Taalontwikkeling van het jonge kind:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Taalontwikkeling van het jonge kind:"

Transcriptie

1 Mondelinge taalvaardigheid Woordenschat en woordgebruik heeft een passieve woordenschat van gemiddeld 4000 woorden heeft een actieve woordenschat van gemiddeld 2000 woorden gebruikt woorden in een andere situatie gebruikt steeds meer verschillende en complexere woorden - kent het verschil tussen ik, jij, hij/zij - gebruikt verleden tijd, bijvoorbeeld: We gingen naar de dierentuin. - gebruikt onbepaalde voornaamwoorden, bijvoorbeeld: iedereen, alles... - gebruikt bijvoeglijke naamwoorden, bijvoorbeeld: kleine, rode... - gebruikt het woordje er, bijvoorbeeld: Er zit een poes in de tuin. Geef een doe-opdracht om te kijken of een kind een woord passief kent. Vraag bijvoorbeeld: Wil jij voor mij de kwast pakken? Kijk of kinderen plaatjes, bijvoorbeeld in prentenboeken, kunnen aanwijzen bij woorden. Laat kinderen voorwerpen aanwijzen terwijl je vraagt: Waar zie je de lantarenpaal op het plaatje?. Controleer wel zelf even of de plaatjes duidelijk het woord afbeelden. Geef de kinderen een mandje en laat ze spulletjes verzamelen rondom een bepaald thema, bijvoorbeeld: stop een auto in het mandje, stop een motor in het mandje, et cetera. Of kinderen actief een woord beheersen kun je ook peilen door kinderen plaatjes te laten benoemen of te laten vertellen bij platen in prentenboeken: Wat is dat? Wat doet het kindje daar? Daag kinderen uit om een nieuw woord te gebruiken. Het regent vandaag buiten wat kunnen we nou gebruiken om niet nat te worden? Praat met de kinderen over het thema van de week door een woordweb van het thema te maken door middel van plaatjes. Laat de kinderen de plaatjes benoemen. U heeft net een prentenboek voorgelezen over Bas die mama helpt. Die middag gaat u met de kinderen net als Bas schoonmaken: De vloer is zo vies. Daan, wat hebben we nu nodig om de vloer schoon te maken? Door tijdens uw eigen handelingen zo veel mogelijk hardop te verwoorden wat u doet en ziet, kan elke routine of activiteit gebruikt worden om te werken aan woordenschatontwikkeling. Naast de dagelijkse situaties waarin de woordenschatontwikkeling wordt gestimuleerd, creëert u ook bewust situaties waarin nieuwe woorden aan bod komen. U kunt hierbij denken aan interactief voorlezen of praten over een thema aan de hand van verschillende voorwerpen (zie ook Taallijn VVE: Peuters interactief met taal, p ). Speel met kinderen verhalen uit prentenboeken na, waarbij je zelf de hoofdrol aanneemt en kinderen uitdaagt de woorden uit het boek te gebruiken. Observeer een kind 5 minuten en schrijf op wat dit kind zegt. Spreek met een collega af dat zij hetzelfde doet bij dit kind. Bespreek het taalgebruik wat jullie geobserveerd hebben. Maakt het kind zinnen in verleden tijd? Zegt het ik als hij over zichzelf spreekt? Wanneer er gelegenheid voor is kan het heel leuk zijn dit ook een keer te doen in groep 1 en 2. Wat valt op aan het verschil in taalniveau? Lok het gebruik van bepaalde woorden uit. Gebruikt het kind bijvoorbeeld bijvoeglijk naamwoorden? Wat is dat voor auto? Wat een mooie kleur. Is dat blauw? Als een kind dit nog niet beheerst, zal hij het vaak ook niet correct herhalen. Gebruik zelf verschillende woorden en een rijke variatie aan contexten. Herhaal deze woorden in verschillende (spel)situaties. Bij het voorlezen, meespelen, in versjes en liedjes kunt u dezelfde woorden terug laten komen. Peil zo op een speelse manier of kinderen woorden en bepaalde woordvormen beheersen. Veel liedjes en versjes zijn geschikt om kinderen nieuwe woorden aan te leren. Gebruik bijvoorbeeld de liedjes uit Kleuterwijs (2004, Haverkort, Van der lei en Noordam). Hierin zijn woorden onderaan het liedje specifiek genoemd. Er staat dan bijvoorbeeld Taal: schoenen, klompen, gymschoenen. Ook staan er allerlei lessuggesties bij.

2 Mondelinge taalvaardigheid heeft 75% van de klinkers en medeklinkers van het Nederlandse taalsysteem verworven - laat onbeklemtoonde lettergrepen niet langer weg (zegt bijvoorbeeld niet langer naan maar banaan ) - heeft nog moeite met clusters van medeklinkers (zegt bijvoorbeeld tap i.p.v. trap ) - laat laatste medeklinker soms nog weg (vooral l en r, zegt bijvoorbeeld kame i.p.v. kamer ) Doe spelletjes met kinderen waarbij ze bijvoorbeeld woorden heel langzaam moeten zeggen. Zeg rijmpjes en versjes waarbij klankherhaling een belangrijke rol spelen (bijvoorbeeld Leentje leerde Lotje lopen ). Maak woordgrapjes door de eerste klank van een woord te vervangen voor een andere klank of een klank toe te voegen: Wie wil er nog een tappeltje? Gebruik de techniek van het verbeterd herhalen, bijvoorbeeld als het kind zegt: ik wil naan. Jij reageert door daarop te antwoorden: Wil je een banaan? Vloeiend en verstaanbaar vertellen vertelt over wat hij gedaan of meegemaakt heeft op verstaanbare en begrijpelijke wijze - maakt zinnen met een vervoegd werkwoord, bijvoorbeeld: Peter heeft zuiger uit(ge)daan. - maakt eenvoudige samengestelde zinnen (en, dan, toen, en dan, en toen...) - maakt vraagzinnen (wie, wat, waar, hoe...) - kan praten over thema s buiten het hier-en-nu - heeft nog moeite met lange zinnen - maakt nog regelmatig fouten met onregelmatige vervoegingen (zegt bijvoorbeeld Ik loopte ) benoemt en beschrijft alledaagse aspecten, zoals mensen, plaatsen en dingen - maakt zinnen met een vervoegd werkwoord, bijvoorbeeld: Peter heeft zuiger uit(ge)daan. - maakt eenvoudige samengestelde zinnen (en, dan, toen, en dan, en toen...) - maakt vraagzinnen (wie, wat, waar, hoe...) - kan praten over thema s buiten het hier-en-nu - heeft nog moeite met lange zinnen - maakt nog regelmatig fouten met onregelmatige vervoegingen (zegt bijvoorbeeld Ik loopte ) beschrijft veel voorkomende handelingen, zoals eten of naar bed gaan - maakt zinnen met een vervoegd werkwoord, bijvoorbeeld: Peter heeft zuiger uit(ge)daan. - maakt eenvoudige samengestelde zinnen (en, dan, toen, en dan, en toen...) - kan praten over thema s buiten het hier-en-nu - heeft nog moeite met lange zinnen - maakt nog regelmatig fouten met onregelmatige vervoegingen (zegt bijvoorbeeld Ik loopte ) Laat de kinderen in de kring iets vertellen over wat ze in het weekend gedaan hebben. Het kindje ernaast herhaalt (kort) wat het kindje naast hem vertelt heeft. Samen met de kinderen ruimt u de rommel in de speelzaal op. Tijdens het opruimen stimuleert u de kinderen om aan te geven wat ze aan het doen zijn. U kunt de kinderen daarbij helpen door zelf zoveel mogelijk te verwoorden wat u ziet gebeuren en kinderen daarop te laten reageren. Stel hierbij vooral veel vragen. Tijdens het opruimen kunt u het hebben over de handelingen: waar leg ik de pan neer? U kunt dan samen met het kind een geschikte plek bedenken (bijvoorbeeld in de keukenkast). (Uit: Puk & Ko. Activiteitenboek: Welkom Puk!, p. 10) Laat kinderen vertellen aan de hand van iets wat ze meebrengen, bijvoorbeeld een folder van iets waar ze naar toe zijn geweest. Laat kinderen verschillende kledingstukken benoemen. Een variatie hierop kan zijn het benoemen van de rol van mensen (broer, moeder, opa, etc.) of plaatsen (school, thuis, in de speeltuin, etc.) in de directe omgeving (zie voorbeeld Puk & Ko. Activiteitenboek: Wat heb jij aan vandaag?, p. 6-7). (Zorg dat je deze kledingstukken kunt laten zien door ze in een spannende doos met daarover een kleed één voor één tevoorschijn te toveren.) Gebruik een handpop om taalgebruik bij kinderen uit te lokken. Doe bijvoorbeeld of kikker nieuw is in de groep en laat de kinderen vragen stellen aan kikker: Wie ben jij? Waar woon jij? Hoe heet jij? Speel poppenkastverhalen. Op internet zijn verhalen te vinden geschikt voor peuters, waarbij de dialoog tussen twee poppen als voorbeeld dient voor de kinderen. Stimuleer kinderen om complexere taalfuncties te gebruiken bij het praten, bijvoorbeeld door te vragen: Wat is er toen gebeurd? Wat betekent dat? Is dit dan groter of kleiner? Als dit niet kan wat kun je dan proberen? Benoem tijdens activiteiten wat je handelingen zijn. Laat een kind de handelingen ook uitvoeren en vraag dan vervolgens wat het kind doet. Bijvoorbeeld: Ik zet de bekers op zijn kop in de kast. Wil jij de andere bekers doen? Wat ben je nu aan het doen? Het is onderdeel van het natuurlijk taalontwikkelingsproces dat kinderen fouten maken in hun taalgebruik, bijvoorbeeld dat ze zeggen ik loopte. Dit hoeft en kunt u niet bewust stimuleren, maar zal met de tijd verdwijnen. Eventueel kunt u bij oudere kinderen de techniek van verbeterd herhalen toepassen. Luisteren kan enkelvoudige instructie begrijpen en uitvoeren Geef de kinderen een opdracht die ze moeten uitvoeren. Bijvoorbeeld: Pak voor mij een bal. Dit kan ook met bewegingen, zoals Raak je oren aan. Herhaal dat vervolgens met verschillende bewegingen. Probeer het moeilijker te maken door in één zin twee instructies te geven: Ga op een been staan en leg je hand op je hoofd. Gebruik hiervoor bewegingsliedjes zoals hoofd, schouders, knie en teen of met de vingertjes.

3 Mondelinge taalvaardigheid Luisteren luistert naar een op de leeftijd afgestemd verhaal en ontwikkelt verhaalbegrip door het interactief voorlezen luistert naar een op de leeftijd afgestemd radio-/televisiefragment of gesproken tekst op internet luistert naar een ander Kies een prentenboek dat bij de beginsituatie van een kind past. Voor kinderen die niet zo veel voorleeservaring hebben moeten dit geen boeken zijn met veel tekst. Stel vragen die niet te open zijn; laat een kind bijvoorbeeld iets aanwijzen in plaats van te vragen wat zie je?. Probeer het voorlezen zo op te bouwen. (Er bestaat veel literatuur en andere materialen over interactief voorlezen, bijvoorbeeld de cd-rom Interactief voorlezen aan peuters van het Expertisecentrum Nederlands). Later kun je overgaan op het stellen van open vragen met wat, waar, wie, hoe en waarom. Speel als leidster verhalen uit boeken na, samen met de kinderen, bijvoorbeeld bij het boek Welterusten kleine beer: maak een berenhol in het lokaal en speel met elkaar het opruimen na. Weten de kinderen nog hoe het verhaal ging? Stel vragen: Wat gebeurde er toen? En daarna? Speel het vervolgens voor. Denk aan televisie-/internetprogramma s die de taalontwikkeling kunnen stimuleren. Er zijn al luisterboeken voor peuters, bijvoorbeeld van Nijntje. Verder is de website van Sesamstraat goed toegankelijk voor peuters en kleuters met liedjes. Soms moeten drukke kinderen wat afgeremd worden en geleerd worden om naar andere kinderen te luisteren. Een manier om kinderen te leren naar elkaar te luisteren is het gebruik van een praatbeer. Alleen het kind dat de praatbeer heeft, is aan het woord. De andere kinderen luisteren. Hier kun je ook voor de spelvorm kiezen: het ene kind vertelt iets en de ander probeert het na te vertellen. Ook het doorfluisterspelletje in de simpelste vorm is hier al te gebruiken. Het ene kind fluistert een woord in het oor van de ander. Wat heeft het gezegd? Gesprekje voeren kan een gesprek voeren met leidster en ander kind kent enkele gespreksregels reageert spontaan op ander kind of leidster, bijvoorbeeld door iets over zichzelf te vertellen Creëer ook voor stillere kinderen een mogelijkheid om actief deel te nemen aan een gesprek. Bijvoorbeeld door het aantal gesprekspartners bewust klein te houden, of tweetallen te vormen waarbij het wat stillere kind zich op zijn gemak voelt. Creëer een gesprekssituatie die niet te direct is. Speel bijvoorbeeld even mee voordat je een gesprek aangaat. Gebruik ook hier de praatbeer. Zeker voor stille kinderen die dit spannend vinden, zorgt dit voor veiligheid. Praat met elkaar rondom een prentenboek of filmpje. Stel in het begin gesloten vragen en later pas open vragen. Bespreek met de kinderen waarom iedereen de kans moet krijgen om wat te zeggen en waarom het niet goed is om tegelijk te praten. Bespreek, of speel uit, wat er gebeurt als er geen gespreksregels zouden zijn (dan zouden we elkaar helemaal niet meer verstaan). Maak samen een top-5 die mooi versierd in de klas komt te hangen. Herhaal de regels en spreek kinderen er ook consequent op aan als ze zich er niet aan houden. Gebruik hierbij plaatjes en symbolen, waardoor kinderen ze beter kunnen onthouden en bespreek ze vooraf aan een gesprek altijd even. Bijvoorbeeld: Wat betekent de vinger voor de mond? Observeer kinderen in samenspel. Stimuleer een kind als het je opvalt dat hij weinig over zichzelf vertelt. Laat hem bijvoorbeeld een foto of voorwerp van thuis meebrengen om over te vertellen. De ik-koffer is hier een goed middel voor: een kind mag de ik-koffer mee naar huis nemen en er vier dingen van zichzelf instoppen. Deze mogen tijdens een volgend bezoek op een speciale tafel staan en tijdens de kring ( of in een kleine kring) mag de leerling er zelf iets over vertellen. Probeer in te spelen over wat je weet over een kind. Bijvoorbeeld: een kind is erg geïnteresseerd in de trein en weet er al veel van. Zet in zo n geval een paar treinen aan het begin van de dag op een tafel in de kring en kijk wat er gebeurt of vraag: Wie weet wat dat voor treinen zijn?

4 Mondelinge taalvaardigheid Gesprekje voeren geeft antwoord op vragen van de leidster of ander kind - wie, wat, waarvragen - aanwijsvragen - luistervragen - voorspelvragen - keuzevragen (tussen twee dingen kiezen) De leidster zorgt er voor dat alle peuters in het groepje een kans krijgen om actief deel te nemen aan het gesprek. Voor de wat stillere peuters creëert zij daarvoor soms bewust kansen door hen bijvoorbeeld een gerichte vraag te stellen of een bijdrage van een ander kind aan hen door te spelen. Zij is alert op non-verbale signalen van stille peuters. Wanneer zij zulke signalen waarneemt, moedigt ze hen aan om hun gedachten te verwoorden. De leidster geeft deze kinderen zo net het extra zetje dat ze nodig hebben. (Uit : Taallijn VVE : Peters interactief met taal, p. 50) Er zijn verschillende soorten vragen die je kinderen kunt stellen. Damhuis en Litjens (2000/2003) geven een overzicht van verschillende soorten vragen waarbij minder of meer ruimte is voor kinderen. Oplopend van geen interactie tot veel interactie: - aanwijsvragen - ja/nee/wie/wat/waar/of-of vragen - waarom/hoe-vragen - tegendeel-vragen (jij hebt toch niet...?) - vragen naar eigen ervaringen. (Uit : Taallijn VVE : Peters interactief met taal, p. 51) Mening uiten en vragen stellen leert vergelijkingen te maken en zijn mening te geven stelt vragen om ergens meer over te weten te komen: wat, wie, waar, waarom vraagt om hulp Laat kinderen ervaringen opdoen met het ontwikkelen van een eigen voorkeur en geeft daar uitdrukking aan. Laat ze bijvoorbeeld iets proeven en vraag of ze het lekker of vies vinden. Laat kinderen iets vertellen naar aanleiding van een voorwerp, filmpje of verhaal. Bijvoorbeeld: het verhaal gaat over een meisje dat gaat paardrijden. Stel vervolgens vraag als: Wie zou er ook wel op een paard willen rijden? Wie niet? Misschien kunnen ze al antwoord geven op de vraag Waarom wel/ niet. Je kunt de kinderen vervolgens ook twee rijtjes laten maken: kinderen die paardrijden leuk vinden in de ene rij en die het niet leuk vinden in de andere rij. En benadruk dan dat je zelf mag weten of je het leuk vindt of niet. Een uitbreiding hierop is Wat vind je leuker? en het kind vervolgens twee keuzes voorleggen: Zwemmen of fietsen? Of vind je het even leuk? Ook hier kun je twee rijen laten maken. Een plaatje van de fiets aan de ene kant en een plaatje van een zwembad aan de andere kant. Een variatie hierop heeft met gevoelens te maken; je hangt een kaartje op met een smiley die blij kijkt en een smiley die verdrietig kijkt. Geef dan de kinderen situaties, bijvoorbeeld Als ik een ijsje krijg, dan ben ik.. Kinderen ontdekken hier ook dat er verschillende meningen kunnen zijn. Lees het boek Waarom waarom - Tapir en de kaaiman van Annemarie van Haeringen. Een kleine tapir wil alles weten: Waarom is de hemel blauw? Waarom is de aarde niet vierkant? Wanneer gaan we eten? En wat eet de kaaiman als avondeten? Dan krijgt hij als antwoord: Ga maar naar de kaaiman en vraag het hem zelf... Maar waar woont de kaaiman? De kleine tapir gaat op zoek. En dan ontdekt hij wat de kaaiman als avondeten wil hebben! Laat kinderen elkaar interviewen. Hoe heet je? Waar woon je? Wat vind je het leukste speelgoed? Vervolgens vertellen ze in de kring over de ander. Hiervoor kun je ook handpoppen inzetten. Praat met de kinderen over hulp vragen. Wanneer doe je dat? En aan wie vraag je hulp? Vraag je wel eens hulp aan een vriendje of vriendinnetje? Praat ook over wat ze zelf kunnen en waar ze geen hulp bij nodig hebben, zoals rits dichtmaken of veters vastmaken. Helpen ze zelf thuis hun papa of mama, bijvoorbeeld met de tafel dekken of de was? Benoem de hulp die kinderen willen als ze bij je komen en bijvoorbeeld zeggen: Mijn veter is los. Geef als tegenreactie: Zal ik je veter vastmaken? Of nog simpeler: Juf, wil je mijn veter vastmaken?

5 Ontluikende- en beginnende geletterdheid Leesplezier beleeft zichtbaar plezier aan voorlezen, boeken en rijmpjes Vertel de kinderen dat je een rijmpje kent over het knuffelen van een pop. Zeg het volgende rijmpje van Nannie Kuiper op met de bijbehorende bewegingen. Een knuffeltje hier en een knuffeltje daar. Op je wang, op je oor, in je nek, in je haar Nee wacht eens even, ik ben nog niet klaar. Ik vind je zo lief, op je neus ook een paar (Uit: Puk en ko. Knuffels, p. 8 en 9) Herhaal het een paar keer. Laat de kinderen meedoen door ze te vragen hun eigen beer of pop een kusje te geven. Zorg voor een prettige boekenhoek met bijvoorbeeld zitkussens of een bankje. Zet de boeken uitnodigend neer en verwissel ze regelmatig. Veel bibliotheken bieden de mogelijkheid aan scholen en peuterspeelzalen om een kist met prentenboeken te lenen. Lees zelf ook regelmatig een verhaal in de boekenhoek voor. Lees het verhaal Masja wil regen voor. Tijdens het voorlezen geef je de kinderen de kans te reageren op het verhaal en de prenten. Ook stel je tijdens het voorlezen vragen die gericht zijn op de structuur van het verhaal. Dit kun je doen door te wijzen op het weer buiten en op het gezicht van Masja. Zo wordt het duidelijk dat Masja steeds bozer wordt en dat het weer niet verandert. Stel de vraag of Masja blij is met het weer buiten. (Uit:Puk en Ko. Boekje regen, p22) Lees een boekje voor waarin verschillende emoties worden benoemd, bijvoorbeeld de boekjes van De kleine prinses (Tony Ross). Je kunt ook tekeningen gebruiken van verschillende emoties. Laat daarna een voor een de prenten zien van een bepaalde emotie. Vraag aan de kinderen of ze de emotie nadoen: Kunnen jullie ook blij kijken? (Vier basisgevoelens zijn boos, bang, blij en verdrietig.) De boekjes van Bobbi beer (Bijlsma en Maas)zijn ook geschikt. Deze boekjes bestaan uit een verhaaltje op rijm en hebben verschillende thema s. De boekjes van Hoera en Liselotje (Marianne Busser en Ron Schröder) bestaan ook uit verhaaltjes op rijm met een bepaald thema. Speel verhalen na het voorlezen met elkaar uit. Of de leidster kan dit doen. Oriëntatie op boek en verhaal ontdekt de samenhang tussen illustratie en tekst Kies een prentenboek over emoties. Praat met de kinderen over de gevoelens van een boekpersonage. Leg een relatie tussen de illustraties en tekst. Stel daarna de kinderen vragen over wanneer ze zelf blij (als ze een cadeautje krijgen, opa zien...) of boos zijn (als ze eten krijgen dat ze niet lekker vinden, niet meer buiten mogen spelen..). Gebruik hierbij ook de plaatjes van de vier basisgevoelens. Welk gevoel past bij welke tekening of bij welk stukje uit het verhaal?

6 Ontluikende- en beginnende geletterdheid heeft ervaring opgedaan met boeken en de manier waarop boeken (voor)gelezen worden ontdekt de structuur in verhalen kan de inhoud van het boek al een beetje voorspellen op basis van de omslag van het boek kan een verhaal na vertellen aan de hand van een plaatjesboek kan de leidster nadoen als zij stukjes uit het boek uitbeeldt Leg de prenten van het verhaal in de verkeerde volgorde op de grond. De prenten moeten zichtbaar zijn voor iedereen. Lees nu het verhaal per fragment voor. Per fragment laat je de kinderen uit twee prenten de juiste kiezen. Help de kinderen door gerichte vragen te stellen over de fragmenten. (Uit: Puk en ko. Reuzen en kabouters. p, 23) Lees een prentenboek voor. Stel vragen die gaan over de volgorde van het verhaal: Kleine beer kan niet slapen, hij is bang in het donker. Wat doet grote beer? Na het voorlezen van het hele boek, neem je nog een keer door wat de volgorde van gebeurtenissen in het verhaal zijn, door een prent te laten zien en te vragen wat er op de volgende prent gebeurt. Laat kinderen aan de hand van plaatjes die volgen op elkaar zelf een verhaaltje bedenken. Begin met twee plaatjes en breid steeds verder uit. Laat kinderen plaatjes in de goede volgorde leggen en verzin daarna met elkaar het verhaaltje erbij. Maak samen met de kinderen een prentenboek. Laat eerst een bestaand prentenboek zien en vertel over de structuur. Daarna gaan de kinderen zelf met elkaar een boekje maken. Bespreek waar het boekje over gaat. Ze kunnen ook een bestaand prentenboek namaken. Een groepje maakt de voorkant, weer andere kinderen de achterkant en anderen schrijven of stempelen er letters bij. Laat de voorkant van het boekje En nu lekker slapen Sam! zien. Lees de titel voor. Bespreek samen met de kinderen wat er op de voorkant staat. Laat ze vervolgens benoemen waar het boekje over gaat. Laat kinderen elkaar voorlezen uit Monkie (Dieter Schubert). Doordat er geen tekst bij staat worden de kinderen minder geremd. Stimuleer de kinderen ook om verschillende variaties te verzinnen bij de plaatjes. Laat kinderen bij nieuwe boeken zelf een verhaal verzinnen of pak er een aantal platen uit en maak hier een nieuw boek van. Laat de kinderen een bekend boek zelf voorlezen, nadat het al een paar keer is voorgelezen. Speel een verhaal uit een prentenboek na. Lees eerst het verhaal voor. Praat over het boek. Speel daarna met de kinderen stukjes uit het boek na. Geef eerst zelf het voorbeeld. Oriëntatie op geschreven taal Gebruik hierbij voor lesideeën het boek van het expertisecentrum stimuleren lees- en schrijfactiviteiten in de onderbouw ontdekt dat tekens gebruikt worden om iets te vertellen of leren ervaart dat dingen die opgeschreven zijn je iets kunnen leren Maak samen met de kinderen een verjaardags-/beterschaps-/vakantiekaart. Praat met de kinderen over wat er op de voorkant kan komen. Laat de kinderen een voorkant maken. Bespreek met elkaar wat er op de binnenkant geschreven kan worden. Schrijf dat op en lees het nog eens voor. Maak met elkaar een menukaart voor in de restauranthoek. Wat kunnen de mensen bestellen in het restaurant? Bespreek met de kinderen wat en waarom je dat opschrijft. Maak met elkaar prijskaartjes voor in het winkeltje. Bespreek met de kinderen wat en waarom je dat opschrijft. Gebruik voor lesideeën het boek van het Expertisecentrum Nederlands Stimulerende lees-en schrijfactiviteiten in de onderbouw. Bekijk informatieve boekjes over een onderwerp wat speelt voor de groep of het kind (bijvoorbeeld over de kraamzuster als er een broertje of zusje geboren is). Laat de kinderen vooraf vragen bedenken. Praat verder over het thema. Bespreek wat ze geleerd hebben en maak hier een woordweb met woorden en plaatjes bij.

7 Ontluikende- en beginnende geletterdheid ervaart dat dingen die je zegt, opgeschreven kunnen worden ontdekt het verschil tussen lezen en schrijven bladert door (prenten)boeken en speelt alsof hij eigen en andermans teksten kan lezen kan, met behulp van volwassenen, eigen boodschappen in een primitieve geschreven versie vastleggen Schrijf een brief aan de juf die ziek is en noteer wat kinderen zeggen. Lees het daarna voor en vraag: Klopt het zo? Moet ik het anders opschrijven? Benoem tijdens activiteiten bewust wat je aan het doen bent: Ik schrijf nu een brief. We lezen dit boek. Ik schrijf het op, zodat anderen het straks kunnen lezen. Laat de kinderen elkaar of een pop voorlezen. Schrijf een verjaardagskaart voor Sara die jarig is. Laat aan de kinderen zien wat er op de voorkant staat (plaatje van verjaardagstaart en cadeautjes). Vraag of ze weten waarom Sara die kaart krijgt. Lees voor wat op de kaart staat. Maak bij nieuwe thema s een woordweb met behulp van plaatjes en taal. Maak met elkaar, voordat je koekjes gaat bakken, een boodschappenlijstje. Vraag de kinderen wat we allemaal nodig hebben en schrijf het op. Maak samen een boodschappenlijstje voor het winkelen of schrijf een receptje voor een zieke patiënt bij het spel. Maak een menukaart. Schrijf met elkaar een brief aan de zieke juf. Fonemisch bewustzijn en alfabetisch principe wordt zich bewust van klanken in woorden doet mee met spelletjes rond taal (bijvoorbeeld het afmaken van het laatste woord van een liedje) ontdekt de relatie tussen klanken en letters Doe samen met de kinderen de geluiden na van dieren die een rol spelen in het prentenboek: het varken (knorren), de eenden (kwaken of snateren), et cetera. Benoem daarbij de dieren en stimuleer de kinderen de geluiden die de dieren maken voor of na te doen. (Uit: Puk en Ko. Oef, wat warm!, p21) Experimenteer met gebaren bij woorden door het zingen van liedjes als hoofd, schouder knie en teen. Gebruik zelf ook zo veel mogelijk gebaren en mimiek om te ondersteunen wat u zegt. Zeker voor anderstalige kinderen is dit belangrijk. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld ook het liedje ik heb de zon zien zakken in de zee.. Leer kinderen simpele gebaren aan, bijvoorbeeld lief, lekker, et cetera. Het gaat hier natuurlijk nog niet over het aanleren van schrift, maar het spelenderwijs ontdekken van een samenhang tussen klanken en letters. Bijvoorbeeld de klank van de eerste letter van hun naam. Wijs aan en benoem bij oudere kinderen de eerste letter van hun naam (bijvoorbeeld op hun naamkaart aan de muur, in een prentenboek, op een pot pindakaas, et cetera). Stempel letters en maak er een spelletje van. Dat is een mooie letter S. SSSSSSSSSSS van slang. Zing liedjes met rijmwoorden en vertel rijmpjes. Herhaal dezelfde rijmpjes en rijmliedjes zodat kinderen weten welk rijmwoord ze kunnen verwachten. Varieer vervolgens door woorden weg te laten en kinderen die te laten invullen of woorden te vervangen door woorden die ook rijmen. Zing het liedje Wat vind jij lekker. Wat vind jij lekker (wijs een kind in de kring aan) dat eten we vandaag... (laat een kind een gerecht noemen) Heel goed roeren (beeld samen uit) Even ruiken (beeld samen uit) Even proeven (beeld samen uit) Het is klaar! Dek de tafel maar! (Doe alsof er een tafel wordt gedekt. iedereen roept! smullen maar! en doet alsof hij smult van het door het kind genoemde gerecht.) (Uit: Puk en Ko. Eet smakelijk! p, 25)

8 Ontluikende- en beginnende geletterdheid herkent symbolen, bijvoorbeeld: P (parkeren), L (lesauto), AH (Albert Heijn) Leg de nadruk op de woorden die uitgebeeld worden. Als het liedje vaker wordt gezongen kunnen de kinderen gestimuleerd worden zelf de woorden in te vullen. Variatie: zing liedjes met rijmwoorden en vertel rijmpjes. Herhaal dezelfde rijmpjes en rijmliedjes zodat kinderen weten welk rijmwoord ze kunnen verwachten. Varieer vervolgens door woorden weg te laten en kinderen die te laten invullen of woorden te vervangen door woorden die ook rijmen. - Zing bijvoorbeeld het liedje Wat vind jij lekker. Laat de kinderen zelf rijmen door ze de laatste zin van het liedje te laten afmaken. - Zoek voorwerpen of plaatjes bij elkaar die rijmen in de groep. - Gebruik versjes om kinderen kennis te laten maken met rijm. - Rijm zelf eens lekker door op een bepaald woord: piet, niet, ziet, riet, et cetera. - Gebruik boekjes op rijm. Neem uitvergrotingen van bekende symbolen mee naar de groep. Verzamel beeldmateriaal, bijvoorbeeld foto s of plaatjes, waar de symbolen een rol spelen. Bijvoorbeeld een plaat van een straat met parkeerplaatsen voor de winkel. Zoek ook met elkaar naar symbolen in het gebouw, bijvoorbeeld een bordje op de toiletdeur. Introduceer deze tekens passend bij een nieuw thema. Gebruik deze symbolen in de speelhoeken. Maak bijvoorbeeld een winkel en hang er AH boven. Of zet tijdens het buitenspelen met de kinderen een P op de straat in een hoekje en maak hierbij parkeervakken met krijt. Taalbeschouwing is op speelse wijze bezig met taal, praat bijvoorbeeld volwassenen na met een gespeelde volwassen stem of maakt eigen woorden, bijvoorbeeld: het kind krijgt een drinkbeker en wil ook een eetbord. wordt zich bewust van eigen taalgebruik, zegt bijvoorbeeld: Toen ik een baby was, heb ik niet gepraat hè? wordt zich bewust dat je over taal kan praten Als leidster kun je in verhalen ook werken met die stemmetjes. Kinderen nemen dat over. Ook tijdens poppenkastspel of het werken met een handpop kun je hier als leidster mee spelen. Laat de kinderen een babyfoto meenemen, of misschien zijn die aanwezig in het eigen archief. Praat over het verschil van praten tussen de hele jonge kinderen en de oudere peuters. Zouden ze zelf ook als baby anders gepraat hebben? Praat met elkaar over hoe baby s praten, hoe kinderen praten, hoe papa en mama praten en vraag bijvoorbeeld hoe de koningin praat.

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling 0 1;6 2 2;6 3 3,6 4 4;6 1. Praat in één-woordzinnen ( bal? betekent bijvoorbeeld: ik wil de bal hebben). 2. Kent de betekenis van ongeveer 70 3. Kan woorden

Nadere informatie

Tussendoelen ontwikkeling van de geletterdheid

Tussendoelen ontwikkeling van de geletterdheid Tussendoelen ontwikkeling van de geletterdheid 3;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 7 1. Beleeft zichtbaar plezier aan voorlezen, boeken en rijmpjes. 1. Beleeft zichtbaar plezier aan voorlezen, boeken en rijmpjes door

Nadere informatie

1. Ziet de kleine verschillen. tussen letters/cijfers. 2. Herkent hetzelfde woord in een. 5. Kent en kan de namen van

1. Ziet de kleine verschillen. tussen letters/cijfers. 2. Herkent hetzelfde woord in een. 5. Kent en kan de namen van Tussendoelen van het domein TAAL Tussendoelen Visuele Waarneming 3;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 1. Kan aantal details aanwijzen op een plaat. 1. Kan meerdere (10) details aanwijzen op een plaat. 1. Ziet de kleine

Nadere informatie

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015. Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015. Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015 Taal eginnende geletterdheid eginnende geletterdheid-stap 1 OEKORIËNTATIE: Herkent een boek en weet dat er een verhaal in staat -20--20

Nadere informatie

maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) begint steeds meer woorden te herhalen en (na) te zeggen

maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) begint steeds meer woorden te herhalen en (na) te zeggen Mondelinge taal 1 Spraak-taalontwikkeling Baby blauw maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) herhaalt geluidjes Dreumes brabbelt bij (eigen) spel oranje begint steeds meer

Nadere informatie

Ontwikkelingslijnen 0-4 jaar (MET extra doelen) - versie januari Naam kind. Taal Beginnende geletterdheid. Beginnende geletterdheid-fase 5

Ontwikkelingslijnen 0-4 jaar (MET extra doelen) - versie januari Naam kind. Taal Beginnende geletterdheid. Beginnende geletterdheid-fase 5 Taal eginnende geletterdheid eginnende geletterdheid-fase 5 OEKORIËNTATIE: Herkent een boek en weet dat er een verhaal in staat -20--20 OEKORIËNTATIE:Slaat de bladzijden van een boek één voor één om -20--20

Nadere informatie

Doen, praten & bewegen. Analyse doelen Jonge kind

Doen, praten & bewegen. Analyse doelen Jonge kind Doen, praten & bewegen Analyse doelen Jonge kind Mei 2016 Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande

Nadere informatie

Omgaan met zichzelf, 2-4;6 jaar

Omgaan met zichzelf, 2-4;6 jaar Omgaan met zichzelf, 2-4;6 jaar Eigen wil wordt sterker. Ontdekt dat het invloed op de omgeving kan uitoefenen. Zegt bij alles nee. Wil alles zelf doen. Is blij als het iets kan. Wordt driftig als iets

Nadere informatie

Spelen met letters. Groep 3

Spelen met letters. Groep 3 Spelen met letters Groep 3 Inhoud Suggesties bij de boeken... 3 Het letterwinkeltje... 4 Introductie van de vertelling... 4 Verwerkingssuggesties... 5 Wat staat daar?... 6 Introductie van de vertelling...

Nadere informatie

Leer- en ontwikkelingslijnen 2-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie januari Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

Leer- en ontwikkelingslijnen 2-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie januari Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid Taal eginnende geletterdheid eginnende geletterdheid-fase 5 OEKORIËNTATIE: Herkent een boek en weet dat er een verhaal in staat -20--20 OEKORIËNTATIE:Slaat de bladzijden van een boek één voor één om -20--20

Nadere informatie

Als praten niet vanzelf gaat

Als praten niet vanzelf gaat Libra R&A locatie AC Eindhoven Als praten niet vanzelf gaat Niet alle kinderen leren vanzelf goed praten. Daar kunnen verschillende oorzaken voor zijn. In deze folder leest u waar u op moet letten en wat

Nadere informatie

Aanvulling Woordenschat NT2

Aanvulling Woordenschat NT2 Aanvulling Woordenschat NT2 Woordenschat Kinderen die net beginnen met Nederlands leren, moeten meteen aan de slag met het leren van woorden. Een Nederlandstalig kind begrijpt in groep 1 minimaal 2000

Nadere informatie

De taalontwikkeling van het jonge kind. De taalontwikkeling van het jonge kind

De taalontwikkeling van het jonge kind. De taalontwikkeling van het jonge kind De taalontwikkeling van het jonge kind De taalontwikkeling van het jonge kind PO 1 PO 2 Woordenschat en woordgebruik: Passieve schat Wijst de juiste persoon aan als een bepaalde naam wordt genoemd (mamma,

Nadere informatie

Praten leer je niet vanzelf

Praten leer je niet vanzelf jeugdgezondheidszorg Praten leer je niet vanzelf... hier ben ik www.icare.nl Over de spraak-taalontwikkeling van kinderen van 0-4 jaar Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten

Nadere informatie

NAAM ORGANISATIE: KDV DE KNUFFEL ACTIVITEIT:

NAAM ORGANISATIE: KDV DE KNUFFEL ACTIVITEIT: ADRES: Kinderopvang Knuffel Machteld Versweyveld Columbiastraat 231 2030 Antwerpen NAAM ORGANISATIE: KDV DE KNUFFEL CONTACTGEGEVENS: 035413154 KDV.knuffel@stad.antwerpen.be ACTIVITEIT: TREFWOORDEN: VOORTDUREND

Nadere informatie

Wegwijzertje. Website: www.wegwijzer.pcboapeldoorn.nl Mail: wegwijzer@pcboapeldoorn.nl 15 januari 2016 Nieuwsbrief nummer 9.

Wegwijzertje. Website: www.wegwijzer.pcboapeldoorn.nl Mail: wegwijzer@pcboapeldoorn.nl 15 januari 2016 Nieuwsbrief nummer 9. Website: www.wegwijzer.pcboapeldoorn.nl Mail: wegwijzer@pcboapeldoorn.nl 15 januari 2016 Nieuwsbrief nummer 9 Geachte ouders, Wegwijzertje De eerste nieuwsbrief van het nieuwe jaar. Het was goed elkaar

Nadere informatie

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com Samenvatting: Bij dit boek zijn een aantal downloads beschikbaar. Liesbet Slegers heeft deze speciaal getekend als aanvullend educatief materiaal. Het doel van de download ballon is verhaalbegrip en woordenschat

Nadere informatie

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com Samenvatting: Bij dit boek zijn een aantal downloads beschikbaar. Liesbet Slegers heeft deze speciaal getekend als aanvullend educatief materiaal. Het doel van de download ballon is verhaalbegrip en woordenschat

Nadere informatie

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram, Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram, mijn kleine broer Dat is niet van mij mama Dan zegt ze

Nadere informatie

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd 0 tot 4 jaar

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd 0 tot 4 jaar ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND Leeftijd 0 tot 4 jaar Het leren praten van uw kind gaat vaak bijna vanzelf. Toch is er heel wat voor nodig voordat uw kind goed praat. Soms gaat het niet zo vlot met

Nadere informatie

Leer- en ontwikkelingslijnen 0-7 jaar (MET extra doelen) - versie januari Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

Leer- en ontwikkelingslijnen 0-7 jaar (MET extra doelen) - versie januari Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid Taal eginnende geletterdheid eginnende geletterdheid-fase 5 OEKORIËNTATIE: Herkent een boek en weet dat er een verhaal in staat -20--20 OEKORIËNTATIE:Slaat de bladzijden van een boek één voor één om -20--20

Nadere informatie

ER KOMT EEN VRIENDJE BIJ AAPJE PIPPO

ER KOMT EEN VRIENDJE BIJ AAPJE PIPPO GEN SAMEN DOE THEMA: DIN N s Speelbrief Speelbrief - Januari 2017 - p1 JANUARI 2017 Als kinderen elkaar op straat of in de speeltuin tegenkomen, gaan ze vaak meteen naar elkaar toe. Om contact te krijgen,

Nadere informatie

Reader voor pedagogisch medewerkers

Reader voor pedagogisch medewerkers Reader voor pedagogisch medewerkers Module 1: Taalaanbod Wat zeg je en hoe zeg je het Rijk taalaanbod Er is veel verschil in taalaanbod: rijke of arme taal en alles daar tussenin. Het is van belang te

Nadere informatie

Taalontwikkeling bij baby s, peuters en kleuters

Taalontwikkeling bij baby s, peuters en kleuters Taalontwikkeling bij baby s, peuters en kleuters Voor ouders met kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Deze folder geeft u als ouder informatie over de normale taalontwikkeling van kinderen en biedt

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd vanaf 4 jaar

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd vanaf 4 jaar ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND Leeftijd vanaf 4 jaar Het leren praten van uw kind gaat vaak bijna vanzelf. Toch is er heel wat voor nodig voordat uw kind goed praat. Soms gaat het niet zo vlot met

Nadere informatie

TAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren

TAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren TAAL IS LEUK Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren 1 Inhoudsopgave Pagina Besteed extra aandacht aan de taal van uw kind 4 Adviezen die u kunt toepassen tijdens een gesprekje met uw kind 5 Maak

Nadere informatie

Eerste Nederlandstalige School in Boston (ENSiB)

Eerste Nederlandstalige School in Boston (ENSiB) Peuterbeleidsplan 2016-2017 Eerste Nederlandstalige School in Boston (ENSiB) Voorwoord Dit peuterbeleid vormt de basis voor de lessen aan de leerlingen van 2,5 tot 4 jaar op de eerste Nederlandstalige

Nadere informatie

Peuterspeelzaal Viooltjes Stockholm 1 3124 SG Schiedam 06-44726350. violierkids@komkids

Peuterspeelzaal Viooltjes Stockholm 1 3124 SG Schiedam 06-44726350. violierkids@komkids Themabrief Wij gaan voorlezen Maart en april 2014 Peuterspeelzaal Viooltjes Stockholm 1 3124 SG Schiedam 06-44726350 violierkids@komkids Wat willen wij? In het begin van de zomer gaan wij in de peuterspeelzaal

Nadere informatie

Baby s houden van boeken! voorlezen leuk, gezellig én leerzaam!

Baby s houden van boeken! voorlezen leuk, gezellig én leerzaam! Baby s houden van boeken! voorlezen leuk, gezellig én leerzaam! Waarom zo vroeg beginnen? Baby s kunnen veel meer dan je denkt. Luisteren Vanaf de eerste dag luistert je baby naar jouw stem. Al begrijpt

Nadere informatie

Cito Taal voor peuters. Analyse doelen Jonge kind

Cito Taal voor peuters. Analyse doelen Jonge kind Cito Taal voor peuters Analyse doelen Jonge kind Maart 2013 Verantwoording 2013 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande

Nadere informatie

Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3

Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3 1. Ontluikende- en beginnende geletterdheid Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3 Boekoriëntatie Verhaalbegrip - Tonen belangstelling voor boekjes het boek goed vasthouden - Doen ervaring

Nadere informatie

Leren praten Turks. Colofon. Hart voor Brabant

Leren praten Turks. Colofon. Hart voor Brabant Colofon Uitgave : GGD Hart voor Brabant Oplage : 500 Datum : februari 2007 Illustraties : Hendriks van den Hout Druk : Graphiset bv, Uden Hart voor Brabant Leren praten Turks GGD Hart voor Brabant Postbus

Nadere informatie

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Zwijsen Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Inhoud Inleiding 3 Materialen 3 Voor het eerst naar school 4 Doelstelling 4 Opbouw prentenboek en plakboek 4 Werkwijze 5 Ouders 5 2 Inleiding Voor

Nadere informatie

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen. www.klasvanjuflinda.nl. www.klasvanjuflinda.nl

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen. www.klasvanjuflinda.nl. www.klasvanjuflinda.nl Spelenderwijs rijmen Linda Willemsen www.klasvanjuflinda.nl www.klasvanjuflinda.nl Spelenderwijs rijmen Spelenderwijs rijmen Tekst & vormgeving: Linda Willemsen 2014 www.klasvanjuflinda.nl Linda Willemsen

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

Weekprogramma: Week 1; 0 jaar De meegenomen foto s worden met de baby s bekeken. 1 jaar De kinderen wijzen zichzelf en de familie op foto s aan.

Weekprogramma: Week 1; 0 jaar De meegenomen foto s worden met de baby s bekeken. 1 jaar De kinderen wijzen zichzelf en de familie op foto s aan. Ik en mijn familie 2 februari starten we met het thema ik en mijn familie, tijdens deze drie weken staat de familie van het kind centraal. We starten daarom ook in de eerste week met de familie foto s.

Nadere informatie

Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind?

Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? Ga op ooghoogte met je kind zitten Door op ooghoogte te gaan zitten tijdens

Nadere informatie

ACTIVITEITEN JAARPLAN 2015 KINDERDAGVERBLIJF WERELDPLEK

ACTIVITEITEN JAARPLAN 2015 KINDERDAGVERBLIJF WERELDPLEK ACTIVITEITEN JAARPLAN 2015 KINDERDAGVERBLIJF WERELDPLEK HET ACTIVITEITEN JAARPLAN IN DE PRAKTIJK PUK & Ko Het kinderdagverblijf en de peuterspeelzaal van Kindercentrum Wereldplek werken sinds 2009 met

Nadere informatie

Kern 3: doos-poes-koek-ijs

Kern 3: doos-poes-koek-ijs Kern 3: doos-poes-koek-ijs In deze kern leert uw kind: Letters: d - oe - k - ij z Woorden: doos, poes, koek, ijs, zeep Herhaling van de letters van kern 1 en 2 Deze nieuwe woorden en letters worden aangeboden

Nadere informatie

De Voorleesvogel. Tips bij interactief voorlezen

De Voorleesvogel. Tips bij interactief voorlezen De Voorleesvogel Tips bij interactief voorlezen 1 Dienst Openbare Bibliotheek Den Haag Onderwijsbureau 070-3534552 hwi@dobdenhaag.nl 2 Interactief voorlezen Het is de kunst van interactief voorlezen om

Nadere informatie

PRAATPRET

PRAATPRET PRAATPRET peuters&kleuters@2008 1. Praatpret Kinderen leren praten door taal te horen en na te doen. Kinderen leren praten door herhaling. Kinderen leren praten tijdens dagelijkse bezigheden. Kinderen

Nadere informatie

Hatsjoe! heb je pijn? Dit zijn mijn wangetjes. Activiteiten. Voorleesverhaa I. Spelenderwijs ontwikkelen LIEDJES :=-

Hatsjoe! heb je pijn? Dit zijn mijn wangetjes. Activiteiten. Voorleesverhaa I. Spelenderwijs ontwikkelen LIEDJES :=- Hatsjoe! Informatie voor ouders van kinderen van 0 1)12 jaar Uche, uche, uche! Hatsjoe! Puk is verkouden en wordt ziek tijdens dit thema. Maar dat is nog niet alles: Puk valt op zijn knie en dat wordt

Nadere informatie

LEESTIP. Speel- & Leerbrief MEI 2015 1. Marja Baeten. Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar ZE KOMEN VOOR DE VRIENDJES! MEI 2015.

LEESTIP. Speel- & Leerbrief MEI 2015 1. Marja Baeten. Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar ZE KOMEN VOOR DE VRIENDJES! MEI 2015. Pedagogisch werken met plezier s Speel- & Leerbrief MEI 2015 ZE KOMEN VOOR DE VRIENDJES! Als je aan kinderen in de kinderopvang vraagt wat ze er leuk vinden, klinkt het steevast: de andere kinderen. De

Nadere informatie

WAAROM VOORLEZEN? VOORWOORD WANNEER VOORLEZEN?

WAAROM VOORLEZEN? VOORWOORD WANNEER VOORLEZEN? VOORLEESTIPS VOORWOORD Kinderen vinden voorlezen meestal fijn. Ook grote kinderen die zelf al kunnen lezen houden van voorlezen. Volwassenen hebben er mooie herinneringen aan: de mooie voorleesboeken,

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

Informatie voor ouders van kinderen van 0 1 ½ jaar

Informatie voor ouders van kinderen van 0 1 ½ jaar Sint en Kerst Informatie voor ouders van kinderen van 0 1 ½ jaar 0 1 ½ In het thema 'Sint en Kerst' staat de viering van Sinterklaas en Kerst centraal. Bij het thema 'Sinterklaas', leren de kinderen hoe

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Leren praten. Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten door horen, zien en doen.

Leren praten. Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten door horen, zien en doen. Leren praten Leren praten Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten door horen, zien en doen. De rol van de ouders is heel belangrijk. Zij geven het goede voorbeeld, zij reageren

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna

Nadere informatie

Kinderdagverblijf programma Dit ben ik

Kinderdagverblijf programma Dit ben ik Kinderdagverblijf programma Dit ben ik Week 5 Datum 27 t/m 31 januari 09.15 uur - Kring: Kern 0 1½ het gezicht van Puk. Spiegeltje in Puk zijn rugzak. Wat is dat nou? 09.20 uur - Voorleesboek: Kikker is

Nadere informatie

VoorleesExpress. Samen met ouders aan de slag. Praktische tips

VoorleesExpress. Samen met ouders aan de slag. Praktische tips VoorleesExpress Samen met ouders aan de slag Praktische tips Samen met ouders aan de slag Ouders betrekken bij het voorlezen Je gaat straks via de VoorleesExpress twintig weken voorlezen bij een of meerdere

Nadere informatie

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Bezoek op kantoor Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Ton en Toya hebben wat problemen thuis.

Nadere informatie

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Jezus vertelt, dat God onze Vader is Eerste Communieproject 26 Jezus vertelt, dat God onze Vader is Jezus als leraar In les 4 hebben we gezien dat Jezus wordt geboren. De engelen zeggen: Hij is de Redder van de wereld. Maar nu is Jezus groot.

Nadere informatie

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af. Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.

Nadere informatie

Taalontwikkeling van het jonge kind:

Taalontwikkeling van het jonge kind: Mondelinge taalvaardigheid Woordenschat en woordgebruik heeft een passieve woordenschat van gemiddeld 7000 woorden heeft een actieve woordenschat van gemiddeld 3500 woorden gebruikt een nieuw geleerd woord

Nadere informatie

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis Les 10: Hoe zeg ik nee Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen weten het verschil tussen prettige en onprettige situaties en kunnen deze herkennen. Kinderen weten dat ze onprettige aanrakingen mogen weigeren.

Nadere informatie

Bijlage interview meisje

Bijlage interview meisje Bijlage interview meisje Wat moet er aan de leerlingen gezegd worden voor het interview begint: Ik ben een student van de Universiteit van Gent. Ik wil met jou praten over schrijven en taken waarbij je

Nadere informatie

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2 Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2 Mondelinge taalvaardigheid: aanbod doelen voor groep 1 en 2 verwerkt in de kleuterthema s Woordenschat en woordgebruik Th 1 2 3 4 5 6 totaal uitbreiden van

Nadere informatie

Terwijl uw kind niet kijkt, pakt u één van deze dingen op en maakt u er geluid mee. Uw kind zegt wat het hoort.

Terwijl uw kind niet kijkt, pakt u één van deze dingen op en maakt u er geluid mee. Uw kind zegt wat het hoort. Luisterspelletjes Welk geluid hoor je? Uw kind doet de ogen dicht of krijgt een blinddoek voor. U laat allerlei geluiden horen die het moet raden. Bijvoorbeeld: in de handen klappen, op de deur kloppen,

Nadere informatie

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les 8 Inhoud 1 Eenzaam De Soms ben je alleen en vind je dat fijn. Als alleen zijn niet prettig aanvoelt, als je niet in je eentje wilt zijn, dan voel je je eenzaam. In deze leren de leerlingen het verschil

Nadere informatie

CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN DE TAALLIJN

CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN DE TAALLIJN CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN DE TAALLIJN CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN Binnen de Taallijn staat de deskundigheidsbevordering van (toekomstige) leidsters centraal. De nadruk in de scholing ligt dan ook

Nadere informatie

Adviezen voor het bevorderen van de taalontwikkeling. Afdeling Logopedie

Adviezen voor het bevorderen van de taalontwikkeling. Afdeling Logopedie Adviezen voor het bevorderen van de taalontwikkeling Afdeling Logopedie Uw kind gaat praten, omdat er vanaf zijn geboorte in zijn nabijheid gepraat wordt en omdat vanaf zijn geboorte tegen hem gesproken

Nadere informatie

Peuterestafette. Peuterestafette

Peuterestafette. Peuterestafette Peuterestafette Peuterestafette Dit document is tot stand gekomen in samenwerking met de gemeente Haarlemmermeer en Onderwijsadvies, versie okt 2014 1 Gegevens peuterspeelzaal / kinderdagverblijf Peuterspeelzaal/kinderdagverblijf

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg Pasen met peuters en kleuters Beertje Jojo is weg Thema Maria is verdrietig, haar beste Vriend is er niet meer. Wat is Maria blij als ze Jezus weer ziet. Hij is opgestaan uit de dood! Wat heb je nodig?

Nadere informatie

ACTIVITEITEN JAARPLAN 2014 KINDERDAGVERBLIJF WERELDPLEK

ACTIVITEITEN JAARPLAN 2014 KINDERDAGVERBLIJF WERELDPLEK ACTIVITEITEN JAARPLAN 2014 KINDERDAGVERBLIJF WERELDPLEK HET ACTIVITEITEN JAARPLAN IN DE PRAKTIJK PUK & Ko Het kinderdagverblijf en de peuterspeelzaal van Kindercentrum Wereldplek werken sinds 2009 met

Nadere informatie

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. Beginsituatie: De lln doen als inleiding op het project rond geloven en de kerkwandeling, een filosofisch gesprek. Er komen verschillende

Nadere informatie

Bekijk het maar! met Suus & Luuk

Bekijk het maar! met Suus & Luuk Bekijk het maar! met Suus & Luuk Richtlijnen voor taal en sociaal emotionele ontwikkeling die gebruikt kunnen worden in het werken met Bekijk het maar! met Suus & Luuk Taal Midden peuters (ca. 3 jaar)

Nadere informatie

Bijlage 14 Registratie- en planningsformulier gehele groep

Bijlage 14 Registratie- en planningsformulier gehele groep Bijlage 14 Registratie- en planningsformulier gehele groep Toelichting In de kolom aanbieding vult u de datum in waarop u de activiteit aan de gehele groep heeft aangeboden. U hoeft dit dan niet bij iedere

Nadere informatie

Maart 2015. Nieuwsbrief Veilig leren lezen, kern 8. Beste ouders, verzorgers

Maart 2015. Nieuwsbrief Veilig leren lezen, kern 8. Beste ouders, verzorgers Maart 2015 Nieuwsbrief Veilig leren lezen, kern 8 Beste ouders, verzorgers In deze kern leerde uw kind: Woorden: bank en licht Woorden met 2 medeklinkers vooraan (zoals 'zwaan') en achteraan (bijvoorbeeld

Nadere informatie

Lesideeën groep 1 en 2

Lesideeën groep 1 en 2 2 Doelstellingen Na het project kunnen de kinderen vertellen hoe een tandarts en een tandheelkundige praktijk eruitzien. Ook kunnen de kinderen vertellen hoe, wanneer en hoe vaak ze tandenpoetsen. Werkwijze

Nadere informatie

Ik help je wel. illustraties Karlijn Scholten verhaal Isabelle de Ridder

Ik help je wel. illustraties Karlijn Scholten verhaal Isabelle de Ridder Ik help je wel illustraties Karlijn Scholten verhaal Isabelle de Ridder Deze uitgave is een cadeau van ViaViela aan al onze opvangkinderen en (gast)ouders. Veel voorleesplezier! Juul doet de deur open.

Nadere informatie

Gevoelens uitbeelden. lesblad 1a. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. les. les

Gevoelens uitbeelden. lesblad 1a. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. les. les 8 Gevoelens uitbeelden Je hebt een mooie vaas laten vallen. Je cavia is doodgegaan. 9 Inhoud De De leerlingen leren dat er verschillende soorten gevoelens zijn, hele fijne maar ook hele vervelende. Gevoelens

Nadere informatie

Welkom op de eigen pagina van speelzaal Kleine Columbus. Seizoen 2013 / 2014. Thema "water" In dit thema staat water centraal.

Welkom op de eigen pagina van speelzaal Kleine Columbus. Seizoen 2013 / 2014. Thema water In dit thema staat water centraal. Welkom op de eigen pagina van speelzaal Kleine Columbus Seizoen 2013 / 2014 Thema "water" In dit thema staat water centraal. Water komt uit de kraan maar zit ook in een fles, je kunt het drinken maar je

Nadere informatie

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren' De tovenaar tovert De verhalenvertelster vertelt Wat zou een tovenaar allemaal kunnen toveren? Hoe zouden de kinderen zich voelen? Waar zie je dat aan? Is de tovenaar blij/ boos/ verdrietig of bang? Hoe

Nadere informatie

Weekprogramma: 1 jaar Zichzelf in de spiegel bekijken en gezichtsuitdrukkingen nadoen

Weekprogramma: 1 jaar Zichzelf in de spiegel bekijken en gezichtsuitdrukkingen nadoen Dit ben ik! Weekprogramma: Week 1; 0 jaar Zichzelf in de spiegel bekijken. 1 jaar Zichzelf in de spiegel bekijken en gezichtsuitdrukkingen nadoen 2 jaar Aanwijzen en benoemen delen van het gezicht. 3 jaar

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Observatielijst Puk & Ko

Observatielijst Puk & Ko Observatielijst Puk & Ko Naam van de peuterspeelzaal:.. Naam van het kind:.... Naam van de leidster:.... Ingevuld op: l e observatie:...... 2 e observatie:... 3 e observatie:.... 4 e observatie:.... (1/4)

Nadere informatie

Mondelinge taalvaardigheid

Mondelinge taalvaardigheid Algemene opmerking Fase 1 = veel imitatiegedrag (op basis van het vertoonde gedrag) Fase 1 t/m 6 = taaluitingen (veelal) nog op ; echt spontane taaluitingen zullen veelal nog bij het kind ontbreken Onderbouwing

Nadere informatie

LESBRIEF BIJ DE VOORSTELLING KNUFFEL OP ZEE. Figurentheater Propop vzw

LESBRIEF BIJ DE VOORSTELLING KNUFFEL OP ZEE. Figurentheater Propop vzw LESBRIEF BIJ DE VOORSTELLING KNUFFEL OP ZEE Figurentheater Propop vzw Figurentheater Propop en De Poppenzaal Steenweg op oosthoven 114 2300 Turnhout - België Tel : 014.423322 Email : info@propop.be Website

Nadere informatie

Taalontwikkeling: woordenschat en woordgebruik passieve woordenschat

Taalontwikkeling: woordenschat en woordgebruik passieve woordenschat Thema Bobbi in de zomer Taalontwikkeling: woordenschat en woordgebruik passieve woordenschat Wijst de juiste persoon aan als een bepaalde naam wordt genoemd (papa, mama). Wijst bij het benoemen van twintig

Nadere informatie

Kern 4: huis-weg-bos-tak-hut

Kern 4: huis-weg-bos-tak-hut Kern 4: huis-weg-bos-tak-hut In deze kern leert uw kind: Letters: h - w - o - a - u Woorden: huis, weg, bos, tak, hut De letters i - m - r - v - s aa - p e - t ee - n b oo zijn bekende letters geworden.

Nadere informatie

Observatieformulier Leerlijn Engelse taal (tpo) FASE 5

Observatieformulier Leerlijn Engelse taal (tpo) FASE 5 Kindgegevens: Voornaam Achternaam Geboortedatum Groep Observatieformulier Leerlijn Engelse taal (tpo) FASE 5 Thuistaal Opvoeding tweetalig n.v.t. ja nee notatiewijze: kijkpunt is nog niet in ontwikkeling

Nadere informatie

Adam en Eva eten van de boom

Adam en Eva eten van de boom Adam en Eva eten van de boom God maakt een prachtig paradijs. Hij zegt: Het is heel goed. Maar God heeft ook een vijand, En weet jij wel wat hij doet? Het mooie wat God heeft gemaakt, maakt hij juist graag

Nadere informatie

Het is goed om een dagelijks ritueel te hebben, bv. even lezen en zingen voor het naar bed gaan.

Het is goed om een dagelijks ritueel te hebben, bv. even lezen en zingen voor het naar bed gaan. TIPS bij taal: Tips voor ouders van kinderen tussen 2-3 jaar: - Praat over een onderwerp en neem de tijd om te luisteren en te antwoorden. Breid het gesprek uit door informatie over het onderwerp toe te

Nadere informatie

VVE programma Uk & Puk

VVE programma Uk & Puk VVE programma Uk & Puk Kinderdagverblijf het Helpernest werkt sinds 2013 met het VVE programma Uk en Puk. Wij vinden gerichte aandacht voor de begeleiding van baby s en peuters en het stimuleren van hun

Nadere informatie

Kinderopvang De Palmboom Professionele kinderopvang in je eigen buurt! Programma

Kinderopvang De Palmboom Professionele kinderopvang in je eigen buurt! Programma Kinderopvang De Palmboom Professionele kinderopvang in je eigen buurt! Programma Week 15 Datum 7 tot en met 11 April 09.15 uur - Kring: Kern 0 1½ fruit eten. Fruit onder een doek verstoppen. Wat ligt er

Nadere informatie

Begrijpend luisteren. Annemarieke Kool. CPS Onderwijsontwikkeling en advies WWW.CPS.NL

Begrijpend luisteren. Annemarieke Kool. CPS Onderwijsontwikkeling en advies WWW.CPS.NL Begrijpend luisteren Annemarieke Kool CPS Onderwijsontwikkeling en advies WWW.CPS.NL Programma 1. Welkom 2. Doelen van workshop 3. Strategieën en voorbeelden 4. Differentiëren mbv taxonomie 5. Oefening

Nadere informatie

Spellen bij kern 3 Spel 1: Schrijven op je rug Spel 2: Winkeltje spelen Spel 3: Lezen voor het slapen gaan Spel 4: Blijven voorlezen

Spellen bij kern 3 Spel 1: Schrijven op je rug Spel 2: Winkeltje spelen Spel 3: Lezen voor het slapen gaan Spel 4: Blijven voorlezen Spellen bij kern 3 Spel 1: Schrijven op je rug Kinderen hebben in kern 1, 2 en 3 al veel woorden geleerd. Het is een leuk spel om de letters van die woorden op de rug van uw kind te schrijven en het kind

Nadere informatie

PRAATPRET DOE EN PRAAT BOEKJE VOOR THUIS

PRAATPRET DOE EN PRAAT BOEKJE VOOR THUIS PRAATPRET DOE EN PRAAT BOEKJE VOOR THUIS Thema 1: Ik (lichaam/familie) Dit boekje is van:................. Logo gemeente Auteursteam Projectgroep Kinderklanken & Peuterpraat Margriet van Engen Maaike Preijde

Nadere informatie

Bijlage 7.3 Praten over gedachten en gevoelens

Bijlage 7.3 Praten over gedachten en gevoelens Bijlage 7.3 Praten over gedachten en gevoelens bussum 2010 Als kinderen goed over hun gevoelens kunnen praten, zal dit zijn uitwerking hebben op hun verdere ontwikkeling. Kinderen die hun gevoelens niet

Nadere informatie

Thema Wat zie ik? Wat hoor ik? Wat voel ik? (Zintuigen) Week 1 : Het gezicht

Thema Wat zie ik? Wat hoor ik? Wat voel ik? (Zintuigen) Week 1 : Het gezicht Thema Wat zie ik? Wat hoor ik? Wat voel ik? (Zintuigen) Week 1 : Het gezicht - Grote kring : Puk heeft spiegeltjes meegenomen, want hij vind dat hij er zo mooi uit ziet in de spiegel. Elk kind krijgt een

Nadere informatie

KIJK IN JE BREIN LESMODULE BASISSCHOOL LEERLING

KIJK IN JE BREIN LESMODULE BASISSCHOOL LEERLING LESMODULE BASISSCHOOL LEERLING 1. DE HERSENEN 1.1 HOE ZIEN HERSENEN ERUIT? VRAAG WIE KAN VERTELLEN WAT HERSENEN ZIJN? VRAAG HEBBEN KINDEREN KLEINERE HERSENEN DAN GROTE MENSEN? 1.2 WANNEER GEBRUIK JE ZE?

Nadere informatie

Direct aan de slag met Baby- en kindergebaren

Direct aan de slag met Baby- en kindergebaren Direct aan de slag met Baby- en kindergebaren Inhoudsopgave Welkom Blz. 3 Wat zijn baby- en kindergebaren? Blz. 4 Voordat je begint Blz. 5 De eerste gebaren Blz. 6 & 7 Gebaren- tips Blz. 8 Veel gestelde

Nadere informatie

Achtergrondinformatie over NT2

Achtergrondinformatie over NT2 Achtergrondinformatie over NT2 Achtergrondinformatie over NT2 Je kunt een woord op twee manieren kennen. 1. Je (her)kent een woord, maar kunt dat woord nog niet zelf gebruiken. 2. Je kent het woord en

Nadere informatie

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND 0 tot 4 jaar ZEG HET MAAR Het leren praten van uw kind gaat vaak bijna vanzelf. Soms gaat het leren praten niet zo vlot. Eén op de vijf kinderen op de basisschool start

Nadere informatie

DC thema 62 Taalbewustzijn stimuleren bij kleuters

DC thema 62 Taalbewustzijn stimuleren bij kleuters DC thema 62 Taalbewustzijn stimuleren bij kleuters 1 Inleiding In dit thema besteden we aandacht aan een onderdeel van het taalonderwijs, namelijk het stimuleren van het taalbewustzijn. We leggen uit wat

Nadere informatie