Collegevoorstel. Feitelijke informatie:

Transcriptie

1 College V Onderwerp: recht van opstal RKDVC Collegevoorstel Inleiding: Op 31 maart j.l. heeft uw college een raadvoorstel besproken waarin de raad gevraagd wordt een bedrag van maximaal ,- beschikbaar te stellen voor de realisatie van een nieuwe kleedaccommodatie door RKDVC. De raad heeft hier op 12 mei j.l. een positief besluit over genomen. In het verlengde van dit positieve besluit is het zaak het recht van opstal te regelen. In dit voorstel vragen wij uw college in te stemmen met de in de bijlage opgenomen concept overeenkomst. Feitelijke informatie: Recht van opstal kleedaccommodatie Zoals in het bovengenoemd raadsvoorstel is vermeld, is het zaak het recht van opstal te verlenen op het moment dat het oude kleedgebouw gesloopt is 1. Dit om te voorkomen dat overdrachtbelasting moet worden afgedragen. Om het recht van opstal te kunnen verlenen is het zaak dat beide partijen (gemeente en stichting RKDVC) een overeenkomst tot het verlenen van een recht van opstal ondertekenen. RKDVC kan vervolgens met deze overeenkomst naar de notaris om een akte op te laten maken en deze te laten passeren. In eerste instantie is hierbij uitgegaan van de concept overeenkomst welke bijvoorbeeld ook met NDZW en Batard is gesloten. Aangezien de gemeente een aanzienlijk bedrag in de realisatie van het kleedgebouw steekt is er zowel in het college als in de raad discussie ontstaan over de borging van de kwaliteit van de opstal. Hiermee is in de overeenkomst rekening gehouden door de toevoeging van artikel In dit artikel wordt aangegeven dat de gemeente eenmaal in de 5 jaar een schouw uitvoert. Eventuele tekortkomingen die uit de schouw naar voren komen dienen door RKDVC opgelost te worden. Hiermee kan de gemeente invloed houden op de kwaliteit van de opstal. Recht van opstal clubhuis, kassagebouw en overdekte tribune In de gesprekken die de afgelopen jaren met RKDVC hebben plaatsgevonden is door de vereniging aangegeven dat een recht van opstal voor bovenstaande zaken nooit bij een notaris is vastgelegd (terwijl hier wel een positief raadsvoorstel aan ten grondslag lag). In overleg met de portefeuillehouder en RKDVC is afgesproken dat we dit in het verhaal rondom de kleedruimten zouden meenemen. Aangezien deze opstallen al vele jaren geleden door RKDVC zijn aangelegd (en bekostigd) kan in tegenstelling tot de kleedaccommodatie het reguliere recht van opstal overeenkomst gebruikt worden. In deze overeenkomst is dan ook artikel 7.10 niet opgenomen. Verhuur stichting - vereniging In beide overeenkomsten m.b.t. het recht van opstal is een artikel opgenomen over (onder)verhuur. Indien de opstalhouder de opstallen wil verhuren is daar toestemming van het college voor nodig. Dit artikel is opgenomen om te voorkomen dat de opstallen gebruikt worden voor doeleinden die de gemeente bij het verlenen van het recht van opstal niet voor ogen had. Aangezien de Stichting Clubhuis RKDVC eigenaar van de opstallen is willen wij uw college verzoeken in te stemmen met de verhuur van de opstallen door deze stichting aan voetbalvereniging RKDVC. 1 Raadsvoorstel is als bijlage opgenomen 1/3

2 College V Onderwerp: recht van opstal RKDVC Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel Advies: Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen Bijlagen: 1) concept overeenkomst tot vestiging van een recht van opstal voor wat betreft de kleedaccommodatie; 2) concept overeenkomst tot vestiging van een recht van opstal voor wat betreft het clubhuis, overdekte tribune en kassagebouw; 3) raadsvoorstel inzake realisatie kleedgebouw RKDVC 12 mei jl. 2/3

3 College V Onderwerp: recht van opstal RKDVC BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 19 mei 2009; besloten: 1) in te stemmen met de in bijlage 1 opgenomen concept overeenkomst tot vestiging van een recht van opstal voor wat betreft de kleedaccommodatie; 2) in te stemmen met de in bijlage 2 opgenomen concept overeenkomst tot vestiging van een recht van opstal voor wat betreft het clubhuis, overdekte tribune en kassagebouw; 3) in te stemmen met verhuur van de opstallen door Stichting Clubhuis RKDVC aan voetbalvereniging RKDVC. namens het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven 3/3

4 Overeenkomst tot vestiging van een recht van opstal Ondergetekenden, Drs. Henricus Petrus Theresia Maria Willems, wonende aan de Jeroen Boschlaan 8 te Drunen, burgemeester van de gemeente Heusden, ten deze krachtens artikel 171 van de Gemeentewet de gemeente Heusden rechtsgeldig vertegenwoordigende, hierna te noemen: de gemeente, En Stichting Clubhuis RKDVC, Torenstraat 32, Drunen, opstalhouder, hierna te noemen: de Verklaren het volgende te zijn overeengekomen: Aan Stichting Clubhuis RKDVC zal met ingang van 28 mei 2009 het zakelijk recht van opstal worden verleend tot het in eigendom hebben, houden en onderhouden van een kleedaccommodatie aan de Sportlaan 10 in Drunen, op het perceel kadastraal bekend gemeente Drunen, sectie L nummer 2938, ter grootte van ± <m2> 1 m2, zoals aangegeven op bijbehorende en als zodanig gewaarmerkte tekening. Voor dit recht van opstal gelden de volgende voorwaarden: Artikel 1: Duur en verlenging van het recht van opstal 1. Het recht van opstal wordt verleend voor een tijdvak van vijfentwintig jaren, ingaande op 28 mei 2009 en derhalve eindigende op 27 mei Het recht van opstal wordt na het verstrijken van de in lid 1 genoemde termijn telkens met een periode van vijf jaren verlengd, behoudens beëindiging door één van de partijen. 3. Wenst één van de partijen tot beëindiging van het recht van opstal over te gaan, dan dient hiervan ten minste drie maanden van tevoren bij aangetekend schrijven of deurwaardersexploot onder opgaaf van redenen mededeling te worden gedaan aan de andere partij. De kosten voor beëindiging, zoals de kosten voor het opmaken van een notariële akte, zijn voor rekening van degene die tot beëindiging wenst over te gaan. Artikel 2: Retributie 1. De verschuldigde retributie bedraagt 45,38 per jaar, welk bedrag jaarlijks bij vooruitbetaling dient te worden voldaan vóór 15 januari. 2. Wordt het recht van opstal in de loop van een jaar gesloten, dan is de retributie naar rato verschuldigd, met dien verstande dat de retributie op de 15 e van de maand volgende op de maand van notariële vestiging van het recht van opstal door de gemeente ontvangen dient te zijn. 3. De retributie moet zonder kosten, inhouding of vergelijking worden voldaan. 4. De gemeente is gerechtigd om de retributie eens in de vijf jaar te verhogen op basis van redelijkheid en billijkheid. 1 Aantal m2 wordt in het uiteindelijke document nog toegevoegd.

5 Artikel 3: Notariële akte van vestiging 1. De notariële overdracht dient plaats te vinden ten overstaan van een door de opstalhouder aan te wijzen notaris uiterlijk twee maanden na de datum waarop de overeenkomst tot vestiging van een recht van opstal tussen partijen is gesloten. 2. Alle notariële en andere kosten die verband houden met de vestiging van het recht van opstal komen voor rekening van de opstalhouder. Onder deze kosten zijn in elk geval begrepen de kosten van het notarieel transport, de eventueel verschuldigde overdrachtsbelasting en de kadastrale rechten. 3. Als de opstalhouder vóór het verlijden van de notariële akte tot vestiging van het recht van opstal in staat van faillissement wordt verklaard, surséance van betaling heeft verkregen, dan wel onder curatele is gesteld, alsmede bij inbeslagname van zijn onroerende zaken, zal de overeenkomst tot vestiging van het recht van opstal ontbonden zijn zodra de gemeente daarvan kennis heeft verkregen, zonder dat ontbinding in rechte behoeft te worden gevorderd. Artikel 4: Aflevering, risico De feitelijke en juridische levering van het opstalrecht vindt plaats terstond na de ondertekening van de notariële akte. Vanaf dat tijdstip komen de baten de opstalhouder ten goede en zijn de lasten en belastingen die worden geheven in verband met de op het perceel aanwezige opstal(len) voor rekening van de opstalhouder en draagt de opstalhouder het risico van de opstal(len). Artikel 5: Inhoud recht van opstal 1. Het recht van opstal houdt in de bevoegdheid om in, op en boven de onroerende zaak in eigendom te hebben of te verkrijgen een kleedaccommodatie. Onder de bevoegdheid wordt mede begrepen het gebruiken, aanbrengen en wegnemen van de in dit artikel vernoemde opstal(len). 2. Het is opstalhouder uitsluitend toegestaan de kleedaccommodatie te gebruiken voor activiteiten die in relatie staan met activiteiten zoals die behoren tot de voetbalvereniging. 3. Andere bebouwingen dan de hier vermelde zullen niet op het perceel waarvoor het opstalrecht geldt mogen worden gesteld zonder schriftelijke toestemming van de gemeente. Artikel 6: Kabels en leidingen De gemeente is gerechtigd derden toe te staan kabels en leidingen in, op of boven het perceel waarop het opstalrecht is gevestigd te (laten) leggen na voorafgaande schriftelijke toestemming van de opstalhouder, die zijn toestemming niet op onredelijke gronden mag onthouden. De opstalhouder is gerechtigd aanwijzingen te geven omtrent de plaats en ligging van (nieuw) aan te brengen kabels en leidingen. Artikel 7: Verplichtingen van de opstalhouder, vrijwaring 1. De opstalhouder is verplicht om de onroerende zaak in een dusdanige staat te houden dat de in artikel 5 aangegeven bestemming op behoorlijke wijze kan dienen. Daartoe dient de opstalhouder de grond met opstal(len) in alle opzichten goed te onderhouden en waar nodig te herstellen en/of te vernieuwen.

6 2. De opstalhouder is verplicht om in het geval dat hij wijzigingen aan de opstal(len) aanbrengt, deze (gedeeltelijk) afbreekt, (gedeeltelijk) vervangt of (een) nieuwe opstal(len) plaatst, hiervoor de benodigde vergunningen bij de gemeente c.q. bij andere (overheids)instanties aan te vragen vóór met de werkzaamheden wordt begonnen. 3. Grenst/grenzen de opstal(len) van opstalhouder aan één of meer andere gebouwen, die wel of niet in eigendom zijn van derden of die van hemzelf zijn, is de opstalhouder verplicht om de onroerende zaak waarvoor dit opstalrecht geldt, geheel of gedeeltelijk te herbouwen als deze door welke oorzaak dan ook teniet is of zijn gegaan. 4. De opstalhouder is verplicht voor de opstal(len) een opstalverzekering en een WAverzekering af te sluiten. 5. De in lid 4 van dit artikel genoemde verzekeringen dienen onder de voorwaarden te worden afgesloten dat de verzekeringen uitsluitend kunnen worden opgezegd als de gemeente schriftelijk toestemming daarvoor heeft verleend. 6. De opstalhouder is verplicht om aan de gemeente een kopie van de verzekeringspolissen te verstrekken. 7. Alle kosten van het onderhoud, de benodigde vergunningen en verzekeringskosten, in de meest ruime zin, komen voor rekening van de opstalhouder. 8. Achteruitgang van de opstal(len) door een niet aan de gemeente toe te rekenen oorzaak komt voor risico van de opstalhouder. 9. De opstalhouder vrijwaart de gemeente voor alle aanspraken van derden op vergoeding van schade die ontstaat door het gebruik of door verontreiniging door de opstalhouder van de opstal(len) of het perceel of door gebrek aan onderhoud, gehele of gedeeltelijke instorting van de opstal(len). 10. De opstalhouder is verplicht één keer in de vijf jaar een schouw toe te staan van het kleedgebouw. Deze schouw wordt uitgevoerd op kosten van de gemeente. De opstalhouder is verplicht de aanwijzingen die voorvloeien uit de schouw op te volgen. Artikel 8: Vervreemding recht van opstal en verhuur 1. Het is opstalhouder niet toegestaan om het recht van opstal zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente te vervreemden noch met hypotheek of enig ander zakelijk recht te bezwaren. 2. Op het perceel waarop het recht van opstal wordt verleend, mogen door de opstalhouder zonder schriftelijke toestemming van de gemeente geen erfdienstbaarheden worden gevestigd, noch zal dit recht van opstal en/of de zich op het perceel bevindende opstal(len) geheel of gedeeltelijk aan derden mogen worden verhuurd of op enigerlei andere wijze in gebruik of genot mogen worden afgestaan. Artikel 9: Belastingen Alle belastingen en lasten, die, onder welke benaming ook, voor de tijd gedurende welke het recht van opstal zal bestaan, op of wegens de eigendom van de opstal(len) en de ondergrond waarop het recht van opstal betrekking heeft worden geheven, zijn vanaf 1 januari volgende op het jaar van notarieel transport voor rekening van de opstalhouder.

7 Artikel 10: Bodemverontreiniging 1. Het is de gemeente niet bekend, dat de onroerende zaak enige verontreiniging bevat die ten nadele strekt van het in artikel 5 lid 2 omschreven gebruik door de opstalhouder of die heeft geleid of zou kunnen leiden tot een verplichting tot sanering van de onroerende zaak, danwel tot het nemen van andere maatregelen, ingevolge de thans geldende milieuwetgeving en/of milieurechtspraak. 2. Het is de opstalhouder niet toegestaan de onroerende zaak zodanig te gebruiken dat ten gevolge van dit gebruik bodem- en andere milieuverontreining optreedt, dan wel schade aan de onroerende zaak of de belendende percelen kan ontstaan. Partijen komen overeen dat de gemeente desgewenst binnen één maand na beëindiging van het gebruik van de onroerende zaak voor rekening van de opstalhouder een genormeerd bodemonderzoek kan laten verrichten, waarvoor opstalhouder in overleg met de gemeente opdracht zal verstrekken aan een gerenommeerd bedrijf. Als uit het daarover uit te brengen rapport mocht blijken van verontreiningen, dan zullen die verontreinigingen door en op kosten van de opstalhouder ongedaan worden gemaakt binnen drie maanden nadat het resultaat van het onderzoek ter kennis is gebracht aan partijen. Voor verontreiniging die aantoonbaar afkomstig is van belendende percelen, zal de opstalhouder niet aansprakelijk worden gehouden, mits de opstalhouder niet verantwoordelijk is voor verontreiniging op of in die belendende percelen. Artikel 11: Garanties De gemeente garandeert het volgende: 1. de gemeente is bevoegd tot vestiging van het opstalrecht; 2. het opstalrecht is niet bezwaard met beslagen of rechten van hypotheken of inschrijvingen daarvan dan wel met andere beperkte rechten (behoudens de in deze overeenkomst vermelde); 3. de onroerende zaak is niet betrokken in een ruilverkavelings- of herinrichtingplan en is niet ter onteigening aangewezen; 4. voor de gemeente bestaan geen verplichtingen ten opzichte van derden uit hoofde van een voorkeursrecht of optierecht die de vestiging in de weg staan; 5. de onroerende zaak is niet opgenomen in een aanwijzing als bedoeld in artikel 2 of artikel 8 dan wel in een voorstel als bedoeld in artikel 6 of 8a van de Wet voorkeursrecht gemeenten; 6. de gemeente staat er, voor zover dit binnen haar invloed ligt, zoveel mogelijk voor in dat geen handelingen plaatsvinden waardoor een ongestoorde uitoefening van (de rechten verbonden aan) het opstalrecht zou(den) kunnen worden belemmerd. Artikel 12: Einde van het recht van opstal Het recht van opstal eindigt: a. door opzegging door de gemeente en/of de opstalhouder b. door het doen van afstand op de door de wet voorgeschreven wijze c. door de rechter op grond van het bepaalde in artikel 5:97 juncto 5:104 van het Burgerlijk Wetboek d. op andere in de wet omschreven gronden.

8 Artikel 13: Beëindiging overeenkomst bij niet-nakoming 1. Bij niet of niet-tijdige nakoming van de overeenkomst anders dan door niet toerekenbare tekortkoming (overmacht) is de nalatige partij aansprakelijk voor alle daaruit voor de wederpartij ontstane schade met kosten en rente, ongeacht het feit of de nalatige partij in verzuim is in de zin van het volgende lid. 2. Als één van de partijen, na bij deurwaardersexploot in gebreke te zijn gesteld, gedurende acht dagen tekortschiet in de nakoming van een of meer van haar verplichtingen is deze partij in verzuim en heeft de wederpartij de al dan niet subsidiaire keuze tussen: a. uitvoering van de overeenkomst te verlangen, of b. de overeenkomst door een schriftelijke verklaring voor ontbonden te verklaren, zonder dat daarvoor tussenkomst van een rechter is vereist. 3. Bij beëindiging van het recht van opstal zoals genoemd in lid 2 onder b dient de opstalhouder het perceel binnen één maand op te leveren vrij van opstallen en volledig opgeschoond. 4. Bij het niet-nakomen door de opstalhouder van enige verplichting heeft de gemeente na beëindiging geen enkele verplichting meer, noch het verschuldigd zijn van een eventuele schadeloosstelling dan wel vergoeding, noch het beschikbaar stellen van een alternatieve locatie. 5. Alle kosten, die gemaakt moeten worden om het recht van opstal in het geval zoals genoemd in lid 2 onder b te beëindigen, zijn voor rekening van de nalatige partij. Artikel 14: Schadevergoeding bij tussentijdse opzegging 1. Bij tussentijdse beëindiging van het opstalrecht door de gemeente, zal de gemeente aan de opstalhouder de op dat moment geldende waarde van de opstal(len) vergoeden, voorzover de opstal(len) nog aanwezig is/zijn, vast te stellen op de wijze als hierna bedoeld. 2. Het vaststellen van de waarde van de vergoeding van de opstal(len) als in lid 1 bedoeld, geschiedt door een deskundige (hiernaar: deskundige A), aan te wijzen door de gemeente. Vaststelling van de waardevergoeding voor de opstal(len) door voormelde deskundige dient binnen twee maanden nadat de deskundige is aangewezen door de deskundige aan zowel opstalhouder als de gemeente te zijn medegedeeld. 3. Als de opstalhouder zich niet kan vinden in de vaststelling van de waardevergoeding door deskundige A, is hij bevoegd om binnen één maand na bekendmaking van de vaststelling van de waardevergoeding een andere deskundige (hiernaar: deskundige B) aan te wijzen. Binnen twee maanden nadat deskundige B is aangewezen zal deskundige B aan zowel de opstalhouder als de gemeente de door hem bepaalde waarde mededelen. 4. Verschilt de vastgestelde waardevergoeding, vastgesteld door de deskundige B, meer dan 20% van de vastgestelde waardevergoeding, vastgesteld door de deskundige A, dan zal de vastgestelde waardevergoeding door de deskundige B als ongeldig worden aangemerkt. De opstalhouder dient in een dergelijk geval een nieuwe deskundige (hiernaar: deskunidge C) aan te wijzen. Op hem zijn de bepalingen genoemd in lid 3 van toepassing.

9 5. Verschilt de vastgestelde waardevergoeding van deskundige C meer dan 20% van de vastgestelde waarde door de deskundige A, dan zullen partijen de rechtbank verzoeken om een waarde voor de opstal(len) vast te stellen. 6. Verschilt de vastgestelde waardevergoeding door de deskundigen A, B en C niet meer dan 20%, dan zullen de vastgestelde waarden worden gemiddeld en zal deze waarde als vastgestelde waarde gelden. 7. De kosten van de door de gemeente aangewezen deskundige komen voor rekening van de gemeente. De kosten van de door opstalhouder aangewezen deskundige(n) komen voor rekening van de opstalhouder. 8. Als partijen na beëindiging van het recht van opstal overeenkomen dat de opstal of werken niet zullen worden opgeruimd, verkrijgt de gemeente hiervan de eigendom om niet, zulks zonder dat zij gehouden is tot vergoeding van de waarde van de nog aanwezige opstal(len) of werken aan de opstalhouder. Artikel 15: Hypotheekhouder(s) 1. Wanneer het recht van opstal met hypotheek bezwaard wordt, zullen de voorwaarden genoemd in deze overeenkomst, voorzover deze op de hypotheekhouder(s) betrekking hebben, slechts van toepassing zijn als de hypotheekhouder de gemeente een authentiek afschrift van de akte van hypotheekverlening heeft verstrekt. 2. De hypotheekhouder, die aan het in het eerste lid van dit artikel bepaalde gevolg heeft gegeven, is verplicht aan de gemeente onverwijld kennis te geven van de doorhaling van de hypothecaire inschrijving. 3. De gemeente zal de hypotheekhouder(s) tijdig in kennis stellen van een voornemen tot beëindiging van het recht van opstal. Artikel 16: Over- en ondermaat Als de geschatte grootte van de onroerende zaak waarop het recht van opstal betrekking heeft afwijkt van de later ingemeten oppervlakte, geeft dat aan geen van partijen het recht de overeenkomst te ontbinden, vermeerdering of vermindering van de retributie of tegenprestatie te vragen dan wel het recht om de overeenkomst te beëindigen. Artikel 17: Kettingbeding 1. Bij een eventuele overdracht van het opstalrecht of het verlenen daarop van enig beperkt of zakelijk recht aan de nieuwe opstalhouder of (beperkt) zakelijk gerechtigde zal ten behoeve van de gemeente in de notariele akte een kettingbeding worden opgenomen. In het kettingbeding dienen alle in deze overeenkomst opgenomen verplichtingen letterlijk te worden opgenomen. 2. De opstalhouder is verplicht om vóór de ondertekening van de notariële akte van overdracht, als bedoeld in lid 1, een ontwerp daarvan aan de gemeente te overhandigen ter controle of aan dit kettingbeding is voldaan.

10 Artikel 18: Verklaring van partijen Partijen verklaren kennis te hebben genomen van de inhoud van de overeenkomst. Aldus in drievoud ondertekend op 19 mei 2009 De gemeente, De opstalhouder, drs. H.P.T.M. Willems Dhr J.H.M. van Bokhoven Voorzitter Mevr. L.H. Tijssen Secretaris

11 Overeenkomst tot vestiging van een recht van opstal Ondergetekenden, Drs. Henricus Petrus Theresia Maria Willems, wonende aan de Jeroen Boschlaan 8 te Drunen, burgemeester van de gemeente Heusden, ten deze krachtens artikel 171 van de Gemeentewet de gemeente Heusden rechtsgeldig vertegenwoordigende, hierna te noemen: de gemeente, En Stichting Clubhuis RKDVC, Torenstraat 32, Drunen, opstalhouder, hierna te noemen: de Verklaren het volgende te zijn overeengekomen: Aan Stichting Clubhuis RKDVC zal met ingang van 19 mei 2009 het zakelijk recht van opstal worden verleend tot het in eigendom hebben, houden en onderhouden van een clubgebouw, kassagebouw en overdekte tribune aan de Sportlaan 10 in Drunen, op het perceel kadastraal bekend gemeente Drunen, sectie L nummer 2938, ter grootte van ± <m2> 1 m2, zoals aangegeven op bijbehorende en als zodanig gewaarmerkte tekening. Voor dit recht van opstal gelden de volgende voorwaarden: Artikel 1: Duur en verlenging van het recht van opstal 1. Het recht van opstal wordt verleend voor een tijdvak van vijfentwintig jaren, ingaande op 19 mei 2009 en derhalve eindigende op 18 mei Het recht van opstal wordt na het verstrijken van de in lid 1 genoemde termijn telkens met een periode van vijf jaren verlengd, behoudens beëindiging door één van de partijen. 3. Wenst één van de partijen tot beëindiging van het recht van opstal over te gaan, dan dient hiervan ten minste drie maanden van tevoren bij aangetekend schrijven of deurwaardersexploot onder opgaaf van redenen mededeling te worden gedaan aan de andere partij. De kosten voor beëindiging, zoals de kosten voor het opmaken van een notariële akte, zijn voor rekening van degene die tot beëindiging wenst over te gaan. Artikel 2: Retributie 1. De verschuldigde retributie bedraagt 45,38 per jaar, welk bedrag jaarlijks bij vooruitbetaling dient te worden voldaan vóór 15 januari. 2. Wordt het recht van opstal in de loop van een jaar gesloten, dan is de retributie naar rato verschuldigd, met dien verstande dat de retributie op de 15 e van de maand volgende op de maand van notariële vestiging van het recht van opstal door de gemeente ontvangen dient te zijn. 3. De retributie moet zonder kosten, inhouding of vergelijking worden voldaan. 4. De gemeente is gerechtigd om de retributie eens in de vijf jaar te verhogen op basis van redelijkheid en billijkheid. 1 Het aantal m2 zal in de uiteindelijke overeenkomst worden ingevuld

12 Artikel 3: Notariële akte van vestiging 1. De notariële overdracht dient plaats te vinden ten overstaan van een door de opstalhouder aan te wijzen notaris uiterlijk twee maanden na de datum waarop de overeenkomst tot vestiging van een recht van opstal tussen partijen is gesloten. 2. Alle notariële en andere kosten die verband houden met de vestiging van het recht van opstal komen voor rekening van de opstalhouder. Onder deze kosten zijn in elk geval begrepen de kosten van het notarieel transport, de eventueel verschuldigde overdrachtsbelasting en de kadastrale rechten. 3. Als de opstalhouder vóór het verlijden van de notariële akte tot vestiging van het recht van opstal in staat van faillissement wordt verklaard, surséance van betaling heeft verkregen, dan wel onder curatele is gesteld, alsmede bij inbeslagname van zijn onroerende zaken, zal de overeenkomst tot vestiging van het recht van opstal ontbonden zijn zodra de gemeente daarvan kennis heeft verkregen, zonder dat ontbinding in rechte behoeft te worden gevorderd. Artikel 4: Aflevering, risico De feitelijke en juridische levering van het opstalrecht vindt plaats terstond na de ondertekening van de notariële akte. Vanaf dat tijdstip komen de baten de opstalhouder ten goede en zijn de lasten en belastingen die worden geheven in verband met de op het perceel aanwezige opstal(len) voor rekening van de opstalhouder en draagt de opstalhouder het risico van de opstal(len). Artikel 5: Inhoud recht van opstal 1. Het recht van opstal houdt in de bevoegdheid om in, op en boven de onroerende zaak in eigendom te hebben of te verkrijgen een clubgebouw, overdekte tribune en kassagebouw. Onder de bevoegdheid wordt mede begrepen het gebruiken, aanbrengen en wegnemen van de in dit artikel vernoemde opstal(len). 2. Het is opstalhouder uitsluitend toegestaan de clubgebouw, overdekte tribune en kassagebouw te gebruiken voor activiteiten die in relatie staan met activiteiten zoals die behoren tot de voetbalvereniging. 3. Andere bebouwingen dan de hier vermelde zullen niet op het perceel waarvoor het opstalrecht geldt mogen worden gesteld zonder schriftelijke toestemming van de gemeente. Artikel 6: Kabels en leidingen De gemeente is gerechtigd derden toe te staan kabels en leidingen in, op of boven het perceel waarop het opstalrecht is gevestigd te (laten) leggen na voorafgaande schriftelijke toestemming van de opstalhouder, die zijn toestemming niet op onredelijke gronden mag onthouden. De opstalhouder is gerechtigd aanwijzingen te geven omtrent de plaats en ligging van (nieuw) aan te brengen kabels en leidingen. Artikel 7: Verplichtingen van de opstalhouder, vrijwaring 1. De opstalhouder is verplicht om de onroerende zaak in een dusdanige staat te houden dat de in artikel 5 aangegeven bestemming op behoorlijke wijze kan dienen. Daartoe dient de opstalhouder de grond met opstal(len) in alle opzichten goed te onderhouden en waar nodig te herstellen en/of te vernieuwen.

13 2. De opstalhouder is verplicht om in het geval dat hij wijzigingen aan de opstal(len) aanbrengt, deze (gedeeltelijk) afbreekt, (gedeeltelijk) vervangt of (een) nieuwe opstal(len) plaatst, hiervoor de benodigde vergunningen bij de gemeente c.q. bij andere (overheids)instanties aan te vragen vóór met de werkzaamheden wordt begonnen. 3. Grenst/grenzen de opstal(len) van opstalhouder aan één of meer andere gebouwen, die wel of niet in eigendom zijn van derden of die van hemzelf zijn, is de opstalhouder verplicht om de onroerende zaak waarvoor dit opstalrecht geldt, geheel of gedeeltelijk te herbouwen als deze door welke oorzaak dan ook teniet is of zijn gegaan. 4. De opstalhouder is verplicht voor de opstal(len) een opstalverzekering en een WAverzekering af te sluiten. 5. De in lid 4 van dit artikel genoemde verzekeringen dienen onder de voorwaarden te worden afgesloten dat de verzekeringen uitsluitend kunnen worden opgezegd als de gemeente schriftelijk toestemming daarvoor heeft verleend. 6. De opstalhouder is verplicht om aan de gemeente een kopie van de verzekeringspolissen te verstrekken. 7. Alle kosten van het onderhoud, de benodigde vergunningen en verzekeringskosten, in de meest ruime zin, komen voor rekening van de opstalhouder. 8. Achteruitgang van de opstal(len) door een niet aan de gemeente toe te rekenen oorzaak komt voor risico van de opstalhouder. 9. De opstalhouder vrijwaart de gemeente voor alle aanspraken van derden op vergoeding van schade die ontstaat door het gebruik of door verontreiniging door de opstalhouder van de opstal(len) of het perceel of door gebrek aan onderhoud, gehele of gedeeltelijke instorting van de opstal(len). Artikel 8: Vervreemding recht van opstal en verhuur 1. Het is opstalhouder niet toegestaan om het recht van opstal zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente te vervreemden noch met hypotheek of enig ander zakelijk recht te bezwaren. 2. Op het perceel waarop het recht van opstal wordt verleend, mogen door de opstalhouder zonder schriftelijke toestemming van de gemeente geen erfdienstbaarheden worden gevestigd, noch zal dit recht van opstal en/of de zich op het perceel bevindende opstal(len) geheel of gedeeltelijk aan derden mogen worden verhuurd of op enigerlei andere wijze in gebruik of genot mogen worden afgestaan. Artikel 9: Belastingen Alle belastingen en lasten, die, onder welke benaming ook, voor de tijd gedurende welke het recht van opstal zal bestaan, op of wegens de eigendom van de opstal(len) en de ondergrond waarop het recht van opstal betrekking heeft worden geheven, zijn vanaf 1 januari volgende op het jaar van notarieel transport voor rekening van de opstalhouder. Artikel 10: Bodemverontreiniging 1. Het is de gemeente niet bekend, dat de onroerende zaak enige verontreiniging bevat die ten nadele strekt van het in artikel 5 lid 2 omschreven gebruik door de opstalhouder of die heeft geleid of zou kunnen leiden tot een verplichting tot sanering van de onroerende zaak, danwel tot het nemen van andere maatregelen, ingevolge de thans geldende milieuwetgeving en/of milieurechtspraak.

14 2. Het is de opstalhouder niet toegestaan de onroerende zaak zodanig te gebruiken dat ten gevolge van dit gebruik bodem- en andere milieuverontreining optreedt, dan wel schade aan de onroerende zaak of de belendende percelen kan ontstaan. Partijen komen overeen dat de gemeente desgewenst binnen één maand na beëindiging van het gebruik van de onroerende zaak voor rekening van de opstalhouder een genormeerd bodemonderzoek kan laten verrichten, waarvoor opstalhouder in overleg met de gemeente opdracht zal verstrekken aan een gerenommeerd bedrijf. Als uit het daarover uit te brengen rapport mocht blijken van verontreiningen, dan zullen die verontreinigingen door en op kosten van de opstalhouder ongedaan worden gemaakt binnen drie maanden nadat het resultaat van het onderzoek ter kennis is gebracht aan partijen. Voor verontreiniging die aantoonbaar afkomstig is van belendende percelen, zal de opstalhouder niet aansprakelijk worden gehouden, mits de opstalhouder niet verantwoordelijk is voor verontreiniging op of in die belendende percelen. Artikel 11: Garanties De gemeente garandeert het volgende: 1. de gemeente is bevoegd tot vestiging van het opstalrecht; 2. het opstalrecht is niet bezwaard met beslagen of rechten van hypotheken of inschrijvingen daarvan dan wel met andere beperkte rechten (behoudens de in deze overeenkomst vermelde); 3. de onroerende zaak is niet betrokken in een ruilverkavelings- of herinrichtingplan en is niet ter onteigening aangewezen; 4. voor de gemeente bestaan geen verplichtingen ten opzichte van derden uit hoofde van een voorkeursrecht of optierecht die de vestiging in de weg staan; 5. de onroerende zaak is niet opgenomen in een aanwijzing als bedoeld in artikel 2 of artikel 8 dan wel in een voorstel als bedoeld in artikel 6 of 8a van de Wet voorkeursrecht gemeenten; 6. de gemeente staat er, voor zover dit binnen haar invloed ligt, zoveel mogelijk voor in dat geen handelingen plaatsvinden waardoor een ongestoorde uitoefening van (de rechten verbonden aan) het opstalrecht zou(den) kunnen worden belemmerd. Artikel 12: Einde van het recht van opstal Het recht van opstal eindigt: a. door opzegging door de gemeente en/of de opstalhouder b. door het doen van afstand op de door de wet voorgeschreven wijze c. door de rechter op grond van het bepaalde in artikel 5:97 juncto 5:104 van het Burgerlijk Wetboek d. op andere in de wet omschreven gronden. Artikel 13: Beëindiging overeenkomst bij niet-nakoming 1. Bij niet of niet-tijdige nakoming van de overeenkomst anders dan door niet toerekenbare tekortkoming (overmacht) is de nalatige partij aansprakelijk voor alle daaruit voor de wederpartij ontstane schade met kosten en rente, ongeacht het feit of de nalatige partij in verzuim is in de zin van het volgende lid. 2. Als één van de partijen, na bij deurwaardersexploot in gebreke te zijn gesteld, gedurende acht dagen tekortschiet in de nakoming van een of meer van haar verplichtingen is deze partij in verzuim en heeft de wederpartij de al dan niet subsidiaire keuze tussen:

15 a. uitvoering van de overeenkomst te verlangen, of b. de overeenkomst door een schriftelijke verklaring voor ontbonden te verklaren, zonder dat daarvoor tussenkomst van een rechter is vereist. 3. Bij beëindiging van het recht van opstal zoals genoemd in lid 2 onder b dient de opstalhouder het perceel binnen één maand op te leveren vrij van opstallen en volledig opgeschoond. 4. Bij het niet-nakomen door de opstalhouder van enige verplichting heeft de gemeente na beëindiging geen enkele verplichting meer, noch het verschuldigd zijn van een eventuele schadeloosstelling dan wel vergoeding, noch het beschikbaar stellen van een alternatieve locatie. 5. Alle kosten, die gemaakt moeten worden om het recht van opstal in het geval zoals genoemd in lid 2 onder b te beëindigen, zijn voor rekening van de nalatige partij. Artikel 14: Schadevergoeding bij tussentijdse opzegging 1. Bij tussentijdse beëindiging van het opstalrecht door de gemeente, zal de gemeente aan de opstalhouder de op dat moment geldende waarde van de opstal(len) vergoeden, voorzover de opstal(len) nog aanwezig is/zijn, vast te stellen op de wijze als hierna bedoeld. 2. Het vaststellen van de waarde van de vergoeding van de opstal(len) als in lid 1 bedoeld, geschiedt door een deskundige (hiernaar: deskundige A), aan te wijzen door de gemeente. Vaststelling van de waardevergoeding voor de opstal(len) door voormelde deskundige dient binnen twee maanden nadat de deskundige is aangewezen door de deskundige aan zowel opstalhouder als de gemeente te zijn medegedeeld. 3. Als de opstalhouder zich niet kan vinden in de vaststelling van de waardevergoeding door deskundige A, is hij bevoegd om binnen één maand na bekendmaking van de vaststelling van de waardevergoeding een andere deskundige (hiernaar: deskundige B) aan te wijzen. Binnen twee maanden nadat deskundige B is aangewezen zal deskundige B aan zowel de opstalhouder als de gemeente de door hem bepaalde waarde mededelen. 4. Verschilt de vastgestelde waardevergoeding, vastgesteld door de deskundige B, meer dan 20% van de vastgestelde waardevergoeding, vastgesteld door de deskundige A, dan zal de vastgestelde waardevergoeding door de deskundige B als ongeldig worden aangemerkt. De opstalhouder dient in een dergelijk geval een nieuwe deskundige (hiernaar: deskunidge C) aan te wijzen. Op hem zijn de bepalingen genoemd in lid 3 van toepassing. 5. Verschilt de vastgestelde waardevergoeding van deskundige C meer dan 20% van de vastgestelde waarde door de deskundige A, dan zullen partijen de rechtbank verzoeken om een waarde voor de opstal(len) vast te stellen. 6. Verschilt de vastgestelde waardevergoeding door de deskundigen A, B en C niet meer dan 20%, dan zullen de vastgestelde waarden worden gemiddeld en zal deze waarde als vastgestelde waarde gelden. 7. De kosten van de door de gemeente aangewezen deskundige komen voor rekening van de gemeente. De kosten van de door opstalhouder aangewezen deskundige(n) komen voor rekening van de opstalhouder. 8. Als partijen na beëindiging van het recht van opstal overeenkomen dat de opstal of werken niet zullen worden opgeruimd, verkrijgt de gemeente hiervan de eigendom

16 om niet, zulks zonder dat zij gehouden is tot vergoeding van de waarde van de nog aanwezige opstal(len) of werken aan de opstalhouder. Artikel 15: Hypotheekhouder(s) 1. Wanneer het recht van opstal met hypotheek bezwaard wordt, zullen de voorwaarden genoemd in deze overeenkomst, voorzover deze op de hypotheekhouder(s) betrekking hebben, slechts van toepassing zijn als de hypotheekhouder de gemeente een authentiek afschrift van de akte van hypotheekverlening heeft verstrekt. 2. De hypotheekhouder, die aan het in het eerste lid van dit artikel bepaalde gevolg heeft gegeven, is verplicht aan de gemeente onverwijld kennis te geven van de doorhaling van de hypothecaire inschrijving. 3. De gemeente zal de hypotheekhouder(s) tijdig in kennis stellen van een voornemen tot beëindiging van het recht van opstal. Artikel 16: Over- en ondermaat Als de geschatte grootte van de onroerende zaak waarop het recht van opstal betrekking heeft afwijkt van de later ingemeten oppervlakte, geeft dat aan geen van partijen het recht de overeenkomst te ontbinden, vermeerdering of vermindering van de retributie of tegenprestatie te vragen dan wel het recht om de overeenkomst te beëindigen. Artikel 17: Kettingbeding 1. Bij een eventuele overdracht van het opstalrecht of het verlenen daarop van enig beperkt of zakelijk recht aan de nieuwe opstalhouder of (beperkt) zakelijk gerechtigde zal ten behoeve van de gemeente in de notariele akte een kettingbeding worden opgenomen. In het kettingbeding dienen alle in deze overeenkomst opgenomen verplichtingen letterlijk te worden opgenomen. 2. De opstalhouder is verplicht om vóór de ondertekening van de notariële akte van overdracht, als bedoeld in lid 1, een ontwerp daarvan aan de gemeente te overhandigen ter controle of aan dit kettingbeding is voldaan. Artikel 18: Verklaring van partijen Partijen verklaren kennis te hebben genomen van de inhoud van de overeenkomst. Aldus in drievoud ondertekend op 19 mei 2009 De gemeente, De opstalhouder, drs. H.P.T.M. Willems Dhr J.H.M. van Bokhoven Voorzitter Mevr. L.H. Tijssen Secretaris

17 Raad Onderwerp: Realisatie kleedgebouw RKDVC V Raadsvoorstel Inleiding: Voetbalvereniging RKDVC kampt al jaren met capaciteitsproblemen. Enerzijds op het gebied van beschikbare wedstrijd/ trainingsvelden en anderzijds op het gebied van beschikbare kleedruimten. De problemen t.a.v. de velden zijn twee jaar geleden opgelost door de aanleg van twee kunstgras voetbalvelden. Met dit voorstel stellen wij uw raad voor een bedrag beschikbaar te stellen zodat de problemen t.a.v. het kleedgebouw opgelost kunnen worden. Feitelijke informatie: Momenteel beschikt RKDVC over een 10-tal kleedruimten die inmiddels ruim 25 jaar oud zijn. Naast het feit dat dit aantal bij lange na niet toereikend is voor het aantal teams (54) dat er wekelijks gebruik van maakt, zijn de ruimten als uitvloeisel van de hoge bezettingsgraad kwalitatief zwaar onder de maat. Deze problematiek is al sinds 2002 in de begrotingscyclus is gemeld en zijn er in het verleden verschillende plannen gemaakt. In eerste instantie is uitgegaan van het renoveren van de huidige kleedaccommodatie en de aanbouw van een zevental kleedruimten. Omdat echter de kosten voor nieuwbouw vergelijkbaar bleken te zijn met die van renovatie en uitbreiding, is bij het ontwikkelen van de plannen uitgegaan van nieuwbouw. Na de realisatie van de kunstgrasvelden is RKDVC in overleg met de gemeente begonnen met het uitwerken van de plannen. Nadat de randvoorwaarden voor wat betreft de invulling van de accommodatie waren bepaald is RKDVC gestart met het opstellen van het programma van eisen. De randvoorwaarden waarbinnen RKDVC een nieuwe kleedaccommodatie gaat realiseren zijn: 1) de nieuwe accommodatie beschikt over 18 kleedruimten plus een aantal aanvullende ruimten voor o.a. EHBO, secretariaat, berging etc. 1 ; 2) RKDVC wordt eigenaar van de kleedaccommodatie; 3) RKDVC zal zelf gaan bouwen. Nadat duidelijkheid was verkregen over de uitgangspunten is RKDVC aan de slag gegaan met het bouwplan. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een plan dat in februari 2008 aan de gemeente is gepresenteerd. De kosten van uitvoering van het plan werden destijds geraamd op een bedrag van ,- excl BTW. Gezien de forse investering is LT architecten door de gemeente gevraagd om een contra-expertise uit te voeren. Conclusie daaruit was dat er verschil van inzicht bestond t.a.v. de kostenraming. Bovendien waren er problemen met de bouwaanvraag (waardoor deze niet tijdig kon worden afgewikkeld). In overleg met RKDVC werd besloten het raadsvoorstel dat zou worden geagendeerd voor de raadsvergadering van april 2008 terug te trekken en de realisatie van het nieuwe kleedgebouw een jaar door te schuiven. LT architecten is vervolgens gevraagd op basis van de uitgangspunten van het oorspronkelijke plan van RKDVC een bestek met begroting te maken. Dit heeft geleid tot een alternatief plan. De kosten van realisatie van dit plan werden door LT begroot op een bedrag van ,- excl BTW en legeskosten. Gedurende het onderzoek van LT zijn de onderhandelingen met het bestuur van RKDVC 1 In een als bijlage opgenomen rapport van RKDVC wordt een onderbouwing gegeven voor wat betreft het aantal kleedruimten. De gemeente onderschrijft de problematiek en kan zich volledig vinden in de argumentatie om te komen tot 18 kleedruimten met bijbehorende ruimten. 1/5

18 Raad Onderwerp: Realisatie kleedgebouw RKDVC V doorgegaan. In de begroting 2009 is budgettair gezien rekening gehouden met een investering van ,- voor de kleedaccommodatie van RKDVC. In de onderhandelingen met RKDVC is dat bedrag ook als uitgangspunt genomen. Toen duidelijk werd dat de raming van LT boven dit bedrag uitkwam heeft RKDVC haar verantwoordelijkheid genomen en is met een aangepast plan gekomen. In dat aangepaste plan worden 17 in plaats van 18 kleedruimten gecreëerd en worden enkele aanpassingen t.a.v. de constructie gemaakt (schuin dak in plaats van plat dak). Met deze aanpassingen kunnen de kosten gedrukt worden waardoor de kleedaccommodatie voor het bedrag van ,- gerealiseerd kan worden. Dit bedrag is inclusief kosten voor leges en sloop van het bestaande pand. Privatisering Zoals hierboven is aangegeven is het de bedoeling dat RKDVC zelf gaat bouwen en het eigendom van het kleedgebouw op zich neemt. De eigendomsoverdracht zal plaatsvinden d.m.v. een recht van opstal. Om de afdracht van overdrachtsbelasting 2 te voorkomen zal het recht van opstal verleend worden op het moment dat het oude kleedgebouw gesloopt is. Het privatiseren van het kleedgebouw kent een aantal voordelen: 1) BTW In tegenstelling tot de gemeente kan RKDVC de BTW over de bouwsom terugkrijgen. Dit geschiedt door het oprichten van een stichting die het eigendom van de opstal overneemt en de accommodatie vervolgens verhuurt aan de vereniging. 2) Bouwkosten RKDVC doet RKDVC het nodige in zelfwerkzaamheid waardoor de bouwkosten gedrukt worden. 3) Onderhoud RKDVC neemt het beheer en onderhoud aan het pand over van de gemeente. Hierdoor vallen de onderhoudskosten weg en wordt RKDVC zelf verantwoordelijk voor de instandhouding van het pand. Om de kwaliteit van de kleedaccommodatie te borgen zal de gemeente periodiek de kwaliteit van de opstal toetsen. Een regeling hiertoe is momenteel in ontwikkeling en zal in de toekomst een algemene werking te krijgen. Afweging: Zoals in de inleiding al naar voren is gekomen speelt de problematiek t.a.v. de kleedaccommodatie van RKDVC al jaren. Door eenmalig een bedrag van ,- beschikbaar te stellen kan RKDVC uit de problemen geholpen worden. Doordat RKDVC bereid is zelf te gaan bouwen en het eigendom van de opstal overneemt, wordt recht gedaan aan de uitgangspunten van de kadernota sport en bewegen. Wij zijn ervan overtuigd dat met de in dit voorstel beschreven werkwijze een wenselijke oplossing voor de problemen van RKDVC is gevonden. 2 overdrachtsbelasting wordt vastgesteld op 6% van de waarde van het onroerend goed. Door de overdracht te laten plaatsvinden op het moment dat er gesloopt is, is er geen sprake meer van een opstal en hoeft daar geen belasting over afgedragen te worden. Aangezien de ondergrond van de gemeente blijft hoeft er geen overdrachtsbelasting over de ondergrond betaald te worden. 2/5

19 Raad Onderwerp: Realisatie kleedgebouw RKDVC V Inzet van middelen: De gemeentelijke bijdrage voor de bouw van de kleedaccommodatie van RKDVC is niet als project in de begroting 2009 benoemd. Dit wil niet zeggen dat geen middelen beschikbaar zijn. Bij het opstellen van de begroting is bij de berekening van de stand van de algemene reserve per 1 januari 2009 namelijk met een uitname van 1,5 miljoen voor de kleedaccommodatie RKDVC rekening gehouden. Dit betekent dat de budgettaire ruimte voor een investering van 1,5 miljoen, te dekken door aanwending van de reserves, aanwezig is. Omdat de budgetruimte beschikbaar is, kan thans een krediet beschikbaar gesteld worden. Procedure: vervolgstappen Indien een positief besluit wordt genomen zal een recht van opstal aan RKDVC worden verleend. Vervolgens zal een bouwdepot worden gevormd waar RKDVC een beroep op kan doen. In eerste instantie zal een voorschot aan RKDVC worden overgemaakt 3. Vervolgens zal op basis van ingediende facturen een beroep op het depot kunnen worden gedaan. De maximale bijdrage waar RKDVC een beroep op kan doen is ,- eventuele meerkosten zijn voor rekening van RKDVC. Periodiek zal de kwaliteit van de opstal door de gemeente gecontroleerd worden. Deze voorwaarde zal in het recht van opstal worden vastgelegd. inkoop Aangezien RKDVC zelf gaat bouwen en eigenaar van de opstal wordt zijn de algemene inkoopvoorwaarden niet van toepassing. Advies: Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. Het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven de burgemeester, drs. H.P.T.M. Willems Naar aanleiding van de informatievergadering: BIJLAGEN: 1) begrotingswijziging 2) onderbouwing RKDVC (2008) 3) bouwtekeningen 3 Dit bedrag zal in overleg met RKDVC bepaald worden en is o.a. afhankelijk van de betalingsafspraken die met de bouwers worden gemaakt) 3/5

20 Raad Onderwerp: Realisatie kleedgebouw RKDVC V TER INZAGE: De stukken liggen ter inzage in de leeskamer, locatie Vlijmen. 4/5

21 Raad Onderwerp: Realisatie kleedgebouw RKDVC V BESLUIT De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 12 mei 2009; gezien het voorstel van het college van 31 maart 2009, doc.nr. V ; b e s l u i t : - een krediet van ,- beschikbaar te stellen voor de realisatie van het kleedgebouw bij RKDV - deze investering te dekken door aanwending van de algemene reserve. de griffier, de voorzitter, mw. drs. E.J.M. de Graaf drs. H.P.T.M. Willems 5/5