TECHNISCHE SPECIFICATIE 005 UITRUSTINGEN VOOR OPENBARE VERLICHTING

Transcriptie

1 TECHNISCHE SPECIFICATIE 005 UITRUSTINGEN VOOR OPENBARE VERLICHTING C4/11-3 VOORSCHRIFTEN VOOR VERLICHTINGSTOESTELLEN UITGERUST MET LED TECHNOLOGIE C4/ /2015 REV 0.0 C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 1 van 50

2 INHOUDSOPGAVE 1. INTRODUCTIE GELIJKVORMIGHEIDSATTEST SYNERGRID REFERENTIELIJST SYNERGRID C4/11.3-A WIJZIGING VAN EEN VERLICHTINGSTOESTEL TOEPASSINGSDOMEIN TOEPASSINGSDOMEIN NORMATIEVE REFERENTIES VERLICHTINGSTOESTELLEN LED-LICHTBRONNEN VOORSCHAKELAPPARAAT LED (DRIVER) FOTOMETRIE MATERIALEN CORROSIE ELEKTRISCHE, MECHANISCHE, KLIMATOLOGISCHE EN ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT PROEVEN KWALITEITSSYSTEMEN ANDERE DEFINITIES TYPE INDELING VAN DE VERLICHTINGSTOESTELLEN MARKERING VERLICHTINGSTOESTEL Bekabelingschema Bijkomende markering LED-VOORSCHAKELAPPARAAT (DRIVER) LED-MODULE VEREISTEN VOOR LED-VERLICHTINGSTOESTELLEN ALGEMEEN OPBOUW VAN HET VERLICHTINGSTOESTEL Lichaam van het verlichtingstoestel Warmtehuishouding van het verlichtingstoestel Bevestiging van het verlichtingstoestel Ruimte met hulpapparatuur en hun bedrading C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 2 van 50

3 8.2.5 Optisch compartiment (voorzien van een eventueel regelbaar optisch systeem) Reflector Afschermkap, lichtkap en lenzen Vervanging van de afschermkappen Afdichting tegen stof en water BESCHERMING TEGEN MECHANISCHE SPANNINGSCONCENTRATIES BESCHERMING TEGEN CORROSIE Verlichtingstoestellen met normale verflaag Verlichtingstoestellen met dubbele verflaag Aluminium onderdelen zonder verflaag Andere onderdelen GEBRUIK SCHOKBESTENDIGHEID (IK) BESCHERMING TEGEN STOF EN VOCHT WEERSTAND TEGEN WINDBELASTING WEERSTAND TEGEN TRILLINGEN ISOLATIEWEERSTAND EN ELEKTRISCHE STERKTE VEROUDERING EN OPWARMINGSPROEF WEERSTAND TEGEN HITTE, BRAND EN KRUIPSTROMEN ELEKTRISCHE ISOLATIE Elektrische isolatie classe Bescherming tegen elektrische schokken KRUIPAFSTAND EN LUCHTWEGEN AARDING BEDRADING KLEMMENBLOKKEN EN STEKKERS Net aansluiting via een loskoppelbare klemmenblok Net aansluiting via een scheidingsonderbreker FOTOMETRIE Lichtstroom en systeem efficiëntie van het verlichtingstoestel Verdeling van de lichtintensiteit Photobiological safety Lichtstroom Beperking van verblinding en beperking van lichthinder LEVENSDUUR Lichtstroom behoudsfactor (Lumen Maintenance)...33 C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 3 van 50

4 Progressieve degradatie van de lichtstroom (Parametric Failure) Abrupte degradatie van de lichtstroom (Abrupt Failure) Levensduur: Schakelproef van de elektrische voeding Levensduur: versnelde verouderingsproef LED-HULPTOESTEL (DRIVER) VEREISTEN VOOR BESCHERMING TEGEN OVERSPANNING BOUWTECHNISCHE EISEN OM HET ONDERHOUD VAN LED-VERLICHTINGSTOESTELLEN TE VERGEMAKKELIJKEN VERLICHTINGSTOESTEL TYPE 1: VERLICHTINGSTOESTEL TYPE VERLICHTINGSTOESTEL TYPE VERLICHTINGSTOESTEL TYPE PROEVEN EN METINGEN PROEF OP MECHANISCHE STERKTE PROEF BESCHERMINGSGRADEN IP WEERSTAND TEGEN WINDBELASTING TRILLINGSPROEF Proef 1: mechanische resonantiefrequentie bepaling Proef 2: proef rond de mechanische resonantiefrequentie PROEF VEROUDERING EN OPWARMING WEERSTANDSPROEVEN TEGEN WARMTE, VUUR EN LEKSTROMEN PROEF OP DE WEERSTAND VAN DE ISOLATIE EN DE DIËLECTRISCHE WEERSTAND METINGEN VAN KRUIPTRAJECTEN EN LUCHTAFSTANDEN AARDINGSAANSLUITING PROEVEN OP KLEMMENBLOKKEN EN STEKKERS PROEVEN OP WEERSTAND TEGEN CORROSIE Uitwendige onderdelen Inwendige onderdelen Kunststoffen aan de buitenkant van het verlichtingstoestel VERSNELDE LEVENSDUURTEST SCHAKELPROEF METING SPECTRUM FOTOBIOLOGISCHE VEILIGHEIDSPROEVEN METING LICHTVERDELING VAN HET VOLLEDIG VERLICHTINGSTOESTEL...46 C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 4 van 50

5 12.17 METING TOTAAL SYSTEEMVERMOGEN EN HARMONISCHE FOTOMETRISCHE EN ELEKTRISCHE METINGEN IN GEVAL VAN DIMMING TECHNISCH DOSSIER DOSSIER VAN HET VERLICHTINGSTOESTEL Verklaring of documenten van de fabrikant (indien van toepassing) Verslagen afkomstig van een door Synergrid aanvaarde laboratorium ELEKTRONISCHE BESTANDEN Lichtsterktewaarden GETUIGENMONSTER AANGIFTEVERPLICHTINGEN...50 C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 5 van 50

6 1. Introductie Specificatie SYNERGRID C4 / 11-3 omvat de vereisten van toepassing op verlichtingstoestellen uitgerust met led-technologie. Deze specificatie omvat de: Inhoud van het technisch dossier die bij aanvraag tot keuring moet aangeleverd worden Specifieke technische vereisten Vereiste proeven en proefmodaliteiten De volledige procedure voor het verkrijgen van een gelijkvormigheidsattest wordt omschreven in de SYNERGRID publicatie C4 / 8 Verkrijgen van een gelijkvormigheidsattest of goedgekeurd forfait. ( 2. Gelijkvormigheidsattest SYNERGRID 2.1 Referentielijst Synergrid C4/11.3-A Synergrid publiceert een lijst met de toesteltypes die erkend worden als zijnde conform met de voorschriften van deze technische specificatie. Deze lijst is geldig voor een welbepaalde combinatie van armatuur, led-module, driver, enz. ( 2.2 Wijziging van een verlichtingstoestel Elke wijziging in de bouw van het verlichtingstoestel met gevolgen voor de fotometrische, elektrische, thermische of mechanische kenmerken van het toestel moet schriftelijk gemeld worden aan Synergrid. Op basis van het afgeleverde dossier en in functie van de voorgestelde wijzigingen, behoudt SYNERGRID zich het recht voor: van bijkomend onderzoek van het gewijzigde verlichtingstoestel; indien nodig om de lijst met goedgekeurde toestellen aan te passen.. C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 6 van 50

7 3. Toepassingsdomein 3.1 Toepassingsdomein Deze technische specificatie omvat de elektrische, mechanische- en onderhoudsvereisten voor verlichtingstoestellen, gebruikt voor openbare verlichting, uitgerust met led-technologie. Deze technische specificatie is niet van toepassing voor: grondspots en aanstralers; lichtbakens (Bollards) of een geheel mast/verlichtingstoestel kleiner dan 3 m; toestellen voor uitsluitend artistieke of architecturale doeleinden. Voor een geheel mast/verlichtingstoestel groter dan 3 meter zijn de vereisten van SYNERGRID s technische specificatie C4/12 Algemene technische specificatie 005 uitrustingen voor openbare verlichting voorschriften voor het leveren van lichtmasten eveneens van toepassing. C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 7 van 50

8 4. Normatieve Referenties Niet limitatieve lijst van de normatieve referenties. 4.1 Verlichtingstoestellen IEC IEC NBN EN NBN EN Luminaire performance - Part 1: General requirements Luminaire performance - Part 2-1: Particular requirements for LED luminaires Verlichtingsarmaturen - Deel 1: Algemene eisen en beproevingen Verlichtingsarmaturen - Deel 2-3: Bijzondere eisen - Armaturen voor weg- en straatverlichting 4.2 Led-lichtbronnen IEC NBN EN NBN EN IEC General lighting - Light emitting diode (LED) products and related equipment - Terms and definitions Bijzondere lamphouders - Deel 2-2: Bijzondere eisen - Connectoren voor led-modules Led-modules voor algemene verlichting - Veiligheidseisen LED modules voor algemene verlichting - Prestatie eisen. C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 8 van 50

9 4.3 Voorschakelapparaat LED (Driver) NBN EN NBN EN NBN EN NBN EN NBN EN NBN EN IEC serie Toebehoren voor lampen - Deel 1: Algemene en veiligheidseisen Toebehoren voor lampen - Deel 2-11: Bijzondere eisen voor diverse elektronische circuits die worden gebruikt in verlichtingsarmaturen Lampen - Deel 2-13: Bijzondere eisen voor d.c. of a.c. verstrekkende elektronische schakelaars voor led-modules Materieel voor algemene verlichtingsdoeleinden - EMC immuniteitseisen Digitale adresseerbare verlichtingsinterface - Deel 207: Bijzondere eisen voor regelaars - LES modules (toestel type 6) Elektronische spanningsregelaars voor led-modules - Gebruikseigenschappen Digital addressable lighting interface (DALI) 4.4 Fotometrie CIE 13.3 CIE 15.3 CIE 63 CIE 121 CIE 126 CIE DIS 025 IES LM IES LM NBN EN NBN EN pren NBN EN NBN EN Method of measuring and specifying colour rendering of light sources New edition (including Disk D008) Colorimetry, 3rd ed. The spectroradiometric measurement of light sources The photometry and goniophotometry of luminaires Guidelines for minimizing sky glow Test Method for LED Lamps, LED Luminaires and LED Modules Electrical and Photometric Measurements of Solid-State Lighting Products Measuring Lumen Maintenance of LED Light Sources Licht en verlichting - Meting en presentatie van fotometrische gegevens van lampen en armaturen - Deel 1: Meting en bestandformaat Licht en verlichting - Meting en presentatie van fotometrische gegevens van lampen en armaturen - Deel 2: Voorstelling van gegevens voor werkplekken binnen en buiten Light and lighting Measurement and presentation of photometric data Part 4: LED lamps, modules and luminaires Wegverlichting - Deel 2: Prestatie-eisen Wegverlichting - Deel 3: Prestatieberekening C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 9 van 50

10 4.5 Materialen NBN EN Corrosievaste staalsoorten Deel 1: Lijst van corrosievaste staalsoorten NBN EN Producten van metaal Soorten keuringsdocumenten NBN EN 515 Aluminium en aluminiumlegeringen Gewelde producten Aanduiding van de metallurgische toestanden NBN EN Aluminium en aluminiumlegeringen Chemische samenstelling en vorm van geknede producten Deel 1: Numeriek aanduidingsysteem NBN EN Aluminium en aluminiumlegeringen - Chemische samenstelling en vorm van geknede producten - Deel 1: Numeriek aanduidingssysteem NBN EN ISO Kunststoffen - Symbolen en afkortingen - Deel 1: Basispolymeren en hun speciale eigenschappen (ISO :2001) = EN ISO :2001 NBN EN ISO , -2 et -3 Mechanische eigenschappen van bevestigingsartikelen van corrosievast staal 4.6 Corrosie NBN EN Aluminium en aluminiumlegeringen - Anodiseren Deel 18: Beoordelingssysteem voor de bepaling van de putcorrosie - Methode met kaarten NBN EN Aluminium en aluminiumlegeringen - Anodiseren Deel 19: Beoordelingssysteem voor putcorrosie - Methode met raster NBN EN Aluminium en aluminiumlegeringen - Anodiseren - Deel 4: Schatting van het verlies aan absorberend vermogen van anodisch aangebrachte oxidelagen na afsluiting door kleurvlekproef met voorafgaand een zuurbehandeling NBN EN Aluminium en aluminiumlegeringen - Anodiseren Deel 5: Beoordeling van de kwaliteit van gesloten, anodisch aangebrachte oxidelagen door het meten van de admittantie NBN EN Aluminium en aluminiumlegeringen - Anodiseren - Deel 9: Meting van de slijtweerstand en het slijtgetal van anodisch aangebrachte oxidelagen met een slijtproef met gebruik van een beproevingsapparaat met een slijpwiel C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 10 van 50

11 NBN EN 515 Aluminium en aluminiumlegeringen Gewelde producten Aanduiding van de metallurgische toestanden NBN EN ISO Kunststoffen - Symbolen en afkortingen - Deel 1: Basispolymeren en hun speciale eigenschappen (ISO :2001) = EN ISO :2001 NBN EN ISO Verven en vernissen - Corrosiebescherming van staalconstructies door beschermende verfsystemen - Deel 2 : Indeling van de omgevingsomstandigheden (ISO :1998) NBN EN ISO 1461 Door thermisch verzinken aangebrachte deklagen op ijzeren en stalen voorwerpen - Specificaties NBN EN ISO 1513 Verf en vernis - Onderzoek en voorbereiding van monsters voor verdere beproevingen NBN EN ISO 1514 Verven en vernissen Standaardproefpanelen NBN EN ISO 2360 Niet-geleidende deklagen op niet-magnetische elektrisch geleidende basismaterialen - Meting van de laagdikte - Pulsgevoelige wervelstroommethode NBN EN ISO 2409 Verf en vernis - Ruitjesproef NBN EN ISO 2808 Verven en vernissen - Bepaling van de filmdikte NBN EN ISO 2815 Verven en vernissen - Bepaling van de weerstand tegen indringen volgens Buchholz NBN EN ISO 3668 Verven en vernissen - Visuele vergelijking van de kleur van verven NBN EN ISO Verven en vernissen - Beoordeling van de kwaliteitsafbraak van verflagen - Aanduiding van de hoeveelheid en omvang van gebreken en van de intensiteit van uniforme veranderingen in uitzicht - Deel 2: Beoordeling van de mate van blaarvorming NBN EN ISO Verven en vernissen - Beoordeling van de kwaliteitsafbraak van verflagen - Aanduiding van de hoeveelheid en omvang van gebreken en van de intensiteit van uniforme veranderingen in uitzicht Deel 3: Beoordeling van de mate van roestvorming NBN EN ISO Verven en vernissen - Beoordeling van de kwaliteitsafbraak van verflagen - Aanduiding van de hoeveelheid en omvang van gebreken en van de intensiteit van uniforme veranderingen in uitzicht - Deel 8: Beoordeling van de mate van delaminatie en corrosie rond een kras C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 11 van 50

12 NBN EN ISO 9227 Specifications Qualanod Specifications Qualicoat Corrosion tests in artificial atmospheres - Salt spray tests (vroegere NBN EN ISO 7253 geïntegreerd) Quality Label for Anodic Oxide Coatings on Wrought Aluminium for Architectural Purposes Quality Label for Coating on Metal for Architectural Applications 4.7 Elektrische, mechanische, klimatologische en elektromagnetische compatibiliteit proeven EN EN EN EN NBN C (EN 60529) NBN EN (EN 62262) NBN EN NBN EN NBN EN NBN EN Klimatologische en mechanische beproevingsmethoden voor elektronische producten - Deel 2-6: Beproevingen - Proef Fc: Trilling (sinusvormig) Klimatologische en mechanische beproevingsmethoden voor elektrotechnische producten - Deel 2-14: Beproevingen - Proef N: Verandering van temperatuur Klimatologische en mechanische beproevingsmethoden voor elektrotechnische producten - Deel 2-27: Beproevingen - Proef Ea met leidraad: Schokken Klimatologische en mechanische beproevingsmethoden voor elektrotechnische producten - Deel 2-78: Beproevingen - Proef Cab: Vochtige warmte, stationaire toestand Beschermingsgraden gegeven door de omhulsels (IP-code) Beschermingsgraden van omhulsels van elektrisch materieel tegen uitwendige mechanische stoten (IK-codering) Methode voor het meten van het totaal toegevoerde vermogen aan circuits tussen voorschakelapparaat en lamp Grenswaarden en meetmethoden van radiostoringskenmerken van elektrische verlichting en soortgelijke apparatuur Materieel voor algemene verlichtingsdoeleinden - EMC immuniteitseisen Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) - Deel 3-2: Limietwaarden - Limietwaarden voor de emissie van harmonische stromen (ingangsstroom van de toestellen 16 A per fase) C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 12 van 50

13 NBN EN NBN EN NBN EN NBN EN NBN EN NBN EN Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) - Deel 3-3: Limietwaarden voor spanningswisselingen, spanningsschommelingen en flikkering in openbare laagspanningsnetten voor apparatuur met een ingangsstroom < of = 16 A per fase en zonder voorwaardelijke aansluiting Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) - Deel 4-1: Beproevingen en meettechnieken - Overzicht van IEC reeks Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) - Deel 4-4: Beproevingen en meettechnieken - Snelle elektrische transiënten en lawines - Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) - Deel 4: Beproevingen en meettechnieken - Sectie 5: Stootspanningen - Immuniteitsproef Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) - Deel 4-6: Beproevingen en meettechnieken - Immuniteit voor geleide storingen, veroorzaakt door radiofrequente velden Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) - Deel 4-11: Beproevingen en meettechnieken - Immuniteitsproeven voor kortstondige spanningsdalingen en -onderbrekingen en spanningsvariaties 4.8 Kwaliteitssystemen NBN EN ISO 9001 NBN EN ISO/IEC Kwaliteitsmanagementsystemen Eisen Algemene eisen voor de competentie van beproevings- en kalibratielaboratoria 4.9 Andere ARAB Codex AREI DIN NBN EN NBN EN NBN EN IEC/TR Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming Codex voor het welzijn op het werk Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties Dreikantschrauben Spanningskarakteristieken in openbare elektriciteitsnetten Grenswaarden en meetmethoden van radiostoringskenmerken van elektrische verlichting en soortgelijke apparatuur Fotobiologische veiligheid van lampen en lampsystemen Application of IEC for the assessment of blue light hazard to light sources and luminaires C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 13 van 50

14 VDE 0628 CE aanduiding Directive 2002/95/CE Directive 2002/96/CE Steckverbinder für Nennspannungen bis AC 380 V mit Nennstrom von 16 A Conform aan het Koninklijk Besluit van 23/03/1977 (Belgisch Staatsblad van 31/03/1977) aangaande het op de markt brengen van elektrisch materieel en zijn toevoegingen Directive on the restriction of the use of certain hazardous substances in electrical and electronic equipment (RoHS) Directive on waste electrical and electronic equipment (WEEE) C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 14 van 50

15 5. Definities Voor de toepassing van dit document, in aanvulling op de termen en definities van de geldende normen, zijn de hieronder volgende definities van toepassing. Afschermkap: Bevestigingsstuk: Bollards: DFF Familie van ledverlichtingstoestellen: Gereedschap: Standaard gereedschap Gedeelte van het verlichtingstoestel dat zorgt voor de afscherming van de lichtbron(nen) en andere componenten tegen regen, wind, zon, stof, rook en corrosieve atmosfeer. Noodzakelijk hulpstuk voor de bevestiging van het verlichtingstoestel. Het bevestigingsstuk kan afzonderlijk zijn, of geïntegreerd in het verlichtingstoestel Lichtpaaltjes Downward Flux Fraction Verhouding van de lichtstroom uitgestraald in de onderhemisfeer en de totale uitgestraalde lichtstroom door het verlichtingstoestel (bovenhemisfeer + onderhemisfeer). Groep verlichtingstoestellen met hetzelfde design kenmerken, gedefinieerd door gemeenschappelijke kenmerken voor materialen, componenten en / of de wijze van verwerking en warmtebeheer. De varianten in dezelfde familie kunnen verschillen vanuit het oogpunt van: - aantal leds; - stuurstroom leds; - kleurtemperatuur; - fotometrie (uitstraling lichtintensiteit); - de led-apparatuur. Schroevendraaiers van volgend type: Standaard Pozidrive Philips Torx Gereedschap: Niet standaard gereedschap Led-voorschakelapparaat LED (Driver): Inbussleutels Ringsteeksleutels Ieder ander gereedschap dan de standaard gereedschappen hierboven gedefinieerd Element ingevoegd tussen de elektrische voeding (230 VAC) en één of meer led-modules, ontworpen om de led-modules te C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 15 van 50

16 Hulpapparatuur: Led-module: Lens: Lichaam: Lichtkap: Montageplaat: Optisch compartiment: Optisch systeem: Projectoren: Reflector: Refractor: voorzien van hun nominale stromen. Geheel van elektrische of elektronische componenten aanwezig in het verlichtingstoestel. (Voorbeeld: ledvoorschakelapparaat, zekeringen, bescherming tegen overspanning,...) Lichtbron zonder fitting, met één of meerdere ingekapselde leds op een printplaat, en mogelijk een of meerdere van de volgende onderdelen: elektrische interfaces en apparaten, optieken, mechanische en thermische beschermingen. Transparant voorwerp om lichtstralen te convergeren of divergeren Draagstructuur van het verlichtingstoestel die het mogelijk maakt het verlichtingstoestel te bevestigen op een lichtmast of een opzetstuk. Dit gedeelte beweegt niet gedurende onderhoud- of herstellingswerkzaamheden. Gewoonlijk zijn op het lichaam een afschermkap en een lichtkap bevestigd. Gedeelte van het verlichtingstoestel dat licht doorlaat en dat mogelijk eveneens de bescherming van de lichtbronnen en andere componenten verzekert. Deze term omvat de diffusers, optische panelen en gelijksoortige elementen voor controle van het licht. Bevestigingsplaat voorzien van de elektrische componenten noodzakelijk voor de correcte werking van de lichtbron. Ruimte in het verlichtingstoestel dat de lichtbron, lichtkap en eventuele reflector omvat. Lichtbron in combinatie met spiegel, reflector, refractor of lenzen. Verlichtingstoestel typisch bedoeld voor het aanstralen van gebouwen en monumenten. Bepaalt hoe het licht van de lichtbron via een spiegel in de ruimte wordt verdeeld Lichtkap met structuur C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 16 van 50

17 Temperatuur ta Temperatuur tc Températuur tp Temperatuur tq UFF Nominale temperatuur, aangegeven door de fabrikant, als zijnde de hoogste omgevingstemperatuur dat het toestel kan ondergaan bij werking onder normale omstandigheden. Hoogste toegestane temperatuur die zich kunnen voordoen op de buitenkant van de LED-module (op de aangegeven positie, indien gemarkeerd) onder normale bedrijfsomstandigheden en bij de nominale spanning / stroom / vermogen of het maximum van de nominale spanning / stroom / vermogensbereik Températuur op punt tp, gerelateerd aan de performantie van de led-module Hoogste omgevingstemperatuur rond het verlichtingstoestel, gerelateerd aan de nominale werking van het verlichtingstoestel bij normale bedrijfsomstandigheden, door de fabrikant of de verantwoordelijke leverancier aangegeven. Upward Flux Fraction Verhouding van de lichtstroom uitgestraald in de bovenhemisfeer en de totale uitgestraalde lichtstroom door het verlichtingstoestel (bovenhemisfeer + onderhemisfeer). Deze parameter kwantificeert de rechtsreeks naar de bovenhemisfeer uitgestraalde lichtstroom, dit wil zeggen naar de hemel, voor een bepaalde hellingshoek. Het laat eveneens toe de lichthinder beperking van het toestel te evalueren. C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 17 van 50

18 6. Type indeling van de verlichtingstoestellen Verlichtingstoestel type 1 Verlichtingstoestel type 2 Verlichtingstoestel type 3 Verlichtingstoestel type 4 (fit and forget) Verlichtingstoestel waarbij het vervangen van led-module en led-voorschakelapparatuur ter plaatse mogelijk is (= ter hoogte van het verlichtingstoestel). Verlichtingstoestel waarbij het vervangen van hulpapparatuur ter plaatse mogelijk is (= ter hoogte van het verlichtingstoestel). Verlichtingssystemen, waarmee de vervanging van led-module en hulptoestellen een wegnemen van het toestel vereist. De vervanging kan echter worden uitgevoerd door een technicus of in de vrachtwagen, of in de werkplaats zonder enig gebruik van enig specifieke apparatuur, onder normale werkomstandigheden (zoals anti elektrostatische apparatuur). Armatuur die niet kan hersteld worden en permanent vervangen word in geval van defect C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 18 van 50

19 7. Markering 7.1 Verlichtingstoestel De definities en vereisten betreffende aanduidingen van de geldende normen NBN EN section 3 and NBN EN section 3.5 evenals de hieronder weergegeven voorschriften zijn van toepassing Bekabelingschema Het bekabelingschema van de verschillende elektrische componenten dient op duurzame, onvergankelijke, onuitwisbare en duidelijk leesbare wijze op het verlichtingstoestel aangebracht te zijn (eventueel op de componenten) en dient tijdens het onderhoud leesbaar te zijn. Dit schema dient identiek te zijn voor alle geleverde verlichtingstoestellen van hetzelfde model Bijkomende markering De leverancier dient een duurzame, onvergankelijke, onuitwisbare en duidelijk leesbare markering aan te brengen die zichtbaar is tijdens onderhoud. Elke afwijking dient vooraf goedgekeurd te zijn door Synergrid. De markering moet volgende elementen omvatten: naam van de fabrikant; fabricatie code: de fabricatiedatum (jaar en maand) of gelijkwaardig en het serienummer type van het verlichtingstoestel; het goedkeuringsnummer afgeleverd door Synergrid; nominale ingangsspanning (of range) in Volt; nominale voedingsstroom (of range) in Ampère; totaal systeem vermogen (of range); lichtstroom uitgestraald door het verlichtingstoestel bij een omgevingstemperatuur van 25 C; Stuurstroom leds in ma; kleurtemperatuur en kleurweergave-index; informatie betreffende de technologie van het besturingssysteem van de dimming (indien van toepassing); CE markering en, indien van toepassing, het ENEC keurmerk. Bovendien zullen bij het verlichtingstoestel de montage- en onderhoudsvoorschriften in het Nederlands en Frans toegevoegd worden. C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 19 van 50

20 Daarenboven moet de fabrikant het type protocol vermelden dat gebruikt werd voor de dimmingsbediening (voorbeeld: signaal 0-10V, DALI, ) evenals de prestaties (totaal vermogen en lichtstroom) tijdens de dimming. De gemeten prestaties mogen maximaal een afwijking van 10% vertonen met de aangekondigde waarden. 7.2 Led-voorschakelapparaat (driver) Op het led-voorschakelapparaat (driver) dient op duurzame, onvergankelijke, onuitwisbare en duidelijk leesbare wijze, bijkomend aan norm IEC62384, de hierna volgende informatie weergegeven: naam van de fabrikant; type driver; fabricatie datum (deze markering dient jaar en maand of gelijkwaardig te bevatten); nominale spanning in Volt; nominale stuurstroom of range in Ampère; nominaal vermogen of range in Watt; CE markering en, indien van toepassing, het ENEC keurmerk; minimale en maximale omgevingstemperaturen; positie aanduiding van het t c punt en maximale toegelaten waarde. 7.3 Led-module De led-module(s) moeten op eenduidige en duidelijke wijze identificeerbaar zijn. De markering van de LED-modules moeten voldoen aan eisen van de IEC en IEC De markering van LED-modules zal minimaal volgende gegevens omvatten: Naam van de fabrikant; referentie van de module aangegeven door de fabrikant; positie van het punt t c ; indien verschillend van punt t c punt, positie van t p punt; C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 20 van 50

21 8. Vereisten voor led-verlichtingstoestellen. 8.1 Algemeen Het verlichtingstoestel moet voldoen aan de vereisten van de normen: NBN EN NBN EN IEC IEC De elektrische verbindingen moeten, in alle omstandigheden, een zuiver en permanent elektrisch contact garanderen. Het gewicht van een verlichtingstoestel (inclusief hulpapparatuur) mag niet hoger zijn dan 25 kg. De goede werking van de voorschakelapparatuur dient gewaarborgd bij een netspanning van 230 V - 50 Hz, conform aan de norm NBN EN Bij buitentemperaturen begrepen tussen -20 C en 35 C blijft de goede werking van het verlichtingstoestel verzekerd. Een vochtige en/of stoffige omgeving wordt niet als abnormale uitbatingomstandigheid beschouwd. Kunststoffen onderdelen moeten voor de buitenatmosfeer (regen, zon ) geschikt zijn 8.2 Opbouw van het verlichtingstoestel. Het verlichtingstoestel omvat mogelijk volgende bestanddelen: een lichaam; een bevestigingsstuk; een ruimte met complete hulpapparatuur en bedrading; een eenvoudig demonteerbare montageplaat met componenten (optioneel); een optisch compartiment of optisch systeem; een reflector (optioneel); afschermkap, lichtkap en/of lenzen; een afdichting tegen stof en water. C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 21 van 50

22 8.2.1 Lichaam van het verlichtingstoestel. Het lichaam bevat alle bestandsdelen die zich normaal in het verlichtingstoestel bevinden zoals lichtbronhouders, optisch systeem, bevestigingselementen van de afschermkap, hulpapparatuur, koelsystemen, enz. Aan de binnenkant mag het voorzien zijn van de nodige ribben om deze elementen te kunnen monteren. Teneinde de warmtehuishouding van het led-verlichtingstoestel te garanderen is het zodanig geconstrueerd dat overvloedige ophoping van vuil en vogeluitwerpselen vermeden word Warmtehuishouding van het verlichtingstoestel Teneinde de werking en levensduur van de led-lichtbronnen te verzekeren is het toestel ontworpen om de warmtehuishouding van het toestel te garanderen. Hierbij is het gebruik van dynamische hulpmiddelen, bijvoorbeeld ingebouwde ventilatoren, niet toegelaten Bevestiging van het verlichtingstoestel. Het bevestigen van het verlichtingstoestel mag geen schade veroorzaken (vb.: het boren van bijkomende openingen) aan de lichtmast, arm of verlichtingstoestel. Het bevestigingstuk dient op het uiteinde van de lichtmast, de uithouder of de muursteun te worden bevestigd met behulp van meerdere corrosiebestendige bouten (het gebruik van bouten uit synthetisch materiaal is niet toegestaan) of met een systeem dat dezelfde veiligheidswaarborgen van bevestiging verzekert. Dit bevestigingsstuk moet beletten dat het verlichtingstoestel gaat kantelen of om het uiteinde van de steun gaat draaien. Het bestaan van minstens drie steunzones beantwoord de facto aan deze vereiste. Dit systeem mag niet worden beïnvloed door externe belastingen zoals wind, trillingen veroorzaakt door druk verkeer en normale handelingen tijdens onderhoudswerken. Naleving van deze vereiste wordt gecontroleerd door uitvoeren van de in 8.9Error! Reference source not found. beschreven proef. Het bevestigingssysteem van het verlichtingstoestel dient verwijderbaar te zijn van zijn steun, zodat een beschadigd verlichtingstoestel gemakkelijk kan worden vervangen. Het toestel moet bevestigd kunnen worden op het paaleindstuk zoals beschreven in SYNERGRID's technische specificatie C4/12 "Algemene technische specificatie 005 uitrustingen voor openbare verlichting voorschriften voor het leveren van lichtmasten". Ter informatie: Buitendiameter d = 60 mm; Lengte l = 100 mm. C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 22 van 50

23 Indien gebruik wordt gemaakt van een aanpassingsstuk, dienen alle gevraagde proeven en testen te gebeuren met dit aanpassingsstuk (windtunnelproef, trillingsproef, corrosiebescherming, IP- en IK-proeven,...) Indien de insteeklengte in het toestel kleiner is dan de gevraagde 100 mm, kan de opdrachtgever vragen een sierring van zelfde kleur als het toestel te voorzien. Opgelet: bij bepaalde verlichtingstoestellen die hangend opgesteld worden, gebruikt men in- of uitwendige gasdraad zoals beschreven in SYNERGRID s technische specificatie C4/12 Algemene technische specificatie 005 uitrustingen voor openbare verlichting voorschriften voor het leveren van lichtmasten Ruimte met hulpapparatuur en hun bedrading. Deze ruimte moet groot genoeg zijn om de hulpapparatuur te kunnen vervangen. Deze ruimte moet in alle omstandigheden rechtstreeks en gemakkelijk toegankelijk zijn, zonder dat daartoe enig niet-standaard gereedschap moet worden gebruikt Optisch compartiment (voorzien van een eventueel regelbaar optisch systeem). De led-bronnen, lenzen en reflectoren moeten ingebouwd zijn in een optisch compartiment afgesloten door een lichtkap of beschermingsglas, Gebruik van vloeibare thermische pasta om de afkoeling te verbeteren is niet toegelaten. De correcte plaatsing van de lichtbron in het optische compartiment dient in elk geval verzekerd te zijn. Alle vereiste schikkingen dienen te worden getroffen opdat de lichtbron stevig kan worden vastgezet. De lichtbron mag niet loskomen van haar steun door trillingen (cf. trillingsproef 8.9). Indien het optische systeem regelbaar is, dient het voorzien te zijn van merktekens en in iedere overeenkomstige stand geblokkeerd te kunnen worden, dit zowel voor lichtbronvoet als reflector Reflector Indien er een reflector in het verlichtingstoestel aanwezig is, dient deze stevig genoeg te zijn zodat elke vervorming uitgesloten is en dient deze op een betrouwbare wijze op de juiste plaats bevestigd te zijn (cf. trillingsproef 8.9 ) C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 23 van 50

24 8.2.7 Afschermkap, lichtkap en lenzen. Indien het verlichtingstoestel een afschermkap en/of een lichtkap en/of lenzen bevat, moeten de volgende vereisten gerespecteerd worden Vereisten. Afschermkappen, lichtkappen en lenzen uit thermoplastisch materiaal mogen na de duurzaamheidproef beschreven in paragraaf 12.3 van de norm NBN EN geen vervorming, verweking, verkleuring of materiaalaantasting vertonen. Bovendien dient bovenvermelde proef te worden uitgevoerd met de lichtbron die voor het desbetreffende toesteltype het hoogste vermogen bezit. Voor de lichtkap dienen de initiële optische karakteristieken ook na verloop van tijd behouden te blijven. Daarvoor dient de lichtkap en/of lenzen aan de buitenkant zo ontworpen te zijn dat mogelijke vervuiling tot een minimum beperkt wordt (stof, spinnenwebben ). Indien de afscherm- of lichtkap dient geopend en gesloten te worden, moet dit zonder de hulp van een speciaal gereedschap mogelijk zijn. Bij gebruik van een refractor en/of lenzen moet de correcte positionering verzekerd zijn Bevestiging Het bevestigingssysteem van de afscherm- en lichtkap mag maximum 8 punten omvatten waarvan de onderdelen onverliesbaar moeten zijn. Tevens mag voor het openen van deze kappen slechts één en hetzelfde standaard gereedschap gebruikt worden. In geopende stand moet de afscherm- en lichtkap door middel van een passende en stevige inrichting aan het lichaam op een efficiënte en duurzame manier bevestigd blijven. Toch dienen deze vervangbaar te zijn. Een metalen draad of ketting beantwoordt hieraan, op voorwaarde dat ieder toevallig contact van deze draad met de onder spanning staande delen onmogelijk is. Een verbinding in een synthetische stof beantwoordt aan deze vereisten indien: het materiaal geen veroudering vertoont; ze bij, een toevallig contact met de hulpapparatuur of met de lichtbron, aan hun hoge temperatuur weerstaat. Deze vereiste is niet van toepassing voor beschermende kappen die de hulptoestellen en/of led - modules ondersteunen. C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 24 van 50

25 Sluitingsmechanisme. Het sluitingsmechanisme van afscherm- en lichtkap is ontwikkeld voor herhaald gebruik. Sluitingsmechanismen uit synthetisch materiaal zijn uitgesloten. Bevestigingsstukken van clipsen en scharnieren mogen uit kunststof vervaardigd worden voor zover ze één geheel in de massa uitmaken met het lichaam, de lichtkap en/of de afschermkap. De afscherm- en lichtkappen kunnen tijdens het sluiten precies en gemakkelijk weer op het lichaam geplaatst worden Vervanging van de afschermkappen Een beschadigde afschermkap moet met standaard gereedschap kunnen worden vervangen zonder dat hiervoor het verlichtingstoestel volledig uit elkaar dient te worden genomen Afdichting tegen stof en water. De kwaliteit van de dichtingen zijn van dien aard dat de IP beschermingsgraden in de tijd verzekerd blijven. De dichtingen dienen vervaardigd te zijn uit synthetisch materiaal, bestand tegen veroudering en thermische en mechanische invloeden (blijvende vervormingen worden niet aanvaard) evenals tegen externe invloeden waaraan het verlichtingstoestel wordt blootgesteld. Natuurlijk rubber en niet synthetisch vilt zijn uitgesloten. De dichtingen dienen constructief zodanig beschermd te zijn dat ze geen enkele ontwaarding kunnen vertonen, veroorzaakt door onderhoudswerken. Hun oorspronkelijke plaatsing dient ten alle tijden gewaarborgd te worden, geen enkele degradatie mag voorkomen, ondanks de handelingen die het verlichtingstoestel dient te ondergaan (openen, sluiten, schoonmaken, enz.). 8.3 Bescherming tegen mechanische spanningsconcentraties. De nodige schikkingen worden genomen om mechanische spanningsconcentraties of kerfslagwerking uit te sluiten, bv. door plotse sectieverandering te vermijden. 8.4 Bescherming tegen corrosie Het verlichtingstoestel dient beschermd te zijn tegen corrosie rekening houdend met de specifieke eisen voor de weerstand tegen corrosie volgens NBN EN en de hierna volgende punten. C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 25 van 50

26 De bestanddelen vervaardigd uit aluminium of een metaallegering moeten een samenstelling hebben die ze vrijwel immuun maakt voor corrosie. Alle bouten, schroeven, moeren, clipsen en scharnieren, dienen uitgevoerd te zijn in een corrosiebestendig metaal. Er dient ook rekening gehouden te worden bij de assemblage, van de verschillende combinaties van materialen, om indien nodig een aangepaste bescherming aan te brengen om corrosie tegen te gaan (passiveren, verzinken, ) tevens dienen de nodige voorzorgsmaatregelen te worden getroffen om elk schadelijk galvanisch koppel tussen verschillende metalen te voorkomen. Het aanbrengen van een verflaag op aluminium dient te gebeuren volgens vergelijkbare specificaties van Qualicoat (Quality Label for Coating on Metal for Architectural Applications) Verlichtingstoestellen met normale verflaag Alle verlichtingstoestellen met normale verflaag zijn geschikt voor klimatologische omstandigheden categorie C3 (matig) volgens NBN EN (binnenstedelijk en industriële omgeving, matige verontreiniging door zwavelhoudende neerslag en kuststroken met geringe zoutbelasting). De oppervlaktelaag heeft een duurzaamheid hoog volgens NBN EN (onderhoud na 15 jaar). Bij poedercoating met exopy is de gemiddelde laagdikte van minimum 60 μm en een lokaal laagdikte van minimum 48 μm is op om het even welke plaats vereist Verlichtingstoestellen met dubbele verflaag Alle verlichtingstoestellen met dubbele verflaag zijn geschikt voor klimatologische omstandigheden categorie C4 (hoog) volgens NBN EN (binnenstedelijk en industriële omgeving, matige verontreiniging door zwavelhoudende neerslag en kuststroken met geringe zoutbelasting). De oppervlaktelaag heeft een duurzaamheid middel volgens NBN EN (onderhoud tussen 5 en 15 jaar). Bij poedercoating met exopy is de gemiddelde laagdikte van minimum 100 μm en een lokale laagdikte van minimum 96 μm is op om het even welke plaats vereist. C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 26 van 50

27 8.4.3 Aluminium onderdelen zonder verflaag Aluminium onderdelen aan de buitenkant die geen verflaag hebben dienen geanodiseerd te worden. De anodisatie dient te gebeuren volgens vergelijkbare specificaties van Qualanod (Quality Label for Anodic Oxide Coatings on Wrought Aluminium for Architectural Purposes). Een certificatie volgens Qualanod heeft de voorkeur Andere onderdelen Clipsen en scharnieren moeten uit een corrosie bestendig metaal zijn vervaardigd. Bouten, schroeven en moeren zijn vervaardigd uit gepassiveerd roestvrij staal (NBN EN ISO 2516) bestand tegen zoutomgeving volgens NBN EN ISO , -2 en -3 (bijvoorbeeld X5CrNiMo , AISI 316, A4-70). Sluitingsmechanismen zijn vervaardigd uit een combinatie (om contactcorrosie of koudlassen te voorkomen) van thermisch verzinkt staal en gepassiveerd roestvrij staal (NBN EN ISO 2516), bestand tegen zoutomgeving (bijvoorbeeld: X5CrNiMo , AISI 316 of A4-70) of X2CrNiMo (AISI 316L) volgens NBN EN Kunststoffen onderdelen moeten voor buitenlucht (regen, zon, ) geschikt zijn. 8.5 Gebruik De verlichtingstoestellen moeten overeenkomstig zijn aan de vereisten van de normen NBN EN en NBN EN : voorzien zijn voor normaal gebruik; ontworpen zijn voor onontvlambare oppervlakken. 8.6 Schokbestendigheid (IK) De verlichtingstoestellen dienen een beschermingsgraad minimum IK08 volgens de norm NBN EN te hebben. Voor glazen lichtkappen: is minimum IK06 vereist; Een proef volgens NBN EN vereist. C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 27 van 50

28 8.7 Bescherming tegen stof en vocht De beschikkingen van de norm NBN EN en NBN EN zijn van toepassing. De minimale beschermingsgraad bedraagt: IP65 voor het compartiment dat de voorschakelapparatuur bevat; IP65 voor het optische compartiment. 8.8 Weerstand tegen windbelasting Indien het verlichtingstoestel, met uitzondering van de lichtkap, delen uit synthetisch materiaal omvat (bv. afsluitkap) moet het verlichtingstoestel aan volgende proef onderworpen worden: Het verlichtingstoestel, dat onder de normale gebruiksvoorwaarden is bevestigd, moet bestand zijn tegen een winddruk die overeenstemt met een windsnelheid van 150 km/h ( 41,66 m/s). Een proefverslag van de test in windtunnel, uitgevoerd volgens de in 12.3 beschreven proef moet aangeleverd worden. Indien er zich op het veld incidenten voordoen met verlichtingstoestellen (waarbij behuizing niet uit kunststof bestaat), ten gevolge van wind, zullen deze van de Synergrid C4/11-3-lijst worden gehaald. De betrokken toestellen moeten een windtunnelproef ondergaan en na positieve resultaten kunnen deze weer actief geplaatst worden op de Synergrid C4/11-3-lijst. 8.9 Weerstand tegen trillingen Een proefverslag, van een gespecialiseerd laboratorium, uitgevoerd volgens de in 12.4 beschreven proef moet aangeleverd worden Isolatieweerstand en elektrische sterkte De beschikkingen van de norm NBN EN en NBN EN zijn van toepassing. C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 28 van 50

29 8.11 Veroudering en opwarmingsproef De beschikkingen van de normen: NBN EN NBN EN IEC IEC zijn van toepassing. De waarde t q van het verlichtingstoestel is minimaal 25 C. De temperatuur van de aanraakbare onbeschermde delen van het verlichtingstoestel mag niet hoger zijn dan 80 C voor glas en 65 C voor metaal. De meetresultaten van deze proeven moeten deel uitmaken van het technische dossier, beschreven in 13 aan te leveren aan Synergrid Weerstand tegen hitte, brand en kruipstromen De beschikkingen van de norm NBN EN en NBN EN zijn van toepassing Elektrische isolatie De beschikkingen van de norm NBN EN en NBN EN zijn van toepassing Elektrische isolatie classe De led-verlichtingstoestellen dienen tot één van volgende elektrische klassen te behoren: klasse I; klasse II Bescherming tegen elektrische schokken De beschikkingen van de norm NBN EN en NBN EN zijn van toepassing. De bescherming (IP2X) tegen elektrische schokken van alle hulpapparatuur en van elk onderdeel dat normaal onder spanning staat, inclusief de aansluitklemmen, is bouwtechnisch verzekerd. Zij mag niet verzekerd zijn door de mantel van het verlichtingstoestel en niet gewijzigd worden na het openen of verwijderen van afschermkappen nodig voor het normale onderhoud van het verlichtingstoestel. C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 29 van 50

30 8.14 Kruipafstand en luchtwegen De beschikkingen van de norm NBN EN en NBN EN zijn van toepassing Aarding De beschikkingen van de norm NBN EN en NBN EN zijn van toepassing. Metalen delen van klasse I verlichtingstoestellen die in het geval van een isolatiefout van de aansluitbedrading actief kunnen worden moet permanent en betrouwbaar worden aangesloten in een aardklem Bedrading De beschikkingen van de norm NBN EN en NBN EN zijn van toepassing. De bekabeling: Is geschikt voor de gebruikelijke werkspanning en stroomsterkte en is bestand tegen rechtstreekse externe invloeden: specifieke mechanische en thermische belastingen, UVstraling; mag in geen enkel geval geklemd raken tussen bewegende onderdelen. De aansluitingen moeten gebeuren via klemmenblokken met schroef- of drukcontacten of onuitwisselbare stekkers. De voedingskabel wordt aan het verlichtingstoestel bevestigd door middel van een kabelklem met klemontlasting of een wartel met klemontlasting Klemmenblokken en stekkers De beschikkingen van de norm NBN EN en NBN EN en 15 zijn van toepassing. Bij een omgevingstemperatuur van 25 C en onder nominale spanning mag de temperatuur van de geïsoleerde delen op alle klemmenblokken of stekkers van het verlichtingstoestel, niet meer bedragen dan 100 C. Bij overschrijding dient de fabrikant het bewijs te leveren van de hogere thermische weerstand van de gebruikte materialen. C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 30 van 50

31 Aansluiting op het voedingsnet moet plaatsvinden via een loskoppelbare klemmenblok ; Of een scheidingsonderbreker die bij het openen van het verlichtingstoestel de netspanning onderbreekt. De contacten van de stekker zijn vervaardigd uit messing. De stekkerverbinding is zo gebouwd dat een verwisselen van de polen door verkeerd verbinden verhinderd wordt Net aansluiting via een loskoppelbare klemmenblok Deze aansluitingsklemmenblok moet: voorzien zijn van aanduidingen voor nul-, fasegeleider en aarding; zo uitgevoerd zijn dat het aardcontact als eerste contact maakt bij het verbinden en als laatste wordt verbroken bij het ontkoppelen; geschikt zijn voor: stroomsterkte: 16 A - spanning: 250 V Net aansluiting via een scheidingsonderbreker Deze aansluitingsklemmenblok moet: voorzien zijn van aanduidingen voor nul-, fasegeleider en aarding; zo uitgevoerd zijn dat het aardcontact als eerste contact maakt bij het verbinden en als laatste wordt verbroken bij het ontkoppelen; geschikt zijn voor: stroomsterkte: 16 A - spanning: 250 V Fotometrie Lichtstroom en systeem efficiëntie van het verlichtingstoestel De initiële lichtstroom (lm) en de systeem efficiëntie (lm/w) van het verlichtingstoestel opgemeten bij een omgevingstemperatuur van 25 C ± 1 C, in een laboratorium met NBN EN ISO accreditatie voor het desbetreffende domein, mogen niet lager zijn dan 90% van de door de fabrikant aangekondigde waarde Verdeling van de lichtintensiteit De lichtintensiteit uitgestraald door het led-verlichtingstoestel in verschillende richtingen wordt gemeten met behulp van een goniophotometer in een NBN EN ISO geaccrediteerd laboratorium voor het toepassingsdomein. C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 31 van 50

32 Alle fotometrische gegevens moeten worden opgegeven voor het led-verlichtingstoestel functionerend bij een omgevingstemperatuur van 25 C ± 1 C. De te meten C-vlakken en γ-hoeken worden gedetailleerd door de CIE 34. De verdeling van de lichtintensiteit moeten conform zijn aan deze aangegeven door de fabrikant Chromaticity De gemeten initiële (0 h) lichtkleur coördinaten van het verlichtingstoestel bij een omgevingstemperatuur van 25 C ± 1 C moet zich bevinden in het CIE diagram (u,v ) met een maximale afwijking van 0,005 ten opzichte van de waarde vermeld door de fabrikant. De lichtkleur coördinaten van het verlichtingstoestel na een periode van 25% van de levensduur, met een maximum van h, moet zich bevinden in het CIE diagram (u,v ) met een maximale afwijking van 0,010 ten opzichte van de initiële waarde vermeld door de fabrikant. Een verlichtingstoestel is niet conform indien aan deze voorwaarden niet voldaan is Kleurtemperatuur (CCT) De gemeten kleurtemperatuur van het verlichtingstoestel bij een omgevingstemperatuur van 25 C ± 1 C, mag maximaal 10 % afwijken van de door de fabrikant aangekondigde waarde. De kleurtemperatuur na een periode van 25% van de levensduur, met een maximum van h, mag maximaal 10 % verschillen van de waarde, aangegeven door de fabrikant. Een verlichtingstoestel voldoet niet aan de vereisten indien aan deze voorwaarde niet voldaan is Kleurweergave index (IRC) Het toegelaten verschil tussen de gemeten initiële kleurweergave (0 h) bij een omgevingstemperatuur van 25 C ± 1 C mag niet meer dan 3 punten afwijken, ten opzichte van de waarde, aangegeven door de fabrikant. Het toegelaten verschil tussen de initiële kleurweergave (0 h) en deze na een periode van 25% van de levensduur, met een maximum van h, mag maximum 5 punten bedragen ten opzichte van de waarde aangegeven door de fabrikant. Een verlichtingstoestel voldoet niet aan de vereisten indien aan deze voorwaarde niet voldaan is. C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 32 van 50

33 Photobiological safety De armatuur wordt ingedeeld volgens norm IEC in Risk Groep 0 of 1 (RG0 of RG1) voor het risico "Blauw licht" gemeten op een afstand van 200 mm Lichtstroom De waarden DFF en UFF volgens CIE 121 moeten aangeduid worden in de meet verslagen Beperking van verblinding en beperking van lichthinder Voor alle verlichtingstoestellen moet Klasse G worden opgegeven voor 0 hellingshoek volgens norm NBN EN Levensduur Lichtstroom behoudsfactor (Lumen Maintenance) De lichtstroom van het toestel moet minimum 90% van de initiële waarde bedragen, na 25 %van de levensduur, met een maximum van h (Lichtstroom behoudsfactor Code 9 volgens IEC en ) Progressieve degradatie van de lichtstroom (Parametric Failure) De nuttige levensduur L 80 B 10 van het verlichtingstoestel (zoals gedefinieerd in norm IEC 62717) bedraagt minimum uur. Dit betekent dat na uren werking, maximaal 10% (B 10 ) van een populatie led-verlichtingstoestellen, van eenzelfde familie, niet slaagden (van uit parametrsich standpunt) 80% (L 80 ) van de initiële lichtstroom te behouden. Deze waarden moeten aangegeven worden voor een omgevingstemperatuur 25 C ± 1 C (t q = 25 C). Bovendien kan de fabrikant, ter informatie, deze waarden voor verschillende t q omgevingstemperaturen aangeven Abrupte degradatie van de lichtstroom (Abrupt Failure) De tijd tot abrupte degradatie C 10 van het toestel (zoals gedefinieerd in IEC bedraagt minimaal uur. Dit betekent dat na uur werking maximaal 10% (C 10 ) van een populatie van led-verlichtingstoestellen, van eenzelfde familie led-verlichtingstoestellen, niet slaagden een lichtstroom uit te stralen (volledig defect van het verlichtingstoestel). Deze waarden moeten aangegeven worden voor een omgevingstemperatuur 25 C ± 1 C (t q = 25 C). Bovendien kan de fabrikant, ter informatie, deze waarden voor verschillende t q omgevingstemperaturen aangeven. C4_11_3_N_v201503_LedToestellen.docx copyright SYNERGRID 2015 pagina 33 van 50