ECLI:NL:RBDHA:2015:456
|
|
- Greta de Smet
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ECLI:NL:RBDHA:2015:456 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/ Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie Vrijspraak van mensenhandel en uitbuiting. Verdachte dreef verschillende ondernemingen in Nederland die zich toelegden op kleermaken, stomen van kleding en kledingreparatie. Hij zou twee Turkse mannen uitgebuit hebben. Verdachte heeft de twee mannen uit Turkije misleid door een hoger salaris voor te spiegelen dan ze uiteindelijk kregen. Ook dienden de twee mannen vaker over te werken dan was afgesproken. Hoewel de twee mannen de Nederlandse taal niet machtig waren, een schuld van ongeveer aan de verdachte hadden en woonruimte van hem huurden, verkeerden zij niet in een zodanige positie dat zij niet anders konden dan zich alles laten welgevallen. Zij werden op geen enkele wijze belemmerd in hun bewegingsvrijheid. Zo beschikten zij over hun identiteitspapieren en verbleven zij rechtsgeldig in Nederland. Daarnaast kregen de mannen in ieder geval substantiële bedragen betaald voor hun werkzaamheden. Na ongeveer een half jaar is een van de mannen een civiele procedure gestart tegen de verdachte om achterstallig loon uitbetaald te krijgen. De andere man kreeg per maand in ieder geval het minimumloon overgemaakt op zijn bankrekening. Uit het dossier blijkt weliswaar dat de verdachte zijn werknemers heeft misleid, maar blijkt onvoldoende dat verdachte misbruik heeft gemaakt van zijn positie ten opzichte van de twee mannen in die zin dat zij geen andere werkelijke of aanvaardbare keuze hadden dan het misbruik te ondergaan. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak Rechtbank DEN HAAG Strafrecht Meervoudige strafkamer Parketnummer: 09/ Datum uitspraak: 20 januari /13
2 Tegenspraak Verkort vonnis De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte: [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1964 te [geboorteplaats], BRP adres en verblijfadres: [adres]. De terechtzitting Het onderzoek is gehouden ter terechtzittingen van 2 mei 2014 (pro forma) en 6 januari 2015 (inhoudelijk). De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. M. Boekhoud, advocaat te Dordrecht, is ter terechtzitting verschenen en gehoord. De officier van justitie mr. C.E.J. Backer heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het bij dagvaarding onder 1. ten laste gelegde en tot bewezenverklaring van het bij dagvaarding onder 2. ten laste gelegde. De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van een jaar, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. De tenlastelegging Aan de verdachte is ten laste gelegd dat: [bedrijf 1] en/of (een) nevenvestiging(en) van [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2]B.V. en/of [bedrijf 3] B.V. en/of [bedrijf 4] [bedrijf 4] B.V. en/of [bedrijf 5] B.V. op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 september 2009 tot en met 20 maart 2012, te Alphen aan den Rijn en/of Utrecht en/of Schiedam en/of Amsterdam en/of (elders) in Nederland, 2/13
3 tezamen en in vereniging met een ander of anderen (rechtsperso(o)n(en)), althans alleen, (telkens) (een) ander(en), te weten één of meer Turkse onderda(a)n(en), (waaronder) [slachtoffer 1] (G/01 01) en/of [slachtoffer 2] (G/02 01) en/of (lid 1 onder sub 1) door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie van die ander(en), heeft/hebben geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die ander(en), en/of (lid 1 onder sub 4) met één of meer van de onder sub 1 genoemde middel(en), te weten door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie van die ander(en), heeft/hebben bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid dan wel onder de onder sub 1 genoemde omstandigheden enige handeling(en) heeft/hebben ondernomen waarvan genoemde rechtsperso(o)n(en)/of haar/hun mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die ander(en), zich daardoor beschikbaar stelde(n) tot het verrichten van arbeid, en/of (lid1 onder sub 6) opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de uitbuiting van die ander(en), waarbij (lid 1 onder sub 1 en/of sub 4) de misleiding en/of misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie van die ander(en) hieruit heeft/hebben bestaan dat: de arbeider(s)/werknemer(s) van Turkse afkomst was/waren en de Nederlandse taal onvoldoende machtig was/waren om voldoende voor zichzelf op te komen en/of om te begrijpen wat voor papieren hij/zij kre(e)g(en) voorgelegd om te 3/13
4 ondertekenen en/of de arbeider(s)/werknemer(s) lange werkdagen maakte(n) (vaak meer dan 40 uur per week) en/of hij/zij lange werkdagen maakte(n) omdat hij/zij nog salaris tegoed had(den) van genoemde rechtsperso(o)n(en) en/of haar/hun mededader(s) en/of de arbeider(s)/werknemer(s) een schuld had/hadden van (ongeveer) euro 3.000,00 en/of euro 4.000,00 bij genoemde rechtsperso(o)n(en) en/of haar/hun mededader(s) voor het regelen van de visa en/of reiskosten en/of hij/zij door het verrichten van arbeid voor genoemde rechtsperso(o)n(en) en/of haar/hun mededader(s) deze schuld moest(en) terugbetalen en/of deze schuld door het verrichten van arbeid werd verrekend met het salaris en/of de arbeider(s)/werknemer(s) in Turkije was verteld dat zij 8 uur per dag moest(en) werken en/of euro 13,00 uurloon zou(den) ontvangen en/of geen huur hoefde(n) te betalen en/of wanneer de arbeider(s)/werknemer(s) niet meer dan 8 uur per dag wilde(n) werken en/of niet in de avond en/of nacht wilde(n) werken hij/zij van genoemde rechtsperso(o)n(en) en/of haar/hun mededader(s) te horen kre(e)g(en) dat hij/zij kon(den) vertrekken en/of een lager uurloon zou(den) ontvangen en/of (lid 1 onder sub 1 en/of sub 4 en/of sub 6) dat werven en/of vervoeren en/of overbrengen en/of huisvesten en/of opnemen en/of dat bewegen van die ander(en) zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of het ondernemen van enige handeling onder de onder lid 1 onder sub 1 omschreven genoemde omstandigheden en/of die uitbuiting hieruit heeft bestaan dat genoemde rechtsperso(o)n(en) en/of haar/hun mededader(s) zelf in Turkije potentiële arbeider(s)/werknemer(s) benaderde(n) om te komen werken in Nederland en/of met de arbeider(s)/medewerker(s) naar het consulaat in Turkije is/zijn geweest om papieren te regelen en/of hoge schuld(en) creëerden bij de arbeider(s)/werknemer(s) zodat deze lange werkdagen moest(en) maken om de schuld af te lossen en/of de arbeider(s)/werknemer(s) per uur minder uitbetaalde(n) dan de euro 13,00 uurloon dat van te voren was afgesproken en/of minder uren uitbetaalde(n) dan er daadwerkelijk was/werd gewerkt en/of aan de arbeider(s)/werknemer(s) huur(gelden) verzocht(en) terwijl met de arbeider(s)/werknemer(s) was afgesproken dat hij/zij (in ieder geval) het eerste jaar geen huur hoefde(n) te betalen en/of de arbeider(s)/medewerker(s) huisvesten in bedrijfspanden en/of woningen van genoemde rechtsperso(o)n(en) en/of haar/hun mededader(s) en/of de arbeider(s)/werknemer(s) meer heeft laten werken dan de acht uur die van 4/13
5 te voren was afgesproken en/of in het geval dat de arbeider(s) en/of werknemer(s) niet meer dan 8 uur per dag wilde(n) werken en/of niet in de avond en/of nacht wilde(n) werken de desbetreffende arbeider(s)/werknemer(s) mededeelde(n) dat hij/zij kon(den)vertrekken en/of een lager uurloon zou(den) ontvangen en/of niet uit eigen beweging (een) salarisstro(o)k(en) verstrekte(n) en/of (lid 1 onder sub 6) dat opzettelijk voordeel trekken uit vooromschreven uitbuiting hieruit heeft bestaan dat genoemde rechtsperso(o)n(en) en/of haar/hun mededader(s) veel lagere loonkosten heeft/hebben gehad dan bij het tewerkstellen van Nederlandse werknemers en/of bij het tewerkstellen van werknemers volgens de Nederlandse wet en regelgeving inzake minimumloon en prestatieloon, tot welk(e) feit(en) hij verdachte, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opdracht heeft gegeven en/of aan welke verboden gedraging(en) hij verdachte, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen feitelijke leiding heeft gegeven; Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 september 2009 tot en met 20 maart 2012, te Alphen aan den Rijn en/of Utrecht en/of Schiedam en/of Amsterdam en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) (een) ander(en), te weten één of meer Turkse onderda(a)n(en), (waaronder) [slachtoffer 1] (G/01 01) en/of [slachtoffer 2] (G/02 01) en/of (lid 1 onder sub 1) door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie van die ander(en), heeft/hebben geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die ander(en), 5/13
6 en/of (lid 1 onder sub 4) met één of meer van de onder sub 1 genoemde middel(en), te weten door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie van die ander(en), heeft/hebben bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid dan wel onder de onder sub 1 genoemde omstandigheden enige handeling(en) heeft/hebben ondernomen waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die ander(en), zich daardoor beschikbaar stelde(n) tot het verrichten van arbeid en/of (lid1 onder sub 6) opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de uitbuiting van die ander(en), waarbij (lid 1 onder sub 1 en/of sub 4) de misleiding en/of misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie van die ander(en) hieruit heeft/hebben bestaan dat: de arbeider(s)/werknemer(s) van Turkse afkomst was/waren en de Nederlandse taal onvoldoende machtig was/waren om voldoende voor zichzelf op te komen en/of om te begrijpen wat voor papieren hij/zij kre(e)g(en) voorgelegd om te ondertekenen en/of de arbeider(s)/werknemer(s) lange werkdagen maakte(n) (vaak meer dan 40 uur per week) en/of hij/zij lange werkdagen maakte(n) omdat hij/zij nog salaris tegoed had(den) van verdachte en/of de arbeider(s)/werknemer(s) een schuld had/hadden van (ongeveer) euro 3.000,00 en/of euro 4.000,00 bij verdachte voor het regelen van de visa en/of reiskosten en/of hij/zij door het verrichten van arbeid voor verdachte deze schuld moest(en) terugbetalen en/of deze schuld door het verrichten van arbeid werd verrekend met het salaris en/of de arbeider(s)/werknemer(s) in Turkije was verteld dat zij 8 uur per dag moest(en) werken en/of euro 13,00 uurloon zou(den) ontvangen en/of geen huur hoefde(n) te betalen en/of wanneer de arbeider(s)/werknemer(s) niet meer dan 8 uur per dag wilde(n) werken en/of niet in de avond en/of nacht wilde(n) werken hij/zij van 6/13
7 verdachte te horen kre(e)g(en) dat hij/zij kon(den) vertrekken en/of een lager uurloon zou(den) ontvangen en/of (lid 1 onder sub 1 en/of sub 4 en/of sub 6) dat werven en/of vervoeren en/of overbrengen en/of huisvesten en/of opnemen en/of dat bewegen van die ander(en) zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of het ondernemen van enige handeling onder de onder lid 1 onder sub 1 omschreven genoemde omstandigheden en/of die uitbuiting hieruit heeft bestaan dat verdachte en/of zijn mededader(s) zelf in Turkije potentiële arbeider(s)/werknemer(s) benaderde(n) om te komen werken in Nederland en/of met de arbeider(s)/medewerker(s) naar het consulaat in Turkije is geweest om papieren te regelen en/of hoge schuld(en) creëerden bij de arbeider(s)/werknemer(s) zodat deze lange werkdagen moest(en) maken om de schuld af te lossen en/of de arbeider(s)/werknemer(s) per uur minder uitbetaalde(n) dan de euro 13,00 uurloon dat van te voren was afgesproken en/of minder uren uitbetaalde(n) dan er daadwerkelijk was/werd gewerkt en/of aan de arbeider(s)/werknemer(s) huur(gelden) verzocht(en) terwijl met de arbeider(s)/werknemer(s) was afgesproken dat hij/zij (in ieder geval) het eerste jaar geen huur hoefde(n) te betalen en/of de arbeider(s)/medewerker(s) huisvesten in bedrijfspanden en/of woningen van verdachte en/of de arbeider(s)/werknemer(s) meer heeft laten werken dan de acht uur die van te voren was afgesproken en/of in het geval dat de arbeider(s) en/of werknemer(s) niet meer dan 8 uur per dag wilde(n) werken en/of niet in de avond en/of nacht wilde(n) werken de desbetreffende arbeider(s)/werknemer(s) mededeelde(n) dat hij/zij kon(den)vertrekken en/of een lager uurloon zou(den) ontvangen en/of niet uit eigen beweging (een) salarisstro(o)k(en) verstrekte(n) en/of (lid 1 onder sub 6) dat opzettelijk voordeel trekken uit vooromschreven uitbuiting hieruit heeft bestaan dat verdachte en/of zijn mededader(s) veel lagere loonkosten heeft/hebben gehad dan bij het tewerkstellen van Nederlandse werknemers en/of bij het tewerkstellen van werknemers volgens de Nederlandse wet en regelgeving inzake minimumloon en prestatieloon; 7/13
8 Vrijspraak primair ten laste gelegde feit De rechtbank zal verdachte vrij spreken van het primair ten laste gelegde feit. Nu door de officier van justitie vrijspraak is gevorderd ten aanzien van dit feit en ook de verdediging vrijspraak heeft bepleit, behoeft dit geen andere motivering. Vrijspraak subsidiair ten laste gelegde feit De rechtbank overweegt dat de verklaringen van aangever [slachtoffer 1] en aangever [slachtoffer 2] op onderdelen consistent zijn en op onderdelen ook met elkaar overeenstemmen. Op andere onderdelen zijn zij echter niet consistent en/of wijken zij van elkaar af. Verdachte onderschrijft een deel van de verklaringen van aangevers voor zover het betreft de gemaakte afspraken en gang van zaken, maar weerspreekt tegelijkertijd ook een deel van de door aangevers gegeven verklaringen. Voor zover de verklaringen consistent zijn en ondersteund worden door het dossier, zal de rechtbank uitgaan van de juistheid van deze verklaringen. Feiten en omstandigheden De rechtbank leidt uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting het volgende af. Verdachte dreef verschillende ondernemingen in Nederland die zich toelegden op kleermaken, stomen van kleding en kledingreparatie. Verdachte wierf voornamelijk werknemers in Turkije. Zo ook aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. Verdachte heeft met zowel aangever [slachtoffer 1] als met aangever [slachtoffer 2] in Turkije afgesproken dat hij voor een van zijn ondernemingen in Nederland zou komen werken. In beginsel acht uren per dag, waarbij ze 13 per uur zouden verdienen. Met eventuele overwerkuren zouden zij 6,50 verdienen. Daarnaast zou verdachte de huisvesting verzorgen. Er is een arbeidsovereenkomst in het Nederlands opgesteld, waarvan de strekking op hoofdlijnen door een medewerker van het consulaat in Turkije mondeling is vertaald in aanwezigheid van de aangevers en verdachte. Verder werd afgesproken dat de door verdachte voorgeschoten onkosten voor het vliegticket, het visum alsmede de procedurele kosten in mindering zouden worden gebracht op het salaris. Het ging hierbij om een bedrag van een paar duizend euro per persoon. Aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zijn op 17 september 2009 met aangever samen naar Nederland gereisd en hebben vervolgens voor verdachte gewerkt. Er werd ook overgewerkt. Verdachte heeft woonruimte voor aangevers geregeld. [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zijn in de periode dat zij voor verdachte werkten op familiebezoek dan wel vakantie in Turkije geweest. [slachtoffer 1] heeft in maart 2010 een civiel kort geding aangespannen teneinde betaling van achterstallig loon te vorderen. [slachtoffer 1] heeft in april 2010 aangifte tegen verdachte gedaan ter zake van mensenhandel. [slachtoffer 1] is op enig moment niet langer dan acht uren per dag gaan werken. Van april 2010 tot en met juni 2011 heeft [slachtoffer 2] maandelijks een salaris per bank ontvangen van ongeveer [slachtoffer 2] heeft naast deze bancaire betalingen ook diverse bedragen contant van verdachte gekregen. Zo kreeg hij onregelmatig zakgeld ter hoogte van 50, 100 of 200, en kon hij op zijn eigen verzoek geld uit de kassa van verdachte pakken, als hij geld nodig had. Daarnaast zijn er door of namens verdachte bedragen overgemaakt naar familie van [slachtoffer 2] in Turkije. In oktober 2011 heeft [slachtoffer 2] tegen verdachte een civiele procedure aangespannen teneinde achterstallig loon betaald te krijgen. Inmiddels is [slachtoffer 2] zelfstandig werkzaam en verdient hij, volgens zijn eigen verklaring, minder dan toen hij voor verdachte werkte. In juli 2011 heeft [slachtoffer 2] aangifte gedaan tegen verdachte ter zake van mensenhandel. 8/13
9 Mensenhandel? De vraag die de rechtbank moet beantwoorden, is of op grond van deze feiten en omstandigheden kan worden gesproken van mensenhandel in de zin van artikel 273f, eerste lid, aanhef en onder 1, 4 en/of 6 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Mensenhandel is, kort gezegd, het dwingen in ruime zin van mensen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van (seksuele) diensten of om eigen organen beschikbaar te stellen. Mensenhandel is (gericht op) uitbuiting. Bij de strafbaarstelling van mensenhandel staat het belang van het individu steeds voorop. Dat belang is het behoud van zijn of haar lichamelijke en geestelijke integriteit en persoonlijke vrijheid. De staat dient strafrechtelijke bescherming te bieden tegen aantasting van het recht op die integriteit en vrijheid. De rechtbank zal de hiervoor genoemde artikelonderdelen afzonderlijk beoordelen. Artikel 273f, eerste lid, aanhef en onder 1, Sr Misleiding, misbruik van overwicht en misbruik van kwetsbare positie De eerste vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of, zoals is ten laste gelegd, aan de zijde van verdachte sprake is van misleiding, dan wel misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie. Misleiding De rechtbank overweegt het volgende. Aangevers spreken beiden van een in Turkije met verdachte overeengekomen vergoeding van 13 per uur, waarbij aangevers er duidelijk van uitgingen dat zij dit bedrag netto zouden ontvangen. De feitelijk uitbetaalde bedragen waren beduidend lager. Verdachte heeft hiertoe aangevoerd dat hij in Turkije slechts een conceptcontract heeft laten zien, de bedragen bruto waren en dat hij ook kosten en dergelijke moest verrekenen, waardoor hij per saldo minder betaalde dan de eerder genoemde 13 per uur. De rechtbank is van oordeel dat verdachte niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij dit vooraf duidelijk heeft gemaakt aan aangevers en hen op dit punt een andere beeld heeft voorgespiegeld dan de werkelijkheid zou zijn. Uit de verklaringen van aangevers komt voorts een beeld naar voren dat er op reguliere basis door hen werd overgewerkt. De eerder door verdachte voorgespiegelde werkdag van acht uren hetgeen door verdachte niet wordt weersproken, was volgens hen geen werkelijkheid. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij geen idee heeft hoe vaak, wie, wanneer heeft overgewerkt, maar dat het wel eens voorkwam. Het beeld dat zijn werknemers (afkomstig uit Turkije) op reguliere basis overwerkten, wordt echter ondersteund door meerdere verklaringen van getuigen in het dossier (bijvoorbeeld getuigen [getuige 1], [getuige 2]). De rechtbank hecht op dit punt dan ook meer geloof aan de verklaringen van aangevers dat hen in Turkije een reguliere werkdag van acht uren is voorgespiegeld door verdachte waar zij in de praktijk echter op reguliere basis moesten overwerken. Tot slot overweegt de rechtbank dat beide aangevers aangeven dat zij in Turkije met verdachte waren overeengekomen kosteloos in Nederland onderdak te kunnen verkrijgen, waarna zij in Nederland ineens toch huur verschuldigd bleken aan verdachte. De rechtbank ziet geen reden aan de verklaringen van aangevers op dit punt te twijfelen, te meer nu zij elkaar op dit punt ondersteunen. De rechtbank is op grond van bovenstaande van oordeel dat verdachte aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft misleid door hen voor te stellen dat zij 13 per uur zouden verdienen voor reguliere uren, dat de werkdagen in beginsel acht uren zouden bedragen en dat zij geen huur zouden hoeven te betalen. 9/13
10 Misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie Voor het bewijs voor de (dwang)middelen misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht is toereikend dat de dader zich bewust moet zijn geweest van de relevante feiten en omstandigheden van de betrokkene waaruit het overwicht voortvloeit dan wel verondersteld moet worden voort te vloeien, in die zin dat op zijn minst voorwaardelijk opzet ten aanzien van die omstandigheden bij hem of haar aanwezig moet zijn. Datzelfde geldt voor gevallen waarin sprake is van een kwetsbare positie van het slachtoffer als bedoeld in die bepaling (HR 27 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009: BI7099). Met een kwetsbare positie wordt een situatie bedoeld waarin de betrokkene geen andere werkelijke of aanvaardbare keuze heeft dan het misbruik te ondergaan. Hoewel aangevers de Nederlandse taal niet machtig waren, een schuld aan verdachte hadden en woonruimte van verdachte huurden, verkeerden aangevers niet in een zodanige positie dat zij niet anders konden dan zich alles laten welgevallen. Uit het dossier blijkt onvoldoende dat verdachte misbruik heeft gemaakt van zijn positie ten opzichte van aangevers in die zin dat de aangevers geen andere werkelijke of aanvaardbare keuze hadden dan het misbruik te ondergaan. Immers, [slachtoffer 1] heeft op enig moment geweigerd langer dan acht uren per dag te werken en heeft binnen een half jaar nadat hij in Nederland arriveerde een civiel kort geding tegen verdachte aangespannen teneinde zijn achterstallig loon betaald te krijgen. [slachtoffer 2] kreeg vanaf april 2010 zijn loon, dat het minimumloon oversteeg, per bank overgemaakt. De rechtbank kan op grond van het dossier niet vaststellen welke bedragen [slachtoffer 2] in de periode september 2009 tot en met maart 2010 betaald heeft gekregen en of betalingen conform afspraak hebben plaatsgevonden, nu zowel aangever [slachtoffer 2] als verdachte het erover eens zijn dat [slachtoffer 2] nog een schuld moest inlossen en tevens dat er wel contante betalingen zijn verricht. Aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] werden tot slot op geen enkele wijze belemmerd in hun bewegingsvrijheid. Zo beschikten zij over hun identiteitspapieren en verbleven zij rechtsgeldig in Nederland. Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er geen wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte de genoemde dwangmiddelen heeft toegepast. Werven, vervoeren, overbrengen, huisvesten en opnemen Bij de beoordeling van de vraag of in casu mensenhandel als bedoeld in artikel 273f, eerste lid, aanhef en onder 1, Sr bewezen kan worden, dient gelet op wat ten laste is gelegd vastgesteld te worden of verdachte, nu de rechtbank van oordeel is dat hij aangevers heeft misleid, hen door die misleiding heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen. Uit de stukken blijkt genoegzaam dat verdachte de Turkse onderdanen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] door hen te misleiden (zie hiervoor) in Turkije heeft geworven om voor zijn onderneming in Nederland te werken. Vervolgens zijn [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] op zijn kosten en samen met hem naar Nederland gereisd en heeft verdachte [slachtoffer 1] in een kamer in een van zijn woningen en [slachtoffer 2] op een zolder in een pand boven zijn onderneming gehuisvest. Aldus is sprake van de gedragingen werven, vervoeren, overbrengen, huisvesten en opnemen. Verdachte heeft daarmee handelingen verricht als bedoeld in artikel 273f, eerste lid, onder 1, Sr. Oogmerk van uitbuiting Ten aanzien van wat de verdachte ten laste is gelegd, ligt voor zover het artikel 273f, eerste lid, sub 1, Sr betreft, tot slot de vraag voor of verdachte de hiervoor genoemde gedragingen met het oogmerk van uitbuiting van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft verricht. 10/13
11 Het oogmerk van uitbuiting is in de wet niet gedefinieerd, anders dan door de niet limitatieve opsomming in het tweede lid van een aantal vormen van uitbuiting, waaronder gedwongen of verplichte arbeid of diensten. Zoals blijkt uit de bij dit artikel behorende Memorie van Toelichting doelt deze bepaling op een verscheidenheid aan moderne vormen van slavernij, waarbij als voorbeeld wordt genoemd een extreem lange werkweek tegen onevenredig lage betaling onder slechte werkomstandigheden. De vraag of en zo ja, wanneer van uitbuiting sprake is, is niet in algemene termen te beantwoorden, maar is sterk verweven met de feitelijke omstandigheden van het geval. Bij de beantwoording van die vraag komt in een geval als het onderhavige onder meer betekenis toe aan de aard en duur van de tewerkstelling, de beperkingen die zij voor de betrokkene meebrengt, en het economisch voordeel de tewerksteller daarmee behaalt (vgl. Hoge Raad, 27 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI7099, r.o ). Bij weging van deze en andere relevante factoren dienen de in de Nederlandse samenleving geldende maatstaven als referentiekader te worden gehanteerd. De situatie waarin een mondige werknemer in Nederland pleegt te verkeren, dient het vertrek of oriëntatiepunt te zijn bij de vraag of sprake is van uitbuiting. Om te kunnen spreken van oogmerk van uitbuiting geldt dat vereist is dat het handelen van verdachte, naar hij moet hebben beseft, als noodzakelijk en dus door hem gewild gevolg meebracht dat de ander door hem werd of zou kunnen worden uitgebuit, met andere woorden of de activiteiten van verdachte gericht waren op de verwezenlijking van het einddoel uitbuiting. [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] zijn na hun aankomst in Nederland vrijwel direct aan het werk gegaan. De met hen gemaakte afspraken over het aantal te werken uren op een dag en de afgesproken vergoeding per uur zijn niet nagekomen. Van [slachtoffer 1] is onbekend gedurende welke periode hij precies voor verdachte heeft gewerkt. Wel is bekend dat [slachtoffer 1] op enig moment niet langer dan acht uren per dag is gaan werken en uiteindelijk gestopt is met werken voor verdachte. Binnen een half jaar nadat hij begonnen was met werken voor verdachte heeft [slachtoffer 1], middels een advocaat, verdachte in civiele procedure gedagvaard teneinde achterstallig loon betaald te krijgen. Van [slachtoffer 2] is bekend dat hij over de maanden februari 2010 tot en met juni 2011 loon heeft ontvangen dat het wettelijk minimumloon oversteeg. Daarnaast heeft hij ook nog bedragen zwart betaald gekregen. Zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 2] zijn op geen enkele wijze belemmerd om te gaan en staan waar ze wilden. [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] zijn in de periode dat zij voor verdachte werkten naar Turkije afgereisd om familie te bezoeken en om vakantie te vieren. [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] verkeerden aldus in een situatie die gelijk is aan de omstandigheden waarin een mondige werknemer in Nederland pleegt te verkeren. De rechtbank is op grond van bovenstaande van oordeel dat, hoewel verdachte aangevers heeft misleid en hen onder andere heeft geworven, vervoerd en gehuisvest, niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte hierbij het oogmerk van uitbuiting had. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het ten laste gelegde voor zover dit betrekking heeft op artikel 273f, lid 1, aanhef en onder 1, Sr. Artikel 273f, eerste lid, aanhef en onder 4, Sr De wetgever heeft in artikel 273f, eerste lid, aanhef en onder 4, Sr blijkens de memorie van toelichting beoogd het gebruik van iemand in een uitbuitingssituatie strafbaar te stellen. De rechtbank is van oordeel dat op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting kan worden vastgesteld dat verdachte 11/13
12 door misleiding [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid. De rechtbank neemt in aanmerking dat in geval van zogenaamde overige uitbuiting, waaronder is begrepen het zich beschikbaar stellen voor het verrichten van arbeid, het begrip mensenhandel uitsluitend ziet op excessieve situaties waarbij mensenrechten in het geding zijn. Dergelijke maatschappelijk ongewenst geachte arbeidsrelaties, leveren slechts dan uitbuiting op als zij een inbreuk meebrengen op fundamentele rechten als de menselijke waardigheid, de lichamelijke integriteit of de persoonlijke vrijheid. De rechtbank heeft vervolgens getoetst of er sprake is van een dergelijke excessieve situatie. In het geval van de arbeidsrelatie tussen aangevers [slachtoffer 1]/[slachtoffer 2] enerzijds en verdachte anderzijds acht de rechtbank een dergelijke inbreuk niet direct gegeven. De rechtbank is voorts van oordeel dat op grond van het dossier slechts is vast te stellen dat aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] weliswaar misleid zijn door verdachte voor zover het betreft het afgesproken uurtarief, de achturige werkweek en de door verdachte betaalde huisvesting, waardoor zij enige tijd voor hem gewerkt hebben, maar dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten biedt om vast te kunnen stellen dat er sprake was van bijvoorbeeld extreem lange werkweken tegen lage betalingen. Ook van slechte werkomstandigheden is onvoldoende gebleken. Kortom, het dossier en het verhandelde ter terechtzitting bieden onvoldoende aanknopingspunten voor het aannemen van een dergelijke excessieve situatie. Het ontbreekt de rechtbank op grond van bovenstaande aan de overtuiging dat er sprake is van mensenhandel in de zin van artikel 273f, eerste lid, aanhef en onder 4, Sr. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het ten laste gelegde voor zover dit betrekking heeft op artikel 273f, lid 1, aanhef en onder 4, Sr. Artikel 273f, eerste lid, aanhef en onder 6, Sr Nu de rechtbank van oordeel is dat er geen sprake is van uitbuiting van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], kan ook niet bewezen worden dat verdachte daarvan opzettelijk voordeel heeft getrokken en spreekt zij verdachte vrij van het ten laste gelegde voor zover dit betrekking heeft op artikel 273f, lid 1, aanhef en onder 6, Sr. Concluderend is de rechtbank van oordeel dat er geen wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte het hem subsidiair ten laste gelegde feit heeft gepleegd. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het subsidiaire feit. Benadeelde partijen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] hebben zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van een vordering tot schadevergoeding, beiden groot ,00. De rechtbank zal de benadeelde partijen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] niet ontvankelijk verklaren in hun vordering tot schadevergoeding, aangezien verdachte ten aanzien van het feit waarop de vorderingen betrekking heeft, zal worden vrijgesproken. 12/13
13 Dit brengt mee dat de benadeelde partijen dienen te worden veroordeeld in de kosten die verdachte tot aan deze uitspraak in verband met zijn verdediging tegen die vorderingen heeft moeten maken, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil. Beslissing De rechtbank, verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het bij dagvaarding ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij; bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 2] niet ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding; veroordeelt de benadeelde partij [slachtoffer 2] in de kosten door verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil; bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding; veroordeelt de benadeelde partij [slachtoffer 1] in de kosten door verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil.. Dit vonnis is gewezen door mr. A.P. Sno, voorzitter, mr. H. Steenhuis, rechters, mr. G.J. Schiffers Hanssen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. B. Schaafsma, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 januari /13
ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.
ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125
ECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 24-01-2012 Datum publicatie 27-01-2012 Zaaknummer 06/850686-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2013:4039
ECLI:NL:RBGEL:2013:4039 Uitspraak RECHTBANK GELDERLAND Team strafrecht Zittingsplaats Zutphen Meervoudige kamer Parketnummer: [jw.sys.1.verdachte_1_parketnummer]05/860948-13 Uitspraak d.d. 22 oktober 2013
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:3064
ECLI:NL:GHARL:2014:3064 Instantie Datum uitspraak 15-04-2014 Datum publicatie 15-04-2014 Zaaknummer 21-000541-12 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2015:5690
ECLI:NL:RBMNE:2015:5690 Instantie: Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak: 14-07-2015 Datum publicatie: 17-08-2015 Zaaknummer: 16-994267-14 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Uitspraak RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061
ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377
ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2016:4569
ECLI:NL:RBMNE:2016:4569 Instantie Datum uitspraak 16-08-2016 Datum publicatie 17-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 16/652521-15 (P) Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2014:1006
ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2016:5688
ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 Instantie Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Zaaknummer 16/703291-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2007:BB8355
ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011
ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieUitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273
ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:2577
ECLI:NL:GHARL:2015:2577 Uitspraak Arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Strafrecht Parketnummer: 21-008157-13 Datum uitspraak: 9 april 2015 Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:10161
ECLI:NL:RBROT:2016:10161 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-11-2016 Datum publicatie 13-01-2017 Zaaknummer 10/710336-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieGERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS in de zaak tegen de verdachte: [verdachte]., geboren op [geboortedatum] 1994 in Curaçao, wonende te [adres]
Nadere informatieHet hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
ECLI:NL:GHARL:2015:7181 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 25-09-2015 Datum publicatie: 25-09-2015 Zaaknummer: 21-004143-14 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2015:84
ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002
ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 17-02-2011 Zaaknummer 03-702714-08 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499
ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810
ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 05-10-2005 Datum publicatie 05-10-2005 Zaaknummer 06-0604540-04 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:OGEAA:2016:411
ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012
ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:3775
ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2016:7744
ECLI:NL:RBMNE:2016:7744 Instantie Datum uitspraak 22-11-2016 Datum publicatie 07-08-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer 16.705352.15 en 16.702009.13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2017:1209
ECLI:NL:RBOVE:2017:1209 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 20-03-2017 Datum publicatie 20-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 08/760032-15(P) Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158
ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2015:10245
ECLI:NL:RBAMS:2015:10245 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 25-11-2015 Datum publicatie 23-06-2017 Zaaknummer 13/845106-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:3838
ECLI:NL:GHDHA:2014:3838 Instantie: Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak: 13-11-2014 Datum publicatie: 28-11-2014 Zaaknummer: 22-000767-14 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Uitspraak
Nadere informatieVonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken,
ECLI:NL:RBLIM:2013:5859 Uitspraak RECHTBANK Limburg Zittingsplaats Maastricht Strafrecht Parketnummer : 03/993017-11 Datum uitspraak : 17 september 2013 Tegenspraak Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige
Nadere informatieECLI:NL:RBALK:2010:BO9234
ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 07-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer 14.701344-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:5140
ECLI:NL:RBOVE:2016:5140 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 15-12-2016 Datum publicatie 27-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 08/963658-14 (LP) (P) Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884
ECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 21-10-2011 Datum publicatie 21-10-2011 Zaaknummer 06/940112-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieUitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2015:1985
ECLI:NL:RBOVE:2015:1985 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 17-04-2015 Datum publicatie 20-04-2015 Zaaknummer 08/951389-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBALK:2010:BN9788
ECLI:NL:RBALK:2010:BN9788 Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak: 07-10-2010 Datum publicatie: 08-10-2010 Zaaknummer: 14.810141-07 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieUitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-12-2015 Datum publicatie 16-12-2015 Zaaknummer 23-000433-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieStrafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11
ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2014:2835
ECLI:NL:RBGEL:2014:2835 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 29-04-2014 Zaaknummer 05/900024-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420
ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2016:935
ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:1622
ECLI:NL:RBOVE:2016:1622 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 10-05-2016 Datum publicatie 11-05-2016 Zaaknummer 08/760127-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:1714
ECLI:NL:RBDHA:2017:1714 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 21-02-2017 Datum publicatie 24-02-2017 Zaaknummer 09/797150-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2006:AX3957
ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 23-05-2006 Datum publicatie 23-05-2006 Zaaknummer 21-000822-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2015:738
ECLI:NL:GHSHE:2015:738 Instantie Datum uitspraak 09-03-2015 Datum publicatie 09-03-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003525-14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2016:3990
ECLI:NL:GHDHA:2016:3990 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 23-06-2016 Datum publicatie 04-01-2017 Zaaknummer 22-004558-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Vindplaatsen
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:3674
ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-09-2016 Datum publicatie 12-09-2016 Zaaknummer 23-004422-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:709
ECLI:NL:GHAMS:2016:709 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-01-2016 Datum publicatie 23-03-2016 Zaaknummer 23-001797-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieUitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993
ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388
ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieUitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2017:1898 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-02-2017 Datum publicatie 24-05-2017 Zaaknummer 23-002215-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:551
ECLI:NL:RBDHA:2017:551 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 12-01-2017 Datum publicatie 26-01-2017 Zaaknummer 09/842579-16 en 10/178688-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2001:AD4391
ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 10-10-2001 Datum publicatie 10-10-2001 Zaaknummer 05.096060-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:2188
ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2017:2863
ECLI:NL:RBNHO:2017:2863 Instantie Datum uitspraak 30-01-2017 Datum publicatie 07-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland 15/871465-15 (P) Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518
ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2016:13684
ECLI:NL:RBDHA:2016:13684 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 25-10-2016 Datum publicatie 17-11-2016 Zaaknummer 09/797308-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieZoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant
Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733
ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 07-06-2012 Datum publicatie 11-03-2013 Zaaknummer 13/666528-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieParketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak
vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00480/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: R.M.C., geboren op Curaçao, wonende
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341
ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBONE:2013:BY9769
ECLI:NL:RBONE:2013:BY9769 Instantie Datum uitspraak 28-01-2013 Datum publicatie 29-01-2013 Rechtbank Oost-Nederland Zaaknummer 05/901294-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2016:1041
ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 22-02-2016 Datum publicatie 25-02-2016 Zaaknummer 05/840508-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994
ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 22-12-2006 Datum publicatie 11-01-2007 Zaaknummer 15/645076-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2011:BR5599
ECLI:NL:RBASS:2011:BR5599 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 23-08-2011 Datum publicatie 23-08-2011 Zaaknummer 19.810178-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2016:5552
ECLI:NL:RBNNE:2016:5552 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 15-12-2016 Datum publicatie 19-12-2016 Zaaknummer 18-730123-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -
Nadere informatieDe verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger
Nadere informatieDit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.
ECLI:NL:GHAMS:2016:5663 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-000259-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieUitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis
ECLI:NL:GHARL:2016:10657 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 15-05-2017 Zaaknummer 21-002071-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:789, Niet ontvankelijk
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907
ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieHet hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM parketnummer: X uitspraak: 21 juli 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:10337
ECLI:NL:RBROT:2016:10337 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-11-2016 Datum publicatie 29-05-2017 Zaaknummer 10/996568-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675
ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatiehttp://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx
LJN: BK6789, Gerechtshof 's-gravenhage, 22-000700-08 Datum uitspraak: Datum publicatie: Rechtsgebied: 16-12-2009 16-12-2009 Straf Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Computercriminaliteit.
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2010:BN7215
ECLI:NL:GHSHE:2010:BN7215 Gerechtshof s-hertogenbosch Datum uitspraak: 17-09-2010 Datum publicatie: 17-09-2010 Zaaknummer: 20-003936-09 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Uitspraak
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2015:2029
ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 Instantie Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-000203-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2015:6277
ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 Instantie Datum uitspraak 13-11-2015 Datum publicatie 17-03-2016 Zaaknummer 18.720178-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2015:3340
ECLI:NL:RBOVE:2015:3340 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 09-07-2015 Datum publicatie: 13-07-2015 Zaaknummer: 08.963556-14 (LP) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2008:BC6472
ECLI:NL:RBUTR:2008:BC6472 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 01-02-2008 Datum publicatie 12-03-2008 Zaaknummer 16-604030-07 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieUitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis
ECLI:NL:GHARL:2015:10200 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 01-12-2015 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer 21-001318-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:3394, Niet ontvankelijk
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:6331
ECLI:NL:RBROT:2017:6331 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10/049808-15 en 10/231146-15
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:2351
ECLI:NL:GHDHA:2014:2351 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 14-07-2014 Datum publicatie 14-01-2015 Zaaknummer 22-003067-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2015:7578
ECLI:NL:RBNHO:2015:7578 Instantie Datum uitspraak 03-09-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 15/871690-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:CA1193
ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 Instantie Datum uitspraak 12-02-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 21-004366-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBZLY:2010:BO9656
ECLI:NL:RBZLY:2010:BO9656 Instantie Datum uitspraak 10-12-2010 Datum publicatie 04-01-2011 Rechtbank Zwolle-Lelystad Zaaknummer 07.620273-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:1213
ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 10-04-2017 Zaaknummer 23-000918-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieDit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek
ECLI:NL:GHDHA:2015:80 Uitspraak Rolnummer: 22-002584-14 Parketnummers: 10-750263-13, 22-003524-12 (TUL) en 22-004272-11 (TUL) Datum uitspraak: 27 januari 2015 TEGENSPRAAK Gerechtshof Den Haag meervoudige
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:9416
ECLI:NL:GHARL:2014:9416 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 04-12-2014 Datum publicatie: 17-12-2014 Zaaknummer: 21-005710-13 Formele relaties: Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2013:1485
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2014:1284
ECLI:NL:RBDHA:2014:1284 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 04-02-2014 Datum publicatie 04-02-2014 Zaaknummer 09/715710-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369
ECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 10-03-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 02/628386-08 [P] Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655
ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655 Instantie Datum uitspraak 24-11-2009 Datum publicatie 16-12-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zwolle-Lelystad 07.620221-08 (P) Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBOBR:2017:4416
ECLI:NL:RBOBR:2017:4416 Instantie Datum uitspraak 17-08-2017 Datum publicatie 17-08-2017 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/860063-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:5840
ECLI:NL:RBDHA:2017:5840 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 01-06-2017 Datum publicatie 01-06-2017 Zaaknummer 09/852030-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:2554
ECLI:NL:RBROT:2017:2554 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-04-2017 Datum publicatie 06-04-2017 Zaaknummer 10/740353-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatie