Nieuwsbrief van d.d Marktaandeel AH weer hoger

Transcriptie

1 Nieuwsbrief van d.d Nummer: Marktaandeel AH weer hoger Albert Heijn heeft het marktaandeel in Nederland het afgelopen jaar zien stijgen van 31,3 naar 32,8 procent. De omzet steeg met 9,7 procent naar 9 miljard euro. Gerelateerd: AH: alle huismerken in 2015 duurzaam Albert Heijn schiet in het rood Nieuwe franchisebaas Ahold Europa Dat blijkt uit de jaarcijfers van Ahold, die donderdagmorgen zijn gepubliceerd. Wanneer de cijfers worden gecorrigeerd voor de extra koopweek in 2009 komt de groei van de marktleider onder de Nederlandse supermarkten uit op 7,4 procent. De groei is vooral te danken aan nieuwe winkels en verbouwingen, waarbij vooral de ombouw van C1000-winkels zich liet gelden. Identiek bleef de groei steken op 1,7 procent, het laagste groeicijfer in jaren. Mensheugenis De autonome groei van Albert Heijn dook in het derde kwartaal voor het eerst in mensenheugenis in het rood. Dat werd in de laatste drie maanden van het jaar, traditioneel een goede periode voor AH, weer rechtgetrokken. In het vierde kwartaal kwam de identieke omzetgroei uit op 1,2 procent. De omzet steeg in die periode met 12,3 procent naar 2,3 miljard euro. Na correctie voor die extra week is dat 3,2 procent. Verslechtering

2 De resultaten betekenen een verslechtering ten opzichte van 2008, toen de supermarkten van Albert Heijn een omzet van 8,2 miljard euro scoorden. Dat was toen 13,2 procent meer dan in De identieke omzet van Albert Heijn over 2008 kwam uit op 9,2 procent. Wel deed Albert Heijn het beter dan de markt in 2009 Winkeliers vrezen EU-regels franchise Winkeliers waarschuwen dat Brussel flinke drempels wil opwerpen tegen franchiseformules. De Europese Commissie heeft daartoe een wetswijziging in voorbereiding die per 31 mei van kracht moet worden. ANPFranchiseformules, waarbij een ondernemer betaalt om een handelsnaam zoals McDonalds te mogen gebruiken, zorgen voor het leeuwendeel van de circa 80 miljard euro winkelomzet in Nederland. Brancheorganisatie Detailhandel Nederland vreest dat er een streep wordt gezet door het speciale Nederlandse regime voor franchiseformules. Dit regime staat aan groepen winkeliers toe om tijdens een kortlopende advertentiecampagne maximumprijzen te hanteren. Campagnes Volgens Detailhandel Nederland zullen franchiseformules bij het schrappen van deze regeling ernstig worden bemoeilijkt om nog langer advertentiecampagnes op nationale schaal te doen. Bovendien vreest Detailhandel Nederland juridische onzekerheid en praktische problemen door nieuwe regels over marktaandeel. Zolang het marktaandeel van de eigenaar van de formule nu maar onder de 30 procent blijft, kan die worden vrijgesteld van EU-regels om kartels en marktafspraken tegen te gaan. Eisen De Europese Commissie wil aanvullend daarop ook eisen stellen aan het marktaandeel van franchisenemers. Indien een franchisenemer een marktaandeel van meer dan 30 procent heeft, zou deze volgens de Europese Commissie niet meer automatisch van de Europese mededingingsregels worden vrijgesteld. Concreet zou dit betekenen dat de franchisenemer zijn contracten met toeleveranciers zou moeten voorleggen aan de mededingingsautoriteiten. Brief

3 Detailhandel Nederland heeft via een boze brief aan de bel getrokken in Brussel. De winkeliers hebben ook grote moeite met andere beperkingen in het wetsvoorstel. Zo wil de Europese Commissie ook tornen aan vergoedingen aan leveranciers en winkels. Gunstige schappen Nu betalen sommige fabrikanten geld aan de winkelier om te zorgen dat de artikelen op gunstige schappen komen te liggen. ''Als dit niet langer mag is het meest logische gevolg lagere marges voor de winkelier, hogere prijzen voor de consumenten of een combinatie van beide. Daarom dringen we bij de Europese Commissie aan op het schrappen van deze beperking'', aldus Detailhandel Nederland Hoogte gebruikelijk loon dga van/in holdingvennootschap en werkmaatschappij Ten aanzien van het gebruikelijk loon van X voor de werkmaatschappij is de rechtbank van oordeel dat de door de inspecteur gehanteerde afroommethode (managementvergoeding minus pensioenkosten, overige kosten en een winstopslag van 10%) hier niet kan worden toegepast. Het gaat hier namelijk niet om een enkelvoudige bv-structuur maar om een houdster- /werkmaatschappijstructuur waarbij niet kan worden geoordeeld dat de opbrengsten van de werkmaatschappij (nagenoeg) geheel voortvloeien uit de door X verrichte arbeid. De inspecteur heeft niet aannemelijk gemaakt dat het loon dat X voor zijn werkzaamheden voor de werkmaatschappij heeft genoten in belangrijke mate afwijkt van hetgeen in soortgelijke dienstbetrekkingen, waarbij een aanmerkelijk belang geen rol speelt, gebruikelijk is. Commentaar: De afroommethode is alleen van toepassing voor de DGA waarvan de winst uit de werkmaatschappij nagenoeg geheel voortvloeien uit de door de DGA verrichte arbeid. Denk hierbij dus aan de advocaat/specialist die zijn bedrijf uitoefent in een BV structuur. (werkmaatschappij + Holding) Zijn loon moet voldoen aan de afroommethode en tevens moet zijn Fee hier ook nog eens aan voldoen. Voor deze zelfstandigen is het fiscaal gezien vaak niet voordelig om in een BV structuur te zitten. Het enige voordeel zit misschien in het opbouwen van een pensioen in eigen beheer.

4 Doorwerken na 60 jaar en gevolgen voor DGApensioen In veel pensioenbrieven van DGA s die zijn geboren vóór 1950 staat een pensioenleeftijd van 60 of 62 jaar. In de praktijk blijkt dat er, ondanks het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, veelal gewoon wordt doorgewerkt en dat de pensioenvoorziening verder wordt opgerent. Er is immers (nog) geen behoefte aan pensioen. Het uitstellen van de pensioendatum is op zich toegestaan. Maar het zonder hierover nadere afspraken te maken afwijken van de oorspronkelijke toezegging, kan voor de Belastingdienst aanleiding zijn om te stellen dat de DGA heeft afgezien van pensioen. We raden u aan tijdig adequaat actie te ondernemen. Zo dient de pensioenbrief van de DGA het uitstellen van de pensioendatum toe te staan en moet er een aanvullende uitstelovereenkomst worden opgemaakt. In deze overeenkomst zal ook moeten staan of, en in welke mate, er tijdens de uitstelperiode nog nieuwe pensioenaanspraken worden opgebouwd. Hierbij zal ook de fiscale 100%-norm moeten worden getoetst, om te bepalen in hoeverre opbouw nog mogelijk is. Als er nog maar in deeltijd wordt gewerkt, dan mag uitstel alleen plaatsvinden voor het gedeelte dat wordt doorgewerkt. De op de oorspronkelijke pensioendatum opgebouwde aanspraken zullen actuarieel moeten worden herrekend naar pensioenaanspraken op de uitgestelde pensioeningangsdatum en deze premievrije aanspraken zullen jaarlijks actuarieel moeten worden gewaardeerd, met inachtneming van de toegezegde wijze van indexering. Ook dienen eventuele pensioenpolissen te worden betrokken bij het pensioenuitstel. Commentaar: Het bereiken van de pensioenleeftijd is een moment waarop deskundig advies en begeleiding bij het pensioendossier nodig is. Consument & Geldzaken start massaclaim koppelverkoop De Vereniging Consument & Geldzaken (VC&G) die de koppelverkooppraktijken van DSB aan de kaak stelt en de polissen en de daarmee verbonden hypotheken nietig wil verklaren. Die actie wordt nu verder opgevoerd en uitgebreid naar andere kredietaanbieders die de wet met verboden koppelverkoop hebben overtreden.

5 Nu start VC&G een massaclaim voor gedupeerden van verboden koppelverkoop met consumptieve leningen. Volgens de consumentenorganisatie zijn de afgelopen vijftien jaar circa leningen afgesloten, waarbij de wettelijke regels voor koppelverkoop zijn overtreden. "Door deze wetsovertreding zijn zowel de leningen als de gekoppelde nevenproducten, veelal verzekeringen, niet rechtsgeldig tot stand gekomen," aldus de vereniging. Bij koppelverkoop stellen banken als voorwaarde voor de verstrekking van een krediet dat de leningnemer ook een verzekering bij de bank afsluit. Commentaar: Het zal nog een tijdje duren voordat de banken en verzekeringsmaatschappijen schoon schip hebben gemaakt met hun verleden. Heeft een zieke werknemer recht op winstdeling (tantième)? Uiteraard hangt het antwoord eerst af van de vraag of er in de onderneming winst wordt gemaakt. Als er niets te verdelen is, hoeft een werknemer immers nergens op te rekenen. Als er wel winst wordt gemaakt, dan kan de zieke werknemer niet op grond van artikel 7:629 BW (loon bij ziekte) aanspraak maken op winstdeling. Op grond van goed werkgeverschap en de redelijkheid en billijkheid kan de werknemer dit recht wel toekomen. Als de werknemer een aantal jaren een winstuitkering heeft ontvangen, dan is sprake van een bestendig gebruik en kan hij/zij daaraan rechten ontlenen, ook al is er niets vastgelegd in de arbeidsovereenkomst. Op grond van de redelijkheid en billijkheid behoudt hij deze aanspraak tijdens ziekte. Als de werkgever ondanks andere contractuele afspraken altijd 100% tijdens ziekte heeft doorbetaald, kan hij niet volstaan met een betaling van 70% van de winstdeling. Een werkgever kan uiteraard in de arbeidsovereenkomst een regeling opnemen die het toekennen van een tantième aan voorwaarden onderwerpt (langer ziek dan.. maanden, geen winstdeling). Dit is rechtsgeldig. In bijzondere gevallen zou een werknemer hiertegen nog kunnen protesteren (onderscheid op grond van chronisch ziekte of handicap levert verboden discriminatie op). Vrijstelling van omzetbelasting, overgangsregeling medische vrijstellling Besluit / beleidsregel, Fiscaal Omzetbelasting Omzetbelasting. Vrijstelling; artikel 11, eerste lid, onderdeel g, ten 1º, onder a, van de Wet op de omzetbelasting 1968 Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten

6 Besluit van 5 februari 2010, nr. DGB2010/740M, Staatscourant 2010, 1983 De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten. Dit besluit treft een overgangsregeling voor de belastingheffing over (para)medische diensten. Het bestaande beleid blijft gehandhaafd tot 1 juli Inleiding. Er bestaat een vrijstelling van omzetbelasting voor diensten door beoefenaren van een aangewezen (para)medisch beroep. De vrijstelling is opgenomen in artikel 11, eerste lid, onderdeel g, ten 1º, onder a, van de Wet op de omzetbelasting De tekst van de (para)medische vrijstelling is gewijzigd bij het Belastingplan Deze tekst is op 1 juli 2009 in werking getreden. De feitelijke werking van deze tekst is via een brief aan de Tweede Kamer tot 1 januari 2010 opgeschort. Het beleidsbesluit over (para)medische diensten van 28 februari 2008, nr. CPP2008/78M, Stcrt. 50, is daarbij gehandhaafd. De aanwijzing van beroepsbeoefenaren zoals bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel g, ten 1º, onder a, van de Wet op de omzetbelasting 1968 voor andere dan Wet BIGberoepsbeoefenaren, die binnen het deskundigheidsgebied van hun Wet BIG-opleiding gezondheidskundige diensten verrichten, is nog niet concreet uitgewerkt. Ik tref daarom een overgangsregeling voor gezondheidskundige diensten van (para)medische beroepsbeoefenaren die op grond van het beleidsbesluit over (para)medische diensten van 28 februari 2008, nr. CPP2008/78M, Stcrt. 50, vrijgesteld waren van omzetbelasting. 2. Overgangsregeling. De vrijstelling voor (para)medische diensten blijft tot 1 juli 2010 van toepassing op de gezondheidskundige verzorging van de mens onder de voorwaarden zoals die zijn opgenomen in het besluit van 28 februari 2008, nr. CPP2008/78M, Stcrt Inwerkingtreding (en vervaldatum). Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2010 en vervalt met ingang van 1 juli Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst. Den Haag, 5 februari De staatssecretaris van Financiën, mr. drs. J.C. de Jager Hoogachtend, R.A.M. van der Velden b.v. Oostveenseweg 7-b 2636EC Schipluiden

7 k.v.k. nummer telf. nr fax. Nr Hoewel aan de inhoud van deze nieuwsbrief de uiterste zorg wordt besteed, kunnen wij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor onverhoopte onjuistheden. Aanmelden nieuwsbrief, c.q. afmelden en adres wijzigen: