Vragen commissie 11/9/14 Antwoorden Wmo verordening artikel Consequenties

Transcriptie

1 Vragen commissie 11/9/14 Antwoorden Wmo verordening artikel Consequenties Privacy waarborg Wordt toegevoegd aan- en aangepast in de Verordening Hoofdstuk 2 Melding en onderzoek en Artikel gaat over de onafhankelijkheid tussen het Sociaal Team (advies over probleem) en de Wmo consulent die de beschikking namens het College afgeeft. Bezuiniging lijkt insteek verordening, waar is transformatie/innovatie? Wat is het resultaat? Samenwerking Leidse Regio Toepassing Eigen bijdrage op Begeleiding en Huishoudelijke ondersteuning Keuzevrijheid lijkt gering Kwaliteitseisen voor leveranciers/aanbieders Transformatie zit vooral in de nieuwe taken maar ook in het Sociaal Team, efficiëntie in uitvoering. En binnen het bestuurlijk contracteren is expliciet aandacht voor innovatie. Een resultaat zal pas na een of twee jaren zichtbaar zijn! Nog steeds wordt samengewerkt. De Beleidsregels worden zodanig opgesteld dat ze aansluiten bij de Verordening(en). Vooral voor de inkoop en realisatie van voorzieningen is het noodzakelijk dat dezelfde regels van toepassing zijn Ook onder de huidige AWBZ betaalt de klant een eigen bijdrage, dat verandert niet. Nu wij de tarieven voor Huishoudelijke ondersteuning en begeleiding hebben verlaagd en het mogelijk maken voor partijen om daarbinnen te innoveren, is het positieve gevolg voor de klant dat de eigen bijdrage ook lager wordt. Keuze vrijheid is er voor: Zorg in Natura (ZIN) of PGB. Daarnaast kiest de klant zelf een leverancier/aanbieder. Door het realiseren van Algemene voorzieningen tegen redelijke tarieven, kan de klant ook besluiten het niet via de gemeente te organiseren. in de contracten met de aanbieders/leveranciers worden kwaliteitseisen opgenomen die ook nu al van toepassing zijn. Voor veel voorzieningen zijn dat landelijk vastgestelde eisen. Hoofdstuk 9 Slotbepalingen en Begripsbepalingen. Artikel is eveneens aangepast. Inspraak door adviesraden en burgers Evaluatie (incl. tevredenheid meting(en) en monitoring van beleid en van het Sociaal Team Sociaal Team samenstelling Sociaal Team in relatie met Wmo consulenten Mantelzorg ondersteuning Weinig aandacht voor vrijwilligers Adequaat en meest goedkoop De adviesraden hebben (d.d. 16/9 en 17/9) geadviseerd. De burger krijgt de mogelijkheid op 16/10 bij de commissie Burger in te spreken Wij zullen gebruik maken van de beschikbaar gestelde instrumenten zoals de voortgangsrapportages en de begroting en de jaarrekening en indien nodig organisaties die in het verleden ook de evaluatie verzorgd hebben (landelijk opererend, o.a. SGBO) Het Sociaal Team zal virtueel opereren. Het gaat om het gebruik van elkaars expertise bij de advisering voor een Algemene- of maatwerkvoorziening. Het advies zal nooit zijn om te kiezen voor leverancier X of aanbieder Y. Dat besluit de klant zelf in samenspraak met de Wmo Consulent. Het STO (Sociaal Team Oegstgeest) is de nuldelijns voorziening of frontoffice. De Wmo consulent is de backoffice en formuleert de beschikking en zet levering van de voorziening in gang. De Wmo consulent kan overigens, net als nu, ook keukentafelgesprekken voeren. Wij onderschrijven het belang van de mantelzorger en vooral het voorkomen van overbelasting. In overleg met de mantelzorg ondersteunende partijen zal gekeken worden hoe het beschikbare budget zo goed mogelijk kan worden ingezet. Hierbij zal uitdrukkelijk gevraagd worden naar de behoefte van de mantelzorger In de Verordening zoals die nu is opgesteld is de vrijwilliger niet benoemd. Deze hoort ook niet thuis in de verordening omdat deze juist de regels formuleert voor de professionele ondersteuning of wellicht de afwijzing daarvan. Vrijwilligers inzet en beleid wordt apart geformuleerd en uitgewerkt. Door juist een 'adequate voorziening' als eerste te benoemen ligt de nadruk niet op het al dan niet betaalbaar zijn van een voorziening. Adequaat is in elk geval ook passend voor de cliënt. Uitwerken in cases zodat duidelijk wordt hoe het proces van de toegang er uit kan zien.

2 Compensatie via de bijzondere bijstand (en vermogenstoepassing) Looptijd verordening bezwaarmogelijkheid als de klant ontevreden is met het resultaat van het gesprek Het klopt dat bij de bijstandsberekening rekening wordt gehouden met het vermogen. In de bijstand mag de klant, afhankelijk van de gezinssamenstelling een vrij te laten vermogen hebben. Bij de berekening van de eigen bijdrage via het CAK wordt het vermogen boven het belastingvrije vermogen belast met 8% en gevoegd bij de draagkracht uit het inkomen. M.a.w. er wordt verschillend berekend maar dat zijn landelijke/wettelijke afspraken. De verordening wordt sowieso aangepast na twee jaar. Dat is in lijn met de twee jaar van het Wmo Beleidsplan. In 2016 kan geëvalueerd worden en bovendien krijgen we vanaf 2017 de verantwoordelijkheid voor beschermd wonen als gemeente en dat leidt ook tot wijzigingen. Een officieel bezwaar kan men indienen op een besluit van de gemeente. Dat betekent dat men een bezwaar kan indienen tegen de beslissing om al dan niet een bepaalde maatwerkvoorziening te geven. In het voortraject tot de aanvraag van een maatwerkvoorziening vindt het onderzoek naar de precieze ondersteuningsbehoefte en de mogelijke oplossingen daarbij plaats. Opmerkingen op het verslag worden altijd toegevoegd en de cliënt kan een second opinion aanvragen. Artikel 2.2. (onderzoek) en 2.3 (verslag) In de oorspronkelijke berekeningen leek er een tekort van binnen de begroting 2015 van de Wmo, maar later zijn deze berekeningen bijgesteld en blijkt met de meest recente cijfers dat de budgetten voor 2015 voor het Wmo gedeelte van de 3 Gat van HbdH Decentralisaties, toereikend zou moeten zijn. Spoedhulp moet mogelijk zijn Klopt, dat staat al gemeld in de toelichting bij artikel 2.1 staat in de toelichting van artikel 2.1 Artikel toevoegen? Kun je bezuinigen op de uitvoering door SVB en WMOkantoor begripsdefinitie gespecialiseerde ambulante ondersteuning toevoegen De uitvoering door de SVB is wettelijk verplicht. Het Wmokantoor blijft voorlopig nodig voor de administratieve afhandeling van zorg in natura maar ook de PGB richting het CAK. Het betreft hier (gespecialiseerde) individuele begeleiding. Waarbij de groep zintuiglijk gehandicapten een aparte groep vormen. Voor die groep wordt de ondersteuning landelijk ingekocht. art. 4.3 begripsdefinitie gespecialiseerde ambulante ondersteuning toevoegen in goed gemotiveerde gevallen toeslag geven op PGB t.o.v. maatwerk (art 4.2.3) Te allen tijde moet de individuele situatie van de aanvrager/cliënt beoordeeld worden. De tekst onder artikel is in die zin juist dat een PGB nooit meer kan zijn dan de maatwerkvoorziening in natura. Als het PGB meer moet zijn is er sprake van een onvolledig advies en zou een aanvullende voorziening in beeld kunnen zijn. Verordening niet op dit punt aanpassen! zie ook onder "vragen Wmo-adviesraad". Verordening en toelichting duidelijker aangeven wie er kunnen melden zijn aangepast. artikel De maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning gaat om zwaar huishoudelijk werk en niet om eenvoudige schoonmaak. Bij de advisering moet heel duidelijk onderscheid gemaakt (of gezocht) worden of iemand nog de regie kan voeren en het schoonmaken dus zelf kan regelen. Inwoners met een minimum inkomen worden Algemene voorziening Hbhh ook binnen de ondersteund. Zodra in de maatwerkvoorziening ook sprake is van maatwerkvoorziening als algemene eenvoudig schoonmaakwerk wordt de cliënt geacht dit zelf te regelen voorziening laten betalen. Dat is eerlijker. en te betalen. De Wtcg (en CER) komen te vervallen. Voor chronisch zieken wordt een aanvullende verzekering georganiseerd (Regionaal). Binnen de Rekening houden met dure medicatie bij polisvoorwaarden worden mogelijkheden geboden voor uitbreiding van tegemoetkoming Wtcg de verzekering. stimuleren tweedehands hulpmiddelen. toevoegen dat een melding van een ondersteuningsbehoefte door iedereen kan worden gedaan en dat iemand van het Sociaal team eropaf gaat en nader onderzoek gaat doen?

3 wie draagt de lasten van een niet binnen de tijd verlopen traject (bv. Als iemand te lang moet wachten op onderzoek) Op grond van de algemene wet bestuursrecht (Awb) moet het College binnen 8 weken een beslissing afgeven. M.a.w. als de wachttermijn na de melding 6 weken maximaal kan zijn heeft het College nog 2 weken om te besluiten op een eventuele aanvraag. Deze termijn kan gemotiveerd met 5 weken worden verlengd (bijv. omdat een offerte moet worden opgevraagd of omdat de cliënt nog geen persoonlijk plan heeft ingediend. Tot slot. Er is altijd ruimte voor een SPOED melding/aanvraag (bij ontslag uit ziekenhuis of terminale situatie(s)) Voor alle maatwerkvoorzieningen wordt een eigen bijdrage gevraagd Eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen conform de systematiek van het CAK. Dit doet recht aan de individuele draagkracht. artikel 5. 2 Vragen Wmo-adviesraad 16/9/14 Antwoorden Wmo-adviesraad Wmo verordening artikel Consequenties Aandacht voor Privacy (artikel 2.1.4) Het is niet logisch dat het College de gegevens krijgt die nodig zijn voor het onderzoek..! De bescheiden die genoemd worden in artikel zijn bedoeld om een maatwerkvoorziening te kunnen toekennen. Toegevoegd wordt alleen die bescheiden worden opgevraagd die niet al eerder zijn gegeven maar die toch nodig blijken te zijn. Uiteraard alleen met toestemming van de cliënt. Artikel wordt aangepast Bevorderen toegankelijkheid door het College Er wordt niet aangegeven wie de melding doet of kan doen? Aanvraag maatwerkvoorziening (art ) Onafhankelijke cliëntondersteuning Algemene voorzieningen in ruime mate en tegen redelijk tarief beschikbaar stellen. Eenvoudige toegankelijkheid is nodig. Wat betekent 'langdurig (noodzakelijk)" Hier wordt bedoeld dat iedere melding wordt vastgelegd en wordt beantwoord. Dat het College niet aangeeft hoe zij de toegankelijkheid wil bevorderen is logisch omdat deze al maximaal wordt ingezet. Artikel is uitgebreid met degenen die een melding kunnen doen en dit geldt ook voor de toelichting. Duidelijk moet zijn dat iedereen een melding kan doen voor zichzelf of voor een inwoner van Oegstgeest. In het verdere onderzoek wordt duidelijk hoe de relatie is tussen de melder en de cliënt wanneer deze niet zelf de melder is. artikel verordening aangepast. In feite is het College de Wmo consulent die de aanvraag afhandeld zodra het advies van het STO ontvangen is. De tekst die door de adviesraad is opgesteld dekt de lading. De onafhankelijke partijen in het STO zijn in ieder geval Kwadraat, de Ouderenadviseur en MEE. De cliënt bepaalt wij hij/zij laat ondersteunen. Deze partij kan op dat moment geen onderdeel uit maken van het adviserende Sociale Team. artikel 2.1 en 3.8 De organisaties/leveranciers die de voorzieningen gaan leveren tekenen gelijktijdig voor het aanbod van de algemene voorziening. Daarmee wordt beoogd altijd een dergelijke voorziening beschikbaar te hebben. artikel 3. In de jurisprudentie is vastgelegd dat een termijn langer dan zes (6) maanden als langdurig beschouwd moet worden. De discussie gaat vaak over terminale cliënten die nog een voorziening aanvragen. Daarnaast gaat het om onomkeerbare situaties. In dergelijke gevallen adviseert het STO en beslist de consulent. Veelal kunnen gehuurde voorzieningen worden ingezet. Het advies wordt daarmee niet overgenomen omdat het o.i. al geregeld is binnen het Team maatschappij. De toelichting wordt uitgebreid met de tekst van de Wmo-adviesraad. Dit wordt geregeld via het traject van bestuurlijk contracteren daar waar het gaat om Huishoudelijke ondersteuning. Voor de hulpmiddelen wordt dit nog vastgelegd en uit onderhandeld met de huidige leveranciers. Vragen/Advies Seniorenraad 17/9/14 Antwoorden Seniorenraad Wmo verordening artikel Consequenties

4 Het Sociaal Team Oegstgeest neemt een cruciale positie in. Taken en werkwijze, positie en inrichting, regels ten aanzien van kwaliteit, klachten en privacybescherming verdienen een aparte basis in de verordening. Dit kan door de vereisten een plaats te geven in de verordening zelf of door vast te leggen in de verordening dat een statuut voor het Sociaal Team door het college wordt opgesteld.het STO neemt een cruciale positie in. Cliënt ondersteuning De onafhankelijkheid van het Sociaal Team wordt tevens bevordert door de consulent Wmo c.q. medewerker Wmo vanuit de gemeente geen onderdeel uit te laten maken van het Sociaal Team. Hooguit is er een rol als informant weggelegd op basis van expertise van de gemeentelijke regelingen Wij zullen de suggestie om in het STO met een statuut te werken meenemen in de verdere uitwerking die naar verwachting 1 november in concept klaar zal zijn. De Wet geeft al duidelijke richtlijnen voor het STO. Het specifiek opnemen in de Verordening voegt naar onze mening niets toe. De werkafspraken en processen in het STO zullen helder worden vastgelegd. In de reacties aan de Wmo-adviesraad en de commissie leggen wij uit dat er meerdere onafhankelijke ondersteuners zijn die natuurlijk geen dubbelrol kunnen vervullen. Omdat het STO adviseert en niet bepaalt wie de ondersteuning gaat aanbieden is belangenverstrengeling niet mogelijk. Een van de redenen om de Wmo consulent wel in het STO op te nemen is voor de afwikkeling van de korte procedures en de vragen van reeds bekende cliënten. Daarbij kunnen zij vooral wat betreft de huidige Wmo voorzieningen als adviseur optreden. Ook meldingen kunnen (en zullen) bij de Wmo consulent binnenkomen. Wij adviseren om dit advies daarom niet over te nemen! De mogelijkheid van een second opinion te regelen vanuit het Sociaal Team of wanneer dit door de cliënt/aanvrager wordt gewenst de opinie van een onafhankelijke (professionele) derde een plaats te bieden in het besluitvormingsproces dat leidt tot een beslissing op een aanvraag voor een maatwerkvoorziening In de Verordening is via de zogenaamde hardheidsclausule altijd een heroverweging mogelijk. In de huidige uitvoering wordt in een enkel geval ook al een second opinion gevraagd als de consulent, m.n. bij ingewikkeld medische problematiek, geen voldoende onderbouwd besluit kan nemen. Daarmee is het formaliseren van een second opinion via de Verordening niet nodig. In subregionaal verband te kiezen voor een brede opzet van een instituut voor klachtenbehandeling. Het gaat dan naar de mening van de Seniorenraad om een onafhankelijk ombudsteam/klachtenteam dat de rol van vertrouwenspersoon kan vervullen bij kwesties die spelen rond het Sociaal Team en rond de aanvraag van een maatwerkvoorziening bij de gemeente Algemene voorziening Schoon Huis momenteel wordt gekeken naar de invulling van de rol voor de toezichthoudend ambtenaar. De Leidse Regiogemeenten zien hier een rol weggelegd voor SP71 met daarbij een rol voor de huidige BORL (Beheer Organisatie Regio Leiden, voor contractbeheer Wmo). Wellicht dat deze ambtenaar ook een rol zou kunnen spelen in de klachtenbehandeling of misschien wel de rol van vertrouwenspersoon. Voor 1 januari moet deze rol duidelijk zijn. Het klopt dat de kosten voor deze voorziening volledig ten laste komen van de gebruiker. De genoemde 180 euro is een indicatie die gebaseerd is op de huidige uren en tarieven. In de algemene voorziening beslist uiteraard de klant zelf hoeveel tijd hij noodzakelijk acht om het schone huis te realiseren. Als dat (als voorbeeld) met 1 uur per week kan, zal dat nooit 180 euro kosten. Dit moet moet de aanbieder worden onderhandeld. De tarieven voor dit aanbod komen van de bestaande aanbieders en mogelijk nieuwkomers. Deze markt wordt vrij gelaten. De enige verplichting die is opgelegd is dat de aanbieders van de 'maatwerkvoorziening' ook de algemene voorziening moeten aanbieden. artikel 5.1 van de Wet.

5 cumulatie (eigen) bijdragen Afstemming Leidse regio De algemene voorziening Huishoudelijke ondersteuning is zodanig dat deze voor iedereen te organiseren is. Is dat niet het geval dan zal er in veel gevallen een maatwerkvoorziening worden gearrangeerd. Deze groep heeft n.a.w. niet te maken met voorzieningen als begeleiding omdat men immers de regie nog in handen heeft. Zijn er meer maatwerkvoorzieningen dan geldt daar inderdaad een eigen bijdrage op basis van draagkracht en dan wordt geen rekening gehouden met eventueel betaalde algemene voorzieningen. inderdaad wordt afgestemd met de Leidse Regio. Verschil is de inkomensgrens bij de bijzondere bijstand. Leiden/Leiderdorp hebben een grenst van 120% van het sociaal minimum, Oegstgeest 110% waardoor deze groep kleiner zal zijn. De opmerking over dat Leiden een vast tarief van 35% van de kosten gaat hanteren, kunnen wij niet plaatsen zonder nadere toelichting.