirculaire TBV 2003/18 Aan: de Korpschefs Politieregio s de Korpsbeheerders Politieregio s de Bevelhebber

Nadere informatie

Ministerievan Justitie telefoon (070) telex mvj nl faxnummer (070)

Ministerievan Justitie telefoon (070) telex mvj nl faxnummer (070) Beschikkina Ministerievan Justitie telefoon (070) 37079 11 telex 30912 mvj nl faxnummer (070) 370 7900 1 Directie Vreemdelingel)zaken postbus 30125.2500 GC Den Haag faxnummer (070) 3703607 Staf Beleidsontwikkeling

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903 ECLI:NL:RBDHA:2017:7903 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10-07-2017 Datum publicatie 24-07-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 25671 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -

Nadere informatie