Besluit met eenparigheid van stemmen:

Transcriptie

1 Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op de wet van 16 juli 1973 waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt; Gelet op het decreet van 28 januari 1974 betreffende het cultuurpact; Gelet op artikel 7, 4 van het decreet lokaal cultuurbeleid van 6 juli 2012; Gelet op artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 26 oktober 2012 ter uitvoering van het decreet lokaal cultuurbeleid van 6 juli 2012; Gelet op de bespreking van de vernieuwde statuten van het beheersorgaan van het gemeenschapscentrum Den Boomgaard in haar vergadering van 3 september 2013; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen. Besluit met eenparigheid van stemmen: Enig artikel: De statuten van het beheersorgaan van het gemeenschapscentrum Den Boomgaard als volgt vast te stellen: Titel I: Opdracht van het beheersorgaan Art. 1: Overeenkomstig het decreet van 28 januari 1974 betreffende het Cultuurpact en in het bijzonder artikel artikel 9b daarvan wordt een beheersorgaan opgericht dat door de inrichtende overheid (gemeenteraad en college van burgemeester en schepenen) belast wordt met het beheer van het gemeenschapscentrum conform de artikelen 2 tot en met 27 van dit reglement. Titel II: Infrastructuur van het gemeenschapscentrum Art. 2: Het gemeenschapscentrum Den Boomgaard omvat volgende culturele infrastructuur: In het gebouw aan de Antwerpsesteenweg 57 in Broechem: - de evenementenhal (met vast en verplaatsbaar podium, scheidingsgordijn, toog, loges, regiekamer, industriële keuken, foyer, sanitaire voorzieningen en bergruimten) - de polyvalente zaal (met bijbehorende vestiaire, keuken, sanitaire voorzieningen en bergruimte) - de grote en de kleine vergaderzaal. In het Ambelhuis, Ambelweg 2/4, 2520 Emblem: - het lokaal voor cultureel gebruik (met bijbehorende sanitaire voorzieningen en bergruimten) op de benedenverdieping; - de bovenzaal (met podium en toog) Titel III: Doel van het gemeenschapscentrum Art. 3: Het gemeenschapscentrum Den Boomgaard is een pluralistische instelling, werkzaam in een als één geleid en samen geordend geheel van functionele openbare gebouwen. Art. 4: Zoals omschreven in het decreet lokaal cultuurbeleid van 6 juli 2012, artikel 2, 2 is het gemeenschapscentrum een culturele infrastructuur die de gemeente beheert met het oog op cultuurparticipatie, gemeenschapsvorming en cultuurspreiding ten behoeve van de lokale bevolking en met bijzondere aandacht voor de culturele diversiteit.

2 De memorie van toelichting bij dit decreet definieert het gemeenschapscentrum als een ontmoetingsplaats die door alle actoren uit het culturele veld kan gebruikt worden met als doel: 1 het samenbrengen van mensen; 2 het versterken van het samenhorigheidsgevoel; 3 het opwerpen van een dam tegen de toenemende individualiseringstendens van de huidige samenleving; Art. 5: Bij het nastreven van de basisdoelstellingen vermeld in artikel 4, wordt speciale aandacht besteed aan: 1 het bieden van ruimte voor informele ontmoeting en contact. 2 het ter beschikking stellen van ruimten voor activiteiten van de verschillende culturele werksoorten, organisaties en bevolkingsgroepen met respect voor hun ideologische en filosofische strekkingen. 3 het begeleiden, het ondersteunen en het verlenen van diensten aan de organisatoren van sociale, culturele en educatieve activiteiten. 4 het actief organiseren van kunst- en andere socio-culturele activiteiten, al dan niet in samenwerking met andere actoren. Titel IV: bevoegdheden van het beheersorgaan Art. 6: 1 De gemeenteraad garandeert dat het beheersorgaan op zijn minst: binnen de perken van de beschikbare middelen en op voordracht van het hoofd van het gemeenschapscentrum, bevoegd is voor het opstellen van de programmering en de inhoud van de eigen culturele activiteiten van het gemeenschapscentrum. 2 inspraakrecht heeft en advies verleent over alle overige aspecten van beheer van de infrastructuur en werking van het gemeenschapscentrum, inzonderheid wat verbouwingswerken, inrichting en uitrusting, het financieel beleid, het personeelsbeleid, het huishoudelijk reglement, het gebruikersreglement, het retributiereglement, concessiecontracten en huurovereenkomsten betreft. 3 advies verleent over alle bepalingen in het gemeentelijk meerjarenplan die betrekking hebben op het gemeenschapscentrum. 4 recht heeft op informatie over alle beleidsbeslissingen van de inrichtende overheid inzake alle gemeentelijke culturele infrastructuur. Art. 7: 1. Het beheersorgaan en het personeel van het gemeenschapscentrum hebben geen recht op tussenkomst in de programmering en de culturele inhoud van de activiteiten die plaats vinden in het gemeenschapscentrum op initiatief van de gebruikers, tenzij het gaat om maatregelen die behoren tot het strafrecht, het sociaal recht, het belastingsrecht, de economische reglementering, de voorschriften in het gebruikersreglement en retributiereglement en onverminderd de grondwettelijke waarborgen. 2. Aan geen enkele groepering kan om ideologische of filosofische redenen het gebruik van het gemeenschapscentrum voor socio-culturele doeleinden worden ontzegd. Titel V: samenstelling van het beheersorgaan Art. 8: 1. Het beheersorgaan van het gemeenschapscentrum wordt samengesteld overeenkomstig artikel 9b van het cultuurpact van 28 januari 1974 waarbij de samenstelling bestaat uit afgevaardigden van de inrichtende overheid, aangeduid volgens het stelsel van de evenredige vertegenwoordiging, samen met een representatieve afvaardiging van de gebruikers,

3 voorgedragen door de gemeentelijke adviesraden voor cultuur. De afgevaardigden van de inrichtende overheid en de afgevaardigden van de gebruikers kunnen deskundigen coöpteren. Het hoofd van het gemeenschapscentrum kan kandidaten voordragen die in aanmerking komen als deskundigen. Daarnaast zullen mogelijke deskundigen zich kandidaat kunnen stellen na een oproep in een gemeentelijke publicatie. 2. Het aantal leden van het beheersorgaan wordt bepaald op minimum het dubbele van het aantal leden dat nodig is opdat volgens het LISO-stelsel ook de kleinste politieke fractie van de gemeenteraad met minstens één lid vertegenwoordigd is in het beheersorgaan. Deze berekening gebeurt op basis van het aantal leden dat elke politieke fractie telde op het ogenblik van de installatievergadering van de gemeenteraad. 3. De gemeenteraad bepaalt het aantal afgevaardigden van de gebruikers dat per erkende adviesraad voor cultuur mag worden voordragen. Deze afgevaardigden worden op een lijst door de vermelde adviesraden voorgedragen. In de mate van het mogelijke zal een onrechtmatig overwicht zowel van één van de ideologische en filosofische strekkingen als van één van de gebruikersgroeperingen worden voorkomen. 4. De afgevaardigden van de inrichtende overheid moeten geen politiek mandaat bekleden. 5. De afgevaardigden van de gebruikers mogen geen politiek mandaat (in de strikte zin van de betekenis) bekleden. 6. De afgevaardigden van de gebruikers moeten geen lid zijn van de adviesraad voor cultuur die hen voordraagt. 7. De afgevaardigden van de inrichtende overheid en de afgevaardigden van de gebruikers worden benoemd door de gemeenteraad. 8. De afgevaardigden van de inrichtende overheid, de afgevaardigden van de gebruikers en de gecoöpteerde deskundigen vormen de stemgerechtigde leden van het beheersorgaan. 9. Alle stemgerechtigde leden van het beheersorgaan moeten in Ranst gedomicilieerd zijn. Art. 9: De toetreding tot het beheersorgaan behelst de aanvaarding van de statuten en het onder artikel 24 vermelde huishoudelijk reglement en houdt de verplichting in tot het nakomen van beide reglementen. Art. 10: De hoedanigheid van lid van het beheersorgaan wordt verloren: 1 voor de leden aangesteld op voordracht van een politieke fractie van de gemeenteraad: indien op voorstel van deze fractie een ander lid wordt aangesteld. 2 voor de leden aangesteld op voordracht van een erkende adviesraad voor cultuur: bij een nieuwe bestuursverkiezing in de betrokken adviesraad of indien de adviesraad hun vervanging voorstelt aan de gemeenteraad. 3 door ontslag van het lid. Dit ontslag dient schriftelijk aan de voorzitter van het beheersorgaan meegedeeld te worden. 4 door overlijden of rechtsonbekwaamheid. 5 door uitsluiting, waarover het beheersorgaan met een meerderheid van 2/3 van de aanwezige stemgerechtigde leden beslist. Een niet-gemotiveerde afwezigheid op 3 achtereenvolgende samenkomsten van het beheersorgaan is een geldige reden tot uitsluiting, evenals de niet-naleving van artikel 9. 6 Wanneer een lid niet langer in Ranst gedomicilieerd is. Art. 11: 1. Het lidmaatschap van het beheersorgaan mag niet langer duren dan 6 jaar, doch is hernieuwbaar. 2. De inrichtende overheid en de adviesraden voor cultuur gaan binnen de zes maanden volgend op de installatie van een nieuwe gemeenteraad over tot een globale hernieuwing van hun afgevaardigden. De hernieuwing van het beheersorgaan gebeurt met inachtneming van de voorwaarden gesteld onder artikel 8. Het oude beheersorgaan blijft in functie totdat het nieuwe beheersorgaan is geïnstalleerd.

4 3. Indien aan een lidmaatschap van een afgevaardigde van de inrichtende overheid of van de gebruikers voortijdig een einde komt, door de redenen vermeld onder artikel 10, wordt zo spoedig mogelijk in de opvolging voorzien door de gemeenteraad op voordracht van de politieke fractie of van de erkende adviesraad voor cultuur door wiens afgevaardigde het betrokken lidmaatschap werd ingenomen. Deze opvolging moet gebeuren met inachtneming van de voorwaarden gesteld onder artikel 8. De opvolger voleindigt het mandaat. Titel VI: Voorzitter, ondervoorzitter en penningmeester Art. 12: 1. Na kandidaatstelling kiest het beheersorgaan onder de afgevaardigden van de gebruikers en de deskundigen bij geheime stemming en bij volstrekte meerderheid een voorzitter. 2. Na kandidaatstelling kiest het beheersorgaan onder de stemgerechtigde leden bij geheime stemming en bij volstrekte meerderheid een ondervoorzitter. 3. Na kandidaatstelling kiest het beheersorgaan onder de stemgerechtigde leden bij geheime stemming en bij volstrekte meerderheid een penningmeester. Titel VII: Het personeel van het gemeenschapscentrum Art. 13: 1. Onverminderd de bepalingen van het administratief statuut en met inachtneming van het beslissingsrecht van de inrichtende overheid en met inachtneming van de adviserende en beslissende bevoegdheden van het beheersorgaan zoals vermeld onder artikel 6, wordt het hoofd van het gemeenschapscentrum belast met het dagelijks beheer van het gemeenschapscentrum. 2. Het hoofd van het gemeenschapscentrum is belast met het secretariaatswerk van het beheersorgaan. Hij kan zich hierbij laten bijstaan door personeelsleden van het gemeenschapscentrum of van de dienst cultuur. 3. Bij ontstentenis van het hoofd van het gemeenschapscentrum wordt het secretariaat waargenomen door een personeelslid van het gemeenschapscentrum of van de dienst cultuur. Titel VIII: waarnemers en werkgroepen Art. 14: 1. Het beheersorgaan mag op zijn bijeenkomsten personen uitnodigen die geen lid zijn van het beheersorgaan maar wiens aanwezigheid omwille van hun bijzondere deskundigheid of nauwe betrokkenheid bij de werking van het gemeenschapscentrum, een belangrijke meerwaarde biedt. Deze waarnemers hebben geen stemrecht maar beschikken over een louter adviserende bevoegdheid. Met uitzondering van de personen vermeld in artikel 14, 2 kunnen deze waarnemers nooit op permanente basis de vergaderingen bijwonen. 2. De burgemeester, de schepen van cultuur, de schepen van gebouwen en het hoofd van het gemeenschapscentrum worden als waarnemers uitgenodigd op elke vergadering van het beheersorgaan. Art. 15: 1. Het beheersorgaan kan, indien nodig voor de uitvoering van zijn taken, werkgroepen in het leven roepen met een welomschreven opdracht. 2. De opdracht, samenstelling en werking van een werkgroep zal in een huishoudelijk reglement worden vastgelegd. 3. Het voorzitterschap van deze werkgroepen wordt steeds waargenomen door een lid van het beheersorgaan. 4. In de schoot van deze werkgroepen kan een beroep gedaan worden op deskundigen die geen lid zijn van het beheersorgaan.

5 Titel IX: De vergadering van het beheersorgaan Art. 16: Het beheersorgaan komt ten minste éénmaal per kwartaal en zo dikwijls als de belangen van het gemeenschapscentrum het vereisen samen. Art. 17: De vergaderingen van het beheersorgaan zijn niet openbaar. Art. 18: De wijze van bijeenroepen, vergaderen en stemmen wordt nauwkeurig vastgelegd in een huishoudelijk reglement. Art. 19: De leden van het beheersorgaan en de waarnemers ontvangen geen presentiegelden. Art. 20: 1. Van de besprekingen en de adviezen wordt een verslag opgemaakt dat wordt goedgekeurd door het beheersorgaan. 2. Een kopie van het verslag wordt na goedkeuring aan de inrichtende overheid overgemaakt. Titel X: Werkings- en administratiekosten Art. 21: De werkings- en administratiekosten van het beheersorgaan vallen ten laste van de inrichtende overheid binnen het vastgestelde en goedgekeurde budget. Titel XI: Verzekering Art. 22: Het beheersorgaan ressorteert onder het gemeentebestuur. Ter dekking van de risico s burgerlijke aansprakelijkheid, rechtsbijstand en lichamelijke ongevallen (behandelingskosten) zal het gemeentebestuur de nodige verzekeringspolissen afsluiten voor de stemgerechtigde leden van het beheersorgaan. Titel XII: Huishoudelijk reglement, gebruikersreglement en retributiereglement Art. 23: 1. Een huishoudelijk reglement regelt alle verdere aangelegenheden in verband met de werking van het beheersorgaan die door deze statuten niet of onvoldoende worden omschreven. 2. Het huishoudelijk reglement moet ter goedkeuring aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Art. 24: De voorwaarden voor het gebruik van de infrastructuur van het gemeenschapscentrum en de terzake geldende tarieven worden door de gemeenteraad in een afzonderlijk gebruikersreglement en retributiereglement vastgelegd. Titel XIII: Goedkeuring en wijzigingen Art. 25: 1. De statuten van het beheersorgaan van het gemeenschapscentrum Den Boomgaard is slechts geldig na goedkeuring door de gemeenteraad.

6 2. Wijzigingen aan de statuten van het beheersorgaan van het gemeenschapscentrum kunnen slechts door de gemeenteraad goedgekeurd worden na schriftelijk advies van het beheersorgaan. Titel XIV: Slotbepaling Art. 26: Het gemeenteraadsbesluit ter bekrachtiging van de statuten van het beheersorgaan van het gemeenschapscentrum Den Boomgaard wordt ter kennisgeving meegedeeld aan de diensten van het provinciebestuur en van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.