training: Plancyclus: sport- en spelactiviteiten begeleiden op de groep

Transcriptie

1 training: Plancyclus: sport- en spelactiviteiten begeleiden op de groep

2 >Inhoud > Over deze training 3 > Methodisch werken 8 > Doelstellingen 11 > Kinder-/jongerenparticipatie 14 > Activiteitenplan 18 > Het aanleren van sport- en spelactiviteiten 21 > De uitvoering 23 > Evalueren 25 > Theoriebron 1: Methodisch werken 27 > Theoriebron 2: Doelgroepanalyse 29 > Theoriebron 3: Kinder- en jongerenparticipatie 31 > Theoriebron 4: Sport en spel 33 > Theoriebron 5: Het aanleren van sport- en spelactiviteiten 35 > Theoriebron 6: Evaluatie 37 > Werkmodel: Activiteitenplan 38 > Werkmodel: Proces- en productevaluatie 40 > Beoordeling 42 Colofon Uitgeverij Edu Actief b.v. Meppel Postbus KB Meppel Tel.: Fax: info@edu-actief.nl Internet: Liesbeth Urbach-Bakker en ROC Mondriaan Plancyclus: sport- en spelactiviteiten begeleiden op de groep Auteurs Titel Vormgeving Binnenwerk: DBD design/ruurd de Boer, omslag: Tekst in Beeld/Hubi de Gast ISBN Copyright 2011 Uitgeverij Edu Actief b.v. Eerste druk/tweede oplage Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.

3 >Over deze training Het begeleiden van activiteiten doe je niet zomaar. Je wilt graag dat de kinderen/jongeren met wie je werkt het naar hun zin hebben en dat je hen kunt helpen. Je hebt bepaalde doelen die je wilt bereiken. Een goed gekozen activiteit kan je helpen om deze doelen te behalen. Tijdens deze training oefen je in het methodisch denken en handelen. Door middel van opdrachten en oefeningen krijg je inzicht in de plancyclus van het begeleiden van activiteiten voor verschillende doelgroepen. Doelstellingen Je kunt verwoorden wat methodisch werken inhoudt en hierbij kenmerken van methodisch werken noemen. Je kunt een omschrijving geven van de doelgroep. Je kunt doelstellingen SMART formuleren bij de gekozen doelgroep. Je weet wat het begrip kinderparticipatie betekent. Je weet wat het doel en het resultaat van kinderparticipatie zijn. Je kunt werkvormen kiezen met betrekking tot kinderparticipatie. Je kunt een werkvorm uitvoeren met betrekking tot kinderparticipatie. Je kunt activiteiten kiezen die aansluiten bij de ontwikkeling, de interesses en het dagritme van jongeren. Je kunt een activiteitenprogramma opzetten voor een dagplanning, een jaarplanning of in combinatie met andere activiteiten. Je kunt een activiteitenprogramma opzetten dat aansluit bij het beleidsplan van de organisatie. Je kunt individuele activiteiten en groepsactiviteiten bedenken en aanbieden. Je kunt onderscheid maken tussen sport- en spelactiviteiten. Je kunt bewegingsspelen aanleren aan een door jou gekozen doelgroep. Je kunt geplande activiteiten uitwerken in een activiteitenplan. Je kunt een activiteitenplan uitvoeren. Je kunt een activiteitenplan evalueren en bijstellen. Je kunt feedback geven en ontvangen. Uitgeverij Edu Actief b.v. 3

4 Je toekomstige collega: Naam: Leeftijd: Werkzaam als: Medewerkers: Soort werkzaamheden: Belangrijkste tool in zijn werk: Uitdaging in zijn werk: Grootste moeilijkheid: Wat er moet veranderen: Grootste blunder: Waaraan wil je werken: Bart de Boer 27 jaar Pedagogisch werker, woonbegeleider jeugd in een residentiële instelling. Acht collega s op de woongroep. Het begeleiden van jongeren bij de inrichting van hun dagelijks leven: vrije tijd, onderwijs, werk en relaties. Humor. De jongeren structuur en eigenwaarde bijbrengen, zodat ze in staat zijn om zelfstandig te gaan wonen. Geduld opbrengen. Beter aansluiten bij de behoefte van de jongeren op de groep. Op vrijdagavond een spelletjesavond organiseren tijdens de finale van X Factor. Ik heb toen maar alleen een spelletje Yahtzee gespeeld. Ik wil meer in gesprek gaan met de jongeren en niet zelf voor de groep bepalen wat leuk is. Beoordeling Je oefent tijdens de training veel. In welke mate je vooruit bent gegaan en hoe je meer inzicht hebt verworven in de theorie en de praktijk, wordt als volgt beoordeeld: je actieve deelname tijdens de lessen een persoonlijk verslag: het trainingslogboek een reflectie volgens de STARR-methode van de training een demonstratie van je begeleidingsvaardigheden. Persoonlijk verslag Het persoonlijk verslag inleveren voor: In het persoonlijk verslag houd je bij wat je gedaan hebt en wat je geleerd hebt. Het persoonlijk verslag bestaat uit een trainingslogboek en een reflectie volgens de STARRmethode. Het trainingslogboek bestaat uit een schrift of een snelhechter waar je notities in bewaart. Voor elke opdracht of oefening noteer je de antwoorden op de vragen. Na elke oefening leg je ook de reflectie vast op papier. Het trainingslogboek werk je netjes uit. De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de training. Je kiest, met behulp van je trainingslogboek, een aantal voor jou belangrijke opdrachten en oefeningen uit. Deze opdrachten of oefeningen verwerk je in een STARR. Hieronder staat de opzet van een STARR. 4 Plancyclus: sport- en spelactiviteiten begeleiden op de groep

5 Situatie en Taak Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken. Demonstratie: activiteitenprogramma Deze demonstratie doe je op: Aan het eind van deze training heb je een activiteitenprogramma sport en spel gemaakt voor woongroep Lely en voer je een zelfgekozen sport- of spelactiviteit uit met de jongeren van deze woongroep. Je verantwoordt de gemaakte keuzes met betrekking tot het activiteitenprogramma in een presentatie aan de lesgroep. Bij het geven van de demonstratie houd je rekening met de volgende punten: 1. Casus In deze demonstratie staat de casus van woongroep Lely centraal. Bart de Boer werkt als pedagogisch werker/woonbegeleider jeugd in een residentiële instelling. Deze instelling werkt vanuit een holistische visie. Bart werkt op de woongroep Lely. Deze groep bestaat uit drie jongens en drie meisjes in de leeftijd van 13 tot en met 15 jaar. Woongroep Lely is een behandelgroep waarbij gewerkt wordt met het sociale competentiemodel. De jongeren zitten in fase 2 of 3. Fase 1 = wennen en kennismaken Fase 2 = werken aan doelen en bijsturen Fase 3 = werken aan doelen en coachen Fase 4 = nazorg. Roos (13 jaar) heeft gescheiden ouders en kan zich slecht concentreren. Door de vele verhuizingen van pleeggezin naar pleeggezin heeft Roos een leerachterstand opgelopen. Ze functioneert verstandelijk op het niveau van een kind van 10 jaar, maar is lichamelijk al een echte vrouw. Ze heeft erg veel belangstelling voor de jongens op de groep. Roos wil graag zelf bepalen wat ze doet, ze heeft moeite met gezag. Fase 2 Laura (15 jaar) was betrokken bij een straatbende in Rotterdam. Laura is uit huis geplaatst en woont sinds drie maanden op de groep. Ze zit nu in de derde klas van het vmbo, theoretische leerweg. Laura wil graag naar het CIOS als ze haar diploma heeft gehaald. Laura is zeer zelfstandig, ze bemiddelt tussen mensen die ruzie hebben. Fase 2 Aisha (14 jaar) is zwaar mishandeld door haar vader. Aisha wantrouwt alle mannen in haar omgeving, is erg gesloten en is moeilijk te bereiken. Aisha volgt onderwijs binnen de instelling. Aisha heeft veel moeite met lezen en schrijven. Ze wil graag later met kleine kinderen werken. Aisha is erg teruggetrokken, wil het liefst op haar kamer blijven. Fase 3 Uitgeverij Edu Actief b.v. 5

6 Tom (14 jaar) is erg agressief, druk en bewegelijk. Tom wil graag vrachtwagenchauffeur worden, zodat hij wat van de wereld kan zien. Tom verdient al zelfstandig geld, hij geeft dit vooral uit aan sigaretten en beltegoed. Fase 3 Nick (15 jaar) is een rustige, knappe jongen. Hij is zeer geliefd bij de meisjes, maar erg ongrijpbaar voor de leiding. Nick gaat zijn eigen gang, trekt zich weinig van de anderen aan. Overleggen met Nick is moeilijk voor de leiding omdat hij zelf niet aangeeft wat hij wil en kan. Fase 2 Kevin (15 jaar) zijn ouders zijn verstandelijk beperkt en niet in staat om voor hem te zorgen. Kevin is verschillende keren opgepakt voor diefstal en verkoop van de gestolen goederen. Kevin onderhandelt graag over alles wat hij moet en wil op de groep. Kevin is dyslectisch, met zijn grote mond verbloemt hij dit. Fase 3 Op de laatste vrijdagmiddag van elke maand organiseerde de instelling gezamenlijke sport- en spelactiviteiten. In de winter vonden deze plaats in de sporthal op het terrein, bij mooi weer buiten. Voor deze activiteiten was steeds minder belangstelling. Nu heeft de leiding besloten dat op elke groep door de eigen begeleiders een programma moet worden opgesteld in samenwerking met de jongeren. De centrale activiteiten zullen daardoor niet meer worden georganiseerd. 2. Bijzonderheden In groepjes van vier stellen jullie een activiteitenprogramma voor drie maanden samen voor de sport- en spelmiddagen voor de jongeren van woongroep Lely. Het samenstellen van deze sport- en spelactiviteiten doe je samen met de jongeren. Hun mening is erg belangrijk voor het slagen van deze activiteiten. De activiteiten moeten aansluiten bij de begeleidingsdoelen van de jongeren. Jullie kiezen één sport- of spelactiviteit uit het totale activiteitenprogramma en bereiden deze voor. Aan het eind van deze training voeren jullie deze activiteit uit; de activiteit mag maximaal tien minuten duren. Enkele medestudenten vertegenwoordigen de jongeren van woongroep Lely aan de hand van kenmerken die jij beschreven hebt. Na afloop van deze activiteit leg je in een presentatie de lesgroep uit hoe het sport- en spelactiviteitenprogramma voor de komende drie maanden eruitziet, waarom jullie voor deze activiteiten hebben gekozen, welke doelen jullie willen bereiken en waarom jullie vinden dat deze sport- en spelactiviteiten geschikt zijn voor deze doelgroep. 3. Voorbereiding Voordat je de te organiseren sport- en spelactiviteiten kiest, moet je bepalen welke doelen je hiermee wilt behalen. Deze doelstellingen moeten aansluiten bij de visie van de instellingen en de behoeften van de jongeren. Bestudeer de bovenstaande casus. Betrek de jongeren bij het op te stellen activiteitenprogramma. Bepaal de doelen. Maak een activiteitenprogramma voor de sport- en spelmiddag. Maak een activiteitenprogramma voor drie maanden. Maak een voorstel voor een jaarplanning. Kies één activiteit. Bereid de presentatie voor. 4. Uitvoering De sport- en spelmiddag wordt georganiseerd voor de woongroep van Bart. Hier wonen drie jongens en drie meisjes in de leeftijd van 13 tot en met 15 jaar. Voer de gekozen activiteit (maximaal tien minuten) uit met deze jongeren (medestudenten). Presenteer het activiteitenprogramma op een originele wijze aan de groep. Verantwoord de gekozen activiteit en doelstellingen. 6 Plancyclus: sport- en spelactiviteiten begeleiden op de groep

7 5. Beoordeling De punten waarop je tijdens je demonstratie wordt beoordeeld, kun je achter in dit boek vinden. Taal Taal Taal Taal Neem deze training door en onderstreep de woorden die je niet kent. Neem deze woorden over in je woordenlijst en zet de betekenis erbij. Nieuwe onbekende woorden die je tegenkomt tijdens deze training, voeg je toe aan de woordenlijst. Na afloop van de training neem je dit overzicht op in je taalportfolio. Werkmodel: Woordenlijst op Uitgeverij Edu Actief b.v. 7

8 >Methodisch werken Doelstellingen Je kunt verwoorden wat methodisch werken inhoudt. Je kunt de kenmerken van de cyclus van methodisch werken noemen. Je kunt de cyclus van methodisch werken toepassen op een te ontwikkelen sport- en spelactiviteitenprogramma voor kinderen/jongeren in een residentiële instelling. Je kunt een doelgroepanalyse maken. 1. Opdracht: Opfrissen Beschrijf in het kort hoe je deze training, die jij gaat uitvoeren, kunt plaatsen in de cyclus van methodisch werken. Maak hiervoor gebruik van het werkmodel Cyclus van Methodisch Werken. Lees theoriebron 1 Methodisch werken door. Beschrijf je eigen beginsituatie. Beschrijf je persoonlijke doelen voor deze training tot de uitvoering van de demonstratie. Beschrijf op welke wijze je gaat evalueren. 2. Oefening: De instelling, het vertrekpunt Theoriebron 1: Methodisch werken Werkmodel: Cyclus van Methodisch Werken op Woongroep Lely is onderdeel van een residentiële instelling. Het soort instelling zegt al heel veel over de beginsituatie en begeleidingsbehoefte van de doelgroep. De instelling is dus het vertrekpunt voor de beginsituatie. Voorbereiding Je hebt een A4-papier nodig om aantekeningen te kunnen maken. Computer met internet. Uitvoering Bekijk de filmpjes over Het Poortje, een jeugdinrichting in de provincie Groningen. Ga naar klik op nieuws, vervolgens klik je op Pers en publicaties en klik op Filmpjes/reportage. Bespreek met elkaar wat je opvalt bij het bekijken van de filmpjes van Het Poortje. Geef een korte beschrijving van de doelgroep van Het Poortje. Beschrijf waarmee je rekening zou moeten houden wanneer je met deze jongeren sport- en spelactiviteiten gaat organiseren. Welke doelen komen naar voren in de filmpjes? Maak een onderscheid tussen algemene doelen van de instelling en specifieke doelen bij de verschillende activiteiten. Zie voor meer informatie Controle Is het gelukt om de filmpjes te bekijken? Is het gelukt om verschillende doelen te herkennen in de activiteiten die Het Poortje onderneemt met en voor zijn doelgroep? Reflectie Ben je in staat om de beginsituatie vast te stellen? Zo ja, waaruit blijkt dat? Zo nee, hoe komt dit en wat zou anders moeten? Beschrijf het proces en jouw ervaringen in je trainingslogboek. 8 Plancyclus: sport- en spelactiviteiten begeleiden op de groep

9 3. Opdracht: Beginnen met sporten Als je begint met iets nieuws, wil je dat wat je doet aansluit bij de wensen en mogelijkheden van de doelgroep waarvoor je werkt. Dit geldt ook als je gaat starten met het aanbieden van sport- en spelactiviteiten. Bedenk vijf specifieke vragen die je zou willen stellen om de beginsituatie van een cliënt of groep cliënten in kaart te brengen met betrekking tot sport Bedenk vijf specifieke vragen die je zou willen stellen om de beginsituatie van een cliënt of een groep cliënten in kaart te brengen met betrekking tot spel Bespreek jouw vragen met een medeleerling en bespreek waarom het belangrijk is dat je de antwoorden op deze vragen weet. Uitgeverij Edu Actief b.v. 9

10 4. Oefening: Doelgroepanalyse De beginsituatie zegt veel over de begeleidingsbehoefte van de jongeren voor wie je activiteiten gaat organiseren. Als je niet goed helder hebt wat de beginsituatie van je doelgroep is, ben je ook niet in staat om de juiste doelen te formuleren. Je bent net begonnen bij de woongroep Lely. De groep bestaat uit drie jongens en drie meisjes in de leeftijd van 13 tot en met 15 jaar. Je hebt inmiddels kennisgemaakt met deze jongeren. Van deze groep ga je een doelgroepanalyse maken. Voorbereiding Je hebt per deelnemer een A4-papier nodig waarop je alle informatie kunt verzamelen. Uitvoering Lees theoriebron 2 Doelgroepanalyse door. Maak een doelgroepanalyse. Beschrijf per deelnemer welke behoeften, interesses, wensen en verwachtingen die persoon kan hebben als je sport- en spelactiviteiten voor diegene gaat organiseren. Theoriebron 2: Doelgroepanalyse Controle Heb je een goed beeld gekregen van de jongeren? Ben je in staat om verschillende sport- en spelactiviteiten te bedenken die aansluiten bij de interesses en mogelijkheden van de doelgroep? Reflectie In hoeverre ben je tevreden over jouw eigen inbreng tijdens deze oefening? Beschrijf het proces en jouw ervaringen in je trainingslogboek. 10 Plancyclus: sport- en spelactiviteiten begeleiden op de groep

11 >Theoriebron 1: Methodisch werken Cyclus van methodisch werken Om de activiteiten en de begeleiding goed te laten verlopen, gebruiken we de cyclus van methodisch werken. 1. Beginsituatie Wie betreft het, wat zijn de gegevens van deze cliënt/dit kind, hoe zijn de leefomstandigheden? Je benoemt in deze eerste fase ook het probleem of de behoefte van de cliënt. Waarom is het nodig een activiteit voor hem te organiseren? Wat wil je daarmee bereiken? Wil de cliënt zelf dat er iets verandert? 2. Doelstellingen Nadat je de beginsituatie goed in beeld hebt gebracht en weet wat de behoefte van je cliënt/doelgroep is, ga je nadenken over de doelstellingen. Deze schrijf je op volgens de SMART-formulering. Daarmee kun je nauwkeurig omschrijven wat het doel is van de activiteit die jij gaat vormgeven. SMART staat voor Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden. De doelstellingen die je formuleert, sluiten aan bij de visie van de instelling. De doelen bepaal je aan de hand van de wensen van de jongere. Van belang is om deze wensen eerst in kaart te brengen. Vanuit dit perspectief wordt bepaald welke doelen geformuleerd kunnen worden. De doelen worden opgesplitst in een hoofddoelstelling en werkdoelstellingen. Het hoofddoel wordt geformuleerd vanuit het perspectief van de jongere. Omdat het perspectief vaak algemeen is, zal een concreet hoofddoel opgesteld moeten worden. Uitgeverij Edu Actief b.v. 27

12 Meetbaar Hoeveel gaan we doen? Hoe kunnen we dat meten? Er moet een systeem, methode of procedure zijn om te kunnen bepalen in welke mate het doel op een bepaald moment is bereikt. Wat is er af als het af is? Acceptabel Is er draagvlak voor wat we doen? Is het in overeenstemming met het beleid en de doelstellingen van de organisatie? Is de cliënt bereid zich te verbinden aan de doelstelling? Realistisch Is het doel haalbaar? Is er een uitvoerbaar plan met aanvaardbare inspanningen? Een doelstelling kan onrealistisch zijn als die op een te laag niveau in de organisatie wordt gelegd. Bijvoorbeeld: cliënten moeten binnen een halfjaar afkicken is geen goede doelstelling voor de afdeling. Tijdsgebonden Wanneer beginnen we met de activiteiten? Wanneer zijn we klaar? Wanneer is het doel bereikt? Een SMART-doelstelling heeft een duidelijke startdatum en einddatum. Vooral kortetermijndoelen moeten SMART zijn. Bij langetermijndoelen is dat niet altijd mogelijk. 3. Voorbereiding Nu weet je wat je wilt bereiken. De volgende stap is bedenken hoe je deze doelen gaat verwezenlijken. Je moet misschien bijvoorbeeld andere collega s inlichten, bepaalde spullen organiseren en voor geld zorgen. Dit regel je allemaal in deze fase. Je stelt een activiteitenplan op. 4. Uitvoeren Ben je goed voorbereid, dan kun je de activiteit uitvoeren: natuurlijk heb je met de deelnemer(s)/het kind duidelijke afspraken gemaakt over de tijd en de plaats. En ook zijn de opvoeders op de hoogte en heb je alle benodigde afspraken en spullen goed geregeld. Je gaat aan de slag, maar niet zomaar; je hebt over de uitvoering nagedacht. 5. Evalueren En dan bereik je uiteindelijk het moment waarop je kunt zeggen: Het is gebeurd, we hebben de activiteit achter de rug. Je bent dan tevreden of niet helemaal tevreden. Je gaat het proces en het product evalueren. Procesevaluatie beschrijft de manier waarop het project gerealiseerd is, hoe afspraken zijn gemaakt, hoe de samenwerking was enzovoort. Product- of effectevaluatie beschrijft in welke mate de doelen bij de doelgroep zijn bereikt. 28 Plancyclus: sport- en spelactiviteiten begeleiden op de groep

13 >Werkmodel: Activiteitenplan Om een activiteit voor te bereiden, kun je dit werkmodel gebruiken. Het bestaat uit een toelichting en een invultabel. Beginsituatie Doelgroepanalyse Wat is de leeftijd en sekse van de doelgroep? Wat zijn de bijzonderheden van de doelgroep? Wat is het aantal deelnemers aan de activiteiten en wat is de gemiddelde leeftijd? Wat is het niveau van de doelgroep? Wat zijn de mogelijkheden en waar ligt hun belangstelling? Reden Welk probleem wil je oplossen? Wat is de aanleiding voor deze activiteit? Randvoorwaarden Wat zijn de voorwaarden? Waar haal je bijvoorbeeld materialen en hoe zit het met de veiligheid? Wat is het beleid van de instelling (bijvoorbeeld regels voor kleding, eten/drinken, opruimen)? Doel Wat wil je bereiken? Vaststellen van het doel met behulp van ontwikkelingsaspecten: motorische aspecten, bijvoorbeeld de fijne motoriek ontwikkelen (knippen, plakken) cognitieve aspecten, bijvoorbeeld spelregels onthouden, nieuwe technieken leren sociaal-emotionele aspecten, bijvoorbeeld leren samenwerken, rekening houden met anderen, opruimen. Voorbereiding Beschrijving activiteit Welke activiteit ga je doen? Hoe gaat de activiteit verlopen (volgorde, spelregels enzovoort)? Plannen Wanneer vinden de activiteiten plaats (dag en tijdsduur)? Wat zijn de kosten? Welke accommodatie, materialen en hulpmiddelen heb je nodig? Hoe ga je begeleiden en hoe is de taakverdeling? Uitvoering Uitleg en presentatie Hoe ga je duidelijk maken wat moet gebeuren? Ga je de activiteit promoten? Hoe doe je dat? Uitvoering en begeleiding Wat doe je om de deelnemers goed te begeleiden, te motiveren en te stimuleren? Op welke manier kun je aandacht besteden aan het groepsproces tijdens de activiteit? Hoe begeleid je de deelnemers hierbij? 38 Plancyclus: sport- en spelactiviteiten begeleiden op de groep

14 Evaluatie Op welke manier evalueer je het proces en/of product tijdens de activiteit? Hoe ga je evalueren? Doe je dit bijvoorbeeld mondeling of via een formulier? Met wie evalueer je de activiteit? Hoe verliep het proces van het organiseren van activiteiten? Hoe is het product geworden en wat vinden jij en je doelgroep ervan? Hoe was je rol als begeleider? Welke leerpunten heb je nog na het voorbereiden van deze activiteit? Activiteit: Opsteller: Datum: Beginsituatie Doelgroepanalyse Reden Randvoorwaarden Doel Wat wil je bereiken? Ontwikkelingsaspecten Keuze activiteit Voorbereiding Beschrijving activiteit Plannen Uitvoering Uitleg en presentatie Uitvoering en begeleiding Evaluatie Hoe ga je evalueren? Procesvragen Productvragen Uitgeverij Edu Actief b.v. 39

15 > Beoordeling Naam deelnemer: Namen groepsgenoten: Groep: Docent: Blok/periode: Onderwerp: Onderdeel Criteria Voldoende Onvoldoende Actieve deelname Persoonlijk verslag De student was voldoende aanwezig. De student leverde een positieve bijdrage in zijn groepje. De student leverde een actieve bijdrage in de les. Persoonlijk verslag Het persoonlijk verslag bevat alle gevraagde onderdelen. Trainingslogboek Het trainingslogboek is goed bijgehouden. Het trainingslogboek is netjes en verzorgd. STARR Er is van meer opdrachten een reflectie volgens de STARR-methode gemaakt. De reflectie volgens de STARR-methode bevat de onderdelen situatie, taak, actie, resultaat en reflectie. De reflectie volgens de STARR-methode geeft aanleiding tot verbeterpunten. 42 Plancyclus: sport- en spelactiviteiten begeleiden op de groep

16 Onderdeel Criteria Voldoende Onvoldoende Demonstratie Mondeling en schriftelijk taalgebruik De student stelt een activiteitenprogramma op voor sport- en spelactiviteiten. De student verantwoordt de gemaakte keuzes voor het activiteitenprogramma. De student betrekt de mening van de doelgroep in de gemaakte keuzes. De student sluit aan bij de belevingswereld/niveau van de doelgroep. De student evalueert zijn eigen handelen. De student geeft blijk van voldoende theoretische achtergrond. Mondeling taalgebruik Schriftelijk taalgebruik De schriftelijke producten zijn in correct Nederlands geschreven Overig Eindbeoordeling Onvoldoende Voldoende Goed > Datum:... Paraaf docent: Paraaf deelnemer: Uitgeverij Edu Actief b.v. 43