Experimentele criminologie en criminologische experimenten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Experimentele criminologie en criminologische experimenten"

Transcriptie

1 Experimentele criminologie en criminologische experimenten Peter van der Laan, Jan van Busschbach en Catrien Bijleveld Dit themanummer van het Tijdschrift voor Criminologie (TvC) is gewijd aan experimentele criminologie, een vorm van criminologiebeoefening die gekenmerkt wordt door experimentele designs. Basiskenmerk van experimenteel onderzoek is de vergelijking van enerzijds een experimentele groep, die bewust een stimulus toegediend heeft gekregen of waarbij de een bijzondere eigenschap als vanzelf aanwezig is, met anderzijds een controle- of vergelijkingsgroep, waarbij die stimulus niet is toegediend of die niet gekenmerkt wordt door die eigenschap. Hoewel de hoofdmoot van de experimentele criminologie bestaat uit evaluatieonderzoek naar de uitkomsten van preventie- en interventieprogramma s op justitieel terrein, is het zeker niet daartoe beperkt. Ook onderzoek naar opvattingen en attitudes ten aanzien van criminaliteit en de aanpak daarvan kan bogen op een zekere experimentele traditie. En zelfs etiologisch en prevalentieonderzoek ter verklaring van criminaliteit kent in toenemende mate (naturalistische) experimentele kenmerken. Met name in longitudinaal cohortonderzoek, waarbij een of meer cohorten langdurig worden gevolgd, gaan zich gedurende de looptijd steeds meer subcohorten vormen, die zich kenmerken door eigenschappen die zich als vanzelf hebben ontwikkeld of van buitenaf zijn gemanipuleerd. Dat maakt vergelijkingen zinvol, omdat het weer nieuw licht werpt op etiologie, causaliteit en verklaring. Effectiviteit van interventies Als er iets is, dat de afgelopen jaren het justitieel interventiebeleid typeert en misschien wel domineert, dan is het wel de toenemende nadruk op toetsbare effectiviteit, met name in termen van afnemende recidive. Sommigen zullen deze ontwikkeling wellicht betreuren, omdat door de nadruk op gedragsverandering andere strafdoelen als genoegdoening, leedtoevoeging, vergelding en aandacht voor het slachtoffer op de achtergrond raken. Het betekent echter ook, dat niet langer genoegen wordt genomen met het feitelijk opleggen en uitvoeren van een sanctie, maar dat er meer oog is gekomen voor het uiteindelijke resultaat. De sanctie moet iets opleveren, met name minder recidive. Er zijn twee belangrijke ontwikkelingen te onderscheiden, die hebben bijgedragen tot een grotere rol van de effectiviteitsgedachte: de veelplegersproblematiek en de introductie van alternatieve afdoeningen. De ontdekking van de veelpleger (zie het themanummer van TvC in 2003, nr 45/2) voedde het idee, dat veel strafrechtelijke reacties hun doel missen. Veelplegers kunnen worden beschouwd als het levende bewijs van een gebrek aan effectiviteit van allerlei strafrechtelijke interventies en begeleidingsmethoden. Eerder al, nog voordat gesproken werd Tijdschrift voor Criminologie 2007 (49) 1 3 TVC_1_2007_9.indd Sec1: :15:15

2 Peter van der Laan, Jan van Busschbach en Catrien Bijleveld over veelplegers en stelselmatige daders, waren de verwachtingen ten aanzien van effectiviteit flink opgeschroefd door toedoen van interventies in de alternatieve en vernieuwende sfeer. In de jaren tachtig en negentig werden deze nadrukkelijk gepresenteerd en geprofileerd als methodes, die betere resultaten zouden laten zien dan de reguliere, traditionele sancties. Behalve dat vele van deze alternatieve sancties beschouwd werden als humaner dan bijvoorbeeld de vrijheidsstraf, zouden er ook minder negatieve bijeffecten aan verbonden zijn en zouden de resultaten navenant beter zijn. Van Nothing Works! tot What Works? Voor een deel waren de alternatieve en naar verwachting ook effectieve interventies een reactie op de Nothing Works-doctrine, die in de jaren zeventig en tachtig opgeld deed. Die geschiedenis is bij velen bekend, maar we stippen hem nog even aan. Begin jaren zeventig publiceerde de Amerikaan Martinson een overzichtsstudie waaruit bleek dat allerlei ongetwijfeld goed bedoelde therapieën en behandelingen bij veroordeelden niet tot minder recidive leidden (Martinson, 1974). Hij zei het niet met zoveel woorden, maar algauw stond zijn bijdrage bekend als Nothing Works. Met het geloof in de helende werking van behandeling van delinquenten was het snel gedaan en de strafrechtspraktijk in de Verenigde Staten en later ook elders werd harder en repressiever. Dit alles overigens tot spijt van Martinson. Spoedig kwam er ook een tegenbeweging op gang. Amerikaanse en Canadese onderzoekers als Andrews, Bonta, Cullen, Gendreau, Palmer en Ross lieten aan de hand van meta-analyses zien dat bepaalde interventies, bij bepaalde categorieën daders en onder bepaalde omstandigheden, wel degelijk tot positieve resultaten konden leiden. In combinatie met studies naar psychologische kenmerken van daders (Andrews & Bonta, 2003) en later ook risicofactoren in omgevingsdomeinen zoals gezin, school/werk en buurt/samenleving (Farrington, 2003a), die inzicht boden in zogeheten criminogene en voor een deel beïnvloedbare factoren, leidde dit tot de vaststelling van een serie kenmerken die effectieve interventies onderscheiden van minder of in het geheel niet effectieve interventies. Het zijn deze kenmerken die op een gegeven moment ook wel de What Worksbeginselen werden genoemd en tegenwoordig steeds vaker Algemeen Werkzame Factoren van effectieve interventies (Andrews e.a., 1990; Gendreau e.a., 1994; Andrews, 1995; McGuire & Priestley, 1995). Kort gezegd komen deze factoren erop neer, dat duidelijk is voor wie het programma of de interventie is bedoeld en welke (criminogene) factoren hebben bijgedragen aan het ontstaan en de ontwikkeling van het delinquente gedrag. Op grond daarvan is vast te stellen wat de noodzakelijke duur en intensiteit van de interventie is, afgestemd op de mate van risico dat iemand in herhaling vervalt. Ook volgen daaruit de in te zetten methodieken, de competenties en professionaliteit van de uitvoerende werkers en van de uitvoerende organisaties, de feitelijke gang van zaken tijdens en na de interventie, en voorzieningen dat alle voorgenomen plannen en activiteiten worden uitgevoerd. Deze door onderzoek verkregen What Works-beginselen of algemeen werkzame factoren kunnen op twee manieren worden gehanteerd: als handvatten of richtlijnen voor de ontwikkeling van nieuwe interventies en als 4 Tijdschrift voor Criminologie 2007 (49) 1 TVC_1_2007_9.indd Sec1: :15:15

3 Experimentele criminologie en criminologische experimenten beoordelingscriteria voor interventies die in de praktijk (al) worden toegepast. Met name in de tweede toepassing heeft zich de afgelopen jaren een bijzondere, sterke ontwikkeling voorgedaan. In landen als Canada, Engeland en Wales, Schotland, Ierland, Australië en enkele Scandinavische landen zijn erkenningsof accreditatiecommissies geformeerd, die justitiële interventies beoordelen op hun (potentiële) bijdrage aan het terugdringen van recidive (Van der Laan e.a., 2006). Ook Nederland kent sinds augustus 2005 de Erkenningscommisie Gedragsinterventies Justitie. Aan de hand van tien zogenoemde kwaliteitscriteria, die net als in andere landen sterke overeenkomst vertonen met de What Works-beginselen, worden programma s beoordeeld, uitmondend in (voorlopige) erkenning of nieterkenning. Nieuw in het beleid is dat de beoordeling door de Erkenningscommissie geen vrijblijvende aangelegenheid is. Bij de installatie liet de toenmalige minister van Justitie weten dat op termijn alleen erkende gedragsinterventies door het Ministerie zullen worden gefinancierd. De rol van onderzoek: meta-analyses en systematic reviews In de gang van zaken rond effectiviteit van de afgelopen tien tot vijftien jaar, die we ook wel kunnen aanduiden als de What Works-benadering, speelt onderzoek een belangrijke rol. Dat begon al met de overzichtsstudie van Martinson. Hij zette al het beschikbare onderzoek naar uitkomsten van behandeling van delinquenten (gedetineerden) op een rij en vergeleek die globaal met elkaar. Het was wat we nu een narrative review zouden noemen. Aan de in de overzichtsstudie opgenomen onderzoeken werden nauwelijks methodologische eisen gesteld, zolang zij maar betrekking hadden op de behandeling van daders en er iets werd gemeld over uitkomsten. In de daarna in zwang geraakte en verder ontwikkelde methode van meta-analyse ligt dat anders (Lipsey & Wilson, 2001). Er worden veel striktere eisen aan de bijeen te brengen studies gesteld. Zo moet er informatie zijn over delictgedrag in de vorm van politie- of justitieregistraties of bijvoorbeeld zelfrapportage. Voor een meta-analyse moeten bovendien gegevens uit verschillende onderzoeken tot één uitkomstmaat gehercodeerd kunnen worden. Op die manier kan van een groot aantal verschillende studies één groot, nieuw databestand geformeerd worden, dat zich vervolgens leent voor diverse mediator- en moderatoranalyses. Het zijn dergelijke meta-analyses, die inzichtelijk maken in welke mate bepaalde interventies, al dan niet bij bepaalde groepen personen en/of onder specifieke omstandigheden, tot minder (of meer) recidive leiden. Een andere vorm van meta-analyse is de systematische overzichtsstudie of systematic review. Bij een dergelijk review worden de ruwe data niet bij elkaar gebracht, maar wordt op basis van een kwaliteitsweging van de afzonderlijke studie een oordeel gegeven over het beschikbare bewijs (Sherman, 2003). Anders dan bij metaanalyses, die betrekking kunnen hebben op concepten en fenomenen van welke aard dan ook, gaan systematic reviews doorgaans over preventiestrategieën en interventies. Het biedt aanknopingspunten voor een evidence-based criminaliteitspreventie (Welsh & Farrington, 2006). Tijdschrift voor Criminologie 2007 (49) 1 5 TVC_1_2007_9.indd Sec1: :15:15

4 Peter van der Laan, Jan van Busschbach en Catrien Bijleveld In navolging van de Cochrane Collaboration, die overzichtsstudies publiceert over de werking van preventie- en interventieactiviteiten in de gezondheidszorg, stelt de Campbell Collaboration zich ten doel inzicht te bieden in de uitkomsten van interventies op de terreinen onderwijs, welzijn en criminaliteit en justitieel beleid. De Campbell Crime and Justice Group wil dat onderzoekers, beleidsmakers en praktijkwerkers op toegankelijke wijze kennis kunnen nemen van de effectiviteit van interventies bij criminaliteit, zonder dat zij het spoor bijster raken in de soms tegenstrijdige uitkomsten van verschillende studies. Degenen die systematische overzichtsstudies raadplegen, kunnen er zeker van zijn dat alle relevante studies zijn geraadpleegd, of ze nu in tijdschriften zijn verschenen of in de grijze literatuur, en dat de kwaliteit van de data, analyses en conclusies valide en betrouwbaar zijn. Daartoe is een uitvoerige en strenge peer-review procedure ontwikkeld, vergelijkbaar met de review procedures van wetenschappelijke tijdschriften zoals TvC. Experimenteel onderzoek In systematic reviews worden hoge eisen gesteld aan een onderzoek. Het onderzoeksdesign moet zodanig zijn dat betrouwbare en valide uitspraken kunnen worden gedaan over de effecten van deze of gene interventie. Er moet zo min mogelijk twijfel bestaan over de vraag of de uitkomst (bijvoorbeeld het uitblijven van criminaliteit, of meer of minder recidive) toegeschreven kan worden aan (veroorzaakt wordt door) de onderzochte interventie. Daarvoor is het van belang, dat de interventiegroep vergeleken wordt met een groep, die de interventie niet heeft ondergaan. De groep mensen met wie vergeleken wordt, komt bij voorkeur op cruciale kenmerken zoveel mogelijk overeen met de mensen die de onderzochte interventie hebben ondergaan. Teneinde allerlei vormen van selection bias te voorkomen, wordt idealiter op grond van toeval (at random) bepaald wie deel uitmaakt van welke groep en onderworpen wordt aan de experimentele of andere, eventueel gebruikelijke interventie. Het spreekt vanzelf, dat onderzoeksdesigns door allerlei interne en externe factoren en invloeden op deze punten van elkaar verschillen en dat de zeggingskracht van de uitkomsten groter of kleiner is. Al naar gelang inbreuk wordt gemaakt op een of meer van de designvereisten, kan aan onderzoek een waardering worden gegeven. Hoe hoger de waardering, des te sterker het bewijs dat de uitkomsten ergens voor staan of, in de criminologische context, dat iets effectief is. In de grote studie van Sherman en collega s (1997) naar de uitkomsten van criminaliteitspreventie werd deze werkwijze voor het eerst gevolgd om de methodologische kwaliteit van onderzoek in kaart te brengen. In opdracht van de Amerikaanse overheid gingen zij na wat de inspanningen op allerlei terreinen in de loop der jaren had opgeleverd. De vele onderzoeken die zij aantroffen, werden geïnspireerd door Cook & Campbell (1979), geordend aan de hand van de Maryland Scientific Methods Scale, een schaal met vijf designniveaus (zie ook Farrington 2003b). Alleen onderzoek van niveau 3 (voor- en nameting in experimentele en controlesituatie), niveau 4 (voor- en nameting in meerdere experimentele en controlesituaties, veelal aangeduid als quasi-experimenteel onderzoek) en niveau 5 (voor- en nameting in experimentele en controlesituatie met random toewijzing aan experimentele of controlesituatie, vooral bekend als de randomized clinical trial of ran- 6 Tijdschrift voor Criminologie 2007 (49) 1 TVC_1_2007_9.indd Sec1: :15:15

5 Experimentele criminologie en criminologische experimenten domized controlled trial (RCT)) werd acceptabel geacht om iets over uitkomsten te kunnen zeggen. Onderzoek van niveau 1 (eenmalige, correlationele meting) en van niveau 2 (wel voor- en nameting, maar geen vergelijking met controlegroep) werd niet in de studie meegenomen. In de systematic reviews onder auspiciën van de Campbell Crime and Justice Group worden eveneens uitsluitend studies van niveau 3 of hoger geaccepteerd. In de praktijk zijn het meestal alleen niveaus 4 en 5, of zelfs uitsluitend niveau 5, die in de analyse worden meegenomen. In navolging van medisch onderzoek worden RCT s wel opgevat als de gouden standaard. Er is een discussie gaande of het in de criminologie wel redelijk is om aan de eis van randomisatie te voldoen, omdat verondersteld wordt dat randomisatie in de criminologie moeilijker is dan in de geneeskunde. Het is niet zo moeilijk te bedenken dat sommige aspecten van de criminologie randomisatie lastig maken, maar omgekeerd zijn ook factoren denkbaar die het juist gemakkelijker maken. Feit is dat in ieder geval in Nederland en België zulk onderzoek nauwelijks heeft plaatsgevonden. Wat niet klopt, is de vaak gehoorde veronderstelling dat ook elders geen gerandomiseerd onderzoek heeft plaatsgevonden. Uit een recente studie van Farrington & Welsh (2006) komt naar voren dat in de afgelopen vijftig jaar zeker honderd gerandomiseerde experimenten zijn uitgevoerd op het terrein van de criminologie. Zij stellen bovendien vast dat het aantal experimenten in de periode twee keer zo groot is als in de periode Het overgrote deel van deze experimenten blijkt te zijn uitgevoerd in de Verenigde Staten. De uitkomsten van al deze experimenten zijn niet eenduidig. Weliswaar concluderen Farrington en Welsh, dat in veel gevallen de uitkomsten inderdaad kunnen worden toegeschreven aan de (experimentele) interventie en niet aan kenmerken van betrokkenen of andere externe eigenschappen en stimuli, maar tegelijkertijd blijkt in veel gevallen de traditionele interventie (treatment as usual) of niets doen het even goed of zelfs beter te doen dan de nieuwe of experimentele aanpak. Kosteneffectiviteitsonderzoek Naast de introductie van experimenteel onderzoek valt te verwachten, dat ook kosteneffectiviteitsonderzoek zijn intrede zal gaan doen in het criminologische onderzoeksveld. Bij dergelijk onderzoek worden de resultaten van interventies afgewogen tegen de kosten van die interventies. Vaak wordt gedacht dat dit altijd moet betekenen dat een interventie goedkoop moet zijn. Dit is evenwel een misverstand. Een kostbare interventie is geen probleem, zolang de effecten maar substantieel zijn. De omstandigheden voor interventies in de criminologie zijn gunstig wat betreft de mogelijkheden om kosteneffectief te zijn. Ten eerste worden de effecten van dergelijke interventies, bijvoorbeeld een verlaagde recidive, hoog gewaardeerd. Indien de effecten hoog gewaardeerd worden, mogen ook de investeringen substantieel zijn. Ten tweede zijn de kosten van care as usual hoog, indien deze controleconditie detentie betreft. Aangezien de kosten van de controleconditie mogen worden opgevat als besparingen, nemen de kosten van de experimentele interventie al snel af. Tijdschrift voor Criminologie 2007 (49) 1 7 TVC_1_2007_9.indd Sec1: :15:15

6 Peter van der Laan, Jan van Busschbach en Catrien Bijleveld Een voorbeeld van dergelijk onderzoek zijn de onderzoeken door het Washington State Institute for Public Policy. Swaray e.a.(2005) maken melding van tien publicaties waarin op valide wijze verwezen wordt naar de kosten van interventies op het gebied van de criminologie. De kosten en baten van interventies worden uitdrukt in tegenwaarden in dollars. Doordat zij de effecten ook in dollars uitdrukken (een moord staat bijvoorbeeld voor twee miljoen dollar), is hier sprake van een kosten-batenanalyse, in plaats van een kosteneffectiviteitsanalyse. De effecten worden intact gelaten, zoals bijvoorbeeld de kosten per vermeden recidive. In overeenstemming met de hierboven uitgesproken verwachting is de conclusie steeds, dat veel interventies in de criminologie kosteneffectief zijn. Op dit punt loopt Europa achter op de Verenigde Staten en zijn deze krachtige beleidsargumenten hier nog slechts rudimentair onderzocht. Dat is opvallend, want het Europees onderzoek naar medische kosteneffectiviteit, met name ook het Nederlandse onderzoek, behoort tot de top. Het is te hopen dat naast meer experimenteel onderzoek ook aandacht zal worden besteed aan de verhouding tussen kosten en baten, omdat krachtige beleidsargumenten beschikbaar komen om prioriteiten te stellen bij criminologische interventies. Onderzoek in Nederland In ons land is herhaaldelijk vastgesteld dat veel evaluatieonderzoeken niet aan de minimale eisen voldoen om met enige zekerheid iets te kunnen zeggen over de uitkomsten (Van der Laan, 2001). Er is niet altijd sprake van een voor- en nameting en ook niet altijd van een controle- of vergelijkingsgroep. En als er wel een controlegroep is, verschilt die soms op cruciale kenmerken van de experimentele of interventiegroep, waardoor opnieuw de zeggingskracht van de uitkomsten en vergelijkingen in het geding is. In België lijkt de situatie niet anders te zijn (Devroe in Ponsaers e.a., 2005). Toch is er beweging. 1 In het streven naar een evidence-based justitiepraktijk is er meer oog voor methodologische aspecten. Vereisten als voor- en nameting en vergelijking tussen groepen staan nauwelijks nog ter discussie. Quasi-experimenteel onderzoek wordt vanzelfsprekend geacht en zelfs een RCT-aanpak wordt niet bij voorbaat van de hand gewezen. Zo werd enkele jaren geleden in de aanloop naar het experiment met de strafrechtelijke opvang van verslaafden (SOV) overwogen om het Openbaar Ministerie at random een SOV-aanpak of een traditionele afhandeling te laten eisen in geval van vervolging van verslaafde veelplegers. De opzet van het evaluatieonderzoek werd hierop afgestemd. Over de uitkomsten is nog niet gerapporteerd, naar verluidt is het uiteindelijk niet gekomen van at random strafvordering, omdat justitie er nog niet rijp voor is. Maar inmiddels is in de jeugdsector al wel een begin gemaakt met experimenteel onderzoek naar de uitkomsten bepaalde interventies. Over twee van deze onderzoeken wordt in dit nummer gerapporteerd: onderzoek naar de uitkomsten van Halt door Ten Boom, Ferwerda en Van Leiden 2 en onderzoek naar de effecten van de Multisysteemtherapie (MST) door Asscher e.a. 1 Hiervan getuigt ook het feit dat de Journal of Experimental Criminology een themanummer over experimenteel criminologisch onderzoek in Nederland voorbereidt. 2 Vetgedrukte auteursnamen verwijzen naar andere artikelen in dit themanummer. 8 Tijdschrift voor Criminologie 2007 (49) 1 TVC_1_2007_9.indd Sec1: :15:15

7 Experimentele criminologie en criminologische experimenten Zonder problemen is het onderzoek niet. Zo deden zich bij het onderzoek naar Halt problemen voor rond de externe validiteit, omdat vanwege de wijze van selectie van kandidaten ook jongeren die geen Halt-afdoening kregen (waarbij ze in Halt-verband zouden moeten werken) wel een deel van de Halt-procedure meemaakten en in die zin toch een soort interventie ondergingen (zie ook Bijleveld, 2005). Het MST-onderzoek laat zien hoe ingewikkeld en tijdrovend het is om een experimenteel design geïmplementeerd te krijgen. Bij voortduring moeten zowel bezwaren van ethische aard bij betrokken autoriteiten en uitvoerenden als velerlei problemen van praktische aard overwonnen worden. Overigens kunnen in bepaalde situaties problemen, waarmee de evaluaties van Halt en MST te kampen hebben, worden omzeild. Een voorbeeld daarvan wordt gegeven in de analyse door Bijleveld van de aanpak van zwartrijden in de trein. Geëxperimenteerd is met verschillende manieren van aanpak en afhandeling, waarbij daadwerkelijk is gerandomiseerd zonder dat de directe uitvoeringspraktijk in de trein gemanipuleerd hoefde te worden. Ander experimenteel onderzoek Experimentele criminologie is meer dan alleen het volgens bepaalde criteria onderzoeken en evalueren van de uitkomsten van interventies. Experimenteel onderzoek kan ook andere criminologische domeinen betreffen, zoals het artikel van Haas, De Keijser en Vanderveen over opvattingen omtrent straffen. Hun aanpak door middel van het voorleggen van vignetten leent zich goed voor experimenteel variëren, waardoor beter inzicht wordt verkregen in de opvattingen van verschillende categorieën respondenten in verschillende situaties en kenmerken van de aan de respondenten voorgelegde casus. Overigens treedt hierbij vanzelfsprekend het probleem van de externe validiteit op, niet in de laatste plaats doordat bij dit onderzoek sprake is van een zeer specifieke categorie respondenten (studenten criminologie). Hun oordeel kan (sterk) afwijken van dat van de algemene bevolking of bijvoorbeeld leden van de rechterlijke macht, politici enzovoort. Juridische en ethische valkuilen Experimenteel onderzoek in de gezondheidszorg, met name in het onderzoek naar de werking van medicijnen en ander medisch handelen, is sinds jaar en dag gebruikelijk en in feite de norm. In de sociale wetenschappen, en al helemaal in de criminologie, is dat veel minder het geval. Met het argument dat de sociale werkelijkheid zich niet laat manipuleren of zich uit ethische overwegingen niet mag laten manipuleren, wordt een experimentele aanpak van de hand gewezen. Ook wordt experimenteel onderzoek wel afgedaan als een te simplistische weergave van de werkelijkheid, waarin onvoldoende recht wordt gedaan aan ingewikkelde sociale contexten en processen (Pawson & Tilley, 1998). Er wordt een al te mechanistische causaliteitsrelatie verondersteld met weinig of geen ruimte voor individuele verschillen. Farrington (2003b) wijst deze kritiek overigens van de hand. Contextuele factoren worden niet uitgesloten. Integendeel, zo stelt hij, zij moeten worden meegenomen in de analyses om te bezien of zij eventueel als mediatoren of als moderatoren invloed uitoefenen op de uitkomsten. Tijdschrift voor Criminologie 2007 (49) 1 9 TVC_1_2007_9.indd Sec1: :15:15

8 Peter van der Laan, Jan van Busschbach en Catrien Bijleveld Van andere aard is de kritiek dat als de lat bij evaluatieonderzoek zo hoog wordt gelegd, er in de Nederlandse (jeugdzorg)praktijk vermoedelijk geen enkele interventie overeind blijft en dat we in de jeugdzorg straks met lege handen zullen staan. Van Nijnatten (2006) spreekt in dat verband over de RCT als een Randomized Cynical Trial. Een dergelijke constatering impliceert echter ook dat in de jeugdzorg en naar we mogen aannemen geldt dat ook voor andere zorgsectoren kennelijk veel interventies en programma s worden toegepast, waarvan we in feite niet weten of zij effectief zijn. De vraag is of zoiets ethisch wél verantwoord is (Asscher e.a.). In het geval van criminologisch (en penologisch) onderzoek doet zich de bijzondere complicatie voor dat bij de toepassing van stimuli in de vorm van (strafrechtelijke) interventies, juridische basisprincipes als het gelijkheidsbeginsel of het proportionaliteitsbeginsel zich daartegen kunnen verzetten. Op deze aspecten gaat De Roos in. Als vanzelf komen we dan ook (weer) terecht bij de bezwaren van ethische aard, die met enige regelmaat naar voren worden gebracht. Asscher e.a. gaan daarop in. Hier volstaan we met de opmerking, dat ook in onze ogen zich steeds opnieuw bepaalde ethische dilemma s zullen voordoen. Het meest gehoorde bezwaar in de sfeer van criminologie en penologie luidt dat mensen, die niet in de experimentele groep terechtkomen, niet zouden kunnen profiteren van de nieuwe en veelbelovende aanpak en dat hen ook andere vormen van begeleiding of behandeling zouden worden onthouden. Helemaal niets doen of, nog erger, (kale) detentie zou hun lot zijn. Dat is echter bij ons weten tot nog toe niet het geval geweest en wij verwachten dat ook niet. Criminologische toetsingscommissie Bij experimenteel onderzoek zullen zich steeds opnieuw dilemma s aandienen. Sommige zullen in de praktijk meevallen, omdat in de opzet van het experiment zulke problemen eenvoudig ondervangen kunnen worden. Andere daarentegen zullen lastiger zijn. Maar dat zou geen reden moeten zijn af te zien van experimenteel onderzoek, omdat deze vorm van onderzoek uiteindelijk het enige betrouwbare en valide bewijs van causaliteit en van effectiviteit levert. Wellicht is het een goed idee om in navolging van het gezondheidsonderzoek ook voor experimenteel criminologisch onderzoek ethische commissies in het leven te roepen, waaraan voorstellen voor experimenteel (evaluatie)onderzoek ter toetsing moeten worden voorgelegd. De onderzoeksorganisatie ZonMw stelt een dergelijke toetsingsprocedure inmiddels ook verplicht voor het door haar gefinancierde niet-medische onderzoek. Ook stellen op steeds meer universiteiten nietmedische faculteiten hun eigen ethische toetsingscommissies in. Wellicht kan de Nederlandse Vereniging voor Kriminologie (NVK) haar toetsingscommissie, die begin jaren tachtig nog actief was, nieuw leven inblazen. Literatuur Andrews, D.A., Bonta, J., Gendreau, P. & Cullen, F.T. (1990). Does correctional treatment work? A clinically relevant and psychologically informed meta-analysis. Criminology, 28(3), Tijdschrift voor Criminologie 2007 (49) 1 TVC_1_2007_9.indd Sec1: :15:15

9 Experimentele criminologie en criminologische experimenten Andrews, D.A. (1995). The psychology of criminal conduct and effective treatment. In: J. McGuire (ed.) What works: reducing reoffending, guidelines from research and practice. Chichester: Wiley, Andrews, D.A. & Bonta, J. (2003). The psychology of criminal conduct. Cincinnati OH: Anderson Publishing Co. Asscher, J., Dekovic, M., Laan P. van der & Prins, P. (2006). Zin en onzin van de randomized controlled trial. Perspectief, 14 (5), Bijleveld, C.C.J.H. (2005). Methoden en technieken van onderzoek in de criminologie. Den Haag: Boom Juridische uitgevers. Cook, T.D. & Campbell, T.D. (1979). Quasi-experimentation: design and analysis issues for field settings. Chicago: Rand McNally. Farrington, D.P. (2003a). Developmental and life-course criminology: key theoretical and empirical issues the 2002 Sutherland Award Address. Criminology, 41(2), Farrington, D.P. (2003b). Methodological quality standards for evaluation research. The Annals of the American Academy of Political and Social Science, 587, Farrington, D.P. & Welsh, B.C. (2006). A half century of randomized experiments of crime and justice. Crime and Justice, 34, Gendreau, P., Cullen, F.T. & Bonta, J. (1994). Intensive rehabilitation supervision: the next generation in community corrections? Federal probation, 58, Laan, P.H. van der (2001). Politiële en justitiële interventies bij gewelddadige en ernstig delinquente jongeren. In: R. Loeber, N.W. Slot & J.A. Sergeant (red.) Ernstige en gewelddadige jeugddelinquentie. Houten / Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum, Laan, P.H. van der, Krooi, H., Voort, P. van der & Wijkman, M. (2006). Toetsing en certificering van preventieve, curatieve en repressieve interventies in de jeugdzorg. Leiden: NSCR (2006-6). Lipsey, M.W. & Wilson, D.B. (2001). Practical meta-analysis. Thousand Oakes: Sage. Martinson, R. (1974). What Works? Questions and answers about prison reform. Public Interest, 35, McGuire, J. & Priestley, P. (1995). Reviewing What works : past present and future. In: J. McGuire (ed.) What works: reducing reoffending, guidelines from research and practice. Chichester: Wiley, Nijnatten, C. van (2006). Randomized cynical trial. Perspectief, 14(3), 3. Ponsaers, P., Easton, M., Enhus, E., Bruggeman W. & Collier, A. (2005). 10 miljoen klanten dat moet je verdienen. Bijdrage(n) tot de evaluatie van politie en justitie. Brussel: Politeia. Pawson, R. & Tilley, N. (1998). Caring communities, paradigm polemics, design debaters. Evaluation, 4, Sherman, L.W., Gottfredson, D.C., MacKenzie, D.L., Eck, J., Reuter, P. & Bushway, S. (1997). Preventing crime: what works, what doen t, what s promising. Washington DC: U.S. Office of Justice Programs. Sherman, L.W. (2003). Misleading evidence and evidence-led policy: making social science more experimental. The Annals of the American Academy of Political and Social Science, 589, Swaray, R.B., Bowles, R. & Pradiptyo, R. (2005). The application of economic analysis to criminal justice interventions: A review of the literature. Criminal Justice Policy Review, 16, Welsh, B.C. & Farrington, D.P. (2006). Evidence-based crime prevention. In: B.C. Welsh & D.P. Farrington (eds.) Preventing crime. What works for children, offenders, victims, and places. Dordrecht: Springer, Tijdschrift voor Criminologie 2007 (49) 1 11 TVC_1_2007_9.indd Sec1: :15:15

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Samenvatting, conclusies en discussie Strafrechtelijke interventies gericht op recidivereductie worden in Nederland steeds vaker ingericht volgens richtlijnen van de internationale what worksbenadering,

Nadere informatie

Toespraak DGPJS tgv installatie Erkenningscommissie Gedragsinterventies op , Sociëteit De Witte, te Den Haag

Toespraak DGPJS tgv installatie Erkenningscommissie Gedragsinterventies op , Sociëteit De Witte, te Den Haag Toespraak DGPJS tgv installatie Erkenningscommissie Gedragsinterventies op 30-8-2005, Sociëteit De Witte, te Den Haag Dames en heren, De Minister zei het al: de recidivecijfers zijn zorgwekkend. Van de

Nadere informatie

Erkenningscommissies voor justitiële gedragsinterventies

Erkenningscommissies voor justitiële gedragsinterventies ARTIKELEN Erkenningscommissies voor justitiële gedragsinterventies De stand van zaken in een aantal Europese landen en Canada en relevante ontwikkelingen voor Nederland Pauline Aarten, René Poort & Peter

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/45808 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Bosma, A.Q. Title: Targeting recidivism : an evaluation study into the functioning

Nadere informatie

Over straffen, effectiviteit en erkenning

Over straffen, effectiviteit en erkenning 31 Over straffen, effectiviteit en erkenning De wetenschappelijke onderbouwing van preventie en strafrechtelijke interventie P.H. van der Laan* Onedin Line-achtige beelden van een zeiltocht naar de Oostzee

Nadere informatie

Onderzoeksdesigns. Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis

Onderzoeksdesigns. Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis Onderzoeksdesigns Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis Inhoud Inleiding Wetenschappelijk bewijs Opdracht Verschillende onderzoekdesigns De drie componenten van evidence-based practice Wetenschappelijk

Nadere informatie

De inzet van familienetwerkberaden in de jeugdzorg:

De inzet van familienetwerkberaden in de jeugdzorg: De inzet van familienetwerkberaden in de jeugdzorg: Een systematische review en meta-analyse van de uitkomsten van studies naar de effectiviteit van familienetwerkberaden Universiteit van Amsterdam, Forensische

Nadere informatie

De effectiviteit van multisysteemtherapie (MST)

De effectiviteit van multisysteemtherapie (MST) Knelpunten en kansen bij de implementatie van een randomized controlled trial Jessica Asscher, Maja Deković, Peter van der Laan, Pier Prins en Sander van Arum In dit artikel wordt de achtergrond beschreven

Nadere informatie

Effectieve zorg bestaat uit effectieve methodieken, maar hoe effectief is effectief? Jan Willem Veerman Ede, 28 september 2005

Effectieve zorg bestaat uit effectieve methodieken, maar hoe effectief is effectief? Jan Willem Veerman Ede, 28 september 2005 Effectieve zorg bestaat uit effectieve methodieken, maar hoe effectief is effectief? Jan Willem Veerman Ede, 28 september 2005 Het ideaal Er zijn problemen en/of risicofactoren Waarvoor een behandeling

Nadere informatie

Mythen van criminaliteitsbeleid {Jaap de Waard, Ministerie van Veiligheid en Justitie, DGRR}

Mythen van criminaliteitsbeleid {Jaap de Waard, Ministerie van Veiligheid en Justitie, DGRR} Mythen van criminaliteitsbeleid {Jaap de Waard, Ministerie van Veiligheid en Justitie, DGRR} 2 juli 2014 Mythe: hoe meer politie, hoe minder criminaliteit De Noord / Zuid scheiding binnen Europa laat zien

Nadere informatie

StudiedagCentrum voorpolitiestudies-8 december2010 Bornem. Ontstaan en terminologie

StudiedagCentrum voorpolitiestudies-8 december2010 Bornem. Ontstaan en terminologie StudiedagCentrum voorpolitiestudies-8 december2010 Bornem Evidence Evidence based based policing policing Ontstaan en terminologie Elke Devroe Doctoraal vorser Onderzoeksgroep Sociale Veiligheidsanalyse,

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Criterium 10 van de beoordelingscriteria effectiviteit gedragsinterventies. Advies 11 januari 2011

Criterium 10 van de beoordelingscriteria effectiviteit gedragsinterventies. Advies 11 januari 2011 Criterium 10 van de beoordelingscriteria effectiviteit gedragsinterventies Advies 11 januari 2011 Colofon Afzendgegevens Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Kalvermarkt 53 2511 CB Den Haag

Nadere informatie

Werkt MST? Een reactie op het onderzoek van Boonstra e.a.

Werkt MST? Een reactie op het onderzoek van Boonstra e.a. 14 Discussie Werkt MST? Een reactie op het onderzoek van Boonstra e.a. Multi-systeemtherapie (MST) is een intensieve, ambulante, systeemgerichte behandeling voor jongeren tussen de twaalf en achttien jaar

Nadere informatie

Systematische review als middel tot synthese van bestaande kennis

Systematische review als middel tot synthese van bestaande kennis Systematische review als middel tot synthese van bestaande kennis Trudy Bekkering, epidemioloog Cebam, 2018 1 Inhoud Achtergrond Wat is een systematische review? Hoe systematische reviews maken? Verschillende

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT)

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 4 1 Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

Samenvatting. factoren betreft), en scoren zij anders waar het gaat om het soort en de

Samenvatting. factoren betreft), en scoren zij anders waar het gaat om het soort en de Samenvatting Dit onderzoek richt zich op het verband tussen de aanwezigheid van risico- en protectieve factoren en de latere ontwikkeling van delinquent gedrag in een groep risicojongeren. De volgende

Nadere informatie

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? Onderwerp: Hoe lees ik een wetenschappelijk artikel? Marjolein Snaterse, docent/onderzoeker Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam TOCH MAAR WEER: EVIDENCE BASED PRACTICE

Nadere informatie

SAMENVATTING. Inleiding

SAMENVATTING. Inleiding SAMENVATTING Inleiding De Wet tijdelijk huisverbod (Wth) is op 1 januari 2009 in werking getreden. Met een huisverbod kan een (potentiële) pleger van huiselijk geweld tien dagen uit huis worden geplaatst.

Nadere informatie

Literatuuronderzoek. Systematische Review Meta-Analyse. KEMTA Andrea Peeters

Literatuuronderzoek. Systematische Review Meta-Analyse. KEMTA Andrea Peeters Literatuuronderzoek Systematische Review Meta-Analyse KEMTA Andrea Peeters Waarom doen? Presentatie 1. Begrippen systematische review en meta-analyse 2. Hoe te werk gaan bij het opzetten van een review

Nadere informatie

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding en onderzoeksvragen

Samenvatting. Inleiding en onderzoeksvragen Samenvatting Inleiding en onderzoeksvragen In dit rapport wordt verslag gedaan van een synthese van 48 studies naar de effecten van preventie van geweld in het publieke en semi-publieke domein. Dit onderzoek

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Arib (PvdA) over het nut van de griepprik (2011Z20885).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Arib (PvdA) over het nut van de griepprik (2011Z20885). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 30 79 11 F 070 30

Nadere informatie

in hoofdstuk 1 wordt een algemene inleiding voor die proefschrift gepresenteerd. De gebruikte termen worden beschreven en sleutelbegrippen worden

in hoofdstuk 1 wordt een algemene inleiding voor die proefschrift gepresenteerd. De gebruikte termen worden beschreven en sleutelbegrippen worden samenvatting samenvatting in hoofdstuk 1 wordt een algemene inleiding voor die proefschrift gepresenteerd. De gebruikte termen worden beschreven en sleutelbegrippen worden geïntroduceerd. Na een korte

Nadere informatie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen

Nadere informatie

Bij gebrek aan bewijs

Bij gebrek aan bewijs Bij gebrek aan bewijs kennis is macht! internet in de spreekkamer P.A. Flach Bedrijfsarts Arbo- en milieudienst RuG 09-10-2006 1 3 onderdelen 1. Wat is EBM 2. Zoeken in PubMed 3. Beoordelen van de resultaten

Nadere informatie

Het doel van deze studie is (Enige Jaren Communities That Care. Leren van een sociaal experiment)

Het doel van deze studie is (Enige Jaren Communities That Care. Leren van een sociaal experiment) 226 / SOME YEARS OF COMMUNITIES THAT CARE Samenvatting Het doel van deze studie is (Enige Jaren Communities That Care. Leren van een sociaal experiment) onderzoek van preventie van probleemgedragingen

Nadere informatie

Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders

Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders An empirical comparison Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) S 209 Nederlandse samenvatting Cyber-delinquenten versus traditionele

Nadere informatie

Leidraad beoordelingen behandelingen tot verzekerde pakket door Kenniscentrum GGZ van Zorgverzekeraars Nederland

Leidraad beoordelingen behandelingen tot verzekerde pakket door Kenniscentrum GGZ van Zorgverzekeraars Nederland Leidraad beoordelingen behandelingen tot verzekerde pakket door Kenniscentrum GGZ van Zorgverzekeraars Nederland Mei 2014 Aanleiding Het CVZ beschrijft in het Rapport geneeskundige GGZ deel 2 de begrenzing

Nadere informatie

Wetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten?

Wetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten? Samenvatting 403 Wetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten? Lage rugpijn (LRP) is wereldwijd de meest voorkomende oorzaak van beperkingen. Dit blijkt uit studies naar ziektelast

Nadere informatie

Samenvatting. Adviesaanvraag

Samenvatting. Adviesaanvraag Samenvatting Adviesaanvraag De afgelopen decennia is de omvang en het maatschappelijk belang van toezicht op de gezondheidszorg gegroeid. De introductie van marktwerking, de privatisering en de toenemende

Nadere informatie

Voorwoord 1 0. Inleiding 1 1

Voorwoord 1 0. Inleiding 1 1 Inhoud Voorwoord 1 0 Inleiding 1 1 1 Evidence-based diëtetiek: principes en werkwijze 1 3 Inleiding 1 3 1.1 Evidence-based diëtetiek 1 3 1.2 Het ontstaan van evidence-based handelen 1 5 1.3 Evidence-based

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

Inleiding Methodologie Master MBRT Hogeschool INHOLLAND 27 november Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp

Inleiding Methodologie Master MBRT Hogeschool INHOLLAND 27 november Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Inleiding Methodologie Master Hogeschool INHOLLAND 27 november 2003 Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp WAT GAAN WE DOEN? Inleiding op Evidence-based Practice (EBP) Diagnostisch onderzoek onderzoek Interventieonderzoek

Nadere informatie

Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk. Definitie EBP 16-4-2015

Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk. Definitie EBP 16-4-2015 Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk Lies Braam, verpleegkundig specialist neurologie 26 maart 2015 V &VN neurocongres Definitie EBP Bij EBP gaat het om klinische beslissingen op basis van

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

but no statistically significant differences

but no statistically significant differences but no statistically significant differences Astma is een chronische aandoening, die niet te genezen is. Met de passende zorg kunnen symptomen tot een minimum worden gereduceerd en zou een astma patiënt

Nadere informatie

Principes bij de behandeling in de forensische psychiatrie

Principes bij de behandeling in de forensische psychiatrie Principes bij de behandeling in de forensische psychiatrie Inleiding Binnen de forensisch psychiatrische behandelsetting is het doel van de behandeling primair het verminderen van delictrisico s of risico

Nadere informatie

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Universitair Medisch Centrum Utrecht Verplegingswetenschappen cursusjaar

Nadere informatie

Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11

Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11 Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11 Klachtenregeling IGZ Artikel 1 1 Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop de inspectie zich in een bepaalde aangelegenheid jegens

Nadere informatie

Een evidence based jeugddelinquentierecht What s in a name?

Een evidence based jeugddelinquentierecht What s in a name? Een evidence based jeugddelinquentierecht What s in a name? Stefaan Pleysier Leuvens Instituut voor Criminologie (LINC) Faculteit Rechtsgeleerdheid, KU Leuven Inhoud Wat voorafging Krachtlijnen van nieuw

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 3. Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

Achtergrond transities als natuurlijk experiment voor de publieke gezondheid

Achtergrond transities als natuurlijk experiment voor de publieke gezondheid 21 mei 2015 NVAG themamiddag: Gemeentelijke transities als een natuurlijke experiment? Achtergrond transities als natuurlijk experiment voor de publieke gezondheid Prof. dr. Anton Kunst Afdeling Sociale

Nadere informatie

Ontwikkeling gedragsexperimenten voor effectief beleid Voorzitter: Eva van den Broek Spreker: Annemieke Tuinstra Spreker: Jetske Bouma

Ontwikkeling gedragsexperimenten voor effectief beleid Voorzitter: Eva van den Broek Spreker: Annemieke Tuinstra Spreker: Jetske Bouma Vormgeving van bewezen effectieve beleidsinterventies Parallelsessie 11:20 12:30 20 juni 2019, Den Haag Ontwikkeling gedragsexperimenten voor effectief beleid Voorzitter: Eva van den Broek Spreker: Annemieke

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING 168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet

Nadere informatie

Observationeel onderzoek Patiënt-controleonderzoek Cohortonderzoek Cross-sectioneel Systematisch review

Observationeel onderzoek Patiënt-controleonderzoek Cohortonderzoek Cross-sectioneel Systematisch review Zoekstrategie JGZ-richtlijn Taalontwikkeling Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken zijn deze eerst omgevormd tot PICO uitgangsvragen. Hierbij wordt achtereenvolgens het volgende

Nadere informatie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie Interventie: Families First Deelcommissie: 1 Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier Datum vergadering: 11 april 2014 Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie De commissie

Nadere informatie

Datum 12 maart 2012 Onderwerp antwoorden op de vragen van lid Kooiman (SP) over de financiering van Multi Systeem Therapie

Datum 12 maart 2012 Onderwerp antwoorden op de vragen van lid Kooiman (SP) over de financiering van Multi Systeem Therapie 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ?

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ? Samenvatting Het terugdringen van de jeugdcriminaliteit is een belangrijk thema van het beleid van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Met het beleidsprogramma Aanpak Jeugdcriminaliteit is de aanpak

Nadere informatie

Erkenning van interventies. Criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling 2015-2018

Erkenning van interventies. Criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling 2015-2018 Erkenning van interventies Criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling 2015-2018 1 Algemeen De erkenningscommissie kan een interventie op de volgende niveaus erkennen: 1. Goed onderbouwd 2.1 Effectief

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Dutch summary De financiële en maatschappelijke kosten van jeugdcriminaliteit zijn

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

Evidence based: theorie en praktijk. Wim Groot Top Institute Evidence Based Education Research (TIER) Teachers Academy

Evidence based: theorie en praktijk. Wim Groot Top Institute Evidence Based Education Research (TIER) Teachers Academy Evidence based: theorie en praktijk Wim Groot Top Institute Evidence Based Education Research (TIER) Wat is evidence based onderwijs? Evidence based onderwijs is de filosofie dat onderwijsbeleid en -praktijk

Nadere informatie

Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak

Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak De Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak is in 2010 ingesteld door de Minister van Wonen, Wijken en Integratie met als opdracht de Minister te adviseren

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 207 208 Deel I Het wordt steeds belangrijker gevonden om kinderen een stem te geven. Hierdoor kunnen kinderen beter begrepen worden en kan hun ontwikkeling worden geoptimaliseerd.

Nadere informatie

Interventies die werken

Interventies die werken Interventies die werken Leonieke Boendermaker 20 januari 2009 themadossiers 2 1 Inhoud 1. Wat werkt? wat werkt bij gedragsstoornissen/delicten Wat werkt niet 2. Erkenningen Cie. Min.Justitie Jeugdinterventies

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Werkt wat werkt? Jan Adriaan Nijboer

Werkt wat werkt? Jan Adriaan Nijboer Werkt wat werkt? Jan Adriaan Nijboer Het programma van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie zit goed in elkaar. Naarmate ik me er meer in ben gaan verdiepen, heb ik meer respect gekregen

Nadere informatie

Wat werkt in Nederland en wat niet?

Wat werkt in Nederland en wat niet? Wat werkt in Nederland en wat niet? 307 Onderzoek en beleid Wat werkt in Nederland en wat niet? Een meta-analyse van Nederlands recidiveonderzoek naar de effecten van strafrechtelijke interventies B.S.J.

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Samenvatting Inleiding In dit rapport worden de resultaten beschreven van een research synthese over maatregelen die herhaling van slachtofferschap willen voorkomen. Een research synthese betreft een kritische

Nadere informatie

Comparison: Kinderen zonder deze risicofactor.

Comparison: Kinderen zonder deze risicofactor. Zoekstrategieën JGZ-richtlijn Taalontwikkeling oekstrategie Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken tot beantwoordbare vragen zijn deze eerst omgewerkt tot PICO uitgangsvragen.

Nadere informatie

MCDA methodiek in SELFIE: meten en wegen

MCDA methodiek in SELFIE: meten en wegen MCDA methodiek in SELFIE: meten en wegen Maureen Rutten-van Mölken SELFIE tweede nationale workshop 29 maart 2018 Agenda 12:00 12:30u Inloop met koffie, thee en broodjes 12:30 12:45u Voorstelrondje 12:45

Nadere informatie

Peer review EBM. Ontwikkeld door WVVK in opdracht van Pro-Q-Kine

Peer review EBM. Ontwikkeld door WVVK in opdracht van Pro-Q-Kine Peer review EBM Inleiding Doelstellingen? Attitude: bereid zijn om evidence based te handelen, om expertise te delen, om evidentie te bespreken Kennis: wat is EBM, wat is evidentie, wat is een richtlijn,

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I Opgave 5 Sociale veiligheid ontsleuteld Hieronder staan drie tekstfragmenten en één figuur uit het rapport Sociale veiligheid ontsleuteld, veronderstelde en werkelijke effecten van veiligheidsbeleid; Lonneke

Nadere informatie

Aandeel van de meest frequent vervolgde daders in de strafzaken van

Aandeel van de meest frequent vervolgde daders in de strafzaken van Samenvatting De problematiek van de veelplegers staat momenteel hoog op de politieke en maatschappelijke agenda. Er is een wetsvoorstel ingediend om deze categorie delinquenten beter aan te kunnen pakken.

Nadere informatie

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda DOORDRINGEN of Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting DOORDRINKEN Jos Kuppens Henk Ferwerda In opdracht van Ministerie van Veiligheid en Justitie, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum,

Nadere informatie

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase Inleiding Door de toenemende globalisering en bijbehorende concurrentiegroei tussen bedrijven over de hele wereld, de economische recessie in veel landen, en de groeiende behoefte aan duurzame inzetbaarheid,

Nadere informatie

Evaluatie Onderwijstijdverlenging. Drs. Erik Meyer Dr. Chris van Klaveren Prof. dr. Wim Groot Prof. dr. Henriëtte Maassen van den Brink

Evaluatie Onderwijstijdverlenging. Drs. Erik Meyer Dr. Chris van Klaveren Prof. dr. Wim Groot Prof. dr. Henriëtte Maassen van den Brink Evaluatie Onderwijstijdverlenging Drs. Erik Meyer Dr. Chris van Klaveren Prof. dr. Wim Groot Prof. dr. Henriëtte Maassen van den Brink Inleiding Doel onderwijstijdverlenging: verbeteren leerprestaties

Nadere informatie

Position Paper #Not4Sissies

Position Paper #Not4Sissies huisartsgeneeskunde & ouderengeneeskunde Position Paper #Not4Sissies Lizette Wattel Coördinator UNO-VUmc Coördinator Onderzoekslijn Geriatrische Revalidatie Ewout Smit AIOTO Ouderengeneeskunde Programma

Nadere informatie

Hoe meet je kwaliteitsverbetering? En hoe kan je dat in je eigen regio doen?

Hoe meet je kwaliteitsverbetering? En hoe kan je dat in je eigen regio doen? Hoe meet je kwaliteitsverbetering? En hoe kan je dat in je eigen regio doen? VRAAGSTELLING: HOE KUNNEN WE FUNCTIEVERLIES TIJDENS & NA ACUTE ZIEKENHUISOPNAME VERMINDEREN? HOE MEET JE EFFECT? Complexe interventies

Nadere informatie

1. Afbakening van en aanvulling op GRECO rapport

1. Afbakening van en aanvulling op GRECO rapport Minister van Justitie D.t.v. Mw. Mr. E.E. Weeda Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 2 februari 2004 contactpersoon R.C. Hartendorp doorkiesnummer 070-361 9788 e-mail R.Hartendorp@rvdr.drp.minjus.nl ons

Nadere informatie

Het juiste gereedschap is het halve werk

Het juiste gereedschap is het halve werk Het juiste gereedschap is het halve werk Werkconferentie Innovatieondersteunend onderzoek: De praktijk aan zet 23 maart 2011 Dr. Daan Andriessen Hogeschool Inholland Haarlem Agenda 1. Wat is onderzoek?

Nadere informatie

Ontwikkelen van een Cochrane Systematic Review over interventies

Ontwikkelen van een Cochrane Systematic Review over interventies Ontwikkelen van een Cochrane Systematic Review over interventies 22 en 23 Maart 2016 Bestemd voor personen die in het kader van de Cochrane Collaboration een systematische review over interventies gaan

Nadere informatie

Evalueren van beleid. Research voor Beleid (Panteia Groep) Auteur: Christel Scholten

Evalueren van beleid. Research voor Beleid (Panteia Groep) Auteur: Christel Scholten Evalueren van beleid Research voor Beleid (Panteia Groep) Auteur: Christel Scholten Datum: 14 april 2008 Research voor Beleid - Sociaal wetenschappelijk beleidsonderzoek - Zorg en Welzijn, Arbeidsmarkt,

Nadere informatie

Tijd voor écht onderzoek!!!

Tijd voor écht onderzoek!!! Tijd voor écht onderzoek!!! Robert Vermeiren, hoogleraar (forensische) kinder- en jeugdpsychiatrie Curium-LUMC/ VUMC AW Gezin aan Zet / Risicojeugd @robertvermeiren Blogs Kenniscentrum KJP Wie weet wat

Nadere informatie

DUURZAME IMPLEMENTATIE: DAT WERKT! Leonieke Boendermaker Lectoraat Implementatie in de Jeugdzorg

DUURZAME IMPLEMENTATIE: DAT WERKT! Leonieke Boendermaker Lectoraat Implementatie in de Jeugdzorg DUURZAME IMPLEMENTATIE: DAT WERKT! Leonieke Boendermaker Lectoraat Implementatie in de Jeugdzorg 1 Modules & zorgprogramma s Vraaggericht Kwaliteit Effectiviteit Evidence based werken Professionalisering

Nadere informatie

Waar moet het heen? Wat is het doel? What works? (Andrews & Bonta, 2010) What works? Hoe kunnen we het risico per individu bepalen?

Waar moet het heen? Wat is het doel? What works? (Andrews & Bonta, 2010) What works? Hoe kunnen we het risico per individu bepalen? Waar moet het heen? Wat is het doel? Wineke Smid wsmid@hoevenkliniek.nl VFS Symposium, Utrecht, Nederland, 22-01-2014 Het terugbrengen van het aantal slachtoffers! What works? What works? (Andrews & Bonta,

Nadere informatie

Systematische review naar effectieve interventies ter preventie van kindermishandeling.

Systematische review naar effectieve interventies ter preventie van kindermishandeling. Rapport Systematische review naar effectieve interventies ter preventie van kindermishandeling. Auteurs: F.J.M. van Leerdam 1 K. Kooijman 2 F. Öry 1 M. Landweer 3 1: TNO Preventie en Gezondheid Postbus

Nadere informatie

Voorwoord. Voorwoord

Voorwoord. Voorwoord 5 Voorwoord Onderzoek op het terrein van de levensloopcriminologie laat zien dat uiteindelijk alle criminelen stoppen met misdaad (desistance) (Laub en Sampson, 2003). Sommigen doen dat echter al op jonge

Nadere informatie

Therapeutisch versus niet-therapeutisch onderzoek bij minderjarige en wilsonbekwame proefpersonen

Therapeutisch versus niet-therapeutisch onderzoek bij minderjarige en wilsonbekwame proefpersonen Therapeutisch versus niet-therapeutisch onderzoek bij minderjarige en wilsonbekwame proefpersonen In de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO) staat: Het is verboden wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

IS PREVENTIE MEER KOSTEN-EFFECTIEF DAN CURATIE? Prof. Steven Simoens

IS PREVENTIE MEER KOSTEN-EFFECTIEF DAN CURATIE? Prof. Steven Simoens IS PREVENTIE MEER KOSTEN-EFFECTIEF DAN CURATIE? Prof. Steven Simoens ACHTERGROND Geneesmiddelen dragen bij tot gezondheid, maar groei in geneesmiddelenbudget overtreft economische groei In een context

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 015 Kindermishandeling Nr. 82 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Sex Offender Risk Assessment in the Netherlands: Towards a Risk Need Responsivity Oriented Approach W.J. Smid

Sex Offender Risk Assessment in the Netherlands: Towards a Risk Need Responsivity Oriented Approach W.J. Smid Sex Offender Risk Assessment in the Netherlands: Towards a Risk Need Responsivity Oriented Approach W.J. Smid SUMMARY Het leidt weinig twijfel dat zedendelicten in onze moderne samenleving worden beschouwd

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20890 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Koelewijn, Hennie Title: Quality of work and well-being of health care employees

Nadere informatie

The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands

The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands Proefschrift Marieke Heers (gepromoveerd 3 oktober in Maastricht; promotoren prof.dr. W.N.J. Groot en prof.dr. H. Maassen van den Brink)

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Opgave 3 De burger als rechter

Opgave 3 De burger als rechter Opgave 3 De burger als rechter Bij deze opgave horen tekst 5 en de tabellen 2 en 3 uit het bronnenboekje. Inleiding Hoe behoren volgens het Nederlandse publiek veroordeelde plegers van misdrijven gestraft

Nadere informatie

Sturen op kwaliteit. Theorie en praktijk. Dr. Wim Gorissen, Directeur Effectiviteit & Vakmanschap

Sturen op kwaliteit. Theorie en praktijk. Dr. Wim Gorissen, Directeur Effectiviteit & Vakmanschap Sturen op kwaliteit Theorie en praktijk Dr. Wim Gorissen, Directeur Effectiviteit & Vakmanschap Opbouw verhaal Wat willen we in het jeugdveld Evidence-based werken en vakmensschap Samen lerend doen wat

Nadere informatie

College 4 Experimenteel Onderzoek en Experimentele Controle

College 4 Experimenteel Onderzoek en Experimentele Controle College 4 Experimenteel Onderzoek en Experimentele Controle - Leary: Hoofdstuk 9 en 10 - MM&C: Hoofdstuk 2.4 (p.129-130), 2.6 en 3.1 - Aanvullende tekst 4 Jolien Pas ECO 2012-2013 Doel experimenteel onderzoek:

Nadere informatie

Child Safety Now. Towards Effective Case Management for Families in Child Protection and Youth Parole Services I. Busschers

Child Safety Now. Towards Effective Case Management for Families in Child Protection and Youth Parole Services I. Busschers Child Safety Now. Towards Effective Case Management for Families in Child Protection and Youth Parole Services I. Busschers Samenvatting Dit proefschrift gaat over casemanagement van gezinnen binnen jeugdbescherming

Nadere informatie

Proeftuinplan: Meten is weten!

Proeftuinplan: Meten is weten! Proeftuinplan: Meten is weten! Toetsen: hoog, laag, vooraf, achteraf? Werkt het nu wel? Middels een wetenschappelijk onderzoek willen we onderzoeken wat de effecten zijn van het verhogen cq. verlagen van

Nadere informatie

Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico

Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico Wynand van de Ven en Erik Schut Wederreactie op Douven en Mannaerts In ons artikel in TPEdigitaal (Van de Ven en Schut 2010) hebben wij uiteengezet

Nadere informatie

15/04/15. Wat Werkt Echt tegen Pesten? Vandaag. Wat Werkt Echt tegen Pesten? Overzicht Uitwerking & Verkenning Discussiepunten Eerste afspraken

15/04/15. Wat Werkt Echt tegen Pesten? Vandaag. Wat Werkt Echt tegen Pesten? Overzicht Uitwerking & Verkenning Discussiepunten Eerste afspraken 15/04/15 Prof. dr. Bram Orobio de Castro Prof. dr. Toon Cillessen Prof. dr. Pol van Lier Prof. dr. Rene Veenstra Prof. dr. Maja Dekovic Prof. dr. Rutger Engels Prof. dr. Ron Scholte Prof. dr. Ernest Hodges

Nadere informatie

Figuur overgenomen uit Value Based Healthcare prijsinschrijvingsdocumentatie van The Decision institute die hier ook opleidingen voor aanbieden.

Figuur overgenomen uit Value Based Healthcare prijsinschrijvingsdocumentatie van The Decision institute die hier ook opleidingen voor aanbieden. De waardebepaling van nieuwe producten en services in de zorg Het beantwoorden van de vraag of nieuwe producten en services in de zorg daadwerkelijk meerwaarde brengen is niet gemakkelijk. Er is een levendige

Nadere informatie

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Epidemiologie, preventie, diagnostiek,

Nadere informatie

Organisaties. Onderzoeksvraag Wat werkt? 3 aandachtsgebieden. Wat werkt? 3 aandachtsgebieden. Wat werkt? 3 aandachtsgebieden

Organisaties. Onderzoeksvraag Wat werkt? 3 aandachtsgebieden. Wat werkt? 3 aandachtsgebieden. Wat werkt? 3 aandachtsgebieden Organisaties Symposiumleider: Carlo Schuengel Focus op Onderzoek 2 december 2011 Marja Hodes, Marieke Meppelder, Jos de Kimpe, Carlijn Nieuwenhuis, Sabina Kef, Cees Janssen, Lieneke Claassens, Elleke Lemmers,

Nadere informatie

Evidence piramide. Gecontroleerde studies. Welk studie type? 19/02/2013. 3 me ta.eu. Niet dezelfde piramide voor elke vraag. me ta.eu. me ta.

Evidence piramide. Gecontroleerde studies. Welk studie type? 19/02/2013. 3 me ta.eu. Niet dezelfde piramide voor elke vraag. me ta.eu. me ta. Niet dezelfde piramide voor elke vraag Evidence piramide Gecontroleerde studies Welk studie type? 3 1 Effect van roken op longkaner Richard Doll 1951: prospectieve studie 2/3 mannelijke Britse artsen Goede

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Samenvatting Inleiding In het kader van het programma Modernisering Sanctietoepassing (MST) binnen het beleidsprogramma Naar een veiliger Samenleving is onder meer aandacht voor het beleid met betrekking

Nadere informatie