ZONAAL VEILIGHEIDSPLAN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ZONAAL VEILIGHEIDSPLAN 2014-2017"

Transcriptie

1 ZONAAL VEILIGHEIDSPLAN LOKALE POLITIE VOORKEMPEN 2XL in veiligheid Het is verbazingwekkend hoeveel je kunt als er geen andere mogelijkheid is. (Sophie Vandenbroeck, CTO Xerox)

2 COLOFON STUURGROEP Geert SMET, HCP, Korpschef Peter MUYSHONDT, HCP, Directeur operaties Ilse JACOBS, INP, Beleidsmedewerker Dave VAN HEMELDONCK-SOMERS, INP, Beleidsmedewerker 1

3 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 2 INLEIDING 7 VOORWOORD... 7 LEESWIJZER HOOFDSTUK: MISSIE - VISIE - WAARDEN GETROKKEN LESSEN UIT HET VORIGE PLAN ONZE BELANGHEBBENDEN EN HUN VERWACHTINGEN MISSIE - VISIE - WAARDEN MISSIE VISIE WAARDEN HOOFDSTUK: SCANNING EN ANALYSE GETROKKEN LESSEN UIT HET VORIGE PLAN SOCIO-ECONOMISCHE EN DEMOGRAFISCHE BESCHRIJVING VAN ONZE ZONE GEOGRAFISCHE GEGEVENS DEMOGRAFISCHE INFORMATIE BEDRIJFSLEVEN EN INDUSTRIE MOBILITEIT SOCIAAL TOERISME BEELD VAN VEILIGHEID EN LEEFBAARHEID OBJECTIEVE GEGEVENS SUBJECTIEVE GEGEVENS LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING SCANNING EXTERN (PARTNERS) SCANNING INTERN (POLITIE) MEDIA

4 2.4 VERWACHTINGEN EN DOELSTELLINGEN VAN OVERHEDEN EN ANDERE BELANGHEBBENDEN PARTNERS EN LEVERANCIERS NATIONAAL VEILIGHEIDSPLAN (NVP) VERWACHTINGEN PDK ANTWERPEN VERWACHTINGEN DIRCO-DIRJUD ANTWERPEN VERWACHTINGEN PROVINCIEGOUVERNEUR BESTUUR EN FINANCIERS GEMEENTE BRECHT GEMEENTE MALLE GEMEENTE SCHILDE GEMEENTE ZOERSEL KLANTEN EN DIENSTENAFNEMERS MEDEWERKERS INRICHTING VAN HET KORPS PERSONEELSCAPACITEIT ORGANOGRAM BEELD VAN DE DIENSTVERLENING EN DE WERKING UITVOERING VAN DE DIENSTVERLENING AAN DE BEVOLKING / OPERATIONELE DIENSTEN OPERATIONELE DIENSTEN ONDERSTEUNENDE DIENSTEN OPDRACHTEN EN TAKEN VAN FEDERALE AARD BIJDRAGEN AAN HET NATIONAAL VEILIGHEIDSPLAN OPDRACHTEN EN TAKEN TEN VOORDELE VAN DERDEN INTERNE WERKING MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS MANAGEMENT VAN MIDDELEN MANAGEMENT VAN PROCESSEN SAMENWERKING (PROTOCOLLEN) INTERZONALE EN BOVENLOKALE POLITIESAMENWERKING

5 2.7.2 ANDERE PROTOCOLLEN OF SAMENWERKINGSAKKOORDEN MET NIET-POLITIONELE PARTNERS EN DERDEN SYNTHESE VAN DE BESTEDE CAPACITEIT HOOFDSTUK: STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN VORIGE STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN - EVALUATIE - TE TREKKEN LESSEN EVALUATIE VAN DE VORIGE STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN INZAKE EXTERNE BELEIDSKEUZES EIGENDOMSDELICTEN (DIEFSTALLEN IN WONING) INTRAFAMILIAAL GEWELD (IFG) VERKEERSVEILIGHEID EVALUATIE VAN DE VORIGE STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN INZAKE INTERNE BELEIDSKEUZES DIENSTVERLENING AAN DE BEVOLKING - WIJKWERKING DIENSTVERLENING AAN DE BEVOLKING - ONTHAAL INTERNE WERKING - DOORLICHTING EN VERBETERTRAJECT TE TREKKEN LESSEN INZAKE DE EXTERNE BELEIDSKEUZES INZAKE DE INTERNE BELEIDSKEUZES STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN SYNTHESE VAN DE ARGUMENTATIE DE STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN PRIORITEITEN VAN DE EXTERNE BELEIDSKEUZES PRIORITEITEN VAN DE INTERNE BELEIDSKEUZES HOOFDSTUK: COMMUNICATIEBELEID EXTERNE COMMUNICATIE TE TREKKEN LESSEN OVER DE EXTERNE COMMUNICATIE VAN HET POLITIEBELEID AANWERVING COMMUNICATIEVERANTWOORDELIJKE RELATIES MET DE MEDIA (PERSWOORDVOERDERSCHAP) RELATIES MET DE GEMEENTEN WEBSITE INTENTIES BETREFFENDE DE EXTERNE COMMUNICATIE VAN HET POLITIEBELEID INTERNE COMMUNICATIE

6 4.2.1 TE TREKKEN LESSEN OVER DE INTERNE COMMUNICATIE VAN HET POLITIEBELEID AANWERVING COMMUNICATIEVERANTWOORDELIJKE INTRANET POLAIR - INFORMATIEKRANT VOOR ALLE MEDEWERKERS ONTHAALBROCHURE KORPSOVERLEG INTENTIES BETREFFENDE DE INTERNE COMMUNICATIE VAN HET POLITIEBELEID HOOFDSTUK: GOEDKEURING VAN HET PLAN VERBETEREN EN VERNIEUWEN GOEDKEURING HOOFDSTUK: DIVERSEN VERSPREIDINGSLIJST BIJLAGEN

7 INLEIDING 6

8 INLEIDING VOORWOORD Dit Zonaal Veiligheidsplan vormt een weergave van hetgeen de politiezone Voorkempen als prioriteiten beschouwt gedurende een periode van vier jaar. Het beschrijft de doelstellingen die we de komende jaren dienen in te vullen, gedragen door een nieuwe visie, om zo de leefbaarheid en de veiligheid in onze (lokale) omgeving te verzekeren. Het leveren van een excellente politiezorg is hierin onontbeerlijk en onder het motto: 2XL in veiligheid willen we tijdens de volgende jaren nog steeds blijven evolueren van veilige naar een veiligere tot veiligste politiezone!. Bij het bepalen van de externe veiligheidsprioriteiten werden zowel objectieve als subjectieve parameters geraadpleegd. Bestaande cijfers werden geanalyseerd, maar er werd enerzijds ook gepeild naar de verwachtingen van onze burgers, verschillende overheden en andere belanghebbenden met elk hun eigen plan(nen), anderzijds de vooruitzichten van onze eigen politiemedewerkers. De combinatie hiervan leidde tot de formulering van drie prioriteiten: diefstallen in woning, verkeers(on)veiligheid en intrafamiliaal geweld. Onze politiezone wil ook blijvende inspanningen leveren om de werking van de zone te verbeteren en zo ook een betere dienstverlening te garanderen voor onze burgers. Zo achtte het politiecollege in 2010, samen met de korpschef, dat er nood was om de globale werking van de politiezone te analyseren, bij te sturen en te verbeteren waar nodig. Dit leidde tot de aanvraag van een audit, die in 2011 werd uitgevoerd door de leden van de Algemene Inspectie. De verbeterpunten die resulteerden uit het verslag van de audit worden tot op heden nog steeds aangepakt. Enkele opmerkelijke verwezenlijkingen van de audit zijn o.a.: de aanstelling van de wijkcoördinator, de aanzet tot de centralisatie van functionaliteiten, het nieuwe personeelsbehoeftenplan en het project Vaartdijk. Niet alleen behelst dit laatste een nieuw politiekantoor, maar betekent het voornamelijk een centralisatie van al onze diensten, wat een efficiëntere politiewerking vooropstelt. Deze aangrijpingspunten zijn dus belangrijke doelstellingen geworden voor onze politiezone die, naast de bovenstaande prioritaire veiligheidsfenomenen, ook de basis vormden voor onze strategische beleidskeuzes binnen het domein van onze interne werking. Drie interne beleidskeuzes werden weerhouden: cultuur, vernieuwde wijkwerking en fenomeengericht werken. Rekening houdende met het realiseren van zowel de externe als de interne beleidskeuzes staat de politiezone Voorkempen een boeiende tijd te wachten. Een tijd, die we ten volle willen benutten om te blijven streven naar ons ultiem doel, namelijk om te evolueren van veilige naar een veiligere tot veiligste politiezone!. 7

9 LEESWIJZER De rode draad doorheen dit zonaal veiligheidsplan (ZVP) is het streven naar een Excellente politiezorg. Zowel de filosofie van de gemeenschapsgerichte politiezorg met zijn 5 pijlers (externe oriëntering oorzaakgericht probleemoplossend werken partnerschap afleggen van verantwoording bekwame betrokkenheid), als de werkwijze van de informatiegestuurde politiezorg met zijn 5 kenmerken (doelbepalend pro en reactief meerwaarde biedend uitwisseling doelgericht) en de optimale bedrijfsvoering met zijn 5 principes (resultaatgericht transparant samenwerking continu verbeteren leiderschap met lef) lopen door dit ZVP, als specifieke bijdrage van de lokale politie tot veiligheid en leefbaarheid, onder regie van de bevoegde overheid. Het toepassen van de principes van optimale bedrijfsvoering betekent ook het kiezen voor een bepaald managementmodel. Voor de Belgische politie werd het EFQM model (hetwelk zijn sporen reeds verdiende) meer politiespecifiek gemaakt. organisatie resultaat management van medewerkers medewerkers leiderschap strategie en beleid management van processen klanten (dienstenafnemers) leveranciers en partners Overheden (opdrachtgevers) management van middelen maatschappij (derden) verbeteren en vernieuwen De keuze voor het EFQM managementmodel PolBel heeft meerdere redenen: het laat toe om doelgericht te balanceren tussen de verwachtingen van alle belanghebbenden van de organisatie; het laat een integrale en geïntegreerde benadering toe van zowel de interne organisatieontwikkeling en dienstverlening, als de externe veiligheids- of leefbaarheidsfactoren; het laat toe een gemeenschappelijke taal te spreken om zo de onderlinge communicatie alsmede het leren van elkaar te faciliteren; het is geen voorschrijvend, maar beschrijvend model: het laat toe dat elke (politie)organisatie zelf invult hoe en wanneer ze bepaalde aspecten wil realiseren en de snelheid van invoering ervan aanpast aan de lokale context, ongebreideld en op eigen ritme ; het EFQM managementmodel PolBel werd als managementmodel gekozen in de schoot van de werkgroep Qualipol middels een consensus met een breed draagvlak. Het is dan ook de filosofie van dit model die werd gevolgd voor het opstellen van dit ZVP. Het model wordt immers van rechts naar links gelezen, m.a.w. de externe oriëntering of de belanghebbenden 8

10 (resultaatgebieden) komen eerst aan bod. De al dan niet geboekte resultaten en de verwachtingen van de belanghebbenden vormen dus de basis voor de werking (organisatiegebieden) van de politiezone. Elk hoofdstuk begint met de te trekken lessen uit het vorige plan en er wordt steeds aandacht besteed aan de verwachtingen van de belanghebbenden van de zone. Het continu verbeteren en vernieuwen en meeëvolueren met de veranderende maatschappij impliceren zulke ingesteldheid. Dit ZVP is opgebouwd volgens een indeling met een algemene inleiding en zes hoofdstukken (zie inhoudsopgave). Niet alleen wordt binnen elk hoofdstuk een logische volgorde gerespecteerd (extern intern), ook de opbouw van het ZVP zelf volgt een logische structuur. Missie, visie en waarden (M-V-W) vormen de basis voor dit ZVP; zonder M-V-W is er geen fundament (hoofdstuk 1). Zowel de omgeving van de zone als de criminaliteitscijfers én de geïnventariseerde verwachtingen van (op zijn minst) de belangrijkste belanghebbenden van de zone (hoofdstuk 2) vormen het tweede noodzakelijke fundament alvorens men strategische doelstellingen kan bepalen (hoofdstuk 3). Nadat er geweten is wat men gaat doen, en waarom men dit gaat doen, is het moment gekomen om de communicatiestrategie hierrond naar de belanghebbenden te bepalen (hoofdstuk 4), nadat er hieromtrent uit het vorige ZVP goede praktijken werden geborgd of lessen getrokken. Het hoofdstuk betreffende de goedkeuring (hoofdstuk 5) geeft, alvorens de ZVR tekent, eerst een synthetisch overzicht betreffende de goedkeuring van het vorige ZVP in zijn totaliteit en de eventueel genomen maatregelen terzake. 9

11 I MISSIE - VISIE - WAARDEN MISSIE - VISIE - WAARDEN 10

12 1. MISSIE - VISIE - WAARDEN 1.1 GETROKKEN LESSEN UIT HET VORIGE PLAN Zoals aangegeven in het vorige ZVP werd de noodzaak aangevoeld om de bestaande missie, visie en waarden (M-V-W) bij te sturen tot een beter door het personeel gedragen en communiceerbaar geheel. Daarom werd in het ZVP een nieuw handelsmerk 2XL in veiligheid voor de politiezone Voorkempen ingevoerd, waarop de elementen missie, visie en waarden tijdens de lopende beleidsperiode gebaseerd werden. Het handelsmerk of motto 2XL in veiligheid staat voor uitmunten of uitblinken ( to excel ) in veiligheid. De wil om uit te blinken dient er uiteraard te zijn om te kunnen evolueren van veilige naar veiligere tot veiligste politiezone! Maar in het handelsmerk zit echter veel meer. De X is ook een metafoor voor kruispunt of punt van waaruit in alle richtingen kan worden gecommuniceerd (internextern, boven-onder en links-rechts). Bovendien wijst de X naar een excellente politiezorg, als politionele bijdrage van het gemeenschapsgerichte, het informatiegestuurde en het resultaat van een optimale bedrijfsvoering. Om dit nieuwe motto de nodige kenbaarheid te geven, werd beslist om dit te integreren in zoveel mogelijke communicatiemiddelen, zowel intern als extern. Uit de in 2010 uitgevoerde veranderingsscan bleek echter overduidelijk dat de organisatie op dat ogenblik nog totaal niet klaar was voor een revisie van de missie, visie, waarden. Eind 2011 werden de eerste stappen gezet naar de ontwikkeling van een nieuwe missie, visie en waarden, met als doel een maximaal aantal medewerkers te betrekken. De eerste interne workshops vonden plaats medio In een latere fase werden ook alle belanghebbenden maximaal bevraagd en betrokken. 1.2 ONZE BELANGHEBBENDEN EN HUN VERWACHTINGEN Tijdens het eerste korpsoverleg van 2013 werd de vernieuwde missie, visie en waarden voorgesteld aan alle medewerkers en daarna ook aan de buitenwereld. Zo ook werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om tijdens de voorstelling van het jaarverslag 2012 in de - als gevolg van de verkiezingen in oktober nieuw samengestelde politieraad en de respectieve gemeenteraden de mening(en) van de raadsleden hieromtrent op te tekenen. De vernieuwde missie en visie zal gevisualiseerd worden met een eigen logo en huisstijl, dat zowel intern als extern als communiceerbaar geheel zal dienen. 1.3 MISSIE - VISIE - WAARDEN Onze Missie-Visie-Waarden (M-V-W) vertolkt als het ware onze bestaansreden en beschrijft wat we doen en voor wie (de missie), hoe we onze opdrachten willen vervullen (de visie) en welke individuele kenmerken (de waarden) elk personeelslid moet hebben om de missie en visie te verwezenlijken. Onze nieuwe M-V-W werd in de loop van 2012 ontwikkeld. 11

13 Voor onze missie en waarden hebben we ons gebaseerd op de vastgelegde institutionele kaders, zoals: de wet op het politieambt (WPA) van ; de wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (WGP) van ; het KB houdende vaststelling van de deontologische code van de politiediensten van Het uitgangspunt voor het bepalen van onze nieuwe visie was trachten te zorgen voor een werkbare tool die effectief gestalte krijgt in: gedrag, documenten, operaties, overlegmomenten, huisstijl en een nieuw hoofdcommissariaat. Voor het tot stand komen van onze nieuwe visie werden interne gespreksgroepen georganiseerd waarvan het resultaat werd gebruikt als basis, aangevuld met de visie van het politiecollege en de korpsleiding, die uiteindelijk zijn weerslag vindt in onderhavig zonaal veiligheidsplan MISSIE De missie beschrijft wat we doen en voor wie. Als lokale politie verzekeren wij op het lokale niveau de basispolitiezorg, meer bepaald alle opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie die nodig zijn voor het beheren van lokale gebeurtenissen en fenomenen die zich voordoen op het grondgebied van onze politiezone, evenals het vervullen van sommige politieopdrachten van federale aard. Als onderdeel van de geïntegreerde politie staan wij mee in om de overheden en de burgers een minimale gelijkwaardige dienstverlening over het gehele grondgebied van het Rijk te waarborgen VISIE De visie geeft weer hoe we de missie willen uitvoeren en welke rol we als lokale politie in de toekomst willen vervullen. Onze visie is ontstaan vanuit ideeën van de medewerkers en verder aangevuld met de visie van het politiecollege en de korpsleiding. De algemene richting waarin de organisatie wil evolueren staat hierbij centraal: hoe willen we op langere termijn worden gepercipieerd en op welke manier willen we dit bereiken? De visie is een ambitieus gedeeld beeld van de toekomst en vergt een bijdrage van alle onze medewerkers, ongeacht hun niveau of graad. De politiezone Voorkempen wil uitblinken ( to excel ) in veiligheid door te groeien in: een kwalitatief productaanbod, dat hoofdzakelijk bestaat uit maatgerichte dienstverlening; een positief medewerkersbeleid; een gepast veranderingsmanagement; een volwassen communicatiebeleid. De politiezone is er zich van bewust dat zij niet alleen kan instaan voor de optimale veiligheid en leefbaarheid en reikt daarom de hand naar al die partners die ook verantwoordelijkheid dragen of zich willen engageren. 12

14 Veiligheid is voor de politiezone onder meer datgene wat bijdraagt tot het welbehagen en welbevinden van de inwoners van de gemeenten Brecht, Malle, Schilde en Zoersel, de mensen die er werken en passeren. Om te evolueren van een veilige, naar een veiligere tot de veiligste politiezone, geloven wij in: een actieve en positieve ondersteuning van zij die daadwerkelijk gestalte geven aan deze ambitie; een rechtvaardig en besproken beleid dat tot stand komt door participatie als het kan en door een gemotiveerde beslissing als het moet; duidelijkheid en correctheid, zowel in woorden als in daden; innovatie en creativiteit die ons product ten goede komen; engagement en inzet waar onze klanten recht op hebben; eenvoudige en efficiënte procedures; transparantie en toegankelijkheid voor iedereen WAARDEN De waarden zijn individuele kenmerken die elk personeelslid moet hebben. Het zijn elementaire voorwaarden voor het uitvoeren van de missie en de visie. Men moet geloven in de waarden en ze ook continu toepassen. Ze vormen een essentieel cultureel referentiekader en worden als volgt geformuleerd: Naleven en zich inzetten voor het doen naleven van de individuele rechten en vrijheden en van de waardigheid van elke persoon, in het bijzonder door een steeds doordacht en tot het strikt noodzakelijke beperkt gebruik van de wettelijke dwang. Loyaal zijn tegenover de democratische instellingen. Integer en onpartijdig zijn, de te handhaven normen eerbiedigen en zin hebben voor verantwoordelijkheid. Bezield zijn door en blijk geven van een dienstverlenende ingesteldheid gekenmerkt door: de beschikbaarheid, de kwaliteit van ons werk, het zoeken naar oplossingen binnen het kader van onze bevoegdheden, de optimale aanwending van de adequate middelen en de zorg voor de geïntegreerde werking van de politiediensten. Vanuit wederzijds respect en waardering de interne relaties bevorderen en bijdragen tot het welzijn op het werk. Dit handvest met de waarden van de geïntegreerde politie maakt integraal deel uit van de deontologische code van de politiediensten. De code geldt voor alle personeelsleden van de lokale en federale politie, zowel politieambtenaren als burgerpersoneel. 13

15 1I II SCANNING EN ANALYSE 14

16 2. SCANNING EN ANALYSE 2.1 GETROKKEN LESSEN UIT HET VORIGE PLAN Om de prioriteiten van het ZVP te bepalen werd een beslissingsmatrix opgemaakt, gebaseerd op verschillende objectieve en subjectieve parameters zoals: het nationaal veiligheidsplan, de verwachtingen van de provinciegouverneur, het arrondissementeel veiligheidsplan, de bestuursakkoorden van de 4 gemeenten, het zonaal politioneel veiligheidsbeeld, de criminaliteitsbarometer en een interne en externe scanning. De 3 fenomenen die het meest naar voor kwamen als probleem of prioritair aan te pakken werden weerhouden als strategische doelstellingen. De moeilijkheid was dat verschillende bronnen naast elkaar moesten gelegd worden en dat de vlag niet overal dezelfde lading dekte. De bronnen konden niet altijd op dezelfde manier bevraagd worden. Elke politiezone werkte als het ware op een eiland. We moe(s)ten allemaal hetzelfde doen, maar iedereen deed het anders. Daarom werd - op vraag van de politiezones - door de Coördinatie- en steundirectie (CSD) van de federale politie de kar getrokken om samen met de andere zones uit het arrondissement Antwerpen (excl. politiezone Antwerpen) een matrix te maken die elke zone kon gebruiken. Deze matrix is gebaseerd op objectieve factoren en subjectieve bronnen. Door deze werkwijze was het mogelijk om de verschillende bronnen op gelijke manier met elkaar te vergelijken. Daarnaast kan nu ook vergeleken worden met omliggende zones. Door deel te nemen aan de lokale veiligheidsbevraging was het deze keer ook mogelijk om meer burgers te bevragen. 2.2 SOCIO-ECONOMISCHE EN DEMOGRAFISCHE BESCHRIJVING VAN ONZE ZONE GEOGRAFISCHE GEGEVENS Politiezone Voorkempen is een meergemeentezone bestaande uit de volgende 4 gemeenten: Brecht ( inwoners 1, 91 km²), Malle ( inwoners, 52 km²), Schilde ( inwoners, 36 km²) en Zoersel ( inwoners, 39 km²). In totaal beslaat onze zone ongeveer 218 km². Hiermee zijn we qua oppervlakte de derde grootste van de provincie Antwerpen, na de politiezone Antwerpen en de politie Regio Turnhout. Onze politiezone situeert zich aan de NO-zijde van arrondissement Antwerpen. Twee autosnelwegen (E19 in Brecht en E34 in Zoersel), met drie op- en afrittencomplexen, doorkruisen de zone. Verder zijn er belangrijke (N12, N14) en minder belangrijke gewestwegen (o.a. N115). In totaal telt de zone meer dan km wegen. 1 Cijfergegevens bevolking: bevolkingsdiensten van de gemeenten op datum van

17 2.2.2 DEMOGRAFISCHE INFORMATIE Het globale bevolkingscijfer voor de 4 gemeenten van de politiezone bedroeg op inwoners. De verdeling van het inwonersaantal wordt in onderstaande grafiek weergegeven. Wanneer we deze inwonersaantallen vergelijken met die van het vorige ZVP ( ), stellen we vast dat het aantal inwoners in Brecht opnieuw het sterkst is gestegen (+837). In Malle (+727) en Zoersel (+652) steeg het aantal bewoners ook nadat er al een toename was opgetekend in vorig ZVP. In Schilde is het inwonersaantal opnieuw gedaald (-234). Deze bevolkingsevolutie heeft een weerslag op onze werking. Zo is er o.a. een minimale werkings-/omkaderingsnorm die voorziet in 1 wijkagent per inwoners. In Vlaanderen wordt een toegenomen vergrijzing waargenomen, nl. 18,6% 2 is 65 jaar. Enkel in Brecht is deze tendens niet zichtbaar en is het aantal met 4,7% gedaald. Studies tonen aan dat de evolutie van het aantal jonge mensen sterk samenhangt met de marktprijs van de woningen. Wanneer de woningprijs niet daalt in de toekomst, zullen deze percentages voor onze gemeenten vermoedelijk verder blijven stijgen 3. Welke impact dit zal hebben op onze werking en of dit zou leiden tot een daling of stijging van bepaalde fenomenen, zal moeten blijken. De situatie inzake de vergrijzing ( 65 jaar) is in politiezone Voorkempen als volgt geëvolueerd: Evolutie Brecht 21,1% 16,4% -4,7% Malle 15,9% 18,0% 2,1% Schilde 20,1% 23,5% 3,4% Zoersel 16,1% 19,4% 3,3% Vlaanderen 17,6% 18,6% 1,0% 2 FOD ECONOMIE - Afdeling Statistiek, Bevolkingsstatistieken (2012), Totale bevolking naar leeftijdsgroepen/-klassen en geslacht per arrondissement (Vlaams Gewest), Studiedienst van de Vlaamse Regering - cijfers op datum van DIENST WELZIJN EN GEZONDHEID PROVINCIE ANTWERPEN, Types van gemeenten: inkomens, woningprijzen en ouderenzorg, 2012, 25p. 16

18 Het aantal inwoners met een vreemde nationaliteit is licht gestegen in onze politiezone mensen (5,2%) met een vreemde nationaliteit zijn in de 4 gemeenten ingeschreven. Schilde telt het hoogste aantal inwoners met een vreemde nationaliteit (1.612; 8,4%), gevolgd door Brecht (1.322; 4,7%), Zoersel (804; 3,7%) en Malle (661; 4,4%). Het gemiddelde bedraagt 7,1% in Vlaanderen. Omwille van het hoge aantal Nederlanders overstijgt Schilde het percentage van Vlaanderen BEDRIJFSLEVEN EN INDUSTRIE Buiten de normale lokale activiteiten zijn er relatief grote industriezones in onze zone, o.a. in Malle en in Brecht. Delften in Malle en D'Hoef in Brecht (Sint-Lenaarts) zijn belangrijke industriegebieden die enige invloed kunnen uitoefenen op het verkeer in onze zone. Daarnaast zijn er nog kleinere bedrijvenzones en relatief grotere bedrijven die zorgen voor bijkomend zwaar vervoer. In de omgeving van het kanaal Turnhout-Schoten zijn twee bouwbedrijven gevestigd die verantwoordelijk zijn voor 75% van het vrachtvervoer via het kanaal. Naast de invloed op het verkeer kan ook de activiteit van een bedrijf invloed hebben op onze werking. Wanneer de prijs voor bepaalde grondstoffen hoog is, neemt het risico op inbraken/diefstallen toe in bedrijven die hierin handelen MOBILITEIT Schilde, Zoersel en Brecht zijn uitgesproken "verblijfsgemeenten" met een sterk residentieel karakter. Dit brengt, voornamelijk op weekdagen, heel wat woon-werkverkeer met zich mee. De aanwezigheid van twee snelwegen en een dicht wegennet veroorzaakt grote verkeersdrukte in onze politiezone. Daarnaast kent onze zone een grote scholengemeenschap (vnl. Malle telt veel scholen: 9 kleuter- en lagere scholen en 5 scholen voor middelbaar onderwijs). Een aanzienlijke populatie, woonachtig zowel binnen als buiten de zone, komt met de fiets naar school. Ook worden veel kinderen naar school gebracht waardoor auto's en fietsers op hetzelfde ogenblik elkaar ontmoeten. Verkeersveiligheid is dus zeker een aandachtspunt. De drukke gewestweg N12 doorkruist 3 van de 4 gemeenten van onze politiezone. Dit is een belangrijke verbindingsas tussen Turnhout en Antwerpen. Ook de populaire busverbinding 410 (De Lijn) maakt gebruik van deze route. Deze bus wordt vaak gebruikt door studenten, forenzen en toeristen van en naar de stad, het Wijnegem Shopping Center of een school. Dit kan invloed hebben op het politioneel werk, want af en toe is er immers sprake van agressie of diefstal op de bus. Tevens is de bus een relatief goedkoop vervoermiddel om naar onze gemeenten af te zakken voor individuen met minder nobele bedoelingen. Zo zien we de laatste jaren dat de bus gebruikt wordt door criminelen om zich "anoniem" en snel te verplaatsen om aan het oog van politie te ontsnappen. Om files te verminderen, het openbaar vervoer en carpoolen te stimuleren, werden "Park & Ride"-zones aangelegd ter hoogte van de op- en afrittencomplexen nummers "20-E34 te Zoersel" 4 en "4-E19 te Sint- Job-in-'t-Goor" 5. Daarnaast werd een bijzonder overrijdbare bedding 6 aangelegd op de autosnelwegen richting Antwerpen. In de tweede helft van 2013 werd er bijkomend een spitsstrook aangelegd tussen 4 Deze "Park & Ride"-zone is gelegen aan de Rodendijk. 5 Deze "Park & Ride"-zone is gelegen op het uiterste grondgebied aan de grenzende politiezone Brasschaat. 6 In de volksmond ook wel "busstrook" genoemd. 17

19 Antwerpen-Noord en Sint-Job-in't-Goor 7. Deze spitsstrook zou de avondfiles op de E19 moeten beperken. Deze parkeerplaatsen vragen extra toezicht door de politiediensten, aangezien voertuigen voor langere tijd onbeheerd achterblijven en er verder weinig sociale controle is op deze parkings. Vandalisme en/of criminaliteit (bv. brandstofdiefstal) zijn hier dus niet uitgesloten. In vorig ZVP maakten we melding van een nieuw gegeven in onze politiezone, met name de hogesnelheidslijn langs de E19 op het grondgebied van de gemeente Brecht. Daarnaast kregen we voor het eerst een station (Noorderkempen) dat als belangrijke stopplaats fungeert. 8 Met het oog op de preventie van fysieke agressie, diefstallen en vandalisme en om het veiligheidsgevoel 9 te verhogen, werd in de globale stationsomgeving 10 camerabewaking geplaatst. De beelden van deze camerabewaking worden geëxploiteerd in het Centraal Onthaalpunt te Zoersel. Sinds de komst van de spoorweg en het station werden we tot op heden nog niet met een toename van vandalisme of criminaliteit geconfronteerd in deze omgeving. Mogelijk draagt de camerabewaking hiertoe bij. Op werd het nieuw op- afrittencomplex E19 in Brecht opengesteld voor het verkeer. Na ruim 8 jaar kan men in Brecht terug de snelweg oprijden naar Antwerpen. Het oude complex werd gesloten 11. Tevens werd al een deel van de ringweg gerealiseerd 12. Fase 3, de ringweg tussen Veldstraat en Lessiusstraat, vangt aan vanaf Tot zolang fase 3 niet voltooid is, zal allicht regelmatig verkeerstoezicht (o.a. inzake tonnagebeperking) noodzakelijk zijn. Met deze ringweg beoogt men het verbeteren van de verkeersveiligheid en -leefbaarheid in de dorpskern van Brecht. De aanwezigheid van het op- en afrittencomplex, veel woon-werkverkeer, het station en een beperkte weginfrastructuur zorgen immers voor een enorme verkeersstroom. Door de ringweg zou het ook terug veiliger moeten worden voor fietsers. Deze zullen niet toegelaten worden op de ringweg. Ook in Zoersel liggen de werken aan een omleidingsweg in het verschiet. Deze omleidingsweg moet de dorpskern van Zoersel ontlasten. Dagelijks passeren er voertuigen, waarvan bijna een kwart vrachtwagens. De oorzaak van deze drukte zijn het op- en afrittencomplex van de E34, de populaire route tussen E34 en Hoogstraten en het zware verkeer dat van en naar het industriegebied van Malle rijdt. In 2013 plant men te starten met de onteigeningen en de aanbesteding en men streeft de omleidingsweg te kunnen openstellen in Bron: 8 De HST of een alternatief stopt echter nog niet in het station Noorderkempen. 9 De kans is reëel dat drugtoeristen het station zullen gebruiken als eerste afstap- (na) of laatste opstaphalte voor de Nederlandse grens. Dit risico zal toenemen van zodra station Noorderkempen een halte wordt van een trein tussen Antwerpen en een eerste halte in Nederland. 10 Als stationsomgeving wordt bedoeld: het publieke deel of de parking, de bushokjes, de fietsenstalling, de voetgangerstunnel (koetunnel) en het pad ernaast. 11 De gemeente Brecht zal overgaan tot verwerving van het oude op- en afrittencomplex, dat zal ingericht worden als een lokale vrachtwagenparking; aan het gebruik ervan zal een retributie verbonden zijn, alsook een verbod om nog langer trekkers en opleggers in woonwijken te parkeren (bron: Beleidsverklaring bestuursperiode , p. 15). 12 De ringweg tussen de rotonde Wuustwezelsteenweg (N115) en Veldstraat en de ontsluitingsweg tussen Ringlaan (industrieterrein) en Veldstraat werden reeds gerealiseerd. 13 Bron: 14 Bron: 18

20 2.2.5 SOCIAAL Onze zone beschikt over een laag percentage aan sociale woningbouw. Voor de 4 gemeenten zag het aandeel sociale huurwoningen t.o.v. het totaal aantal woningen in 2010 er als volgt uit 15 : Brecht : 2,4% Malle : 2,8% Schilde : 0,2% Zoersel : 0,6% Om het aantal sociale woningen/kavels te laten toenemen is er een Bindend Sociaal Objectief. Dit is een gemeentelijke omschrijving van het sociaal woonaanbod dat ten minste moet worden verwezenlijkt tegen Dit Bindend Sociaal Objectief bestaat uit een objectief voor: sociale huurwoningen, sociale koopwoningen en sociale kavels 16. In onze zone is het moeilijk te spreken van "hot spots" of een concentratie van minderbedeelden. We vinden deze mensen in een beperkt aantal wijken. Er dient echter vermeld te worden dat er sprake is van een heropleving van een aantal buurten door het gerichte werk van de wijkinspecteurs. Een belangrijke factor voor onze zone is tevens de aanwezigheid van de vzw Emmaüs met het Psychiatrisch Centrum Bethanië in Zoersel en het Algemeen Ziekenhuis Sint-Jozef in Malle. Enkel het psychiatrisch ziekenhuis telt al 621 bedden. Daarnaast zijn er op ons grondgebied nog een aantal sites voor beschut/begeleid wonen. Vele (psychiatrische) patiënten bewegen zich dagelijks door onze zone wat extra waakzaamheid vraagt van ons als politie. Politie wordt regelmatig in bijstand gevraagd door het personeel van het Psychiatrisch Centrum wanneer ze te maken krijgen met een agressieve bewoner en in geval van vermissing. Ook het ziekenhuis brengt heel wat mensen naar onze zone TOERISME Onze politiezone wordt gekenmerkt door haar overheersend groene, landelijke karakter. Over het gehele grondgebied zijn er talrijke bossen en weilanden. Verschillende fiets- en wandelroutes doorkruisen de zone. Dit brengt met zich mee dat de 4 gemeenten druk bezocht worden door wandelaars en fietsers. Dit zogenaamde recreatieverkeer (voornamelijk in het weekend), maakt dat verkeersveiligheid (van de zwakke weggebruikers in het bijzonder) een permanente zorg is. Daarnaast heeft elke gemeente haar eigen specifieke toeristische trekpleisters: Brecht: diverse natuurgebieden trekken wandelaars aan en het jaagpad wordt druk bereden door wielertoeristen. Verder is er nog een groot aanbod aan historische bezienswaardigheden zoals o.a. de Trappistinnenabdij. Bovendien voorziet de gemeente Brecht de uitbouw van het domein De Merel tot een aantrekkelijk sport- en recreatiecentrum Bron: - Opmaak kaart op Het decreet grond- en pandenbeleid van heeft voor elke gemeente bepaald welk aanbod tegen 2020 moet gerealiseerd worden. ( - consultatiedatum ). 17 Bron: Beleidsverklaring bestuursperiode , p

21 Malle: de bosrijke omgeving van Drieboomkensberg is erg in trek als kampplaats voor groepen en het Provinciaal Vormingscentrum kan voor allerlei doeleinden door groepen gebruikt worden. Schilde: het groene karakter en de historische hoeven zijn trekpleisters voor wandelaars en fietsers. Zoersel: het natuurreservaat Zoerselbos met het Boshuisje is een favoriete plek voor wandelaars en fietsers. De evenementen die de meeste bezoekers lokken, en bijgevolg de grootste invloed op de werking van de zone uitoefenen, zijn Salphenkermis en de veldcross in Malle. Bovendien worden er enkele omvangrijke tentfuiven georganiseerd. Deze manifestaties vragen extra inzet van personeel en middelen om de algemene veiligheid te waarborgen. Verder zijn er verschillende winkels open op zondag. Dit zorgt voor extra drukte en leidt bij momenten tot gevaarlijke verkeerssituaties o.a. Rodendijk in Zoersel en Turnhoutsebaan in Schilde (ter hoogte van Hubo). 2.3 BEELD VAN VEILIGHEID EN LEEFBAARHEID Eén bron raadplegen om een zicht te krijgen op de veiligheid en leefbaarheid in politiezone Voorkempen volstaat niet. Zoals in de "getrokken lessen uit het vorige ZVP" werd aangehaald, heeft onze zone meegewerkt aan de oefening van de CSD om één matrix te ontwerpen voor de zones van het arrondissement Antwerpen 18. In overleg met de andere zones werden 11 meest voorkomende/ingrijpende fenomenen weerhouden. Tijdens een eerste werkgroepvergadering werden de fenomenen afgebakend (zie bijlage 1) en de bron bepaald waarnaar gekeken zou worden om het objectieve luik van de matrix in te vullen. Dit is immers belangrijk om te kunnen vergelijken. Veiligheid en leefbaarheid zijn niet enkel te "meten" door criminaliteitscijfers te bekijken. Het is zelfs nog belangrijker om te kijken naar het subjectieve aanvoelen van (on)veiligheid. Iemand die zich onveilig voelt ondanks het feit dat er weinig feiten gebeuren, zal zich niet veiliger voelen wanneer met cijfers wordt aangetoond dat het niet onveilig is. Dat objectieve cijfers een ander resultaat weergeven dan het subjectieve aanvoelen, is vast te stellen in onze prioriteitenmatrix (zie bijlage 1). De uiteindelijke rangschikking wordt gevormd door de gewogen som van het objectieve en subjectieve luik OBJECTIEVE GEGEVENS De cijfermatige gegevens werden ons bezorgd door de CSD Antwerpen. Om over gelijkwaardige cijfers te beschikken werd beslist om, m.b.t. criminele figuren/inbreuken, te werken met de cijfers van de criminaliteitsbarometer, opgesteld door CGOP/B 19 van de federale politie. Inzake verkeer werden de cijfers genomen van de meest recente lokale verkeersveiligheidsbarometer 20. Hieruit werden het aantal ongevallen met lichamelijk letsel gehaald. Met betrekking tot overlast werden 18 Volgende politiezones werkten mee: Brasschaat, Grens, Hekla, Minos, Noord, Rupel, Schoten, Voorkempen, ZaRa, Zwijndrecht. 19 Directie van de operationele politionele informatie - Dienst beleidsgegevens van de federale politie. 20 FEDPOL/CGOP/B BELEIDSGEGEVENS, Lokale verkeersveiligheidsbarometer, Brussel, 2012, 38p. 20

22 twee bronnen geraadpleegd, met name de CICANT 21 -registratiegegevens en de criminaliteitsbarometer. Voor 11 fenomenen werd gekeken naar de omvang in onze politiezone, m.a.w. hoeveel feiten werden geregistreerd in Voor dezelfde fenomenen werd gekeken naar de omvang in het arrondissement 22 (excl. politiezone Antwerpen), de evolutie in onze politiezone (2012 vergeleken met het gemiddelde in 2011 en 2010), de evolutie in het arrondissement (excl. politiezone Antwerpen) en het gewicht 23 in onze politiezone in 2012 vergeleken met dit in het arrondissement. Al deze factoren kregen een rangschikking. Elk cijfer kreeg op zijn beurt een gewicht; hoe belangrijker de factor hoe hoger het gewicht. Uiteindelijk werd een rangschikking bekomen op basis van statistische gegevens. Het resultaat van de objectieve gegevens telde voor 40% op het geheel SUBJECTIEVE GEGEVENS De subjectieve gegevens werden verzameld in onze eigen politiezone en door de CSD. In het subjectieve luik werd aan een brede waaier van belanghebbenden gevraagd om de 11 fenomenen te rangschikken volgens belang om prioritair aan te pakken. Zo werden het bestuur en de financiers bevraagd, met name: het politiecollege, de politieraad, de DirCo 24 en DirJud 25. Verder werden de medewerkers en de korpschef, sleutelfiguren uit het maatschappelijk veld en de bevolking bevraagd. Al deze groepen kregen een gelijk gewicht. De rangschikking in het subjectieve luik telde voor 60% op het geheel LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING Tijdens de periode van het vorige ZVP werden de burgers tweemaal bevraagd omtrent: buurtproblemen, onveiligheidsgevoel, slachtofferschap en aangiftegedrag, contacten tussen burgers/politiediensten en het politiefunctioneren. In de periode februari 2009 tot en met mei 2009 werden 350 inwoners van onze politiezone telefonisch gecontacteerd; toen nam onze zone op initiatief van de korpschef voor de allereerste keer deel aan de lokale veiligheidsmonitor die deel uitmaakte van de nationale veiligheidsmonitor. In werd, omwille van budgettaire beperkingen, een kortere enquête opgesteld. Deze is weliswaar deels gebaseerd op de veiligheidsmonitor, maar er was ruimte om eigen vragen op te nemen. De lokale veiligheidsbevraging werd door inwoners uit de 4 gemeenten ingevuld en per post teruggestuurd of op internet ingevuld. De inwoners die een enquête hadden ontvangen, maakten deel uit van een toevalssteekproef. Aangezien de lokale veiligheidsbevraging de meest recente is en het meest aantal respondenten bevraagd werden, worden de belangrijkste resultaten hiervan weergegeven. 21 Het Communicatie- en Informatiecentrum van de provincie Antwerpen van de federale politie. 22 Het is interessant om het arrondissement mee in rekening te nemen aangezien criminaliteit niet stopt aan de grenzen van de politiezone. Veelal krijgen we met dezelfde fenomenen te maken. 23 Om het gewicht te berekenen wordt het aantal feiten afgezet tegenover het aantal inwoners. M.a.w. zal bij een zelfde aantal feiten het gewicht groter zijn wanneer er minder inwoners zijn. 24 Directeur-coördinator bij de federale politie. 25 Gerechtelijk directeur bij de federale politie. 21

23 Buurtproblemen De belangrijkste vraag omtrent de buurtproblemen was de volgende: In welke mate vormen de volgende fenomenen een probleem in uw buurt of niet? Het antwoord hierop is het subjectieve aanvoelen van de burger. Dit wil niet noodzakelijk zeggen dat een fenomeen effectief veel voorkomt in een specifieke buurt, maar de respondent heeft in ieder geval wel het gevoel dat dit een probleem is. We dienen met dit aanvoelen zeker rekening te houden. De 5 meest voorkomende problemen die de inwoners van onze politiezone ervaren in hun buurt, zijn: onaangepaste snelheid in het verkeer (61,2%), woninginbraak (49,4%), sluikstorten en zwerfvuil (36%), agressief verkeersgedrag (28,4%) en fietsdiefstal (27,4%). Snelheidscontroles en de aanpak van woninginbraken werden in vorig ZVP reeds opgenomen. Sluikstorten/zwerfvuil en fietsdiefstal zullen gerichter aangepakt moeten worden tijdens deze nieuwe beleidsperiode, doch zonder prioriteit te zijn. De nieuwe teamwerking (zie infra.) biedt hier de mogelijkheid voor. Onveiligheidsgevoelens De meerderheid van de respondenten zegt zich zelden onveilig te voelen in de buurt waar hij/zij woont (40,3%). 29,3% voelt zich zelfs nooit onveilig, maar 25,4% zegt zich soms toch wel onveilig te voelen in z'n buurt. 4,4% van de respondenten voelt zich evenwel vaak of altijd onveilig. Mijdingsgedrag Aan de respondenten die kinderen < 15 jaar hebben, werd gevraagd of het gebeurt dat ze vermijden om hun kinderen ergens naartoe te laten gaan omdat men vreest voor hun veiligheid. 24,7% van de respondenten zegt dit gedrag altijd of vaak te stellen. Niet opendoen voor onbekenden is het mijdingsgedrag dat vervolgens het meest wordt gesteld (22,1%), gevolgd door bij duisternis vermijden om weg te gaan (12,3%) en vermijden om het openbaar vervoer te nemen (8,5%). Zelden wordt een bepaalde plaats in één van onze 4 gemeenten gemeden. 4,8% van de respondenten zegt een bepaalde plaats in onze zone - zonder ze te specifiëren - altijd of vaak te mijden. Slachtofferschap en aangiftegedrag Fietsdiefstal (11,6%) en beschadiging van auto (11,5%) zijn de twee feiten die door de respondenten het vaakst werden vermeld. Dus 11,6% van de respondenten is afgelopen jaar slachtoffer geworden van 22

24 een fietsdiefstal (respondent zelf of een familielid) en bijna evenveel respondenten (11,5%) werden slachtoffer van beschadigingen aan een voertuig van zichzelf of een lid van het gezin. 95,5% van de inbraken met diefstal werden aangegeven. Wanneer het een poging betrof, was dit nog maar 64,9%. Voornamelijk inbraken met diefstal, diefstal met geweld en diefstal van een auto worden gemeld. Wat opvalt is het feit dat we voor verschillende feiten een hoog dark number kennen. Uit de cijfers met betrekking tot het slachtofferschap konden we zien dat de respondenten of gezinsleden het vaakst slachtoffer werden van fietsdiefstal of beschadiging van een auto. Wanneer we dit vergelijken met het aangiftegedrag, zien we dat fietsdiefstal slechts in 66,8% en beschadiging van auto slechts in 29,8% van de gevallen werd gemeld. Dit is niet enkel voor minder zwaarwichtige feiten, want zo zien we dat amper de helft van de zedenfeiten ter kennis komt van de politie (ondergrens 25,9% - bovengrens 66,7%). Uit de veiligheidsmonitor bleek dat de voornaamste redenen om een delict te melden zijn: o.a. om het gestolen goed terug krijgen, om een bewijs voor de verzekering te krijgen of omdat het slachtoffer het voorval ernstig genoeg vond om te melden. Nochtans is het belangrijk om delicten steeds te melden! Deze cijfers tonen aan dat de werkelijke criminaliteitscijfers hoger liggen dan deze die we nu registreren. Beoordeling politiewerking Aan de respondenten werd gevraagd wat ze van het werk van de lokale politie Voorkempen vonden, ook indien ze er nog nooit contact mee hebben gehad. 72,2% van de respondenten vindt dat de lokale politie Voorkempen goed tot heel goed werk verricht. 4,7% van de respondenten vindt eerder dat de politiezone slecht tot zeer slecht werkt. 23,1% heeft hierover geen mening. Antwoordmogelijkheden: heel tevreden, tevreden, noch tevreden-noch ontevreden, ontevreden, helemaal ontevreden, weet niet. Het meest is men tevreden over de houding en het gedrag van de leden van onze politiezone (69,5% heel tevreden en tevreden), 2,9% is hierover zeer ontevreden en ontevreden en 14,37% van de respondenten weet het niet. Het goede voorbeeld geven (46,1%), iedereen op gelijke voet behandelen (43,4%) en informatie over activiteiten (42,5%) hebben ongeveer dezelfde score. De tevredenheid m.b.t. informatie over activiteiten neemt toe naarmate de leeftijd van de respondenten stijgt. Immers 55,3% van de 65+ -ers zijn tevreden 23

25 tot heel tevreden over de verkregen informatie tegenover 27,3% van de jarigen en 31,4% van de jarigen. Van de groep gepensioneerden is 50,6% tevreden tot heel tevreden over de informatie omtrent activiteiten in vergelijking met 25,9% van de studenten. Deze informatie leert ons dat, willen we deze groep bereiken, we in de toekomst meer aandacht moeten besteden aan de jongere doelgroepen, mogelijk door het aanboren van nieuwe informatiekanalen bv. sociale media. De aanwezigheid van blauw op straat scoort het slechtst (36%). 21,7% is hierover zeer ontevreden en ontevreden en 11,6% van de respondenten antwoordde weet niet. Het is belangrijk om bij het bekijken van bovenstaande cijfers rekening te houden met de relatief hoge scores weet niet voor het goede voorbeeld geven en iedereen op gelijke voet behandelen. Mogelijk komt dit hoge aantal door het feit dat men niet noodzakelijk contact moet gehad hebben met politie om deze vraag te mogen beantwoorden. 36% van de respondenten is hierover tevreden tot heel tevreden, maar eveneens is 22% ontevreden tot zeer ontevreden. In vergelijking met de andere scores is men over de aanwezigheid toch meer uitgesproken negatief. De aanwezigheid van meer blauw op straat blijkt een werkpunt te zijn voor onze politiezone! De vraag die men zich hierbij kan stellen is echter: gaat men zich veiliger voelen wanneer er meer politie op straat is of juist onveiliger omdat men denkt dat het onveilig is doordat er veel politie aanwezig is? Wil men niet vooral snel politie ter plaatse wanneer het nodig is? (Cfr. 65,8% heeft enkel behoefte om een wijkinspecteur (politie) te zien bij problemen). Hoe makkelijk of hoe moeilijk vindt u dat de lokale politie Voorkempen te contacteren is? Kent u uw wijkinspecteur? 24

26 Vooral de studenten en de gepensioneerden blijken hun wijkinspecteur niet te kennen. Meer dan de helft van de inwoners van Zoersel kent zijn/haar wijkinspecteur echter wel. In de andere gemeenten is dit minder dan de helft. De meeste burgers kennen hun wijkinspecteur door het direct persoonlijk contact dat ze ermee gehad hebben of door het contact naar aanleiding van bv. herbezoek na een inbraak of het inschrijven van een nieuwe burger. Van de burgers die hun wijkinspecteur kennen, vindt de meerderheid dat deze makkelijk te contacteren is. 17,6% van de respondenten zou effectief graag meer contact hebben met zijn wijkinspecteur, doch 65,8% heeft enkel behoefte om deze te zien indien de respondent problemen heeft. Vanuit het oogpunt van de burger zouden we kunnen besluiten dat we slechts weinig extra moeite moeten doen om de wijkinspecteur beter bekend te maken bij de burger. Anderzijds is de wijkinspecteur een belangrijke persoon om gedetailleerde informatie te bekomen omtrent de inwoners en gebeurtenissen in zijn/haar wijk. Als mensen weten wie hun wijkinspecteur is en dat ze bij hem/haar terecht kunnen voor allerlei zaken, zullen ze deze persoon ook sneller contacteren. De wijkinspecteur kan zo essentiële informatie verder verspreiden naar de belanghebbende dienst(en) zodat preventief kan gewerkt worden op mogelijke problemen of op probleempersonen vroegtijdig kan ingespeeld worden. In de lokale veilgheidsbevraging werden de buurtinformatienetwerken (BIN) eveneens onder de loep genomen. 59,3% van de respondenten (resp.) blijkt het systeem van de BIN-werking te kennen. 58,9% hiervan woonde in 2012 in een BIN. 23,9% van deze mensen is niet aangesloten bij het netwerk. 81% (op 308 resp.) voelt zich veiliger sinds de opstart van het BIN en 82,7% (op 314 resp.) vindt dat hij/zij voldoende info krijgt over de werking en resultaten. 75,9% (op 357 resp.) wil aansluiten wanneer een BIN wordt opgestart. Ondanks dat er al vele netwerken zijn, blijft er nog groeipotentieel. Waarom bent u niet aangesloten bij het bestaande BIN in uw buurt? Momenteel wordt een BIN opgestart naar aanleiding van verdachte handelingen, wanneer een feit net gebeurd is of wanneer het tijdstip van het feit onbekend, maar minder dan 24u geleden, is. Uit bovenstaande grafiek blijkt dat een belangrijke reden om niet aan te sluiten is dat men niet op elk moment van de dag gealarmeerd wil worden. Hieruit blijkt dat de criteria 26 om een BIN op te starten misschien toe zijn aan hernieuwing zodat deze weerstand kan getemperd worden. 26 Beslist tijdens een vergadering van de destijds bestaande BIN s in juni

27 Laatste contact met lokale politie Voorkempen Slechts 26,8% van de respondenten had de laatste 12 maanden contact gehad met onze politie. Wie contact had met onze politie kwam meestal naar het politiebureel (42,9%). Hieronder wordt de tevredenheid na het contact grafisch weergegeven. Tevredenheid m.b.t. de politiediensten na contact SCANNING EXTERN (PARTNERS) Via mail of per post werden sleutelfiguren uit het maatschappelijk veld gevraagd om de 11 fenomenen uit de matrix te rangschikken volgens belangrijkheid om door politie aangepakt te worden. Volgende groepen uit de 4 gemeenten werden aangeschreven: gemeenteraadsleden, brandweer, directies van scholen, directie van het ziekenhuis/psychiatrie, mobiliteitsambtenaren/ambtenaar NIP, parochiepriesters, voorzitters van jeugdraad, seniorenraad, cultuurraad, sportraad, verkeersraad, milieuraad, welzijnsraad, middenstand, OCMW, BIN en artsenvereniging SCANNING INTERN (POLITIE) Via interne mail (PUMA) kregen alle medewerkers dezelfde vraag. Aan welke veiligheidsproblemen moeten wij prioriteit geven? Alle 11 algemene veiligheidsproblemen moesten gerangschikt worden volgens belangrijkheid. Het resultaat hiervan wordt weergegeven in de argumentatiematrix (zie bijlage 1) MEDIA Twee items komen regelmatig aan bod in de regionale pers en raken duidelijk de publieke opinie: Wanneer diefstallen (in het algemeen) en diefstallen in woningen (in het bijzonder) eventueel gelinkt kunnen worden aan rondtrekkende dadergroeperingen, dan worden deze feiten sterk in de kijker geplaatst. 26

28 Schijnbare en/of reële onveilige verkeerssituaties worden vaak uitgebreid in de plaatselijke pers behandeld, enerzijds door het spectaculaire karakter van de ongevallen (hetzij met overlijden als gevolg, hetzij door de zware stoffelijke schade), anderzijds door aangehouden druk op de media door plaatselijke belangengroepen (fietsersbond, schoolcomité,...). 2.4 VERWACHTINGEN EN DOELSTELLINGEN VAN OVERHEDEN EN ANDERE BELANGHEBBENDEN PARTNERS EN LEVERANCIERS NATIONAAL VEILIGHEIDSPLAN (NVP) Het huidig Nationaal Veiligheidsplan zet de krachtlijnen uit voor de politiezorg en de werking van de politie voor de periode en streeft ernaar de veiligheid en leefbaarheid van onze burgers te versterken door zo goed als mogelijk in te spelen op de evolutie van onze samenleving en de noden van de bevolking. Dit plan vormt de referentie voor het politiebeleid, richt zich tot beide componenten van de geïntegreerde politie en vormt daarmee een basis voor het beleid van de komende jaren. Wij nemen als lokale politie de prioriteiten van het NVP in overweging, met name voor zover de fenomenen en de thema s ook binnen onze politiezone als problematisch worden ervaren. Hierbij dienen we als steun te kunnen rekenen op de professionele, gespecialiseerde bovenlokale politiezorg van de federale politie. Het NVP bevat 10 sleutelelementen Het versterken van de strijd tegen ongehoorzaamheid Verhogen van de aanwezigheid van de wijkagenten en de gemeenschapswachten Een bijzondere aandacht voor aantastingen van de fysieke integriteit 27 Tien prioritaire criminaliteitsfenomenen: 1. de diefstallen gewapenderhand; 2. het geweld in de publieke ruimte, in het bijzonder op het openbaar vervoer en door stadsbendes; 3. de drugs, in het bijzonder de import en de export van cocaïne, de productie en de smokkel van synthetische drugs, cannabis en de verkoop van drugs (dealen); 4. de illegale vuurwapenzwendel. Hierbij wordt bijzondere aandacht besteed aan het detecteren van illegale vuurwapens en de maximale inbeslagname ervan met het oog op de verbeurdverklaring en de ontmandeling van de aanvoerlijnen; 5. het terrorisme; 6. het intrafamiliaal geweld; en meer bepaald het geweld tegen vrouwen (De politiediensten hebben alle noodzakelijke initiatieven genomen om hier op een kwalitatieve manier mee om te gaan. De omzendbrief COL 4/2006 die handelt over partnergeweld zal aangepast en versterkt 27 Feiten die de fysieke integriteit van personen aantasten, in het bijzonder t.o.v. vrouwen (verkrachtingen, ), worden altijd prioritair aangepakt. 27

29 worden en de inspanningen zullen geïntensifieerd worden. Deze prioriteit is ook opgenomen in het nationaal actieplan partnergeweld, ook uitgebreid met andere vormen van dit soort geweld); 7. de mensenhandel (de seksuele uitbuiting en de economische uitbuiting) en de mensensmokkel; 8. de informaticacriminaliteit; 9. in het verlengde van de maatregelen die de regering al genomen heeft, de fraude, in het bijzonder de sociale en fiscale fraude alsmede de fraude inzake afvalbeheer. Er zal ook bijzondere aandacht besteed worden aan het detecteren van het witwassen van illegale verworven vermogensvoordelen en de maximale inbeslagname ervan met het oog op de verbeurdverklaring; 10. de inbraken in woningen en andere gebouwen. Nieuwe prioritaire plaatsen met criminaliteit Aandacht voor grote steden en de hoofdstad De versterking van de strijd tegen radicalisering De versterking van de verkeersveiligheid Coördinatie als gevolg van crisissituaties Versterking van de internationale politiesamenwerking Tevens herneemt het NVP de grote prioriteiten van de modernisering van de federale politie, de noties van integriteit, de hervorming van de structuur en de organisatie van de federale politie. De krachtlijnen van de politie zijn een equivalente minimumdienstverlening organiseren, gevoelig zijn aan de voorbeeldfunctie die de politie heeft en een optimale en integrale functionaliteit organiseren. Ze wil dit doen door: het principe van de gemeenschapsgerichte politiezorg te versterken, de modernisatie van de organisatie van de politie via een modern HR-beleid, de reorganisatie van het beheer van informatie en de ICT, verbetering van de middelen en de werking, opvolging van een strategisch beleidsprogramma en financieel beheer, een betere evaluatie en reële monitoring van politieacties, het versterken van de federale reserve, en als laatste, de reorganisatie van de federale politie als gevolg van de justitiehervorming VERWACHTINGEN PROCUREUR DES KONINGS ANTWERPEN 28 Wie de inherente criminaliteit in onze samenleving wil aanpakken, moet de bouwstenen van onze samenleving bijsturen. Het gezin, in al zijn huidige vormen, staat dan centraal. Als we toekomstgericht willen werken, moeten we de samenleving van morgen bijsturen door te investeren in de jongeren van nu in hun gezin. We moeten ervoor zorgen dat de jongeren opgroeien in een gezin dat waarden en normen heeft en in staat is normoverschrijdend gedrag te vermijden. Dat vergt bovenal: een grote discipline, een hoog moreel gehalte, een groot plichtsbesef, veel verantwoordelijkheidsgevoel en consequent handelen. Er dient vastgesteld te worden dat in vele multi-probleemgezinnen precies deze eigenschappen onderbelicht blijven. Zij zijn niet in staat die zelf te verwezenlijken en moeten gesteund en gestuurd worden. Op zich is dit geen opdracht voor politie en justitie, tenzij het ontbreken van deze eigenschappen leidt tot de grootste kwaal die zich momenteel manifesteert in onze gezinnen: intrafamiliaal geweld. 28 De Kadernota voor de arrondissementele en zonale veiligheidsplannen in het Arrondissement Antwerpen (zie bijlage 2). 28

30 Politie en justitie hebben de aanpak van dit geweld steeds prioritair behandeld omwille van de geweldpleging op zich, nooit omwille van de oorzaak en evenmin omwille van het gevolg. Als mens hebben we nood aan stabiliteit, aan zekerheid in verschillende leefdomeinen. Als deze leefdomeinen met problemen beladen zijn, is het moeilijk functioneren als mens. 9 leefdomeinen bepalen de rugzak waarmee we door het leven gaan. Hoe zwaarder deze rugzak beladen is, hoe groter de kans dat we ongelukkig worden, gestresseerd geraken, agressief worden, geweld plegen, in eerste instantie op de gezinsleden, maar daarbuiten ook inbreuken plegen op de leefdomeinen van anderen: agressie in het verkeer, overlast, vernielingen en agressie op straat, agressie en diefstallen wegens druggebruik. De negen leefdomeinen: 1) Het gezin: opgroeien in een "warm nest" maakt gelukkig. 2) Mijn persoon: de fysieke integriteit van het eigen lichaam is ontzettend belangrijk. 3) Mijn goederen: mijn huis is een verlengstuk van mijn eigen ik, aantasting ervan is onaanvaardbaar. 4) Mijn gezondheid: een groot aantal misdrijven wordt gepleegd onder invloed van alcohol en er is de problematiek van alcohol in het verkeer. Drugs en alcohol zijn erg bepalend in het leven en in de ontwikkeling van het individu. 5) Mijn mobiliteit: veilig in het verkeer. 6) Mijn leefmilieu: leven in een ongezonde woning of in een triestige straat vermindert onze levenskwaliteit en verhoogt onze frustratie. 7) Mijn inkomen: we willen financiële zekerheid, daarom nog geen financiële gelijkheid. Het is echter onaanvaardbaar dat anderen hun inkomen verwerven uit frauduleuze praktijken. 8) Mijn staat: ten aanzien van de stad of staat waartoe ik behoor, verwacht ik kwaliteit en zekerheid. 9) Mijn wereld: de verhoudingen tussen het rijke Noorden en het arme Zuiden, cultuurverschillen, geloofswaarden, terrorisme. Het kader voor de zonale veiligheidsplannen is investeren in de negen leefdomeinen met volgende drie speerpunten: 1) Agressie met prioritaire aandacht voor IFG 2) Goederen met prioritaire aandacht voor DIW 3) Drugs met prioritaire aandacht voor de ganse keten (van trafiek tot gebruiker)... en dit middels drie i's : integratie, irritatie en innovatie. Agressie met prioritaire aandacht voor intrafamiliaal geweld (IFG) In het gezin is IFG de katalysator die laat beseffen dat een gezin in nood is. Vooral het geïntegreerd werken van bestuur en zorgsector brengt hier succes. Het project CO3 29 geldt hier als voorbeeld. Het project is innoverend, zorgt voor minder irritatie. Van de politiezones verwacht de Procureur des Konings aansluiting bij het CO3-project, minstens een gelijkaardige (kleinschaligere) manier van werken met alvast binnen elke gemeente 3 partners: gemeentebestuur, OCMW met plaatselijke hulpverlening, politie. 29 Cliëntgerichte organisatie met 3 partners, inzake aanpak partnergeweld. 29

31 Processen-verbaal inzake IFG moeten ook minstens een overzicht geven van de leefdomeinen waarin zich problemen voordoen, zodat meteen kan gedetecteerd worden hoe groot de rugzak is die het gezin met zich moet meedragen. Louter de beschrijving van het gepleegde geweld volstaat niet. De politie dient overzichtelijk in haar proces-verbaal de problematiek in de onderscheiden leefdomeinen te beschrijven, in de mate dat ze de problematieken vaststelt en kan beschrijven. Waar IFG de agressievorm is in het gezin, stellen we frequent agressiedelicten vast buiten het gezin, vaak vanwege dezelfde personen. Ook bij agressiedelicten moet de politie onmiddellijk verifiëren in welke gezinssituatie de betrokkene leeft om, indien er een rugzak-probleem is, het bestuur en de hulpverlening mee in te schakelen, conform het CO3-principe. Goederen met prioritaire aandacht voor diefstallen in woning (DIW) De lokale politie moet op zoek gaan naar een geïntegreerde, irritante en innoverende aanpak. De lokale politie treedt vaak veel te reactief op. Ze rijden rond in een patrouillewagen en haasten zich onmiddellijk naar een oproep voor een inbraak. Reactief dus, en dus te laat. Laat duidelijk zijn dat onze aandacht in eerste instantie moet uitgaan naar het dalen van het aantal inbraken en diefstallen in woning en niet louter naar het vatten van de daders. We staren ons te blind op de pakkans van 5% die we willen doen stijgen naar 10 %. We moeten ons eveneens focussen op het laten dalen van de slaagkans met 50% en meer! Dit investeren in de slaagkans moet de drie i s in zich te dragen: Integratie: de aanpak moet geïntegreerd zijn waarbij bestuur en politie, maar ook de burger zelf, zijn bijdrage levert. Innovatie: nieuwe technieken die het reactief optreden aanvullen met preventief optreden nl. de kandidaat inbreker een onveiligheidsgevoel geven. Irritatie: dit onveiligheidsgevoel bij de kandidaat-inbreker scherpen we aan met een VIPbehandeling ( very irritating police ). De politie moet de bekende plegers en personen vreemd aan de wijk en/of vreemd in hun gedrag, aanspreken, controleren, opvolgen en lastigvallen. Ze moet beroep doen op de waakzaamheid van de burgers en het patrouillerijden herdenken. Drugs met prioritaire aandacht voor de ganse keten (van trafiek tot gebruiker) Middelengebruik veroorzaakt enerzijds agressie (men bereikt veel sneller het agressiepunt) en anderzijds eigendomsdelicten (men heeft geld nodig om zijn middelen aan te kopen). Ook hier zullen we veel meer geïntegreerd, innoverend en irriterend moeten werken. Gefocust op de pakkans van de dealer, treden we veel te reactief op ten aanzien van enkel die dealers. Als we evenwel de dealer zijn slaagkans om een lucratief handeltje op te zetten ontnemen door zijn drugsmarkt te verstoren, zijn we veel beter bezig. De boodschap die we de voorbije 30 jaar hebben meegegeven is: Drugs kan, we gedogen het gebruik. En als het overmatig wordt, zullen we je helpen. En uiteraard zullen we je blijven helpen en uiteraard zullen we de dealer blijven oppakken. Maar de boodschap moet anders: Drugs ontredderen onze maatschappij 30

32 en brengen agressie- en eigendomsdelicten met zich mee. Met deze boodschap moet de politie de straat op VERWACHTINGEN DIRCO-DIRJUD ANTWERPEN De verwachtingen van de DirCo en de DirJud, beiden vertegenwoordigers van de federale politie, zijn vervat in de matrix die werd opgesteld om de strategische doelstellingen te bepalen. Zie bijlage VERWACHTINGEN PROVINCIEGOUVERNEUR Verkeer en drugs Het uitvoeren van WODCA 30 -controles blijft essentieel om de pakkans op middelengebruik te verhogen. Het aantal speekseltesten in het kader van drugsgebruik ligt nog te laag in verhouding tot het risico dat drugs vormt in het verkeer; Ingebruikname ANPR-camera s 31. DIW Het systematisch gebruik van het draaiboek DIW; Deelname aan het Haddock-project 32 ; Het lokaal opnemen van sporen in overleg met andere zones en FGP; Het inbrengen van de basisvariabelen DIW in ISLP door de vaststellers vóór einde dienst; Respecteren van termijnen om identificeerbare voorwerpen, die het deel uitmaken van een aangifte, te seinen (MFO-3); Bijdragen aan een snelle uitwisseling van operationele info tussen de politiediensten; Ingebruikname ANPR-camera s. IFG Participeren in het CO3-project van het parket van Antwerpen. Heel wat veiligheidsproblemen kunnen vermeden worden met een multidisciplinaire begeleiding van kwetsbare personen/gezinnen. Verder moet aandacht besteed worden aan interne en externe initiatieven om de efficiëntie op te drijven. Intern moet gedacht worden aan procedures die de productiviteit opdrijven, bv. invoering mobiele toegang tot ISLP. Extern moet samenwerking worden beoogd om schaalvoordelen te boeken. 30 WeekendOngevallen Door Controles Aanpakken. 31 Automatic Number Plate Recognition (automatische nummerplaatherkenning). 32 Een geïntegreerde creatieve en kort op de bal reagerende arrondissementele aanpak van diefstallen in woning met als uitgangspunt een bestuurlijke taskforce onder de vorm van een arrondissementele "politieactie- en interventiereserve". 31

33 2.4.2 BESTUUR EN FINANCIERS Op vonden de verkiezingen voor de vernieuwing van de gemeenteraden en de provincieraad plaats. Coalities werden gevormd voor de periode en daaruit ontstonden voor onze 4 gemeenten nieuwe beleidsplannen of -verklaringen, die ons een beeld geven van hun intenties op vlak van: veiligheid, mobiliteit en leefbaarheid en de verwachtingen aangaande de dienstverlening van de politie. Als rode draad doorheen deze beleidsplannen loopt de beperkte financiële ruimte waarover elke gemeente van onze politiezone beschikt ingevolge de financieel en economisch moeilijke tijden waarin we ons bevinden! Voldoende realiteitszin en financiële middelen 33, verhoogde kwaliteit in de dienstverlening, thinking out of the box en wederzijds overleg zullen dan ook de leidraad moeten zijn voor de realisatie van de doelstellingen uit voorliggend ZVP waarbij de politiezone wil verder bouwen aan de sinds 2008 ingezette evolutie van veilige, naar een veiligere tot de veiligste politiezone GEMEENTE BRECHT 34 Veiligheid - Politie In het kader van de rampenplanning zal er aandacht moeten blijven uitgaan naar oefening, de update van de OSR-tool, de afwerking van het Brechts ANIP ( Algemeen Nood- en Interventieplan ) en zo nodig, één of meerdere BNIP s ( Bijzonder Nood- en Interventieplan ). Bijzondere aandacht zal er ook besteed worden aan de veilige organisatie van evenementen; aan het fuifreglement zal een juridische verankering gegeven worden. De gemeente Brecht moet ook ingedeeld worden in een logisch systeem van uniforme snelheidsregimes, zodat voor alle weggebruikers duidelijker is welk snelheidsregime van toepassing is. Moderne technologische middelen, zoals trajectcontrole (soms ook gekend onder de benaming ANPR Automatic Number Plate Recognition ), moet kunnen geïmplementeerd worden en de toepassingsmogelijkheden van deze nieuwe technieken (inzake snelheid, tonnagebeperking, niet-verzekerde voertuigen, geseinde of verdachte voertuigen, enz.) dienen ten volle aangewend te worden. Tegelijkertijd dienen we in onze gemeente continu in overleg te blijven met onze inwoners en de verkeerswerkgroepen die in onze gemeente goed werk leveren. Inzake politiezorg dient er de nodige aandacht uit te gaan naar de opmaak van het nieuw zonaal veiligheidsplan: het bestrijden van diefstal in woningen en voertuigen, fietsdiefstallen, vandalisme en allerlei vormen van overlast moeten blijvend aandacht krijgen. Er worden van de politie ook bijzondere inspanningen gevraagd, ten einde toezicht uit te oefenen op de (verkeers)veiligheid van schoolomgevingen. De toepassing van het systeem van gemeentelijke administratieve sancties moet ook 33 Vele uitdagingen zijn echter het gevolg van factoren, waarop de lokale politie Voorkempen zelf weinig of geen impact heeft. In deze dient o.m. verwezen te worden naar de sterk stijgende pensioenlasten (zo stijgen de patronale bijdragen van 31% in 2013 naar 41,5% in 2016, wat een verhoging impliceert van circa ,00 in 2014, bijkomend circa ,00 in 2015, en nog eens circa ,00 in 2016). 34 Uittreksel uit de Beleidsverklaring bestuursperiode Gemeenteraad Brecht in zitting van

34 verder blijven ondersteund worden. Bijzondere aandacht dient er uit te gaan naar de problematiek rond hangjongeren en beschadiging, resp. vervuiling van het openbaar domein. Het verdient ook sterk aanbeveling om meer in te zetten op preventie-politie eerder dan op brandweer-politie, m.a.w. meer inzetten op preventie en wijkwerking, eerder dan op interventie. Sociale controle is nog steeds een belangrijk element in het waarborgen van veiligheid. Onverschilligheid voor wat er gebeurt in de straat of buurt moet opnieuw plaatsruimen voor betrokkenheid en verantwoordelijkheidszin. BIN s ( Buurt Informatie Netwerken ) met bewoners of zelfstandigen moeten dan ook alle kansen blijven krijgen. Wat de organisatie van de politie betreft zal er zeer spoedig een haalbaarheidsstudie uitgevoerd worden inzake verregaande vormen van samenwerking (tot en met fusie) tussen de politiezones Zara, Grens en Voorkempen. Op deze wijze zullen er belangrijke efficiëntiewinsten kunnen geboekt worden en mag ervan uitgegaan worden dat de kosten beter controleerbaar zullen zijn. In afwachting van meer duidelijkheid hieromtrent, alsook gelet op de hoge kost, wordt de bouw van een nieuw centraal politiecommissariaat voorlopig on hold gezet. Ruimtelijke ordening Een handhavingsbeleid inzake stedenbouwkundige voorschriften en kapvergunningen uitwerken: voorschriften zijn er nu eenmaal om nageleefd te worden. Indien de aanplant van bomen en/of struiken opgelegd werd, zal dit gecontroleerd worden. Immers, iedereen moet een steentje bijdragen om het groen karakter van onze gemeente te behouden GEMEENTE MALLE 35 Financiën Sterke controle en bijsturing van de dotaties voor politie, brandweer en OCMW. Mobiliteit De mobiliteit, verkeersleefbaarheid in Malle is een heikel punt. Sluipverkeer moet worden bestreden, vlot verkeer op de gewest- en verbindingswegen nagestreefd. De doortrekking van de ring rond Zoersel tot aan de N12 en de ontsluiting van de industriezone zullen al heel wat soelaas bieden. Onderwijs Vervullen van de lokale coördinatie tussen de onderwijs- en vormingsinstellingen m.b.t. mobiliteit, verkeersveiligheid, gezondheid, milieu, werkgelegenheid, mondiale vorming, sport, cultuur en bibliotheek. 35 Uittreksel uit het Bestuursakkoord De gemeenteraad Malle zal in zitting van december 2013 de bestuursnota behandelen. 33

35 Politietoezicht op cruciale punten zoals schooltoegang en gewestwegen. Politie In iedere gemeente van de politiezone Voorkempen blijft een lokale politiepost, met gebruikelijke openingsuren tijdens de week, plus één avond per week en één of twee zaterdagvoormiddagen per maand. In Malle moeten naast de wijkinspecteurs nog voldoende manschappen aanwezig zijn om basispolitiezorg aan te bieden. Blauw moet meer op straat. De door de burgemeester en door de gemeenteraad vooropgestelde beleidsmatige prioriteiten dienen uiteraard door de zone, maar in het bijzonder door het lokale detachement, te worden uitgevoerd. Nastreven van synergie tussen de politiediensten en de andere gemeentelijke diensten zoals sociale dienst en OCMW, onder meer omtrent drugspreventie, slachtofferhulp, familiale conflicten en de bestrijding van sociale fraude. En verder: Herschikking van de gemeentelijke dotaties. Bewaking van de financiële toestand van de zone. Congruentie tussen middelen en mogelijkheden. Nadruk op preventie. Slechts bij doorgedreven onwil en manifest wangedrag volgt repressief ingrijpen. Streven naar alternatieve bestraffing. Verfijning van de GAS-reglementering en van de navolging ervan. Bestrijding van het foutparkeren, zeker in de blauwe zones. Meer inlevingsvermogen en minder formalisme bij lokale evenementen. Ondersteuning van de inhoudelijke krachtlijnen binnen de politiezone Voorkempen. Verdere bijstand aan en uitbreiding van de BIN s, BIN-Z 36 en BIN-Z-I 37. Geen big-brother-toestanden in Malle. Systematische terugdringing van de uitgaven. Nemen van effectieve maatregelen voor isolatie en geluidsbegrenzers bij geluidsoverlast. Diversen De opstart van een gemeentelijke preventieraad wordt in overweging genomen. 36 Buurtinformatienetwerk voor zelfstandigen, handelaars, KMO's en personen uit de dienstverlenende sector. 37 BIN-Z in een industriezone. 34

36 GEMEENTE SCHILDE 38 Jeugd Ondersteuning van het jeugdwerk: Fuiven is plezant, bevordert het gemeenschapsgevoel en is veel veiliger in eigen gemeente. Daarom garandeert het gemeentebestuur dat jongeren acht keer per jaar kunnen fuiven in zowel het gemeenschapscentrum als in De Wip en twaalf keer per jaar in De Liebaert of de alternatieve locatie. Enkele keren per jaar laat het bestuur een grote tentfuif toe, mits duidelijke afspraken met gemeente, omwonenden en politie. Deze afspraken moeten strikt nageleefd worden. Kleine fuiven kunnen in JoS, Pagode en de jeugdlokalen van s-gravenwezel. Ruimte om te spelen, te ontmoeten en te fuiven. Om attractief te zijn voor gezinnen met kinderen, renoveert het gemeentebestuur de bestaande speelterreinen. Binnen de dorpskernen worden speelplekken gecreëerd naar het model van het nieuwe speelterrein in de Molenstraat. Ook buiten de dorpskernen worden de open speel- en sportruimten in stand gehouden en verzorgd. Het systeem van speelstraten tijdens de zomervakanties wordt verder gepromoot en ondersteund. In samenspraak met jongeren en buurt zal het gemeentebestuur in het centrum van Schilde of s- Gravenwezel een skateterrein realiseren. Naast een skateterrein streeft het gemeentebestuur ook naar buurtpleintjes, met bijvoorbeeld basketbal- of minivoetbalterreinen, waar jongeren recreatief kunnen sporten. Jongeren moeten elkaar kunnen ontmoeten in veilige omstandigheden in een aangepaste infrastructuur. Daarnaast moet deze infrastructuur zodanig ontworpen zijn, dat een mogelijke (geluids)overlast naar de buurt tot een minimum herleid wordt. Preventie op het vlak van drugs- en drankmisbruik: zonder jongeren te willen stigmatiseren, geeft het gemeentebestuur toch meer aandacht voor drank- en drugsmisbruik. In overleg met jongeren zal een actief preventiebeleid gevoerd worden door een meersporenbeleid via scholen, jeugdverenigingen, jeugddienst en horeca. De dienst gezin en welzijn vervult een trekkersrol. Mobiliteit: Meten en handhaven Verkeersstromen aanpakken vergt structurele maatregelen op lange termijn. De reeds opgestarte metingen worden onverminderd verder gezet en de resultaten worden gebruikt bij het bepalen van de prioriteiten voor handhaving en het investeren in wegeninfrastructuur. Naast sensibilisering is ook het uitvoeren van controles een noodzaak voor het gemeentebestuur. Het bestuur ijvert voor een verdere uitbouw de verkeersdienst van de lokale politie Voorkempen en meer middelen voor controles. Een betere samenwerking op dit vlak tussen gemeente en politie is noodzakelijk. Dit moet ertoe leiden dat de politiediensten op het juiste moment op de juiste plaats staan. Het gemeentebestuur pleit voor de aankoop van mobiele snelheidsradars en de inzet van nieuwe 38 Uittreksel uit de Bestuursnota Gemeenteraad Schilde in zitting van

37 technologische middelen om te komen tot een betere handhaving (trajectcontrole/nummerplaatcontrole). Aan scholen zal door regelmatige controles toegezien worden op de naleving van de verkeersregels. Om nacht- en weekendongevallen te verminderen is het gemeentebestuur voorstander van meer interzonale politieacties zoals bijvoorbeeld Antigoon (antidiefstal), Wodka... Mobiliteit: Een nieuw mobiliteitsplan Het gemeentelijk mobiliteitsplan vormt, zoals bepaald door de Vlaamse overheid, de basis van het gemeentelijk mobiliteitsbeleid voor de daaropvolgende jaren. Elke nieuwe infrastructurele of andere maatregel wordt vooraf getoetst. Er zal bijzondere aandacht uitgaan naar het sluipverkeer. Bij het planningsproces worden alle belanghebbenden betrokken. Het gemeentebestuur stimuleert verkeersopvoeding. Daartoe worden o.m. initiatieven voor en in overleg met scholen genomen. Zwakke weggebruikers moeten zich ervan bewust zijn dat iedereen het verkeersreglement moet naleven. Verhogen van de veiligheid Het bestuur wil de veiligheid in de gemeente verhogen door de uitbreiding van buurtinformatienetwerken, camera s aan de drukke verbindingswegen, een strengere aanpak van de criminaliteit en het in vraag stellen van de werking van de huidige politiezone. De toegenomen criminaliteit maakt vele inwoners bezorgd. Buurtinformatienetwerken functioneren goed maar zijn niet veralgemeend doorgevoerd. Preventieve veiligheidsmaatregelen maar ook een strengere aanpak van de criminaliteit zijn noodzakelijk. Sociale controle is nog steeds een belangrijk element in het waarborgen van onze veiligheid. Onverschilligheid voor wat er gebeurt in straat of buurt moet opnieuw plaats ruimen voor betrokkenheid en verantwoordelijkheidszin. Buurtinformatienetwerken met bewoners of zelfstandigen moeten dan ook alle kansen krijgen en worden gestimuleerd. Naast de grote criminaliteit moet de lokale politie steeds aandacht hebben voor de zgn. kleine criminaliteit en overlast. Het gemeentebestuur pleit voor een meer aanspreekbare politie. Klachten van mensen worden altijd ernstig genomen en opgevolgd. Burgers die onregelmatigheden vaststellen, moeten de politie daarover gemakkelijker kunnen inlichten. Kleinere zaken kunnen gesignaleerd worden via een meldnummer, -kaart of elektronisch meldpunt. Het instrument van de gemeentelijke administratieve sancties (GAS) is het sluitstuk van een lokaal overlastbeleid als alle andere middelen zijn uitgeput. 36

38 De organisatie van de politiediensten De gemeentelijke politieraadsleden moeten hun rol voluit kunnen spelen, zowel in de meerderheid als in de oppositie. Zij moeten betrokken worden bij allerlei vormen van overleg, werkbezoeken, en dergelijke. Zij moeten alle verslagen en documenten ook elektronisch kunnen raadplegen en snel kunnen beschikken over een correct verslag van politieraad en -college. Het opvangen van slachtoffers van een misdrijf is voor de lokale politie een prioriteit. Slachtofferbegeleiding moet snel en doeltreffend zijn. Wanneer de dienst slachtofferhulp vaststelt dat hij niet in staat is de nodige bijstand te verlenen, moet hij onmiddellijk doorverwijzen. De politie moet zich toeleggen op haar kerntaken, met name de efficiënte bestrijding van de woninginbraken, intrafamiliaal geweld en het handhaven van de verkeersveiligheid. De politie wordt ontlast van administratieve taken die net zo goed door niet-politiemensen kunnen vervuld worden. De functie van wijkagent moet verder worden opgewaardeerd en aan de burgers duidelijk bekendgemaakt GEMEENTE ZOERSEL 39 Mobiliteit Vlot en veilig verkeer is een dagelijkse zorg voor iedereen. Het bestuur wil daar aan werken wetende dat ook dit een zaak is van gedeelde verantwoordelijkheden. Veiliger verkeer is gesteund op vier pijlers: infrastructuur, handhaving, educatie en eigen verantwoordelijkheid en betrokkenheid. Betrokkenheid en verantwoordelijkheid De gemeente sensibiliseert de bewoners om hun verantwoordelijkheid te nemen en voetpaden en bermen te onderhouden. Sensibiliseringsborden en nieuwe campagnes verhogen de verantwoordelijkheidszin van de burgers. Handhaving De lokale politie zorgt voor de handhaving van de verkeersregels. Politiereglementen gericht op veilig verkeer worden effectief toegepast. Educatie De lokale politie neemt haar educatietaak ter harte en neemt deel aan sensibilisering en verkeersopleiding. Inwoners, zowel jong als oud, worden permanent herinnerd aan het in acht nemen van de wegcode. Wegenwerken en verkeershinder Signalisatie moet rekening houden met elke weggebruiker, tijdig aangebracht en gecontroleerd worden. 39 Uittreksel uit de Beleidsintenties Gemeenteraad Zoersel in zitting van

39 Veiligheidszorg Voor de nieuwe bestuursploeg moet Zoersel een veilige gemeente zijn waar burgers zich geborgen voelen. In noodgevallen kunnen mensen, bedrijven en instellingen rekenen op snelle en doeltreffende hulpverlening. Ook een verkeersveilige omgeving is van het grootste belang. De politie vormt de belangrijkste schakel in het streven naar een veilige gemeente. Geïntegreerde aanpak o Binnen de politiezone Voorkempen voert de politie een uniform beleid. Gemeentelijke administratieve sancties worden waar nodig bijgestuurd. o De politiezone werkt samen met omliggende politiezones ter bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit. Participatie van de Zoerselaar verhogen o We zetten verder in op de uitbouw van Buurt-Informatie-Netwerken en de ondersteuning ervan door de gemeente om de sociale controle te versterken. Hetzelfde geldt voor de BIN-Z waar handelaars zich kunnen bij aansluiten. Informatiecampagnes en preventie o De politie sensibiliseert en informeert over inbraakpreventie. o De politie zorgt voor woningtoezicht tijdens perioden van afwezigheid. Kerntaken van de lokale politie: o verschillende acties tegen criminaliteit: inbraak, familiaal geweld, fietsdiefstal; o handhaven van verkeersregels en openbare orde, snelheids- en alcoholcontroles op tijdstippen en plaatsen met de grootste impact; o vaststelling en handhaving van milieu- en stedenbouwreglementering; o veiligheidszorg op maat door wijkagenten bij lokale activiteiten; o medewerking aan veiligheid bij grote evenementen; o medewerking aan vaststellingen met het oog op GAS. Nieuwe technologieën: openbare bewakingscamera s, nummerplaatdetectie, trajectcontrole en verkeerssluizen worden ingezet. De lokale verankering van de politie blijft een belangrijk doel. Het hoofdcommissariaat van politiezone De Voorkempen wordt gebouwd in St-Antonius waar 24u/24 en 7dagen/7 permanentie wordt behouden. De motivatie en betrokkenheid van de lokale politie vergroten: o door goede aansturing en leiding van het korps; o door opwaarderen van de rol van de wijkagent. Overige hulpdiensten: Gemachtigde opzichters en gemachtigde signaalgevers zijn belangrijke pionnen in een verkeersveiligheidsbeleid. Ze verdienen blijvende ondersteuning. Verkeersveiligheid Met de (on)veiligheid in het verkeer worden we dagelijks geconfronteerd. Daarom willen we de veilige schoolfietsroutes voortdurend optimaliseren, organiseren we verkeersveiligheidsacties naar de scholen toe en grijpen we de heraanleg van wegen in het kader van rioleringsprojecten aan in functie van het verhogen van de veiligheid. Ook de openbare verlichting komt dan aan bod. Een globaal lichtplan moet ons in staat stellen een evenwicht te bereiken op vlak van veiligheid, efficiëntie en zuinigheid. 38

40 Bij meldingen van onveilige situaties zullen objectieve metingen de grondslag vormen voor eventuele ingrepen. De schoolomgevingen vormen hiervoor een prioriteit. Inname van het openbaar domein bij bouwwerken of verbouwingen mag de verkeersveiligheid niet hypothekeren. Daarom zal naar een doeltreffende oplossing gezocht worden om dit te vermijden KLANTEN EN DIENSTENAFNEMERS De lokale veiligheidsbevraging gaf ons de gelegenheid om, naast de standaardvragen die voor elke deelnemende politiezone dezelfde waren, twee eigen vragen op te stellen. Om onze burgers ook een stem te geven in het bepalen van onze prioriteiten, was dit de kans om hen 11 fenomenen te laten rangschikken volgens belangrijkheid. Uit de resultaten blijkt dat de inwoners van onze politiezone willen dat politie zich voornamelijk bezighoudt met: inbraken in woningen, intrafamiliaal geweld, zedenfeiten, geweldsdelicten en verkeer. De volledige rangschikking werd opgenomen in de prioriteitenmatrix (zie bijlage 1) MEDEWERKERS Onze medewerkers werden op twee verschillende momenten bevraagd over de externe en interne prioriteiten. Met betrekking tot de externe prioriteiten, m.a.w. de fenomenen waarop we dienen te werken, kregen al onze medewerkers op dezelfde vraag via interne mail (PUMA): Aan welke veiligheidsproblemen moeten wij prioriteit geven?. Alle 11 algemene veiligheidsproblemen moesten gerangschikt worden volgens belangrijkheid. Voor het bepalen van de interne prioriteiten werd, in het kader van de audit van de Algemene Inspectie, een algemene en anonieme personeelsbevraging uitgevoerd en verwerkt waarin alle medewerkers hun mening over 12 domeinen en 100 stellingen konden geven. 2.5 INRICHTING VAN HET KORPS PERSONEELSCAPACITEIT De politieraad keurde in de zitting van een nieuw, aangepast, personeelsbehoeftenplan (PBP) goed om op nieuwe noden te kunnen inspelen (zie bijlage 2). In deze personeelsformatie zijn 135 operationele medewerkers en 36 CALog-ers voorzien. M.a.w. een totaal van 171 medewerkers. Het nieuwe personeelskader is tot op heden echter nog niet volledig ingevuld. Samen met de personeelsformatie werd er een stappenplan goedgekeurd. Volgende aanwervingen zijn vanaf 2014 nog voorzien: 2014: contractuele aanwerving van één niveau C voor het LIK; 2015: aanwerving van één Inspecteur voor de verkeersdienst en; 2017: aanwerving van één Inspecteur voor de verkeersdienst. 39

41 De huidige personeelsformatie voorziet 135 operationelen, waarvan 7 behoren tot het officierenkader, 25 tot het middenkader, 101 tot het basiskader en 2 tot het hulpkader. De verdeling binnen het CALogpersoneel is als volgt: 2 niveau A s, 4 B s, 24 C s en 6 D s. Het minimaal effectief van de politiezone Voorkempen werd per KB van vastgelegd op 131 operationelen en 33 CALog-ers. 1. Operationeel kader 40 Voorzien in PBP in FTE's 41 Aantal effectieven FTE'S HCP CP HINP INP AGP Totaal waarvan: detachering UIT: INP - CIC detachering UIT: INP - AIK detachering IN: HCP - Dir Ops detachering IN: INP - Interventie Administratief en logistiek kader 42 Niveau A: adviseurs Niveau B: consulenten Niveau C: assistenten ,9 Niveau D: bedienden & arbeiders ,95 Totaal ,85 TOTAAL OPS + CALog ,85 Er zijn binnen een politiekorps een groot aantal niet-operationele of administratieve taken die door CALog-personeel kunnen worden uitgevoerd, maar in sommige gevallen worden toebedeeld aan de politieambtenaar of agent van politie. Ten gevolge van de werkdruk die deze administratieve taken met zich meebrengen, wordt de kerntaak van de lokale politie, zijnde de basispolitiezorg of een "community policing" immers gehypothekeerd. 40 Op datum van FTE : Full Time Equivalent. De gebruikelijke norm is uren per personeelslid per jaar. 42 Op datum van

42 Concreet gaat het om volgende domeinen: Administratieve taken verbonden aan de opdrachten van de politie; Secretariaatstaken inherent aan de organisatie van de politiekorpsen; ICT (technisch beheer) en logistiek; Personeelsbeheer; Budget en financiën. Niets belet dat ook leidinggevende taken/functies in deze context worden toevertrouwd aan CALogpersoneel. De taakuitbreiding naar het CALog-personeel was de afgelopen jaren duidelijk zichtbaar binnen de kaderwijzigingen van onze politiezone. De korpschef heeft, als eindverantwoordelijke hierin, er voor gezorgd dat de taken verbonden aan de hierboven opgesomde domeinen, volledig aan het CALogpersoneel worden toevertrouwd ORGANOGRAM Dit nieuwe organogram werd begin 2013 opgemaakt en besproken in het politiecollege en het basisoverleg comité. 41

43 2.6 BEELD VAN DE DIENSTVERLENING EN DE WERKING UITVOERING VAN DE DIENSTVERLENING AAN DE BEVOLKING / OPERATIONELE DIENSTEN Als lokale politie is het onze taak om de minimale basispolitiezorg te verzekeren ten gunste van de bevolking, meerbepaald alle opdrachten van bestuurlijke (bv. handhaving van de openbare orde) en gerechtelijke politie (bv. onderzoeken) die nodig zijn voor het beheersen van lokale gebeurtenissen en fenomenen die zich voordoen op het grondgebied van onze politiezone. Concreet betekent dit dat ook wij als politiezone minstens de 7 basisfuncties moeten organiseren ingebed in de filosofie van de principes van gemeenschapsgericht politiewerk (GGPZ). Deze 7 basisfunctionaliteiten zijn: wijkwerking, onthaal, interventie, slachtofferbejegening, lokale gerechtelijke operaties, handhaving openbare orde en verkeer. Op deze wijze bieden we als korps aan de gehele bevolking, de zogenaamde minimale dienstverlening aan. Concreet houdt dit in dat elke burger, ongeacht waar hij zich bevindt op het grondgebied, recht heeft op eenzelfde kwaliteitsvolle dienstverlening. Tevens vervullen wij als lokale politie sommige politieopdrachten van federale aard OPERATIONELE DIENSTEN Wijkwerking KB : De functie wijkwerking bestaat in het aanbieden van een zichtbare, aanspreekbare en contacteerbare politiedienst, die in haar werking maximaal georiënteerd is op de behoeften en verwachtingen van haar omgeving. Deze functie wordt georganiseerd op basis van een geografische indeling van het grondgebied van de zone, rekening houdend met de lokale omstandigheden en de bevolkingsdichtheid. Als minimale werkings- en organisatienorm voor de uitvoering van deze functie geldt 1 wijkagent per inwoners. Geografische spreiding In elke gemeente van de politiezone Voorkempen is een politiepost aanwezig. De gemeente Brecht beschikt daarbij over een bijkantoor in Sint-Job-in-'t-Goor. De gemeente Zoersel beschikte tot over een bijkantoor in Zoersel-centrum. In elke politiepost heeft een commissaris of hoofdinspecteur de leiding over de dagdagelijkse werking van de wijkinspecteurs, in de volksmond nog vaak "wijkagenten" genoemd. Ze zijn voornamelijk werkzaam tijdens de kantooruren met enkele avond- en weekendzittingen. De contacten en afspraken met een wijkinspecteur hoeven dus niet noodzakelijk van "nine to five" te verlopen. In onze politiezone zijn 21 wijkinspecteurs werkzaam, waarvan 7 in de politiepost Brecht, 4 in Malle, 5 in Schilde en 5 in de politiepost van Zoersel. Hiermee voldoen we aan de minimale werkings- en organisatievorm. Taken De wijkwerking in de 4 politieposten bestaat voornamelijk uit het uitvoeren van kantschriften (schriftelijke opdrachten van het parket). Naast het uitvoeren van deze kantschriften, is de wijkinspecteur 42

44 tevens belast met taken zoals: onderzoek van woonplaats, hercosi 43, afwezigheidstoezichten 44, uitvoeren van preventieve controles, verkeerstoezicht, aanwezigheid bij verschillende evenementen... Tijdens de uitvoering van deze taken is de wijkinspecteur zichtbaar aanwezig en een (eerste) aanspreekpunt in zijn wijk. Hij zal dan ook luisteren naar klachten en grieven van de bewoners, bemiddelen bij conflicten en zo mogelijk daadwerkelijk oplossingen aanbrengen. In een laatste fase zal hij, indien nodig, verbaliserend optreden om de rust, veiligheid en leefbaarheid in zijn wijk te garanderen. De in 2012 aangekochte tool InfoCop (= dynamische briefingtool uniform doorheen de ganse zone) zal hen helpen om mee gericht toezicht te kunnen houden tijdens hun aanwezigheid in de wijk. Ze worden hiermee actief geïnformeerd naar waar ze moeten uitkijken (personen, plaatsen, voertuigen) of waar ze moeten toezicht houden (gebeurtenissen, verlaten woningen, plaatsen). De wijkinspecteur hoeft uiteraard niet noodzakelijk in zijn geografisch afgelijnde wijk zijn taak te vervullen. De wijkinspecteur is de spilfiguur bij de gemeenschapsgerichte politiezorg en hij is dan ook de politiemedewerker die het dichtst bij de gemeenschap staat met zijn bewoners, handelaars, verenigingen, schoolgemeenschappen, BIN's... Deze inspecteur is dan ook goed geplaatst wanneer het gaat om het verzamelen van alle nuttige inlichtingen over de bijzonderheden en problemen eigen aan de wijk, het signaleren van bronnen van onveiligheid en criminaliteit en de controle op de naleving van het gemeentelijk politiereglement (GAS-wetgeving). Maar het werkt ook in de andere (informatie)richting, nl. de verspreiding van algemene info naar de bevolking en het doorgeven van lokale vragen en verwachtingen aan de overheid of andere diensten. De vooraf aangemelde aanwezigheid van een wijkinspecteur in de wijk geeft de interventiecoördinator een duidelijk overzicht van de beschikbaarheid en aanspreekbaarheid van de wijkinspecteur voor een eventuele tussenkomst, bijstand of advies. Wijkcoördinator Toch gebeurt de wijkwerking in de verschillende politieposten momenteel niet op een gelijkaardige, noch gelijkwaardige wijze. Sedert werd een wijkcoördinator aangesteld, zoals o.a. geadviseerd in de audit van de Algemene Inspectie, met als één van de taken een gelijkaardige, gelijkwaardige en kwaliteitsvolle wijkwerking aan te bieden aan al onze "klanten". Twee maal per jaar zal dan ook een "Dag van de wijkagent" worden ingericht om communicatie en samenwerking tussen de verschillende wijk(posten) te bevorderen en belangrijke aspecten met betrekking tot de wijkwerking onder de aandacht te brengen. Online agendabeheer Begin 2013 werd een proefperiode inzake "Online agendabeheer" na gunstige evaluatie afgesloten. Dit systeem is een agenda die de burger 24u/24u via internet ( kan raadplegen om 43 De werkwijze voor hercosi (hercontactname met slachtoffers van een inbraak) werd gewijzigd in Er kan nu beter geverifieerd worden of elke benadeelde effectief bezoek heeft gekregen van een wijkinspecteur (binnen 14 dagen). 44 Eveneens werd de werkwijze voor afwezigheidstoezicht herbekeken in Zo werden de criteria om dit aan te vragen kritisch onder de loep genomen, wat heeft geleid tot het afschaffen ervan. Er zijn dus geen beperkende voorwaarden meer van toepassing (excl. termijn) om een aanvraag tot afwezigheidstoezicht in te dienen. Daarnaast worden de afwezigheidstoezichten voortaan exclusief uitgevoerd door de wijkinspecteur, wat de aanwezigheid in de wijk sterk bevordert. Nieuw is ook dat de wijkinspecteur die kennis krijgt van een gevraagd toezicht, contact opneemt met de aanvrager om indien mogelijk een plaatsbezoek te brengen, de contactgegevens van de bevriende buren te ontvangen en alvorens het vertrek enkele preventietips mee te delen. Deze nieuwe werkwijze wordt gehanteerd sinds december

45 een afspraak met zijn wijkinspecteur te boeken wanneer het de burger het beste uitkomt. Een afspraak maken is op deze manier zeer eenvoudig. Ook de onthaalmedewerkers kunnen deze raadplegen. Zij kunnen, wanneer een burger belt, maar de wijkinspecteur afwezig is, meteen een afspraak plaatsen in de online agenda (of verplaatsen of annuleren). Ook de wijkinspecteurs zelf zetten de door hun gemaakte afspraken in de agenda. N.a.v. de online agenda werd een georganiseerde taakverdeling onder de wijkinspecteurs opgesteld die zorgt voor een evenredigheid in aanwezigheid in de wijk en de uitvoering van administratieve taken op kantoor. Het is uiteraard zo dat de reeds bestaande kanalen om in contact te komen met de wijkinspecteurs, zijnde een (spontaan) bezoek aan het onthaal, telefonisch via politiepost of rechtstreeks op de GSM van de wijkinspecteurs, blijven bestaan. De online agenda is hierop enkel een extra dienstverlening naar de burger toe. Pool wijkinspecteurs Vanaf werden de interventie-inspecteurs in vijf teams ingedeeld. Tevens werd een pool wijkondersteuning bestaande uit 6 interventie-inspecteurs samengesteld. Deze 6 inspecteurs zullen de wijkinspecteurs bijstaan of vervangen bij afwezigheid, doch blijven eveneens inzetbaar als interventieinspecteur. Hierdoor kunnen we stellen dat de wijkwerking wordt versterkt met 6 inspecteurs, wat zeker een meerwaarde zal betekenen voor de wijkwerking. HCP CP HINP INP AGP A B C D PBP Onthaal KB : De functie onthaal bestaat uit het te woord staan van de burgers die zich, fysiek in persoon, telefonisch of schriftelijk tot de politiedienst wenden. Het antwoord bestaat ofwel uit een onmiddellijk gevolg geven aan de vraag, ofwel uit een verwijzing naar de interne of externe dienst, tot wie die persoon zich moet richten om een reactie op zijn vraag te bekomen. De toegankelijkheid van het onthaal wordt afgestemd op de noden en verwachtingen van de bevolking. Als minimale werkings- en organisatienorm voor de uitvoering van de fysieke toegankelijkheid geldt 12 uur per dag. Indien de permanente fysieke aanwezigheid van een politieambtenaar in een onthaalpunt niet haalbaar is, moet, door middel van technische infrastructurele maatregelen, worden verzekerd dat de burger die zich fysiek of telefonisch bij een onthaalpunt aanbiedt, onmiddellijk met een politieambtenaar in contact kan treden. De permanente bereikbaarheid van een politiedienst wordt in alle gevallen verzekerd. In een meergemeentezone beschikt de lokale politie daarenboven in iedere gemeente over één of meerdere politieposten. Het aantal politieposten wordt lokaal bepaald met inachtneming van het aantal gemeenten van de politiezone, de oppervlakte en de bevolkingsdichtheid van de gemeenten. Bereikbaarheid Met de organisatie van onze onthaalfunctie trachten we de bevolking voldoende aanspreekpunten te geven. In de 4 gemeenten gebeurt dit binnen de diensturen door toedoen van de aanwezige politiepost, buiten de diensturen is er steeds permanentie verzekerd in het Centraal Onthaalpunt te Zoersel. Tevens is 44

46 deze site steeds telefonisch bereikbaar zonder eerst via een centrale buiten de zone te moeten worden bediend. Hierdoor voldoen we ruimschoots aan de vooropgestelde minimale werkings- en organisatienorm. Het onthaal kan dus momenteel als volgt omschreven worden: Het Centraal Onthaalpunt in de Kerkhoflei 14 te Zoersel is permanent geopend, 7/7 en 24/24; De 4 politieposten daarentegen zijn enkel op de weekdagen geopend van uur, op woensdagnamiddag van uur of na afspraak. Elke politiepost en wijkbureel 45 heeft zijn avondopening van uur. In het Centraal Onthaalpunt is er steeds minimaal 1 inspecteur-onthaal en 1 interventiecoördinator uit het middenkader aanwezig. Daarbij is er steeds minimaal 1 officier van bestuurlijke politie (OBP) bereikbaar en terugroepbaar. Er wordt door de proceseigenaar noodhulp op toegezien dat het onthaal kwalitatief en klantvriendelijk is. Mede om dit te bereiken is er een vaste pool "inspecteur-onthaal" voorzien die wordt bijgestaan door een pool "all-round medewerkers". Er wordt constant op toegezien dat de mensen die met de opdracht onthaal belast zijn, over al de nodige relevante gegevens van de 4 gemeenten kunnen beschikken. Bij gebrek aan aanwezigheid van afdoende (technische) infrastructuur is het tot op heden binnen de zone onmogelijk om te voldoen aan art.3, 4 lid van het KB betreffende gelijkwaardige minimale dienstverlening aan de bevolking. De omzendbrief PLP10 verduidelijkt in deze dat "erover moet worden gewaakt dat een burger binnen de zone steeds een onmiddellijke respons krijgt, indien hij een beroep op de lokale politie wenst te doen. Gedurende de uren dat een politiepost niet bemand is, moeten alle telefonische oproepen automatisch worden doorgeschakeld naar een bemande politiepost binnen of buiten de zone. (...) Personen die zich na sluitingstijd fysiek bij om het even welke politiepost aanmelden, moeten door middel van technische infrastructuur (bv. oproepknop) in de mogelijkheid worden gesteld ter plaatse in contact te treden met een politieambtenaar." In de 4 politieposten is reeds de nodige bekabeling voorzien voor de aansluiting van de "muurtelefoons" om de personen die zich na sluitingstijd aanmelden, de mogelijkheid te bieden om ter plaatse in contact te treden met een politieambtenaar. Voor de gedetailleerde stand van zaken verwijzen we naar Dienstverlening aan de bevolking - Onthaal. Online agendabeheer en bezoekersregistratiesysteem Onthaal en behandelen van klachten/aangiften is één van de primaire processen uit de procesarchitectuur van de lokale politie. Het in kaart brengen van de processen in het algemeen en het optimaliseren van het proces "onthaal" in het bijzonder, zijn specifieke doelstellingen van onze politiezone. Na een proefperiode en grondige evaluatie (begin 2013) van de tool "Online agendabeheer", heeft de burger de mogelijkheid om op voorhand online een afspraak te maken met een wijkinspecteur op dag en uur naar keuze, waardoor zijn wachttijd aan het onthaal tot het minimum wordt beperkt. 45 Door de sluiting van het wijkbureel in Zoersel (Lindepaviljoen) op , heeft enkel de gemeente Brecht nog een afzonderlijk wijkbureel (Sint-Job-in-'t-Goor). 45

47 Sinds wordt in de 4 politieposten een bezoekersregistratie uitgevoerd. Het registreren van de bezoekers aan het politioneel onthaal is een nuttig hulpmiddel om het onthaal optimaal te laten verlopen. Deze registratie en het controleren van onze bezoekers, voor zij die het gebouwencomplex betreden, draagt bij tot een maximale veiligheid van onze (onthaal)medewerkers. Een koppeling tussen beide systemen en de inzet van de wijkinspecteurs bij het onthaal in de 4 politieposten, draagt bij tot het optimaal afstemmen van de functies "onthaal" en "wijkwerking". Evaluatie De functionaliteiten van het onthaal en de wijkwerking, staan onder leiding van de op aangetreden wijkcoördinator. Hij voorziet in een grondige en globale evaluatie van de onthaalfunctie. Dit zal bijdragen tot een in alle 4 gemeenten gelijkwaardig en kwaliteitsvol onthaal, zowel telefonisch, mondeling, fysiek als digitaal door: een correcte en duidelijk verstaanbare begroeting van onze klanten; het correct doorverwijzen naar aanwezige interne of externe medewerkers; het correct afhandelen van aangiftes, registreren van meldingen en opstellen van PV's. Centraal Onthaalpunt HCP CP HINP INP AGP A B C D PBP 7 2 Politieposten HCP CP HINP INP AGP A B C D PBP 4 Interventie KB : De functie interventie bestaat erin om binnen een passende termijn een antwoord te bieden op elke oproep waarbij een politionele interventie ter plaatse noodzakelijk is. Deze functie wordt op permanente wijze binnen elke politiezone georganiseerd, rekening houdend met de frequentie en de aard van de oproepen, en inzonderheid de ernst en de dringendheid van het gevraagde optreden. Als minimale werkings- en organisatienorm voor de uitvoering van deze functie geldt per politiezone de inzet van een interventieploeg gedurende 24 uur op 24 uur, aangevuld met een bijkomende ploeg, gedurende 84 uur per week. Een officier van bestuurlijke en gerechtelijke politie is permanent bereikbaar en terugroepbaar om binnen de kortst mogelijke termijn zijn functie op te nemen. Historiek In de politiezone werd op het vlak van interventie tot medio 2008 nog zeer sterk decentraal gewerkt. Deze werkwijze hield nogal wat nadelen in op het vlak van efficiëntie en informatiedoorstroming, alsook op het vlak van de gelijkwaardige minimale dienstverlening aan de bevolking. Sinds is de 46

48 werking echter bijgestuurd, waarbij de interventieploegen zich, behoudens een dringende opdracht, zondermeer van de politiepost naar het Centraal Onthaalpunt in Zoersel begeven om van daaruit hun interventies uit te voeren. Teams Op werd de volgende stap gezet. De interventieleden werden in 5 teams ingedeeld. Ieder team heeft een eigen specialisatie, nl.: Team diefstallen Team drugs Team kleine criminaliteit Team leefbaarheid Team verkeer Het doel van deze nieuwe stap is tweeledig: Het eerste voordeel is dat de uren die de interventieleden vroeger niet besteedden aan interventiediensten, werden ingevuld door de diensthoofden van de 4 politieposten. Deze versnippering bemoeilijkte een efficiënt gebruik van deze beschikbare capaciteit. De nieuwe herschikking brengt alle beschikbare mensuren samen waardoor het mogelijk wordt om op een efficiënte manier aan fenomeenwerking te doen. Een effectieve fysieke centralisatie van de interventieleden is daarbij van cruciaal belang om dit opzet ten volle te doen slagen. Een tweede voordeel is het feit dat de herschikking het mogelijk maakt om, onder leiding van teamleiders die zich in hun domein specialiseren, op een meer gerichte manier invulling te geven aan de prioriteiten van het zonaal veiligheidsplan. Dringende interventies Het beleid inzake de dringende interventies werd nog niet aangepast, maar is gepland in de loop van Op vraag van het communicatie- en informatiecentrum Antwerpen (CICant) dient gewacht te worden op de resultaten van een proefproject in de politiezones Schoten en Brasschaat. Er werd echter niet gewacht op een aangepast beleid inzake dringende interventies om de functie van de piekploeg te herbekijken. Het onderscheid tussen de twee interventieploegen (6u-18u) die in principe belast werden met alle oproepen, en de piekploeg (8u-18u) die alleen insprong wanneer de twee interventieploegen niet alle interventies konden verwerken, zorgde voor problemen inzake de kwaliteitsvolle afwerking van de vaststellingen. De twee interventieploegen hadden vaak zoveel interventies op het terrein, dat de administratieve afwerking niet onmiddellijk kon gebeuren. Vooral inzake de afwerking van PV s diefstallen in woning werden de opgelegde afwerktermijnen vaak niet gehaald. Er werd dan ook beslist om de piekploeg te herdefiniëren als derde interventieploeg. Hierdoor kunnen de interventies meer over de ploegen gespreid worden en is er meer ruimte om (dringende) PV s onmiddellijk af te werken. Fenomeenploeg Bijkomend wordt er op 3 weekdagen voorzien in een fenomeenploeg in acht-urendienst o.l.v. een fenomeencoördinator (HINP). De diensturen hiervan worden aangepast aan de noodwendigheden van 47

49 het moment (bv. na analyse van een inbrakenplaag, het bestrijden van overlast, toezicht nabij handelszaken in de eindejaarsperiode ). InfoCop 46 en InfoPop 47 Deze tools werden in 2012 aangeschaft om de Informatie Gestuurde Politiezorg (IGPZ) verder te faciliteren door interventieploegen, fenomeenploegen en wijkinspecteurs bepaalde opdrachten mee te geven om gericht toezicht te kunnen doen tijdens hun interventie. Op die manier worden onze mensen op het terrein actief geïnformeerd naar wat ze moeten uitkijken (personen, plaatsen, voertuigen) of waar ze toezicht moeten houden (gebeurtenissen, verlaten woningen, plaatsen). HCP CP HINP INP AGP A B C D PBP Slachtofferbejegening KB : De functie politionele slachtofferbejegening bestaat in het verschaffen van een adequate opvang, informatie en bijstand aan het slachtoffer. De lokale politie organiseert zich derwijze dat elke politieambtenaar en elke agent van politie in staat is deze taak te vervullen. In geval de lokale politie geconfronteerd wordt met zeer ernstig slachtofferschap mag ze een beroep kunnen doen op een gespecialiseerde medewerker, personeelslid van de politiediensten, inzake slachtofferbejegening. Als minimale werkings- en organisatienorm voor deze functie geldt 1 gespecialiseerde medewerker per zone. Bovendien wordt de permanente bereikbaarheid en terugroepbaarheid van dergelijke medewerker verzekerd, eventueel in samenwerking met andere zones. Visie De visie van de slachtofferbejegening zit nog steeds verankerd aan de omzendbrief GPI58 van , met name het aan de bevolking aanbieden van een hoogwaardige slachtofferbejegening die bij noodzaak binnen de kortste termijn ter beschikking is van de slachtoffers en/of hun familie waarbij de nodige tijd wordt voorzien om een vorm van opvolging te verzekeren, zonder de specifieke doorverwijsfunctie uit het oog te verliezen. Omwille van onze eerstelijnsfunctie, zijn we als lokale politie een belangrijke partner in de slachtofferzorg. Het is daarom belangrijk dat elk personeelslid dat in contact komt met slachtoffers, beschikt over de nodige beroepsbekwaamheden (noodzakelijke kennis, vaardigheden en attitude) die evenwel niet van therapeutische of gespecialiseerde aard zijn. Politionele slachtofferbejegening onderscheidt zich in deze van slachtofferhulp door de inhoud, intensiteit en frequentie van contacten. 46 Briefingtool die het mogelijk maakt om politionele activiteiten op een gebruiksvriendelijke en gestructureerde wijze te sturen en te coördineren. InfoCop zorgt voor een optimalisatie en verhoging van de kwaliteit van (de)briefings door medewerkers op een gestructureerde en samenhangende manier te informeren. Het concept van de vijfminuten-briefing kan worden toegepast door tijdens briefingmomenten beschikbare operationele informatie aan te bieden via dynamische templates (een soort powerpoint-presentatie). 47 Draagt bij tot het adequaat vervullen van de collectieve en individuele taken en opdrachten en biedt o.m. een meerwaarde vanuit strategisch, tactisch en operationeel oogpunt doordat bedoelde taken en opdrachten in reële tijd kunnen worden vervolledigd en geconsulteerd (vb. afwezigheidstoezicht). 48 Waarvan 2 gedetacheerden. 48

50 Ons doel blijft enerzijds het verlenen van een kwalitatief hoogstaande slachtofferbejegening door een vlotte informatiedoorstroming van het interventiegebeuren naar de gespecialiseerde dienst Team Jeugd & Gezin, anderzijds de betrokken medewerkers toe te laten zich in deze materie verder te specialiseren. Het team Het Team Jeugd & Gezin is gevestigd in de politiepost te Schilde en bestaat momenteel uit 1 commissaris, 1 hoofdinspecteur en 2 inspecteurs. Dit team maakt deel uit van de dienst Gerechtelijke Operaties. Zij trachten problemen tussen minderjarige jongeren en hun ouders te verhelpen en/of te voorkomen. Dit eveneens wanneer er sprake is van een problematische gezinssituatie. In samenwerking met externe partners hebben deze mensen de deskundigheid om op te treden en eventueel door te verwijzen naar gespecialiseerde diensten. Daarnaast bestaan er interzonale samenwerkingsakkoorden. Zo zijn er (interventie)medewerkers opgeleid inzake videoverhoor en slachtofferbejegening. Inzake slachtofferbejegening beschikt onze politiezone over een groep van 7 medewerkers die een gespecialiseerde opleiding hebben genoten en dus verder gevormd zijn om interzonaal (met de politiezones Brasschaat en Schoten) zelfstandig een permanentie inzake politionele slachtofferbejegening te verzorgen. Dit gebeurt middels een systeem van bereikbaar- en terugroepbaarheid. De politiezone voldoet daarmee ruimschoots aan de opgelegde minimale organisatie- en werkingsnorm inzake de functie politionele slachtofferbejegening. Opleiding Vaak werken we als politie bij slachtofferbejegening vanuit de empathie en het onmisbare "buikgevoel". Toch zijn er ook hierbij steeds nieuwe bepalingen die op ons afkomen. Zo zijn er bijvoorbeeld COL 16/2012 van "Het slachtofferonthaal op parketten en rechtbanken" en COL 17/2012 van "Het respectvol omgaan met de overledene, de mededeling van zijn overlijden, het waardig afscheid nemen en de schoonmaak van de plaats van de feiten in geval van tussenkomst door de gerechtelijke overheden". We denken ook aan COL 18/2012 van inzake "Het tijdelijk huisverbod ingeval van huiselijk geweld", de wijzigingen rond het statuut van de benadeelde persoon... Het formaliseren in procedures van verplichtingen opgelegd door deze omzendbrieven werd in de eerste helft van 2013 aan de operationele medewerkers onderwezen binnen een sessie van het project "Continu Leren". HCP CP HINP INP AGP A B C D PBP 49

51 Lokale gerechtelijke operaties KB : De functie lokale opsporing en lokaal onderzoek bestaat uit de uitvoering van de opdrachten die bij voorrang door de lokale politie worden vervuld overeenkomstig artikel 5, derde lid, van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt. De korpschef deelt de procureur des Konings de lijst mede van de personeelsleden van het operationele kader die hij aanwijst voor de uitoefening van deze opdrachten. De diensten van de lokale politie bestemmen voor deze functie ten minste: 1 in de politiezones waarvan het globale effectief gelijk is aan of meer is dan 230, 10 procent van het effectief van het operationeel kader; 2 in de andere politiezones, 7 procent van het effectief van het operationeel kader, met een inzet van minimum één ploeg bestaande uit twee rechercheurs de andere dagen dan zaterdagen, zondagen en feestdagen. Visie Onze dienst Gerechtelijke Operaties bestaat uit 3 teams met een commissaris als diensthoofd: Team Recherche Team Jeugd & Gezin Team Leefmilieu Met deze dienst willen we voldoende onderzoekscapaciteit (zowel aan de magistratuur als in eigen beheer t.v.v. de eigen personeelsleden van de politieposten en de interventieploegen) ter beschikking stellen voor het verrichten van meer complexe opsporingen of langdurige onderzoeken. Op dit vlak is trouwens het Team Recherche de bevoorrechte partner van de federale gerechtelijke politie (FGP) te Antwerpen. Door de betrokken personeelsleden exclusiviteit van onderzoek te garanderen, kunnen zij de lokale criminaliteit bestrijden door het vakkundig rechercheren tegen de meer georganiseerde lokale of (beperkte) supra-lokale vormen van misdadigheid. Door de rechercheurs met gespecialiseerde functie Leefmilieu worden de meer complexe dossiers inzake VCRO (Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening = bouwmisdrijven) en VLAREM (Vlaamse Reglementering Milieuwetgeving) onderzocht. Het Team Jeugd & Gezin behandelt gespecialiseerde en/of delicate dossiers in het gezinsmilieu en met minderjarigen. Zij zijn tevens aanspreekbaar voor slachtofferhulp. Werking Bij Team Recherche wordt in 2 teams gewerkt met telkens een teamverantwoordelijke uit het middenkader die de leiding heeft over het operationele luik. Op werd tevens door Team Leefmilieu voor het eerst sinds jaren een overlegmoment georganiseerd met de betrokken toezichthouders in het kader van de handhaving milieu- en ruimtelijke ordeningsmisdrijven, met name de (inter)gemeentelijke ambtenaren milieu en ruimtelijke ordening van de 4 gemeenten binnen onze politiezone. Het doel was om de huidige werkwijze betreffende handhaving intergemeentelijk te toetsen en om erover te waken dat binnen onze politiezone op dezelfde manier wordt opgetreden. Dit om het evenwicht tussen de gemeenten onderling niet al te veel te verstoren. Voorlopig blijft het diensthoofd Gerechtelijke Operaties, die over de vereiste kwalificatie beschikt als toezichthouder leefmilieumisdrijven, eveneens de taak als functieverantwoordelijke Leefmilieu waarnemen, aangezien hiervoor (nog) geen geschikte kandidaat middenkader kon worden aangeworven. 50

52 Hiervoor onderhoudt hij nauwe contacten met allerlei gespecialiseerde overheidsdiensten zoals: Agentschap Inspectie Ruimtelijke Ordening (RWO) inzake handhaving Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO - bouwmisdrijven); Afdeling Milieuinspectie (AMI) inzake handhaving Vlaamse Reglementering Milieu (VLAREM - milieuvergunningen). Er wordt bovendien werk gemaakt van de effectieve integratie van Team Jeugd & Gezin binnen de Gerechtelijke Operaties. Dit zowel voor wat de beurtrol bereikbaar en terugroepbaar betreft als van het permanent communiceren, opvolgen, uitrechercheren van de gemengde dossiers jongeren/volwassenen (afhankelijk van de beschikbaarheid van noodzakelijke gezamenlijke werkruimte). Op deze manier zijn we er van overtuigd dat dit de transparantie, de onderlinge contacten met de overige diensten en zeker ook de informatiedoorstroming binnen onze organisatie ten goede zal komen. Om dit te kunnen bereiken wordt er werk gemaakt van het opvullen van ontbrekend personeel vermeld in het personeelsbehoeftenplan (aangeduid met *) Diensthoofd Gerechtelijke Operaties: 1 CP Team Recherche: 2 HINP functieverantwoordelijke 6 INP inspecteur - rechercheur 1 CALog all-round medewerker VT (halftijdse betrekking*) Team Jeugd & Gezin: 1 HINP functieverantwoordelijke/politieassistent* 2 INP inspecteur - jeugd & gezin Team Leefmilieu: 1 HINP functieverantwoordelijke* 1 INP inspecteur - leefmilieu Met deze personeelsleden behalen we de minimale werkingsnorm van 7% van de operationele capaciteit. Permanentie Buiten de diensturen ( s nacht en in het weekend) is er steeds een ploeg van 2 rechercheurs bereikbaar en terugroepbaar. Door de integratie van de diensten Jeugd & Gezin en Leefmilieu binnen Gerechtelijke Operaties, worden ook door hen algemene recherchedossiers onderzocht, die tijdens de beurtrol bereikbaar en terugroepbaar worden aangemeld. HCP CP HINP INP AGP A B C D PBP Handhaving openbare orde KB : De functie handhaving van de openbare orde voor de politiezone bestaat erin het vrijwaren en, in voorkomend geval, het herstellen van de openbare rust, de openbare veiligheid en de openbare gezondheid. Een officier van bestuurlijke politie is permanent bereikbaar en terugroepbaar om binnen de kortst mogelijke tijd zijn functie op te nemen. 51

53 Een gedeelde verantwoordelijkheid Ook in het domein van de openbare orde trachten wij het kader van de excellente politiezorg te hanteren. Om dat mogelijk te maken zijn de interne processen omtrent het beheer van gebeurtenissen en evenementen afgestemd op de noden van het terrein. Het doel hiervan is om op een rationele en efficiënte manier een gelijke dienstverlening te garanderen aan elke vereniging of elke burger in elke gemeente van de politiezone. Hierbij houden we rekening met het wettelijke kader en met de principes van het goede beheer van mensen en middelen die de belastingbetaler ons toevertrouwt. Het is duidelijk dat openbare orde een zaak is die niet alleen aan de politie kan overgelaten worden, maar dat elke overheid hier een deel van de verantwoordelijkheid draagt. De politiezone Voorkempen zal hierbij uiteraard de principes van het genegotieerd beheer van de publieke ruimte toepassen. Een officier van bestuurlijke politie (OBP) is permanent bereikbaar en terugroepbaar om binnen de korst mogelijke tijd zijn functie op te nemen. Echter, rekening houdend met de huidige maatschappelijke ontwikkelingen, mag het duidelijk zijn dat ook de organisator van een evenement zijn verantwoordelijkheid mag/moet nemen omtrent de impact of te voorziene gevolgen van zijn evenement. Risicoanalyse Een eerste belangrijke en noodzakelijke stap voor het kunnen garanderen van de openbare orde is de uitbouw van een eenvoudig maar efficiënt systeem om de informatie tussen de verschillende betrokkenen uit te wisselen. We zijn als politiezone vragende partij om op een gestandaardiseerde wijze informatie omtrent evenementen en gebeurtenissen permanent uit te wisselen met de verscheidene partners. Voor het maken van een risicoanalyse is het belangrijk om weten welke de invloed van een evenement is op bijvoorbeeld de mobiliteit, de openbare orde en openbare rust. Op basis van deze informatie is het dan mogelijk om enerzijds een juiste inschatting te kunnen maken omtrent de nodige maatregelen, anderzijds om correcte adviezen te kunnen formuleren. Dit is de zogenaamde risicoanalyse. Op basis van deze risicoanalyse is het dan mogelijk om hiervoor al dan niet een inzet van politiepersoneel te voorzien. Intern de politiezone Voorkempen bouwen wij momenteel een systeem uit om deze informatie vlug en efficiënt te laten doorstromen tot bij de personen die deze informatie nodig hebben, tot op het niveau van de mensen die het uiteindelijk op het terrein moeten uitvoeren. Dit systeem is onderworpen aan een permanente evaluatie en wordt verder uitgebouwd. Hierbij wordt hoe langer hoe meer gebruik gemaakt van informaticatoepassingen. Rampenplanning Inzake rampenplanning, voor het deel voorbehouden voor politiediensten, bouwt onze zone eveneens expertise op. Telkens wanneer de kansen zich voordoen om deel te nemen aan oefeningen die dienstig kunnen zijn voor de 4 gemeenten van de politiezone, nemen mensen van de politiezone deel om kennis en ervaring op te bouwen. Tevens werd het onderwerp "Politie InterventiePlan (PIP)" in het eerste kwartaal van 2013 opgenomen in een sessie van ons project "Continu Leren" waarbij aan de operationele medewerkers in verstaanbare taal een heel concrete toelichting werd gegeven rond de taken van politie binnen de noodplanning. Dit onderwerp werd onderwezen door het diensthoofd Noodhulp die in dat kader bovendien een postgraduaat rampenmanagement behaalde. 52

54 Verkeer KB : De functie verkeer bestaat voor de lokale politie uit het uitvoeren van de opdrachten bedoeld in artikel 16 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, op het grondgebied van de politiezone, met uitzondering van de autosnelwegen, waarvan het toezicht aan de federale politie toekomt. Deze opdrachten worden met name geconcretiseerd door: - het voeren van preventieve en repressieve acties inzake de naleving van de verkeersregels; - de verkeersregeling in geval van ernstige en onverwachte verstoring van de mobiliteit; - het vaststellen van verkeersongevallen; - het verstrekken van advies aan de bevoegde overheden inzake mobiliteit en verkeersveiligheid. De capaciteit die aan de uitoefening van deze functie wordt besteed, bedraagt minimum 8 % van de totale werkcapaciteit binnen elke politiezone. Met het oog op de effectieve aanwending van deze capaciteit is elke politieambtenaar en -agent minstens in staat om, wanneer de omstandigheden zijn optreden vereisen, de taken te vervullen die deze functie inhoudt. Een volwaardige basisfunctionaliteit De verkeersdienst van onze zone is gevestigd in de politiepost Malle en bestaat momenteel uit volgende personeelsleden: 1 CP, 1 HINP, 4 INP, 2 AGP en 1 CALog-medewerker. Bij het KB van werd verkeer als zevende basisfunctionaliteit ingevoerd. Tot 2009 maakte verkeer namelijk slechts een deel uit van de basisfunctionaliteit "handhaving openbare orde". Doordat de 7de basisfunctionaliteit Verkeer in het leven geroepen is, krijgt deze, formeel, eenzelfde belangrijkheid als de andere basisfunctionaliteiten 50. Met een gecentraliseerde organisatievorm van deze dienst, met de voorziene effectieven hierboven omschreven, aangevuld met interventieleden en wijkinspecteurs die ook verkeersgerelateerde taken en vaststellingen op zich nemen, voldoen we aan de norm van 8% van de totale werkcapaciteit, dewelke met het KB van bepaald werd. Volgens het stappenplan wordt het kader van de inspecteurs aangevuld met 1 medewerker in 2015 en 1 medewerker in Eén en ander werd bepaald in de zitting van de politieraad van Takenpakket De taken van de gespecialiseerde verkeersdienst zijn uitgebreid. Rekening houdend met de wettelijke basis, de diverse veiligheids- en actieplannen en de specifieke zonale verkeersgerelateerde omstandigheden, kunnen we volgend takenpakket weerhouden: Verkeershandhaving Snelheidscontroles Alcoholcontroles Drugscontroles 49 KB tot wijziging van het KB van tot vaststelling van de organisatie- en werkingsnormen van de lokale politie teneinde een gelijkwaardige minimale dienstverlening aan de bevolking te verzekeren. 50 Van Cleuvenbergen, Politiecongres "Verkeer als 7de basisfunctionaliteit",

55 Toezicht op de zware overtredingen (3e en 4e categorie) Parkeercontrole (o.a. blauwe zone) Controle op niet verzekerde en/of niet technisch gekeurde voertuigen Controle op rijbewijs Opgedreven (niet verzekerde) bromfietsen Controle op zwaar vervoer: - ADR - Rij- en rusttijden - Technische controle langs de baan - Wetgeving inzake bezoldigd zakenvervoer - Wetgeving inzake bezoldigd personenvervoer - Controle op ladingzekering - Uitzonderlijke transporten - Gewichten en afmetingen Verkeerspreventie Deelname aan de actiekalender van het BIVV (met o.a. bedeling van folders, gadgets, ) Deelname aan de WODCA-acties (lokaal en provinciaal) Preventieve patrouilles op de schoolroutes Verkeerseducatie Intern: Extern: Nieuwe verkeerswetgeving naar praktische toepassing vertalen en verspreiden aan alle medewerkers Bij noodzaak verkeerseducatie verzorgen ter gelegenheid van het project Continu Leren Opleiding gemachtigde opzichters ten behoeve van scholen, gemeentebesturen, organisaties, verenigingen, Verkeerseducatie in scholen Verkeerseducatie aanbieden aan geïnteresseerde organisaties (gemeentelijke adviesraden, gemeentelijke sociale initiatieven, verenigingen, ) Verkeersregeling In dit onderdeel is het de taak van de verkeersdienst om de vlotheid en de veiligheid van het verkeersgebeuren te garanderen bij: Defecte verkeerslichten op gevaarlijke kruispunten Ernstige verkeersongevallen Acute onveiligheid (ernstige gevaarlijke filevorming, ) Rampen Begeleidingen van uitzonderlijke transporten Allerhande politionele acties Ordediensten (wielerwedstrijden, stoeten, betogingen, ) 54

56 Verkeerstechnisch Adviserende rol in de gemeentelijke verkeerscommissies en/of verkeerscellen Adviserende rol bij het opmaken van gemeentelijke politie- en aanvullende reglementen Adviserende rol bij de gemeentelijke mobiliteitscel inzake het verlenen van vergunningen n.a.v. wegenwerken, omleggingen, manifestaties, Adviserende rol inzake mobiliteit in het algemeen (verkeerscirculatieplannen, ) HCP CP HINP INP AGP A B C D PBP ONDERSTEUNENDE DIENSTEN Beleidsondersteuning Beide inspecteurs binnen deze dienst werken deeltijds als beleidsmedewerker en deeltijds binnen de pool van interventie-inspecteurs. Zo kunnen zij vanuit hun ervaringen op het terrein de korpsleiding advies geven bij de opvolging en evaluatie van het beleid. Daarnaast staan deze medewerkers mee in voor de realisatie van het Zonaal Veiligheidsplan, de daaruit voortvloeiende zonale actieplannen, en de maand- en jaarverslagen. De dienst is tevens belast met de implementatie van de principes van excellente politiezorg binnen het korps en de opstart, opvolging en evaluatie van diverse projecten, o.a. hertekening onthaalbeleid nieuwe medewerkers, project Continu Leren (=intern opleidingstraject), online agendabeheer wijkinspecteurs, intranet en website (ter ondersteuning van de communicatieverantwoordelijke), organisatie teamworkdagen Lokaal informatiekruispunt Het lokaal informatiekruispunt (LIK) van onze politiezone vormt de schakel in de verspreiding van informatie, zowel lokaal als arrondissementeel. Het LIK vervult een brede waaier aan taken: Het LIK is verantwoordelijk voor de eindcontrole van de processen-verbaal en de correcte vatting van voertuigen, voorwerpen en personen in de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG). Naast deze controle is het ook hun taak om de processen-verbaal naar de parketten te verzenden; Tijdens de diensturen staan zij in voor de dringende (ont)seiningen van gezochte personen, voertuigen, nummerplaten, ; Het beheer van gerechtelijke en bestuurlijke informatie. Deze informatie wordt ingezameld en verspreid door deze dienst; Zij nemen dagelijks kennis van de interventies van de vorige dag en kijken of alle eerste en dringende verrichtingen effectief werden uitgevoerd. Verder kijken zij nauwlettend toe of er geen andere bruikbare informatie aanwezig is; Beheer van de fototheek. 55

57 Deze mensen zijn als functioneel beheerder(s) ook het ideale aanspreekpunt voor diepgaande bevragingen van de ANG-databank of voor problemen met ISLP. Preventie De taken van de dienst Preventie worden uitgevoerd door een hoofdinspecteur. Hij is ook de stuwende kracht achter de BIN-werking (buurtinformatienetwerken) en geeft informatiesessies omtrent inbraakpreventie. Voor vrijblijvend diefstalpreventieadvies (bij slachtoffers van een woninginbraak) wordt hij bijgestaan door 2 andere collega s. Daarnaast analyseert hij tevens de cijfers rond diefstallen in woningen en de fietsdiefstallen. Wapens Een commissaris staat in voor de dienst Wapens. Hij ziet erop toe dat het centraal wapenregister wordt gevoed met de juiste gegevens en draagt zorg voor de betekening van nieuwe wapenvergunningen, de administratieve afwerking van dossiers met betrekking tot intrekking of schorsing van de wapenvergunningen en tevens voor de "vrijwillig afgestane wapens met het oog op destructie" OPDRACHTEN EN TAKEN VAN FEDERALE AARD Bovenop de 7 basisfunctionaliteiten verzekeren wij als lokale politie zo nodig ook sommige politietaken van federale aard. Dat kan gaan om de bewaking, bijstand bij evenementen... Ingevolge art. 36 WGP, maakt het ZVP melding van de bijdrage van de lokale politie aan de uitvoering van opdrachten van federale aard. Het betreft hier de uitvoering van opdrachten en taken in het kader van: Deelname werking CIC: 1 inspecteur is vanuit onze zone gedetacheerd naar het CIC Antwerpen; Deelname werking AIK: 1 inspecteur is vanuit onze zone gedetacheerd naar het AIK Antwerpen; Bijdrage aan de verplichte solidariteitsmechanismen 51 : voor het referentiejaar 2012 leverde de politiezone volgende bijdragen: - Hycap 52 - Arrocom 53 : Op werd een overeenkomst gesloten met de lokale politie Antwerpen waarin gesteld werd dat de orde tijdens evenementen met enig risico vanaf dat ogenblik zal worden gehandhaafd door medewerkers van de lokale politie Antwerpen. De kleinere politiezones uit het arrondissement Antwerpen dienen op hun beurt een aantal risicoloze opdrachten te vervullen zoals bijvoorbeeld: "Ten Miles", festivals,... waarbij voornamelijk verkeersregeling dient te gebeuren. Hierdoor moeten we niet langer investeren in Hycap-opleidingen en de bijpassende kledij en uitrusting. De samenwerking tussen de politiezones werd geconcretiseerd in een aantal richtlijnen, 51 Zie ondermeer de ministeriële richtlijn MFO-2 van betreffende het solidariteitsmechanisme tussen de politiezones inzake versterkingen voor opdrachten van bestuurlijke politie, B.S., Gehypothekeerde capaciteit. Zie tevens MFO Arrondissementele compensatie. 56

58 waaronder de "Ministeriële richtlijn MFO-2 betreffende het solidariteitsmechanisme tussen de politiezones inzake versterkingen voor opdrachten van bestuurlijke politie". In totaal zijn er in Arrocom-diensten gepresteerd door onze zone. Hiervoor werden 25 medewerkers ingezet, die in totaal 272:33 manuren presteerden. - Arrosol 54 : er werd geen Arrosol geleverd door onze poltiezone aan andere zones. Uitgevoerde controles in het kader van MFO-4 55 : de organisatie van de eindejaarsactie toezicht warenhuizen en winkelcentra. Tijdens de eindejaarsperiode wordt er dagelijks een specifieke ploeg voorzien. Deze krijgt als opdracht uitsluitend extra toezicht te houden nabij handelszaken. Er wordt een roadmap opgesteld die dagelijks (telkens op andere ogenblikken) gevolgd wordt. Deze opdracht wordt uitgevoerd door de fenomeenploeg. Hiervoor krijgt ons korps soms bijstand van het interventiekorps van de federale politie en werd dit toezicht bijkomend uitgevoerd door deze ploeg. Bijdragen van de lokale politie aan de prioriteiten van het NVP, volgens een geïntegreerde aanpak: de meeste prioriteiten (o.a. IPA, Wodca) zijn verweven binnen de lokale opdrachten. - Wodca-acties 56 - Antigoon-acties 57 - IPA s Hycap - Arrocom 782: :22 306:03 272:33 Arrosol 00:00 00:00 00:00 00:00 Eindejaarscontroles BOMA 00:00 142:20 256:40 331:15 Wodca 1454: : : ,55 IPA (DIW Noord inbegrepen) 1274: : : :47 Antigoon 524:20 349:50 369:25 00: BIJDRAGEN AAN HET NATIONAAL VEILIGHEIDSPLAN In het vorige ZVP werden 3 prioritaire veiligheidsfenomenen weerhouden. We hebben de afgelopen jaren zeker niet stilgezeten en er is bijgevolg heel wat verwezenlijkt. Hiervoor verwijzen we naar 3.1 Vorige strategische doelstellingen evaluatie te trekken lessen. Wij zullen als lokale politie meewerken aan het (nationaal) veiligheidsbeleid dat wordt gevoerd. Onze teamwerking beoogt tevens de projectmatige aanpak van de zonale veiligheidsfenomenen. Nog meer dan voorheen zullen problemen rond diefstallen, drugs, kleine criminaliteit, verkeer en leefbaarheid in team onder handen worden genomen. Deze werking moet ervoor zorgen dat problemen o.a. sneller en 54 Arrondissementele solidariteit. Zie tevens MFO Zie ondermeer de ministeriële richtlijn MFO-4 van betreffende de federale opdrachten van beveiliging, toezicht en controle door de politiediensten in het kader van de regelgeving inzake private veiligheid, B.S., WeekendOngevallen Door Controles Aanpakken. 57 Arrondissementele actie tegen rondtrekkende dadergroeperingen, waarbij vooral het verkeer op grote toegangswegen werd gecontroleerd. De laatste Antigoon-actie vond plaats in december Ondertussen werd in oktober 2011 met een nieuw project HADDOCK gestart n.a.v. een analyse van de CSD waaruit bleek dat de arrondissementele acties op een andere manier dienden georganiseerd te worden omdat positieve resultaten uit bleven. 58 Inbraakpreventie actie. 57

59 efficiënter worden aangepakt. Verschillende nationale prioriteiten waarmee wij in onze politiezone ook geconfronteerd worden, worden opgenomen in ons zonaal veiligheidsplan en aangepakt door onze teams. Daarnaast besteden wij tijdens de eindejaarsperiode (december-januari) extra aandacht aan diefstallen gewapenderhand door extra toezicht te houden op de winkels en de scholen krijgen de kans om in te stappen in een drugspreventieproject waarbij de kinderen worden gewezen op de gevaren van drugsgebruik. Overige fenomenen die werden opgenomen in het NVP zullen wij niet als prioriteit opnemen omwille van het feit dat ze niet als zonaal probleem worden aanzien. Dit neemt niet weg dat wij onze ogen sluiten voor deze fenomenen, maar we zullen ze niet projectmatig aanpakken. Budget, capaciteit en middelen zijn immers niet eindeloos wat ons noodzaakt om weloverwogen keuzes te maken. Daarnaast hebben wij de intentie om verder te werken aan de modernisering van onze organisatie, zoals omschreven in deel 2 van het NVP Dit engagement komt in ons ZVP onder meer tot uiting bij de kwalitatieve invulling van de verschillende basisfunctionaliteiten. Naast een gedegen personeelsbeleid, werken we verder aan de vernieuwing van het informatiebeheer en ICT. Daarnaast willen we constant werken aan het verbeteren van onze werking door steeds naar oplossingen te blijven zoeken. Omdat we in financieel moeilijke tijden leven, dienen we ook noodzakelijkerwijs rekening te houden met onze uitgaven. Ons gevoerde beleid zal regelmatig worden geëvalueerd en indien nodig worden bijgestuurd OPDRACHTEN EN TAKEN TEN VOORDELE VAN DERDEN Met de omzendbrief van , Richtlijnen tot het verlichten en vereenvoudigen van sommige administratieve taken van de lokale politie, wilde de wetgever aan de korpschefs een duidelijk basiskader aanbieden waarop zij kunnen terugvallen om hun operationele personeelsleden zo efficiënt mogelijk in te zetten, zonder hierbij te raken aan de wettelijke opdrachten en kerntaken van de politieambtenaar of agent van politie. Deze doelstelling zou kunnen gerealiseerd worden door: een doorgedreven CALogisering; een rationalisering van de huidige wettelijke bepaalde administratieve opdrachten; afspraken te maken met andere actoren binnen de gerechtelijke en bestuurlijke zuilen in ons land, zoals de magistratuur, de gerechtsdeurwaarders en administratieve overheden; oneigenlijke politietaken uit te besteden aan externe partners. Voor de CALogisering binnen onze politiezone verwijzen we naar "2.5.1 Personeelscapaciteit". Voor wat betreft de opdrachten die kunnen uitbesteed worden aan private ondernemingen of uitgevoerd worden door bestuurlijke overheden, andere ambtenaren, personen of bewakingsfirma's, werden o.a. volgende protocollen en samenwerkingsakkoorden afgesloten: Protocollen rond buurtinformatienetwerken: onder het gedachtegoed van gemeenschapsgerichte politiezorg, nl. dat wij niet alleen verantwoordelijk zijn voor veiligheid en leefbaarheid. Samenwerkingsovereenkomst tot installatie en gebruik van camerabeelden van de stationsomgeving van het station "Noorderkempen": hierdoor hebben we in het Centraal Onthaalpunt te Zoersel 24/24 livebeelden. Uiteraard worden in de stationsomgeving ook nog preventieve patrouilles uitgevoerd. 58

60 2.6.2 INTERNE WERKING MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS De politiezone Voorkempen wil steeds blijvende inspanningen leveren om de werking van de zone te verbeteren. Zo achtte het politiecollege in 2010, samen met de korpschef, dat er nood was om de globale werking van de politiezone te analyseren, bij te sturen en te verbeteren waar nodig. Wat begin oktober 2010 leidde tot de aanvraag van een audit bij de Algemene Inspectie (AIG). In 2011 ging deze audit van start. Begin 2012 werden de resultaten bekendgemaakt aan het politiecollege, de leden van de politieraad en het basisoverleg comité. Om onze medewerkers maximaal te informeren over deze resultaten heeft de Algemene Inspectie hen dezelfde toelichting gegeven. Deze toelichting vond plaats op het korpsoverleg van maart Het verslag van de audit leidde tot een concreet plan van aanpak, waarin alle aangrijpingspunten uit het auditverslag geclusterd werden in zeven thema s, met name: processen, nieuw hoofdcommissariaat, communicatie, cultuur, medewerkers, bestuurlijke overheid en tot slot een cluster die de reeds aangepakte en gerealiseerde aangrijpingspunten bundelen. Op basis van alle geformuleerde aangrijpingspunten ter verbeteringen werden vijf topprioriteiten opgelijst: Wijkcoördinator Concentratie van functionaliteiten Personeelscapaciteit Nieuw hoofdcommissariaat Cultuur Om alle leidinggevenden optimaal te informeren en te betrekken bij dit actieplan, werd dit plan tijdens twee managementteamvergaderingen uitvoerig en in detail toegelicht. Deze oefening werd ook toegepast op het operationeel overleg. De aangrijpingspunten en verbeterpunten worden tot op heden nog steeds aangepakt en zijn belangrijke doelstellingen in onze politiezone. Enkele opmerkelijke verwezenlijkingen van de audit zijn o.a.: de aanstelling van de wijkcoördinator, de aanzet tot de centralisatie van functionaliteiten, het nieuwe personeelsbehoeftenplan en in 2010 werd een perceel bouwgrond aangekocht van +/ m² (Achterstraat te Zoersel) om een modern hoofdcommissariaat op te bouwen. In het kader van dit laatste werd eind 2012 een eerste ontwerpversie van het Programma van Eisen (PvE) uitgewerkt hetwelk een mooie aanzet vormt voor verdere verfijning. Halfweg 2013 vernam onze politiezone echter dat het project nieuwbouw in de Achterstraat 'on hold' werd geplaatst omwille van budgettaire redenen. Bijgevolg gaf het politiecollege aan de korpschef de opdracht om op zoek te gaan naar alternatieven. Eén van de alternatieven was een pand aan Vaartdijk 15 te Brecht. Begin september werd het project goedgekeurd door het politiecollege en de -raad, waardoor een huurovereenkomst kon ondertekend worden en de noodzakelijke verbouwingen van start konden gaan om te voldoen aan de noden van onze politiezone. Hiervoor werd gebruik gemaakt van een aangepaste versie van het eerder opgestelde Programma van Eisen. 59

61 Door deze centralisatie zullen verschillende praktische problemen/moeilijkheden opgelost worden. Niet enkel op financieel vlak zal bespaard kunnen worden, maar ook de onderlinge contacten tussen de collega's zullen er flink op vooruit gaan. Er zal bovendien veel efficiënter gewerkt kunnen worden MANAGEMENT VAN MIDDELEN Financieel beleid Sinds de opmaak van de begroting 2010 worden de principes van zero based budgetting toegepast. Hierbij wordt afgestapt van het doorvoeren van een lineaire stijging per begrotingsartikel. Immers, per begrotingsartikel wordt jaarlijks een zo accuraat mogelijke raming opgesteld. Deze raming wordt hoofdzakelijk opgesteld vanuit de bedoeling stelselmatig te rationaliseren met het oog op zo efficiënt mogelijk aankopen en besturen. Het verbruik van het voorgaande en lopende werkjaar wordt steeds vanuit deze kritische invalspunten benaderd. Aangezien de begroting in de eerste plaats een beleidsdocument is worden hierin weerkerende kosten gevat en worden nieuwe projecten degelijk onderbouwd, gemotiveerd en ondersteund d.m.v. ramingsbestanden. Een voorbereidingstraject voor nieuwe projecten bevat steeds de inhoudelijke motivatie en de daaruit vloeiende noodzaak voor aankoop (= afleggen van verantwoording). De realisatie van nieuwe (en lopende) projecten vergt een goede planning en draagt reeds de kiemen van een financiële meerjarenplanning. Op ICT-vlak werd bijvoorbeeld een vervangingsprogramma hardware uitgewerkt waarbij, op basis van objectieve parameters en afschrijvingsregels, de diverse hardware proactief en na het verstrijken van een aantal dienstjaren vervangen wordt. Zodoende wordt een goede budgettaire meerjarenplanning mogelijk en wordt dagelijks enorm veel capaciteit gewonnen die anders verloren zou gaan aan het regelmatig uitrukken voor de zoveelste technische interventie. Voor voertuigen werd een duidelijk verwervingsbeleid uitgestippeld. Voertuigen voor de wijkwerking en anonieme voertuigen worden in principe aangekocht. Voor voertuigen gebruikt voor interventie (in de brede zin van het woord) en voertuigen die jaarlijks een bovengemiddeld aantal kilometers afleggen en hierdoor een verhoogd risico lopen op technische uitval of een verkeersongeval, worden leasingcontracten afgesloten. Deze beleidskeuze maakt voortaan een vervangingsplanning en rationalisatie in functie van operationele omstandigheden mogelijk en dit gespreid over meerdere jaren. Per begrotingspost wordt stelselmatig het aankoopbeleid in overeenstemming met de Wetgeving Overheidsopdrachten gebracht. Zo worden aankopen sneller, met een evenwichtige inspraak van de eindgebruiker, een voordeligere prijszetting en met sterkere garanties en voorwaarden gerealiseerd. Omwille van het ontbreken van een degelijk patrimoniumbeheer vóór 2009 werd een inhaalbeweging gestart m.b.t. de registratie en inventarisatie van alle materialen. Stockbeheer, verwerking van bestellingen en overheidsopdrachten worden voortaan geïnformatiseerd met behulp van het softwarepakket 3P. De groeimarge hierin zal ten volle benut worden. Deze inspanningen moeten resulteren in een efficiëntere begroting en maken een financiële meerjarenplanning, naar analogie van de beleids- en beheerscycli op gemeentelijk vlak, mogelijk. 60

62 Ondersteuningsproces Middelen Deze dienst werd grondig gewijzigd en verstrekt qua medewerkers. Zo zullen alle aankopen inzake overheidsopdrachten nog nauwkeuriger gescreend worden en zal een proactieve behoeftebevraging met de nodige inspraak verder kunnen uitgewerkt worden wat een strategisch aankoopbeleid mogelijk maakt. Dit moet leiden tot een verhoogde bijdrage en ondersteuning van dit ZVP aangezien hieruit de nodige objectieven voor het ondersteuningsproces zullen gedistilleerd worden. In het ideale geval moet dit resulteren in een proactief middelenbeleid waarbij een samenwerking ontstaat tussen ondersteuning en beleidsvoorbereiding. Informatica Alle ICT-materialen werden geïnventariseerd en met behulp van het softwarepakket VISIO werd elk lokaal in elke site in kaart gebracht m.b.t. aansluitingen en beschikbare connectiepunten. Een doordachte keuze, gedragen door een vervangings- en investeringsbeleid inzake de aankoop van ICT, werd gerealiseerd. De verdere implementatie van snel evoluerende informaticatechnologie wordt nagestreefd. Een oplossing voor een mobiel politiekantoor (cfr. Mobile Office), remote acces (ongeacht de fysieke locatie het consulteren van een werkstation), ontdubbelde ( in the cloud ) servers, digitale archivering, zijn maar enkele van de uitdagende en vernieuwende dossiers die op de (digitale) plank liggen. Het integreren van ISLP en internet werd gerealiseerd d.m.v. een CITRIX-oplossing. De integratie van ISLP binnen een standalone -omgeving met volledig respect voor de geldende veiligheidsvoorschriften van de geïntegreerde politie zal worden aangepakt. Het verwezenlijken van tastbare resultaten op de werkplek i.v.m. onze vernieuwde backbone [voice (telefonie), media (videobeelden) en data (ISLP gecombineerd met internet en )] liep helaas vertraging op omwille van diverse onvoorzienbare technische knooppunten en deels omwille van het uitblijven van een eindbeslissing inzake de centralisatie van de interventiewerking hetgeen de realisatie op de werkvloer hypothekeert. ICT-brandweerpolitiek wordt afgebouwd ten voordele van een proactieve benadering en interventies-opafstand ondersteund door vervangingsprogramma s, handleidingen, FAQ s, nieuwe technologieën (overnemen van een werkstation), hetgeen resulteert in een efficiëntere capaciteitsaanwending. Een netwerk (d.m.v. een hybride glasvezelnetwerk in samenwerking met de gemeenten Brecht, Malle en Zoersel) en een serveromgeving (en computerpark) moeten zorgen voor het uitsluiten van een technische downtime waardoor een gegarandeerde technology driven en Information Led Policing 24/24 ondersteund wordt waardoor maximale energie en gedrevenheid kan geïnvesteerd worden in de realisatie van het ZVP. ASTRID De radiocommunicatie tussen de geïntegreerde politie (en andere hulpverleningsdisciplines) verloopt via het ASTRID-platform. Onze politiezone wordt gedispatcht door het CIC Antwerpen; immers alle 101- oproepen komen automatisch bij CICant terecht. Deze dienst zorgt voor de verdere dispatching. 61

63 Met het oog op een permanente netwerkverbinding zijn alle interventievoertuigen voorzien van een boordradio, alle andere voertuigen beschikken over een carkit. Alle operationele medewerkers dienen zich bij buitendienst door middel van een draagbare radio in verbinding te stellen met CICant. Om de interventiewerking van de nodige sturing te voorzien beschikt het Centraal Onthaalpunt over een Dispatch/N. Door de toepassing van AVL 59 en in de nabije toekomst APL 60 gecombineerd met een eigen Track & Traceoplossing (GeoFleetlogger Xpert), is er op elk moment zicht op de beschikbare (voertuig)capaciteit en afstand tot het incident. Zo wordt de operationele aansturing verzekerd. Eventuele nieuwe ASTRIDontwikkelingen worden op de voet gevolgd. Wagenpark In totaliteit beschikt de politiezone over 46 voertuigen, waarvan 20 in leasing (hoofdzakelijk de interventie- en patrouillevoertuigen) en 26 in eigendom. Zoals eerder aangehaald werd hiervoor een verwervingsbeleid uitgetekend. De looptijd van de leasingcontracten werd verfijnd tot 3 à 4 jaar in functie van het steeds stijgend aantal interventie-opdrachten en de bijbehorende noodzaak om over technologisch en operationeel goed presterende voertuigen te beschikken. Alle voertuigen worden, afhankelijk van het type, zoveel mogelijk gestandaardiseerd uitgerust. Anonieme voertuigen worden steeds voorzien van een ASTRID-carkit en een discrete prioritaire installatie opdat dit type voertuigen, ongeacht de gebruikelijke aanwending, te allen tijde operationeel inzetbaar is. De ingezette centralisatiebeweging en de voorbereidingen voor een nieuw Centraal Hoofdcommissariaat te Brecht nopen tot een doordachte normverdeling van voertuigen per functionaliteit. Het integreren van mobiele ANPR-technologie zal verder bijdragen aan informatiegestuurde politiezorg (IGPZ). Gebouwen De gebouwen van de politieposten in de gemeenten en het Centraal Onthaalpunt worden door de respectievelijke gemeenten ter beschikking gesteld. In uitvoering van het audit-rapport AIG werd door de korpschef een Masterplan (d.d ) ontwikkeld, waarbij onder meer een centralisatie van de interventiewerking werd vooropgesteld. De verspreiding van de leden van de interventiedienst over 5 locaties wordt immers vermeld als belangrijkste pijnpunt voor onze politiezone. In eerste fase werd gedacht aan een centralisatie d.m.v. een modulaire containeroplossing op het perceel van het Centraal Onthaalpunt. In concreto betrof het een beleidsvoorstel om alle interventiemedewerkers te concentreren op 1 site aangezien de infrastructuur ontoereikend was om alle interventiemedewerkers en hun materiaal op het Centraal Onthaalpunt onder te brengen met als doel de efficiënte aanwending van de beschikbare interventiecapaciteit. Een gecentraliseerde interventiewerking (onder welke vorm dan ook) vereenvoudigt de realisatie en concretisatie van het ZVP in actieplannen sterk (niet in het minst omwille van tijds- en financiële winst). 59 Automatic Vehicle Location. 60 Automatic Person Location. 62

64 Vele creatieve en technische inspanningen werden geleverd. Diverse pistes werden bekeken en samenwerking tussen verschillende diensten werd voorgesteld. Parallel aan de zoektocht naar creatieve centralisatieoplossingen werden belangrijke stappen gezet voor de realisatie van een nieuw Centraal Hoofdcommissariaat (nieuwbouw): aankoop van een perceel bouwgrond; aanstellen van een ontwerper; overmaken van een eerste versie "Programma van Eisen" (PvE) aan de ontwerper; Dit PvE vormde een eerste sluitstuk van een oefening waarbij alle medewerkers betrokken werden bij de realisatie van een nieuw politiekantoor, d.m.v. de oprichting van een focusgroep (een dwarsdoorsnede van ons korps) die op basis van een aantal praktische cases en overlegmomenten een visie ontwikkelde over de functionaliteiten van het nieuwe politiekantoor. Op basis van gegevens rond de realisatie van een politiekantoor in andere politiezones, werd getracht een eerste ramingsbedrag voor het nieuwe centraal hoofdcommissariaat te realiseren. Deze cijfers werden verder aangevuld door middel van de resultaten van de architecturale en technische vertaalslag van het PvE. Zoals eerder aangehaald in " Management van medewerkers" werd omwille van budgettaire redenen het project nieuwbouw in de Achterstraat te Zoersel 'on hold' gezet. Uiteindelijk in september 2013 werd het project Vaartdijk goedgekeurd door het politiecollege 61 en de politieraad 62. Het PvE dat in principe werd opgesteld voor een volledige nieuwbouw, werd aangepast in functie van de intrek in een bestaand gebouw. Deze finale versie van het PvE werd vertaald in een lastenboek. Het pand aan de Vaartdijk zal gehuurd worden voor een periode van 9 jaar, met de mogelijkheid tot verlenging. Concreet zal elke dienst verhuizen naar Vaartdijk, uitgezonderd de wijkwerking. Per gemeente zal er dus telkens een wijkpost blijven bestaan. De wijkpost Brecht neemt uiteraard wel zijn intrek in het pand van Vaartdijk. Dit betekent dat de politiepost van Brecht in de Venusstraat en het gebouw in de Kerkhoflei (CO) te Zoersel terug ter beschikking gesteld worden van de gemeenten en de oude Rijkswachtkazerne in Malle verkocht wordt. Op dit moment is er nog geen uitsluitsel omtrent het al dan niet behouden van de bouwgrond in de Achterstraat MANAGEMENT VAN PROCESSEN Wanneer we bij de opmaak van het ZVP enkel nog maar de intentie hadden om onze processen te identificeren, ontwerpen, beheersen en waar nodig te verbeteren of vernieuwen, kunnen we bij de opmaak van dit ZVP stellen dat hier enkele stappen voorwaarts werden gezet. De eerste, weliswaar kleinere, processen werden uitgeschreven. Tevens zijn proceseigenaars in beeld gekomen. Het is echter wel steeds zoeken naar een gezonde balans tussen de procedurele (aan)sturing, werkbaarheid en professionaliteit van de werknemers. Vooral vanaf eind 2012 zijn, door de komst van de huidige directeur-operaties, verschillende processen uitgewerkt of vernieuwd. Vele hiervan zitten in de 61 Goedkeuring dd Goedkeuring dd

65 fase van "beheersen". De betrachting daarbij is om over de processen duidelijk te communiceren, zodat deze beginnen te leven in onze politiezone. Waar mogelijk kunnen deze verbonden worden met elkaar. Enkele voorbeelden zijn: Organisatie hercosi Organisatie diefstalpreventieadvies (DPA) Evenementenbeheer Uitwisseling operationele informatie InfoCop Diefstallen in woning Slachtofferbeleid - Uitvoering Col 17/ Uiteraard zijn dit geen eindpunten. We zijn er ons van bewust dat we blijvend aandacht moeten hebben voor de evaluatie, het verbeteren en vernieuwen/actualiseren van deze processen. Daarnaast dienen nog grotere processen uitgewerkt te worden, zoals o.a. onthaal. 2.7 SAMENWERKING (PROTOCOLLEN) Dit punt behandelt alle facetten waarbinnen politiezone Voorkempen zich "verbindt" in een partnerschaprelatie INTERZONALE EN BOVENLOKALE POLITIESAMENWERKING In uitvoering van de ministeriële omzendbrief PLP werden verschillende protocollen/ samenwerkingsakkoorden afgesloten met betrekking tot de interzonale samenwerking. Protocol inzake gedwongen opnamen (PROCOLL) Doel: spoedopnames voor geesteszieken organiseren volgens een vaste verdeelsleutel in functie van de plaats waar de patiënt gedomicilieerd is. Betrokken politiezones: RUPEL ANTWERPEN ZWIJNDRECHT NOORD HEKLA GRENS MINOS BRASSCHAAT SCHOTEN ZARA VOORKEMPEN. Partners: procureur des Konings te Antwerpen psychiatrische ziekenhuizen. Protocol inzake geïntegreerde en integrale aanpak van fenomenen Doel: - het bevorderen van een geïntegreerde en integrale aanpak van fenomenen; - het streven naar een complementaire aanpak; - het streven naar een kwaliteitsvolle informatiedoorstroming en uitwisseling; - het optimaliseren van de scharnierfunctie van de verbindingsambtenaren. Partners: Federale Gerechtelijke Politie Antwerpen - procureur des Konings te Antwerpen. 63 Ministeriële omzendbrief PLP 27 van betreffende de intensifiëring en bevordering van de interzonale samenwerking, B.S.,

66 Protocol inzake audiovisueel verhoor minderjarigen Doel: oprichten van een netwerk van verhoorders dat instaat voor de ondersteuning van de politieambtenaren bij het verhoor van minderjarigen. Betrokken politiezones: RUPEL ZWIJNDRECHT BRASSCHAAT NOORD HEKLA GRENS SCHOTEN ZARA MINOS VOORKEMPEN. Partners: procureur des Konings te Antwerpen, Gerechtelijk Directeur (DirJud) Antwerpen Directeur Coördinator (DirCo) Antwerpen. Consensusnota over uniforme werking van de recherchediensten van de politiezones Doel: komen tot een zo groot mogelijke standaardisatie van de taken die worden toevertrouwd aan de lokale recherche. Partners: alle politiezones van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen en de procureur des Konings te Antwerpen. Protocol met betrekking tot steun aangaande de verkoop van basisuitrusting voor politieambtenaren Doel: verlenen van steun aan de lokale politie aangaande de verkoop van basisuitrusting voor de politieambtenaren overeenkomstig GPI Partners: Algemene directie van de ondersteuning en het beheer (DGS) 65 van de federale politie. Protocol met betrekking tot de training geweldsbeheersing Doel: verlenen van steun i.v.m. de training geweldsbeheersing inzake het deelaspect rollenspel overeenkomstig GPI Betrokken politiezones: GRENS NOORD ZWIJNDRECHT SCHOTEN BRASSCHAAT VOORKEMPEN. Protocol inzake de afkondiging en organisatie van een kern- en speractie en het politiealarm Doel: bepalen van een gecoördineerd politieoptreden naar aanleiding van een pas gepleegde daad van terrorisme of een pas gepleegd uitzonderlijk feit van bijzondere zware criminele aard. Partners: alle politiezones van het arrondissement Antwerpen en de federale politiediensten, nl.: CIC, operationeel invalspunt grensstreek (OIPG), scheepvaartpolitie (SPN), spoorwegpolitie (SPC), luchtvaartpolitie (LPA) en wegpolitie (WPR). 64 Ministeriële omzendbrief GPI 12 van betreffende de basisuitrusting van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, B.S., Het betreft de voormalige Directie-Generaal van de Materiële middelen (DGM) van de federale politie (cfr. Hervorming federale politie van maart 2007). 66 Ministeriële omzendbrief GPI 48 van betreffende de opleiding en training in geweldbeheersing voor de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten, B.S.,

67 Protocol inzake Politioneel Interventie Plan (PIP) Doel: het PIP wordt afgekondigd voor onvoorziene noodsituaties zoals voorzien in KB van betreffende de nood- en interventieplannen 67. Partners: alle politiezones van de provincie Antwerpen en de federale politiediensten: Interventiekorps Antwerpen CIC DirCo SPN SPC LPA en WPR. Afdeling personeel naar federale politie Doel: een personeelslid wordt ter beschikking gesteld van zowel het AIK als het CIC. Partners: federale politie AIK en CIC. Protocol inzake politionele slachtofferbejegening Doel: de politionele slachtofferbejegening bevorderen en het organiseren van een systeem voor gespecialiseerde bijstand conform omzendbrief GPI Partners: de politiezones BRASSCHAAT SCHOTEN ZARA 69 en de arrondissementele raad voor slachtofferbeleid. Samenwerkingsakkoorden inbraakpreventieacties (IPA) (vanaf 2012: zie protocol Haddock) Doel: gezamenlijke inbraakpreventieacties organiseren met als doel de pakkans van potentiële dader(s) te optimaliseren, en het aantal diefstallen in woningen te doen dalen. Betrokken politiezones: ZARA BRASSCHAAT SCHOTEN GRENS NOORD VOORKEMPEN. Samenwerkingsakkoorden ANTIGOON (vanaf 2012: zie protocol Haddock) Doel: gezamenlijke inbraakpreventieacties organiseren met doel de pakkans van criminelen (vnl. rondtrekkende dadergroepen) te verhogen. Partners: alle politiediensten van het arrondissement Antwerpen, CIC AIK WPR. Samenwerkingsakkoorden WODCA Doel: WeekendOngevallen Door Controle Aanpakken. Partners: alle politiediensten van het arrondissement Antwerpen en het provinciebestuur. Samenwerkingsakkoord naar aanleiding van de opvang van gearresteerden Doel: opvang van gearresteerden organiseren 24/24 uur 7/7 dagen. Betrokken politiezones: BRASSCHAAT SCHOTEN VOORKEMPEN. 67 B.S., Ministeriële omzendbrief GPI 58 van betreffende politionele slachtofferbejegening in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, B.S., Maakt geen deel meer uit van de samenwerking. 66

68 ASTRID-gespreksgroepen Doel: de laterale steun tussen de politiezones van de provincie Antwerpen verzekeren. Partners: alle politiediensten van de provincie Antwerpen en CICant. Protocolakkoord tussen de scheepvaartpolitie Antwerpen, federale gerechtelijke politie Antwerpen en lokale politiezones binnen het gerechtelijk arrondissement Antwerpen. Doel: afspraken inzake de uitvoering van gerechtelijke opdrachten naar aanleiding van aanvankelijke vaststellingen binnen de Haven van Antwerpen - Rechteroever (ook gespecialiseerde politiezorg in het raam van de politie te water en het grenstoezicht op onze waterwegen). Partners: scheepvaartpolitie, FGP Antwerpen en alle politiezones van het arrondissement Antwerpen. Protocolakkoord leiding bij noodsituaties voor het Arrondissement Antwerpen. Doel: vastleggen van de politionele eindverantwoordelijkheid en taakverdeling tussen de politiediensten bij noodsituaties. Partners: Alle politiediensten van het arrondissement Antwerpen, DirCo Antwerpen (CSD), DirJud Antwerpen (FGP), CIC, SPN Antwerpen, SPC Antwerpen, WPR Antwerpen, LPA Deurne. Politioneel protocolakkoord over onvoorziene incidenten: wederzijdse ondersteuning tussen politiediensten en politioneel interventieplan in de provincie Antwerpen. Doel: afspraken vastleggen i.v.m. de wederzijdse ondersteuning tussen de politiediensten in de provincie Antwerpen bij onvoorziene incidenten. Partners: het provinciaal veiligheidsoverleg (Gouverneur provincie Antwerpen en procureurgeneraal van het hof van beroep van Antwerpen), alle politiediensten van het arrondissement Antwerpen, Mechelen en Turnhout en de federale politiediensten CSD en FGP Antwerpen, Mechelen en Turnhout, CIC, WPR Antwerpen, SPN Antwerpen, LPA Deurne, SPC Antwerpen. Protocol gehypothekeerde capaciteit binnen het arrondissement Antwerpen Doel: afspraken en samenwerking i.v.m. de ordehandhaving tijdens evenementen met enig risico en de "risicoloze" opdrachten. Partners: alle politiediensten van het arrondissement Antwerpen en CSD Antwerpen. Intentieverklaring geïntegreerde arrondissementele aanpak rondtrekkende dadergroeperingen Doel: een praktische aanpak uitwerken om op een geïntegreerde en integrale wijze een antwoord te geven op het prioritair veiligheidsfenomeen DIW. Partners: alle politiediensten van het arrondissement Antwerpen, Parket Antwerpen, Antwerpen en CSD Antwerpen. FGP 67

69 Samenwerkingsprotocol Opname geesteszieken Doel: afspraken inzake de toepassing van artikel 9 van de wet van betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke op het gebied van de gedwongen opname en afspraken inzake de vrijwillig opgenomen patiënten. Partners: procureur des Konings te Antwerpen, PZ MINOS, PZ ANTWERPEN en de psychiatrische ziekenhuizen van het arrondissement Antwerpen (PC St. Amadeus, PC Bethaniënhuis,PC Stuivenberg, PC Broeders Alexianen). Kaderprotocol inzake de interzonale samenwerking tussen de politiezones ZARA en VOORKEMPEN Doel: een overeenkomst inzake interzonale samenwerking tussen de lokale politie ZARA en de lokale politie VOORKEMPEN. Partner: PZ ZARA. Protocol HADDOCK Doel: Een synergetische, kort op de bal en creatieve aanpak van arrondissementele prioritaire fenomenen. Partners: alle politiediensten van het arrondissement Antwerpen, Parket Antwerpen, Antwerpen, CSD Antwerpen en AIK Antwerpen. FGP Protocol van het overleg van voor de bepaling van de plaatsing en de gebruiksomstandigheden van vaste automatisch werkende installaties in afwezigheid van een bevoegd persoon zoals bedoeld in art. 62, zevende lid, Wegverkeerswet van 16 maart 1968 en het K.B. van 11 oktober 1997 (B.S., ), betreffende de bijzondere modaliteiten van het overleg voor de bepaling van de plaatsing en de gebruiksomstandigheden van vaste automatisch werkende installaties in afwezigheid van een bevoegd persoon, bestemd om op de openbare weg toezicht te houden op de naleving van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en haar uitvoeringsbesluiten. (protocol wordt in oktober 2013 ondertekend) Doel: Werkafspraken vastleggen omtrent het proefproject trajectcontrole. Partners: Parket Antwerpen, WPR Antwerpen, Wegen en verkeer Antwerpen, burgemeester van Brecht (tevens voorzitter politiecollege), het gewestelijk verwerkingscentrum Antwerpen voor de verwerking van PV's/OI's inzake trajectcontrole, CICant voor de afhandeling van (bepaalde) hits van het vast ANPR-netwerk. 68

70 2.7.2 ANDERE PROTOCOLLEN OF SAMENWERKINGSAKKOORDEN MET NIET-POLITIONELE PARTNERS EN DERDEN Protocol in kader van de ministeriële omzendbrief PLP Doel: een veilige schoolomgeving creëren voor alle betrokkenen door het aanduiden van een vast aanspreekpunt, zowel bij de politie als bij de scholen en het verstrekken en/of bijsturen van het lokaal veiligheidsbeleid. Partners: de scholen. Protocol lokale politie en deurwaarders Doel: de samenwerking tussen de lokale politie en de gerechtsdeurwaarders optimaliseren en uniformeren. Partners: de arrondissementskamer van gerechtsdeurwaarders van Antwerpen en de politiezones GRENS HEKLA MINOS NOORD RUPEL SCHOTEN ZARA ZWIJNDRECHT. Protocol geïntegreerde politie, De Lijn en de provincie Antwerpen Doel: de kwaliteit van de dienstverlening verbeteren en de veiligheid van de reizigers en het personeel verhogen. Partners: vervoersmaatschappij De Lijn, provincie Antwerpen en alle politiezones van de provincie Antwerpen. Protocollen rond buurtinformatienetwerken (BIN, BIN-Z en BIN-Z-I) Doel: nuttige informatiedoorstroming verzekeren om gezamenlijk de criminaliteit beter te beheersen en de inwoners te sensibiliseren inzake inbraakpreventie. Tevens wordt de sociale samenhorigheid verhoogt en ontstaan er betere contacten met de politie. Partners: de buurtgemeenschappen en zelfstandige groeperingen uit onze zone. Gemeentelijke veiligheidscellen Doel: in uitvoering van artikel 26 van het KB van betreffende de nood- en interventieplannen 71 wordt per gemeente een veiligheidscel opgericht. Deze veiligheidscellen zijn belast met de volgende taken: 1) actualiseren van de nood- en interventieplannen en de bestemmelingen ervan op de hoogte brengen; 2) organiseren van oefeningen; 3) evalueren van noodsituaties en oefeningen; 4) opmaken van de risico-inventaris en -analyse; 5) organiseren van de voorafgaande informatie over de noodplanning. 70 Ministeriële omzendbrief PLP41 van tot versterking en/of bijsturing van het lokaal veiligheidsbeleid en de specifieke aanpak van de jeugdcriminaliteit, met in het bijzonder een aanspreekpunt voor de scholen, B.S., B.S.,

71 Partners: de gemeenten (met name: de burgemeester en de ambtenaar verantwoordelijk voor de noodplanning) en de vertegenwoordigers van de verschillende disciplines: - discipline 1 heeft betrekking op de hulpverleningsoperaties; - discipline 2 heeft betrekking op de medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening; - discipline 3 betreft de politie van de plaats van de noodsituatie; - discipline 4 betreft de logistieke steun; - discipline 5 heeft betrekking op de informatie. Samenwerkingsovereenkomst tot installatie en gebruik van camerabeelden van de stationsomgeving van het station Noorderkempen te Brecht Doel: de samenwerking tussen de gemeente Brecht, De Lijn en de politie betreffende het ontwerp, de realisatie, de instandhouding en het gebruik van camerabewaking in de stationsomgeving van het station Noorderkempen vast te leggen. Partners: gemeente Brecht en Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn. Protocol voor de terbeschikkingstelling van een laptop aan de politiezone VOORKEMPEN Doel: afspraken i.v.m. de bruikleen van een laptop voor de ondersteuning van de gezamenlijke trainingen geweldbeheersing. Partner: Gouverneur van de provincie Antwerpen. Protocol van akkoord met een alarmcentrale - Detabel Doel: bijdragen tot het takelen in optimale omstandigheden van de wagens van weggebruikers die autopech hebben of een ongeval hebben gehad, alsook van de voertuigen van beweerde overtreders van het wegverkeerreglement. Partner: FEDERAUTO vzw (Detabel). Protocol tussen de gemeente Brecht/Malle/Schilde/Zoersel en het Parket van de heer procureur des Konings te Antwerpen inzake de invoering van de gemeentelijke administratieve sancties Doel: afspraken tussen het Parket en de betrokken gemeenten i.v.m. gemengde inbreuken in het kader van de GAS. Partners: gemeenten van de PZ VOORKEMPEN, Parket van Antwerpen en IGEAN. Vergunning inzake het gebruik van de weginfrastructuur en loods voor de oefeningen PITIP in 2013 Doel: toelating tot het gebruik van de infrastructuur van het vliegveld Malle-Zoersel, meer bepaald de site Noord voor de trainingen in 2013 in het kader van Geweldbeheersing en Politionele Interventie Technieken (PITIP). Partners: Defensie 4de Regionaal Centrum voor Infrastructuur. 70

72 2.8 SYNTHESE VAN DE BESTEDE CAPACITEIT Als indicatie voor de benodigde capaciteit aan personele middelen ter verwezenlijking van het ZVP , wordt als referentie het vorige volledige werkingsjaar genomen; zijnde Onderstaande tabel schetst een globaal beeld 72 om er ons van te kunnen vergewissen dat de geformuleerde doelstellingen voor volgende beleidsperiode wel degelijk realistisch en realiseerbaar zijn 73. Wanneer we het hebben over de beschikbare capaciteit, dient er evenwel rekening gehouden te worden met de budgettaire ruimte die beschikbaar is. Elke vraag tot inzet dient afgewogen te worden in het licht van het beschikbare budget. Wanneer er niet voldoende financiële middelen ter beschikking zijn, zal er noodgedwongen gesnoeid moeten worden in de grootte van de inzet, het aantal acties,... Deze voorstelling moet beschouwd worden als onze uitdrukkelijke wil om transparant te zijn ten aanzien van de overheden en partners. Referentiejaar 2012 % t.o.v. de Mensuren beschikbare capaciteit Bijdrage aan Federale opdrachten federale Kredietlijn MFO 2 bis 273 0,12% opdrachten Deelname aan werking AIK (WGP, art 105 bis) 0 0,00% Uitgevoerde controles in het kader van de reglementering m.b.t. de privé-beveiliging 0 0,00% (MFO 4 punt 2.2) Deelname aan werking CIC (WGP, art. 96bis) ,75% Bijdrage van de lokale politie aan prioriteiten NVP, volgens een geïntegreerde aanpak (BOMA, DPP). Nota: De meeste prioriteiten van het NVP (o.a. IPA, Wodca) zijn verweven binnen de lokale opdrachten ,22% Federale vorderingen van de Minister BiZa (WGP art 64) Subtotaal bijdrage aan federale opdrachten ,09% Lokale Wijkwerking ,89% opdrachten Onthaal ,38% Interventie ,47% Lokale recherche ,24% Slachtofferbejegening / actieplan intrafamiliaal geweld ,50% Handhaving openbare orde ,06% Verkeer / actieplan verkeersveiligheid ,65% Actieplan diefstal in woningen ,06% Andere operationele opdrachten ,74% Andere administratieve opdrachten ,21% Subtotaal lokale opdrachten ,19% 72 Op basis van de vatting van de dienstactiviteiten in de module GALop- Personeel & materiële middelen 73 Op basis van het referentiejaar 2012, kan men stellen dat de lokale politie Voorkempen beschikt over (of 5,65%) initiatiefruimte. Als maatstaf voor de berekening van deze beleidsvrije ruimte of heroriënteerbare capaciteit werd rekening gehouden met 1 FTE = uren. 71

73 Strategie en ,05% beleid Subtotaal strategie en beleid ,05% Management Opdrachten/taken inzake beheer ,63% van Opleiding/training/ontwikkelen competenties ,90% medewerkers Andere ,04% Uitoefening stageperiodes 331 0,15% Subtotaal management van medewerkers ,71% Management Opdrachten/taken inzake beheer ,90% van Andere 134 0,06% middelen Subtotaal management van middelen ,96% Totale beschikbare zonale capaciteit ,00% 72

74 III STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN 73

75 3. STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN 3.1 VORIGE STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN - EVALUATIE - TE TREKKEN LESSEN EVALUATIE VAN DE VORIGE STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN INZAKE EXTERNE BELEIDSKEUZES Voor de periode hadden de burgemeesters van politiezone Voorkempen en de procureur des Konings van Antwerpen beslist om 3 veiligheidsfenomenen als prioritair te beschouwen. De veiligheidsfenomenen werden opgevolgd door jaarlijkse actieplannen. Deze actieplannen laten toe om geformuleerde doelstellingen kort op te volgen. In 2011 gingen we van start met geïntegreerde meetplannen. In een geïntegreerd meetplan is het de bedoeling dat de bestuurlijke overheid, politie en parket zichzelf doelstellingen opleggen in de aanpak van een bepaald probleem. Tot op heden werden in het meetplan enkel doelstellingen van politie en parket opgenomen. Aan de hand van het meetplan wordt maandelijks verantwoording afgelegd aan het politiecollege. Op de Zonale Veiligheidsraad (ZVR) worden de actieplannen eveneens besproken. Volgende 3 prioriteiten werden in de periode aangepakt: EIGENDOMSDELICTEN (DIEFSTALLEN IN WONING) Lokale politie Voorkempen wou bijdragen tot het beheersen, zo mogelijk doen afnemen, van het fenomeen diefstallen in woning in de zone. Onze bijdrage aan deze doelstelling werd gerealiseerd door implementatie van leiderschap, strategie en beleid, management van medewerkers, management van middelen, management van processen en samenwerking met interne en externe partners. Daarnaast werd een wijze van opvolging bepaald. Aanvankelijk werden bepaalde doelstellingen geformuleerd waarop we zelf geen vat hadden, deze werden in de loop der jaren weggewerkt. Evaluatie Wij stellen vast dat vanaf 2009 het aantal diefstallen in woning (DIW) spijtig genoeg blijft stijgen. Om kort op de bal te spelen werd de ochtendbriefing van onze lokale recherche in het leven geroepen tijdens vorige beleidsperiode. In deze briefing is het de bedoeling om een kort overzicht te krijgen van de 74

76 meest belangrijke gebeurtenissen van de laatste 24u. Dit overleg bestaat uit leden van onze lokale recherche, het diensthoofd Noodhulp, de interventiecoördinator en de wijkcoördinator. Tijdens de briefing komen ook de DIW's aan bod. Via de ISLP-meldingen en de opgestelde checklisten worden de DIW's dagelijks opgevolgd. Op basis hiervan worden de evoluties in plaats, uren, modus operandi,... opgevolgd. Deze informatie wordt o. a. gebruikt in patrouillebladen met hot-spots, het inrichten van IPAacties en het sturen van fenomeenploegen. Patrouillebladen Elke interventiepatrouille ontvangt bij aanvang dienst een patrouilleblad met daarop aanduidingen met betrekking tot personen, voertuigen,... waarvoor tijdens de patrouille extra aandacht wordt gevraagd. Met de komst van InfoCop wordt de operationele info meestal op dit forum geplaatst. Op momenten dat er geen opdrachten worden uitgevoerd, wordt gevraagd om o.a. preventieve patrouille te rijden in inbraakgevoelige buurten en verdachte situaties te controleren. Inbraakpreventie actie (IPA) De IPA's zijn kleinschalige acties, al dan niet in samenwerking met andere zones. Tot september 2012 werden acties in de "oude stijl" georganiseerd. Deze acties bestonden uit het opstellen van twee kleinschalige dispositieven (4 tot 8 medewerkers) per actie. Daarnaast werden t.e.m Antigoonacties per jaar georganiseerd. Vanaf september 2012 zijn we gestart met IPA's "nieuwe stijl". Dit zijn patrouilles in een voertuig (anoniem of gestriped) in een inbraakgevoelige buurt, afgewisseld met een kortstondig dispositief. Deze acties vinden plaats op het tijdstip waarop, op basis van de laatste gegevens, de meeste inbraken gebeurden. Ook worden er met de politiezones ZaRa, Brasschaat, Schoten, Grens en Noord IPA's ingericht, telkenmale gekoppeld aan een hoofddoelstelling: bevolking geruststellen, ontraden daders, info inwinnen over de doelgroep en de verhoging van de pakkans. (Project HADDOCK )(Ad Hoc) In onderstaande grafiek is duidelijk zichtbaar dat het aantal preventieve acties tegen inbraken in 2012 gevoelig was toegenomen. Buurtinformatienetwerk (BIN) Het BIN is een gestructureerd samenwerkingsverband tussen burgers en lokale politie in een afgelijnd gebied dat bijdraagt tot de volgende doelstellingen: het verhogen van het meldingsgedrag aan de politie; het verlagen van het onveiligheidsgevoel bij de bevolking; het bevorderen van de sociale controle en; 75

77 het verspreiden van de preventiegedachte. Om deze doelstellingen te bereiken wisselt het BIN wederzijds informatie uit en verspreidt het preventieve berichten en tips. Inzake samenwerking met de burger is de politie een partner in het opstarten van BIN s. Eind 2012 waren er reeds 25 gewone BIN s, 6 BIN-Z s en 1 BIN-Z-I in onze zone. Hieronder geven wij een evolutie weer van het aantal BIN s tussen 2009 en 2012: 2009: 22 BIN s, 6 BIN-Z s 2010: 22 BIN s, 6 BIN-Z s 2011: 23 BIN s, 6 BIN-Z s, 1 BIN-Z-I 2012: 25 BIN s, 6 BIN-Z s, 1 BIN-Z-I Afwezigheidstoezichten Burgers die in de omschrijving van de politiezone wonen, krijgen de mogelijkheid om gedurende hun afwezigheid of vakantie toezicht te vragen van politie. In 2012 werd de werkwijze inzake het afwezigheidstoezicht aangepast. Zo werden de criteria om afwezigheidstoezicht aan te vragen kritisch onder de loep genomen, wat geleid heeft tot het afschaffen ervan. Er zijn dus geen beperkende voorwaarden meer van toepassing (exclusief termijn). Dit toezicht gebeurt regelmatig en op wisselende ogenblikken van de dag. Hieronder geven wij een weergave van het aantal aanvragen en het aantal uitgevoerde toezichten in de loop der jaren: Aantal aanvragen en uitgevoerde toezichten Voorlichting van de burger Door het aanleveren van artikels voor diverse informatiebladen en het publiceren van artikels op onze eigen website, slagen wij erin om de plaatselijke bevolking regelmatig in te lichten aangaande preventie. De website bevat een uitgebreid aantal preventietips. De hoofdinspecteur van de dienst Preventie gaf verschillende keren, op vraag van ondermeer BIN s, bedrijven en scholen, een voorstelling inzake inbraakpreventie middels een actueel bijgewerkte presentatie. Deze dienst verleent tevens gratis diefstalpreventieadvies op vraag van geïnteresseerde burgers. 76

78 Cursus sporenonderzoek In 2011 hebben alle operationele leden van onze zone een cursus "sporenonderzoek" gevolgd bij het Labo voor Technische en Wetenschappelijke Politie (LTWP) te Antwerpen. Het doel daarbij was het herkennen van de verschillende soorten sporen, alsook hoe er mee om te gaan (vrijwaring, in welke gevallen labo ter plaatse vragen of niet...). Opmaak PV De afwerkingstermijn voor een proces-verbaal DIW - binnen de 14 dagen - was ook tot eind 2012 nog een zorgenkind, omdat de oorzaak op verschillende plaatsen kon liggen en het probleem moeilijk in kaart te brengen was. Voor 2013 werd een nieuwe werkwijze 74 uitgetekend, die kort zal opgevolgd worden en indien nodig wordt bijgestuurd. Team DIW Vanaf werd het team diefstallen opgericht binnen de pool interventie. Dit team beoogt om op vlak van preventie, handhaving en onderzoek een bijdrage te leveren aan het beheersen van de inbrakenplaag. Op dagen dat de leden geen interventiedienst hebben, kunnen deze teamleden ingezet worden in de strijd tegen diefstallen. De aanpak Politiezone Voorkempen gebruikt dus een ketengerichte aanpak voor het probleem van diefstal in woningen. Dit wil zeggen dat er gewerkt wordt op de verschillende niveaus van de veiligheidsketen, nl. preventie (bv. advies inzake het beveiligen van woningen), proactie (bv. preventieve patrouilles), repressie (bv. kwalitatief (sporen)onderzoek) en nazorg (bv. hercontactname van slachtoffers). Via ontradende patrouilles, speracties en het uitvoeren van afwezigheidstoezicht door onze diensten, tracht onze politiezone potentiële daders van woninginbraken af te schrikken. Bovendien wensen we de pakkans te verhogen door het uitvoeren van meer gerichte observaties, een verdere optimalisatie van sporen- en buurtonderzoeken en een verhoogde meldingsbereidheid van de burgers (o.a. via de buurtinformatienetwerken) INTRAFAMILIAAL GEWELD (IFG) Politiezone voorkempen wou inzake intrafamiliaal geweld in de zone bijdragen tot een snelle detectie, een correcte registratie, een kwalitatieve opvang en opvolging van slachtoffers, een gepaste doorverwijzing naar de hulpverlening van slachtoffers en daders en een kwalitatieve dossieropvolging. Onze bijdrage aan deze doelstelling werd gerealiseerd door implementatie van leiderschap, strategie en beleid, management van medewerkers, management van middelen, management van processen en samenwerking met interne en externe partners. Tevens werd er een wijze van opvolging bepaald. 74 Dienstorder HC/KC-IN /13 dd

79 Evaluatie IFG blijft een moeilijk fenomeen om als politie concreet aan te pakken, ook voor onze zone. De eerstelijnszorg werd telkens gedaan door de interventieploegen, dagelijks werden nieuwe dossiers opgevolgd door het Team Jeugd & Gezin. Deze dienst zorgt ook voor een hercontactname met de slachtoffers binnen 3 maanden na de vaststellingen. In dit kader kan tevens het samenwerkingsverband inzake de permanentie voor slachtofferhulp en de permanentie inzake videoverhoor nog eens aangestipt worden. Nieuw geopende dossiers Team Leefbaarheid Vanaf kreeg intrafamiliaal geweld meer aandacht door de oprichting het team leefbaarheid. Het is de betrachting om probleemoplossend te werk te gaan door overleg met relevante partijen en dus om de louter repressieve aanpak van een probleem te overstijgen. Dit team treedt op als een verlengstuk van de het Team Jeugd & Gezin en reikt de hand naar hulpverleningsinstanties op verschillende niveaus. Verder werkt het team nauw samen met de wijkinspecteur om maatschappelijke problemen aan te pakken VERKEERSVEILIGHEID Politiezone Voorkempen wou in het ZVP bijdragen tot het beheersen, en zo mogelijk doen afnemen, van de verkeersonveiligheid in de zone. Onze bijdrage aan deze doelstelling werd gerealiseerd door implementatie van leiderschap, strategie en beleid, management van medewerkers, management van middelen, management van processen en samenwerking met interne en externe partners. Tevens werd er een wijze van opvolging bepaald. Evaluatie Om de strategische doelstelling te bereiken werden de onderstaande operationele doelstellingen uitgewerkt: Het herleiden van de subjectieve veiligheid door het voeren van preventief aanwezigheidsbeleid op die plaatsen waar de bevolking een verkeersonveilige situatie ervaart, zoals de 78

80 oversteekplaatsen voor voetgangers bij aanvang en einde van de scholen, problematiek van onaangepaste snelheid, vooral in de bebouwde kom. Deelname aan veiligheidscampagnes zoals: Wodca, BIVV 75 -acties,... Het systematische uitvoeren van snelheidscontroles vooral in de bebouwde kom. Het systematisch uitvoeren van alcoholcontroles bij een verkeersongeval ("botsen is blazen"). Door het vastleggen van verschillende indicatoren, meetinstrumenten en het bepalen van kritieke succesfactoren, werd een wijze van opvolging voor deze doelstelling opgemaakt. De inspanningen van onze zone hebben o.a. bijgedragen tot de onderstaande resultaten. Inzake snelheidscontroles gecontroleerde voertuigen vaststellingen controle-uren 372:05 381:45 496:30 481:30 Aan de hand van deze resultaten kunnen we vaststellen dat er sinds 2011 minder overtredingen worden begaan. Ondanks het feit dat het aantal gecontroleerde voertuigen en het aantal controle-uren is toegenomen, daalt het aantal vaststellingen. Dit is alvast een mooie evolutie te noemen die we hopelijk kunnen verder zetten tijdens volgende beleidsperiode. Inzake alcoholcontroles Onze politiezone engageert zich om maandelijks (excl. juli en augustus) 2 Wodca-acties per maand te organiseren. Deze kunnen zowel op lokaal als op provinciaal niveau ingericht worden. Dat deze acties nog steeds van belang zijn tonen onderstaande resultaten aan (inhouding/intrekking rijbewijs). Belangrijk is wel om op te merken dat de laatste 2 jaren beduidend meer ademtesten worden afgenomen. Elke bestuurder die in het dispositief komt dient een ademtest af te leggen. Omdat er ook regelmatig aanrijdingen gebeuren onder invloed van alcohol, werd aan de hand van een doelstelling gekeken of bij elke aanrijding (met stoffelijke schade of lichamelijk letsel) een ademtest werd afgenomen. Dit bleek niet altijd het geval te zijn, vnl. bij een aanrijding met stoffelijke schade werd een ademtest niet uitgevoerd. Maatregelen werden genomen om dit percentage te doen stijgen, zoals de centralisatie van de ademtesttoestellen en het uitdelen van het benodigde interventiemateriaal door de interventiecoördinator. 75 Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid. 79

81 Inzake controle fietsverlichting (schoolgaande jongeren) Op schooldagen wordt s morgens extra aandacht besteed aan de schoolgaande jongeren. Zoals eerder aangehaald in het hoofdstuk 2 Scanning en analyse is er immers een grote populatie die zich dagelijks met de fiets verplaatst in de zone. Rond de uren waarop de meeste jongeren onderweg zijn, rijden wijkinspecteurs en interventieleden rond in de omgeving van de scholen en de drukste fietsroutes. Sinds oktober 2012 wordt er tijdens de schoolperiode door 2 politie-inspecteurs 3x per week toezicht gehouden bij een school in onze zone. Omdat verkeersregels vaak overtreden worden door ouders die hun kinderen snel aan de schoolpoort willen afzetten en gemachtigde opzichters zich vaak machteloos voelen door een gebrek aan bevoegdheid, is het de bedoeling om met dit initiatief paal en perk te stellen aan dit gedrag teneinde een veilige omgeving te creëren. Verkeersongevallen met lichamelijk letsel Licht gekwetsten Zwaar gekwetsten Doden Uit deze cijfers blijkt dat het nog steeds belangrijk blijft om te blijven inzetten op verkeersveiligheid. Na een sterke daling van het aantal licht en zwaar gekwetsten in 2010, is dit aantal de volgende jaren opnieuw toegenomen. Patrouilles Niet enkel tijdens speciaal georganiseerde acties wordt gewerkt aan verkeersveiligheid. Ook tijdens de dagelijkse patrouilles worden overtreders aangesproken op hun gedrag en inbreuken beboet. Tijdens de winter- en zomer-bob-campagnes worden interventieleden gevraagd om tijdens hun dienst 1 uur alcoholcontrole uit te voeren. Verkeersacties In het actieplan verkeer werden ook doelstellingen omtrent acties geformuleerd. Naast de klassieke Wodca-acties, werden thema-acties (de dienst Verkeer diende het thema te bepalen op basis van specifieke problemen, campagnes BIVV,...) en acties zwaar vervoer georganiseerd. Deze acties zwaar vervoer bleken erg nodig te zijn gezien het vele zware vervoer dat onze zone doorkruist. Er werd extra bijgeschoold in deze materie. Adviezen Het diensthoofd van de dienst Verkeer verleende op regelmatige basis adviezen aan de lokale bestuurlijke overheden. Gemachtigd opzichters In de politiezone zijn heel wat gemachtigd opzichters actief. Zij werden begeleid en opgeleid door de personeelsleden van de dienst Verkeer. 80

82 Actie fluovestjes Sinds 2006 krijgen de leerlingen van het basisonderwijs van de politiezone gratis een fluovestje. Dit moet hun zichtbaarheid en aldus veiligheid verhogen wanneer ze met de fiets naar school rijden. Ondertussen werd dit uitgebreid naar kleuter- en middelbaar onderwijs. Dit project verloopt tot op heden nog steeds succesvol, want de meeste kinderen dragen dit vestje ook daadwerkelijk. Om deze positieve stimulans te ondersteunen hielden wij tijdens de donkere maanden (november t.e.m. februari) in samenwerking met de middelbare scholen een spotting. We spotten bijna dagelijks de fietsende leerlingen op het dragen van een fluovestje en dit op verschillende tijdstippen en op verschillende fietsroutes. De positief gespotte leerlingen kwamen in aanmerking voor het winnen van een cadeaubon, geschonken door onze politiezone. Deze project loopt in samenwerking met politiezone ZaRa (bijgevolg nemen de gemeenten Zandhoven en Ranst ook deel aan deze actie). Verkeersvorming Vanuit verschillende hoeken (o.a. Jeugd & Gezin, wijkwerking, interventie) werden in de periode verkeersopmerkingen uitgeschreven voor jongeren met een negatief fietsgedrag. De reden van de verbaliserende opmerking handelde over o.a. fietsen zonder verlichting, zonder handen aan het stuur en het niet volgen van het verplichte fietspad. Daardoor brachten zij zichzelf en de andere weggebruikers in een onveilige situatie. In diezelfde periode werden in dit kader 19 minderjarigen genoteerd die in aanmerking kwamen voor het volgen van een verkeersvormingsklas. Team Verkeer Vanaf werd het team verkeer opgericht binnen de pool interventie. Dit team moet zorgen voor een continue aanwezigheidspolitiek en past de werking aan aan de problematiek, doelgroep en situatie. Er wordt zowel repressief opgetreden als sensibiliserend te werk gegaan EVALUATIE VAN DE VORIGE STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN INZAKE INTERNE BELEIDSKEUZES Voor de periode hadden de burgemeesters van politiezone Voorkempen beslist om 3 interne aspecten als prioritair te beschouwen DIENSTVERLENING AAN DE BEVOLKING - WIJKWERKING Politiezone Voorkempen wou in het ZVP zo snel mogelijk het aantal wijkagenten in de zone op niveau brengen. Rekening houdende met de gewijzigde bevolkingscijfers wilden we de bereikbaarheid, aanspreekbaarheid en "bekendheid" in hun wijk vergroten. De bijdrage van de lokale politie aan de realisatie van deze doelstelling werd geïmplementeerd door het omschrijven van de beoogde doelstellingen en het bepalen van een wijze van opvolging. 81

83 Evaluatie Minimale norm Op hadden onze 4 gemeenten samen bewoners. In onze politiezone zijn 21 wijkinspecteurs werkzaam, waarvan 7 in de politiepost Brecht, 4 in Malle, 5 in Schilde en 5 in de politiepost van Zoersel. Hiermee voldoen we aan de minimale werkings- en organisatienorm. Online bereikbaarheid Begin 2013 werd een proefperiode inzake "Online agendabeheer" na gunstige evaluatie afgesloten. Dit systeem is een agenda die de burger 24u/24u via internet ( kan raadplegen om een afspraak met zijn wijkinspecteur te boeken wanneer het voor de burger het beste uitkomt. Een afspraak maken is op deze manier zeer eenvoudig. Ook de onthaalmedewerkers kunnen deze raadplegen. Zij kunnen, wanneer een burger belt, maar de wijkinspecteur afwezig is, meteen een afspraak plaatsen in de online agenda (verplaatsen of annuleren). Ook de wijkinspecteurs zelf zetten de door hun gemaakte afspraken in de agenda. N.a.v. de online agenda werd een georganiseerde taakverdeling onder de wijkinspecteurs opgesteld die zorgt voor een evenredigheid in aanwezigheid en aanspreekbaarheid in de wijk en de uitvoering van administratieve taken op kantoor. Het is uiteraard zo dat de reeds bestaande kanalen om in contact te komen met de wijkinspecteurs, zijnde een (spontaan) bezoek aan het onthaal, telefonisch via politiepost of rechtstreeks op de GSM van de wijkinspecteurs, blijven bestaan. De online agenda is hierop enkel een extra dienstverlening naar de burger toe. Daarbij is op onze nieuwe website onder de button "wie is mijn wijkagent", een kaart van onze volledige politiezone voorzien. Van hieruit kan met enkele muisklikken zeer snel per gemeente en verder per straat naar de gegevens van een wijkinspecteur gezocht worden. Allen zijn ze voorzien van foto, telefoon- en gsmnummer, alsook van een link naar de online agenda. Wijkcoördinator Sedert werd een wijkcoördinator in dienst genomen, zoals o.a. geadviseerd in de audit van de Algemene Inspectie, met als één van de taken een gelijkaardige, gelijkwaardige en kwaliteitsvolle wijkwerking aan te bieden aan al onze "klanten". Twee maal per jaar zal ook een "Dag van de wijkagent" worden ingericht om communicatie en samenwerking tussen de verschillende wijk(posten) te bevorderen en belangrijke aspecten met betrekking tot de wijkwerking onder de aandacht te brengen. Pool wijkinspecteurs Vanaf werden de interventie-inspecteurs in vijf teams ingedeeld. Tevens werd een pool wijkondersteuning bestaande uit 6 interventie-inspecteurs samengesteld. Deze 6 inspecteurs zullen de wijkinspecteurs bijstaan of vervangen bij afwezigheid, doch blijven inzetbaar als interventie-inspecteur. Hierdoor kunnen we stellen dat de wijkwerking wordt versterkt met 6 inspecteurs, wat zeker een meerwaarde zal betekenen voor de wijkwerking. 82

84 DIENSTVERLENING AAN DE BEVOLKING - ONTHAAL Politiezone Voorkempen wou in het ZVP zo snel mogelijk aan de politieposten de noodzakelijke technische infrastructuur (muurtelefoons) voorzien. De bijdrage van de lokale politie aan de realisatie van deze doelstelling werd geïmplementeerd door het omschrijven van de beoogde doelstellingen en het bepalen van een wijze van opvolging. Evaluatie Het concrete doel is de personen die zich na sluitingstijd aanmelden bij een politiepost, de mogelijkheid te bieden om ter plaatse in contact te treden met een politieambtenaar. De politieraad keurde in de zitting van het lastenboek "meerjarige open overeenkomst tot realisatie van een communicatieplatform HC/SEC /10" goed, waarna het politiecollege de opdracht gunde aan de firma Belgacom. De muurtelefoons vormen een onderdeel van dit communicatieplatform en dienen technisch geïntegreerd te worden binnen de veiligheidsvoorschriften informatica van de geïntegreerde politie. Door de complexiteit van de opdracht duurde het tot eind begin 2012 vooraleer de eerste tastbare zaken gerealiseerd werden. In de loop van 2012 werd de backbone van het netwerk (= nieuwe verbindingen in gebruikgenomen begin 2012) verder doorontwikkeld, in samenwerking met de gemeente Brecht (gedeeld gebruik van de glasvezel) met het oog op een redundante werking waardoor minder capaciteit geïnvesteerd werd in de rollout van de fase video. De videobeelden moeten tevens in een aparte afgeschermde tunnel ondergebracht worden om elke veiligheidsinbreuk uit te sluiten. N.a.v. het masterplan werd het project bevroren gelet op de noodzakelijke koppeling rollout telefonie aan de eindbeslissing effectieve centralisatie interventie. Een verantwoorde investering noodzaakte immers een definitieve keuze centralisatie interventie aangezien de investering niet zonder meer recupereerbaar is en bijna niet gereïntegreerd kan worden bij wijzigende omstandigheden. Vooraleer de videotoepassingen (muurtelefoons en videobewaking) effectief in gebruik kunnen genomen worden dient de geldende camerawetgeving toegepast te worden. De realisatie van deze laatste stap in het onderdeel "video" staat gepland in de loop van 2013 aangezien op technisch vlak alle (rand)voorwaarden vervuld zijn. De vereiste budgetten werden voorzien op de begroting INTERNE WERKING - DOORLICHTING EN VERBETERTRAJECT Politiezone Voorkempen wou in het ZVP bijdragen tot de doorlichting van de eigen organisatie met het oog op het streven naar excellente politiezorg. De bijdrage van de lokale politie aan de realisatie van deze doelstelling werd geïmplementeerd door het omschrijven van de beoogde doelstellingen en het bepalen van een wijze van opvolging. 83

85 Evaluatie Positie en ambitiebepaling 2009 Om onze interne werking in beeld te kunnen brengen, kreeg een groot deel van de medewerkers begin 2009 een inleiding tot de principes van het EFQM-model. Dit aan de hand van de eendaagse opleiding Van rups tot vlinder. Dit model (EFQM-model) werd nadien gebruikt als leidraad voor onze vierdaagse positie- en ambitiebepaling. Deze interne doorlichting diende als nulmeting om een beeld te krijgen van onze organisatie. Aan de positiebepaling, die in het voorjaar 2009 werd doorgevoerd, werkten ongeveer een 30-tal collega s mee. Deze groep vormde een perfecte doorsnede van onze organisatie. Eén van de opdrachten bestond uit het formuleren van de toekomst van de politiezone en dit aan de hand van een tekening. De kernwoorden die o.a. gebruikt werden tijdens deze oefening waren: centralisatie, (informatiegestuurde) communicatie en neuzen in dezelfde richting. Uit deze vierdaagse positie- en ambitiebepaling vloeiden 125 verbeterpunten voort. De verbeterpunten werden later door het managementteam+ (vergadering van middenkaders, officieren en diensthoofden) onderverdeeld in 3 hoofdportefeuilles, nl. communicatie, middelen en missie-visie-waarden. Deze 3 hoofdportefeuilles werden verder onderverdeeld in subportefeuilles. Voor het eigenaarschap van deze portefeuilles werd gezocht naar vrijwilligers voor de sturing en opvolging van zijn/haar dossier. Dit heeft geleid tot een aantal concrete realisaties. Een overzicht van de belangrijkste verwezenlijkingen naar aanleiding van deze verbeterpunten: Ontwikkeling van een onthaalbrochure en -beleid; Opstart communicatieplatform; Rekrutering van een communicatieverantwoordelijke; Ontwikkeling van Polair: tweemaandelijks personeelsmagazine; Ontwikkeling van een intranet; Ontwikkeling van een nieuwe website; Aandacht voor communicatie rond pluspunten goede werking; Feedback omtrent resultaten werking politiezone en actieplannen; Organiseren van een halfjaarlijks korpsoverleg voor alle medewerkers; Beslissing tot aankoop van een briefingtool; Communicatie omtrent het opleidingsaanbod; Rechercheflash en aandachtsvestigingen verkeer; Flexibelere werktijden. 84

86 Veranderscan In het kader van de positie- en ambitiebepaling werd er onder de leden van datzelfde managementteam+ op een veranderscan gehouden in samenwerking met CGL-X. Met deze scan wilden we de veranderbereidheid bij de leidinggevenden nagaan teneinde een beeld te krijgen van de snelheid waarmee we in onze organisatie veranderingen kunnen doorvoeren en een draagvlak creëren voor een revisie van de missie, visie en waarden. Uit deze veranderscan bleek echter dat de bereidheid tot veranderen op dat ogenblik onvoldoende groot was. Audit Algemene Inspectie 2011 Omwille van o.a. de doelstelling Interne werking - Doorlichting en verbetertraject hebben we in oktober 2010 officieel de vraag gesteld om een doorlichting te laten uitvoeren. In samenspraak met het politiecollege werd vervolgens initiatief genomen om een audit aan te vragen bij de Algemene Inspectie. De audit had tot doel: een overzicht te geven van de werking van de politiezone, met al haar goede werkingspunten, aan te grijpen punten, activiteiten, processen, systemen en tevens als objectieve externe bron te kunnen fungeren voor het nieuwe ZVP. De gevolgde procedure omvatte drie fasen: de voorbereidings- of studiefase, de terrein- en de rapporteringfase. Tijdens deze fasen: werd relevante informatie over de politiezone verwerkt en ingezameld; werd een algemene en anonieme personeelsbevraging uitgevoerd en verwerkt waarin alle aanwezige medewerkers hun mening over 12 domeinen en 100 stellingen konden geven; vonden interviews en gesprekken plaats met alle leidinggevenden binnen de politiezone alsook met externe partners; en werd het verslag van de audit gefinaliseerd en overgemaakt aan de opdrachtgevers (het politiecollege en de korpschef) en andere externe partners (waaronder de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie). Begin 2012 werden de resultaten bekendgemaakt aan: het politiecollege, de leden van de politieraad en het basisoverleg comité. Om onze medewerkers maximaal te informeren over deze resultaten werd gevraagd aan de Algemene Inspectie om hen dezelfde toelichting te geven. Dit korpsoverleg vond plaats op Een concreet plan van aanpak werd opgesteld, waarin alle aangrijpingspunten uit het auditverslag geclusterd werden in zeven thema s; met name: processen, nieuw hoofdcommissariaat, communicatie, cultuur, medewerkers, bestuurlijke overheid en tot slot een cluster die de reeds aangepakte en gerealiseerde aangrijpingspunten bundelen. Op basis van alle geformuleerde aangrijpingspunten ter verbeteringen heeft de korpschef vijf topprioriteiten opgelijst: Wijkcoördinator Concentratie van functionaliteiten Personeelscapaciteit Nieuw hoofdcommissariaat Cultuur 85

87 Om alle leidinggevenden optimaal te informeren en te betrekken bij dit actieplan, heeft de korpschef tijdens twee managementteamvergaderingen zijn actieplan uitvoerig en in detail toegelicht. Deze oefening werd ook gedaan op het operationeel overleg. Coaching In ons traject naar excellente politiezorg, werd eind 2011 een vierdaagse cursus "coaching" voor leidinggevenden (officieren, middenkaders, CALog-medewerkers niveau A en B) georganiseerd. Deze cursus beoogde het inzicht krijgen in de wijze waarop ze hun (directe) medewerkers succesvol kunnen coachen. Hierbij werd theorie afgewisseld met groepsdiscussies en oefeningen op het terrein. Tijdens deze opleiding kwamen o.a. de principes van het coachen van een team, de regels en fasen van een correctiegesprek en het belang van de evaluatie- en functioneringsgesprekken aan bod. Een vervolgtraject werd voorzien, maar heeft door andere prioriteiten tot op heden niet plaatsgevonden. Evenwel wordt nu van elke leidinggevende verondersteld zijn medewerkers te kunnen coachen TE TREKKEN LESSEN INZAKE DE EXTERNE BELEIDSKEUZES Het is duidelijk dat er tijdens de voorbije beleidscyclus hard gewerkt is aan het fenomeen "diefstallen in woning". Tijdens de komende cyclus zullen wij analyseren op welke manier wij ons korps nog meer structureel kunnen inrichten om dit fenomeen nog efficiënter aan te pakken. Wij denken hierbij aan de oprichting van het team diefstallen. We zullen in samenspraak met onze medewerkers en externe partners op een creatieve manier verder zoeken naar nieuwe, efficiënte mogelijkheden om de diefstallen in woningen in te perken. Hiervoor zullen we deel uitmaken van een technische werkgroep op niveau van het arrondissement. Omdat dit fenomeen niet louter lokaal kan bestreden worden, moeten we op een hoger niveau de krachten bundelen om het hoge aantal feiten de kop in te drukken. Op arrondissementeel niveau blijkt er immers nood te bestaan aan een overkoepelend beeld en een gelijkaardige aanpak met plaats voor eigen accenten. We moeten onze opgestelde actieplannen nog korter opvolgen en bijsturen waar nodig. Verantwoordelijken moeten worden aangeduid. Onze mensen hebben rond de prioriteit "intrafamiliaal geweld" goed werk geleverd tijdens de voorbije beleidscyclus, maar het is de ambitie van het korps om in de komende beleidscyclus nog beter te doen. Zo dient een politieassistent te worden aangeworven om mee de krijtlijnen uit te tekenen voor een efficiënte slachtofferbejegening. Het is de bedoeling om door het procesmatig werken de werking inzake deze problematiek op een hoger niveau te tillen met als doel een excellent resultaat na te streven. Daarnaast moet er dringend werk gemaakt worden van lokale partnerschappen in de aanpak van IFG, naast andere problemen zoals o.a. verslaving, veelplegers,... Het team leefbaarheid heeft hiermee een groot onontgonnen gebied voor zich liggen, als verlengstuk van de dienst Jeugd & Gezin en wijkwerking. Onze politiezone heeft zeker ruime aandacht besteed aan de "verkeersveiligheid" en er werd in dit domein dan ook vooruitgang geboekt. De situatie zal echter grondig verbeteren door: De systematische uitbouw van de verkeersdienst, waarmee van start werd gegaan in 2012; 86

88 Het feit dat het functieprofiel van de medewerkers van de verkeersdienst in een doorgedreven gespecialiseerde verkeersopleiding voorziet, waardoor een kwalitatief hoogstaand niveau bereikt wordt; Het opvoeren van de diverse verkeerscontroles (snelheid, zwaar vervoer, ), gezien een groter aantal personeelsleden INZAKE DE INTERNE BELEIDSKEUZES De doelstelling omtrent de minimumnorm wijkwerking werd vlot gehaald. Het dossier 'dienstverlening aan de bevolking-onthaal' (voorzien van muurtelefoons aan de politieposten waar geen permanentie voorzien is) was al minder evident mede door de sterke afhankelijkheid van externe partners en de onzekerheid m.b.t. de centralisatie. Nu deze problemen van de baan zijn, kan het dossier verder worden uitgewerkt tot er effectief muurtelefoons aanwezig zullen zijn aan de verschillende politieposten. Ondanks het feit dat deze doelstelling niet opnieuw wordt opgenomen, wordt dit dossier niet in de ijskast gestopt maar wel verder afgerond. Het moeilijkste dossier, waar we komende beleidsperiode zeker verder mee aan de slag moeten, is de interne werking. Tijdens vorige beleidsperiode hebben we onze zone enkele keren kritisch onder de loep genomen. Eerst werden verbeterpunten opgelijst door onze medewerkers tijdens een positie- en ambitiebepaling. Deze verbeterpunten werden onderverdeeld in drie hoofdportefeuilles (communicatie, middelen en missie-visie-waarden). Enkele (gemakkelijk te realiseren) zaken werden snel nadien verwezenlijkt, maar door een gebrek aan sturing, opvolging en/of het opnemen van verantwoordelijkheid vonden andere belangrijke dossiers geen op- of doorstart. Uit een veranderscan in november 2009 bleek dan ook dat de bereidheid tot veranderen bij leidinggevenden onvoldoende groot was. De aangevraagde audit bij de Algemene Inspectie moet nu de inspiratiebron vormen voor een concreet plan van aanpak voor komende beleidsperiode. De aangrijpingspunten uit het auditverslag werden geclusterd en we moeten nu zeker werk maken van: Cultuur m.n. positief leiderschap hanteren en verantwoordelijkheid opnemen, uniformiteit, tevredenheid van medewerkers bevorderen,... Uit de audit blijkt immers dat er een intern cultuurprobleem heerst dat we primair dienen aan te pakken. Dit is een gedeelde verantwoordelijkheid van elke individuele medewerker, maar als zone moeten we trachten bij te dragen aan het verhogen van het geluk, de fierheid en de tevredenheid van de medewerkers; De concentratie van functionaliteiten en het nieuwe hoofdcommissariaat dat zich zal veruitwendigen in het project "Vaartdijk"; De wijkcoördinator werd aangesteld en er zal nu verder moeten nagedacht worden over een "vernieuwde wijkwerking" die zowel geografisch als functioneel is ingebed in de hedendaagse realiteit; De personeelscapaciteit wordt verder aangevuld volgens het goedgekeurde personeelsbehoeftenplan en bijhorend stappenplan; 87

89 3.2 STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN Tijdens beleidsperiode zullen we verder werken aan de doelstellingen van vorige periode. Bijgevolg zullen we extra aandacht besteden aan diefstallen in woning, verkeers(on)veiligheid en intrafamiliaal geweld. Het werken met prioriteiten wil niet zeggen dat we geen oog hebben voor andere fenomenen. Andere fenomenen zullen worden aangepakt tijdens de dagelijkse werking. Daarnaast zorgen de teams drugs en kleine criminaliteit ervoor dat er ook op die domeinen specifieke acties zullen worden uitgevoerd. Dat de prioriteiten niet zomaar gekozen werden blijkt uit onderstaande synthese SYNTHESE VAN DE ARGUMENTATIE In juni 2011 werd een "werkgroep ZVP" opgericht waarin alle politiezones van het arrondissement Antwerpen (excl. PZ Antwerpen) waren vertegenwoordigd. Deze werkgroep werd betrokken bij de verschillende stappen die gezet zijn in dit proces: de selectie van de fenomenen, de bepaling van de criteria en gewichten, de keuzes qua fenomeenafbakening en gebruikte gegevensbronnen, de invulling van de matrix, De samenwerking tussen de strategisch analisten van de CSD en de werkgroep ZVP, maakte het mogelijk een resultaat af te leveren dat maximaal afgestemd is op de context en behoeften van de lokale politiezones. Selectie van fenomenen Uit een heel uitgebreide fenomenenlijst werd een beperkte set van 11 belangrijkste fenomenen geselecteerd. Deze selectie werd uitgevoerd op basis van interne bevragingen binnen de 10 politiezones. Bij het bepalen van de 11 fenomenen werd rekening gehouden met het NVP en de fenomenen die het meest voorkomen of die het zwaarst wegen op de werking van de politiezone. Om uiteindelijk de strategische doelstellingen te kunnen bepalen hebben we ons gebaseerd op verschillende objectieve en subjectieve parameters. Objectieve parameters: de 11 fenomenen werden afgewogen volgens relevante criteria om zo een rangschikking op te maken van deze fenomenen. Het objectieve luik is gebaseerd op cijfergegevens over de omvang, de evolutie en het gewicht van de fenomenen. De cijfers zijn afkomstig uit de criminaliteitsbarometer, de verkeersbarometer en dispatchinggegevens. Subjectieve parameters: verschillende actoren en actorgroepen hebben daarnaast de ernst van de fenomenen beoordeeld. Volgende actoren/actorgroepen werden opgenomen in de matrix: - Politiecollege; - Politieraad; - Korpschef; - DirCo-DirJud; - Procureur des Konings; - Intern: medewerkersbevraging; - Extern: sleutelfiguren uit het maatschappelijk veld bevolking (lokale veiligheidsbevraging). 88

90 Aan alle objectieve en subjectieve criteria werden gewichten toegekend. Het objectieve luik telde voor 40% op het geheel mee, het subjectieve voor 60%. De redenering achter het verschil in gewicht is tweeledig. Ten eerste is het subjectieve luik ruim ingevuld en laat diverse invalshoeken aan bod komen. Een hoger gewicht voor dit luik doet recht aan deze ruime invulling. Ten tweede werd in overweging genomen dat de actoren zich bij hun fenomeenrangschikking deels ook baseren op de objectieve situatie (of toch de inschatting ervan) in hun politiezone. Onrechtstreeks komt dus de objectieve zijde ook aan bod in het subjectieve luik. Binnen deze luiken werden eveneens gewichten toegekend. Deze matrix (zie bijlage 1) werd besproken op de ZVR van Er werd beslist om de drie hoogst gerangschikte fenomenen te weerhouden. Deze fenomenen zijn dezelfde als in ZVP , wat ons toelaat om doelstellingen verder uit te werken en even hard te blijven inzetten op deze fenomenen. De resultaten van deze matrix houden rekening met de perceptie van onze (potentiële) klanten/dienstenafnemers, maar even goed met de realiteit zoals ze naar boven komt in de geregistreerde feiten. Diefstallen in woning wordt zowel in het objectieve als in het subjectieve luik als topprioriteit beschouwd. Het aantal geregistreerde feiten ligt hoog, maar ook in de perceptie van de actoren/actorgroepen in het subjectieve luik leeft dat inbraken in woning prioritair dient behandeld te worden door politie. Door de relatief hoge score in het subjectieve luik en het kleine verschil met de andere fenomenen, scoort verkeers(on)veiligheid ook hoog. Cijfermatig zijn verkeersongevallen niet meteen de hoogste prioriteit, maar verkeersveiligheid staat nog steeds hoog genoteerd bij de perceptie van de mensen. Dagelijks worden we geconfronteerd met steeds drukker wordende verkeersstromen waarin zwakke en andere weggebruikers elkaar ontmoeten. Een veilige omgeving is hier dus erg belangrijk. Hetzelfde zien we bij intrafamiliaal geweld. Het aantal geregistreerde feiten ligt eerder laag, maar het wordt niet getolereerd in onze maatschappij. Dit fenomeen krijgt uit allerlei hoeken steeds meer aandacht DE STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN PRIORITEITEN VAN DE EXTERNE BELEIDSKEUZES Zoals eerder aangehaald, dienen alle veiligheidsproblemen door de participanten aan het zonaal veiligheidsbeleid op een kwaliteitsvolle wijze aangepakt te worden. Met het oog hierop zal het veiligheidsbeleid dan ook ingebed worden in een integraal kwaliteitsconcept voor de reguliere werking van de verschillende overheden en diensten. Buiten de algemene kwaliteitsvolle reguliere werking van de betrokken actoren, werden 3 veiligheidsproblemen aangeduid die als prioritair beschouwd worden en die op een strategische, projectmatige wijze zullen aangepakt worden. Prioriteiten stellen impliceert dat nagegaan wordt wat de impact is op de capaciteit. Als dit een meercapaciteit vergt, die moet opgevangen worden met de beschikbare middelen, betekent dit dat andere maatregelen (efficiënter werken, toepassen van nieuwe methodes, aanwenden van nieuwe 89

91 technische middelen) zich opdringen. Daarnaast is het mogelijk dat op een ander domein moet afgebouwd worden. Evenwel doet het vastleggen van prioriteiten geen afbreuk aan de uitvoering van de wettelijke opdrachten van de lokale politie en de andere participanten aan het ZVP. Omdat de beschikbare middelen ontoereikend zijn om alle veiligheidsproblemen met dezelfde inzet aan te pakken, moeten maatschappelijk verantwoorde keuzes gemaakt worden. Deze afweging werd gemaakt in de argumentatiematrix. Art. 36 WGP bepaalt dat het zonaal veiligheidsplan omvat de prioritaire opdrachten en doelstellingen, vastgesteld door de burgemeesters en de procureur des Konings, elkeen wat zijn bevoegdheden betreft, die in een globale veiligheidsaanpak worden geïntegreerd, evenals de wijze waarop deze opdrachten en doelstellingen zullen worden bereikt. Voor de periode hebben de leden van de Zonale Veiligheidsraad beslist om volgende veiligheidsfenomenen in politiezone Voorkempen als prioritair te beschouwen en die door middel van jaarlijkse geïntegreerde actieplannen zullen aangepakt worden: Prioriteit 1: Diefstallen in woning Prioriteit 2: Verkeers(on)veiligheid Prioriteit 3: Intrafamiliaal geweld Prioriteit 1: Diefstallen in woning Onder diefstal in woning verstaan wij alle (pogingen tot) diefstal in woning met of zonder verzwarende omstandigheden, inclusief de aanhorigheden. Rekening houdend met: het feit dat diefstallen in woning in het NVP als prioritair aan te pakken fenomeen wordt beschouwd; het feit dat in de argumentatiematrix (zie bijlage 1) diefstallen in woning zowel in het objectieve als in het subjectieve luik als hoogste prioriteit naar voor kwam; de grote impact op en de aantasting van de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers; het feit dat op politioneel vlak de diefstallen in woning inzake preventie en ontrading een gezamenlijke aanpak van diverse partners vereisen; de noodzaak om de projectmatige werking verder te zetten opdat lange termijn resultaten kunnen worden bereikt; het initiatief om op arrondissementeel niveau een actieplan uit te werken in de strijd tegen diefstallen in woning...wil LOKALE POLITIE VOORKEMPEN BIJDRAGEN TOT HET BEHEERSEN VAN EIGENDOMSCRIMINALITEIT, IN ZONDERHEID DE DIEFSTALLEN IN WONINGEN MET BIJZONDERE FOCUS OP RONDTREKKENDE DADERGROEPERINGEN DOOR EEN INTEGRALE AANPAK! 90

92 De bijdrage van de lokale politie aan de realisatie van de doelstelling zal gerealiseerd worden door de implementatie van wat hieronder volgt. Leiderschap We trachten dit fenomeen te beheersen door de noodzakelijke capaciteit 76 vrij te maken en de interventieploegen gericht te laten patrouilleren in inbraakgevoelige sectoren op basis van gegevens van onze lokale recherche. Regelmatig worden acties georganiseerd in de strijd tegen diefstallen. Hierover communiceren en bijgevolg een draagvlak creëren is van belang om alle betrokken partijen te stimuleren om mee te werken aan het beheersen/doen dalen van het aantal diefstallen in woningen. De informatiestroom aangaande dit fenomeen willen we verder in alle richtingen uitbouwen, maar met de komst van InfoCop willen we vooral de inbreng van de medewerkers op het terrein verhogen/aanmoedigen. Strategie & beleid Een resultaatgericht en helder actieplan wordt opgesteld aan de hand van allerlei inkomende gegevens afkomstig vanuit diverse invalshoeken. Specifiek op vlak van diefstallen in woningen wordt arrondissementeel samengewerkt om een concreet actieplan op te stellen. De bedoeling van dit arrondissementeel actieplan is om over de verschillende politiezones heen een gelijkaardige aanpak te ontwikkelen met het oog op het beheersen van het fenomeen. Naast de gemeenschappelijke doelstellingen, kunnen de zones nog eigen doelstellingen formuleren. Op basis van de resultaten van dit actieplan wordt de werking, indien nodig, aangepast of worden maatregelen genomen om doelstellingen te behalen. Op arrondissementeel niveau werden alvast 6 tactische doelstellingen geformuleerd: De detectie en informatiecyclus aangaande DIW optimaliseren met exploitatie van RIR en toepassing van de omzendbrief verdachte handelingen; De preventieve aanpak van DIW optimaliseren; De reactieve aanpak van DIW optimaliseren conform het draaiboek "diefstallen in woningen" en de omzendbrief "verdachte handelingen"; De nazorg bij aanpak DIW optimaliseren; Het bundelen van de krachten naar een geïntegreerde informatiegestuurde samenwerking die zowel actiegericht als opsporingsgericht is; Het aansturen en coördineren van lopende (gerechtelijke) onderzoeken door het parket met het oog op een maximale vervolging. Het bereiken van deze doelstellingen is een gedeelde verantwoordelijkheid van o.a. politie en parket. Management van medewerkers Elke medewerker wordt geacht een kwaliteitsvol proces-verbaal op te stellen. Alle medewerkers die inbraken vaststellen volgden een opleiding sporenherkenning op het labo van de federale politie. Daarnaast worden interventieleden verder geschoold inzake DIW. De interventiecoördinator zorgt voor de kwaliteitscontrole en de lokale recherche zorgt voor het verdere onderzoek, naast een kwaliteitsvolle ochtendbriefing met een samenvatting van de belangrijkste feiten van de laatste 24u. Verder wordt in de teamwerking aandacht besteed aan 76 Rekening houdend met de budgettaire ruimte 91

93 diefstallen. Het team diefstallen beoogt om op vlak van preventie, handhaving en onderzoek een bijdrage te leveren aan het beheersen van de inbrakenplagen. Door op verschillende vlakken in te spelen op zowel de preventie als de repressie, beoogt het team daders te vatten en de pakkans te verhogen. In samenwerking met de dienst Recherche kunnen opsporingsgerelateerde elementen bij elk feit DIW nog diepgaander/uitgebreider onderzocht worden. In een dienstorder 77 werd het proces DIW omschreven. Zo wordt elk proces-verbaal DIW met onderzoekselementen beschouwd als een "dringend PV" zodat dit, in de mate van het mogelijke, onmiddellijk dient afgewerkt te worden. Deze snelle werkwijze zorgt ervoor dat de dienst Recherche en het team diefstallen onmiddellijk beschikt over alle mogelijke opsporingsgerelateerde elementen voor verder onderzoek. Management van middelen Onze lokale recherche houdt in een tabel nauwgezet de feiten bij die als "diefstal in woning" geregistreerd staan in het ISLP-systeem. Deze tabel wordt gebruikt om het fenomeen op te volgen en eventueel bij te sturen. Op basis van een directe link met het ISLP-systeem kunnen deze feiten ook cartografisch worden weergegeven met het software-programma Orbit. Om goede vaststellingen te bekomen moeten de benodigde technische en/of informatorische middelen voor handen zijn. Zo krijgt elke interventieploeg een digitaal fototoestel mee om de waargenomen sporen met een goede kwaliteit op te nemen. Onze recherche heeft daarnaast middelen om eventueel telefoonverkeer in de omgeving van de pleegplaats na te gaan. De nieuwe tool InfoCop 78 voorziet de mogelijkheid om operationele info intern te verspreiden. Met deze briefingtool krijgt elke medewerker de informatie te zien die van belang is voor zijn/haar werk op het terrein en is het mogelijk om informatie met elkaar te delen. Verder is feedback over de geboekte resultaten belangrijk om de medewerkers een beeld te geven van zijn/haar geleverde inspanningen. Maandelijks zal een overzicht gegeven worden van het aantal inbraken en de sectoren waar deze plaatsvonden. Deze cijfers geven de mogelijkheid om acties te richten en bijkomende patrouilles in te lassen in inbraakgevoelige sectoren. Daarnaast zullen de ANPR-camera's gebruikt worden in de opsporing van verdachte voertuigen. In dit kader zal er nauw samengewerkt worden met CICant. Management van processen Om een daling te verkrijgen van het fenomeen "diefstal in woning" is het van belang om aan dit fenomeen te werken vanuit alle pijlers van de basispolitiezorg. Hierbij denken we aan het onthaal (zorgen voor gerichte info-inwinning), wijkwerking (houdt de vinger aan de pols in de inbraakgevoelige buurten), interventie (zorgen voor frequente zichtbare aanwezigheid in de inbraakgevoelige buurten en goede kwaliteit van de eerste vaststellingen), slachtofferbejegening (opvang van slachtoffers en proberen beperken van het onveiligheidsgevoel) en lokale recherche (reserveren van onderzoekscapaciteit naar feitenonderzoek en onderzoek naar lokale daders). Dit alles teneinde de handhaving van de openbare orde te verzekeren en gerichte acties te plannen. Zoals bij "management van medewerkers" reeds werd aangehaald, werd een dienstorder uitgeschreven voor de afhandeling van processen-verbaal DIW teneinde een vlotte doorloop van de eerste vaststellingen tot aan het verder onderzoek te realiseren. 77 Dienstorder HC/KC-IN /13 dd Processen - Processen-verbaal DIW. 78 Dienstorder HC/KC-IN /13 dd Uitwisseling operationele informatie InfoCop. 92

94 Daarnaast werden ook de processen hercosi 79, diefstalpreventieadvies 80 en afwezigheidstoezicht 81 uitgewerkt. Partners - De ons omliggende politiezones in het kader van inbraakpreventie-acties (IPA) en alle zones van het arrondissement Antwerpen voor Haddock-acties (ad hoc). Deze acties worden georganiseerd in de 2 zones met de meeste inbraken; - De zones van het arrondissement Antwerpen en het parket voor het opstellen van een arrondissementeel actieplan; - Gemeentelijke communicatiediensten (redactie van artikels in de gemeentelijke informatiebladen); - Diefstalpreventiedienst; - Het verderzetten en nog verder uitbreiden van de buurtinformatienetwerken (eventueel het herbekijken van opstartmodaliteiten); - Het parket (maandelijkse vergaderingen Task Force DIW arrondissement Antwerpen); - Het AIK, CSD en FGP (federale politie): door samen te werken met deze diensten is het mogelijk om gebruik te maken van hun expertise om ons beleid op permanente wijze bij te sturen (aanpassen acties in zowel tijd als ruimte, verkrijgen van een beter beeld op een specifiek fenomeen, vergelijken met andere zones, noodzaak aan capaciteitsverandering, ). Wijze van opvolging van deze strategische doelstelling Jaarlijks zal een zonaal actieplan (ZAP) worden opgesteld. Dit actieplan met concrete doelstellingen, gebaseerd op het arrondissementeel actieplan, maakt deel uit van een geïntegreerd meetplan waarin tevens de andere prioriteiten zijn opgenomen. In dit meetplan worden de doelstellingen van politie en parket opgenomen. De lokale overheid heeft zich tot op heden niet geëngageerd om eigen concrete doelstellingen op te stellen. Het meetplan, met daarin de ZAP s, vormt een afzonderlijk document. Maandelijks wordt hierover gerapporteerd op het politiecollege en 4 x per jaar op de ZVR. Kritieke succesfactoren: Minimaal behoud van de huidige personeelscapaciteit en vervollediging van het personeelskader volgens het goedgekeurde personeelsbehoeftenplan 82 ; Voldoende capaciteit om tijdens de interventiebeurten de PV s en de buurtonderzoeken af te ronden teneinde een vlotte doorstroom te realiseren; De toepassing van het draaiboek DIW; Bekwame betrokkenheid van de vaststellers inzake het opstellen van een kwaliteitsvol PV en de verantwoordelijkheidszin van de interventiecoördinator inzake de kwaliteitscontrole; Een absoluut engagement van de coördinator DIW (dagelijkse opvolging en sensibilisering eerste vaststellers) en het behoud van een kwaliteitsvolle ochtendbriefing door onze lokale recherche; 79 Dienstorder HC/KC-IN /12 dd Organisatie hercosi. 80 Dienstorder HC/KC-IN /12 dd Organisatie diefstalpreventieadvies (DPA). 81 Dienstorder HC/KC-IN /12 dd Organisatie afwezigheidstoezicht. 82 Goedgekeurd op politieraad dd

95 Het kort opvolgen van de indicatoren en tijdig hierop inspelen om opgestelde doelstellingen te behalen. Prioriteit 2: Verkeers(on)veiligheid Rekening houdend met: Het feit dat verkeersveiligheid in het NVP als prioritair aan te pakken fenomeen wordt beschouwd; Het feit dat in de argumentatiematrix (zie bijlage 1) verkeersveiligheid (verkeersongevallen met lichamelijk letsel) vooral in het subjectieve luik hoog gerangschikt staat. In de perceptie blijft verkeersveiligheid een belangrijk thema; De economische en sociale impact van verkeersongevallen op de maatschappij; De grote impact van verkeersongevallen op het individuele slachtoffer, de als gevolg ervan ontstane gezinssituaties, de nabestaanden en de sociale omgeving; De noodzaak om de projectmatige werking verder te zetten opdat lange termijnresultaten kunnen worden bereikt....wil LOKALE POLITIE VOORKEMPEN BIJDRAGEN TOT HET BEHEERSEN EN ZO MOGELIJK DOEN AFNEMEN VAN DE VERKEERSONVEILIGHEID IN ONZE ZONE! De bijdrage van de lokale politie aan de realisatie van de doelstelling zal gerealiseerd worden door de implementatie van wat hieronder volgt. Leiderschap De korpsleiding is er zich van bewust dat het noodzakelijk is om verkeersonveiligheid multidisciplinair aan te pakken. Met het oog op een daling van de verkeersonveiligheid dient blijvend capaciteit vrijgehouden te worden voor het uitvoeren van acties ter preventie van verkeersongevallen. Zo zal speciale aandacht worden besteed aan de prioritaire verkeersthema's die werden opgenomen in het NVP, m.n. overdreven snelheid, rijden onder invloed van alcohol of drugs, GSM-gebruik achter het stuur, niet dragen van de gordel en niet gebruiken van de kinderzitjes. Verder spitsen we ons toe op de prioritaire doelgroepen: zwakke weggebruikers, motorrijders, vrachtwagenchauffeurs en het vrachtvervoer. Strategie & beleid Een resultaatgericht en helder actieplan wordt opgesteld aan de hand van allerlei inkomende gegevens afkomstig vanuit diverse invalshoeken. Op basis van de resultaten van deze actieplannen wordt de werking, indien nodig, aangepast of worden maatregelen genomen om doelstellingen te behalen. Daarnaast worden belanghebbende partners ingelicht wanneer zij eigenaar (of een deel) zijn van de oplossing. Management van medewerkers Omtrent de doelstellingen wordt kort op de bal gespeeld. Tijdens het wekelijks operationeel overleg wordt bekeken of er nog specifieke acties moeten worden ingepland. De dienst Verkeer behartigt voornamelijk de gespecialiseerde verkeerstaken. Doordat "Verkeer" werd opgenomen als 7 e basisfunctionaliteit, wordt deze dienst uitgebreid met extra personeelsleden. Voor 94

96 grootschaligere acties zullen ze worden bijgestaan door interventieleden. Daarnaast is er nog het team verkeer. De teamwerking moet bijdragen tot een groter draagvlak en een betere aansturing van de medewerkers. Het zorgt voor een continue aanwezigheidspolitiek en past zijn aanpak aan aan de problematiek, doelgroep of situatie. Repressie en sensibilisering gaan hand in hand. Medewerkers die geïnteresseerd zijn in verkeersgerelateerde materie krijgen de kans om zich bij te scholen. Management van middelen De momenteel beschikbare middelen en kennis om ze te bedienen dienen op peil gehouden te worden en zo nodig uitgebreid te worden. Bij (niet) politionele partners bekijken we welke methoden, middelen of infrastructuur op een doordachte, financieel verantwoorde, efficiënte en duurzame manier kunnen geïmplementeerd worden in onze zone om problemen met verkeersonveiligheid op te lossen. De nieuwe tool InfoCop voorziet de mogelijkheid om operationele info intern te verspreiden. Met deze briefingtool krijgt elke medewerker de informatie te zien die van belang is voor zijn/haar werk op het terrein en is het mogelijk om informatie met elkaar te delen. Deze manier van communiceren moet het mogelijk maken om medewerkers "eigenaars van de problematiek" te laten worden en hun betrokkenheid (nog) meer te vergroten. Daarnaast zijn de camera's voor automatische nummerplaatherkenning (ANPR) in het straatbeeld verschenen. Deze camera's zullen o.a. ingezet worden voor trajectcontrole en controle van de tonnage van vrachtwagens in bepaalde straten. In dit kader zal er samengewerkt worden met het gewestelijk verwerkingscentrum Antwerpen dat zal instaan voor de verwerking van PV's/OI's inzake de trajectcontrole. Door deze trajectcontrole beogen we een daling van de snelheid op een bepaald traject met als uiteindelijk doel om het aantal letselongevallen te doen dalen. Management van processen Net zoals voor diefstallen in woning is het de bedoeling om ook voor deze doelstelling procesmatig te werken. Momenteel werden enkel de processen rond Wodca-acties 83 en blauwe zone 84 uitgewerkt. Stelselmatig zullen meerdere processen worden uitgewerkt. Partners Wij hebben voor het bereiken van deze doelstelling oog voor zowel partners intern het korps als de partners buiten ons korps. Wij denken hierbij aan o.a. Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid, Federale overheidsdienst Mobiliteit, Federale politie, Vlaams Gewest als beheerder van infrastructuur, gemeentelijke overheden, scholen, wijkverenigingen en buurtorganisaties. Wijze van opvolging van deze strategische doelstelling Jaarlijks zal een zonaal actieplan (ZAP) worden opgesteld. Dit actieplan met concrete doelstellingen maakt deel uit van een geïntegreerd meetplan waarin tevens de andere prioriteiten zijn opgenomen. In dit meetplan worden de doelstellingen van politie opgenomen. Het parket en de lokale overheid hebben zich tot op heden niet geëngageerd om eigen concrete doelstellingen op te stellen inzake verkeersonveiligheid. 83 Dienstorder HC/KC-IN /13 dd Dienstorder Processen - werkwijze en doelstellingen toezicht 'blauwe zone' dd (zonder nummer) 95

97 Het meetplan, met daarin de ZAP s, vormt een afzonderlijk document. Maandelijks wordt hierover gerapporteerd op het politiecollege en 4 x per jaar op de ZVR. Kritieke succesfactoren: De vervollediging van het personeelskader van de dienst Verkeer volgens het goedgekeurde personeelsbehoeftenplan; Minimaal behoud van de huidige personeelscapaciteit en vervollediging van het personeelskader volgens het goedgekeurde personeelsbehoeftenplan; Voldoende opgeleid personeel en aangepaste en werkbare meetinstrumenten; Beschikken over hedendaagse technologie om kwalitatieve vaststellingen inzake verkeer te kunnen uitvoeren; Behoud van het budget van het verkeersveiligheidsfonds (behoud van 2 agenten van politie, o.a. aangeworven met het oog op het toezicht op de blauwe zones); Systematische ondersteuning/opvolging van het diensthoofd verkeer en van de teamleiders verkeer (o.a. inzake organiseren acties en verbaliseringsbeleid); Het van nabij opvolgen van de indicatoren en tijdig hierop inspelen teneinde opgestelde doelstellingen te behalen. Prioriteit 3: Intrafamiliaal geweld (fysisch, psychisch, economisch, seksueel) Rekening houdend met: Het feit dat intrafamiliaal geweld in het NVP als prioritair aan te pakken fenomeen wordt beschouwd; Het feit dat in de argumentatiematrix (zie bijlage 1) intrafamiliaal geweld vooral in het subjectieve luik hoog gerangschikt staat. Via allerlei kanalen krijgen we informatie over dit fenomeen, worden berichten in de media verspreid en gespecialiseerde diensten kenbaar gemaakt; De grote impact van intrafamiliaal geweld op slachtoffers, gezinssituaties en aanwezige kinderen; De noodzaak om de projectmatige werking verder te zetten opdat lange termijnresultaten kunnen worden bereikt....wil LOKALE POLITIE VOORKEMPEN INZAKE INTRAFAMILIAAL GEWELD BIJDRAGEN TOT EEN SNELLE DETECTIE, EEN CORRECTE REGISTRATIE, EEN KWALITATIEVE OPVANG EN OPVOLGING VAN SLACHTOFFERS, EEN GEPASTE DOORVERWIJZING NAAR DE HULPVERLENING VAN SLACHTOFFERS EN DADERS EN EEN KWALITATIEVE DOSSIEROPVOLGING! De bijdrage van de lokale politie aan de realisatie van de doelstelling zal gerealiseerd worden door de implementatie van wat hieronder volgt. Leiderschap De korpsleiding is er zich van bewust dat intrafamiliaal geweld een grote maatschappelijke impact heeft. In onze politiezone is dit niet anders. Uit de lokale veiligheidsbevraging blijkt dat verschillende feiten niet altijd worden aangegeven bij politie, ook bij intrafamiliaal geweld kunnen we uitgaan van een hoog dark number. Een multidisciplinaire en weldoordachte aanpak dringt zich dan ook op. Politie is slechts een schakel in de volledige keten. 96

98 Strategie & beleid Het is niet evident om een resultaatgericht actieplan rond intrafamiliaal geweld op te stellen. We zijn immers sterk afhankelijk van wat ons wordt gemeld. Het komt er op aan om goede contacten te onderhouden met partners (o.a. hulpverlening, OCMW) die zich met dezelfde problematiek bezighouden. Een goede beeldvorming is erg belangrijk. Omdat we ons nog steeds niet goed kunnen baseren op cijfergegevens, is het belangrijk om beroep te doen op een goede communicatie. Zowel binnen als buiten de organisatie is dit belangrijk. Management van medewerkers We willen bij onze medewerkers nog meer draagvlak creëren voor een gedegen aanpak van de problematiek door een verdere communicatie en bewustwording. We streven ernaar om kwalitatieve processen-verbaal te verkrijgen met aandacht voor de ruime problematiek op verschillende levensdomeinen en niet enkel met een beschrijving van de geweldpleging. Met het team leefbaarheid willen we inzake deze problematiek korter op de bal spelen. Het team leefbaarheid werkt nauw samen met de wijkinspecteurs om maatschappelijke problemen aan te pakken. De focus wordt gelegd op probleemoplossend werken door overleg met de relevante partijen door de aanpak op verschillende domeinen die het louter repressieve overstijgen. Het team leefbaarheid zal, gezien het maatschappelijk belang, optreden als verlengstuk van het team Jeugd & Gezin en reikt de hand naar hulpverleningsinstanties op verschillende niveaus. Tijdens teamvergaderingen zullen deze instanties uitgenodigd worden om hun werking te komen toelichten. We kunnen er immers vanuit gaan dat doorverwijzing beter gaat als men weet heeft van elkaars werkwijze en mogelijkheden. Management van middelen Speciale trainingen en opleidingen zijn noodzakelijk. De nieuwe tool InfoCop voorziet de mogelijkheid om operationele info intern te verspreiden. Met deze briefingtool krijgt elke medewerker de informatie te zien die van belang is voor zijn/haar werk op het terrein en is het mogelijk om informatie met elkaar te delen. Deze manier van communiceren moet het mogelijk maken om medewerkers "eigenaars van de problematiek" te laten worden en hun betrokkenheid (nog) meer te vergroten. Het is mogelijk om kennis te geven van/over probleemsituaties- en gezinnen, de reeds ondernomen stappen en wat in de toekomst nog kan/zal gebeuren. Deze informatie moet ter beschikking zijn voor alle collega's. Management van processen Ook rond intrafamiliaal geweld dient meer procesmatig gewerkt te worden. Momenteel werd enkel het proces "slachtofferbeleid" 85 uitgewerkt. Stelselmatig zullen meerdere processen worden uitgewerkt. Tevens dient het recente initiatief om alle slachtoffers (van allerlei soorten misdrijven o.a. verkeersongeval met gekwetsten, stalking, IFG, inbraak,...) te hercontacteren, voortgezet te worden. 85 Dienstorder JG/JC-IN /12 dd Slachtofferbeleid-uitvoering COL 17/

99 Partners Politie is slechts een schakel in de bestrijding van deze problematiek. Daarom zullen wij trachten nauw contact te onderhouden met alle interne en externe partners. Het parket is met betrekking tot dit fenomeen een bijzonder belangrijke partner. Wijze van opvolging van deze strategische doelstelling Jaarlijks zal een zonaal actieplan (ZAP) worden opgesteld. Dit actieplan met concrete doelstellingen maakt deel uit van een geïntegreerd meetplan waarin tevens de andere prioriteiten zijn opgenomen. In dit meetplan worden de doelstellingen van politie en parket opgenomen. De lokale overheid heeft zich tot op heden niet geëngageerd om eigen concrete doelstellingen op te stellen inzake IFG. Het meetplan, met daarin de ZAP s, vormt een afzonderlijk document. Maandelijks wordt hierover gerapporteerd op het politiecollege en 4 x per jaar op de ZVR. Kritieke succesfactoren: Minimaal behoud van de huidige personeelscapaciteit van de dienst Jeugd & Gezin en de aanwerving van een politieassistent; Voldoende competentie ter zake van de initiële vaststellers; Het ontwikkelen van een uitgebreid zonaal beleid in slachtofferbejegening; Het implementeren en naleven van omzendbrieven; Het van nabij opvolgen van de indicatoren en tijdig hierop inspelen teneinde opgestelde doelstellingen te behalen PRIORITEITEN VAN DE INTERNE BELEIDSKEUZES Op basis van alle geformuleerde aangrijpingspunten ter verbetering n.a.v. het auditverslag van de Algemene Inspectie (zie Interne werking - Doorlichting en verbetertraject ) heeft de korpschef dus vijf topprioriteiten opgelijst: Wijkcoördinator Concentratie van functionaliteiten Personeelscapaciteit Nieuw hoofdcommissariaat Cultuur Er zijn heel wat lessen die we kunnen trekken uit het auditverslag en we willen dit document zeker niet naast ons neerleggen, in tegendeel. Sommige kleine, maar daarom niet minder belangrijke zaken werden reeds gerealiseerd, maar we zijn er nog lang niet. Als we willen slagen in ons opzet te voldoen aan de strategische externe doelstellingen, is een gedegen organisatiestructuur essentieel. Daarom willen we tijdens de duur van volgende beleidsperiode werk maken van volgende interne prioriteiten: Prioriteit 1: Cultuur Prioriteit 2: Vernieuwde wijkwerking Prioriteit 3: Fenomeengericht werken 98

100 Prioriteit 1: Cultuur Rekening houdend met: Het feit dat uit het verslag van de audit van AIG, uitgevoerd in 2011, blijkt dat lokale politie Voorkempen met een intern cultuurprobleem te maken heeft; Het feit dat uit deze audit o.a. bleek dat er onvoldoende voorbeeldfunctie qua deontologie uitgaat van de leidinggevenden; Het feit dat wetenschappelijk onderzoek aantoont dat prestaties rijmen met geluk; Het feit dat "cultuur" speelt in alle geledingen van de organisatie en dat leidinggevenden hier een belangrijke taak uit te dragen hebben; Het feit dat "cultuur" uitstraalt naar de buitenwereld en dit een invloed heeft op de mening van de burger over politie....wil LOKALE POLITIE VOORKEMPEN BIJDRAGEN TOT HET VERHOGEN VAN HET GELUK, DE FIERHEID EN DE TEVREDENHEID VAN DE MEDEWERKERS VANUIT DE VERONDERSTELLING DAT DE MATE VAN (PERSOONLIJK) GELUK EN TEVREDENHEID RECHT EVENREDIG IS MET HET PRESTATIEVERMOGEN! De betrokkenheid van de medewerkers bij de organisatie verhogen is geen sinecure. Een degelijk motivatiebeleid uitwerken is één van de doelstellingen binnen dit project. Dit kan gaan van de organisatie van een teambuilding, het aanbieden van een comfortabele werkomgeving, tot het creëren van andere overlegstructuren, andere vormen van communicatie, duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden, duidelijke werkomschrijvingen enz. Binnen dit project zal tevens ruimte zijn voor de opvolging van de voornaamste conclusies uit het luik "medewerkerstevredenheidsonderzoek" van de audit AIG. De bijdrage van de lokale politie aan de realisatie van deze doelstelling zal gerealiseerd worden door de implementatie van wat hieronder volgt. Leiderschap Binnen deze doelstelling is een enorm grote rol weggelegd voor ALLE leidinggevenden. Zij moeten in de eerste plaats doordrongen zijn van de beoogde cultuur als ze deze willen overdragen aan hun medewerkers. Dit kan bijvoorbeeld door hen via overlegmomenten bij deze doelstelling te betrekken, waarin vooral de sterktes en positieve evoluties worden belicht. Daarnaast is het belangrijk dat de "leiders" hun medewerkers blijvend motiveren om de ingeslagen weg te behouden. Plaats voor discussie is zeker mogelijk, maar dit dient op het juiste moment te gebeuren. Eens een koers is bepaald, wordt van de leidinggevenden verwacht dat ze loyaal meewerken aan het pad van de beoogde cultuur. Binnen de deontologische code wordt er heel wat aandacht besteed aan eerlijkheid en vertrouwen. Het is de taak van alle leidinggevenden om deze principes als dusdanig zelf uit te dragen (voorbeeldfunctie) en door te geven aan hun medewerkers. Strategie & beleid Wetenschappelijk onderzoek heeft meermaals aangetoond dat de mate van geluk rijmt met de prestaties. Medewerkers die zich goed in hun vel voelen presteren beter, zijn creatiever, loyaler en minder ziek. Blije medewerkers zijn ook fier op hun werk en dragen (on)bewust actief bij tot een positieve ontwikkeling en groei van een organisatie. 99

101 Management van medewerkers Met deze doelstelling beogen we het volgende bij de medewerkers: Het verhogen van de betrokkenheid; Het aanwakkeren van het groepsgevoel; Het verhogen van de voldoening van het werk; Het bekomen van een attitudeverandering; Het ontketenen van potentieel, dit (h)erkennen en er ruimte voor durven (toe)laten, los van strepen, sterren en kronen. Kortom: geloven en vertrouwen hebben in het potentieel binnen onze organisatie; Het benadrukken van positivisme; Het nagaan van ieders individuele missie en vaardigheden. Waarom werkt iemand bij politie? Dit om een beter zicht te hebben op de drijfveren van iemand en de weerslag ervan in diens werk. Een zicht op de vaardigheden en interesses van een medewerker, geeft ons dan weer een beter beeld van de "mens" achter de medewerker. Management van middelen Opleiding rond motivatie en een vervolgtraject op de eerder gevolgde opleiding "coaching" zijn mogelijk een meerwaarde. Daarnaast zijn er financiële middelen nodig om bepaalde operationele doelstellingen te bereiken om zo uiteindelijk bij te dragen tot hogere, strategische doelstelling. De verhuis naar één Centraal Hoofdcommissariaat kan bijdragen tot het bekomen van uniformiteit en zorgt voor een verkorting van de communicatielijnen wat alleen maar kan bijdragen tot de correctheid van de uitgedragen communicatie. Management van processen Cultuur is geen sinecure om als organisatie aan te pakken, maar we willen het zeker niet uit de weg gaan. Daarom zal deze prioriteit projectmatig worden aangepakt. Transversale projectwerking zal haar intrede doen en zal leidinggevenden in staat stellen om concrete resultaten te boeken en tegelijkertijd fundamenteel te werken aan cultuurwijziging. Onze dagelijkse werking zal vertaald worden in flexibele processen; verantwoordelijkheden zullen op het juiste niveau worden gelegd en effectief worden opgenomen. Met de verhuis naar Vaartdijk wordt een belangrijke stap gezet voor onze organisatie. Dit zal een vertrekpunt zijn voor diverse initiatieven, die in de loop der jaren zullen uitgewerkt worden. Maar door te verhuizen alleen gaan we natuurlijk geen cultuurswitch krijgen, we kunnen wel veronderstellen/hopen dat het een facilitator gaat zijn. Partners Intern: alle leidinggevenden Extern: SSDGPI; Arbeidsgeneesheer; Campus Vesta Wijze van opvolging van deze strategische doelstelling Voor de eerste maal zal een zonaal actieplan worden opgesteld voor interne doelstellingen, waarover we op jaarbasis zullen rapporteren. In dit actieplan zal bovenstaande doelstelling 100

102 worden uitgewerkt met concrete operationele doelstellingen en bijhorende indicatoren. Dit wil zeggen dat we het ernstig menen met de aanpak ervan. Door concrete doelstellingen te formuleren stellen we ons immers kwetsbaar op. Over het actieplan zal gerapporteerd worden aan onze medewerkers en aan onze financiers. Bijgevolg leggen we verantwoording af voor wat we al dan niet gedaan/gerealiseerd hebben. Dit actieplan vormt een afzonderlijk document dat concrete doelstellingen bevat. Kritieke succesfactoren: Indien deze doelstelling kans op slagen wil maken, moeten er middelen voor worden vrijgemaakt. Het argument dat het "allemaal niets mag kosten", zou voor deze doelstelling nefast zijn. Prioriteit 2: Vernieuwde wijkwerking Rekening houdend met: Het feit dat er n.a.v. de audit AIG een wijkcoördinator werd aangesteld die een coördinerende functie vervult en de wijkwerking dient aan te sturen; Het feit dat uit het verslag van de audit van AIG blijkt dat er geen uniforme wijkwerking is over de hele zone; Het feit dat er onvoldoende informatie doorstroomt van de wijkwerking naar andere diensten....wil LOKALE POLITIE VOORKEMPEN WERKEN AAN EEN VERNIEUWDE WIJKWERKING DIE ZOWEL GEOGRAFISCH ALS FUNCTIONEEL IS INGEBED IN DE HEDENDAAGSE REALITEIT! De bijdrage van de lokale politie aan de realisatie van deze doelstelling zal gerealiseerd worden door de implementatie van wat hieronder volgt. Leiderschap Wijkwerking vormt één van de hoekstenen van de basispolitiezorg in onze politiezone. De wijkinspecteur moet de vertrouwde figuur zijn bij de bevolking in zijn/haar wijk, voor/zijn haar doelgroep. De wijkinspecteur werkt samen met de bevolking aan de oplossing van problemen en bevordert hun zelfredzaamheid en participatie. Door deze plaats in de samenleving is de wijkinspecteur enorm goed geplaatst om DE spil te zijn in de gehele politiewerking. Bijgevolg is er een enorme rol weggelegd voor de wijkinspecteur in de aanpak van verschillende fenomenen, maar ook om de leefbaarheid op peil te houden. Er dient capaciteit voorzien te worden om te werken aan een vernieuwde en vernieuwende wijkwerking, die misschien moet afstappen van de oude vertrouwde werkwijze, maar daarom niet minder doeltreffend is. Strategie & beleid Er is behoefte aan een grondige revisie van de huidige wijkwerking. Waar staan we met onze wijkwerking vandaag de dag? Wat zijn de taken, hoe wordt er gewerkt,...? Zijn we wel goed bezig? Er is behoefte aan een blauwdruk van de wijkwerking, m.a.w. dient bekeken te worden hoe de wijkwerking er uit zou zien in de ideale situatie, zowel organisatorisch als inhoudelijk. Een belangrijke taak is hier weggelegd voor de wijkcoördinator. Er dient een helder actieplan 101

103 opgesteld te worden over wat we willen bereiken met de wijkwerking in politiezone Voorkempen. Op basis van de resultaten van dit actieplan kan er worden bijgestuurd waar nodig. Aangezien ze over een enorme bron van informatie beschikken en veel belangrijke contacten hebben, hebben ze een belangrijke taak in het doorgeven van informatie en kennis. Ze zijn voor vele interne, maar ook externe, diensten een enorme belangrijke partner in de aanpak van problemen. Management van medewerkers Door de belangrijke functie van de wijkinspecteurs moeten we afstappen van de eilandvorming die er door de jaren heen is gegroeid. Het is ook voor de wijkwerking belangrijk om zonaal te denken i.p.v. gemeentelijk. Verder dient er meer gecommuniceerd te worden over de diensten heen. Door samen te werken en info te delen en te verspreiden staan we sterker als organisatie. We moeten streven naar een grotere interactie tussen wijkwerking en de verschillende andere diensten. Daarnaast moeten we nagaan of het niet interessanter is om wijkwerking op een andere manier te bekijken dan louter geografisch. Onze politiezone wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van specifieke doelgroepen; zou het niet interessant zijn om wijkinspecteurs te laten specialiseren in een bepaald doelpubliek? Zo zitten we met een aanzienlijke scholenpopulatie, een grote groep psychiatrische patiënten, een omvangrijk gebied aan bedrijven en industrie,... Deze doelgroepen hebben verschillende verwachtingen en behoeften en misschien is het een meerwaarde als de kennis hieromtrent gebundeld wordt. Daarnaast hebben we een pool wijkondersteuning die de nodige ondersteuning dienen te geven. Management van middelen De nodige opleiding dient voorzien te worden. De leden van de pool wijkondersteuning dienen de opleiding tot wijkinspecteur te volgen. Daarnaast kan het aangewezen zijn om bijkomende vorming te volgen afhankelijk van de behoeften. Management van processen Enkele processen, waarin een belangrijke rol is weggelegd voor de wijkinspecteur, werden reeds uitgetekend. We denken hierbij o.a. aan de processen online agendabeheer 86, hercosi 87, afwezigheidstoezicht 88, onthaal- en plantondienst 89 en afhandeling kantschriften 90. Verantwoordelijkheden dienen opgenomen te worden en sturing op deze processen is erg belangrijk. Partners Om verschillende doelstellingen te bereiken zullen de medewerkers van verschillende andere interne diensten een belangrijke partner zijn. Ook extern zijn er verschillende partners; deze kunnen verschillen van de doelgroep waarmee wordt gewerkt. 86 Dienstorder HC/KC-IN /12 dd Online agendabeheer 87 Dienstorder HC/KC-IN /12 dd Organisatie hercosi 88 Dienstorder HC/KC-IN /12 dd Organisatie afwezigheidstoezicht 89 Dienstorder HC/KC-IN /13 dd Onthaal- en plantondienst 90 Dienstorder HC/KC-IN /13 dd Afhandeling kantschriften 102

104 Wijze van opvolging van deze strategische doelstelling Voor de eerste maal zal een zonaal actieplan worden opgesteld voor interne doelstellingen, waarover we op jaarbasis zullen rapporteren. In dit actieplan zal bovenstaande doelstelling worden uitgewerkt met concrete operationele doelstellingen en bijhorende indicatoren. Dit wil zeggen dat we het ernstig menen met de aanpak ervan. Door concrete doelstellingen te formuleren stellen we ons immers kwetsbaar op. Over het actieplan zal gerapporteerd worden aan onze medewerkers en aan onze financiers. Bijgevolg leggen we verantwoording af voor wat we al dan niet gedaan/gerealiseerd hebben. Dit actieplan vormt een afzonderlijk document dat concrete doelstellingen bevat. Naast een actieplan, concreet over de wijkwerking, zullen doelstellingen in andere ZAP's naar voor komen die dienen uitgevoerd te worden door de wijkwerking. Deze zullen in de andere ZAP's besproken worden. Kritieke succesfactoren: Minimaal behoud en aanwezigheid van de huidige personeelscapaciteit voorzien voor wijkwerking; Minimaal behoud en aanwezigheid van de leden van de pool wijkondersteuning; De ontwikkeling van een concreet plan van aanpak inzake de wijkwerking; De aanwezigheid van gemotiveerde medewerkers met een open geest, frisse ideeën en bereidheid tot veranderen; Het opvolgen van de doelstellingen en bijsturen indien nodig. Prioriteit 3: Fenomeengericht werken Rekening houdend met: Het feit dat uit het verslag van de audit van AIG blijkt dat er te veel eilandvorming is en diensten te weinig met elkaar communiceren waardoor men onvoldoende weet waarmee de ander bezig is; Het feit dat politie niet enkel moet optreden bij bestaande of gemelde problemen en zeker niet mag wachten tot de problemen uit de hand lopen. Problemen moeten immers tijdig (h)erkend en aangepakt worden; Het feit dat men door gedeelde kennis en verenigde krachten meer kan bereiken dan 'alleen'....wil LOKALE POLITIE VOORKEMPEN VOORNAMELIJK FENOMEENGERICHT TE WERK GAAN MET OOG VOOR DE STERKTES VAN ELKE ENTITEIT! De bijdrage van de lokale politie aan de realisatie van deze doelstelling zal gerealiseerd worden door de implementatie van wat hieronder volgt. Leiderschap De korpsleiding is er zich van bewust dat verschillende problemen best fenomeengericht worden aangepakt met behulp van de input van verschillende interne en externe diensten. Met het oog op een concrete en duurzame oplossing dient ruimte voorzien te worden voor overleg tussen verschillende diensten, opleiding in gespecialiseerde thema's indien nodig en dient capaciteit te 103

105 worden vrijgehouden om concrete acties op het terrein uit te voeren. Wederom is een belangrijke taak weggelegd voor de leidinggevenden/teamleiders om de nodige initiatieven te nemen om een probleem fenomeengericht aan te pakken, een plan van aanpak op te stellen en medewerkers te motiveren om hieraan mee te werken. Strategie & beleid Leidinggevenden/teamleiders stellen heldere actieplannen op voor hun domein aan de hand van allerlei inkomende gegevens afkomstig vanuit diverse invalshoeken. Kortom: een actie, de aanpak van een fenomeen,... wordt degelijk voorbereid en voorafgegaan door een briefing aan de medewerkers die erbij betrokken zijn. Op basis van de resultaten van deze actieplannen wordt de werking, indien nodig, aangepast of worden maatregelen genomen om doelstellingen te behalen. Daarnaast worden belanghebbende (interne of externe) partners ingelicht wanneer zij eigenaar (of een deel) zijn van de oplossing. Management van medewerkers Om een probleem fenomeengericht te kunnen aanpakken, dient meestal samengewerkt te worden met andere diensten. Momenteel is zelfs niet altijd geweten welke kennis zich op welke plaats bevindt. Daarom moeten we gebruik maken van de sterktes van elke entiteit van onze organisatie, waarbij zowel de wijkwerking en de teams als de tweedelijnsondersteuning hun plaats vinden. Daarnaast moeten we "gebruik" maken van onze nieuwe teamwerking. De verschillende diensten en functionaliteiten kunnen immers op een positieve manier met elkaar in interactie treden zodat de werking op een hoger niveau kan getild worden. Zo kan de functionaliteit "verkeer" meer vorm krijgen door de interactie tussen wijkwerking, team verkeer en onze gespecialiseerde verkeersdienst. Hetzelfde beogen we met "slachtofferbejegening/slachtofferopvang", waarbij zowel wijkwerking, team leefbaarheid als de dienst Jeugd & Gezin een belangrijke rol kan spelen. Verder kan de aanpak van het aantal diefstallen in woning en drugsdelicten op een hoger niveau getild worden door de samenwerking tussen wijkwerking, de teams en onze lokale recherche. Hetzelfde geldt voor de aanpak van kleine criminaliteit. Management van middelen De momenteel beschikbare middelen dienen optimaal gebruikt te worden. De nieuwe tool InfoCop is het geschikte middel om operationele kennis te delen met de belanghebbenden zonder dat er een fysieke bijeenkomst dient plaats te vinden. Bovendien kan iedereen de basisinformatie verrijken met eigen vaststellingen/kennis. Daarnaast zijn er financiële middelen nodig om de nodige capaciteit te voorzien om concrete acties uit te voeren. Indien noodzakelijk moet de mogelijkheid bestaan om een gespecialiseerde opleiding te voorzien en/of te volgen. Management van processen Processen worden niet specifiek beheerd of uitgevoerd door één dienst. Processen uittekenen is net interessant wanneer verschillende diensten hun steentje ertoe bijdragen. Het uittekenen van een proces is vergelijkbaar met de fenomeengerichte aanpak van een probleem. Zoals eerder vermeld, werden al een aantal processen uitgetekend maar we zitten op dat vlak nog echt in een 104

106 beginstadium. Stelselmatig zullen meer en gecompliceerdere processen moeten worden uitgewerkt. Partners Alle interne diensten kunnen op een gegeven moment elkaars partner worden in de aanpak van een fenomeen. Een partner zal "gekozen" worden in functie van een bepaald fenomeen. Dit geldt evengoed voor externe partners. Het is belangrijk om steeds een goede afweging te maken van wie men als partner kiest en het aantal partners dat men betrekt. Wijze van opvolging van deze strategische doelstelling Sowieso zal over de resultaten van een specifieke actie gerapporteerd moeten worden. Hierbij moet aandacht besteed worden aan de geboekte resultaten, maar nog meer moet gekeken worden naar de aanpak die gehanteerd werd. Sterktes en zwaktes dienen opgelijst te worden zodat hieruit geleerd kan worden voor de toekomst. Omdat we "succes" niet altijd kunnen meten aan de resultaten (lees: vb. aantal daders gevat), dienen we hierop niet altijd te focussen. Kritieke succesfactoren: Vervollediging van het personeelskader volgens het goedgekeurde personeelsbehoeftenplan; Voldoende financiële middelen om acties uit te voeren op de momenten dat er het meeste kans is op een positief resultaat; Positieve medewerking tussen de verschillende partners; De aanwezigheid van gemotiveerde en flexibele medewerkers; Kritische reflectie op de aanpak. Volhouden wat goed is en aanpassen wat beter kan. 105

107 IV COMMUNICATIEBELEID 106

108 4. COMMUNICATIEBELEID Een goede communicatie is voor elke organisatie essentieel: zonder een goede communicatie met haar omgeving kan de politie haar doelstellingen niet verwezenlijken. Dit is zonder twijfel van toepassing voor de externe communicatie naar onze burgers, bestuurlijke en gerechtelijke overheden en andere partners, maar geldt zeker ook voor de interne communicatie naar onze eigen medewerkers. 4.1 EXTERNE COMMUNICATIE TE TREKKEN LESSEN OVER DE EXTERNE COMMUNICATIE VAN HET POLITIEBELEID Communicatie over het politiebeleid is een belangrijke hefboom om betrokkenheid, draagvlak en partnerschap te creëren voor de realisatie van de strategische uitdagingen van de geïntegreerde politie. Als politiezone willen wij bijzondere communicatie-inspanningen leveren over ons politiebeleid. Zo werd de actualiteit regelmatig besproken in het politiecollege. Elk jaar werd het jaaroverzicht in de politieraad toegelicht, maar ook in elk van de 4 gemeenteraden. De lokale commissarissen hebben geregeld overleg met de burgemeesters. Via de publicatie van jaarverslagen, artikelen in informatiebladen, persberichten en allerhande publicaties is het ons doel om onze burgers systematisch op de hoogte te houden van het reilen en zeilen van onze activiteiten. Bij de start van het ZVP werden een aantal zaken voorgesteld die tijdens de afgelopen periode de nodige aandacht kregen AANWERVING COMMUNICATIEVERANTWOORDELIJKE De externe aanwerving van een communicatieverantwoordelijke ( ) was een eerste belangrijke stap in de optimalisering van de externe en interne communicatie. Een aantal initiatieven ter verbetering van de externe communicatie werden reeds genomen RELATIES MET DE MEDIA (PERSWOORDVOERDERSCHAP) Met het oog op de correcte toepassing van de COL 7/99 en art. 35 tweede lid WPA, wordt de functie van perswoordvoerder van de lokale politie Voorkempen sinds waargenomen door de communicatieverantwoordelijke. Daarnaast werden ook dagelijks alle meldingen en persartikelen opgevolgd en werd er geïnvesteerd in het onderhouden van goede relaties met de pers. Om de bereikbaarheid met zowel lokale als niet lokale journalisten te verbeteren, werd geopteerd om het perswoordvoerderschap waar te nemen 24u op 24u, 7 dagen op 7, via het systeem van bereik- en terugroepbaarheid. Naast de vele telefonische contacten met de media, werden er ook op regelmatige basis persberichten verstuurd. Sinds 2011 nam de communicatieverantwoordelijke ook deel aan de expertisecel Pers met alle woordvoerders van het parket van Antwerpen en de politiezones van het gerechtelijke arrondissement 107

109 Antwerpen. Hiermee werden niet alleen de contacten met de pers verbeterd, maar ook met alle collega woordvoerders van de respectievelijke politiezones en het parket RELATIES MET DE GEMEENTEN Lokale politie Voorkempen verzorgt op regelmatige tijdstippen en in functie van de relevante beschikbare informatie, artikels die in de gemeentelijke informatiebladen werden opgenomen. Er is voortdurend overleg tussen de communicatieverantwoordelijke van de lokale politie Voorkempen en de communicatieambtenaren van de 4 verschillende gemeenten WEBSITE Het doorvoeren van een grondige actualisering van de bestaande website vormde tevens een aandachtspunt tijdens de vorige beleidsperiode. Sinds juni 2012 beschikt lokale politie Voorkempen over een nieuwe klantgerichte en informatiegestuurde website, waardoor een eerste goede stap gezet werd in de richting van informatieverspreiding naar de burgers en andere partners INTENTIES BETREFFENDE DE EXTERNE COMMUNICATIE VAN HET POLITIEBELEID Inzake de externe communicatie m.b.t. voorliggend ZVP beogen we, van zodra het wordt goedgekeurd door de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie, de verspreiding ervan via de lijst opgenomen in pagina 114. Volgende zaken zullen binnen de politiezone gedurende volgende beleidsperiode de nodige aandacht krijgen: Eenduidige en coherente communicatie wordt best ondersteund met een goed communicatiebeleidsplan. Hoewel de eerste stappen reeds genomen werden tot het formuleren van een gestructureerd communicatiebeleidsplan, ontbreekt de politiezone nog steeds een afgewerkt product. Dit wordt als een handicap ervaren en is zonder enige twijfel een aandachtspunt voor de volgende beleidsperiode. De uitwerking van een eigen visuele identiteit staat nog steeds bovenaan de prioriteitenlijst, waarbij het motto 2XL in veiligheid als brug kan dienen tussen de inwoners van de zone en al onze klanten en partners. Hoewel reeds meerdere documenten, brochures, aanvraagformulieren een frissere en meer up-to-date lay-out kregen, ontbreekt het de lokale politie Voorkempen nog steeds aan een afgewerkte eigen visuele identiteit. Sinds de aanwerving van een communicatieverantwoordelijke wordt de pers in de mate van mogelijke dagelijks gescreend. Echter, deze wijze van persmonitoring zal de volgende jaren meer aandacht krijgen en professioneler worden gehanteerd. Een eerste belangrijke stap hierin zal de aankoop van Mediargus zijn, een digitale persdatabank met kranten, magazines en nieuwssites voor mediamonitoring, analyse en reputatiemanagement. Optimalisatie van het up-to-date houden van de inhoud op de bestaande website. 108

110 Het is belangrijk naar externe publieksgroepen te communiceren in verband met de activiteiten en werking van de zone. Dit beïnvloedt niet alleen het imago dat de burger heeft van de politiezone maar draagt tevens bij tot de bekendheid ervan. Hierbij is het belangrijk dat de juiste communicatiekanalen worden aangereikt naar bepaalde specifieke doelgroepen. Sociale media dient dan ook niet langer meer een onbekende te zijn voor de lokale politie Voorkempen. 4.2 INTERNE COMMUNICATIE TE TREKKEN LESSEN OVER DE INTERNE COMMUNICATIE VAN HET POLITIEBELEID Bij de start van het ZVP werden een aantal zaken voorgesteld die tijdens de afgelopen periode de nodige aandacht kregen AANWERVING COMMUNICATIEVERANTWOORDELIJKE De externe aanwerving van een communicatieverantwoordelijke ( ) was een eerste belangrijke stap in de optimalisering van de externe en interne communicatie (zie supra) INTRANET Eén van de belangrijkste aandachtspunten uit het vorige ZVP en tevens onmisbaar communicatieinstrument in een moderne organisatie, was het intranet, dat sinds juni 2012 actief werd. Het intranet had tot doel onze medewerkers in de eerste plaats te informeren, maar ook te verbinden en kennis te laten delen. De implementatie van ons eerste intranet kon rekenen op positieve reacties en omkadering van alle medewerkers POLAIR - INFORMATIEKRANT VOOR ALLE MEDEWERKERS Wegens onvoldoende capaciteit moest dit medium in 2012 helaas inboeten aan frequentie. In het najaar van 2013, werd dit instrument in een nieuw kleedje uit de koelkast gehaald ONTHAALBROCHURE De uitwerking van een gedegen, gedetailleerd en gebruiksvriendelijke onthaalbrochure voor de nieuwkomers in onze politiezone werd gerealiseerd in Niet enkel de brochure op zich werd aangepast en wordt continu up-to-date gehouden, maar ook het ganse onthaalbeleid werd geoptimaliseerd. 109

111 KORPSOVERLEG Alle aspecten van het politiebeleid werden sinds 2011 door de korpsleiding jaarlijks toegelicht aan alle medewerkers via een korpsoverleg (personeelsvergadering). Via deze informatievergaderingen hebben we de mogelijkheid om rechtstreeks naar alle medewerkers te communiceren over het beleid, actieplannen, nieuws, betreffende onze politiezone. Tevens trachtten we hierdoor de dialoog tussen medewerkers en leiding aan te moedigen INTENTIES BETREFFENDE DE INTERNE COMMUNICATIE VAN HET POLITIEBELEID Inzake de interne communicatie m.b.t. voorliggend ZVP beogen we, van zodra het wordt goedgekeurd door de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie, de verspreiding ervan via de lijst opgenomen in pagina 114. Ondanks de geleverde inspanningen stellen wij vast dat de communicatie nog steeds niet optimaal verloopt en dit voornamelijk op operationeel vlak. Als politiezone blijven wij ons inspannen om de informatie, die zowel top-down als bottom-up verspreid wordt, te verbeteren. Daarom zullen volgende zaken gedurende de volgende beleidsperiode de nodige aandacht krijgen: Het communicatiebeleid dat momenteel voorbereid wordt, zal eveneens aandacht besteden aan het interne luik. Hoewel reeds meerdere interne documenten, brochures, aanvraagformulieren een frissere en meer up-to-date lay-out kregen, ontbreekt het de lokale politie Voorkempen nog steeds aan een afgewerkte eigen visuele identiteit. Het uitwerken van deze eigen visuele identiteit met aangepaste huisstijl blijft een prioriteit waar momenteel verder aan gewerkt wordt. 110

112 V GOEDKEURING VAN HET PLAN 111

113 5. GOEDKEURING VAN HET PLAN 5.1 VERBETEREN EN VERNIEUWEN De betrokken federale overheden hebben, in het kader van de opmaak van het ZVP , de vorige beleidscyclus en in het bijzonder de goedkeuringsprocedure ervan, geen opmerkingen of suggesties geformuleerd ter verbetering. 5.2 GOEDKEURING Voor kennisname van het bovenstaande en voor akkoord van het huidige ZVP Leden van de Zonale Veiligheidsraad Handtekening Burgemeester Brecht Burgemeester Malle Burgemeester Schilde Burgemeester Zoersel Procureur des Konings Antwerpen Waarnemend DirCo Antwerpen DirJud Antwerpen Korpschef Directeur Operaties Politiesecretaris Luc Aerts (voorzitter) Harry Hendrickx Dirk Bauwens Liesbeth Verstreken Herman Dams HCP Jean-Claude Gunst HCP Stanny De Vlieger HCP Geert Smet HCP Peter Muyshondt Veronique Berat Datum: 14/10/2013 (Het originele document werd gehandtekend) 112

114 VI DIVERSEN 113

115 6. DIVERSEN 6.1 VERSPREIDINGSLIJST Onze zone wil communiceren in een geest van maximale transparantie. Daarom zal dit ZVP, na goedkeuring door de Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie, op volgende wijze verspreid worden. Leden van de Zonale Veiligheidsraad Wijze Burgemeester Brecht Luc Aerts (voorzitter) Individueel exemplaar Burgemeester Malle Harry Hendrickx " Burgemeester Schilde Dirk Bauwens " Burgemeester Zoersel Liesbeth Verstreken " Procureur des Konings Antwerpen Herman Dams " DirCO Antwerpen HCP Paul Neefs " DirJud Antwerpen HCP Stanny De Vlieger " Korpschef politiezone Voorkempen HCP Geert Smet " Externe verspreiding Wijze Politieraadsleden Gemeenteraden Brecht, Malle, Schilde en Zoersel Voorzitters: OCMW en de adviesraden van de gemeenten Gemeentelijke communicatiedienst Brecht, Malle, Schilde en Zoersel Individueel exemplaar + voorstelling op politieraad Exemplaar/raad + toelichting op vraag Cd-rom/voorzitter + toelichting op vraag Artikel in gemeentelijk infoblad + link op website 4 gemeenten Provinciegouverneur Antwerpen Cathy Berx Individueel exemplaar + Cd-rom + kennisgeving op prov. overleg Commissaris-Generaal Politie Catherine De Bolle Individueel exemplaar + Cd-rom CSD Antwerpen, Mechelen en Turnhout Politioneel documentatie- en kenniscentrum van de federale politie Cd-rom/directie + kennisgeving korpschefs Cd-rom Link op website Link op website Interne verspreiding Politiezone Voorkempen: alle personeelsleden Link op intranet + toelichting op korpsoverleg 114

116 6.2 BIJLAGEN 01 Argumentatiematrix 02 Personeelsbehoeftenplan + bijhorend stappenplan 03 Kadernota voor de arrondissementele en zonale veiligheidsplannen in het Arrondissement Antwerpen 04 Synthese van de bestede capaciteit 05 Lijst met afkortingen 115

117 PZ VOORKEMPEN (objectief luik: data 2012) I. Objectieve factoren = 40% op het geheel gewichten 7,5 2,5 15,0 5,0 10,0 7,5 1) omvang in PZ (# feiten 2012) 1) rangorde (11 = hoogste aantal feiten) 2) omvang in arromin (# feiten 2012) 2) rangorde (11 = hoogste aantal feiten) 3) Evolutie in PZ ('12 tov gemiddelde van '10 en '11) 3) rangorde (11 = hoogste toename) 4) evolutie in arromin ('12 tov gemiddelde van '10 en '11) 4) rangorde (11= hoogste toename) 5) gewicht (tov /inwoners) in PZ in 2012 in vgl met gewicht in arromin in ) rangorde (11= hoogste gewicht relatief tov arromin) gewogen som (van de rangordes) = [ x7,5+...x2,5+ x15+ x5+ x10] / 40 rangorde op basis van objectief luik (11 = belangrijkst) 1) rangorde BURGEMEESTER / POLITIECOLLEGE (11 = belangrijkst) fenomenen Diefstal uit/aan auto ,4% 1-12,9% 3 0,57 3 2, Drugs ruim: bezit, gebruik, fabricage, dealen ,6% 8-30,5% 1 0,90 9 6, Fietsdiefstal ,1% 5-4,0% 7 0, , Geweldsdelicten: slagen en verwondingen - buiten familie ,7% 3-11,3% 4 0,68 5 3, IFG ruim: fysisch + psychisch + eco + seksueel ,4% 7-8,3% 5 0,56 2 5, Inbraak in bedrijf/handelszaak ,4% 2-3,8% 8 0,67 4 3, Overlast: geluidshinder + nachtlawaai + sluikstorten + vernielingen + vandalisme ,7% 6-1,9% 9 0,75 6 7, Verkeer: verkeersongevallen LL ,5% 4-6,0% 6 0,88 7 5, Zedenfeiten: verkrachtingen, aanrandingen, openbare zedenschennis ,0% 11-18,7% 2 1, , Winkeldiefstal ,2% 10 3,7% 10 0,50 1 5, Inbraak in woning ,0% 9 11,7% 11 0,89 8 9,

118 II. Subjectieve factoren = 60% op het geheel 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 2) rangorde GEMEENTERAAD / POLITIERAAD (11 = belangrijkst) 3) rangorde KORPSCHEF (11 = belangrijkst) 4) rangorde DIRCO - DIRJUD (11 = belangrijkst) 5) rangorde PROCUREUR (11 = belangrijkst) 6) rangorde BEVRAGING INTERN MEDEWERKERS POLITIEZONE (11 = belangrijkst) 7) rangorde BEVRAGING EXTERN SLEUTELFIGUREN MAATSCHAPPELIJK VELD (11 = belangrijkst) 8) rangorde BEVRAGING EXTERN BEVOLKING (survey CGOP/B) (11=belangrijkst --> rangorde omkeren! ) gewogen som (van de rangordes) = som / 8 (alle criteria immers gelijk gewicht) rangorde op basis van subjectief luik (11 = belangrijkst) gewogen som van alle factoren [gewogen som obj.* 0,4 + gewogen som subj.* 0,6] rangorde op basis van de volledige matrix (11=belangrijkst) Eindbeslissing ZVR: PRIORITEIT in de politiezone (aan te kruisen) , , , , , , , , , ,800 9 x , , , , , , x , , , , , , x

119 PersFormatie- Fase2 - PR Personeelsformatie - fase 1 ( ) Voorstel nieuwe personeelsformatie - fase 2 Arbeids- Bemerkingen Hoofd- HCP CP MK BK AGP NivA NivB NivC NivD HCP CP MK BK AGP NivA NivB NivC NivD regime commissariaat 1 1 VT Korpschef Politiesecretaris 0 - BRP 1 0 ADV(3) - Afschaffing één Niv A Secretariaat korpschef VT - Assistent 0,5 1 Communicatieverantwoordelijke VT 1 1 Uitvoering ZVP Communicatie Beleidsondersteuning VT Als vervanging CP VAN OPSTAL per Beleidsmedewerker 2*0,5 CP 2 van inzake organisatieontwikkeling 1 1 DIRECTIE OPERATIES Directeur Operaties - Adjunct VT Met het oog op het belangrijk takenpakket + Wnd. KC korpschef 1 1 Ops secretariaat VT Cfr. Audit AIG + NIP, Ingevolge nieuwe politieposten 1 Dienst LIK PLP 5bis van Diensthoofd LIK - VT Functioneel Beheer FB 1 1 Adj Functioneel beheerder VT Functioneel Beheer APO [OB 29/2008 van ] Inspecteur LIK Normen aantal dossiers - Fase 2 1 Medewerker LIK Functioneel Beheer 1 1 VT Medewerker LIK 1 1 VT Ass Functioneel Beheer Medewerker LIK VT Contractueel kader Dienst Preventie Diensthoofd Preventie VT 1 1 Medewerker Preventie VT 0,5 1 Ondersteuning BIN-werking + Fenomeenanalyse EDL Dienst Wapens OB CWR/FWD van medio 2009 Referentie Politiepersoon VT Als vervanging CP LAPS 1 1 ONDERSTEUNINGPROCES HRM Proceseigenaar HRM VT ADV(3) - Als vervanging CP 1 1 VDBULCK Functie verantwoordelijke VT HRM + DIT 1 1 VT Medewerker HRM 1 1 Momenteel ingevuld door 1 Niv C - Contr Medewerker HRM VT Contractueel kader VT Als vervanging CP BUSSCHAERT Functie verantwoordelijke Planning 1 1 VT Medewerker Planning 1,5 1 Onderhoudsmedewerkers VT Contractueel kader VT Functie verantwoordelijke Financiën 1 1 ONDERSTEUNINGPROCES Middelen Proceseigenaar Middelen VT 1 1 ADV(3) - Stappenplan CALogisering vervanging CP HERTOGHE Functie verantwoordelijke VT Contractueel kader Middelen 1 1 VT Adm aanpassing, PC Medewerker Middelen , PR Bode VT CALogisering - Momenteel blijvend ingevuld door 1 1 INP VT Technisch beheer Functie verantwoordelijke ICT- TB 1 1 VT CALogisering - Momenteel Medewerker ICT 1 1 blijvend ingevuld door INP Totaal , , Bijlage 2 - Definitief Personeelsbehoefteplan - Fase 2 - goedgekeurd PR /4 -

120 PersFormatie- Fase2 - PR Politiepost BRECHT Politiepost MALLE Politiepost SCHILDE Politiepost ZOERSEL WIJKWERKING Wijkcoördinator 1 1 VT Cfr. Audit AIG Adj. Wijkcoördinator VT Ingevolge nieuwe 1 politieposten 1 Totaal Diensthoofd (Lijnmanager) VT Adj. Diensthoofd 1 VT Inspecteur-interventie VT 15 Wijkinspecteur 7 7 (+ *) VT Uitvoering ZVP Norm wijkwerking All-round medewerker VT (3 Niv C = 2 FTE) Totaal Diensthoofd (Lijnmanager) VT Adj. Diensthoofd 1 VT Inspecteur-interventie VT 13 Wijkinspecteur 4 4 (+ *) VT Uitvoering ZVP Norm wijkwerking All-round medewerker VT Totaal Diensthoofd (Lijnmanager) VT Adj. Diensthoofd 1 VT Inspecteur-interventie VT 14 Wijkinspecteur 5 5 (+ *) VT Uitvoering ZVP Norm wijkwerking All-round medewerker VT Totaal Diensthoofd (Lijnmanager) VT Adj. Diensthoofd 1 VT Inspecteur-interventie VT 14 Wijkinspecteur 5 5 (+ *) VT Uitvoering ZVP Norm wijkwerking All-round medewerker VT Totaal Bijlage 2 - Definitief Personeelsbehoefteplan - Fase 2 - goedgekeurd PR /4 -

121 PersFormatie- Fase2 - PR Centraal NOODHULP Onthaalpunt (24/24) Proceseigenaar Noodhulp 1 1 VT Pool Interventie-/fenomeencoördinator VT 8 8 Voldoen aan de normen ATO (RPPol) inzake Na (+ 1 HINP) Pool Interventie VT Minimumnorm 50 Pool Wijkinspecteurs 6 (= *) VT Communicerende vaten - Ingevolge nieuwe politieposten Pool Wijkinspecteurs - bis 0 VT Salduz Pool Inspecteur - onthaal 7 7 VT Voldoen aan de normen ATO (RPPol) mits individuele akkoorden Pool All-round medewerkers VT Incl. 1 FTE Ingevolge verhuis PP Z naar Bethaniën VT Ingevolge nieuwe politieposten 2 6 Totaal Gerechtelijke Ops Diensthoofd Recherche 1 1 VT Team Recherche Functie verantwoordelijke VT team Recherche 2 2 VT INP - Rechercheur 6 6 All-round medewerker VT 1 1 Team Leefmilieu Functie verantwoordelijke team Leefmilieu 1 VT Uitvoering ZVP Milieu (+1 INP) - Fase 2 INP - Leefmilieu 1 1 Team Jeugd & Gezin Functie verantwoordelijke team J&G 1 1 VT Betreft gespecialiseerde MK Politieassistent VT INP - J&G 2 2 Totaal Verkeer Diensthoofd Verkeer 1 1 VT Norm inzake Offr, niet rijdend lid Adj diensthoofd Verkeer VT Huidig waarnemend lijnverantwoordelijke, 1 1 rijdend lid Hoofdinspecteur Verkeer 1 VT KB 7de basisfunctionaliteit - Fase 2, rijdend lid Inspecteur Verkeer VT KB 7de basisfunctionaliteit - Fase 2, rijdend lid 3 6 Agent van politie VT Niet rijdend lid 2 2 All-round medewerker VT Totaal Detacheringen OUT Detacheringen IN Campus Vesta 1 VT KB inzake structurele detachering (Art 21, 1, 4 ) Inspecteur lid AIK 1 1 VT KB inzake structurele detachering (Art 21, 1, 5 ) Calltaker CIC ANT 1 1 VT KB inzake structurele detachering (Art 21, 1, 6 ) 2 3 Totaal ,5 Bijzonder rekenplichtige - CFO 0,5 0,5 Totaal Personeelsformatie - fase 1 ( ) Voorstel nieuwe personeelsformatie - fase 2 MK BK AGP NivA NivB HCP CP MK BK AGP NivA NivB NivC NivD HCP CP NivC NivD TOTAAL , ,5 0 COps 4 CALog -0,5 Nieuwe personeelsformatie COps 135,0 CALog-statutair 28,0 163,0 Bijlage 2 - Definitief Personeelsbehoefteplan - Fase 2 - goedgekeurd PR /4 -

122 PersFormatie- Fase2 - PR Personeelsformatie - fase 1 ( ) Voorstel Contractuelen - fase 2 Arbeids- Bemerkingen Hoofd- HCP CP MK BK AGP NivA NivB NivC NivD HCP CP MK BK AGP NivA NivB NivC NivD regime commissariaat Dienst LIK Medewerker LIK 1 COD Ass Functioneel Beheer - Normen aantal dossiers - Fase 2 ONDERSTEUNINGPROCES HRM 1 COD Als vervanging afschaffing één Niv A Medewerker HRM Onderhoudsmedewerkers COD/CBD 5 5 ONDERSTEUNINGPROCES Middelen Functie verantwoordelijke Middelen 1 COD Als vervanging afschaffing één Niv A Totaal Personeelsformatie - fase 1 ( ) Voorstel Contractuelen - fase 2 BK AGP NivA BK AGP NivA HCP CP MK NivB NivC NivD HCP CP MK NivB NivC NivD Verschil TOTAAL CALog 3 3 Bestaande contractuele betrekkingen Nieuwe contractuele betrekkingen CALog 8,0 CALog 5,0 5,0 8,0 GLOBAAL OVERZICHT Personeelsformatie - fase 1 ( ) Voorstel - fase 2 BK AGP NivA AGP HCP CP MK NivB NivC NivD HCP CP MK BK NivA NivB NivC NivD Verschil , Statutair Contractueel Subtotaal , ,5 0 COps 4 CALog 2,5 6,5 Bestaande personeelsformatie Nieuwe personeelsformatie COps 135,0 COps 131,0 CALog 33,5 S+C CALog-statutair 28,0 164,5 Subtotaal 163,0 CALog-contractueel 8,0 TOTAAL 171,0 Bijlage 2 - Definitief Personeelsbehoefteplan - Fase 2 - goedgekeurd PR /4 -

123 PR Wijziging personeelsformatie fase 2 Voorstel stappenplan JAAR OMSCHRIJVING 2012 Aanduiding van dhr. K. Dieltiens als bijzondere rekenplichtige halftijdse detachering IN - PR Herplaatsing V. Berat naar OP HRM proceseigenaar HRM politiesecretaris en schrapping van één niveau A Contractuele aanwerving van één niveau C voor OP HRM met indiensttreding op Benoeming PC met bekrachtiging door PR Aanwerving van één Inspecteur voor de Verkeersdienst met indiensttreding op (vacantverklaring MOB ) Aanwerving van één Inspecteur voor het LIK met indiensttreding op (vacantverklaring MOB ) Contractuele aanwerving van één niveau B voor OP Middelen met indiensttreding op Contractuele aanwerving van één niveau C voor het LIK met indiensttreding op Aanwerving van één Inspecteur voor de Verkeersdienst met indiensttreding op Aanwerving van één Inspecteur voor de Verkeersdienst met indiensttreding op

124 Kadernota voor de arrondissementele en zonale veiligheidsplannen in het Arrondissement Antwerpen 1. Het waarom van een eigen kadernota De Kadernota Integrale Veiligheid Het Nationaal Veiligheidsplan het Zonaal Veiligheidsplan De zoektocht naar een kader, genaamd visie en missie De dweilfabriek Het kraantje Inherente en incoherente criminaliteit Inherente criminaliteit: eigen aan onze manier van samen leven Incoherente criminaliteit: de zucht naar rijkdom Twee criminaliteitsdomeinen: twee aanpakken Aanpak van de inherente criminaliteit Historische evolutie Huidige politie en justitie: justitie, de spiegel van onze maatschappij Nieuwe opdracht voor justitie: samen investeren in de samenleving Investeren in de 9 leefdomeinen als antwoord op de nieuwe maatschappij die op komst is Aanpak van de niet-inherente (incoherente) criminaliteit TRIM-criteria (Target, Recuperatie, Impact en Modus)... 49

125 5.2. Toepassing van de TRIM-criteria: voor welke restmisdrijven en fenomenen blijft recherchecapaciteit bestaan? Toepassing van de TRIM-criteria: welke restmisdrijven en fenomenen zullen niet meer opgenomen worden? Beleidskader voor de zonale veiligheidsplannen Voor de lokale politie Voor de federale politie en recherche-diensten Beleidskader voor de organisatie van het parket Besluit

126 1. Het waarom van een eigen kadernota Het lokale bestuur en de lokale politie moet met talrijke documenten rekening houden. Zo bestaan er een Kadernota Integrale Veiligheid, een Federaal Veiligheidsplan (op federaal regieniveau), een Nationaal Veiligheidsplan (federaal politieplan), een Lokaal Integraal Veiligheidsplan (op lokaal regieniveau) en een Zonaal Veiligheidsplan (lokaal politieplan). Als de procureur des Konings bovenop een eigen kadernota nodig acht, mag dit van het goede teveel lijken. Want bij dat goede, moeten we ook het strategisch Veiligheids- en Preventieplan rekenen en op lokaal niveau het een Lokaal Integraal Veiligheidsplan, een regieplan is voor alle andere plannen: het Sociaal Beleidsplan, het Cultuurbeleidsplan, het Jeugdbeleidsplan, het Woonbeleidplan, het Milieubeleidplan, het Evenementenplan,. en de plaatselijke Nood- en Interventieplannen. Misschien is een extra kadernota er teveel aan. De parketten en hun procureurs des Konings hebben ook al wel wat plannen: het Strategisch Plan van het Openbaar Ministerie, het Parketsbeleidsplan, het Arrondissementeel Veiligheidsplan en de Arrondissementele Actieplannen? Ze zijn allemaal het resultaat van noeste arbeid. We maken ze omdat het moet: het Nationaal veiligheidsplan en de Zonale Veiligheidsplannen zijn een verplichting. We weten dat we er strategische, tactische en operationele doelstellingen in moeten verwerken. We weten dat we moeten plannen, dan uitvoeren, dan evalueren en vervolgens bijstellen volgens een vaste cyclus. Buiten waait de wind, erger dan tevoor. En geen plan dat de wind heeft doen gaan liggen. Alsof het weer zich zou laten dicteren door plannen. Alsof het veiligheidsvraagstuk opgelost zou kunnen worden door veiligheidsplannen? Natuurlijk wel! Natuurlijk heeft hét vraagstuk van de laatste 40 jaar, nl. de stijgende criminaliteit, plannen van aanpak nodig. Maar het lukt ons niet de golf van criminaliteit te bedwingen. Geen plan is er in geslaagd de criminaliteit echt onder controle te krijgen en terug te dringen tot pakweg het niveau van voor Het lijkt zelfs alsof we er ons bij hebben neergelegd dat de gestegen criminaliteit nu eenmaal de tol is die we betalen voor onze welvarende rechtstaat. Volstaat het ervoor te zorgen dat onze maatschappij niet verglijdt tot een maatschappij die gedicteerd wordt door criminaliteit? Of mag het toch wat meer zijn? 3

127 Waar willen we naartoe? Welke criminaliteit vinden we nog aanvaardbaar? Is voornoemde vraag überhaupt aanvaardbaar? Hoe is het zover kunnen komen en is het onomkeerbaar? Hoe pakken we de ommekeer aan? Willen we een ommekeer? Vele vragen die ik als procureur des Konings stel en die onbeantwoord blijven. Ik vind mezelf trouwens goed geplaatst om die vraag te stellen. Als orgaan dat instaat voor de opsporing en de vervolging van misdrijven, moet ik me volgende vragen stellen: 1. Wat vervolg ik? 2. Waarom vervolg ik? 3. Waarheen wil ik met mijn vervolgingsbeleid? Geen van alle opgesomde plannen geeft een antwoord op deze drie vragen. Hoogstens op vraag 1. Alsof het volstaat zoveel mogelijk te vervolgen en op te sluiten. Meer hoef je niet te doen? En stel je er vooral geen vragen bij? Met deze kadernota wens ik net wél een antwoord te geven op de drie vragen, en niet alleen op vraag 1. Met deze kadernota wens ik mijn politiediensten in hun vierjaarlijkse beleidscyclus een antwoord te geven op de vraag waarom zij welke fenomenen moeten verbaliseren en er actie voor moeten ondernemen en waarheen zij met hun beleidscyclus moeten. Vinden we die antwoorden dan niet in al die andere regie- en/of politieplannen? 1.1. De Kadernota Integrale Veiligheid We hadden er één in 2004, we moesten er een nieuwe maken in 2008 wat dus niet gelukt is-en we zijn volop bezig er één te maken in 2012, in de hoop ze af te hebben voor 2013, want dan start de nieuwe cyclus voor de zonale veiligheidsplannen, en die moeten toch een kadernota hebben om zich naar te richten? Kortom, er moet nu eenmaal een Kadernota Integrale Veiligheid zijn, anders missen een Nationaal Veiligheidsplan en de Zonale Veiligheidsplannen een visie op het geheel. Ik heb al de kans gekregen het voorontwerp van de nieuwe Kadernota Integrale Veiligheid in te kijken. De nota start met een nietszeggende visie en missie: Het is de missie van de federale overheid om enerzijds dit veiligheidsbeleid op te starten en te omkaderen; anderzijds om de wisselwerking te faciliteren en te coördineren met en tussen de diverse bestuursniveaus (in het bijzonder wat betreft de Gemeenschappen en Gewesten, maar ook het provinciale en lokale niveau), de private sector en de burger. De federale overheid neemt tevens een belangrijke vertegenwoordigende rol op naar het internationale bestuursniveau (in het bijzonder de Europese Unie). Het is de visie van de federale overheid en de Gemeenschappen en Gewesten dat een meer veilige en leefbare samenleving wordt gerealiseerd door een integrale veiligheidsaanpak te voeren, die zich uitstrekt over de gehele veiligheidsketen (van een 4

128 preventieve aanpak over de reactieve handhaving tot en met de nazorg) en die de inspanningen van alle betrokken maatschappelijke actoren integreert. 1 Dan volgt een opsomming van zowat alle criminaliteisfenomenen, te veel om op één A4 op te sommen, met een omschrijving van elk fenomeen, de bedenking dat het fenomeen onaanvaardbaar is en dat we het fenomeen moeten aanpakken en er hard op moeten werken. Dit is duidelijk een antwoord op mijn vraag Wat moet ik opsporen en vervolgen?. Het antwoord is duidelijk: zowat het volledige strafwetboek: De strijd tegen geweld o Jongeren o Seksuele delinquentie o Kindermishandeling o Intrafamiliaal geweld o Eergerelateerd geweld o Vrouwelijke genitale verminking o Mensenhandel en mensensmokkel o Mishandeling van mindervaliden o Ouderenmis(be)handeling o Geweld ten opzichte van holebi s en transgenders o Functies van openbaar gezag o Specifieke geweldsvormen en fenomenen o Specifieke plaatsen met een verhoogd risico op geweld Omgaan met roesmiddelen en verslaving o Illegale drugs en alcohol o Kansspelen o Cyberverslaving o Doping Aanpak van de vermogenscriminaliteit o Inbraken in woningen o Risicoberoepen o Grondstoffen en goederen o Pickpockets o Diefstal met list o Afpersing o Oplichting en misbruik van vertrouwen met betrekking tot goederen o Diefstal met geweld of gewapenderhand o Diefstal van/in voertuigen 1 Men kan zich afvragen in welke mate er bij de voorbereiding van de (komende) Kadernota Integrale Veiligheid echt overleg is gepleegd met de Gemeenschappen en de Gewesten. In welke mate slaagt men daar trouwens in? Rond welke materies in het bijzonder? Milieubeleid, drugsbeleid? Iseen reëel geïntegreerd veiligheidsbeleid in het België van vandaag eigenlijk wel haalbaar? In de federale Kadernota worden zogezegd prioriteiten gesteld (in feite dus het ganse strafwetboek) ; is er echter ruimte voor de eigen prioriteiten, naargelang de specifieke omstandigheden van steden, gemeenten, landelijke en stedelijke zones enz.? Geeft de Kadernota aanbevelingen voor een contextueel-prioritaire benadering? 5

129 Strijd tegen racisme en discriminatie o Bevordering van de diversiteit en de interculturaliteit o Aanpak van de verschillende vormen van discriminatie Terugdringen van polarisering, gewelddadige radicalisering 2 en het terrorisme en andere vormen van extremisme o Een sociaal preventieve aanpak van polarisering en gewelddadig radicalisering o Detectie, opvolging, vervolging en strijd tegen de extreme radicalisering en de radicaal gewelddadige verenigingen of groepen o Strijd tegen het terrorisme en zijn financiering o Verzamelen, behandelen en registeren van informatie verband houdende met extreem radicalisme o Opvolging van sektarische organisaties o Nieuwe eventuele wetgevende maatregelen, zowel administratief als juridisch, die dienen genomen te worden Strijd tegen de financiële, economische, fiscale en sociale criminaliteit en de corruptie o Fiscale, sociale en economische fraude met een bijzondere aandacht voor ernstige georganiseerde fraude o Industriële en economische spionage o Corruptie o Namaak Fysieke veiligheid van de strategische sites o Preventie o Versterking van de materiële veiligheid in de nucleaire sites en Sevesobedrijven o Beveiliging van de havens o Aanpak van de piraterij in de Indische oceaan De georganiseerde misdaad o Aanpak van de criminele organisaties o Aanpak van de rondtrekkende dadergroepen o Aanpak van enkele specifieke fenomenen Versterking van de aanpak van overlast Meer veiligheid op de weg Dit is alleszins een indrukwekkende opsomming., Maar kan de politiezone Neteland of de politiezone Bodukap hiermee aan de slag? Geeft deze kadernota houvast aan mijn collega s van de parketten? Zelf moet ik ook even achter de oren krabben als ik mij 2 Radicalisme op zich kan bezwaarlijk beschouwd worden als een misdaadvorm. Radicalisme kan beperkt blijven bij ideeën (radicale ideeën) ; soms kunnen de ideeën leiden tot acties die bedreigend zijn voor omgeving of samenleving. Het is mogelijk dat het meeste gevaar vandaag afkomstig is van islamitische radicalisme, althans voor die genootschappen die geneigd zijn tot geweld. Hebben we daarnaast een beeld van de actuele dadendrang van linksextremisme, rechts-extremisme. Er is daarnaast nog zo iets als milieuactivisme (bv. acties tegen gemanipuleerde teelten). Bovendien is radicalisme niet per definitie negatief voor de maatschappelijke ontwikkeling. Denk maar aan het militant socialisme dat in belangrijke mate heeft geleid tot de verzorgingsstaat vanaf wereldoorlog II. Deden de (radicale) vredesactivisten in Kleine-Brogel op algemeen humaan gebied een goede of een slechte job? 6

130 afvraag of ook de piraterij in de Indische oceaan voorwerp uitmaakt van de kadernota. Wat is de boodschap van de Kadernota voor mij? 3 Is de kadernota een opsomming van alle gespecialiseerde diensten van de federale politie om ze in hun bestaansrecht te bevestigen? Wij zijn belangrijk, want wij staan in de Kadernota Integrale Veiligheid. 3 De Kadernota Integrale Veiligheid zou in de visieformulering het waarom en de richtingen of oriëntaties en de globale doelstellingen van het veiligheidsbeleid moeten aangeven. Bijvoorbeeld het wat en waarom van welbepaalde oriëntaties van het persoonsgericht veiligheidsbeleid, het fenomeengericht veiligheidsbeleid, het gebiedsgericht veiligheidsbeleid. Verder de betrokkenheid van welbepaalde maatschappelijke sectoren en beleidsniveaus enz. Voorafgaand daaraan een visie op een aanvaardbaar en niet meer aanvaardbaar niveau van criminaliteit. Wat zijn op het vlak van de criminaliteit de grootste bedreigingen van de samenleving? Enz. 7

131 1.2. Het Nationaal Veiligheidsplan In het Nationaal veiligheidsplan lees ik: Dit plan heeft één doel : de veiligheid en leefbaarheid verbeteren van onze burgers door zo goed als mogelijk in te spelen op de evolutie van onze samenleving en van de noden van de bevolking. Zeer juist. Verder een al even klassieke opsomming: Feiten die de fysieke integriteit van personen ernstig aantasten, in het bijzonder t.o.v. vrouwen ( verkrachtingen,.), worden altijd prioritair aangepakt. de diefstallen gewapenderhand; het geweld in de publieke ruimte, in het bijzonder op het openbare vervoer en door stadsbendes de drugs, in het bijzonder de import en de export van cocaïne, de productie en de smokkel van synthetische drugs en cannabis en de verkoop van drugs (dealen) de illegale vuurwapenzwendel het terrorisme; het intrafamiliale geweld en geweld tegen vrouwen; de mensenhandel (de seksuele uitbuiting en de economische uitbuiting) en de mensensmokkel; de informaticacriminaliteit de fraude, in het bijzonder de sociale en de fiscale fraude alsmede de fraude inzake afvalbeheer de inbraken in woningen en andere gebouwen; Ongetwijfeld leidt de aanpak van alle voormelde fenomenen tot een verbetering van de veiligheid en de leefbaarheid van onze samenleving. Maar ik vraag me toch af of we niet vooral bezig zijn met het bestrijden van de symptomen van een verkoudheid zonder de oorzaken te bestrijden. Iedereen weet dat er geen remedie bestaat tegen een verkoudheid. Er zijn enkel middeltjes tegen de symptonen ervan: een middeltje tegen slijmhoest, een middeltje tegen de verstopte neus en een middeltje tegen een zwaar hoofd. Al deze middeltjes leiden tot de verbetering van de levenskwaliteit als je een verkoudheid hebt, maar ze genezen de verkoudheid niet. Die moet je gewoon uitzieken. Zieken wij gewoon de criminaliteit in onze samenleving uit en spannen politie en bestuur zich in om de beste middeltjes te vinden tegen de symptonen van een verziekte maatschappij? Mij lijkt het dat het zo is. 8

132 1.3 het Zonaal Veiligheidsplan Nog meer dan de Kadernota Integrale Veiligheid en het Nationaal Veiligheidsplan, beperken de verschillende Zonale Veiligheidsplannen en ook de planning van de federale politie- zich tot het hernemen van zoveel mogelijk hierboven opgesomde fenomenen. De jongste jaren behoren volgende issues bij de lokale politie tot de hitparade : diefstal in woningen; verkeer: drugs; intrafamiliaal geweld; overlast; Bij de federale politie zijn dat: rondtrekkende dadergroeperingen, in het bijzonder verantwoordelijk voor diefstal in woningen; drugssmokkel; terrorisme; fiscale fraude; afvalfraude; informaticacriminaliteit; Ik kan mij vinden in de prioriteiten en het feit dat we ze moeten aanpakken, of zoals het Nationaal Veiligheidsplan het verwoordt op pagina 15: Alle geledingen van de politie zullen deze prioritaire criminaliteitsfenomenen, in de mate dat ze ermee geconfronteerd worden, ter harte nemen. Dit impliceert dat ze normaliter allemaal in de veiligheidsplannen van alle entiteiten van de politie moeten worden hernomen, behoudens gerichte aanpassingen op grond van lokale specifieke omstandigheden. Op basis van een gedegen veiligheidsbeeld en in samenspraak met alle partners zullen de diverse autoriteiten hun plannen opmaken en de veiligheidsproblemen adequaat aanpakken. Dus, neem het ter harte, pak het adequaat aan en het resultaat zal zijn. Ja, wat zal het resultaat zijn? Wat zal het effect zijn? Waarheen gaat die aanpak ons leiden? Zal hij de verkoudheid genezen? Waarom zou de prioritaire aanpak van die combinaties van misdrijven ons een veiligere en meer leefbare samenleving brengen? Op die vragen krijg ik geen antwoord. Nu zitten zowel bij politie als op andere beleidsdiensten van de federale overheid, toch wel wat criminologen bij elkaar of werken ze toch samen met gerenommeerde criminologen uit universiteiten uit Gent of Leuven. Is dit the best we can get? 4 4 Men kan zich inderdaad vragen stellen bij de rol van criminologen op verschillende beleidsniveaus. 9

133 Mag ik ontgoocheld zijn? Mag ik mij als lid van justitie en leidinggevende over politie schamen dat we niet verder zijn geraakt dan een vierjaarlijkse opsomming van fenomenen die de bescheiden verdienste heeft dat zowat elke drukkingsgroep of expertengroep het fenomeen waar zijn groep het meest last heeft in de lijst aantreft? Niemand geeft een werkbare definitie aan het woord prioritair. Essentieel, maar het ontbreekt. Het Nationaal Veiligheidsplan zegt hierover: Het behoort tot de essentiële taken van de politie om alle vormen van criminaliteit maximaal te voorkomen, te detecteren, te beheersen en probleemoplossend te bestrijden. Deze taak geldt, ongeacht het fenomeen of de aard van de feiten, voor alle entiteiten van de politie. Op basis van de aard van het fenomeen of het gespecialiseerde karakter van de opsporingen is het aangewezen dat de meest adequate instantie het initiatief neemt in de bestrijding van het fenomeen.15 Dit kunnen de lokale politie ofwel de federale politie zijn, maar ook de inspectiediensten of de administraties. Prioriteit staat voor essentieel, maar niet voor exclusief. Het vooropstellen van prioriteiten mag de politie er niet van vrijstellen om de kwaliteit in de opsporing van alle misdrijven permanent te verbeteren en aan te passen aan de moderne concepten en technieken. Het mag evenmin een reden zijn om niet de nodige middelen in te zetten om kwalitatief en conform de richtlijnen16 te reageren en om nauwgezet de vorderingen van Gaan ambtenaren-criminologen in hun voorstellen en argumenten (op basis van visie en criminologische, voortdurend te actualiseren kennis) bij wijze van spreken tot het uiterste om de beleidsverantwoordelijken de nodige informatie en wetenschappelijke evidenties aan te reiken.?als zij dit resoluut zouden doen dan hebben ze als ambtenaar behoorlijk werk geleverd. Vervolgens is het aan het primaatschap van de politieke verantwoordelijken die uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor de hogere beleidsplannen. Als er wat schort aan de rol van de criminologen-ambtenaren dan is het de moeite waard om de oorzaken na te gaan. Mogelijke verklaringen : - het ontbreekt de criminologen na hun opleiding aan actualisering van de criminologische bevindingen op diverse terreinen ; er is een gap tussen de academische criminologen en de criminologen op de terreinen van beleid en praktijk ; deze laatsten zouden de tijd en de ruimte moeten krijgen of nemen om (in het algemeen en telkens als ze een project wensen voor te stellen of uit te werken) wat studiewerk te kunnen doen ; in welke mate dringt recent criminologisch onderzoek, ook van bij ons, door tot de praktijk- en beleidscriminologen. - Het wetenschappelijk onderzoek is niet altijd bruikbaar voor praktijk en beleid. - Het blijkt dat er tussen de (o.a. ministeriële) administraties en de kabinetten te weinig overleg is over het wat en waarom van bepaalde voorstellen en oriëntaties ; criminologen kunnen het gevoel krijgen dat men niet meer naar hen luistert ; er is een verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen. Ik kan me voorstellen dat dan op de duur ontmoediging ontstaat en dat ze zich een laag profiel aanmeten. Gelukkig zie ik ook enkele uitzonderingen, criminologen die echt kansen krijgen om innoverend aan de slag te gaan en die die kansen ook vastgrijpen. - Vorige punten kunnen zich ook voordoen op lokaal beleidsniveau. - Er is mogelijks ook een tegenstelling in de doelstellingen en belangen van de politici als beleidsverantwoordelijken en de ambtenaren. Een tegenstelling is dat politici op eerder korte termijn willen scoren met opvallende prestaties (waarvan niet altijd duidelijk is dat ze echt een meerwaarde hebben) ; ambtenaren kijken eerder (als ze ter zake niet ontmoedigd geraken) naar duurzamere, structurele verwezenlijkingen. - Bijkomende vraag : kan de Dienst voor Strafrechtelijk beleid (met een resem criminologen) wel optimaal de rol spelen die hem oorspronkelijk is toebedeeld of werd voorgehouden? 10

134 de gerechtelijke overheden uit te voeren of de hoger vermelde inspectiediensten of administraties bij te staan om, zonodig, de sterke hand te verlenen of om criminele organisaties of netwerken actief in hun bevoegdheidsdomeinen aan te pakken. U de olie, wij het smeer. Dank u zeer! Hiermee beëindigde radiopresentator wijlen Julien Put steevast zijn radio 2-programma De gewapende man. Ik heb er nooit de betekenis van begrepen, maar ik begrijp evenmin de ratio in de bovengeciteerde paragrafen over prioritair en essentieel. Het is het verhaal over het kanariepietje met de twee gelijke pootjes, vooral het linkse. Je moet flink al je tanden poetsen, vooral de bovenste, maar ook de onderste. We wiegen onszelf in slaap. De eer is gered, er is een Nationaal Veiligheidsplan. Het feit dat het er is, zou een remedie zijn tegen de ziekte. En nu in allerijl ook de Kadernota Integrale Veiligheid wordt afgewerkt, is de remedie compleet 11

135 2. De zoektocht naar een kader, genaamd visie en missie Maar de Kadernota Integrale veiligheid biedt toch een visie en een missie aan? Het is de missie van de federale overheid om enerzijds dit veiligheidsbeleid op te starten en te omkaderen; anderzijds om de wisselwerking te faciliteren en te coördineren met en tussen de diverse bestuursniveaus (in het bijzonder wat betreft de Gemeenschappen en Gewesten, maar ook het provinciale en lokale niveau), de private sector en de burger. De federale overheid neemt tevens een belangrijke vertegenwoordigende rol op naar het internationale bestuursniveau (in het bijzonder de Europese Unie). Het is de visie van de federale overheid en de Gemeenschappen en Gewesten dat een meer veilige en leefbare samenleving wordt gerealiseerd door een integrale veiligheidsaanpak te voeren, die zich uitstrekt over de gehele veiligheidsketen (van een preventieve aanpak over de reactieve handhaving tot en met de nazorg) en die de inspanningen van alle betrokken maatschappelijke actoren integreert. Of het Nationaal Veiligheidsplan: Samen zorgen voor een veilige en leefbare samenleving. Het blijft, hoe mooi iedereen het ook tracht te verwoorden, een strijd tegen symptonen. De ziekte zelf, nl. wat fout loopt in onze samenleving, durft niemand te verwoorden, laat staan er een plan van aanpak voor uit te werken. Daar is uiteraard meer voor nodig dan het opsommen van prioritaire criminaliteitsfenomenen. Om de ziekte aan te pakken heb je vooreerst een ziektebeeld nodig: diagnose en indicatiestelling. Geloven we dat we ziek zijn of met een ziekte geconfronteerd worden? En hoe bestrijden we enerzijds de symptonen van de ziekte en pakken we anderzijds de ziekte zelf aan. Of zoals dat is met een lekkende kraan. Ga je enkel water opdweilen of ga je vervolgens ook de kraan dichtdraaien? De voorbije 40 jaar heb ik iedereen vooral intens zien dweilen. De kraan druppelde aanvankelijke en ging geleidelijk lopen. Ondertussen is het wachten tot het water er in alle hevigheid uitspuit. Maar zolang dat niet gebeurt, blijft iedereen tevreden met de dweilbeurten. Het is nu eenmaal inherent aan onze maatschappij dat de vloer nat is, dat is de tol van onze rechtstaat. Mag ik dromen van een droge vloer? 12

136 2.1. De dweilfabriek De laatste 40 jaar zijn politie en vooral politie- en justitie een goed geoliede machine geworden. Ze zijn in staat het criminele water dat uit de kraan druppelt redelijk goed op te vegen. De kwaliteit van onze dweilen is verbeterd, de uitwringtechnieken zijn geoptimaliseerd, de absorptiekracht van zo n dweil is gegroeid. Ook het aantal dweilen is de voorbije jaren zodanig gestegen dat het water uit de lekkende kraan, ondertussen zachtjeslopende kraan, gestaag bijgehouden kan worden. Ik ben er zelfs van overtuigd dat een fenomenale inzet van dweilen (lees: politie, magistraten en gevangenissen) kan leiden tot droge plekken op de vloer en dat, nog voor het nieuwe water de droge plekken heeft bereikt op de vloer, er al een nieuwe dweil klaar is om het verse vocht op te nemen. Het aantal criminele jongeren in Antwerpen stijgt gestaag, van vroeger slechts druppelend, tot nu zelfs snel lopend. Antwerpen heeft zijn contingent jeugdrechters verdrievoudigd. Parket en politie werken (in dweiltaal: wringen) keihard, hebben hun werkprocessen (dweiltechnieken) verbeterd en versneld. En zo is er voor elk fenomeen een voorbeeld van welke inspanningen politie en justitie hebben ondernomen voor het bestrijden van het fenomeen, evenwel niet voor het voorkomen ervan Het kraantje Er moet meer gebeuren dan dweilen: met politie, justitie en gevangenissen alleen, komen we er niet. Draai het kraantje dicht! Maar dat kraantje is onze samenleving zelf. Dat kraantje, dat zijn wij allen, u en ik. Zijn wij bereid om toegevingen te doen? Zij wij bereid onze samenleving zo te organiseren dat uit onze kraan minder water, minder criminaliteit stroomt? En ik maak me geen illusies, het kraantje helemaal dichtdraaien zal ons niet (meer) lukken.,,maar met een druppende kraan kan ik nog leven, met stromend water niet en als de kraan kapot springt zijn de gevolgen geenszins te overzien. Misschien is het een illusie te denken dat de kraan volledig dicht kan, maar een kwartslag naar rechts zou toch al een hele trendbreuk zijn. Eerst wil ik toch even iets kwijt over de kwaliteit van ons water. Wat voor water stroomt er uit onze kraan en vooral: wat is de oorsprong van ons water? 13

137 3. Inherente en incoherente criminaliteit Het valt mij op dat er weinig onderscheid gemaakt wordt in criminaliteitsvormen. We maken om de verschillende soorten criminaliteit te beschrijven het klassieke onderscheid tussen geweldsdelicten en eigendomsdelicten, of tussen zware criminaliteit en kleine criminaliteit maar zelden lees ik een onderscheid volgens hun essentie: gaat het over criminaliteit die zijn oorsprong vindt in de aard van onze huidige manier van samenleven, dan wel over vormen van criminaliteit die uitspruiten uit louter geldgewin of zucht naar rijkdom en in elke samenlevingsvorm voorkomen. Dit zijn mijn omschrijvingen: inherente criminaliteit: criminaliteit die veroorzaakt wordt door de manier van samenleven die wij hebben gekozen en die het resultaat is van maatschappelijke ontwikkelingen. Aanpak van inherente criminaliteit dient vooral in te grijpen op de oorzaak van de criminaliteit, en die ligt verweven in de werking en de structuren (eventueel de wegebbende structuren) van onze maatschappij. Naargelang van de wetenschappelijke invalshoek en specialiteit kan gefocust worden op diverse oorzaken. De grote oriëntaties zijn : sociologisch te duiden oorzaken (sociale factoren), psychologisch te duiden oorzaken (psychische factoren), biologischfysiologisch te duiden oorzaken (fysieke disfuncties ). Holistisch beschouwd is er veelal een wisselwerking, interactie tussen de verschillende factoren. Bepaalde deviante (seksuele) parafilieën hebben wellicht steeds te maken met geaardheden, maar of deviantie verwordt tot delinquentie kan veelal te maken hebben met de maatschappelijke structuren. Daar zijn de laatste decennia nogal voorbeelden van. Dus voor de beheersing van criminaliteit zal men, naargelang de aard van de criminaliteit en de context waarin deze voorkomt moeten nagaan of men focust op maatschappelijke factoren, dan wel op psychische factoren, individueel sociale factoren enz. Niet-inherente of incoherente criminaliteit: criminaliteit die ontstaat uit het louter geldgewin of zucht naar rijkdom en die zo oud is als de mensheid zelf en in elke samenleving te vinden is. Voorbeelden maken dit meteen duidelijk: intrafamiliaal geweld is een duidelijk symptoom van iets wat fout loopt in alvast onze maatschappij. Zo ook het respectloos omgaan met elkaar, agressief gedrag, drugsgebruik, enz. Dit zijn voorbeelden van inherente criminaliteit, waar we vooral moeten kijken naar de oorzaken van dit gedrag. De internationale drugstrafiek in Antwerpen situeert zich louter in snel geldgewin en is dus in deze terminologie niet ontsproten aan de manier waarop en structuren waarin wij als individuen met elkaar samenleven. 14

138 In geen enkele kadernota, in geen enkel veiligheidsplan, wordt dit onderscheid gemaakt. Alle criminaliteitsvormen worden opgesomd en we gaan ze allemaal adequaat aanpakken. Maar laten we beginnen met de inherente criminaliteit. Vooral die criminaliteit is verantwoordelijk voor ons onveiligheidsgevoel, voor onze nood aan een leefbare samenleving. Weinig burgers op een corrupte douanier na- laten hun slaap voor een cocaïneboot meer of minder in de Antwerpse haven. Dus die incoherente criminaliteit moet haar finaleplaats delen met de inherente criminaliteit. Het moet een én-én - verhaal worden en niet zoals thans al te vaak, het focussen op de georganiseerde misdaad en de kleine criminaliteit afdoen als niet belangrijk genoeg voor justitie. 15

139 3.1. Inherente criminaliteit: eigen aan onze manier van samen leven De voornaamste criminaliteitsvormen die inherent zijn aan de opbouw van onze samenleving zijn m.i. de volgende: i. intrafamiliaal geweld ii. agressie, ook in ons rijgedrag iii. drugsgebruik en drugverkoop iv. eigendomsdelicten v. overlast vi. aangezogen door de incoherente criminaliteit Ik beperk mij vooreerst tot het opsommen en het kort beschrijven van deze vormen van criminaliteist. In hoofdstuk 4.a. zal ik de historische context ervan schetsen, met als bedoeling het plan van aanpak voor de toekomst vanuit de geschiedenis beter te begrijpen. De sterk doorgedreven individualisering van onze maatschappij en het in sommige bevolkingsgroepen volledig ontsporen van seksuele/familiale moraal, hebben geleid tot de hier beschreven vormen van criminaliteit. De nieuwe gezinsstructuren die zijn ontstaan, hoeven op zich geen probleem te zijn. Toch missen jonge mensen ook daardoor houvast. Als het woord vader nog maar enkel verwijst naar hij die biologische verwekker is, doch lang niet meer staat voor hij die met gezag en kracht (niet met macht) mij bijstaat in mijn opgroeien en het aannemen van waarden normen, groeien jongeren op in structuren zonder grenzen en zonder respect. Met financiële problemen bovenop of een schamele huisvesting krijg je een context die mogelijk intrafamiliaal geweld genereert, agressie, drugs- en alcoholgebruik, overlast en een vruchtbare grond voor meer criminaliteit. I. Intrafamiliaal geweld Het aantal gevallen en schrijnende situaties- van intrafamiliaal geweld is de laatste decennia opzienbarend gestegen en is een typisch fenomeen in onze huidige Westerse cultuur. De intensiteit, driestheid en vooral uitzichtloosheid zijn nieuw. De oorsprong van dit intrafamiliaal geweld, zal ook de sleutel vormen tot de remedie en zal ik bespreken in de volgende hoofdstukken.(zie 4) Voor politie en justitie, samen met zijn partners het openbaar bestuur en de hulpverlening, zal de aanpak van intrafamiliaal geweld de sleutel vormen tot de kwartslag naar rechts van de kraan. In deze rubriek hoort ook het eergerelateerde geweld als bijzondere vorm van intrafamiliaal geweld. 16

140 II. Agressie Intrafamiliaal geweld is inderdaad slechts één van de vele vormen van agressie in onze maatschappij, maar toch wens ik intrafamiliaal geweld af te zonderen van de rest van alle overige agressie- of geweldsdelicten. 5 Het moet ons zorgen baren dat een handtas niet meer gestolen wordt, zonder dat er ook zinloos geweld bij komt kijken. We zien een stijging van het aantal inbraken met vernietiging van de voordeur, het aanwezig meubilair, en, als de bewoners thuis zijn, met geweld op de bewoners. We stellen vast dat chauffeurs steeds agressiever rijden, dat het aantal gevallen van verkeersagressie toeneemt, waarbij de agressie buiten het voertuig wordt verdergezet. Het verminken van een been met een bosmaaier was recent een wreed voorbeeld. Ook onze jongeren zijn assertief. Maar hun assertiviteit neigt steeds meer en meer naar agressiviteit.. Ze zijn nauwelijks aanspreekbaar, verdragen geen kritiek en gaan zeer agressief met elkaar om, niet alleen verbaal maar ook in daden. Ook in hun rijgedrag, hun agressieve stijl van zich tussen mensen en het verkeer te begeven valt op. Ze reageren hun frustraties af op straat, in het verkeer en het meest erge, via pestgedrag op school. De uitwassen van agressief pestgedrag tussen jongeren, maar ook tussen volwassenen, halen dagelijks de media. Berichten van zinloos geweld verbijsteren, zoals recent de jongeman die op de tram door een 25-tal personen vrolijk werd bijeen gestampt, zomaar zonder reden. Herinnert u het zich nog? Halen we de schouders op? Treedt gewenning op? Gewenning aan die natte vloer? Spreek maar eens iemand aan die tegen een gevel staat te urineren of die zich dubbel heeft geparkeerd voor jouw wagen. Wees blij als je er met een scheldtirade vanaf komt. Het wordt schrijnend en vooral zeer pijnlijk, vrijwel hallucinant als ik de voorbeelden begin aan te geven van de agressie op onze kinderen, op onze jonge kinderen, op onze baby s. Een andere bijzonder vorm van agressie betreft racisme en discriminatie. III. Drugsgebruik en drugsverkoop Het drugsgebruik, maar ook de drugsverkoop, waarmee dealers in eigen onderhoud voorzien, bevindt zich in dezelfde sfeer als intrafamiliaal geweld en agressie buiten het gezin. 5 Criminologisch onderzoek toont aan dat agressiviteit (of althans de agressieve attitude van bewoners) toeneemt met de demografische densiteit. We mogen aannemen dat naarmate de bevolkingsdensiteit toeneemt in Vlaanderen (i.c. in steden) de mate van agressiviteit (of alleszins van agressieve attitudes onder de bevolking) zal toenemen. Er is ook het effect van de leeftijdsverdeling onder de bevolking. Agressieve handelingen komen uiteraard niet zozeer voor onder een oudere bevolking, maar onder een jongere bevolking. 17

141 Drugsgebruik betekent een vlucht uit de realiteit. Drugs die ervoor zorgen dat een mens zo snel mogelijk in een roes van zorgeloosheid komen, hebben het meeste succes. Het pleidooi om onschuldige cannabis te legaliseren omdat alcohol toch ook een drug is, doch een legale, is een ronduit destructieve uitspraak. Drugs gebruiken, doe je niet uit gezelligheid. We zitten samen gezellig op café of op restaurant en delen een XTC-tje uit om de gezelligheid te verhogen en de remmingen wat te verlagen. We gebruiken daar alcohol voor, en helaas soms te veel. Maar we drinken niet dat pintje of dat glaasje wijn om zo snel als mogelijk in een bepaalde roes te komen die ons onze zorgen doet vergeten (tenzij je alcoholieker bent, want maatschappelijk evenmin aanvaard wordt). Met drugs ligt het anders: je neemt je toevlucht tot drugs om onmiddellijk in een andere sfeer te zijn. Dat is trouwens momenteel ook het probleem aan het worden bij jongeren met alcohol. Zij nemen snel en heel bewust dié alcohol tot zich die hen snel in een roes brengt. Bij comazuipen drinken ze sterke drank alsof het limonade zou gelden. Een argument is dan dat het niet om drugs gaat. Indien deze vorm van alcoholverbruik blijft aanhouden, dient alcohol zeker voor jongeren- dezelfde stempel te krijgen als drugs: VERBODEN. Drugs, en die extreme vorm van alcoholgebruik, hebben hun prijs. Dus worden er drugs verhandeld om het eigen drugs- en uitgaansleven te kunnen financieren. De feestcultuur kost geld: de toegang, de drankjes, de optredens, de wagen om er naartoe te rijden Dus ga je zelf drugs verkopen of ga je zelfs kleinere (tot grotere) eigendomsdelicten plegen. IV. Eigendomsdelicten We kunnen er niet omheen. Nogal wat eigendomsdelicten hangen samen met de zucht naar snel geldgewin om in drugs-, alcohol- en uitgangsonderhoud te voorzien. Dit kan gaan van de jongeren die het gemunt hebben op een kleine buit in kantines, jeugdlokalen en andere lokalen van verenigingen, tot de werkelijke verslaafde veelpleger die ernstige feiten pleegt om zijn dure heroïnegebruik te kunnen betalen. Als ik in dit hoofdstuk spreek over een aantal eigendomsdelicten, gaat het dus over een beperkt aantal eigendomsdelicten die individueel of in kleine jongerengroepjes gepleegd worden. Daar zijn zeker ook een groot aantal woninginbraken bij, want niet elke woninginbraak is het gevolg van een rondtrekkende dadergroepering. Die laatsten zijn trouwens maar verantwoordelijk voor één derde van de woninginbraken. Voorts zijn erg herkenbaar: handtasdiefstallen, halskettingdiefstallen en de gemakkelijke inbraken in scholen, kantines, bedrijven en huizen. Maar helaas ook dikwijls gepaard gaande met geweld: de steaming, de afpersing. U kent ze wel: jongeren die een ander belagen en hem onder druk of met geweld zijn of haar GSM en portefeuille afhandig maken. Dit zijn eenvoudige inbreuken die ze dankzij het groepsgevoel met weinig schroom plegen. 18

142 Het zijn eigendomsdelicten van laffe, normenloze jonge daders. V. Overlast Het zijn diezelfde jongeren die, schuilgaand in de groep, zorgen voor amok en straatlawaai, voor daden van vandalisme en vernielingen. Zij slagen erin pleinen en wijken te terroriseren. VI. Aangezogen door de incoherente criminaliteit Het zijn natuurlijk ook die jongeren, die gemakkelijk ten prooi vallen aan slechte vrienden. Die ten prooi vallen aan de zucht naar het grote geldgewin. Zij zijn bereid het voetvolk te zijn van de georganiseerde misdaad: drugskoerier, geldkoerier, smokkelaar, heler,. 19

143 3.2. Incoherente criminaliteit: de zucht naar rijkdom Maar we worden evenzeer geconfronteerd met vormen van criminaliteit die zich voordoen in onze samenleving doordat die, grotendeels ongewild, een aantrekkingspool blijkt te zijn voor criminaliteit, meestal de grote criminaliteit. Geëtaleerde rijkdom trekt nu eenmaal criminaliteit aan: overvallen op juweliers, inbraken in woningen, diefstallen uit voertuigen, georganiseerde oplichtingen, grootscheepse fraude. Hoe goed uw samenlevingsvorm ook georganiseerd is, altijd zal een deel van uw bevolking een crimineel attitude hebben of zal uw maatschappij anderen met die attitude aantrekken. Ik benader de meest opvallende voor Antwerpen: i. rondtrekkende dadergroeperingen ii. internationale drugtrafiek iii. diamantfraude I. Rondtrekkende dadergroeperingen Laat me vooreerst het duidelijk stellen dat niet elke diefstal in woning gepleegd wordt door een lid van rondtrekkende dadergroeperingen. Statistieken tonen aan dat één op de drie van onze inbraken gepleegd wordt door onze eigen bevolkingsgroep, door mensen uit onze eigen buurt. Zo n dief gaat niet graag meer dan 800 meter af van zijn eigen woonst om een inbraak te plegen. Hij breekt in, op zoek naar snel geld, zonder duidelijk plan. De meer professionele dief heeft zijn actieterrein verder weg. Hij gaat op pad in buurgemeenten of nog verder. Ook zij zijn goed voor een derde van de inbraken. De georganiseerde inbraken, maar evengoed koperdiefstallen en ladingdiefstallen, waarbij groepen afkomstig uit landen uit het oosten en het noorden van Europa hun slag slaan, is goed voor het resterende derde van de inbraken. Dat wil ook zeggen dat, indien Oost- en West-Europa nog gescheiden zouden zijn, dat dit gedeelte van inbraken ons minder zou bereiken en dus dat onze eigen manier van samenleven hier niet voor verantwoordelijk is. We moeten bovendien niet enkel kijken naar de voormalige Oostbloklanden, om te spreken over rondtrekkende dadergroeperingen. De Franse bendes die het zuiden van West-Vlaanderen onveilig maken zouden evengoed kunnen gecatalogeerd worden onder rondtrekkende dadergroeperingen. II. Internationale Drugstrafiek Elk dorp, elke gemeente, elke stad heeft te kampen met criminaliteit. Een fenomeen als de internationale cocaïnetrafiek, blijft beperkt tot de Antwerpse haven. Uitzonderlijk doet het zich voor in onze andere havens. Waarom dan vooral Antwerpen? Omwille van de grote legale handel in bananen die uit dezelfde landen komen als de cocaïne. Als Gent de grote bananenhaven zou worden, zou je de problematiek zo mee zien verschuiven. Bovendien heeft Antwerpen extra troeven voor de legale economie, waarvan ook de 20

144 illegale economie profiteert: centraal gelegen, grote verbindingswegen, snelle afhandeling van goederen, Kortom, onze manier van samenleven is niet de oorzaak van deze vorm van criminaliteit, maar wel een aantal factoren, eigen aan de Antwerpse haven en het geldgewin. III. Diamantfraude In een kadernota voor de Antwerpse politiediensten, kan het niet anders dat één van de meest besproken thema s van de laatste jaren aan bod komt: diamantfraude. Ook hier is niet onze samenleving verantwoordelijk. Onze samenleving komt er geeneens aan te pas en ziet hoe Joodse, Indische en Libanese diamantairs fraude plegen.. Zij dreigen weg te trekken onder druk van controles. Mocht dit gebeuren, is deze misdaadvorm in één klap opgelost. Het vreemde aan deze diamantfraude is onze ambigue houding tegenover de fraude in deze sector. Uiteraard zijn we allemaal tegen fraude, maar we willen de sector niet kapot, want hij is belangrijk voor onze economie. Nu, een sector die enkel overeind kan blijven dankzij fraude, mag vragen doen rijzen bij de onmisbaarheid voor onze economie. Bovendien is de achterliggende ethische vraag nooit gesteld. Wij zijn zeer gechoqueerd door bontmantels en door het lijden dat ze veroorzaken, maar we staan er zelden stil bij dat de diamantfraude tot doel heeft diamanten afkomstig uit conflictgebieden waar kindsoldaten en rebellenlegers vechten voor de macht over de ontginningmijnen - binnen te smokkelen op de legale markt en er grote winsten op te nemen. Die rebellenlegers en kindsoldaten raken ons misschien minder dan, dan de om hun bont gekweekte marters en nertsen? 21

145 3.3. Twee criminaliteitsdomeinen: twee aanpakken We zijn erg gedreven en boeken aardig resultaat in het klassieke criminaliteitsdomein van de incoherente criminaliteit. Onze technische middelen en politietechnieken verbeteren dankzij de moderne wetenschap en zo geraken steeds meer misdaden opgelost, kunnen we dankzij de telefoontap heelder bendes inrekenen en via sporendatabanken tal van dieven klissen. De resultaten zijn minder zichtbaar op het domein van de inherente criminaliteit. Hoewel er duidelijke verhoogde inspanningen zijn en niemand kan ontkennen dat politie en justitie de problemen onderkent en aanpakt, blijft de vraag of de aanpak werkt. Lonen de inspanningen van politie en justitie? Wie objectief de effecten van het beleid meet, stelt vast dat het geweld driester wordt, de familiale situaties schrijnender worden, de rijen wachtenden aan de deuren van de jeugdrechtbank langer worden en het opvangtekort in de hulpverlening groter wordt. Het onveiligheidsgevoel verdwijnt niet en gewent hoogstens. I. politioneel We maken in de politionele aanpak, maar ook justitiële aanpak onvoldoende onderscheid tussen de twee onderscheiden criminaliteitsdomeinen, de inherente criminaliteit en de incoherente criminaliteit. Intrafamiliaal geweld aanpakken doe je op een ander manier dan fraude aanpakken. Door herhaald verbaliserend en straffend op te treden, zal de fraudeur zijn gedrag aanpassen: de slaagkans, pakkans en strafkans goed uitbalanceren brengt resultaat. Aanslepend intrafamiliaal geweld geraakt niet onder controle, doordat de politie telkens proces-verbaal opstelt en justitie er telkens geen gevolg aan geeft. Er is meer nodig. De dader begeleiden, is een goed begin. Maar meer is absoluut nodig. Intrafamiliaal geweld is vaak de uiting van een diepere frustratie. Als we nagaan waar intrafamiliaal geweld zich het meest opvallend situeert, dan is dat in "multiproblematische"- gezinnen. Ze zijn vaak een broeihaard van agressief en niet respectvol omgaan met elkaar. "Multi-problematisch" slaat op verschillende levensdomeinen waar zich een instabiele situatie voordoet: relationeel, financieel, gezondheid, huisvesting, opleiding, cultuur,... Door in te grijpen op die verschillende levensdomeinen, kunnen het intrafamiliaal geweld en de agressie in dat gezin onder controle gebracht worden. Maar dat is het werk van velen: huisvestingsmaatschappij, OCMW, jeugdhulpverlening, algemeen welzijn,... Maar ook van politie en justitie. Politie en justitie kunnen bestuur en hulpverlening bijspringen door de hulp niet langer vrijblijvend te maken, maar eerder aanklampend. 22

146 Incoherente criminaliteit kan aangepakt worden door als bestuur, politie en justitie sterk in te grijpen op de slaagkans (hoe groot is de kans dat ik in mijn diefstal zal lukken), de pakkans (en hoe groot is de kans, nadat ik in mijn diefstal gelukt ben, dat men mij zal kunnen pakken) en de strafkans (en hoe groot is de kans, als ik gepakt bent, dat men mij daadwerkelijk zal straffen). Inherente criminaliteit dient vooral in te grijpen op de oorzaak van de criminaliteit, en die ligt verweven in de werking en de structuren (zeg maar wegebbende structuren) van onze maatschappij. II. strafuitvoering Voor de strafuitvoering geldt dit evenzeer. De aanpak van incoherente criminaliteit heeft baat bij een ernstige strafkans. De falende strafuitvoering in België maakt het bijzonder moeilijk om hardleerse criminelen af te schrikken. Verkeersinbreuken blijven onbetaald, omdat de vervangende gevangenisstraf toch niet wordt uitgevoerd. Maar ook andere normen worden overschreden, omdat de strafkans klein is. Zeker voor minderjarigen is de strafkans bijzonder klein. Zigeunerbendes laten dan ook graag minderjarigen tal van diefstallen plegen, omdat die er uiteindelijk gemakkelijk van af komen. Maar ook meerderjarige dieven kiezen België uit omwille van ons manklopend strafuitvoeringsbeleid. Voor de aanpak van inherente criminaliteit, zal het louter investeren in de strafkans niet volstaan. De druk van de strafkans moet er voor de inherente criminaliteit uiteraard ook zijn, maar zal niet alleenzaligmakend zijn. Wie opgroeit in een instabiele leefomgeving en daardoor agressief omgaat met zijn gezinsleden, zijn medemensen, zijn buurt, zal uiteraard geen nieuwe feiten van agressie of intrafamiliaal geweld kunnen plegen in de cel, maar staat geen stap verder, zodra hij na zijn verblijf in de gevangenis, terug in dat instabiele gezin wordt geplaatst. We zullen dus moeten investeren in de dader, maar tegelijk ook in zijn leefomgeving om een stabiele situatie te bereiken. Bovendien is er de vraag of iemand opsluiten in de gevangenis altijd de beste oplossing is. Een gevangenis is niet bepaald een heilzame plek die agressie wegneemt. Integendeel. Er is m.i. meer nood aan reclasseringshuizen, waar we de pleger van feiten onmiddellijk onderbrengen. Waar hij volgens een afgesproken uurschema, de mogelijkheid heeft van komen en gaan, en waar de begeleiding primeert op de bewaking. Wie zich niet houdt aan het reglement in het reclasseringshuis, belandt wel degelijk in de gevangenis. Ik zie duidelijk meer heil in het onderbrengen van een pleger van agressie, desnoods na enkele dagen cel, in een reclasseringshuis. Dit kan door de onderzoeksrechter opgelegd het regime van vrijheid onder voorwaarden of in het kader van een probatiemaatregel die de rechter ten gronde bepaalt. Het reclasseringshuis controleert het komen en gaan van de daders. Wie de afspraken of regels niet nakomt, gaat terug naar de gevangenis. In het reclasseringshuis begint de wederopbouw: welke zijn de belastende factoren, samen op zoek naar werk of opleiding, samen voor hem en zijn gezin zijn huisvesting verbeteren, zijn mutualiteit en administratie in orde zetten enz... 23

147 Het zal een investering zijn, zoals ook gevangenissen bouwen een investering is, doch de reclasseringshuizen zouden veel korter op de bal moeten kunnen spelen en veel flexibeler kunnen inzetten op aanklampende hulpverlening. In afwachting hiervan dient alvast, maar dan daarna ook blijvend, geïnvesteerd te worden in een beperkt aantal cellen in de gevangenis waar kortgestraften binnen de problematiek IFG of andere inherente criminaliteit (verslaafde veelplegers, overlastplegers, kleine vermogensdelicten) korte straffen daadwerkelijk kunnen uitzitten of de straf ingevolge het niet naleven van de regels van het reclasseringshuis, kunnen ondergaan. 24

148 4. Aanpak van de inherente criminaliteit Wie de inherente criminaliteit van onze samenleving wil aanpakken, moet weten waar onze huidige samenleving staat, vanwaar ze komt en waar ze naartoe gaat Historische evolutie Sinds vele duizenden jaren, kennen we binnen de mensheid het ontstaan en bestaan van beschavingen: de Babylonische, Egyptische, Griekse en Romeinse, maar evengoed diverse dynastieën in het Chinese rijk. Kenmerkend voor beschavingen is dat ze ontstaan, hun hoogtepunt kennen doch helaas ook terug verdwijnen. De vraag is of onze Westerse beschaving ook zo n cyclus kent. Zo ja, wanneer is onze huidige Westerse beschaving dan ontstaan, wanneer kende ze (of zal ze kennen) har hoogtepunt en wanneer zal ze verdwijnen? Professor Johan DEKLERCK (bron: Deklerck, K., Tussen veiligheid en ontmoeting : een sociologisch perspectief op buurtbemiddeling. In: Provinciaal Overleg Buurtbemiddeling, Provincie Vlaams Brabant, Mijn buur: lust of last? Verslagboek Studiedag 20 september 2006, 8-21) uit Leuven beschrijft onze huidige cyclus als t volgt: De huidige Europese natiestaten hebben een leeftijd van 150 à 200 jaar. Na de Franse revolutie in 1789, kwam er een nieuwe wind waaien over West Europa die de waarden van vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid moest verzoenen, met de oude machtsstructuren, samen met de groeiende aandacht voor de rede als gevolg van de Verlichting, die het denken rond de rede en de wetenschap voorbereidde. Het congres van Wenen ( ) herverkavelde het toenmalige Europa tot het huidige Europa der natiestaten, waarbij het toch nog enkele decennia duurde vooraleer de meeste landen hun huidige geografische grenzen vonden. Eerder in de achttiende eeuw had Charles de Montesquieu zijn trias politica voorgesteld: de scheiding tussen de wetgevende, rechtelijke en uitvoerende macht als basis voor het politieke bestuur van de natiestaat (Montesquieu & Holierhoek, 2006). Ondermeer de aandacht voor de rede, de wetenschap, de secularisering, de opkomende industrialisering, leidden tot de ontwikkeling van het Europa zoals we het in de voorbije tweehonderd jaar gekend hebben: het Europa van de moderniteit. De moderniteit van de Europese natiestaten kende haar grondstructuur op politiek vlak in het model van de democratie met de scheiding der machten, op religieus vlak in de scheiding tussen Staat en Kerk (die tot voor kort een zeer grote invloed op het doen en laten van de burger bleef behouden), en op economisch vlak in het model van het burgelijke kapitalisme, dat mondiaal gezien meer en meer het overheersende economische model aan het worden is. De burger was opgenomen in een hem dragende en begrenzende samenleving, die hem het leven voorschreef van de wieg tot het graf, en hem daartoe disciplineerde. We kunnen 25

149 spreken over een consensussamenleving die voortduurde tot de jaren zeventig van de vorige eeuw. (Foucault, 1975) De jaren zeventig kunnen we beschouwen als de opkomst van de dissensus -samenleving. Dissensus of conflict stonden in deze periode centraal. Fronten werden gevormd tussen twee consensus groepen, tussen politiek links of politiek rechts, progressief of conservatief, de socialistische of liberale verdeling van geld, eigendommen en productiemiddelen. Een generatie jongeren zocht zich een verbond tussen arbeiders en intellectuelen om via revolutionaire weg een nieuwe basisdemocratische samenleving te realiseren. Hoewel deze periode van grote politieke betekenis is geweest, heeft ze zich, anders dan door velen gedroomd, een weg gezocht in de richting van een assensus - samenleving. Een assensus-samenleving (assensus: cf. Bianchi, 1980) is een samenleving waar niet langer eenstemmigheid of eensgezindheid (consensus) of dissensus of conflict tussen twee uitgesproken machtsblokken centraal staat, maar een samenleving die gekenmerkt wordt door een veelheid van naast elkaar bestaande opvattingen en meningen. Dit is bij uitstek zo in de actuele samenleving. Deze wordt gekenmerkt door individualisering en fragmentering, door zoveel opvattingen en gedachten als er individuen zijn. Hierbij verliezen de bindende structuren van de natiestaten langzaam hun kracht door processen van globalisering en localisering. Van de lente van de moderniteit, aanvangend met het ontstaan van de natiestaten begin tot half de negentiende eeuw, via de zomer en oogst waarin de welvaartstaten ons in de jaren zeventig (Deklerck, 2005) de overvloed en materiële weelde verschaften waarvoor ZOMER HERFST dissensus- samenleving consensus-samenleving (1970-) (1800- ) LENTE assensus- samenleving (2000- ) WINTER zovele generaties voor gezwoegd hadden, komen we momenteel aan in de herfst-winter van deze moderniteit. Het gaat om de periode van de post - of na -moderniteit, een periode van ononderbroken, steeds sneller elkaar opvolgende veranderingen en hervormingen, 26

150 gekenmerkt door grote onrust en destabilisering, een onduidelijk toekomstperspectief en onvoorspelbaarheid op sociaal, economisch, politiek en ecologisch vlak. De fragmentering en individualisering van het sociale leven. De plaats en de taak van het individu binnen de samenleving is niet langer duidelijk. Het individu wordt vrijgemaakt uit traditionele klasse- en familiebindingen en uit traditionele geslachts- en leeftijdsspecifieke rollen. (Wildemeersch, 1995). Zo bestaat er niet langer een houvast om te voorspellen waar een kind zal leven, welk beroep het zal uitoefenen, of het een gezin zal uitbouwen en hoe dit er dan wel zal uitzien, welk geloof of welke filosofische opvattingen het zal delen, welke rituelen het zullen begeleiden bij de scharniermomenten in zijn leven, waar het zijn partner zal vinden en voor hoe lang het bij deze partner zal blijven, welke zijn eet- en leeftradities zullen zijn, hoe het zijn kinderen zal opvoeden, welke taal deze zullen spreken, welke technologische middelen hen ter beschikking zullen staan. De antwoorden op deze vragen waren enkele decennia geleden nog vanzelfsprekend voor een grote meerderheid van de bevolking. Nu is dit echter omgekeerd. (Huyse, 1994:34). Aan het wegvallen van de vanzelfsprekendheden zijn twee zijden. Aan de ene kant komen we terecht in een onvoorspelbare toekomst vol onzekerheden. Het voortdurende moeten kiezen stelt grote eisen. Een school- of beroepsloopbaan bijvoorbeeld wordt een steeds snellere opeenvolging van een toenemend aantal keuzemomenten. Aan de andere kant kan dit ook een bevrijding betekenen uit de soms verstikkende plichten voor wie er vroeger een andere mening op na hield. Daarnaast vallen de belangrijke levensdomeinen zoals wonen, arbeid, familie en vrienden en vrije tijd steeds minder vaak samen. Ze deinen uit elkaar, waarbij het voor individuen steeds moeilijker wordt compromissen te zoeken. Men woont dikwijls niet meer waar men werkt, de personen waarmee men samenwerkt zijn niet de vrienden, en men woont soms ver verwijderd van zijn familie. Vrije tijd en vakanties neemt men niet langer thuis. Deze uitdeinende afstanden worden gedeeltelijk opgevangen door allerlei technologische ontwikkelingen, nieuwe communicatiesystemen en transportmiddelen, met een grotere milieubelasting en een sneller levensritme als gevolg. De toegenomen individuele vrijheid betekent terzelfdertijd een grote belasting voor het gemeenschappelijke leven. Waar het individu zijn eigen maatstaf wordt, betekent dit een verlies van gemeenschappelijke doelen en projecten. (Elchardus, Huys en Hooghe, 2001). De afbrokkeling van zingevingssystemen. De toenemende individualisering die aan de ene kant de mogelijkheid laat om een heel eigen levenspatroon uit bouwen, biedt aan de andere kant nog weinig houvast. Dit is ook merkbaar op het vlak van zingeving. De vroegere morele centra en waardenkaders lijken steeds minder van tel. De terugval van het kerkbezoek en de aanwezigheid van de Kerk in het dagelijks leven is hiervan een sprekende illustratie. Alleen nog bij scharniermomenten in het leven, zoals geboorte, huwelijk en overlijden wordt nog teruggegrepen naar kerkelijke tradities. Dit is ook het geval voor andere levensbeschouwelijke zuilen en de grote sociale bewegingen. Mensen voelen zich niet langer aangetrokken tot de vroegere morele centra. En zingeving en religie zijn niet langer een collectief gebeuren. Ze zijn geïndividualiseerd. 27

151 Jeugddelinquentie In deze assensussamenleving groeien jongeren nu op. Groot worden in een sterk geïndividualiseerde samenleving met een overvloed aan prikkels, erg uiteenlopende standpunten en steeds verder teruggedrongen algemeen gedeelde waarden- en normenkaders is voor jongeren niet zo eenvoudig. Ethisch gezien, moeten ze het veel meer zelf uitzoeken en zijn er veel minder algemeen geldende en dwingende antwoorden dan vroeger. Dit, terwijl de puberteit en adolescentie op persoonlijk vlak een periode is van grote verandering, het zoeken naar een nieuwe identiteit met vaak existentiële verwarring. Dit kan leiden tot experimenteergedrag, voorbijgaande delinquentie. Met de volwassenheid keert dan de rust terug. Maar sommige jongeren blijven in delinquentie hangen. Dit hangt vaak samen met een lang verhaal van pijnlijke jeugdervaringen. 6 Belangrijk in de evolutie van consensusmaatschappij naar de huidige assensusmaatschappij, is de evolutie van de groep naar het ik 7, en gelijktijdig om het ik in zijn verzuchtingen de enorme toename van de (straf)wetgeving. In het algemeen zou men dus kunnen gewagen van minstens een (toenemende) duale samenleving : enerzijds personen die constructief kunnen omgaan met de individualisering en fragmentering ; anderzijds personen die dreigen losgeslagen te worden bij gebrek aan cohesie, structuur, gerichte socialisering, enz. Schematisch kan je één en ander als t volgt eenvoudig voorstellen: 6 Een belangrijke hoeveelheid jongeren pleegt een of andere vorm van delicten. Veel heeft te maken met experimenteergedrag, beïnvloedbaarheid e.d. Slechts een beperkt aantal jongeren (volgens veel onderzoeken 5%) gaat door van de minderjarigheid naar de meerderjarigheid. Zelfs zonder (gerechtelijke) ingreep stopt dus de overgrote meerderheid. Dit heeft te maken met een aantal desistance-factoren. Het komt er dan op aan om de risicofactoren en eveneens de beschermende factoren van jongeren in te schatten en vervolgens te bepalen op welke jongeren men best doelmatig en zinvol inzet. 7 Nu hoeft de individualisering uiteraard geen volledig negatieve connotatie te krijgen. Men kan zich de vraag stellen of de individualisering en de fragmentering naast negatieve effecten, ook wat positiefs zou kunnen inhouden. Die individualisering en fragmentering kan ook leiden tot meer menselijke vrijheid. We denken daarbij aan het (vroeger) onderscheid tussen platteland en stad. Op het platteland was er een sterkere structuur, meer sociale controle. Voor sommigen was dit een verstikkende structuur en controle die ontplooiing kon belemmeren. Vandaar de drang van sommigen om naar de stad te trekken. Stadslucht maakt vrij. Individualisering en fragmentering betekenen ook dat men zelf keuzes mag en kan maken. Dit wordt nog meer bevorderd door de menselijke mobiliteit (men kiest zelf zijn relaties, waar die zich ook bevinden, men komt met allerlei diverse ideeën in contact ). Het is misschien (of waarschijnlijk) wel waar dat niet iedereen de volle vrijheid aankan, dat sommigen (omwille van hun psychische beperkingen) meer structuur nodig hebben dan anderen. In het algemeen zou men misschien kunnen gewagen van een (toenemende) duale samenleving : enerzijds personen die constructief kunnen omgaan met de individualisering en fragmentering ; anderzijds personen die dreigen losgeslagen te worden bij gebrek aan cohesie, structuur, gerichte socialisering, enz. 28

152 29

153 Gelijktijdig met de evolutie van onze maatschappij, zien we hoe onze staatstructuur afbrokkelt tot een structuur gebouwd zonder het individu. Om dit te kunnen realiseren en voor ieder een wet op maat te maken zien we dan ook een enorme toename van het aantal wetten. 8 Het is tegen deze bredere maatschappelijke achtergrond van afbrokkeling van fundamentele samenlevingsverbanden, dat we zowel de aandacht voor de criminaliteit, angst- en onveiligheidsgevoelens als preventie moeten situeren. 8 Het is daarbij opmerkelijk dat de wetgeving geleidelijk aan meer en meer is gaan doordringen tot het private leven, t.t.z. om een impact te krijgen op het private en relationele leven. In de eerste plaats was er de wet op de kinderbescherming (1912) en vervolgens de jeugdbescherming (1965). In de tijd dat men begon te spreken van een kinderbescherming vonden o.m. katholieke conservatieven het absoluut niet nodig dat de staat zich zou gaan bemoeien met het gezinsleven ; dit was een exclusieve zaak van het gezinshoofd. We kregen vanaf de jaren 90 een boost van strafrechtelijke ingrepen op het relationele leven : de wetgevingen inzake partnergeweld, kindermishandeling, belaging (stalking ). We wetgever ging zich ook inlaten met nog andere relationele problematieken : ongewenst seksueel gedrag, pesten op het werk enz. Interessant hier is de relatie tussen de (h)erkenning van bepaalde fenomenen als maatschappelijk probleem (misbruiken in de relationele sfeer waren vroeger minder of niet een maatschappelijk probleem) en de criminalisering en penalisering van deze fenomenen. Men kan verwachten dat er in de relationele sfeer nog andere fenomenen vroeg of laat gecriminaliseerd worden, of waarvoor althans aparte strafwetgeving wordt ontwikkeld (bv. ouderenmisbehandeling, alhoewel dit nu al kan gepenaliseerd worden met klassieke strafrechtelijke bepalingen). Nieuwe wetgeving is dan vaak eerder een symbolische politieke daad. Zou men er ook aan kunnen denken om eergerelateerd geweld apart strafrechtelijk te benoemen en strafbaar te stellen. Ik hoop dat dit niet gebeurt omdat dit geweld nu al op allerlei strafrechtelijke manieren kan aangepakt worden. Het zou er alleen maar complexer op worden. 30

154 4.2. Huidige politie en justitie: justitie, de spiegel van onze maatschappij Een maatschappij krijgt de justitie die ze verdient. De maatschappij oogst een justitie die ze zelf heeft gezaaid. Er is wel wat veranderd in onze maatschappij, en dus ook in onze justitie. Misschien stelt onze maatschappij wel erg hoge verwachtingen in justitie. Misschien zijn die verwachtingen onrealistisch hoog. Justitie is meegesleurd in het zogenaamde veiligheidsdiscours. Het is opvallend hoe onze welvaartstaat uit de jaren 60-70, de jongste 20 jaar geëvolueerd is naar een veiligheidsstaat. Het thema veiligheid heeft sommige partijen geen windeieren gelegd. Veiligheid is één van de meest bespeelde politieke thema s van de laatste decennia. Justitie is in dit verhaal de kop van jut geworden. Daar waar het recht een middel was om het doel van vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid te bereiken, is vandaag onze persoonlijke vrijheid, ieders grote gelijk het middel geworden om een formele wereld van recht te creëeren. De maatschappij verwacht dat justitie de individuele ambities van elke burger -en die liggen helaas niet allemaal in dezelfde lijn- als grond neemt voor een gigantisch rechtsysteem dat de vrijheid van de burger op elk vlak en op elk moment securiseert. Een voorbeeld kan dit verduidelijken. Verschillende bewoners in een straat zien met lede ogen hoe hun straat een sluikweg is geworden. Ze pleiten ervoor dat hun straat de status van zone 50 zou krijgen. Meer nog, ze willend dat er snel camerabewaking komt om hardleerse chauffeurs in deze kindvriendelijke straat met veel fietsers tot een beter rijgedrag te dwingen. De burgemeester zwicht en laat zijn politiedienst geregeld camerabewaking houden. Aan de andere kant van dit verhaal zitten de automobilisten. Zij hebben de prangende vraag of de politie nu echt niet beters te doen heeft dan op een voormiddag in een anoniem voertuig te zitten en de chauffeurs op weg naar hun werk te flitsen en te tracteren op boetes. Zij eisen dat de politie meer patrouilleert in hún woonwijk, die rustig en veraf gelegen is, en een makkelijk doelwit voor inbrekers. Ieder wil met andere woorden op basis van zijn particuliere belangen een rechtssysteem dat tegemoetkomt aan zijn/haar individuele behoeftes. Het algemeen belang is ondergeschikt aan de individuele wens. Justitie op maat is een doel geworden langs onze roep om voor het eigen gelijk. Misschien heeft onze maatschappij haar eigen verantwoordelijkheden te veel verschoven naar justitie. De keeper moet die bal maar tegenhouden. Het is de Nederlandse professor Hans Boutellier in zijn publicatie De improvisatiemaatschappij (2010) die de treffende vergelijking maakt met het voetbalveld. Hij ziet justitie als de doelman in het voetbalspel dat als tegenpartij de onveiligheid heeft. De aanvallers zijn de bouwstenen van de maatschappij: de burger en zijn sociale verbanden, wij elk als individu, maar ook in onze kleinste organisatie, het 31

155 gezin (al dan niet éénouder, al dan niet nieuw samengesteld). Het middenveld zijn de grotere maatschappijstructuren- en instanties: overheid, bestuur, steden en gemeenten, onderwijs, verenigingen, de hulpverlening, de zorgsector, enz In de verdediging staan de politie en de private beveiliging. En in de goal? Inderdaad justitie, maar dan wel in enge zin, te weten de keten: parket, rechtbank, strafuitvoering en reclassering. Justitie die trouwens de verdediging (de politie, dus) aanstuurt. De keeper komt pas tussen als de aanvallers balverlies hebben geleden, het middenveld het spel niet onder controle krijgt en ook de verdediging de bal niet kan tegenhouden. Dan pas komt justitie in actie om de bal te grijpen en zover als mogelijk terug het middenveld in te gooien, want daar moet die bal zijn. Het lijkt een simpel beeld, maar het is goed bruikbaar. Zowat alle veiligheidsproblemen die op ons af komen, schuiven we door naar justitie. Dan gaat het vooral over de parketten, het openbaar ministerie. Voor elke kwaal in onze maatschappij, voor elke niet ingewilligde persoonlijke ambitie dient het parket. Schoolverzuim, huiselijk geweld, overlast, hangjongeren, risicojongeren, verslavingen, alcohol, roken enz zijn thema s die verhuisd zijn van de sociale controle die aanvallers en middenveld bij zich zouden moeten kunnen houden, naar de keeper die justitie heet. De aanvallers, de individuen zelf, moeten in eerste instantie de handdoek opnemen. Wij moeten weer leren uit onszelf waarden en normen na te leven, niet enkel omwille van een hoge pakkans. Als ik kijk naar het rijgedrag van Duitse automobilisten versus Belgische. De Duitse automobilist heeft geen camera s nodig om zich aan de maximale snelheden te houden. De Duitse automobilist heeft geen agent verstopt achter een struik nodig om als een heer te stoppen aan een zebrapad om voetgangers te laten oversteken. 9 De voorbeelden worden schrijnend als we zien hoe we als gezin omgaan met onze verantwoordelijkheden. Niet lang geleden patrouilleerde een politiecombi op de parking van een grootwarenhuis, ergens overdag. Tussen de geparkeerde auto s zagen ze een jongetje van acht spelen. Moet jij niet naar school? vroegen de agenten. Het jongetje haalde de schouders op. De agenten brachten hem in hun combi naar huis. Mevrouw, we hebben uw zoontje gevonden op de parking van het warenhuis. Waarom is uw zoontje niet op school? Ach, mijnheer, ik heb er niks aan te zeggen, hij wil niet. Kunnen jullie hem niet naar school brengen. Zo n uniform zal wel meer indruk op hem maken dan de vraag van zijn moeder. En daar staat justitie, in casu de politie, dan. Moet justitie die jongeman naar school brengen?. Moeten wij de jeugdrechter inschakelen om die moeder te leren moeder te zijn? Men verwacht dat wel, maar dat is voor justitie 9 Men zou eens kunnen nagaan (wellicht is dit al gebeurd) waarom globaal beschouwd in de Noord-Europese landen (bv. Skandinavië) er minder criminaliteit is dan in het zuiden. Heeft dit te maken met een grotere bereidheid tot normnaleving, meer normbewustzijn? Heeft het eventueel ook te maken met een betere socialisering (gezin, scholen), geringere struggle for live, minder bevolkingsdensiteit enz. in het noorden? Heeft het verschil te maken met een Germaanse versus een Latijnse mentaliteit? België zit dan wel in het midden. Wat de Skandinavische landen betreft weten we bijvoorbeeld ook dat er manifest een veel geringere gevangenispopulatie (gerelateerd aan het totale bevolkingsaantal) is dan bijvoorbeeld in België. Anderzijds weten we ook dat bijvoorbeeld in Noorwegen systematisch ook de kleinere misdrijven worden bestraft en dat alcoholmisbruik meer leidt tot effectieve gevangenisstraffen. 32

156 geen haalbare kaart (meer). Justitie kan niet in haar eentje onze maatschappij heropvoeden. Maar justitie moet wel werken in dit maatschappelijk weefsel en ziet wetgevingen op haar afkomen die inspelen op die individuele behoeften, maar niet noodzakelijk het maatschappelijk belang dienen. 10 Ik zie de parlementsleden nog hevig molenwieken naar aanleiding van een tatoe-wetgeving toen het sterrenmeisje zich in haar slaap 53 sterretjes had laten opnaaien. Het meisje ging de tatoe-shop binnen voor enkele sterretjes, viel in slaap tijdens de behandeling, waarna de enkele sterretjes er 53 bleken te zijn Dus zocht men meteen naar een nieuwe wetgeving om zulke problemen te voorkomen, liefst met een aangepaste strafbaarstelling t.a.v. de tatoeëerder. Ik ben zo vrij te citeren uit de rede van gouverneur Cathy Berx, uitgesproken voor de provincieraad op 9 oktober 2009 onder de titel De angst voorbij. Ik lees op pagina 41: Pogingen om gemeenschappelijkheden die voor iedereen gelden te definiëren en in ons referentiekader op te (laten) nemen worden amper ondernomen. Geen normoverschrijdend gedrag plegen in deze tijden vergt bovenal een grote discipline, een hoog moreel gehalte, een groot plichtsbesef, veel verantwoordelijkheidsgevoel en consequent handelen. Maar laat deze consequentie nu net vaak onderbelicht zijn in onze samenleving 11 Naast die maatschappelijke verschuiving en de verhuizing van het veiligheidsthema naar justitie, moeten we vaststellen dat de doelman met alvast één hand op de rug gebonden moet spelen. De overdreven regelgeving (lees: Franchimont) die bijkomende rechten geeft aan slachtoffers, maar voornamelijk aan verdachten, verzwakt de slagkracht van de parketten en rechtbanken. Zij moeten spelen met geketende handen en voeten. En als justitie dan vraagt om de ketens wat te mogen lossen, is het antwoord neen. Neem nu Assisen. Dat is een mondelinge procedure die 180 jaar oud is. Ze werd ingesteld doordat destijds juryleden niet werden verondersteld te kunnen lezen en schrijven. Dus moest alles mondeling overgedaan worden. Dat is 180 jaar geleden. Zowat àlles is sindsdien veranderd. Maar wij, wij doen dat nog.net zo Om justitie terug in de plooi te krijgen zal onze maatschappij haar veiligheidsbeleid anders moeten organiseren. Het middenveld moet zijn verantwoordelijkheid opnemen en justitie zal dit ook doen. Zelfs een terugspeelbal zien we helemaal zitten. 10 Dat opmerkelijke gebeurtenissen aanleiding zijn voor nieuwe wetgeving was ook al zo bij de aanvankelijke V.I.-wet van Ook de nieuwe aanpassingen van de V.I. zijn er gekomen naar aanleiding van commotie wegens bepaalde zaken. Nochtans valt het te betwijfelen of die wetsveranderingen (-verstrengingen) echt wel nodig zijn, of ze leiden tot meer doelmatigheid, of ze op termijn een maatschappelijke meerwaarde hebben. Met een behoorlijke uitvoering van de klassieke wet, komt men zeer ver. Wat V.I. betreft komt het er op aan om de nodige begeleidende controle zo strikt mogelijk uit te voeren. Na 1888 is dit gedurende geruime tijd wel gebeurd. In latere perioden is er verslapping opgetreden, tot en met politiek dienstbetoon naar de minister van Justitie toe om sommige gedetineerden vrij te krijgen. 11 BERX, C., De angst voorbij Meer hoop, meer (zelf)vertrouwen, meer zekerheid, meer veiligheid, Antwerpen, 9 oktober 2009, Brandpunt, p.41 33

157 4.3. Nieuwe opdracht voor justitie: samen investeren in de samenleving Justitie zal haar rol moeten herbekijken, zeker voor de inherente criminaliteit. Wij zijn succesvol in de samenwerking en de efficiëntie van de aanpak. We moeten evenwel vaststellen dat we weliswaar de beschikbare dweilen optimaal benutten, maar dat er nog altijd water uit de kraan loopt, onophoudelijk. Er moet dus meer gebeuren om de veiligheid te bewerkstelligen en de leefbaarheid te verhogen. De keten moet intensiever zijn, en vooral ook langer. Langer, zodat ze verder reikt dan doelman en verdediging en ook het middenveld betrekt, en waar het kan zelfs de aanvallers. Deze nieuwe opdracht voor justitie is des te belangrijker, als men weet voor welke uitdaging het arrondissement Antwerpen en vooraal de verstedelijkte agglomeratie Antwerpen de komende 25 jaar staat. i. Samen met de burgemeester. De partner openbaar bestuur. In het klassieke veiligheidsdenken, en dan verwijs ik naar artikel 36 WGP 12, sluit de rol van de burgemeester als hoofd van de politie zeer nauw aan bij de bestuurlijke politie. Hij verbiedt betogingen of samenscholingen of laat ze toe, hij of zij trekt vergunningen in, sluit instellingen, legt administratieve boetes op. Dit ligt helemaal in de lijn van het reactieve repressieve veiligheidsbeleid. Maar de burgemeester is ook verantwoordelijk voor één van de voornaamste middenveldspelers, nl. de lokale overheid. De burgemeester moet net in deze taak nadrukkelijk gestalte geven aan een lokaal integraal veiligheidsbeleid, dat niet zozeer en zeker niet alleen een zaak is van politie en justitie alleen. Het lokale bestuur moet zijn verantwoordelijkheid zodanig opnemen dat het kan vermijden dat het de politie (bestuurlijk of gerechtelijk) en de justitie moet inschakelen. Een voorbeeld kan dit verduidelijken. Als een gemeentebestuur, om de veiligheid in een bepaalde woonwijk te verhogen en de leefbaarheid te verbeteren, besluit om een zone 30 in die wijk in te stellen, kan zij haar taak als volbracht beschouwen eens het op de juiste plaatsen verkeersborden met maximum 30 km/uur te plaatsen. Aan politie en justitie om deze nieuwe norm te handhaven en waar nodig te sanctioneren. Hier zien we duidelijk hoe het bewaken van de veiligheid meteen wordt doorgespeeld aan politie en justitie. 12 Art. 36 WGP. Het (vierjaarlijkse) zonaal veiligheidsplan omvat :1 de prioritaire opdrachten en doelstellingen vastgesteld door de burgemeesters en de procureur des Konings, elkeen wat zijn bevoegdheden betreft,die in een globale veiligheidsaanpak worden geïntegreerd,evenals de wijze waarop deze opdrachten en doelstellingen zullen worden bereikt; 34

158 Maar het kan ook anders. De lokale overheid kan meteen ook de straten zo inrichten dat ze niet uitnodigen om sneller te rijden dan 30 km/uur. De verfpot kan hier al wonderen doen, maar evengoed leiden as-verschuivingen of verkeersplateaus tot voorzichtiger rijgedrag. En als dan na die maatregelen toch zou blijken dat een repressief optreden nodig is, zullen politie en parket hun verantwoordelijkheid opnemen. Is het verkeersveiligheidbeleid een te gemakkelijk voorbeeld? Zeker niet, ook in alle andere veiligheidsmateries is een dergelijke aanpak mogelijk. We maken momenteel werkelijk veel woninginbraken mee. Ook hier gaan alle blikken richting politie (pakkans: krijgen we de dieven te pakken?) en richting justitie (strafkans: krijgen de gevatte dieven een ernstige straf die wordt uitgevoerd?). Er is ook de slaagkans om een inbraak te plegen. En voor de dief speelt die slaagkans zeker mee. Voor de dief spelen drie factoren een belangrijke rol, en in die volgorde Slaagkans: hoe groot is de kans dat ik deze woning ongestoord kan betreden? Pakkans: hoe groot is de kans dat de politie mij kan vatten? Strafkans: hoe groot is de kans dat ik een zware straf krijg? 13 Pakkans en strafkans zijn de domeinen waar politie en justitie actief zijn, maar de slaagkans is het verhaal van de lokale besturen en zeker en vast van de burgers zelf. De burgers moeten geresponsabiliseerd worden om de slaagkans tot een minimum te beperken. Zo n responsabilisering is niet eenvoudig. De lage respons op de TPA s (Techno Preventief Advies) van de politie toont aan hoe de burger de veiligheid van zijn woning vooral een zorg vindt van politie en justitie en niet van zichzelf. Daarom moet de lokale overheid bijspringen. In het afleveren van een bouwvergunning kan zij een keurmerk 14 voor ramen en deuren vragen dat inbraakbestendigheid geeft. De lokale 13 We kunnen ons trouwens ook de vraag stellen of we ook goed omgaan met ons strafkansenbeleid.er wordt in ons land inderdaad veel te weinig ingezet op de begeleiding van justitiecliënteel. Zo bijvoorbeeld het belang van postpenitentiaire intensieve begeleiding om ex-gedetineerden terug op het spoor te krijgen. Een aantal ex-gedetineerden komen vrij en sleuren een rugzak met zich mee met enorm veel problemen waar ze zelf niet meer aan uit kunnen (woonst, tijdsbesteding, inkomen, schulden ). Er zijn wel voorzieningen, maar die zijn weinig outreachend en dus veelal receptief en in gespreide slagorde. Wat het outreachende betreft ontbreekt het veelal aan coaches die op de ex-gedetineerden die over weinig of geen sociaal kapitaal beschikken, intensief inwerken om hen op het spoor te krijgen en te houden, om dus aanklampend en systematisch aan de reclassering te werken. Dit is dus niet noodzakelijk soft. Dit zal de samenleving wat kosten, maar wat kosten staal en beton voor nieuwe gevangenissen? Niet voor niets bouwt men in Nederland de gevangeniscapaciteit af. Daar wordt wèl bijzonder doelmatig ingezet op strakke reclassering. Daarbij spelen ook de gemeenten een rol. De evolutie van de recidive wordt er constant gemonitored. Men beschikt er ook over zogenaamde doorgangshuizen (exodushuizen). De Nederlandse Justitie heeft het nut hiervan begrepen én zij laat niet na deze private initiatieven royaal te subsidiëren. De kamers in deze huizen kosten minder dan de cellen in een gevangenis en er wordt bovendien resultaat mee geboekt. 14 De afname van het aantal inbraken in Nederland en het proportioneel geringer aantal inbraken aldaar in vergelijking met omliggende landen wordt in de eerste plaats verklaard door een doelmatig proactief en preventief beleid. Het keurmerk veilig wonen in Nederland (waarin een aantal methoden van voorlichting, technopreventiviteit, evaluatie enz. zijn voorzien) wordt voortdurend verbeterd en geactualiseerd. Men gaat er bij ons nog te veel van uit dat folders helpen om de burger te motiveren. Onderzoek heeft uitgewezen dat dit niet het geval is, maar dat doelgericht en specifiek moet worden opgetreden, i.f.v. types woningen en bewoners. Tevens denkt men al te gemakkelijk dat door commerciële firma s voorgehouden tovermiddelen helpen. Zo bijvoorbeeld SDNA (trouwens mede door de provincie Antwerpen gepromoot). De voorspelling flop is uitgekomen : veel tijd, personeelsuren en geld is eraan besteed, tevergeefs. De dure kits raakt men aan de straatstenen niet kwijt en liggen en masse te verslijten in een kelder. Zelfs al krijgt men ze aan de goedgelovige burger, dan is het systeem niet effectief. 35

159 overheid kan nagaan of de inplanting van het gebouw geen onrechtstreekse uitnodiging is om dieven op bezoek te krijgen. Onze burgers zetten weleens hun huisraad uit het zicht van de straat, achter hoge hagen en zonder enige mogelijkheid tot (sociale) controle. Dit maakt ook dat de dief ongestoord zijn slag kan slaan: niemand merkt hem op, zelfs de buren niet. De grootste uitdaging heeft betrekking op intrafamiliaal geweld. Ook voor dit thema hebben politie en justitie naar een hogere versnelling geschakeld. Maar ook voor dit thema is de vraag of ze niet louter dweilen in plaats van de kraan toe te draaien. Intrafamiliaal geweld doet zich vaak voor in gezinnen (al dan niet nieuw samengesteld) die in sociale armoede leven en een multi-problematiek ervaren voor financiën, verslaving, werk en woonst. Voornoemde thema s zijn niet de core-business van politie, laat staan justitie. Eén van de drama s in onze Vlaamse samenleving is het enorme tekort aan sociale woningen en de mogelijkheid om via dit sociaal woonbeleid de burgers te responsabileren op betere leefgewoonten. Het huisaanbod is in Vlaanderen voor méér dan 80% in handen van privé-eigenaars. Daardoor wonen veel arme gezinnen in armtierige woningen waar huisjesmelkers goed hun boterham aan verdienen. Wie een sociale woning wenst, staat op een lange wachtlijst. Burgemeester en sociale huisvestingsmaatschappijen kunnen hier het verschil maken door te investeren in sociale woningbouw en door verkrotte woningen van huisjesmelkers op te kopen en te renoveren. Wat de proactieve en preventieve middelen ter voorkoming van inbraak betreft bestaan er Europese regels voor de beveiliging van ramen en deuren. Na lange tijd zijn die ondertussen in België verwettelijkt. Het zouden nu de gemeenten moeten zijn die een en ander implementeren. Dit kan criminologisch worden aangetoond dat het zin heeft. Maar juist dit toepassen gebeurt nauwelijks of niet. Men wijst inzake inbraken of de toename van de inbraakgolf op de rondtrekkende bendes uit Oost-Europa. Nederland is nochtans even goed bereikbaar voor deze bendes en daar neemt het aantal inbraken af. De reden is hierboven vermeld : een afdoende preventief en proactief beleid. 36

160 ii. Samen met de hulpverlening: de partner zorg Dat de hulpverlening mee een schakel hoort te zijn in de veiligheidsketen, is geen evidente mening. Hulpverlening stelt zich graag op als het alternatief voor de politiejustitie-aanpak, maar ziet zich minder als deel van het geheel. 15 En nochtans is dat de toekomst. Een geïntegreerd samenwerken van politie, justitie, lokale overheden én de hulpverlening creëert enorme mogelijkheden om de maatschappij haar verantwoordelijkheid weer te laten opnemen en zo een geïntegreerd beleid te verwezenlijken. Zo n beleid zorgt voor een integrale veiligheid en voor een leefbare samenleving. Samenwerken moet dan wel samen werken betekenen. Dat houdt meer in dan taakafspraken maken of communicatiemodellen uitwerken. Dat wil zeggen letterlijk samen werken onder één dak en samen rond de tafel zitten om elke casus die zich aandient te bespreken en er gezamenlijk een oplossing voor te vinden. En die oplossing 15 Samenwerking met de hulpverlening lukt nu meer dan vorige eeuw. Dat het niet altijd boterde tussen justitie en politie enerzijds en hulpverlening anderzijds heeft zo zijn historische redenen. Men moet hiervan langs beide kanten bewust zijn. De hulpverlening met zijn emancipatorische doelstellingen vooral na de jaren 60 van vorige eeuw was er in de eerste plaats om in volle vertrouwen met de cliënt aan de slag te gaan en om bij te dragen tot zijn welzijn. Een vertrouwensrelatie betekent o.m. dat een hulpzoekende ook dingen moet kunnen zeggen waarvan hij zeker moet zijn dat ze niet naar politie of justitie worden overgebracht. Hulp kan niet zonder dergelijk vertrouwen. Dit komt vandaag nog het meest principieel tot uiting in de Vertrouwenscentra Kindermishandeling. Als mensen niet vrijuit durven praten in alle vertrouwen, dan loopt men het risico dat veel leed verborgen blijft en dat het van kwaad naar erger gaat, tot eventueel een fatale afloop toe. Hulpverlening is er in essentie om psychisch of fysiek leed weg te nemen of te verminderen. De rationaliteit van justitie (in de eerste plaats van de strafrechtsbedeling) bestaat er vaak in om leed toe te voegen. Dit is nu eenmaal de eigenheid van bestraffing. Zelfs al gaat het om zgn. rechtvaardige straffen, dan staat deze specifieke missie diametraal tegenover wat de hulpverlening beoogt. In wezen gaat het om de macht van de staat tegenover het zwakke individu (zelfs al heeft dat individu criminaliteit gepleegd); in de hulpverlening voelde men veelal de behoefte en opdracht om dat individu te behoeden voor de machtige impact. In het verleden werden justitiabelen niet altijd op een behoorlijke manier bejegend door politie en justitie. Men spreekt in de victimologie van secundaire victimisering. Er was vaak weinig gevoeligheid voor het slachtofferschap hetgeen tot uiting kwam in de loop van het strafrechtelijk onderzoek, in het gebrek aan informatie enz. Ondertussen is daar wel wat aan gedaan. De instructies zijn er althans. De praktijk laat nog wel eens te wensen over. Dit is (was) trouwens voor burgers een belangrijke reden om geen politionele aangifte te doen. Dit bleek althans uit grootschalige bevragingen van slachtoffers. Dus de eventuele weerstanden vanuit de hulpverlening komen voort uit een niet altijd rooskleurig verleden. De pendel lijkt ondertussen wel in het midden te komen. En er is tussen politie en justitie enerzijds en de sector (al is die zeer divers) van de hulpverlening veelal een modus vivendi gegroeid. Ook komt dit uiting in het zoeken (doorheen de verschillende deontologische codes) naar de juiste evenwichten binnen casusoverleg (CO3, Protocol van Moed, Korte Keten ). Het blijft echter over eieren lopen. Merk ook het rollenconflict op binnen de Belgische Justitiehuizen. Enerzijds meent het personeel dat het hulpverlenend-begeleidend moet optreden, anderzijds heeft men een controlerende-justitiële opdracht. Nogal wat begeleiders (maatschappelijk assistenten) in de Justitiehuizen hebben het daar moeilijk mee. In de opleidingen (sociaal hoger onderwijs) werden ze gesocialiseerd als zuivere hulpverleners. Het is waarschijnlijk voor een deel aan dit rollenconflict te wijten dat er in de Justitiehuizen zo veel verloop is. Dit kan begrijpelijk zijn, maar komt uiteraard de duurzaamheid en de doelmatigheid niet ten goede. 37

161 kan bestaan uit een kort of lang traject, met of zonder hulpverlening, met of zonder justitie. De bedoeling is dat we elkaar versterken. De hulpverlening kan aanklampend werken als justitie daadwerkelijk met de stok achter de deur staat, justitie kan doelmatiger werken als na de straf ook nieuwe opportuniteiten bestaan. Het parket van Antwerpen wil hier een belangrijke rol op zich nemen. Het doet dat in navolging van de veiligheidshuizen in Nederland, het Family Justice Center in Croydon(Londen) dat is een organisatie die werkt met en rond de cliënt mét de drie partners: politie/justitie lokale overheden hulpverlening/welzijnssector. De rol van het parket is van bijzonder groot beklang. Het kan optreden als het moet, lokale overheden en welzijn ondersteunen waar het kan, maar ook afzijdig blijven als dat de beste oplossing blijkt te zijn. Op 10 januari 2011 gaven de Ministers van Justitie (Federaal) en Welzin&Gezin (Vlaanderen) samen met de Gouverneur van Antwerpen, haar deputé voor Welzijn en de burgemeester van Antwerpen het startschot voor een proefproject waarin de voormelde partners permanent in overleg samenzitten om meteen gezamenlijk binnenkomende dossiers te bespreken in functie van oplossingen. Het project heeft de naam CO3 gekregen wat staat voor Cliënt Organisatie met 3 partners: politie/justitie, lokale overheid en hulpverlening/welzijnsector. Concreet betekent dit dat alle betrokken partners enkele medewerkers fulltime, parttime of oproepbaar detacheren in dat permanent overleg waarbij elke partner: - verbonden is met zijn eigen BackOffice (toegang tot het eigen computernetwerk) - een mandaat heeft van zijn organisatie om te beslissen; - wachtlijsten kan doorkruisen; - waar nodig zijn beroepsgeheim mag delen met de andere partners. De partners zijn met elkaar verbonden langs een netwerk en bouwen zo gedeelde dossiers op. Dat de vier voormelde kritische succesfactoren geen evidente opgave zijn, maakt de uitdaging groot, maar het probleem dat men er wil mee aanpakken is evenzeer van groot gewicht, nl. in de eerste plaats intrafamiliaal geweld. Partners die zeker deel moeten uitmaken van dit permanent overleg onder één dak zijn politie, parket, stad (of gemeente), OCMW, CAW, CGGZ, gevangenis, justitiehuis, jeugdzorg, Comité voor Bijzondere Jeugdzorg, enz. CO3 zal zijn cliënten responsabiliseren (de bal terug naar de aanvallers), opportuniteiten aanbieden (via het middenveld) en sanctioneren waar het moet of dreigen met sancties als de spreekwoordelijke stok achter de deur (de doelman). iii. Samen voor de bouwstenen van onze samenleving: het gezin Wie de inherente criminaliteit in onze samenleving wil aanpakken, moet de bouwstenen van onze samenleving bijsturen. Het gezin, of beter gezegd het gezin in al zijn huidige vormen, staat dan centraal. Als we toekomst gericht willen werken, moeten we de 38

162 samenleving van morgen bijsturen door te investeren in de jongeren van nu in hun gezin. We moeten ervoor zorgen dat de jongeren opgroeien in een gezin dat waarden en normen heeft en in staat is normoverschrijdend gedrag te vermijden. Dat vergt bovenal een grote discipline, een hoog moreel gehalte, een groot plichtsbesef, veel verantwoordelijkheidsgevoel en consequent handelen. Er dient vastgesteld te worden dat in vele multi-probleemgezinnen precies deze eigenschappen onderbelicht blijven. Zij zijn niet in staat die zelf te verwezenlijken en moeten gesteund en gestuurd worden. Op zich is dit geen opdracht voor justitie, tenzij het ontbreken van deze eigenschappen leidt tot de grootste kwaal die zich momenteel manifesteert in onze gezinnen: intrafamiliaal geweld. Dit strafbare gedrag, zowel het fysieke geweld als het seksueel geweld binnen het gezin staan sinds jaren hoog op de politionele en justitiële agenda. Alleen is er niet altijd het beséf waarom intrafamiliaal geweld hoog op de agenda moet staan. Politie en justitie hebben de aanpak van dit geweld het laatste decennium prioritair behandeld omwille van de geweldpleging op zich, nooit omwille van de oorzaak en evenmin omwille van het gevolg. In haar aanpak isoleert justitie het geweld van haar oorzaak en haar gevolgen. Door louter dadergericht te werken, de dader te straffen, de dader te verplichten een therapie te volgen, neemt zij niet de oorzaak van dit geweld weg nl. de rugzak van problemen waarmee dit gezin kampt, wat leidt tot frustratie en agressie bij het gezinshoofd, voor zover er soms nog kan gesproken worden van het gezinshoofd. Evenmin is politie en justitie zich onvoldoende bewust van de nefaste gevolgen van intrafamiliaal geweld op de jongeren in het gezin. 16 Meisjes die moeten opgroeien in een incestrelatie met vader of stiefvader(s), zullen moeilijker in staat zijn later een goede affectieve moederrol op zich te nemen. Hun kunde om hun latere rol van echtgenote en moeder te vervullen die een warm nest biedt aan haar kinderen en een normbesef kan 16 Het doorgronden van de ernst en het risicogehalte van IFG veronderstelt dat men op basis van welbepaalde indicaties die ernst en dat risicogehalte kan inschatten. Dit vergt kennis over de mogelijke ontwikkelingsprocessen van IFG, kennis die moet worden opgebouwd via wetenschappelijke informatie, gepaste vorming en veel ervaring (met de nodige feedback van experten). Partnergeweld evolueert fasegewijs volgens een neerwaartse spiraal of ook wel via perioden van gewelddadige uitbarstingen, afgewisseld met perioden van tijdelijke positieve euforie. Men moet daarom tijdsassen opmaken om deze ontwikkeling tijdig te reconstrueren om vanaf het juiste moment resoluut in te grijpen omdat het risico te groot wordt. Momentums op de tijdsas geven een beeld van de negatieve spiraal. Momentums zijn bijvoorbeeld signalen dat er wat aan de hand is en markante voorvallen en daden (ook al gaat men die periodiek relativeren) zoals een goede vriendin in vertrouwen nemen over de situatie, slagen als gevolg van alcohol, tijdig onderkomen zoeken bij familie, melding aan de politie en er weer op terugkomen enz. Ook kennis over de geaardheid en de psychologie van de dader (belager) is van belang. In de literatuur worden types van partnergeweldplegers beschreven, telkens met de evoluties die ze kunnen doormaken. Beschikken de meeste politiekorpsen ondertussen over deze kennis en vaardigheden? Hebben ze ook de mogelijkheden om de nodige hulp te mobiliseren wanneer ze met (acuut) slachtofferschap te maken krijgen, om met bedreigde personen terecht te kunnen in noodopvang? Is er ter zake ook training on the job? Worden de praktijken per korps geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd? 39

163 bijbrengen is ernstig verstoord, zoniet zelfs vernietigd. Jongens die in een sfeer van geweld opgroeien, zullen veel moeilijker een normgedrag in hun jeugd en hun later leven hanteren. Zij zullen zelf agressief zijn, zich afzetten tegen autoriteit en zich verraden voelen door de samenleving. Agressief gedrag, overlast, drugsgebruik zijn typische fenomenen die het gevolg zijn vaak van intrafamiliaal geweld. Het justitieel beleid inzake intrafamiliaal moet meer dan louter op de dader gericht zijn. Van haar kant, moet de hulpverlening zich niet louter op het slachtoffer toespitsen. En als de hulpverlening zich richt op de dader, dient zich niet te beperken tot louter (vrijwillige of justitieel opgelegde) een agressietherapie. De aanpak waarbij bestuur, hulpverlening en justitie voor een gezin een totaaltraject uitwerken, is een betere optie dan wanneer ieder werkt op zijn domein. Ik verwijs hiervoor naar de hierboven beschreven werking van CO3. De investering door het bestuur, door de hulpverlening en door justitie in het gezin is primordiaal, omdat het gezin de eerste levenscirkel is van elke mens. Als mens hebben we nood aan stabiliteit, aan zekerheid in verschillende leefdomeinen. Als deze leefdomeinen met problemen beladen zijn, is het moeilijk functioneren als mens. A. eerste leefdomein, de kleinste cirkel: het gezin Opgroeien in een warm nest maakt ons gelukkig. Het is makkelijk een kind blij te maken. Dan doen we met een cadeau, verwennerij of een leuke uitstap. Moeilijker is een kind gelukkig te maken, want een kind wordt pas gelukkig als het zich veilig en geborgen voelt in een warm gezin. B. tweede leefdomein, de tweede cirkel: mijn persoon De fysieke integriteit van mijn eigen lichaam is ontzettend belangrijk. Dat is ook de reden waarom agressief gedrag van derden op ons, zo n indruk nalaat. Mijn lichaam, mijn persoon is mijn burcht waarin mijn ik zich bevindt, en is dan onaantastbaar. C. derde leefdomein, de derde cirkel: mijn goederen De gevolgen van een woninginbraak zij zeer traumatisch, niet alleen omwille van de materiële schade, maar bovenal door het feit dat iemand in mijn huis is geweest. Mijn huis en mijn bezittingen zijn een verlengstuk van mijn eigen ik en de aantasting hiervan is onaanvaardbaar. De aantasting van mijn goederen, door een misdrijf of door een ongeluk, is zeer ingrijpend. D. vierde leefdomein, de vierde cirkel: mijn gezondheid Ik laat de volgende van de cirkels in het midden. Dat het gezin en mijn lichaam de twee belangrijkste leefdomeinen zijn, lijkt me logisch. Over de volgorde van de andere leefdomeinen wens ik mij niet uit te spreken. Dat mijn gezondheid een enorm belangrijk leefdomein is, is logisch. We wensen elkaar trouwens elk jaar vooral een goede gezondheid, terecht. Vraag is natuurlijk wat gezondheid doet in een kadernota voor arrondissementele en zonale veiligheidsplannen. Eén van de belangrijkste strafwetten waarmee justitie dagelijks aan de slag gaat, is nochtans een wet van de Minister van Volksgezondheid: de drugswet. En als alcohol ook zo n gezondheidsprobleem is, dan 40

164 weten we dat alcohol en strafwet zeer vaak samen hand in hand gaan. Een groot aantal misdrijven wordt gepleegd wordt onder invloed van alcohol en er is de problematiek van alcohol in het verkeer. Drugs en alcohol zijn zo bepalend in het leven en in de ontwikkeling van het individu. E. vijfde leefdomein, de vijfde cirkel: mijn mobiliteit Veilig in het verkeer. In vrijwel elke nationaal veiligheidsplan en in vrijwel alle zonale veiligheidsplannen, blijkt verkeer een steeds belangrijker leefdomein te worden. We bevinden ons als voetganger, fietser en automobilist dagelijks vele uren in het verkeer. We verlaten de geborgenheid van onze woning om ons te gooien in het verkeer, waarvan we verwachten dat dit verkeer onze levenskwaliteit niet aantast. F. zesde leefdomein, zesde cirkel: mijn leefmilieu We moeten ons huis beschermen tegen derden. Het moet ook een gezonde leefomgeving zijn. Dit geldt ook voor de straat, de wijk, de stad en de natuur in en rond de stad. Wonen in een ongezonde woning of in een triestige straat, met sluikafval, vernielde infrastructuur en graffiti, vermindert onze levenskwaliteit en verhoogt onze frustratie. Ons milieu is ons dierbaarder dan we soms beseffen. G. zevende levensdomein, zevende cirkel: mijn inkomen Geld maakt niet gelukkig, maar het is toch wel noodzakelijk om een kwaliteitsvol leven te hebben. We verwachten dat we toch minstens een zekerheid kunnen hebben van werk of toch alleszins een (vervangings)inkomen. De ongelijkheid van inkomen aanvaarden we, zeker als een hoger inkomen een hogere verantwoordelijkheid, een hogere opleiding of een grotere moeilijkheidsgraag inhoudt. Dat de chirurg meer verdient dan de onderwijzer, vinden we redelijk. Zolang we maar zelf over een inkomen beschikken en vooral zolang de ander zijn inkomen maar verkrijgt uit oneerlijke of frauduleuze praktijken. We willen financiële zekerheid, daarom nog geen financiële gelijkheid. H. achtste levensdomein, achtste cirkel: mijn staat Ook ten aanzien van de stad of staat waartoe ik behoor, verwacht ik kwaliteit en zekerheid. Bewoner zijn van een gemeente, een stad, een provincie, een gewest of een land is als lid zijn van een tennisclub. Als het bestuur van deze club heeft beslist dat alle leden in een witte outfit de tennisterreinen moeten betreden, verwachten we van het bestuur consequent handelen wanneer sommige leden of kandidaat-leden in een kleurrijke outfit de gravel betreden. De migratie en integratiepolitiek van de jongste 40 jaar werd toegepast, is daar een voorbeeld van. Het heeft onze samenleving geen deugd gedaan dat de migratie- en integratiepolitiek ruw is verlopen. De angst, werkelijke angst, voor deze nieuwe kandidaat-leden in onze maatschappij en de manier waarop het bestuur met deze problematiek is omgegaan, is voorwerp van menig debat. Dit leefdomein is zo belangrijk dat sommige politieke partijen de veiligheidsproblematiek in onze samenleving reduceren tot dit leefdomein. Totaal fout, maar het geeft wel aan hoe sterk dit leefdomein een invloed heeft op onze emotionaliteit en ons functioneren. I. het negende levensdomein, de negende cirkel: mijn wereld 41

165 Niemand blijft onberoerd bij de grote vraagstukken die onze wereld bezighouden: de verhoudingen tussen het rijke noorden en het arme zuiden, de cultuurverschillen tussen het west en het Midden-Oosten en het oosten, de nieuwe economische mogendheden: China, India, Brazilië, de geopolitiek rond de oliewinning en ontginning van andere belangrijke grondstoffen en tot slot de spanningen tussen de westerse christelijke waarden en deze van de islam. Terrorisme, en vooral islamterrorisme baart ons zorgen. Het terrorisme van het RAF of de eigen CCC is ver weg. In de plaats daarvan zijn we enorm op onze hoede voor aanslagen zoals in New York, Madrid en Londen. Schematisch komen we tot volgende voorstelling: 42

Politiezone Hageland (5389) Bekkevoort, Geetbets, Glabbeek, Kortenaken, Tielt-Winge. Zonaal Veiligheidsplan

Politiezone Hageland (5389) Bekkevoort, Geetbets, Glabbeek, Kortenaken, Tielt-Winge. Zonaal Veiligheidsplan Politiezone Hageland (5389) Bekkevoort, Geetbets, Glabbeek, Kortenaken, Tielt-Winge Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012 Colofon Voor de opmaak van het Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012 werd samengewerkt met

Nadere informatie

Bijlage nr 10 aan ZVP 2014-2017 BIJLAGE 10 LOKALE VEILIGHEIDS- BEVRAGING 2011

Bijlage nr 10 aan ZVP 2014-2017 BIJLAGE 10 LOKALE VEILIGHEIDS- BEVRAGING 2011 BIJLAGE 10 LOKALE VEILIGHEIDS- BEVRAGING 2011 Lokale veiligheidsbevraging 2011 Synthese van het tabellenrapport Pz Blankenberge - Zuienkerke Inleiding De lokale veiligheidsbevraging 2011 is een bevolkingsenquête

Nadere informatie

Zonaal Veiligheidsplan

Zonaal Veiligheidsplan Lokale Politie Mechelen Fr. De Merodestraat 88 B-2800 Mechelen Zonaal Veiligheidsplan PZ 5358 2009-2012 PZ Mechelen (5358) 1 Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012 Colofon Lokale Politie Mechelen Fr. De Merodestraat

Nadere informatie

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE POLITIE BELEIDSONDERSTEUNING DIENST BELEIDSGEGEVENS LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 Tabellenrapport (5346) ELLEN VAN DEN BOGAERDE ISABELLE

Nadere informatie

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE POLITIE BELEIDSONDERSTEUNING DIENST BELEIDSGEGEVENS LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 Tabellenrapport ELLEN VAN DEN BOGAERDE ISABELLE

Nadere informatie

Deel 10 : Beleid en strategie

Deel 10 : Beleid en strategie Deel 10 : Beleid en strategie Beleid en strategie De zonale veiligheidsraad De zonale veiligheidsraad (ZVR) is een wettelijk orgaan dat het veiligheidsbeleid van een politiezone mee bepaalt, door het opstellen

Nadere informatie

WAAROM SOCIALE MEDIA INZETTEN?

WAAROM SOCIALE MEDIA INZETTEN? WAAROM SOCIALE MEDIA INZETTEN? VAN MASSACOMMUNICATIE NAAR EEN MASSA COMMUNICATIES VAN MASSACOMMUNICATIE NAAR EEN MASSA COMMUNICATORS WAAROM SOCIALE MEDIA OPNEMEN IN DE POLITIEWERKING?? Sociale media vormen

Nadere informatie

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE POLITIE BELEIDSONDERSTEUNING DIENST BELEIDSGEGEVENS LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 Tabellenrapport (5349) ELLEN VAN DEN BOGAERDE ISABELLE

Nadere informatie

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE POLITIE BELEIDSONDERSTEUNING DIENST BELEIDSGEGEVENS LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 Tabellenrapport (5364) ELLEN VAN DEN BOGAERDE ISABELLE

Nadere informatie

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE POLITIE BELEIDSONDERSTEUNING DIENST BELEIDSGEGEVENS LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 Tabellenrapport (5396) ELLEN VAN DEN BOGAERDE ISABELLE

Nadere informatie

P O L I T I E Z O N E

P O L I T I E Z O N E P O L I T I E Z O N E Z O T T E G E M / H E R Z E L E / S I N T - L I E V E N S - H O U T E M ( P Z 5 4 2 9 ) Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017 INHOUD INLEIDING... 2 MISSIE - VISIE - WAARDEN... 3 Missie

Nadere informatie

Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging. Samenvatting

Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging. Samenvatting Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging 2011 Samenvatting 1 Voorwoord Geachte lezer, Voor u liggen de resultaten van een bevolkingsenquête die eind 2011 werd uitgevoerd binnen de drie gemeenten van

Nadere informatie

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE POLITIE BELEIDSONDERSTEUNING DIENST BELEIDSGEGEVENS LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 Tabellenrapport (5416) ELLEN VAN DEN BOGAERDE ISABELLE

Nadere informatie

Samenvatting van de analyse van de federale enquête

Samenvatting van de analyse van de federale enquête FEDERALE POLITIE ALGEMENE DIRECTIE OPERATIONELE ONDERSTEUNING Directie van de nationale gegevensbank Dienst Beleidsgegevens VEILIGHEIDSMONITOR 2006 Samenvatting van de analyse van de federale enquête Ellen

Nadere informatie

We lichten de resultaten van deze bevolkingsbevraging toe in een reeks artikels die de volgende maanden zullen verschijnen in uw infoblad.

We lichten de resultaten van deze bevolkingsbevraging toe in een reeks artikels die de volgende maanden zullen verschijnen in uw infoblad. Uw mening telt! - Resultaten lokale veiligheidsbevraging De lokale politie Demerdal-DSZ legt haar beleidslijnen en prioritaire actieterreinen voor de komende jaren vast in het zonaal veiligheidsplan 2013-2016.

Nadere informatie

Deel 1 Strategie en beleid. Leiderschap : De weg die we bewandelen

Deel 1 Strategie en beleid. Leiderschap : De weg die we bewandelen Leiderschap : De weg die we bewandelen Missie, visie en waarden De missie, visie en waarden van de lokale politie Lier worden gebundeld in onze slagzin die uitdraagt waar we in deze organisatie voor staan

Nadere informatie

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE POLITIE BELEIDSONDERSTEUNING DIENST BELEIDSGEGEVENS LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 Tabellenrapport POLITIEZONE TYPOLOGIE 5 ELLEN VAN

Nadere informatie

Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012. Politiezone VOORKEMPEN - 5355 BRECHT-MALLE-SCHILDE-ZOERSEL

Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012. Politiezone VOORKEMPEN - 5355 BRECHT-MALLE-SCHILDE-ZOERSEL Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012 Politiezone VOORKEMPEN - 5355 BRECHT-MALLE-SCHILDE-ZOERSEL Je bent pas echt goed, als het slechtste wat je doet, nog goed is. (Auteur onbekend) Versie : 22-09-2008 Colofon

Nadere informatie

Overzicht van de belangrijkste resultaten van de bevraging Sleutelfiguren Meetjesland-centrum (2012)

Overzicht van de belangrijkste resultaten van de bevraging Sleutelfiguren Meetjesland-centrum (2012) 1 Bijlage 3: Overzicht van de belangrijkste resultaten van de bevraging Sleutelfiguren Meetjesland-centrum (2012) 1.Inleiding In het kader van het zonaal veiligheidsplan 2014-2016 heeft de politiezone

Nadere informatie

De zonale veiligheidsraad moet minimaal tweemaal per jaar samenkomen om het beleid te bepalen, te evalueren en bij te sturen waar nodig.

De zonale veiligheidsraad moet minimaal tweemaal per jaar samenkomen om het beleid te bepalen, te evalueren en bij te sturen waar nodig. Beleid en strategie: Zonale veiligheidsraad: De zonale veiligheidsraad (afgekort ZVR) is een wettelijk orgaan dat instaat voor het veiligheidsbeleid van de Politiezone hetgeen wordt vertaald in het opstellen

Nadere informatie

Criteriummatrix criminaliteit

Criteriummatrix criminaliteit Criteriummatrix criminaliteit Fenomeen Objectieve bronnen Subjectieve bronnen Totaal Objectieve cijfers Wijkbevraging Bevraging leden politieraad Bevraging medewerkers 7 4 3 3 CRIMINALITEIT Inbraken woningen,

Nadere informatie

Bevolkingstevredenheidsonderzoek

Bevolkingstevredenheidsonderzoek Bevolkingstevredenheidsonderzoek Lokale Politie Politiezone Erpe-Mere/Lede Korpsleiding Administratief Centrum 2 9340 Lede T +32 53 60 64 64 1 Inleiding Met het oog op de gemeenschapsgerichte politiezorg

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Buurtrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de buurt? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

BUURTINFORMATIENETWERKEN ZELFSTANDIGE ONDERNEMERS

BUURTINFORMATIENETWERKEN ZELFSTANDIGE ONDERNEMERS COD24_BROCH BlauwOK2deV_NL 26-09-2005 14:33 Page 1 BUURTINFORMATIENETWERKEN ZELFSTANDIGE ONDERNEMERS OPSTART - PROCEDURE Preventie ter bevordering van veiligheidsgevoel en sociale betrokkenheid Stap mee

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Woord vooraf Inleiding 13

Inhoudsopgave. Woord vooraf Inleiding 13 Woord vooraf 11 1 Inleiding 13 1.1 De schaalgrootte van de lokale politiezones: vraagstuk tijdens de politiehervorming 13 1.2 De schaalgrootte van de lokale politiezones: vraagstuk na de politiehervorming

Nadere informatie

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen Leefbaarheid 7,5 Leefbaarheid (rapportcijfer) : 7,5 Fysieke voorzieningen (score) Sociale cohesie in de buurt (score) Aanpak gemeente L&V (% (zeer) ) Gemeente, 2015 6,3 29,0 38,2 Overlast in de buurt %

Nadere informatie

De meerwaarde van een verhoorcoach in een lokale politiezone

De meerwaarde van een verhoorcoach in een lokale politiezone De meerwaarde van een verhoorcoach in een lokale politiezone Gwen Merckx, korpschef Lokale PolitieZone Rupel Missie - Visie - Waarden van de Lokale PolitieZone Rupel: richtbaken in gans onze werking Missie

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale

Nadere informatie

LOKALE POLITIE & STAD LIER

LOKALE POLITIE & STAD LIER LOKALE POLITIE & STAD LIER 20 september 2010 PERSTEKST Resultaten van de tussentijdse leefbaarheids- en veiligheidsenquête juni 2010 Perstekst Resultaten van de tussentijdse veiligheids- en leefbaarheidsenquête

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is het Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale

Nadere informatie

Missie Visie Waarden Politiezone HAZODI

Missie Visie Waarden Politiezone HAZODI Missie Visie Waarden Politiezone HAZODI Lokale politie HAZODI Thonissenlaan 15 3500 Hasselt Tel.: 011 22 29 82 - fax: 011 22 10 80 politie@hazodi.be - www.hazodi.be Twitter: @pzhazodi - facebook: politie

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Hoe leefbaar en veilig is? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Hoe leefbaar en veilig is de Es? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede

Nadere informatie

De Eindhovense Veiligheidsindex. Eindhoven, oktober 11

De Eindhovense Veiligheidsindex. Eindhoven, oktober 11 De Eindhovense Eindhoven, oktober 11 Inhoud 1 Inleiding 1 2 Objectieve index: 3 2.I Inbraak 3 2.II Diefstal 4 2.III Geweld 4 2.IV Overlast/vandalisme 4 2.V Veilig ondernemen (niet in index) 5 3 Subjectieve

Nadere informatie

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING : COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: St. Jansstraat

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD

KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD EN DE STRUCTUUR VAN HET MEERJARENBELEIDSPLAN VAN DE HULPVERLENINGSZONES. (B.S. 12.09.2014) Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende

Nadere informatie

Activiteitenverslag 2014

Activiteitenverslag 2014 Activiteitenverslag 2014 Interview van de Korpschef - Mijnheer de Korpschef 2014 is het eerste jaar van het nieuw Zonaal Veiligheidsplan. Het is nog wat te vroeg voor de eerste resultaten, maar ziet u

Nadere informatie

PERSNOTA. Resultaten 2018 Lokale Politie Waasland-Noord

PERSNOTA. Resultaten 2018 Lokale Politie Waasland-Noord Lokale Politie Waasland-Noord Beveren Sint-Gillis-Waas - Stekene Gravendreef 1 9120 Beveren Tel. 03 750 14 11 Fax 03 750 14 10 contact@politiewano.be PERSNOTA Resultaten 2018 Lokale Politie Waasland-Noord

Nadere informatie

Politie en Beleidsevaluatie

Politie en Beleidsevaluatie Politie en Beleidsevaluatie Enkele beschouwingen vanuit de politiepraktijk 9 juni 2006 Federale politie 1 1. Politie 2. Politie en veiligheid 3. Veiligheid en beleid 4. Beleid en evaluatie 9 juni 2006

Nadere informatie

VEILIGHEIDSMONITOR 2006 Tabellenrapport

VEILIGHEIDSMONITOR 2006 Tabellenrapport FEDERALE POLITIE ALGEMENE DIRECTIE OPERATIONELE ONDERSTEUNING Directie van de nationale gegevensbank Dienst Beleidsgegevens VEILIGHEIDSMONITOR 2006 Tabellenrapport Verantw. uitgever : Federale Politie

Nadere informatie

Persconferentie criminaliteitscijfers

Persconferentie criminaliteitscijfers Persconferentie criminaliteitscijfers Vlaams Belang Antwerpen 4 februari 2014 1 Tweemaandelijks rapport: enkel korpsprioriteiten Op tweemaandelijkse basis worden aan de gemeenteraad criminaliteitscijfers

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2018

Veiligheidsmonitor 2018 QRCode PZ I-1. In welke (deel)gemeente woont u? O Deelgemeente 1 O Deelgemeente 2 O Deelgemeente 3 O Deelgemeente 4 O Deelgemeente 5 O Deelgemeente 6 Veiligheidsmonitor 2018 I INTRO Geen van bovenstaande,

Nadere informatie

Resultaten fietsenquête

Resultaten fietsenquête Resultaten fietsenquête Geslacht 16% meer mannen dan vrouwen hebben deze enquête beantwoord. 1 Leeftijd Minder jonge mensen hebben de enquête ingevuld. Zij zijn dus ondervertegenwoordigd in de resultaten

Nadere informatie

Tot waar bepaalt de bestuurlijke overheid de werkwijze van politie. Korte inhoud

Tot waar bepaalt de bestuurlijke overheid de werkwijze van politie. Korte inhoud Tot waar bepaalt de bestuurlijke overheid de werkwijze van politie Bart Somers Burgemeester Mechelen Korte inhoud Juridisch kader Bestuurlijke & Gerechtelijke overheid Bestuurlijke overheid en politiebeleid

Nadere informatie

VEILIGHEIDSMONITOR 2004 Tabellenrapport

VEILIGHEIDSMONITOR 2004 Tabellenrapport FEDERALE POLITIE ALGEMENE DIRECTIE OPERATIONELE ONDERSTEUNING Directie van de nationale gegevensbank Dienst Beleidsgegevens VEILIGHEIDSMONITOR 2004 Tabellenrapport Verantw. uitgever : Federale Politie

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

NESSELANDE 2018 OVER BUURTPREVENTIE NESSELANDE WIJKPROFIEL ROTTERDAM Prettig, een fijn gevoel. dat er verbondenheid is

NESSELANDE 2018 OVER BUURTPREVENTIE NESSELANDE WIJKPROFIEL ROTTERDAM Prettig, een fijn gevoel. dat er verbondenheid is SAMENVATTING WIJKPROFIEL NESSELANDE 2018 1 NESSELANDE 2018 OVER BUURTPREVENTIE NESSELANDE Buurtpreventie Nesselande (BPN) bestaat sinds 2014 en heeft als doel om de extra ogen en oren van de politie in

Nadere informatie

POLITIEZONE DEERLIJK HARELBEKE TOELICHTINGSNOTA VOOR DE ZITTING VAN DE POLITIERAAD VAN 14.10.2008

POLITIEZONE DEERLIJK HARELBEKE TOELICHTINGSNOTA VOOR DE ZITTING VAN DE POLITIERAAD VAN 14.10.2008 POLITIEZONE DEERLIJK HARELBEKE TOELICHTINGSNOTA VOOR DE ZITTING VAN DE POLITIERAAD VAN 14.10.2008 Openbare zitting 1. Zonaal veiligheidsplan 2009 2012. Goedkeuring van de delen die behoren tot de bevoegdheid

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is het? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

MECHANISMEN EN ORGANEN VAN INTERNE EN EXTERNE CONTROLE OP DE POLITIE

MECHANISMEN EN ORGANEN VAN INTERNE EN EXTERNE CONTROLE OP DE POLITIE Inzake de toegang tot www.poldoc.be kan worden verwezen naar het Infonieuws Nr. 1719 van 19 oktober 2006 met als titel: " PolDoc, de documentaire site van de politie, voor iedereen toegankelijk op internet!

Nadere informatie

Deel 1 Strategie en beleid

Deel 1 Strategie en beleid 4 Jaarverslag 2014 5 Jaarverslag 2014 Veiligheidsfenomenen Criminaliteit Prioritair : Diefstallen in gebouwen en woningen Het aantal diefstallen in woningen en diefstallen in gebouwen op een aanvaardbaar

Nadere informatie

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid Resultaten gemeentebeleidsmonitor 217 Veiligheid en leefbaarheid 1. Inleiding Om de twee jaar wordt er een onderzoek, de zogeheten gemeentebeleidsmonitor, uitgevoerd onder de inwoners naar verschillende

Nadere informatie

Welkom bij de politie

Welkom bij de politie Welkom bij de politie Persoonlijke gegevens Naam: Functie: Dienst of zone: Onthaalbrochure van de geïntegreerde politie September 2007 Realisatie: Dienst interne communicatie Directie interne relaties

Nadere informatie

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid Veiligheid kernthema: De criminaliteitscijfers en de slachtoffercijfers laten over het algemeen een positief beeld zien voor Utrecht in. Ook de aangiftebereidheid van Utrechters is relatief hoog (29%).

Nadere informatie

Tools om te sturen. 1. Inleiding. 2. Waarom? 3. Niet? 4. Wat? 5. Waarmee? Besluit. Tools om te sturen. 1. Inleiding. 2. Waarom?

Tools om te sturen. 1. Inleiding. 2. Waarom? 3. Niet? 4. Wat? 5. Waarmee? Besluit. Tools om te sturen. 1. Inleiding. 2. Waarom? Wie is de baas van de lokale politie? Tools om te Meten en met de 5 x 5 stelling Cultureel en organisatorisch kader : Gemeenschapsgerichte en performante politiezorg Invullen van het begrip in dit conceptueel

Nadere informatie

Verantwoordelijke uitgever : Philippe Pivin, Belgische Onafhankelijkheidslaan 72-1081 Koekelberg

Verantwoordelijke uitgever : Philippe Pivin, Belgische Onafhankelijkheidslaan 72-1081 Koekelberg Verantwoordelijke uitgever : Philippe Pivin, Belgische Onafhankelijkheidslaan 72-1081 Koekelberg 2011 40 Gemeenschapswachten 2001 4 Stewards 2 Beste Koekelbergenaren, Veiligheid is een essentieel recht

Nadere informatie

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit. Bestemd voor: Commissie Algemene Zaken, Intercommunales en Bevolking

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit. Bestemd voor: Commissie Algemene Zaken, Intercommunales en Bevolking GEMEENTERAAD Ontwerpbesluit OPSCHRIFT Vergadering van 11 april 2017 Besluit nummer: 2017_GR_00330 Onderwerp: Politiezone Gent - Personeelsformatie van de Politiezone Gent - Wijziging.- Nieuw organogram

Nadere informatie

VERKEERSVEILIGHEIDSBELEID VAN AD HOC NAAR PLANMATIG HANDHAVEN

VERKEERSVEILIGHEIDSBELEID VAN AD HOC NAAR PLANMATIG HANDHAVEN VERKEERSVEILIGHEIDSBELEID VAN AD HOC NAAR PLANMATIG HANDHAVEN INHOUD Waarom planmatig handhaven Binnen welke context Elk bestuursniveau doet zijn zeg SGVV 2007 en 2011 niet dwingend referentiekader ZVP

Nadere informatie

Het leven in Brussel: wel of wee?

Het leven in Brussel: wel of wee? Het leven in Brussel: wel of wee? Een onderzoek naar het gevoel van leefbaarheid en veiligheid bij de Nederlandstalige inwoners van de Stad Brussel Els Ampe Brussels volksvertegenwoordiger Brussel, 7 oktober

Nadere informatie

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013 Politie Eenheid Fact sheet nummer 4 februari 213 Veiligheidsmonitor -Amstelland 28-212 Deze fact sheet brengt de veiligheid in de regio -Amstelland tussen 28 en 212 in kaart. blijkt op verschillende indicatoren

Nadere informatie

De verkeersveiligheid in 2008

De verkeersveiligheid in 2008 Kabinet van de Staatssecretaris PERSCONFERENTIE VAN 25 FEBRUARI 2009 De verkeersveiligheid in 2008 Resultaten van de Verkeersveiligheidsbarometer Etienne SCHOUPPE Staatssecretaris voor Mobiliteit Voorzitter

Nadere informatie

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast 5. CONCLUSIES In dit afsluitende hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies besproken. Achtereenvolgens komen de overlast, de criminaliteit en de veiligheidsbeleving aan bod. Aan de 56 buurtbewoners

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Eval uat i e Camer at oezi cht Gouda Ei ndr appor t Samenvatting en conclusies De gemeente Gouda is begin 2004 een proef gestart met cameratoezicht in de openbare ruimte op diverse locaties in de gemeente.

Nadere informatie

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011 Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 28-211 Deze notitie brengt op basis van de Amsterdamse Veiligheidsmonitor de leefbaarheid en veiligheid in de regio Amsterdam-Amstelland tussen 28 en 211

Nadere informatie

HANDBOEK POLITIEORGANISATIE INHOUD. Inleiding 7

HANDBOEK POLITIEORGANISATIE INHOUD. Inleiding 7 INHOUD Inleiding 7 Hoofdstuk 1 Historisch-politiek perspectief 9 Evolutie van het Belgisch politiebestel sinds 1830: invloed van het Franse model en eerste belangrijke ontwikkelingen van de gendarmerie

Nadere informatie

VERKEERSVEILIGHEIDSBELEID VAN AD HOC NAAR PLANMATIG HANDHAVEN. Edwin Vandereet, Commissaris PZ Leuven

VERKEERSVEILIGHEIDSBELEID VAN AD HOC NAAR PLANMATIG HANDHAVEN. Edwin Vandereet, Commissaris PZ Leuven VERKEERSVEILIGHEIDSBELEID VAN AD HOC NAAR PLANMATIG HANDHAVEN Edwin Vandereet, Commissaris PZ Leuven Inhoud Waarom planmatig handhaven Binnen welke context Elk bestuursniveau doet zijn zeg SGVV 2007 en

Nadere informatie

Deel 1: WERKWIJZE Inleiding... 8

Deel 1: WERKWIJZE Inleiding... 8 Inhoudsopgave Deel 1: WERKWIJZE... 6 1. Inleiding... 8 2. Organisatie van de enquête... 1 2.1 Veiligheidsmonitor... 1 2.2 Samenwerking tussen lokale en federale politie... 11 2.3 Opzet van de Lokale Veiligheidsbevraging...

Nadere informatie

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus; GR20120621 punt 1: politiezone Ninove - Openverklaring van een vacante betrekking in het operationeel kader - Hoofdinspecteur van politie - politieassistent DE RAAD, Gelet op de wet van 7 december 1998

Nadere informatie

Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering

Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering Situering Opdracht: minister, bevoegd voor het Stedenbeleid De stadsmonitor is een

Nadere informatie

Politionele slachtofferbejegening

Politionele slachtofferbejegening Politionele slachtofferbejegening Lokale politie? Slachtofferbejegenaar Lokale politie Interventieploeg (combi) 2 Inspecteurs Terreinondersteuner 1 Hoofdinspecteur Federale politie? Labo Wetsgeneesheer

Nadere informatie

De hoogste interventiedruk deed zich voor tussen en uur. Voor en na uur nam het aantal tussenkomsten af.

De hoogste interventiedruk deed zich voor tussen en uur. Voor en na uur nam het aantal tussenkomsten af. Lokale Politie Waasland-Noord Beveren Sint-Gillis-Waas - Stekene Gravendreef 1 9120 Beveren Tel. 03 750 14 11 Fax 03 750 14 10 contact@politiewano.be PERSNOTA Resultaten 2016 lokale politie Waasland-Noord

Nadere informatie

VELD 2 : strategie & beleid

VELD 2 : strategie & beleid JAARVERSLAG 2017 VELD 1 : leiderschap Missie, visie en waarden Gemeenschapsgerichte politiezorg Bedrijfsvoering Organigram Werking directiecomité Interne en externe communicatie Gekozen leiderschapsstijl

Nadere informatie

Kernrapport Veiligheidsmonitor ( ) Gemeente Leiden. Leefbaarheid in buurt

Kernrapport Veiligheidsmonitor ( ) Gemeente Leiden. Leefbaarheid in buurt Kernrapport Veiligheidsmonitor (2013-2017) Gemeente Leiden Leefbaarheid in buurt Inleiding In dit hoofdstuk staat het thema leefbaarheid in de woonbuurt centraal. Eerst komt aan de orde hoe Nederlanders

Nadere informatie

Charter van de ombudsdienst

Charter van de ombudsdienst Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Ombudsdienst AC-Kruidtuin - Food Safety Center Kruidtuinlaan 55 B-1000 Brussel Tel. 02/211 82 11 www.favv.be Charter van de ombudsdienst 1. Doelstelling

Nadere informatie

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013 Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die

Nadere informatie

Fietsen in Groningen 2016

Fietsen in Groningen 2016 B A S I S V O O R B E L E I D Fietsen in Groningen 2016 Laura de Jong Onderzoek en Statistiek Groningen, april 2016 Fietsen in Groningen 2016 Inhoud 1. Inleiding 3 2. Fietsen in Groningen 2016 4 2.1 Respons

Nadere informatie

Bijdrage Paul Ponsaers

Bijdrage Paul Ponsaers Bijdrage Paul Ponsaers 18 mei 2013 1 Bestuurlijke Politie Gerechtelijke Politie FEDERAAL CENTRAAL Commissaris-Generaal A.D. Bestuurlijk A.D. Ondersteuning A.D. Gerechtelijk GEDECONCENTREERD (gerechtelijk

Nadere informatie

Samenvatting WijkWijzer 2017

Samenvatting WijkWijzer 2017 Samenvatting WijkWijzer 2017 Bevolking & wonen Inwoners Op 1 januari 2017 telt Utrecht 343.134 inwoners. Met 47.801 inwoners is Vleuten-De Meern de grootste wijk van Utrecht, gevolgd door de wijk Noordwest.

Nadere informatie

BTO. Bevolkingstevredenheidsonderzoek PZ BRAKEL. CSD Oudenaarde/Beleidsondersteuning i.s.m. PZ Brakel. mei 2008

BTO. Bevolkingstevredenheidsonderzoek PZ BRAKEL. CSD Oudenaarde/Beleidsondersteuning i.s.m. PZ Brakel. mei 2008 BTO Bevolkingstevredenheidsonderzoek PZ BRAKEL CSD Oudenaarde/Beleidsondersteuning i.s.m. PZ Brakel mei 2008 1 situering in de beleidscyclus Tijdspad ZVP 2009-2012 Beleidsvoorbereiding BTO Beleidsbepaling

Nadere informatie

Inhoud Hoofdstuk 1 Situering van de politiezone...

Inhoud Hoofdstuk 1 Situering van de politiezone... Inhoud Hoofdstuk 1 Situering van de politiezone... 13 1.1 Historiek politiehervorming... 13 1.2 Een geïntegreerde politie op 2 niveaus... 14 1.2.1 Wat zijn de kenmerken van de geïntegreerde politie?...

Nadere informatie

Niels Jacques Bevraging operationele medewerkers inzake de aan te pakken veiligheidsfenomenen (de komende 4 jaar)

Niels Jacques Bevraging operationele medewerkers inzake de aan te pakken veiligheidsfenomenen (de komende 4 jaar) Bevraging operationele medewerkers inzake de aan te pakken veiligheidsfenomenen (de komende 4 jaar) 1 1. Inleiding..3 2. Antwoorden medewerkers 4 2.1 Aan welke veiligheidsproblemen kunnen we volgens U

Nadere informatie

Verhouding politie- en IV-plannen

Verhouding politie- en IV-plannen Evaluatie van veiligheidsplannen Vanuit een sociaal-wetenschappelijk perspectief Prof. dr. Paul Ponsaers Universiteit Gent Vakgroep Strafrecht & Criminologie 1 Verhouding politie- en IV-plannen Integrale

Nadere informatie

Hoofdcommissariaat Overijse. Brusselsesteenweg 145 g, 3090 Overijse

Hoofdcommissariaat Overijse. Brusselsesteenweg 145 g, 3090 Overijse 7. Onze PZ Politiezone Druivenstreek is een meergemeentezone die wordt gevormd door de gemeenten Overijse en Hoeilaart. Beide gemeenten zijn gelegen in het Vlaams gewest, in de provincie Vlaams-Brabant,

Nadere informatie

31 Met Velo fietsen: praktisch

31 Met Velo fietsen: praktisch 31 Met Velo fietsen: praktisch VELO APP in real-time opzoeken in welke Velo-stations er beschikbare fietsen of vrije plaatsen zijn zoeken naar een Velo-station of specifieke locatie in Antwerpen en je

Nadere informatie

TEVREDENHEIDS- ONDERZOEK. Lokale politie Klein-Brabant

TEVREDENHEIDS- ONDERZOEK. Lokale politie Klein-Brabant TEVREDENHEIDS- ONDERZOEK Lokale politie Klein-Brabant Inleiding Dit onderzoek werd gevoerd om zicht te krijgen op de mate van tevredenheid van de burger inzake de werking en de dienstverlening bij hun

Nadere informatie

Noord-Limburg , , ,2

Noord-Limburg , , ,2 Tabel : Evolutie toeristische aankomsten (bezoekers) 3-7 Toerisme Het aantal personen dat bij alle commer ciële logiesinrichtingen tegen betaling verbleven heeft, levert voor het verblijfstoerisme twee

Nadere informatie

«Multiple communities en hun politiële aanpak»

«Multiple communities en hun politiële aanpak» CPS STUDIEDAG Beveren, woensdag 26 mei 2010 «Multiple communities en hun politiële aanpak» Korte reflectie vanuit de politiepraktijk Jan BUYS, FGP - DJF 1. Community policing Externe oriëntering (politie

Nadere informatie

WPR ANT - GEWESTELIJK VERWERKINGSCENTRUM

WPR ANT - GEWESTELIJK VERWERKINGSCENTRUM ReeksNr : 6004 7113 - WPR ANT - GEWESTELIJK VERWERKINGSCENTRUM ASSISTENT Lid van de directie van de Federale Wegpolitie Assistent GVC 3 vacature(s) CONDITIONS Toegangsvoorwaarden D'ACCES CALOG PERSONEEL

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT BIN (naam) POLITIEZONE REGIO TURNHOUT

HUISHOUDELIJK REGLEMENT BIN (naam) POLITIEZONE REGIO TURNHOUT HUISHOUDELIJK REGLEMENT BIN (naam) POLITIEZONE REGIO TURNHOUT Een buurtinformatienetwerk is een gestructureerd samenwerkingsverband tussen burgers en de lokale politie in een afgelijnd gebied dat bijdraagt

Nadere informatie

Opdrachtbrief voor het mandaat van korpschef van de politiezone Vlaamse Ardennen

Opdrachtbrief voor het mandaat van korpschef van de politiezone Vlaamse Ardennen Opdrachtbrief voor het mandaat van korpschef van de politiezone Vlaamse Ardennen Politieraad 11-10- 2011 Joost Duhamel VOORWOORD Deze opdrachtbrief geldt voor mijn mandaat als korpschef van de politiezone

Nadere informatie

Inhoud. Waarom snelheidshandhaving. Waarom snelheidshandhaving. Binnen welke context. Binnen welke context 26/09/2014 SNELHEIDSHANDHAVING PZ LEUVEN

Inhoud. Waarom snelheidshandhaving. Waarom snelheidshandhaving. Binnen welke context. Binnen welke context 26/09/2014 SNELHEIDSHANDHAVING PZ LEUVEN SNELHEIDSHANDHAVING PZ LEUVEN Ludwig Hoeterickx Politie Leuven Inhoud Waarom snelheidshandhaving Binnen welke context Elk bestuursniveau doet zijn zeg SGVV 2007 en referentiekader ZVP Personeelsinzet Onderzoek

Nadere informatie

VLAAMS MINISTERIE VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN

VLAAMS MINISTERIE VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN VLAAMS MINISTERIE VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Evaluatierapport in het kader van het kwaliteitsdecreet Evaluatie van de zelfevaluatie AZ Sint-Maarten Mechelen April, 2006 1 Inleiding Sinds 1997

Nadere informatie

Deel 7 De toekomst Prioriteiten en aandachtspunten 2019

Deel 7 De toekomst Prioriteiten en aandachtspunten 2019 Prioriteiten en aandachtspunten 2019 Een actieplan is een stappenplan dat de verschillende tactische en operationele activiteiten omschrijft om de strategische doelstellingen in het zonale veiligheidsplan

Nadere informatie

verkeer veilige veiligheid verbindingen BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT staat stad stiptheid stress tijd tram trein treinen uur veilig

verkeer veilige veiligheid verbindingen BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT staat stad stiptheid stress tijd tram trein treinen uur veilig flexibiliteit genoeg geraken gezondheid goed goede goedkoop grote BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT Grafische voorstelling open antwoorden andere belangrijke zaken bij verplaatsingen aankomen aansluiting

Nadere informatie

LOKALE POLITIEZONE POLDER OPDRACHTBRIEF

LOKALE POLITIEZONE POLDER OPDRACHTBRIEF OPDRACHTBRIEF 2016-2021 Johan Geeraert Hoofdcommissaris van politie Korpschef 30 november 2016 1 Inhoud De opdrachtbrief... 3 Het ruime referentiekader... 3 Het zonaal veiligheidsplan van PZ Polder...

Nadere informatie

Actieplan Verkeersveiligheid Heusden-Zolder

Actieplan Verkeersveiligheid Heusden-Zolder Actieplan Verkeersveiligheid Heusden-Zolder Er moet de nadruk worden gelegd op het creëren van een veiligheidscultuur in de gemeente Heusden-Zolder. Het is beter dat er een beperkt aantal acties worden

Nadere informatie

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 19 juli 2007 Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies Eén op de tien Belgen werkt in een ander gewest; één op de vijf in een andere

Nadere informatie

De hoogste interventiedruk deed zich voor tussen en uur. Voor en na uur nam het aantal tussenkomsten af.

De hoogste interventiedruk deed zich voor tussen en uur. Voor en na uur nam het aantal tussenkomsten af. Lokale Politie Waasland-Noord Beveren Sint-Gillis-Waas - Stekene Gravendreef 1 9120 Beveren Tel. 03 750 14 11 Fax 03 750 14 10 contact@politiewano.be PERSNOTA Resultaten 2016 lokale politie Waasland-Noord

Nadere informatie

Fietsen in Groningen 2018

Fietsen in Groningen 2018 veel respons Fietsen in Groningen 2018 Kübra Ozisik April 2018 Marjolein Kolstein www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoud Samenvatting... 2 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding van het onderzoek... 3

Nadere informatie

Evaluatie van Open Bedrijvendag

Evaluatie van Open Bedrijvendag Evaluatie van Open Bedrijvendag Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel April 2011 Samenvatting De Open Bedrijvendag

Nadere informatie