Subsidieverordening beeldend kunstenaars

Transcriptie

1 Subsidieverordening beeldend kunstenaars ALGEMENE BEPALINGEN Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: raad: commissie: burgemeester en wethouders: subsidie: subsidieplafond: kunstenaar: Artikel 1 de gemeenteraad van Dordrecht; de in artikel 3 genoemde commissie; het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht; de aanspraak op financiële middelen, door of namens burgemeester en wethouders verstrekt, met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor geleverde goederen en diensten; het bedrag dat door de raad gedurende een bepaalde termijn ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies ten behoeve van bepaalde activiteiten; een professioneel beeldend kunstenaar die in Dordrecht woont en a afgestudeerd is aan een HBO-academie voor de beeldende kunst; b. het kunstenaarschap als beroep uitoefent; c. erkenning ontvangt als kunstenaar door aan te tonen dat hij/zij - geregeld exposeert, kunstwerken verkoopt en/of opdrachten verwerft; - subsidies, prijzen, recensies, stipendia en beurzen van andere instellingen ontvangt; d. marktgerichte en publiekgerichte kunstactiviteiten onderneemt; e. is opgenomen in het documentatiebestand van de provincie Zuid-Holland (Kunstgebouw); f. geen uitkering ontvangt op grond van de Algemene Bijstandswet. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om van de criteria a tot en met d af te wijken. Reikwijdte Artikel 2 Deze verordening is van toepassing op het verlenen van subsidies voor activiteiten die door de professioneel beeldend kunstenaar worden uitgevoerd en welke passen binnen de beleidsdoelstellingen van de gemeente Dordrecht. Commissie Artikel 3 1. Er is een commissie met als taak het college van burgemeester en wethouders c.q. de directeur Kunsten te adviseren over subsidie-aanvragen op het terrein van de beeldende kunsten betreffende: a. een projectsubsidie b. een startsubsidie

2 c. een werkbeurs. 2. De commissie bestaat uit drie leden, door burgemeester en wethouders te benoemen voor een periode van drie jaar, welke periode eenmaal met een periode van drie jaar kan worden verlengd. 3. Bij de benoeming wordt gestreefd naar een spreiding van relevante deskundigheden op het werkterrein van de commissie. 4. De leden ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden en voor het bijwonen van de commissievergaderingen. 5. De commissie vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo dikwijls als door de voorzitter of tenminste twee leden nodig wordt geoordeeld. 6. Burgemeester en wethouders zorgen voor voldoende ondersteuning van de commissie bij de voorbereiding en uitvoering van haar adviezen. Artikel 4 Uitvoering Burgemeester en wethouders zijn belast met de uitvoering van deze verordening. SOORTEN SUBSIDIES Projectsubsidie Artikel 5 1. Een projectsubsidie kan worden verleend aan kunstenaars voor een in tijd begrensd plan op artistiek inhoudelijk gebied als ook voor plannen op zakelijk gebied betreffende de beroepspraktijk indien het plan zonder de subsidie niet zou kunnen worden uitgevoerd. 2. Als project met een specifiek artistiek doel kan worden aangemerkt: - het realiseren van een installatie, een performance of een bijzondere presentatie, - het deelnemen aan workshops of cursussen, - het doen van een onderzoek. 3. Voor subsidie in aanmerking komende zakelijke kosten kunnen zijn: - reis- en verblijfkosten gedurende een project, - kosten in verband met een tentoonstelling, - materiaal- en documentatiekosten in verband met een project, - marktgerichte activiteiten. 4. Reguliere beroepskosten, dat wil zeggen niet projectgebonden kosten, zoals atelierhuur en atelierkosten, aanschaf materialen en gereedschap en het honorarium van de door de kunstenaar zelf uit te voeren werkzaamheden, komen niet voor subsidie in aanmerking. 5. Een projectsubsidie kan aan een kunstenaar meerdere malen per jaar worden verleend, met dien verstande dat het totale bedrag per jaar de ƒ 8.000,-- niet mag overschrijden. Startsubsidie Artikel 6 1. Een startsubsidie kan worden verleend aan pas afgestudeerde kunstenaars die in Dordrecht wonen. 2. Afgestudeerde kunstenaars kunnen binnen vijf jaar na het afstuderen driemaal een startsubsidie aanvragen, echter niet vaker dan eenmaal per jaar. 3. Een startsubsidie bedraagt ƒ 4.000,-- per jaar. 4. Burgemeester en wethouders kunnen van de opleidingseis afwijken wanneer de kunstenaar geen afgeronde HBO-academie heeft, maar het vakmanschap en de kwaliteit van het werk naar het oordeel van de commissie zijn aangetoond. Artikel 7

3 Werkbeurs 1. Een werkbeurs kan worden verleend aan kunstenaars tot 65 jaar die tenminste vijf jaar professioneel werkzaam zijn, om hen een jaar van bezinning te gunnen teneinde zich op de ontwikkeling van hun werk te kunnen concentreren. 2. Een werkbeurs bedraagt ƒ 8.000,-- per jaar en kan eenmaal in de vijf jaar worden verleend. 3. De aanvraag is voorzien van een motivatie die de noodzaak van deze bezinning aannemelijk maakt. Maximum aan subsidies Artikel 8 Aan een kunstenaar kan per jaar op basis van deze verordening in totaal niet meer worden verleend dan ƒ 8.000,. PROCEDURE SUBSIDIEVERLENING Aanvraag tot subsidieverlening Artikel 9 1. De aanvraag wordt schriftelijk bij burgemeester en wethouders ingediend en moet voorzien zijn van een deugdelijke motivatie en ondertekend zijn door de aanvrager. 2. Subsidie-aanvragen worden ingediend op standaardformulieren. Deze formulieren zijn aan te vragen bij het Service Bureau van het Centrum Beeldende Kunst, Voorstraat 180, 3311 ES Dordrecht. 3. De kunstenaar presenteert zijn project, respectievelijk zijn voornemen, zodanig, dat duidelijk blijkt wat de doelstelling, inhoud, werkwijze, uitvoering en duur zijn. Dit kan door middel van video, schetsen of foto's. 4. Aanvragen voor projectsubsidie dienen vergezeld te gaan van een duidelijke begroting. Is al direct duidelijk dat de aanvraag hoger uitvalt dan de maximale subsidie, dan dient duidelijk gemaakt te worden hoe de resterende kosten worden gedekt. Indiening/beoordeling aanvraag Artikel 10 De aanvragen tot subsidieverlening worden tweemaal per jaar door de commissie beoordeeld, in april en oktober. De aanvragen moeten voor de eerste dag van die maanden worden ingediend. Weigeringsgronden Artikel 11 De subsidieverlening kan, naast de in de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening 1998 genoemde gevallen, worden geweigerd indien vaststaat dat er gegronde redenen bestaan aan te nemen dat: 1. de activiteiten van de aanvrager niet vallen binnen de in artikel 2 genoemde reikwijdte; 2. de activiteiten van de aanvrager niet vallen binnen de in artikelen 5, respectievelijk 6 en 7 genoemde criteria; 3. de kunstenaar niet of niet in voldoende mate voldoet aan de in artikel 1 genoemde criteria; 4. de gelden niet of niet in voldoende mate zullen worden besteed voor het doel waarvoor de subsidie wordt verleend; 5. een voorgaand project respectievelijk voorgaande activiteiten, waarvoor de gemeente Dordrecht subsidie heeft verleend, nog niet is/zijn afgerond.

4 Subsidieplafond Artikel 12 Een subsidie wordt slechts verleend voor zover het door de raad voor 1 juli voor het daar op volgend jaar vastgesteld subsidieplafond het toelaat, waarbij de regel wordt gehanteerd dat een maximum van 20% van het besteedbare budget wordt aangewend voor startsubsidies, 20% voor werkbeurzen en 60% voor projectsubsidies. Artikel 13 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van de in artikel 12 genoemde percentages. Subsidieverleningsbeschikking Artikel 14 De beschikking van burgemeester en wethouders tot subsidieverlening bevat een omschrijving van het project, respectievelijk van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend en bevat in ieder geval: a. het bedrag van de subsidie; b. de (doel)verplichtingen die aan de subsidieverlening zijn verbonden. VERANTWOORDING EN VASTSTELLING Aanvraag met verantwoording; vaststelling Artikel Een subsidie-ontvanger doet binnen drie maanden na afloop van het project, respectievelijk na afloop van het jaar waarvoor subsidie is verleend, een aanvraag tot vaststelling van de subsidie bij burgemeester en wethouders. Deze aanvraag wordt vergezeld door een financieel verslag en een activiteitenverslag. 2. Het (beredeneerde) activiteitenverslag bevat in ieder geval een overzicht van de verrichte activiteiten met een beschrijving van het verkregen resultaat, gerelateerd aan het beoogde resultaat. 3. Indien voor in het eerste lid genoemde tijdstip geen aanvraag om subsidievaststelling is ontvangen, nodigen burgemeester en wethouders de aanvrager schriftelijk uit binnen vier weken alsnog deze aanvraag in te dienen. Indien hieraan geen gehoor wordt gegeven stellen burgemeester en wethouders de subsidie ambtshalve vast. 4. Wanneer een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, stellen burgemeester en wethouders de subsidie overeenkomstig de subsidieverlening vast, welke vaststelling aanspraak geeft op betaling. 5. De subsidie kan op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht slechts lager worden vastgesteld indien de werkelijke kosten lager zijn dan de verleende subsidie. BETALING EN VOORSCHOTTEN Betaling Artikel 16

5 1. Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling binnen vier weken na de vaststelling betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten. 2. Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten kunnen worden teruggevorderd voor zover niet is voldaan aan de verplichtingen genoemd in de verordening respectievelijk de verleningsbeschikking. Voorschotten Artikel 17 Burgemeester en wethouders kunnen een voorschot verlenen op de subsidie tijdens het jaar waarvoor deze subsidie is verleend voor maximaal 80% van de verleende subsidie. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN Aanpassing subsidiebedragen Artikel 18 De in deze verordening genoemde subsidiebedragen kunnen jaarlijks door burgemeester en wethouders worden aangepast, de desbetreffende raadscommissie gehoord. Onvoorzien Artikel 19 In gevallen waarin deze verordening niet of onvoldoende voorziet, treffen burgemeester en wethouders de nodige voorzieningen c.q. maatregelen, na overleg met belanghebbenden. Hardheidsclausule Artikel 20 Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, welke zich bij toepassing van deze verordening mochten voordoen. Citeerartikel Artikel 21 Deze verordening kan worden aangehaald als "Subsidieverordening beeldend kunstenaars". Inwerkingtreding Artikel 22 Deze verordening treedt in werking op 9 mei Aldus besloten in de openbare vergadering van 9 mei de secretaris de wnd. voorzitter