onbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Puncties

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "onbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Puncties"

Transcriptie

1 Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Puncties

2 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Puncties Inhoudsopgave Bloedglucosewaarden meten... Venapunctie voor bloedafname...5 Bloedglucosemeters...8 Prikpennen...0 Meterbeschrijving:Bayers Breeze Vilans

3 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Puncties Bloedglucosewaarden meten Inleiding Om de bloedglucosewaarde te meten, wordt een druppel bloed (capillair volbloed) uit de vinger op een teststrip opgevangen of opgezogen. Met een bloedglucosemeter wordt de bloedglucosewaarde gemeten. Ook bloed uit een ader (veneus plasma) kan gebruikt worden om de bloedglucosewaarde te meten. Dit gebeurt in het laboratorium. Indicaties Het meten van de bloedglucosewaarde is belangrijk voor de behandeling van cliënten met diabetes mellitus. De hoogte van de bloedglucosewaarde geeft informatie over hoe de cliënt reageert op de behandeling, op het dieet en op lichamelijke activiteit. Daarnaast helpt het controleren en registreren van de bloedglucosewaarde het tijdig zien aankomen of voorkomen van hypo- en hyperglykemie. Het meten van de bloedglucosewaarde wordt ook gedaan om de diagnose diabetes mellitus vast te stellen. Glucosedagcurve Een glucosedagcurve bestaat uit een reeks van bloedglucosewaarden die op verschillende vaste momenten op de dag worden gemeten. Dagcurven kunnen uit één tot acht metingen per dag bestaan. Dit kunnen tijdstippen voor de hoofdmaaltijden (preprandiaal ), na de hoofdmaaltijden ( postprandiaal), voor het slapen gaan en s nachts zijn. De waarde van bloedglucose wanneer de cliënt acht uur niet gegeten heeft wordt de nuchtere waarde genoemd. Zelfmanagement Cliënten met diabetes mellitus leren over het algemeen zelf de bloedglucosewaarde te meten (zelfcontrole). Cliënten dienen jaarlijks instructie te krijgen. Zelfcontrole is een belangrijk onderdeel van diabetes educatie en kan een bijdrage leveren aan zelfmanagement van de aandoening 2. Frequentie en tijdstippen van (zelf)controle Hoe vaak controle nodig is en op welke tijdstippen moet in overleg met de arts / de diabetesverpleegkundige en de cliënt worden vastgesteld en geëvalueerd. De frequentie van controle is afhankelijk van het type diabetes en van de behandeling die de cliënt daarvoor heeft. Tot slot spelen leeftijd en leefstijl van de cliënt een rol. Cliënten met diabetes type 2 die geen insuline gebruiken 2 De kunst van het bloedglucose meten, Medisch Contact, april 200. NDF-richtlijn Zelfcontrole van het bloedglucosegehalte bij diabetes mellitus, 2003 (ingezien augustus 202). Vilans Achtergrondinformatie Bloedglucosewaarden meten: (van 4)

4 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Puncties 2 Controle van de bloedglucosewaarde bij cliënten die geen insuline gebruiken is alleen in speciale omstandigheden zinvol: bij verdenking van ontregeling, evaluatie na een met de arts afgesproken periode (bijvoorbeeld maximaal drie maanden); bij zwangerschapswens; bij het gebruik van andere bloedglucose beïnvloedende medicatie zoals corticosteroïden, voor zolang de ontregeling duurt; als voorbereiding op behandeling met insuline; bij zwangerschap en eerder meegemaakte zwangerschapsdiabetes. Cliënten met diabetes type 2 die één of twee maal daags insuline gebruiken Bepaal bij aanvang van de één of twee maal daagse therapie: dagelijks de nuchtere bloedglucose, tot de waarden stabiel zijn; eenmaal per week of eens per twee weken een vierpuntscurve: vóór de drie hoofdmaaltijden en vóór het slapen; op indicatie eenmaal per week of eens per twee weken een zeven/achtpuntscurve: voorafgaand aan en na elke hoofdmaaltijd, voor het slapen en, bij twijfel aan nachtelijke ontregeling, controle in de nacht. Cliënten met diabetes met een intensief insulineschema Dit zijn cliënten die drie of meer keren insuline per dag gebruiken of cliënten die een insulinepomp gebruiken: controle van gemiddeld vier of vijf keer per dag; in incidentele gevallen en/of bij behoefte aan meer inzicht kan een groter aantal metingen per dag noodzakelijk zijn. Bijvoorbeeld eenmaal per week of eenmaal per twee weken een zeven- of achtpuntscurve (voor en na de hoofdmaaltijden en indien gewenst s nachts). Werkwijze bloedafname voor bloedglucose Capillair volbloed bloed wordt bij volwassenen afgenomen uit de vinger. Geschikte vingers om in te prikken zijn voor volwassenen de ring- en middelvingers en pinken. Ontzie de wijsvinger en de duim, deze worden het meest gebruikt en zijn gevoeliger. De zijkant van de vingertop is het minst pijnlijk, aangezien daar minder (tast)zenuwen zitten. Er bestaat een verband tussen dieper prikken en pijn beleving van de cliënt. Bij baby s wordt bij voorkeur in de zijkanten van de hiel geprikt. Bij hoge uitzondering in de oorlel (is lastiger). Het ligt aan de grootte van het kind, maar pas vanaf een leeftijd van 6-2 maanden wordt de vinger als prikplaats gebruikt 2. Hygiëne Was en droog of desinfecteer de handen met handalcohol vóór het prikken van de cliënt. Dit voorkomt onjuiste meetuitslagen. Laat de cliënt de handen wassen met (bij voorkeur warm) water en zeep. Laat de cliënt de handen goed drogen. Dit voorkomt onjuiste meetuitslagen. Desinfectie van de vinger is niet noodzakelijk als de handen goed gewassen en gedroogd worden. Eerste of tweede druppel bloed Als de zorgverlener de test uitvoert geldt het advies om, na het op juiste wijze reinigen van de handen door de cliënt en de zorgverlener, de eerste druppel weg te vegen en de tweede druppel te gebruiken. 2 Zie ook bloedglucose beïnvloedende medicijnen, KNMP-Richtlijn Diabetes mellitus concept 20, blz. 36 en 37 (ingezien augustus 202). A. Geluk; kinder diabetesverpleegkundige UMCG Groningen, Vilans Achtergrondinformatie Bloedglucosewaarden meten: 2 (van 4)

5 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Puncties 3 Als de cliënt zelf de test uitvoert kan de eerste bloeddruppel voor de meting gebruikt worden, mits de cliënt de handen gewassen heeft met (bij voorkeur warm) water en zeep en de cliënt de handen goed droogt. Lukt het de cliënt niet om de handen goed te wassen, laat de cliënt dan ook de eerste druppel wegvegen en de tweede druppel te gebruiken voor de meting. Voorkom stuwing bij het verkrijgen van een bloeddruppel. Stuwing kan de meetuitslag beïnvloeden. Bloed uit de vinger of de ader (volbloed of plasma) Bloedglucosewaarden kunnen gemeten worden in volbloed of in plasma. Bij het meten in plasma zijn de bloedglucosewaarden iets hoger dan bij het meten in volbloed (zie tabel en 2, verderop). Het is daarom van belang alleen bloedglucosewaarden te vergelijken die op dezelfde wijze zijn gemeten. Bloedglucosewaarden die met de vingerprik (volbloed) zijn gemeten zijn geschikt om een behandeling te evalueren. Ze zijn vanwege de afwijkende waarden niet geschikt om de diagnose diabetes mellitus te stellen. Kalibratie De draagbare bloedglucosemeters, waar bloed meestal verkregen wordt door middel van een vingerprik, zijn gekalibreerd op bepaling van de glucosewaarde in capillair volbloed uit de vinger (volbloed gekalibreerd) of de waarde wordt omgerekend in plasma uit de ader (plasma gekalibreerd). Hoe de kalibratie is afgesteld staat vermeld in de bijsluiter die door de fabrikant wordt meegeleverd. Laboratoria meten de bloedglucosewaarde in veneus plasma. Op plasma gekalibreerde teststrips staat een internationaal symbool dat staat voor plasmakalibratie. Tekening: internationaal symbool voor plasmakalibratie. Bloedglucosewaarden In tabel staan de bloedglucosewaarden die als richtlijn dienen bij het vaststellen of een cliënt diabetes mellitus heeft. Als een bloedglucosewaarde daar op wijst, wordt een aantal dagen erna opnieuw gecontroleerd om tot een definitieve diagnose te komen. Evaluatie Capillair volbloed Veneus plasma (vinger) (ader) Normaal glucose nuchter < 5,6 mmol/l < 6, mmol/l glucose niet nuchter < 7,8 mmol/l < 7,8 mmol/l Gestoord glucose nuchter 5,6 en 6,0 6, en 6,9 mmol/l mmol/l Diabetes mellitus glucose nuchter > 6,0 mmol/l > 6,9 mmol/l glucose niet nuch ter >,0 mmol/l >,0 mmol/l Tabel : Waarden voor het stellen van de diagnose diabetes mellitus en gestoord nuchtere glucose. Een doel van de behandeling van cliënten met diabetes mellitus is dat de bloedglucosewaarden binnen bepaalde grenzen blijven. Deze streefwaarden staan in tabel 2. Vilans Achtergrondinformatie Bloedglucosewaarden meten: 3 (van 4)

6 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Puncties 4 Capillair volbloed (vinger) Veneus plasma (ader) nuchter glucose (mmol/l) 4-7 mmol/l 4,5-8 mmol/l glucose 2 uur na de maaltijd (mmol/l) <9 mmol/l <9 mmol/l Tabel 2: Streefwaarden van de bloedglucose voor cliënten met diabetes mellitus. Bron Multidisciplinaire richtlijn over zelfcontrole van bloedglucosewaarden door mensen met diabetes; EADV/NAD, 202. NHG-standaard diabetes mellitus type 2, 2006 (ingezien augustus 202). Vilans Achtergrondinformatie Bloedglucosewaarden meten: 4 (van 4)

7 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Puncties 5 Bloedafname via venapunctie of infuus Een venapunctie is het aanprikken van een ader (vene) met als doel bloed afnemen voor onderzoek. De oppervlakkige venen van de elleboog, onderarm, handrug en ook de enkels zijn daarvoor geschikt. De elleboog is gemakkelijk en het minst pijnlijk en dus het meest geschikt voor bloedafname. Neem bij voorkeur bloed af door middel van een venapunctie en niet uit een infuus. Vacuümsysteem voor bloedafname Neem bloed af met een gesloten systeem: via een dubbelzijdige naald (voor venapunctie); via een vleugelnaald en een adapter (voor venapunctie); via een adapter (voor bloedafname uit infuus). Alle gekoppeld aan een (naald)houder voor een vacuümsysteem. Bloed kan ook afgenomen worden met een open systeem zoals een vleugelnaald met spuit of een spuit met een naald. Een open systeem geeft meer risico op bloedcontact en infectie en is minder wenselijk. Gebruik altijd naalden met een veiligheidsmechanisme. Met een vacuümsysteem kunnen meerdere buisjes bloed worden afgenomen op een veilige en hygiënische manier. De werking van het systeem berust op de onderdruk in de bloedbuizen. Wanneer het uiteinde van de naald of de conus van de adapter in verbinding met de bloedbaan staat en met de naald in de houder een bloedbuis wordt aangeprikt, vult deze buis zich vanzelf met de juiste hoeveelheid bloed. Venapunctie Neem geen bloed af in de arm: aan de kant waar een borstamputatie is gedaan, vanwege infectierisico; waar een infuus is ingebracht; met een arterioveneuze shunt (nierdialysepatiënten); vlakbij een geïnfecteerde plek; in ledematen waarin trombose is geconstateerd. Houd bij de keuze van het bloedvat rekening met de voorkeur en de ervaring van de cliënt. Maak een zorgvuldige afweging voor een tweede keer prikken wanneer het de eerste keer niet lukt. Overleg zo nodig met een collega. Doe niet meer dan twee pogingen. Werkwijze Observeer de arm op goed bruikbare aders om aan te prikken. Leg een stuwband ongeveer een handbreedte boven de aan te prikken plaats aan. Stuw niet te hard, de polsslag moet voelbaar blijven. De aders worden zo voelbaar en de ligging en het verloop worden zichtbaar. Betast met de toppen van je vingers de aders. Een gevulde ader voelt elastisch aan en is zo van andere lichaamsstructuren te onderscheiden. Neem de vleugelnaald of de naaldhouder in de prikkende hand. Desinfecteer de punctieplaats wanneer de cliënt een verminderde weerstand heeft.trek de huid met de vingers van de andere hand over de punctieplaats strak en steek de naald in hoek van 5-30 graden (afhankelijk van de dikte van de arm van de cliënt) door de huid. Prik in de richting van het WIP Richtlijn Puncties Ziekenhuizen, vastgesteld december Vilans Achtergrondinformatie Venapunctie voor bloedafname: (van 3)

8 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Puncties 6 verloop van de vene. Breng de eerste buis in de houder van het vacuümsysteem en maak de stuwband los als de buis volloopt. Neem de volgende maatregelen om de doorbloeding te laten toenemen en de venen meer voelbaar en zichtbaar te maken wanneer het met een stuwband niet lukt: de cliënt verschillende keren na elkaar een vuist laten maken; de arm goed masseren van de pols tot aan de elleboog; verschillende (mogelijke) punctieplaatsen bekloppen; de arm verwarmen met een warme doek. Aandachtspunten venapunctie Stuw niet te lang, het kan een onaangenaam gevoel geven. Geef de arm minimaal 2 minuten rust, voordat eventueel opnieuw gestuwd wordt. Raak de prikplaats na desinfecteren van de huid alleen aan met gedesinfecteerde (handschoen)vingertoppen. Wanneer bloed afgenomen wordt met een gesloten systeem en de cliënt zelf de punctieplaats afdrukt, hoeven er geen handschoenen worden gedragen 2. Druk bij cliënten met stollingsstoornissen of bij cliënten die antistolling krijgen, de punctieplaats ten minste 5 minuten af, nadat de naald is verwijderd. Leg zo nodig een drukverband aan. Problemen en oplossingen De vene kan collaberen (dichtslaan) doordat de opening van de naald tegen de wand van de vene ligt, draai de naald voorzichtig zodat de opening vrij komt. De punt van de naald ligt niet volledig in de vene, breng de naald iets verder in. De naald is te diep ingebracht en heeft de vene geperforeerd, trek de naald voorzichtig terug tot net onder de huid en probeer de vene opnieuw aan te prikken. Maak de stuwband direct los als snel een zwelling ontstaat doordat bloed uit de geperforeerde vene stroomt. De naald zit naast de vene, voel met de vrije hand hoe de naald ten opzichte van de vene ligt; de ligging van de naald kan eventueel gecorrigeerd worden. Beweeg de naald in ieder geval niet van links naar rechts en omgekeerd als de naald in de cliënt zit, je snijdt dan in het onderhuidse bindweefsel. Er is te veel stuwing: verminder de stuwing door het losser maken van de stuwband; Het vacuüm is uit de buis: neem een andere buis. Bloedafname uit een infuus Het aantal manipulaties aan een infuus, om risico op infectie en sneuvelen (door subcutaan lopen of verstopping) van het infuus te beperken 3, moet zo minimaal mogelijk zijn. Verdunning van het af te nemen bloed met de infuusvloeistof beïnvloedt bovendien de uitslag van het bloedonderzoek. Kies daarom alleen voor bloedafname uit een perifeer of centraal infuus (centraal veneuze katheter of poortsysteem) wanneer bloedafname uit een vene onmogelijk is. Werkwijze Neem bloed af via een driewegkraantje en/of naaldloos afsluitdopje (connector) met een vacuümsysteem. Stop wanneer het infuus in gebruik is de toediening door het sluiten van het driewegkraantje of het afklemmen van het lumen van de katheter via welke de toediening plaatsvindt. Desinfecteer het naaldloze afsluitdopje (connector) op het driewegkraantje of lumen waaruit bloed wordt afgenomen. Draai de adapter, gekoppeld aan de houder van het vacuümsysteem, op het naaldloze afsluitdopje (connector) op het driewegkraantje of het lumen van de katheter. Breng de buis in de houder en laat de buis vollopen. 2 3 Reader inbrengen perifeer veneuze katheter, LUMC, 200. WIP Richtlijn Puncties Ziekenhuizen, vastgesteld december WIP Richtlijn Intraveneuze toedieningen Verpleeghuizen, woonzorgcentra en thuiszorg (April 203). Vilans Achtergrondinformatie Venapunctie voor bloedafname: 2 (van 3)

9 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Puncties 7 Aandachtspunten bloedafname infuus Combineer handelingen om het aantal manipulaties aan het infuus te beperken (neem bijvoorbeeld bloed af voor het starten of na het beëindigen van een toediening of combineer bloedafname met het moment waarop het infuus geflusht moet worden). Flush na bloedafname de infuusslang, de katheter of de poortsysteemnaald met 0 ml NaCl 0,9%. Controleer bij bloedafname uit een poortsysteem dat niet in gebruik is, de doorgankelijkheid door eerst bloed op te zuigen en daarna met NaCl 0,9% te flushen. Gebruik bij een cvk een ander lumen voor bloedafname dan het lumen voor de toediening. Vul eerst een bloedbuis met 0 ml stolbloed (afvalbloed) en gooi deze weg om bijmenging van infuusvloeistof (of heparineoplossing bij een infuus dat niet in gebruik is) te voorkomen 2. Hygiëne bij bloedafname Gebruik de no touch-techniek; raak de aansluitpunten van de materialen niet aan met nietsteriele handschoenen of niet-steriele materialen. Gebruik handschoenen wanneer er risico is op bloedcontact. Houd zowel bij venapunctie als bij bloedafname uit een infuus rekening met de volgorde van afname van de bloedbuizen. 2 Reader LUMC, Het aanprikken, bloedafname en verwijderen van een naald, 20. Skillslab handleiding venapunctie, Universiteit Gent, Vilans Achtergrondinformatie Venapunctie voor bloedafname: 3 (van 3)

10 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Puncties 8 Bloedglucosemeters Bloedglucosemeters meten de bloedglucosewaarde van een bloeddruppel uit capillair volbloed (vingerprik). Het meten van de bloedglucosewaarde met een bloedglucosemeter kan via 2 verschillende technieken: methode via elektrische geleiding; deze methode wordt het meest gehanteerd; methode via fotoreflectie (fotometrische kleurbepaling). Er zijn bloedglucosemeters op de markt: voor individueel gebruik; voor professioneel gebruik; bijvoorbeeld de StatStrip Xpress van Menarini. Deze meter meet op laboratoriumniveau en wordt standaard jaarlijks door de fabrikant gecontroleerd. Er zijn veel verschillende bloedglucosemeters in de handel. Bloedglucosemeters werken op batterijen. Werkwijze De bij de bloedglucosemeter behorende teststrip wordt tegen de bloeddruppel gehouden waardoor deze zich kan vullen met bloed. De meeste teststrips zuigen zich vanzelf vol. De bloedglucosemeter telt af en de bloedglucosewaarde verschijnt op het afleesvenster. De teststrips zijn voor éénmalig gebruik en worden na gebruik in de naaldenbeker gedaan. Bij veel bloedglucosemeters is er de mogelijkheid om de bloedglucosewaarden in het geheugen op te slaan. Ook is het bij een aantal meters mogelijk om met software de bloedglucosemeter aan te sluiten op een computer en de waarden te printen. Ieder merk bloedglucosemeter heeft specifieke bijbehorende teststrips en gebruiksaanwijzing. Controle van de bloedglucosemeter De meeste bloedglucosemeters hebben een controlestrip of controlevloeistof, waarmee de betrouwbaarheid van de meter en/of teststrips gecontroleerd kan worden. Controleer de bloedglucosemeters van cliënten jaarlijks. In plaats van controleren wordt de term kalibreren gebruikt om te laten zien dat het een vergelijking betreft van de bloedglucosemeter met een standaard om de eigenschappen vast te stellen. Bij voorkeur vindt controle plaats door een CCKL-geaccrediteerd laboratorium. Gezien de hoge kosten die hiermee gepaard gaan en de belasting voor de cliënt kan dit ook door een zorgverlener gedaan worden onder supervisie van een CCKL-geaccrediteerd laboratorium. Supervisie kan bestaan uit scholing met certificatie. Zie voor een geschikt laboratorium in de buurt: Algemene aandachtspunten gebruik bloedglucosemeters KNMP Richtlijn Diabetes mellitus concept 20 (ingezien augustus 202) en Multidisciplinaire richtlijn over zelfcontrole van bloedglucosewaarden door mensen met diabetes; EADV/NAD, 202. Vilans Materiaalbeschrijving Bloedglucosemeters: (van 2)

11 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Puncties 9 De Inspectie geeft in een brief aan dat bij twijfel over de uitslag de volgende stappen moeten worden ondernomen. De test herhalen met bloed van een vinger van de andere hand. Bij blijvende twijfel de test herhalen met behulp van een laboratoriumtest die gebaseerd is op een andere techniek (met veneus plasma, dat is bloed uit de ader). Bij cliënten die niet voldoende aanspreekbaar zijn moet de bloedglucosewaarde regelmatig gecontroleerd worden in het laboratorium, via een venapunctie. In geval van aanhoudende afwijkingen van de bloedglucosemeter, onderzoek de oorzaak en informeer de fabrikant. Neem kennis van de gebruiksaanwijzing van de de bloedglucosemeter. Voor een goede meting met een bloedglucosemeter is een goede techniek vereist. Dit geldt voor het uitvoeren van de vingerprik; het gebruik van de bloedglucosemeter; het juist noteren van de gevonden waarden. Bewaar de test strips op kamertemperatuur (0-30 ºC). Zorg ervoor dat de bloedglucosemeter gecodeerd is. Bij sommige meters moet de meter bij iedere nieuwe verpakking teststrips opnieuw gecodeerd worden. De meeteenheid die gehanteerd wordt bij het meten van de bloedglucosewaarde is in Nederland mmol/liter. Let er op dat de bloedglucosemeter hierop is ingesteld. Controleer de houdbaarheid van de teststrips. Teststrips zijn houdbaar tot 6 maanden na openen van de koker. Noteer zo nodig de datum van openen op de koker. De omgevingstemperatuur bij het gebruik van een bloedglucosemeter heeft invloed op het testresultaat. Over het algemeen wordt een temperatuur tussen 8 ºC en 35 ºC aangeraden. Het verdient de voorkeur als de meter én de teststrips voor gebruik ongeveer gelijk van temperatuur zijn. De nauwkeurigheid van de bloedglucosemeter neemt af als er sprake is van erg lage of juist erg hoge bloedglucosewaarden. De levensduur van bloedglucosemeters is verschillend, het varieert van tests. Brief Inspectie voor de Volksgezondheid; Point-of-Care bloedglucosemeters, april en juli Vilans Materiaalbeschrijving Bloedglucosemeters: 2 (van 2)

12 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Puncties 0 Prikpennen en lancetten voor het meten van de bloed(glucose)waarden Voor het meten van de bloedglucosewaarde, de cholesterolwaarde of de INR-waarde is een druppel bloed nodig. Wanneer de bloedwaarde uit capillair volbloed (vingerprik) wordt gemeten, wordt deze druppel verkregen met een prikpen en een lancet. Prikpennen Een prikpen is een hulpmiddel dat gebruikt wordt bij het verkrijgen van bloed om bloedglucosewaarde te kunnen meten. Er wordt een lancet of lancettenhouder in de prikpen geplaatst, de pen wordt gespannen en het lancet gaat vaak na een druk op de knop door de huid met een snelle rechtlijnige beweging. Huidbeschadigingen, doorgaans veroorzaakt door een zijdelingse beweging, worden door gebruik van een prikpen vermeden. Wanneer het lancet zijn prikdiepte heeft bereikt trekt het zich onmiddellijk volledig terug, gecontroleerd en in een rechte lijn. Veel prikpennen bieden de mogelijkheid om dieper of ondieper te prikken, afhankelijk van de huiddikte van de cliënt. Voor iedere bloedprik wordt een nieuw lancet gebruikt. Er zijn prikpennen op de markt: voor individueel gebruik ; voor professioneel gebruik; bijvoorbeeld de Glucojet 2 van Bayer. Bij gebruik van deze pen kan geen kruisbesmetting voorkomen. Deze kan bij meerdere cliënten gebruikt worden. Vingerprikkers voor eenmalig gebruik Naast lancetten die in een prikpen worden geplaatst zijn er ook kant-en-klare eenmalige priksystemen (vingerprikkers) op de markt waarmee een vingerprik gegeven kan worden om capillair bloed af te nemen. Er wordt hierbij geen gebruik gemaakt van een prikpen of -apparaat. Voorbeelden van deze systemen zijn de Haemolance plus en de Unistik (comfort) 3 (normal). Afbeelding: Haemolance plus 2 Afbeelding: Unistik (comfort) 3 3 Haemolance plus De Haemolance plus is een vingerprikker voor eenmalig gebruik. De naald wordt, om een bloeddruppel te verkrijgen, door een huls in de vinger gedrukt. Er zijn verschillende maten verkrijgbaar; de Haemolance plus low flow is speciaal geschikt voor diabetici en kinderen. Als men na gebruik de vingerprikker nogmaals wil gebruiken, blokkeert het systeem. Inspectie Gezondheidszorg, Waarschuwing; prikpennen voor zelfcontrole uitsluitend bedoeld voor gebruik door één persoon, Nieuwsbericht Afbeelding uit: Thaly; Medicael en Safety shop; ; Afbeelding uit: Brochure: Kant-en-klaar éénmalig priksysteem met Comfort Zone Technologie; Owen Mumford; Unistik 3; niet gedateerd; ontvangen juni 20. Vilans Materiaalbeschrijving Prikpennen en lancetten voor het meten van de bloedglucosewaarde: (van 2)

13 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Puncties Na gebruik wordt de vingerprikker in de naaldenbeker gegooid. Unistik (comfort) 3 (normal) De Unistik (comfort) 3 (normal) is een vingerprikker voor eenmalig gebruik. Er zijn 2 leveranciers die hetzelfde product op de markt brengen onder een verschillende naam. Lifescan heeft de vingerprikker in het assortiment onder de naam Unistik 3. MSH (Owen Mumford) heeft de vingerprikker in het assortiment onder de naam Unistik comfort 3. De punt van de naald van deunistik (comfort) 3 (normal) is voor het gebruik afgeschermd in het systeem en trekt na gebruik automatisch terug om prikongevallen en kruisinfecties te vermijden. De Unistik (comfort) 3 (normal) blokkeert als men na gebruik probeert het systeem nogmaals te gebruiken.na gebruik wordt de vingerprikker in de naaldenbeker gegooid. Lancetten Een bloeddruppel uit capillair volbloed (vingerprik) wordt verkregen door een prik in de huid met een lancet die in de prikpen geplaatst is of met een vingerprikker voor eenmalig gebruik. Een gebruikt lancet wordt direct na de vingerprik in de naaldenbeker geworpen. Bij gebruik van een prikpen gaat dit met behulp van een uitwerpmechanisme. Men houdt de pen boven de naaldenbeker en werpt het gebruikte lancet met behulp van het uitwerpmechanisme in de naaldenbeker (bijvoorbeeld bij de Accu-Chek Softclix). De vingerprikker voor eenmalig gebruik wordt na de vingerprik in z n geheel weggegooid in de naaldenbeker. Sommige prikpennen hebben een lancettenhouder met meerdere lancetten. Er wordt voor iedere bloedglucoseprik een nieuw lancet gebruikt; echter de hele lancettenhouder wordt na een aantal keren prikken vervangen. Uitzondering hierop is de Accu-Chek Multiclix. Bij deze prikpen is geen direct contact met de lancetten. Een gebruikt lancet verdwijnt in de lancettenhouder. De lancetten worden weergegeven met cijfers. Men kan goed zien hoeveel ongebruikte lancetten er nog over zijn. Als de lancettenhouder leeg is verschijnt er een rode streep. De gehele lancettenhouder wordt dan vervangen door een nieuwe. De gebruikte lancettenhouder hoeft niet via een naaldenbeker te worden afgevoerd, maar kan in zijn geheel (dus met de gebruikte lancetten) in de afvalbak weggegooid worden en met het huisvuil worden afgevoerd. De houder biedt voldoende bescherming om prikaccidenten te voorkomen. Accu-Chek-Multiclix; Roch Diagnostics, 200. Vilans Materiaalbeschrijving Prikpennen en lancetten voor het meten van de bloedglucosewaarde: 2 (van 2)

14 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Puncties 2 Meterbeschrijving: Bayers Breeze 2 De Bayers Breeze 2 (voorheen Ascensia Breeze 2) is een meter voor de bepaling van bloedsuikerwaarden in het bloed. Aan de voorzijde zitten de insteltoetsen en de display. De meter werkt op batterijen. De metingen worden uitgevoerd met Bayers-Breeze-2-teststrips, verpakt per 0 teststrips in een schijf. Deze schijf wordt in de meter aangebracht. De meter wordt automatisch gecodeerd als er een nieuwe testschijf wordt ingebracht. Afmetingen en gewicht Afmetingen van de meter: Gewicht zonder batterij: 80 x 60 x 20 mm (l x b x h). 65 gram. Meettijd De tijd voor het meten van een bloedsuikerwaarde bedraagt 5 seconden. Gebruik De meter is geschikt voor het uitvoeren van zelfcontroles van de bloedsuikerwaarden. Schoonmaken gebeurt als de meter is uitgeschakeld, met een vochtig, niet pluizend, katoenen doekje met een mild schoonmaak- of ontsmettingsmiddel ( deel bleekmiddel op 9 delen water). Let Op: Gebruik geen alcohol. Om nauwkeurige metingen te verkrijgen dient men zich aan het volgende temperatuurbereik te houden: +0 tot +45 ºC. De meter is uitgerust met een geheugen; de meetresultaten (maximaal 420) kunnen worden opgeslagen. Eveneens kunnen de gegevens worden uitgelezen vanaf een PC/laptop. Plaatsen/vervangen batterijen De meter wordt geleverd met een lithiumbatterij van 3 volt (CR2032). Bij de aanschaf is er al een batterij in de meter geplaatst. Als een knipperende batterij op het scherm wordt gezien, moet er een nieuwe batterij worden geplaatst. Werkwijze: Eerst dient de meter te worden uitgezet. De meter wordt met beide handen vastgehouden met het scherm naar beneden gericht. Druk op het ontgrendelingsmechanisme en trek de achterkant omhoog om de meter te openen. Trek het batterijvakje naar buiten. Verwijder de oude batterij door deze er aan de achterkant met de duimen uit te drukken en klik de nieuwe batterij stevig vast met de +-kant naar boven gericht. Schuif het batterijvakje voorzichtig terug in de batterijhouder. Zorg ervoor dat de batterij helemaal naar binnen is geduwd. Sluit de meter. Controleer de tijdsaanduiding op de meter en stel deze zo nodig opnieuw in. Vilans Materiaalbeschrijving Meterbeschrijving:Bayers Breeze 2: (van 2)

15 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Puncties 3 Fabrikant Bayer Healthcare Diabetes Care Postbus AB Mijdrecht Tel. Helpdesk Bron Verkorte gebruiksaanwijzing Ascensia Breeze 2; Bayer HealthCare; Vilans Materiaalbeschrijving Meterbeschrijving:Bayers Breeze 2: 2 (van 2)

onbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Puncties

onbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Puncties Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Puncties Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Puncties Inhoudsopgave Bloedglucosewaarden meten... Bloedglucosemeters...5

Nadere informatie

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Puncties 1

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Puncties 1 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Puncties 1 Bloedglucosewaarden bepalen 1 Inleiding Het bepalen van de bloedglucosewaarde (=bloedsuikerwaarde) is voor de cliënt met diabetes

Nadere informatie

onbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Puncties

onbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Puncties Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Puncties Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Puncties Inhoudsopgave Bloedglucosewaarden meten... Prikpennen...4

Nadere informatie

onbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Puncties

onbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Puncties Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Puncties Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Puncties 1 Inhoudsopgave Bloedglucosewaarden meten...1

Nadere informatie

Diabetes mellitus en zelfcontrole. Diabetespoli

Diabetes mellitus en zelfcontrole. Diabetespoli 00 Diabetes mellitus en zelfcontrole Diabetespoli 1 Inleiding Diabetes mellitus is een chronische aandoening. Daarom is het voor u als mens met diabetes van belang een aantal zaken in de gaten te houden.

Nadere informatie

Diabetes Mellitus Zelfcontrole

Diabetes Mellitus Zelfcontrole INTERNE GENEESKUNDE Diabetes Mellitus Zelfcontrole Inleiding Diabetes mellitus (D.M.) is een chronische ziekte. Het is voor u als mens met diabetes van belang een aantal zaken in de gaten te houden. U

Nadere informatie

onbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Puncties

onbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Puncties Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Puncties Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Puncties 1 Inhoudsopgave Hielprik...1 Bloedglucosewaarden

Nadere informatie

Een perifeer infuus inbrengen

Een perifeer infuus inbrengen 0 0 0 0 0 0 Opdrachtformulier Een perifeer infuus inbrengen Naam student: Datum: Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je

Nadere informatie

Bloed voor onderzoek verzamelen via een venapunctie

Bloed voor onderzoek verzamelen via een venapunctie 1 1 1 1 1 0 1 0 1 0 1 0 Opdrachtformulier Bloed voor onderzoek verzamelen via een venapunctie Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek

Nadere informatie

VOOR ZELFCONTROLE EN INJECTEREN. Richtlijnen

VOOR ZELFCONTROLE EN INJECTEREN. Richtlijnen VOOR ZELFCONTROLE EN INJECTEREN Richtlijnen Het belangrijkste is handen wassen! 2 Belang van handen wassen HET BELANGRIJKSTE VAN BLOEDGLUCOSEWAARDEN BEPALEN IS: HANDEN WASSEN! NIET OM HYGIËNISCHE REDENEN

Nadere informatie

Diabetes testmaterialen en injectiematerialen voor het toedienen van insuline Onderdeel van de overeenkomst hulpmiddelenzorg 2016

Diabetes testmaterialen en injectiematerialen voor het toedienen van insuline Onderdeel van de overeenkomst hulpmiddelenzorg 2016 Bijlage I Diabetes testmaterialen en injectiematerialen voor het toedienen van insuline Onderdeel van de overeenkomst hulpmiddelenzorg 2016 Dit document bestaat uit drie onderdelen: 1. Zorgverlening 2.

Nadere informatie

Veneus poort systeem. Handelingsprotocol

Veneus poort systeem. Handelingsprotocol Veneus poort systeem Handelingsprotocol Colofon Handelingsprotocol Veneus poort systeem Uitgave maart 2018 De in dit handelingsprotocol beschreven informatie mag in ongewijzigde vorm vermenigvuldigd worden,

Nadere informatie

Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen. Hoofdstuk Injecteren

Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen. Hoofdstuk Injecteren Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Injecteren Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Injecteren 1 Injecteren, opzuigen, ontluchten, desinfecteren

Nadere informatie

Richtlijnen zelfcontrole VOOR HET METEN VAN BLOEDGLUCOSEWAARDEN EN HET TOEDIENEN VAN INSULINE MET EEN INSULINEPEN

Richtlijnen zelfcontrole VOOR HET METEN VAN BLOEDGLUCOSEWAARDEN EN HET TOEDIENEN VAN INSULINE MET EEN INSULINEPEN Richtlijnen zelfcontrole VOOR HET METEN VAN BLOEDGLUCOSEWAARDEN EN HET TOEDIENEN VAN INSULINE MET EEN INSULINEPEN Richtlijnen U heeft van uw diabetesbehandelaar een bloedglucosemeter gekregen waarmee u

Nadere informatie

E-LEARNING. E-learning voor succesvol meten met de qlabs INR meter

E-LEARNING. E-learning voor succesvol meten met de qlabs INR meter E-LEARNING E-learning voor succesvol meten met de qlabs INR meter De qlabs INR meter De qlabs INR meter wordt standaard geleverd in een luxe stevige verpakking. De qlabs INR meter compact, compleet en

Nadere informatie

CAPILLAIRE BLOEDAFNAME

CAPILLAIRE BLOEDAFNAME VHO READER CAPILLAIRE BLOEDAFNAME Propedeuse 1 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, of op welke andere wijze dan ook, zonder

Nadere informatie

Perifeer Ingebrachte Centrale Catheter (PICC lijn)

Perifeer Ingebrachte Centrale Catheter (PICC lijn) Perifeer Ingebrachte Centrale Catheter (PICC lijn) 2 Inleiding Voor de behandeling van uw ziekte krijgt u op dit moment regelmatig medicijnen en/of bloedproducten via een infuus. Ook kan regelmatig bloedafname

Nadere informatie

PICC lijn. (Perifeer Ingebrachte Centrale Catheter)

PICC lijn. (Perifeer Ingebrachte Centrale Catheter) PICC lijn (Perifeer Ingebrachte Centrale Catheter) 2 Inleiding Voor de behandeling van uw ziekte krijgt u op dit moment regelmatig medicijnen en/of bloedproducten via een infuus. Ook kan regelmatig bloedafname

Nadere informatie

Verpleegtechnische vaardigheden Infuus inbrengen & venapunctie

Verpleegtechnische vaardigheden Infuus inbrengen & venapunctie Verpleegtechnische vaardigheden Infuus inbrengen & venapunctie 2017 Zorg-Wijs Floris Versterlaan 19 2316 DZ Leiden info@zorg-wijs.nl 06 20 33 83 86 www.zorg-wijs.nl 1e druk. Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

onbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Puncties

onbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Puncties Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Puncties Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Puncties 1 Inhoudsopgave Hielprik...1 Bloedglucosewaarden

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Bloedafnamesystemen

Hoofdstuk 6: Bloedafnamesystemen 6 Bloedafnamesystemen 6.1 Vacutainersysteem 6.1.1 Becton Dickinson ( BD ) buizen BD heeft 2 materiaalsoorten voor de afnamebuizen, namelijk glazen en plastic buizen. Beide soorten buizen zijn binnen de

Nadere informatie

Workshop verzorgingstechnieken. 24 maart 2017

Workshop verzorgingstechnieken. 24 maart 2017 Workshop verzorgingstechnieken 24 maart 2017 Wat betekent PICC PICC staat voor peripherally inserted central catheter ofwel perifeer ingebrachte centraal veneuze katheter. Een PICC is een katheter vervaardigd

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 E Controleren van de bloedglucose: hoe?

Hoofdstuk 5 E Controleren van de bloedglucose: hoe? Hoofdstuk 5 E Controleren van de bloedglucose: hoe? Duur 20 minuten Leerdoelen deelnemers Deelnemers leren hoe zij hun bloedglucosewaarden in de gaten kunnen houden; op de korte termijn door middel van

Nadere informatie

korte handleiding Codefree GL50 mg/dl Beurer GmbH Söflinger Straße Ulm, Germany

korte handleiding Codefree GL50 mg/dl Beurer GmbH Söflinger Straße Ulm, Germany EENVOUDIGE BEDIENING korte handleiding Codefree GL50 mg/dl NL Beurer GmbH Söflinger Straße 218 89077 Ulm, Germany www.beurer-medical.com 0483 Waarschuwingen en veiligheidsaanwijzingen 2 Voor het eerste

Nadere informatie

CALLA premium GEBRUIKS- AANWIJZING

CALLA premium GEBRUIKS- AANWIJZING CALLA premium GEBRUIKS- AANWIJZING Beste Wellion CALLA Premium gebruiker, Dank u voor het kiezen voor de Wellion CALLA Premium Bloedglucosemeter waarmee u zelf uw bloedglucosespiegel in de gaten kunt houden.

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 2 2 Thuis bloedspot afnemen 3 3 Uitvoering 4 4 Tot slot 7

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 2 2 Thuis bloedspot afnemen 3 3 Uitvoering 4 4 Tot slot 7 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Thuis bloedspot afnemen 3 3 Uitvoering 4 4 Tot slot 7 1 1 Inleiding U bent enige tijd geleden getransplanteerd. Om problemen (zoals afstoting) te voorkomen is het belangrijk

Nadere informatie

Instructie voor de uitvoering van de CRP sneltest met de Orion QuikRead Go

Instructie voor de uitvoering van de CRP sneltest met de Orion QuikRead Go Instructie voor de uitvoering van de CRP sneltest met de Orion QuikRead Go QuikRead go CRP sneltest Kwantitatieve CRP sneltest in volbloed Binnen enkele minuten uitslag Hulpmiddel bij de diagnostiek van

Nadere informatie

Medicatiemeting door middel van vingerprik ('dried blood spot')

Medicatiemeting door middel van vingerprik ('dried blood spot') Medicatiemeting door middel van vingerprik ('dried blood spot') Belangrijke telefoonnummers Algemeen nummer UMCG (050) 361 61 61 U kunt hier ook terecht met algemene vragen over het UMCG. Bijvoorbeeld

Nadere informatie

Medicamenten intraveneus toedienen

Medicamenten intraveneus toedienen 0 0 0 0 0 0 Opdrachtformulier Medicamenten intraveneus toedienen Naam student: Datum: Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten

Nadere informatie

Zacht en zorgvuldig prikken

Zacht en zorgvuldig prikken Zacht en zorgvuldig prikken Inhoudsopgave Inleiding 3 De invloed van de huid op de bloedafname 5 Hoe is onze huid opgebouwd? 6 Alles begint met de huid 8 De beste plaats om te prikken 10 Gemakkelijk en

Nadere informatie

Hickmankatheter: informatie voor de thuiszorg

Hickmankatheter: informatie voor de thuiszorg Hickmankatheter: informatie voor de thuiszorg Beste patiënt, Voor uw behandeling werd beslist om een Hickmankatheter te plaatsen. Deze folder biedt u een eerste antwoord op uw vragen. Ook wensen we uw

Nadere informatie

Zwangerschapsdiabetes

Zwangerschapsdiabetes Zwangerschapsdiabetes Zwangerschapsdiabetes U BENT ZWANGER EN HALVERWEGE DE ZWANGERSCHAP KRIJGT U TE HOREN DAT U DIABETES HEEFT. ER KOMT DAN VEEL OP U AF. U WILT WETEN WAT ZWANGERSCHAPSDIABETES PRECIES

Nadere informatie

Zwangerschapsdiabetes

Zwangerschapsdiabetes Zwangerschapsdiabetes Zwangerschapsdiabetes U bent zwanger en halverwege de zwangerschap krijgt u te horen dat u diabetes heeft. Er komt dan veel op u af. U wilt weten wat zwangerschapsdiabetes precies

Nadere informatie

CA2010 Handleiding Digitale Alcoholmeter

CA2010 Handleiding Digitale Alcoholmeter CA2010 Handleiding Digitale Alcoholmeter Onderdelen Mondstuk Uitgang adem (Niet afdekken) LCD Scherm Aan/Uit Schakelaar Lichtnet Aansluiting Batterij Compartiment (Achterkant) Deze meter is bestemd om

Nadere informatie

Draadloos Smart Glucosemeetsysteem Snelstarthandleiding

Draadloos Smart Glucosemeetsysteem Snelstarthandleiding EN Draadloos Smart Glucosemeetsysteem Snelstarthandleiding WELKOM Welkom bij uw ihealth Draadloos Smart Glucosemeetsysteem (het ihealth-systeem). Met dit systeem, dat is ontworpen voor gebruik in combinatie

Nadere informatie

PARENTERALE THUISVOEDING VIA EEN PICC EN DE BIONECTEUR. Protocol C: het afkoppelen van de perifeer ingebrachte PICC

PARENTERALE THUISVOEDING VIA EEN PICC EN DE BIONECTEUR. Protocol C: het afkoppelen van de perifeer ingebrachte PICC PARENTERALE THUISVOEDING VIA EEN PICC (Perifeer Ingebrachte Centraal veneuze Catheter) EN DE BIONECTEUR Protocol A: het vullen van het toedieningssysteem Protocol B: het aansluiten van de perifeer ingebrachte

Nadere informatie

Bloedglucosesysteem GEBRUIKERS- HANDLEIDING

Bloedglucosesysteem GEBRUIKERS- HANDLEIDING Bloedglucosesysteem GEBRUIKERS- HANDLEIDING AW 06637401A Rev. date: 05/2009 Contents: Uw bloedglucosesysteem leren kennen 1 Datum en tijd instellen, en uw meter coderen 4 Uw bloedglucose testen 8 Eerdere

Nadere informatie

Bloedcontroles. Bloed afnemen

Bloedcontroles. Bloed afnemen Bloedcontroles Bloed afnemen Hoe vaak is bloedafname nodig? Hoe wordt bloed afgenomen? Problemen voorkomen Succestips Kinderen betrekken bij hun bloedtest Waar worden de bloedspotkaarten naartoe gestuurd?

Nadere informatie

Toegang tot de bloedbaan voor hemodialyse

Toegang tot de bloedbaan voor hemodialyse Interne Geneeskunde Dialyse Centrum Groningen Toegang tot de bloedbaan voor hemodialyse Deze brochure geeft informatie over diverse mogelijkheden om een toegang tot de bloedbaan te verkrijgen voor hemodialyse.

Nadere informatie

Interne Geneeskunde Dialyse Centrum Groningen. Toegang tot de bloedbaan voor hemodialyse

Interne Geneeskunde Dialyse Centrum Groningen. Toegang tot de bloedbaan voor hemodialyse Interne Geneeskunde Dialyse Centrum Groningen Toegang tot de bloedbaan voor hemodialyse Interne Geneeskunde Dialyse Centrum Groningen Deze brochure geeft informatie over diverse mogelijkheden om een toegang

Nadere informatie

SkillsTrainingsCentrum Limburg Verpleegkundigen Wijkverpleegkundigen

SkillsTrainingsCentrum Limburg Verpleegkundigen Wijkverpleegkundigen SkillsTrainingsCentrum Limburg Verpleegkundigen Wijkverpleegkundigen Module 1b. Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen 2013 / 2014 Injecteren, Glucose bepalen, Hechtingen/drains verwijderen

Nadere informatie

Diabetes en zwangerschap

Diabetes en zwangerschap Diabetes en zwangerschap DIABETES EN ZWANGERSCHAP Bij diabetes mellitus is er te veel glucose in uw bloed: de bloedglucosewaarde is te hoog. Diabetes kan al bestaan voordat u zwanger bent, er is dan sprake

Nadere informatie

Diabeteshulpmiddelen Standpunt EADV

Diabeteshulpmiddelen Standpunt EADV Diabeteshulpmiddelen Standpunt EADV Achtergrond Diverse zorgverzekeraars hebben veranderingen van het inkoopbeleid van diabeteshulpmiddelen aangekondigd. In 2014 zullen alle grote zorgverzekeraars opnieuw

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 2. 2 Thuis bloedspot afnemen 4. 3 Uitvoering 6. 4 Tot slot 9

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 2. 2 Thuis bloedspot afnemen 4. 3 Uitvoering 6. 4 Tot slot 9 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Thuis bloedspot afnemen 4 3 Uitvoering 6 4 Tot slot 9 1 Inleiding U bent enige tijd geleden getransplanteerd. Om problemen (zoals afstoting) te voorkomen is het belangrijk

Nadere informatie

Gebruik van een spuitaandrijver voor continue subcutane toediening. Graseby MS 26

Gebruik van een spuitaandrijver voor continue subcutane toediening. Graseby MS 26 Gebruik van een spuitaandrijver voor continue subcutane toediening. Graseby MS 26 1. Indicatie 2. Gebruiksaanwijzing a. Benodigdheden b. Aansluiten van de spuitaandrijver c. Plaatsen van een S.C.-naaldje

Nadere informatie

Een hielprik toepassen bij neonaten

Een hielprik toepassen bij neonaten 1 1 1 1 1 0 1 0 1 0 1 0 Opdrachtformulier Een hielprik toepassen bij neonaten Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met

Nadere informatie

Urine opvangen via een verblijfskatheter

Urine opvangen via een verblijfskatheter 1 1 1 1 1 0 1 0 1 0 1 0 Opdrachtformulier Urine opvangen via een verblijfskatheter Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze

Nadere informatie

Verzorging van de waaknaald bij kinderen

Verzorging van de waaknaald bij kinderen Verzorging van de waaknaald bij kinderen Uw kind mag naar huis na zijn/haar ziekenhuisopname, maar dient de intraveneuze medicijnkuur poliklinisch of via de thuiszorg af te maken. Om deze intraveneuze

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Wat te doen bij ontregeling van een kind met diabetes mellitus en een insulinepomp

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Wat te doen bij ontregeling van een kind met diabetes mellitus en een insulinepomp Wat te doen bij ontregeling van een kind met diabetes mellitus en een insulinepomp WAT TE DOEN BIJ ONTREGELING VAN EEN KIND MET DIABETES MELLITUS EN EEN INSULINEPOMP INLEIDING Het toedienen van de juiste

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en intensieve therapie. Algemene informatie voor kind en ouders

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en intensieve therapie. Algemene informatie voor kind en ouders Kind met diabetes en intensieve therapie Algemene informatie voor kind en ouders KIND MET DIABETES EN INTENSIEVE THERAPIE ALGEMENE INFORMATIE VOOR KIND EN OUDERS INLEIDING Je bent voor de behandeling van

Nadere informatie

Zelfregulatie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Zelfregulatie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Zelfregulatie U heft suikerziekte (diabetes mellitus) en gebruikt daarvoor twee of vier maal per dag insuline. In overleg met uw arts heeft u besloten dat u zelf uw diabetes mellitus gaat regelen (zelfregulatie).

Nadere informatie

BLOEDAFNAME DOOR VENAPUNCTIE

BLOEDAFNAME DOOR VENAPUNCTIE GELDIG DOCUMENT PRO 04.204 Bloedafname door venapunctie Versie : 013 Print datum : 15-1-2015 Documenteigenaar M. Bischoff (Mdw Bloedafname) Geverifieerd door I. de Regt (AH Bloedafname)/ M. Dahmen (team

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. De diabeteszorg in het Refaja ziekenhuis

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. De diabeteszorg in het Refaja ziekenhuis De diabeteszorg in het Refaja ziekenhuis DE DIABETESZORG IN HET REFAJA ZIEKENHUIS INLEIDING Diabetes mellitus is een veel voorkomende chronische ziekte die gekenmerkt wordt door een te hoge bloedglucosewaarde.

Nadere informatie

Port-a-cath (implanteerbaar poortsysteem)

Port-a-cath (implanteerbaar poortsysteem) Port-a-cath (implanteerbaar poortsysteem) Deze folder geeft informatie over een implanteerbaar poortsysteem: de port-a-cath. Uw arts heeft u een behandeling voorgeschreven waarbij regelmatig en/of langdurig

Nadere informatie

Maag-Darm-Leverziekten. Instructie zelf toedienen van Methotrexaat (MTX)

Maag-Darm-Leverziekten. Instructie zelf toedienen van Methotrexaat (MTX) Afdeling: Maag-Darm-Leverziekten Onderwerp: Instructie zelf toedienen van Methotrexaat (MTX) Zelf toedienen van Methotrexaat door patiënt of mantelzorger In overleg met uw behandelend arts is besloten

Nadere informatie

Zelfzorg voor OVERZICHT ASSORTIMENT ZELFZORGPRODUCTEN VOOR DIABETICI

Zelfzorg voor OVERZICHT ASSORTIMENT ZELFZORGPRODUCTEN VOOR DIABETICI Zelfzorg voor OVERZICHT ASSORTIMENT ZELFZORGPRODUCTEN VOOR DIABETICI Introductie Diabetes is geen ziekte die te genezen is. Vanaf het moment dat voor u de diagnose diabetes is gesteld, zult u een leven

Nadere informatie

Bloedglucosesysteem GEBRUIKERSHANDLEIDING

Bloedglucosesysteem GEBRUIKERSHANDLEIDING Bloedglucosesysteem GEBRUIKERSHANDLEIDING AW 06657502A Revisiedatum: 11/2010 Inhoud: Uw bloedglucosesysteem te leren kennen 1 Tijd en datum instellen en de meter coderen 4 Uw bloedglucose testen 8 Eerdere

Nadere informatie

Insulinepomp- therapie bij kinderen

Insulinepomp- therapie bij kinderen Insulinepomp- therapie bij kinderen Algemene informatie voor ouders en kind Insulinepomptherapie Insulinepomptherapie is één van de behandelmethodes van diabetes mellitus. Het moet gezien worden als een

Nadere informatie

Bloedglucosesysteem. Handleiding. Gebruiksaanwijzing.

Bloedglucosesysteem. Handleiding. Gebruiksaanwijzing. Bloedglucosesysteem Handleiding. Gebruiksaanwijzing. Bloedglucosesysteem Handleiding 1 Handleiding Wij stellen het op prijs dat u OneTouch gekozen hebt! Het OneTouch Verio Pro bloedglucosesysteem is een

Nadere informatie

Werkwijze (assisteren bij) arterielijn inbrengen en bloed afname.

Werkwijze (assisteren bij) arterielijn inbrengen en bloed afname. Werkwijze (assisteren bij) arterielijn inbrengen en bloed afname. Document ID NVLA 150417 ww ARTL+BA Document titel Arterielijn inbrengen en bloedafname Publicatiedatum April 2015 Versie 1.0 Herzieningsdatum

Nadere informatie

Gebruik van een poortkatheter

Gebruik van een poortkatheter Gebruik van een poortkatheter Inhoud 1. Waarom heb ik een poortkatheter nodig? 2. Wat is een poortkatheter? 3. Hoe gebeurt de plaatsing van een poortkatheter? 4. Het gebruik van een poortkatheter 4.1.

Nadere informatie

Centrale katheter via de arm (PICC)

Centrale katheter via de arm (PICC) Centrale katheter via de arm (PICC) Ingebracht op de afdeling Radiologie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Uw behandelend arts is: U kunt uw arts tijdens kantooruren bellen

Nadere informatie

Diabetes en zwangerschap

Diabetes en zwangerschap Diabetes en zwangerschap Haarlem Bij diabetes mellitus is er te veel glucose in uw bloed: de bloedglucosewaarde is te hoog. Diabetes kan al bestaan voordat u zwanger bent, er is dan sprake van diabetes

Nadere informatie

introductie Nederlands

introductie Nederlands Introductie De Betachek G5 meter is ontwikkeld om jarenlang betrouwbare resultaten te geven zonder problemen. De snelheid en de unieke geheugenkaart besparen u tijd en moeite. Lees deze handleiding volledig

Nadere informatie

ORALE GLUCOSE TOLERANTIE TEST FRANCISCUS GASTHUIS

ORALE GLUCOSE TOLERANTIE TEST FRANCISCUS GASTHUIS ORALE GLUCOSE TOLERANTIE TEST FRANCISCUS GASTHUIS Inleiding Binnenkort krijgt u een suikerbelastingtest, oftewel orale glucose tolerantie test (OGTT). U krijgt deze test omdat gedacht wordt aan een afwijking

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Geachte bezitter van een BM Diamond mini bloedglucosemeter Gefeliciteerd met uw BM Diamond Mini bloedglucosemeter. In deze handleiding staat belangrijke informatie die u helpt om

Nadere informatie

Uitvoering hielprik (deel 1)

Uitvoering hielprik (deel 1) Uitvoering hielprik (deel 1) Instructies voor screeners (zie ook de e-learning voor hielprikscreeners) Het gesprek vooraf Vraag of de ouders de folder Screeningen bij pasgeborenen hebben gekregen en gelezen.

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING Bloedglucosesysteem GEBRUIKERSHANDLEIDING Vervangt de vorige gebruikershandleiding AW 06647602A Datum herziening: 11/2010 Inhoud: Uw systeem leren kennen 1 Uw meter instellen 4 Uw bloedglucose testen 8

Nadere informatie

diabetes en zwangerschap

diabetes en zwangerschap diabetes en zwangerschap Inhoud Inleiding 3 1 Wat is diabetes? 3 2 Vormen van diabetes 3 3 Onderzoek 4 4 Behandeling 5 5 Zwangerschap 5 6 Wat betekent diabetes voor uw baby? 6 7 De bevalling 7 8 Na de

Nadere informatie

Insulinepomptherapie Adviezen en instructies.

Insulinepomptherapie Adviezen en instructies. Insulinepomptherapie Adviezen en instructies www.nwz.nl Inhoud Bereikbaarheid diabetesteam 3 Pomp met infusie-set of pod met PDM 4 Hypoglykemie - hypo 4 Hyperglykemie - hyper 5 Wat doet u bij een defecte

Nadere informatie

PICC-lijn. Perifeer Ingebrachte Centraal veneuze Catheter

PICC-lijn. Perifeer Ingebrachte Centraal veneuze Catheter PICC-lijn Perifeer Ingebrachte Centraal veneuze Catheter Alleen het aangevinkte is voor u van toepassing Datum/tijd opname: / /.. ;..:.. uur Datum/tijd stoppen Sintrom/Marcoumar:.../... /.. ;.:. uur Melden

Nadere informatie

CRP in de praktijk. Het C-reactief proteïne (Engels: C-reactive protein), meestal afgekort tot CRP, is een zogenaamd acutefase-eiwit.

CRP in de praktijk. Het C-reactief proteïne (Engels: C-reactive protein), meestal afgekort tot CRP, is een zogenaamd acutefase-eiwit. CRP in de praktijk Het C-reactief proteïne (Engels: C-reactive protein), meestal afgekort tot CRP, is een zogenaamd acutefase-eiwit. CRP wordt geproduceerd door de lever en afgegeven in de bloedbaan. Na

Nadere informatie

Zwangerschapsdiabetes

Zwangerschapsdiabetes Zwangerschapsdiabetes 2 Inleiding Je hebt een orale glucose tolerantietest gedaan een daaruit blijkt dat je zwangerschapsdiabetes hebt. Deze folder geeft antwoord op de volgende vragen: Wat is zwangerschapsdiabetes?

Nadere informatie

Instructie zelf toedienen methotrexaat (MTX) door patiënt of mantelzorger

Instructie zelf toedienen methotrexaat (MTX) door patiënt of mantelzorger Instructie zelf toedienen methotrexaat (MTX) door patiënt of mantelzorger In overleg met uw behandelend arts is besloten zelf onderhuids (subcutaan) te gaan injecteren met methotrexaat (MTX). In deze

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. LIFESCAN VERIO 9-2009 http://nl.yourpdfguides.com/dref/3211413

Uw gebruiksaanwijzing. LIFESCAN VERIO 9-2009 http://nl.yourpdfguides.com/dref/3211413 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Centrale katheter via de arm (PICC-lijn)

Centrale katheter via de arm (PICC-lijn) Oncologie Centrale katheter via de arm (PICC-lijn) i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Inleiding De arts of verpleegkundige heeft voorgesteld om bij u een katheter via de arm (PICC-lijn) in te

Nadere informatie

Praktische informatie voor insulinepompgebruikers

Praktische informatie voor insulinepompgebruikers Praktische informatie voor insulinepompgebruikers Deze folder bevat praktische informatie voor de insulinepompgebruikers. Hoe te handelen bij: Het verwisselen van de naald/katheter - Haal een ampul insuline

Nadere informatie

PATIËNTENINFORMATIE DE PORT-A-CATH

PATIËNTENINFORMATIE DE PORT-A-CATH PATIËNTENINFORMATIE DE PORT-A-CATH DE PORT-A-CATH Door middel van deze informatie wil het Maasstad Ziekenhuis u informeren over de Port-a-Cath. Wij verzoeken u deze informatie zorgvuldig te lezen. Wat

Nadere informatie

Insulinepomp- therapie bij kinderen

Insulinepomp- therapie bij kinderen Insulinepomp- therapie bij kinderen Algemene informatie voor ouders en kind Insulinepomptherapie Insulinepomptherapie is één van de behandelmethodes van diabetes mellitus. Het moet gezien worden als een

Nadere informatie

STANDAARD WERKVOORSCHRIFT. Versie : 2.1 BLOEDGLUCOSEWAARDE BEPALEN DOOR ZORGVERLENER Pagina 1 van 7

STANDAARD WERKVOORSCHRIFT. Versie : 2.1 BLOEDGLUCOSEWAARDE BEPALEN DOOR ZORGVERLENER Pagina 1 van 7 Versie : 2.1 BLOEDGLUCOSEWAARDE BEPALEN DOOR ZORGVERLENER Pagina 1 van 7 Samenvatting Dit standaard werkvoorschrift beschrijft hoe de bloedglucosewaarde wordt bepaald door een zorgverlener bij een cliënt

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING ROMED ELECTRONISCHE BLOEDDRUKMETER (BP-1000)

GEBRUIKSAANWIJZING ROMED ELECTRONISCHE BLOEDDRUKMETER (BP-1000) GEBRUIKSAANWIJZING ROMED ELECTRONISCHE BLOEDDRUKMETER (BP-1000) Belangrijke aanwijzingen voor het verkrijgen van goede metingen 1. Eet en drink (alcohol) niet, rook of sport niet voor het meten van de

Nadere informatie

Informatie voor de insulinepompgebruiker

Informatie voor de insulinepompgebruiker Informatie voor de insulinepompgebruiker Inhoudsopgave Algemene zaken bij gebruik van de insulinepomp blz 3 Hoe te handelen bij een (onverwachte) lage glucose blz 3 Hoe te handelen bij een (onverwachte)

Nadere informatie

Infectiepreventie Centrale veneuze katheters 1

Infectiepreventie Centrale veneuze katheters 1 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Hygiëne en infectiepreventie 127 Infectiepreventie Centrale veneuze katheters 1 Toepassingen Centrale veneuze katheters (CVK) worden onder andere

Nadere informatie

Accu-Chek Inform II SYSTEEM VOOR DE BEPALING VAN BLOEDGLUCOSE. Beknopte gebruiksaanwijzing

Accu-Chek Inform II SYSTEEM VOOR DE BEPALING VAN BLOEDGLUCOSE. Beknopte gebruiksaanwijzing Accu-Chek Inform II SYSTEEM VOOR DE BEPALING VAN BLOEDGLUCOSE Beknopte gebruiksaanwijzing Overzicht van herzieningen Beknopte gebruiksaanwijzing versie 1.0 2008-01 Nieuw document Beknopte gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Centrale katheter via de arm (PICC)

Centrale katheter via de arm (PICC) Centrale katheter via de arm (PICC) Ingebracht op de afdeling Radiologie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Uw behandelend arts is: U kunt uw arts tijdens kantooruren bellen

Nadere informatie

Welkom. Geachte mevrouw Geachte heer

Welkom. Geachte mevrouw Geachte heer Welkom Geachte mevrouw Geachte heer De behandeling van uw ziekte maakt het veelvuldig aanprikken van de bloedbaan noodzakelijk. Daarom is het nuttig om een poortkatheter te laten plaatsen. In deze brochure

Nadere informatie

www.diabetesopschool.nl

www.diabetesopschool.nl Informatie begeleiding schoolkamp Deze informatie is bestemd voor mensen die een schoolkamp begeleiden waaraan een kind met diabetes deelneemt. Als begeleiders weten hoe zij moeten handelen in bepaalde

Nadere informatie

Meer inzicht in uw gezondheid?

Meer inzicht in uw gezondheid? Meer inzicht in uw gezondheid? Maak een afspraak voor de Gezondheids-APK bij uw Alphega apotheek. Meten is weten Bij uw Alphega apotheek kunt u terecht voor hulpmiddelen of medicatie wanneer u ziek bent.

Nadere informatie

Suikerbelastingtest. Hoe ontstaat zwangerschapssuiker?

Suikerbelastingtest. Hoe ontstaat zwangerschapssuiker? 17-06-2019 Suikerbelastingtest Binnenkort krijg je een suikerbelastingtest, ofwel een orale glucose tolerantie test (OGTT), omdat gedacht wordt aan een afwijking in jouw suikerstofwisseling. We spreken

Nadere informatie

PICC Radboud universitair medisch centrum

PICC Radboud universitair medisch centrum PICC Inhoud De PICC 3 Waarom een PICC? 4 Inbrengen 4 Complicaties 5 Leefregels 6 Verzorging insteekplaats 6 Het heparineslot 7 Contact opnemen 7 Tot slot 7 In overleg met uw behandelend arts is besloten

Nadere informatie

INFORMATIE PORT-A-CATH

INFORMATIE PORT-A-CATH INFORMATIE PORT-A-CATH 565 Inleiding Deze folder geeft informatie over een implanteerbaar poortsysteem: de port-a-cath. Uw arts heeft u een behandeling voorgeschreven waarbij regelmatig en/of langdurig

Nadere informatie

Centrale katheter via de arm (PICC) Oncologisch dagcentrum

Centrale katheter via de arm (PICC) Oncologisch dagcentrum Centrale katheter via de arm (PICC) Oncologisch dagcentrum Inleiding U bent door uw behandelend arts naar de afdeling Radiologie verwezen om een katheter via de arm (PICC) in te laten brengen. Deze ingreep

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Diabetes en zwangerschap

Patiënteninformatie. Diabetes en zwangerschap Diabetes en zwangerschap Patiënteninformatie Diabetes en zwangerschap Inhoudsopgave: 1 Inleiding 2 Wat is diabetes 3 Vormen van diabetes 4 Onderzoek 5 Behandeling 6 Zwangerschap 7 Wat betekent diabetes

Nadere informatie

Zelfinjectie bij erectiestoornissen. Poli Urologie

Zelfinjectie bij erectiestoornissen. Poli Urologie 00 Zelfinjectie bij erectiestoornissen Poli Urologie 1 In overleg met uw uroloog heeft u gekozen om zelf medicijnen te injecteren in het zwellichaam van de penis (auto-injectie therapie). Uw behandelend

Nadere informatie

OptiPen Pro 1. informatiebrochure

OptiPen Pro 1. informatiebrochure OptiPen Pro 1 informatiebrochure INHOUDSOPGAVE OptiPen Pro 1 instructies 4 Voordat u Lantus toedient met de OptiPen Pro 1 7 Het toedienen van Lantus /Apidra met de OptiPen Pro 1 8 Algemene aanwijzingen

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes Kind met diabetes KIND MET DIABETES INLEIDING Bij uw kind is diabetes mellitus geconstateerd door de kinderarts. Uw kind zal in de meeste gevallen een paar dagen worden opgenomen op de kinderafdeling.

Nadere informatie

Toedienen van medicatie via IV weg

Toedienen van medicatie via IV weg Toedienen van medicatie via IV weg Gebruik ook het protocol Algemeen werkschema van het zieke kind! Leerdoelen Na het doorwerken van dit protocol kan/ken je: De indicaties voor het toedienen van IV medicatie.

Nadere informatie

Welkom. Geachte mevrouw Geachte heer

Welkom. Geachte mevrouw Geachte heer Welkom Geachte mevrouw Geachte heer De behandeling van uw ziekte maakt het veelvuldig aanprikken van de bloedbaan noodzakelijk. Daarom is het nuttig om een poortkatheter te laten plaatsen. In deze brochure

Nadere informatie

Een PTC-drain. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Een PTC-drain. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op Een PTC-drain Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Uw arts heeft met u besproken dat er binnenkort bij u een galwegdrain (PTC-drain) wordt geplaatst. In deze folder

Nadere informatie

PATIËNTENINFORMATIE INFORMATIE BIJ OVERWEGING INSULINEPOMPTHERAPIE

PATIËNTENINFORMATIE INFORMATIE BIJ OVERWEGING INSULINEPOMPTHERAPIE PATIËNTENINFORMATIE INFORMATIE BIJ OVERWEGING INSULINEPOMPTHERAPIE 2 INFORMATIE BIJ OVERWEGING INSULINEPOMPTHERAPIE Algemeen Middels deze folder wil Maasstad Ziekenhuis u informeren over insulinepomptherapie.

Nadere informatie