Crisis, wat nu? Onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Drenthe bij cliënten in acute crisis

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Crisis, wat nu? Onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Drenthe bij cliënten in acute crisis"

Transcriptie

1 Crisis, wat nu? Onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Drenthe bij cliënten in acute crisis Inspectie jeugdzorg Utrecht, mei 2005

2 2

3 Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1 Het onderzoek... 7 Hoofdstuk 2 De resultaten van het onderzoek... 9 Hoofdstuk 3 Analyse en beoordeling van de inspectie Hoofdstuk 4 Aanbevelingen Bijlage 2 Toetsings- en waarderingskader van de inspectie Bijlage 3 Standpunt provincie Drenthe over dit toezicht Bijlage 4 Cijfers dossieronderzoek BJZ Drenthe Bijlage 5 Waardering BJZ Drenthe van de inspectie

4 4

5 Samenvatting De inspectie heeft de volgende vraagstelling voor het toezicht geformuleerd: Voldoet de zorg tijdens een acute crisis aan wat cliënten mogen verwachten? Wat de cliënten precies van de bureaus jeugdzorg mogen verwachten heeft de inspectie uitgewerkt in een toetsings- en waarderingskader. Zij heeft voorafgaand aan het toezicht aan de subsidiërende overheid gevraagd om dit kader te onderschrijven. Resultaten van het onderzoek De inspectie beoordeelt de kwaliteit van de volgende 4 beslissingen van bjz (onderzoeksdeelvragen van de inspectie) als volgt: 1. Is er sprake van een acute crisis en is er onmiddellijk jeugdzorg nodig? De inspectie beoordeelt de kwaliteit van deze beslissing als voldoende, echter het handelen in het kader van het besluit of en waarom crisisinterventiezorg nodig is, wordt in de dossiers onvoldoende verantwoord. 2. Welke jeugdzorg is in deze crisis noodzakelijk? De inspectie beoordeelt de kwaliteit van deze beslissing als voldoende. 3. Is er een vervolg aan jeugdzorg nodig na de wettelijke termijn van vier weken? De inspectie beoordeelt de kwaliteit van deze beslissing als voldoende. 4. Welke vervolg jeugdzorg is nodig? De inspectie beoordeelt de kwaliteit van deze beslissing als voldoende, maar vindt dat de regietaak van bjz duidelijker kan worden ingevuld. De inspectie heeft verder de aspecten veiligheid van de jeugdige, betrokkenheid van de cliënt en de interne bewaking van het proces als voldoende beoordeeld. Eindoordeel van de inspectie De inspectie oordeelt over de hoofdvraag van het onderzoek Voldoet de zorg tijdens een acute crisis aan wat cliënten mogen verwachten? dat het handelen van Bureau Jeugdzorg Drenthe voldoende scoort. Aanbevelingen van de inspectie aan Bureau Jeugdzorg Drenthe Zorg dat in alle casus expliciet beoordeeld wordt of in geval van acute crisis onmiddellijke jeugdzorg nodig is. Maak daarbij helder in de dossiers wat de analyse van bjz zelf is en waarom (afwegingen) en breng deze zorg snel op gang. Ga hierbij na hoe het voornemen van een globale analyse zich verhoudt met het crisiskarakter van de situatie. 5

6 Sta in de dossiers explicieter stil bij veiligheid: neem de gemaakte afwegingen over veiligheid/risico s op in het dossier, opdat het hulpverleningsproces transparant wordt voor de cliënt en andere betrokkenen. Zorg dat in alle casus het indicatieproces snel op gang komt. Evalueer crises, met name die na eerdere melding (al of niet als crisismelding) escaleren. Ga opnieuw met de Raad voor de Kinderbescherming in discussie over het belang van het kind en stel zonodig het onderscheid vast met betrekking tot de interpretatie van de (mate van) veiligheid van de jeugdige. Maak aan de provincie (smart) inzichtelijk waarom het zorgaanbod tijdens de crisisinterventie ontoereikend is en de aansluiting naar de geïndiceerde zorg niet optimaal verloopt. Aanbevelingen van de inspectie aan de provincie Drenthe Streef (in IPO verband) met het Ministerie van Justitie naar oplossingen voor de wachttijd voor een onderzoek van de Raad van de Kinderbescherming. Maak afspraken met Bureau Jeugdzorg en de zorgaanbieder die ertoe leiden dat er een genoegzaam aanbod aan jeugdzorg is. 6

7 Hoofdstuk 1 Het onderzoek 1 De Inspectie jeugdzorg heeft besloten dat zij in 2005 onderzoek doet naar onmiddellijke zorg voor jeugdigen in acute crisis. De inspectie taxeert in haar interne risicoanalyse de hulpverlening bij crises in meerdere provincies en grootstedelijke gebieden 2 als een hoog risico. Ook heeft de inspectie signalen uit eerder toezicht dat de zorg in crisissituaties niet altijd optimaal is. De inspectie heeft in dit toezicht onderzocht hoe de bureaus jeugdzorg in Nederland zorgen voor onmiddellijke hulp aan cliënten in acute crisis. De kwaliteit van hun handelen meet de inspectie af aan wat de cliënten van de bureaus mogen verwachten op basis van de eisen van wet- en regelgeving. De inspectie heeft de volgende vraagstelling voor het toezicht geformuleerd: Voldoet de zorg tijdens een acute crisis aan wat cliënten mogen verwachten? Op basis van haar bevindingen doet de inspectie aanbevelingen over mogelijke verbeteringen. De inspectie maakt rapportages van haar onderzoek over alle afzonderlijke bureaus jeugdzorg in Nederland en een landelijk rapport. Doel van het inspectieonderzoek is de Minister van VWS, de Minister van Justitie en de provincies inzicht te geven in de mate waarin het handelen van de bureaus jeugdzorg bij jeugdigen in acute crisis in Nederland voldoet aan wat de cliënt op basis van de wet mag verwachten. Het beoogde effect van dit toezicht is dan ook dat de overheden, als dat nodig is, als stelselverantwoordelijken en subsidiegevers de instellingen zullen aanspreken op eventuele tekortkomingen in de kwaliteit van de uitvoering van de zorg in acute crisissituaties. Het uiteindelijke beoogde effect is dat de cliënten in het land kunnen rekenen op een onmiddellijke hulpverlening in acute crisis van vergelijkbare, goede kwaliteit. Wat goede kwaliteit inhoudt, heeft de inspectie op basis van wet- en regelgeving uitgewerkt in een toetsings- en waarderingskader (zie bijlage 2), dat zij heeft voorgelegd aan de subsidiërende overheid. Verslaglegging van het overleg met de provincie Drenthe voorafgaand aan dit onderzoek, staat in bijlage 3. 1 Uitgebreidere informatie over de aanleiding voor het onderzoek, de probleemstelling en de opzet van het onderzoek staat in bijlage 1. 2 Als in het vervolg wordt gesproken over provincies, wordt bedoeld provincies en grootstedelijke regio s. 7

8 8

9 Hoofdstuk 2 De resultaten van het onderzoek De inspectie presenteert hier de verzamelde gegevens op hoofdlijnen. De gedetailleerde uitkomsten van het onderzoek staan in bijlagen: in bijlage 4 staat de vragenlijst dossiertoets opgenomen met de uitkomsten van het onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Drenthe; bijlage 5 bevat de waardering die de inspectie uitspreekt voor de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Drenthe bij cliënten in acute crisis. De directie van Bureau Jeugdzorg Drenthe heeft de inspectie in een oriënterend overleg voorafgaand aan het onderzoek laten weten dat zij het projectplan en het toetsings- en waarderingskader van de inspectie onderschrijft. Aangegeven is wel dat bij de informatiebronnen de cliënt wordt gemist. De inspectie heeft in overleg met de directie van bjz Drenthe en de betreffende leidinggevende gekozen voor een interview met een leidinggevende en (een) medewerker(s) van bjz Z-O Drenthe (Emmen). De eerste 6 vragen van het interview zijn voorgelegd aan een medewerker instroom; de rest van de vragen aan een casemanager. Dit in verband met de werkwijze in Emmen: de nieuwe cliënten komen daar binnen bij medewerkers van het stroombureau. Voor het overige is de werkwijze van de verschillende locaties van bjz dezelfde. In Emmen heeft de inspectie het besluitvormend overleg bijgewoond en 6 dossiers getoetst. In Assen zijn 4 dossiers getoetst. Bureaus jeugdzorg zullen bij een crisis beslissingen moeten nemen. De inspectie vindt de manier waarop deze beslissingen tot stand komen van groot belang voor de kwaliteit van de zorg. In het toetsingskader staan de vier volgens de inspectie belangrijkste beslismomenten chronologisch genoemd 3. Deze belangrijke beslissingen van de bureaus jeugdzorg zijn: o vaststellen of er sprake is van de noodzaak tot onmiddellijke verlening van jeugdzorg (acute crisis); o zo ja, vaststellen welke jeugdzorg in deze crisis noodzakelijk is; o vervolgens binnen vier weken na de vaststelling van een acute crisis vaststellen of er een vervolg aan jeugdzorg noodzakelijk is; o zo ja, het vaststellen van een indicatie voor verdere zorg. Uiteraard vereisen alle beslissingen van de bureaus jeugdzorg overleg met en instemming van de cliënten. 3 Het volledige toetsings- en waarderingskader staat in bijlage 2. 9

10 Gedurende het gehele proces dienen de bureaus jeugdzorg af te wegen of de veiligheid van de cliënt voldoende gewaarborgd is en zo niet, of de noodzaak bestaat om door te geleiden naar de Raad voor de Kinderbescherming. Elke paragraaf van dit hoofdstuk is gewijd aan één van deze belangrijke aspecten van de kwaliteit van de zorg. Er staat telkens eerst cursief wat cliënten volgens de inspectie mogen verwachten 4. In hoofdstuk 3 worden de resultaten uit de volgende paragrafen vergeleken met wat de cliënten mogen verwachten Beslissing 1: Is er sprake van een acute crisis? De cliënten mogen verwachten: o dat zij altijd terecht kunnen bij de bureaus jeugdzorg in een acute crisis; o dat de bureaus jeugdzorg beoordelen of er bij hen sprake is van een acute crisis; o dat de bureaus jeugdzorg beoordelen of er voor hun vraag onmiddellijk jeugdzorg nodig is, dus of zij aanspraak maken op onmiddellijke hulpverlening; Resultaten van het onderzoek In ontvangst nemen van de crisis In de interviews vertellen de medewerkers dat bjz 24 uur per dag en zeven dagen per week bereikbaar is. De telefoniste verbindt bij crisis door naar de bureaudienst (bij locatie Emmen van tot uur in geval van nieuwe klanten naar het stroombureau). Buiten de kantooruren fungeert de telefonische hulpdienst Zorgcentrale Noord als zeef die de crises zo nodig doorgeeft aan één van de medewerkers die dienst heeft en oproepbaar is. De telefonische hulpdienst heeft ondermeer een checklist (in Protocol afhandeling meldingen voor bureau jeugdzorg door Zorgcentrale Noord-Nederland ) voor de bepaling van de urgentie. In deze checklist luidt de hoofdvraag: Kan het wachten tot de volgende werkdag, zonder dat daarmee het kind een beduidend risico loopt?. Over de meldingen vermeldt bjz verder in het protocol : Zorgmelding over chronische crisissituaties die nader onderzoek vergen: uitstellen tot volgende werkdag, verwijzen naar bjz onder kantoortijd. Zorgmelding over acute crisissituatie : melden bij bereikbaarheidsdienst. Bij acuut geweld, bedreiging etc: adviseer de beller om contact op te nemen met de politie én melden aan bereikbaarheidsdienst. Meldingen van professionals, artsen etc: altijd doorgeven aan de bereikbaarheidsdienst. Beoordelen of er sprake is van een acute crisis 4 Wat cliënten mogen verwachten staat nader toegelicht en uitgewerkt in het toetsingskader, zie bijlage 2. 10

11 Bjz heeft schriftelijk vastgelegde criteria om vast te stellen of er sprake is van een acute crisis. De geïnterviewden geven hierbij aan dat het gaat om: de verhouding draagkracht draaglast van het gezin (waarbij de beleving van de cliënt een grote rol speelt), de ernst, de veiligheid van het kind (seksuele en fysieke bedreiging) en acuutheid. Bij dit laatste criterium geven de medewerkers aan onderscheid te maken tussen een acute crisis (direct ingrijpen nodig) en een gewone crisis (kan na gesprek toch wachten tot de volgende dag). In de onderzochte dossiers is vrijwel altijd een besluit van bjz zichtbaar of er sprake is van een acute crisis, meestal letterlijk in de vorm van een bevestigend antwoord van BJZ op de standaardvraag in het Aanmeldformulier: Heeft de cliënt behoefte aan directe en intensieve hulp bij het oplossen/ hanteren van een crisissituatie? en de aangekruiste optie Crisisinterventie. Of is een opmerking aangetroffen: Direct verdelen. In een enkel dossier treft de inspectie het besluit aan dat er geen sprake is van een acute crisis, maar blijkt bijvoorbeeld dat een week na de aanmelding de situatie is geëscaleerd en alsnog een crisissituatie is geworden. In de dossiers wordt niet altijd duidelijk gemarkeerd op welk moment bjz de situatie als acute crisis heeft aangemerkt, de datering van het besluit acute crisis is niet altijd helder. De besluiten vloeien in de helft van de dossiers voort uit de expliciete beschrijving van de situatie: bijvoorbeeld vader geeft aan bang te zijn om zijn zelfbeheersing te verliezen, moeder geeft aan het niet meer aan te kunnen. Van een expliciete áfweging is echter geen sprake. Beoordelen of er onmiddellijke jeugdzorg nodig is Uit de interviews blijkt dat de casus van het stroombureau (via de gedragswetenschapper/ leidinggevende of direct) naar de bureaudienst gaat. De bureaudienst beoordeelt in overleg met de gedragswetenschapper (die eindverantwoordelijk is voor de inhoudelijke aansturing) of er onmiddellijke jeugdzorg nodig is. Ook formaliseert de gedragswetenschapper het ja antwoord op het Aanmeldformulier of crisisinterventie nodig is. Indien VOTS/ uithuisplaatsing noodzakelijk is, wordt de gedragswetenschapper, en bij diens afwezigheid de teamleider of sectormanager, geïnformeerd. BJZ Drenthe hanteert de volgende criteria bij de vaststelling van de noodzaak tot crisisinterventie: de veiligheid van de cliënt, de verhouding draaglast draagkracht van het gezin, de ernst van de situatie, de hulpvraag van zowel ouders als jeugdige, de leeftijd van het kind en type situatie (bijvoorbeeld: alcoholgebruik, plotseling of sluimerend geweld). De medewerker geeft verder nog aan dat de mate van verstoordheid van de ouder kind relatie, wat (indien groot) tot een onveilige situatie kan leiden, een rol speelt. Zij kijkt hierbij naar eerdere hulp, naar mogelijkheden van het netwerk. Uit de interviews komt niet eenduidig naar voren of criteria zijn vastgelegd. Wel wordt genoemd dat ervaring belangrijk is en dat in overleg met de orthopedagoog/ teamleider besloten wordt wat er moet gebeuren. Het besluitvormend overleg dat de inspectie heeft bijgewoond, is gehouden op de dag dat de crisis binnenkwam en heeft plaatsgevonden tussen de bureaudienstmedewerker en de leidinggevende. In dit overleg komt de vraag of crisisinterventie nodig is aan de orde en welke crisisinterventie. Bij het besluit of 11

12 crisisinterventie nodig is, noemen de beide betrokkenen duidelijk veiligheid. Ook de verhouding draagkracht draaglast van het gezin en de ernst van de situatie voor de jeugdige spelen een duidelijke rol in de afwegingen. De hulpvraag van de ouders kwam, zij het meer impliciet, eveneens aan bod. In de onderzochte dossiers is in de helft van de dossiers een expliciet besluit (expliciete vaststelling) van bjz zichtbaar of er onmiddellijke jeugdzorg nodig is. Zichtbaar gebaseerd op afwegingen zijn twee besluiten. Er wordt bijvoorbeeld in een casus duidelijk dat het kind niet meer in het opvanggezin kan wonen en evenmin terug naar huis kan. In een andere casus, waar geen afweging zichtbaar is, is de noodzaak tot onmiddellijke jeugdzorg wel af te leiden uit de hulpvraag, maar bjz geeft niet aan wat het zelf vindt en waarom. Conclusie van de inspectie Bureau Jeugdzorg Drenthe doet grotendeels wat de cliënten mogen verwachten: zij kunnen altijd terecht bij bjz, bjz is altijd bereikbaar en beschikbaar; bjz beoordeelt of er bij hen sprake is van een acute crisis; bjz beoordeelt of er voor hun vraag onmiddellijke jeugdzorg nodig is. In de dossiers is dat niet altijd zichtbaar. De manier waarop Bureau Jeugdzorg handelt voldoet grotendeels aan wat de inspectie verwacht: de beoordelingen van bjz gebeuren aan de hand van criteria en vanuit ervaring; de criteria staan deels op schrift; in de dossiers zijn de afwegingen bij de beoordelingen in geringe mate vastgelegd. De beoordelingen worden gedaan door de bureaudienst in overleg met de gedragswetenschapper/ leidinggevende. Bij VOTS/ uithuisplaatsing wordt overlegd met de gedragswetenschapper, de teamleider of de sectormanager. De (eind)verantwoordelijke wordt altijd achteraf geïnformeerd. In de criteria die bjz hanteert bij de beoordelingen speelt de veiligheid van de cliënt een voorname rol Beslissing 2: Welke jeugdzorg is in deze crisis noodzakelijk? De cliënten mogen verwachten: o dat de bureaus jeugdzorg een gemotiveerde keuze maken voor welke jeugdzorg; o dat de bureaus jeugdzorg aan de cliënten een zo min mogelijk ingrijpende zorg verlenen; o dat de bureaus jeugdzorg coördineren dat er (in de keten) afstemming plaats vindt tussen verschillende instanties en hulpverleners; dat de samenwerking tussen verschillende instanties en hulpverleners (in de keten) in duidelijke afspraken is geregeld; Resultaten van het onderzoek 12

13 Afweging welke jeugdzorg noodzakelijk is 5 In de interviews stellen de teamleider en de medewerker dat er criteria zijn om vast te stellen welke jeugdzorg nodig is in een crisis. Zij hanteren de volgende criteria: de veiligheid van de cliënt, de verhouding tussen draagkracht en draaglast van het gezin, de ernst van de situatie voor het kind, het beoogde hulpaanbod sluit aan bij de hulpvraag van de ouders. De medewerker licht hierbij toe dat bjz het kind, als er sprake lijkt van bedreigende situatie, soms onderbrengt op een andere plek, zonder dat ouders het hiermee eens zijn. Ouders worden in gesprek hierover natuurlijk wel geïnformeerd. Ook is aansluiting bij de hulpvraag van de jeugdige een criterium. De medewerker geeft hierbij aan signalen van het kind serieus te nemen, ook als blijkt dat de situatie anders is. Verder is de zo-zo-zo bepaling een belangrijk criterium en speelt de acuutheid een belangrijke rol. De leidinggevende voegt toe: Wat zijn de (netwerk)mogelijkheden van de cliënt, wat is haalbaar. Soms is toch eerst time-out nodig, zodat de draagkracht van ouders kan toenemen, en dan Families First. Inzetten van hulp heeft geen zin, als de cliënt niet wil, behoudens als er acuut gevaar is. Dan VOTS. Volgens de leidinggevende zijn de criteria niet vastgelegd maar hebben de medewerkers van bjz ervaring in het afwegen van bovengenoemde mogelijkheden. In het besluitvormend overleg is de beslissing welke jeugdzorg nodig is aan de orde geweest. De veiligheid van de jeugdige, de motivering van de keuze, de mening van de ouders en die van het kind, gebruikt bjz Drenthe in de afwegingen. De zo - zo zo bepaling is minder expliciet gebruikt. Expliciet staat bjz stil bij de gevolgen (reactie jeugdige) van een bepaalde keuze. De mate van medewerking door kind en ouders, als ook de wachtlijst bij Families First, spelen een rol in het overleg. Bjz geeft in de interviews aan dat de hulp meestal wordt uitgevoerd door de zorgaanbieder, soms door bjz zelf. De crisisinterventie door bjz bestaat uit diagnostiek, kijken wat de mogelijkheden zijn en plaatsing in bijvoorbeeld het netwerk. Verder plaatst bjz in Families First, Crisisopvang of Crisispleeggezin via het Crisis Coördinatiepunt, het CCP. Dit CCP is - naar de informatie van de directie van bjz - bij de provinciale zorgaanbieder per 1 januari jl. ingesteld, ter preventie van rondshoppen door bjz. Het aanbod crisisinterventie in de regio ervaart bjz blijkens de interviewinformatie als niet toereikend. Hierbij wordt opgemerkt dat wanneer wachtlijsten bestaan, bjz een noodgreep moet uitvoeren, bijvoorbeeld plaatsen in Flevoland. Omdat bjz dan met het kind aan het leuren is, komt het bureau niet echt toe aan goed kijken wat er met het kind aan de hand is. Op dit moment is er een wachtlijst voor Families First van twee weken. 5 in dit stuk worden de eerste twee verwachtingen samen beschreven: een gemotiveerde keuze voor welke jeugdzorg en een zo min mogelijk ingrijpende zorg. 13

14 Uit de dossiers blijkt dat er vrijwel altijd een besluit ligt welke jeugdzorg in het kader van de crisisinterventie noodzakelijk is. De inspectie merkt hierbij wel op dat van expliciete besluitvorming niet altijd sprake is. Zo is in één dossier zichtbaar is dat er een telefonisch gesprek met het crisisopvangcentrum heeft plaatsgevonden, waaruit afgeleid kan worden dat bjz besloten heeft tot plaatsing in dit centrum. Vaak (b)lijkt niet dat snel actie ondernomen wordt. Zo is in het dossier meestal vermeld dat bjz een eerste globale analyse gaat maken. Niet duidelijk is wanneer bjz voornemens is dit te gaan doen, evenmin of deze analyse onmiddellijk plaatsvindt. Een voorbeeld van een dossier waarin niet snel actie ondernomen (b)lijkt te zijn, is een dossier waar bjz pas twee weken na aanmelding voor directe en intensieve hulp in actie komt voor een jongen nadat hij daadwerkelijk is weggelopen. Ook een eerste crisisinterventiegesprek door bjz heeft de inspectie geschaard onder jeugdzorg in het kader van crisisinterventie. Het besluit hiertoe is dan niet altijd te traceren. Bij 4 van de 10 dossiers is het besluit welke jeugdzorg noodzakelijk is, zichtbaar gemotiveerd. Bij 3 van de 10 is het besluit enigszins zichtbaar gemotiveerd, c.q. kon het besluit worden afgeleid uit de context van de situatie. In tweederde van de gevallen is min of meer duidelijk dat bjz heeft gekozen voor een zo min mogelijk ingrijpend besluit. Voorbeeld: Met inzet van Families First wordt getracht uithuisplaatsing te voorkomen. Ander voorbeeld: Mogelijkheden (hulp) thuis zijn er niet, opvanggezin ook niet meer: ze heeft geen onderdak. Uit andere dossiers blijkt dat crisisopvang wordt ingeschakeld, maar staat er geen afweging waarom niet gekozen is voor een minder ingrijpende hulpvariant als ambulante hulp of pleegzorg. Bijvoorbeeld, in een dossier wordt langdurige plaatsing in het crisiscentrum overwogen onder meer om de jeugdige de kans te geven om zijn beslissing om niet bij vader te gaan wonen rustig te overdenken. Vrijwel altijd sluit de gekozen zorg aan bij de hulpvraag van de cliënt. In enkele dossiers sluit bjz niet bij de vraag van de jeugdige aan, bijvoorbeeld omdat de ouder (gezaghebbend) niet akkoord gaat met de optie van de jeugdige. Instemming van zowel de ouder(s) als de jeugdige met het besluit welke jeugdzorg noodzakelijk is meestal zichtbaar. Afstemming met de zorgaanbieder of andere ketenpartner De geïnterviewden stellen dat zij afspraken maken met de zorgaanbieders die bjz inschakelt over de verdeling van de verantwoordelijkheden en over de zorg die geboden gaat worden. Ook over de duur van de zorg, wat kan verschillen: maximaal 4 weken, soms met 2 weken verlenging in geval de vervolgplek geregeld is. Afspraken over overleg tussen BJZ en de zorgaanbieder over vervolghulp komen in de wekelijkse bijeenkomst met ouders en kind aan de orde. Verder zijn er afspraken over de activiteiten van bjz om zo nodig het vervolg te realiseren, over de contacten met de cliënt en met de zorgaanbieder. Ter uitvoering van de regiefunctie neemt BJZ wanneer nodig contact op met de cliënt (en bezoekt deze) en de zorgaanbieder. Bij crisispleegzorg is dat laatste niet het geval volgens de leidinggevende. BJZ evalueert de hulpverlening op basis van rapportage van de zorgaanbieder. 14

15 Andere afspraken die de leidinggevende noemt: acceptatieplicht door de zorgaanbieder (ook zonder indicatiebesluit). Bij het niet voorhanden zijn van de gewenste zorg wordt binnen de crisismodulen gekeken wat alternatieve mogelijkheden zijn, die nog acceptabel zijn voor de cliënt. Verder worden afspraken gemaakt over de (observatie)doelen voor de zorgaanbieder en over praktische zaken, zoals over kleding en regels van ouders over bijvoorbeeld roken en uitgaan ed.. Ter waarborging van de regiefunctie noemt BJZ verder, in geval van plaatsing in Families First, een startbijeenkomst ter afstemming. Waar dat aan de orde is, maakt bjz volgens de dossiers nauwelijks zichtbaar afspraken met de zorgaanbieder. Door bjz in Drenthe wordt volgens de geïnterviewden niet geplaatst bij zorgaanbieders die niet in het Provinciaal plan zijn opgenomen. In uiterste nood plaatst bjz in een specifiek niet gescreend pleeggezin. Bjz gaat 1 keer in de 2 weken langs bij dit opvanggezin. Vanuit eerdere ervaring met het betreffende opvanggezin weet bjz dat kinderen daar veilig zijn. Netwerkplaatsing gebeurt regelmatig: bij crisis wordt eerst gekeken of dit mogelijk is. Bij geweld is netwerkplaatsing geen optie i.v.m. de te grote druk en mogelijke loyaliteitsconflicten in het gezin. Hoewel een netwerk gezin niet gescreend wordt (ouders blijven verantwoordelijk, vindt bjz), geeft bjz aan te vinden dat het wel een veilig gezin moet zijn. Ook moet iedereen instemmen met een dergelijk kortdurend verblijf. Bjz bezoekt het netwerkgezin alvorens het te plaatsen vaak wel: de casemanager brengt het kind ernaar toe. Afhankelijk van de duur, bezoekt bjz de jongere tijdens de plaatsing: bij plaatsing van 1 á 2 weken niet. Ter waarborging van de veiligheid van het kind in het netwerkopvanggezin is het oordeel van de ouders belangrijk. In de dossiers heeft de inspectie geen plaatsingen bij nieuwe zorgaanbieders aangetroffen. Wel is eenmaal sprake van een plaatsing in het niet erkende opvanggezin en eenmaal in een niet gescreend netwerkgezin. Voor wat de (erkende) jeugdzorg betreft: 5x heeft crisisopvang plaatsgevonden, 1x Families First en 2x (een) gesprek(ken) met bjz. Conclusie van de inspectie Bureau Jeugdzorg in Drenthe doet deels wat de cliënten mogen verwachten: bjz maakt een (min of meer) gemotiveerde keuze voor de in te zetten jeugdzorg tijdens een crisis; de besluitvorming in de dossiers is niet altijd expliciet; bjz overweegt veelal een zo min mogelijk ingrijpende zorg; bjz heeft in beleid geregeld dat er afstemming plaatsvindt met de zorgaanbieder. In de dossiers is dat nauwelijks terug te vinden. 15

16 De manier waarop Bureau Jeugdzorg handelt voldoet grotendeels aan wat de inspectie verwacht: de keuze van bjz voor de in te zetten zorg van bjz gebeurt aan de hand van criteria. Deze staan niet op schrift; één van de criteria is dat de in te zetten jeugdzorg zo min mogelijk ingrijpend is; een ander belangrijk criterium dat bjz Drenthe hanteert betreft veiligheid; De keuze wordt doorgaans in overleg met de orthopedagoog/ leidinggevende gemaakt. Soms werken twee medewerkers aan de casus. Uit de dossiers blijkt niet dat de leidinggevende de keuze wélke jeugdzorg in het kader van crisisinterventie in te zetten, fiatteert. In de criteria die bjz hanteert bij de keuzes speelt de veiligheid van de cliënt een voorname rol Beslissing 3: Is er een vervolg aan jeugdzorg nodig? De cliënten mogen verwachten: o dat de bureaus jeugdzorg beoordelen of er voor hun vraag een vervolg aan jeugdzorg nodig is; o dat de bureaus jeugdzorg binnen vier weken na de beslissing dat er sprake is van crisis, tot de beslissing komen of er een vervolg aan jeugdzorg nodig is Resultaten van het onderzoek Beoordelen of er een vervolg aan jeugdzorg nodig is Bjz geeft in de interviews aan criteria te hebben om vast te stellen of er een vervolg aan jeugdzorg nodig is. Deze zijn niet vastgelegd. De leidinggevende en de medewerker noemen als criteria: de veiligheid van de cliënt, de inschatting van de verhouding tussen draagkracht en draaglast van het gezin; de ernst van de situatie van het kind en de (verdere) hulpvraag van de ouders en die van de jeugdige. De medewerker licht hierbij toe zo nauw mogelijk aan te sluiten bij de hulpvraag van de ouders en de jeugdige. De casemanager is hierin wel (bij)sturend. Verder geven de geïnterviewden aan als criterium te hanteren: de haalbaarheid van hulp thuis en de zo-zo-zo bepaling. De casemanager brengt wekelijks casus in de inhoudelijke begeleidingsbespreking in. De procedure voor de vaststelling dat jeugdzorg na de crisis(interventie) noodzakelijk is, is als volgt: de casemanager stelt vast in overleg met de cliënt (handtekening): het raam hulpverleningsplan wordt geschreven (situatie, doelen, indicatieadvies etc.). Het plan gaat na bespreking met de gedragswetenschapper (stelt het plan vast, handtekening) naar het indicatieorgaan van het bjz. In de dossiers treft de inspectie (waar dat van toepassing is) een besluit aan dat er een vervolg aan jeugdzorg nodig is. De besluiten zijn in al deze gevallen zichtbaar gebaseerd op afwegingen. Bijvoorbeeld: jeugdige wil en kan niet meer thuis wonen. Omdat hij niet gewend is in een gezin te functioneren, gaat de voorkeur uit naar een leefgroep. Een tweede voorbeeld: Intensieve ondersteuning 16

17 binnen het gezin gericht op het herstellen van de balans tussen draagkracht en draaglast binnen de opvoedingssituatie. Beslissing binnen vier weken na besluit crisis In de interviews deelt de leidinggevende mee dat deze beslissing soms wel, soms niet, binnen de wettelijke termijn van vier weken te nemen 6 wordt genomen. Hierbij geeft ze aan dat de beslissing nemen nog wat anders is dan het voor elkaar krijgen. De formele beslissing kost meer tijd: op één lijn komen met de cliënt; rapport schrijven, fiat gedragswetenschapper; handtekening van soms twee ouders apart. Dan nog via indicatie orgaan hetgeen ook tijd neemt. Vervolgens moet het naar de zorgaanbieder en die moet dan vervolgens een kennismakings/ start gesprek afspreken met alle betrokkenen. Kortom, voordat feitelijk gestart kan worden. De medewerker geeft aan dat de termijn van 4 weken vaak te kort blijkt om een goede inschatting te maken welke vervolghulp er geboden moet worden en om deze vervolgens te regelen. Regelmatig wordt bjz geconfronteerd met wachtlijsten in de geïndiceerde zorg, waardoor er weer een andere plek gevonden moet worden voor het kind. Deze wisselingen brengen extra onrust voor een kind met zich mee in een situatie die al instabiel is. Uit de interviews komt verder het volgende naar voren. Bjz Drenthe zorgt ervoor dat de beslissing tot verdere zorg zo snel mogelijk genomen doordat de verantwoordelijke medewerker tijdens deze vier weken voortdurend afweegt of er verdere zorg nodig is en zo ja, welke. De casemanager stelt het raam hulpverleningsplan op, de gedragswetenschapper fiatteert snel. Ook de medewerker geeft aan dat de beslissing snel kan worden genomen door contact met de gedragswetenschapper, die snel reageert. Contact met het indicatieorgaan kan hiertoe ook bijdragen, al kan dit soms wel langer duren. Ook contact met de zorgaanbieder (RCJ) draagt bij aan snelle besluitvorming. Een expliciete risico inschatting van de crisis maakt bjz overigens niet: wel wordt het risico ingeschat aan de hand van eerder genoemde criteria, waarvan veiligheid er één is. Uit de dossiers blijkt dat veelal binnen 4 weken, zo nodig, een besluit is vastgesteld dat er vervolghulp nodig is. In 2 dossiers is die termijn (respectievelijk de 6 weken termijn, dossier eind 2004) niet gehaald. In één ervan komt naar voren dat bjz pas 3 maanden na de eerste aanmelding besluit dat (en welke) vervolghulp nodig is. In deze casus was sprake van een al gestart Raadsonderzoek in de vorige woonplaats. Na verhuizing is overgedragen naar de Raad Assen, die nog niet gestart is met het onderzoek. In dit dossier is het raamhulpverleningsplan overigens noch gedateerd, noch gefiatteerd door de gedragswetenschapper. In de meeste dossiers is zichtbaar dat de cliënt (ouders en jeugdige) instemt met het vervolg. In een enkel dossier waarin dat niet het geval is, heeft bjz dit onderbouwd. 6 Het gaat hier om het besluit of vervolghulp nodig is, NIET om het indicatiebesluit voor vervolghulp. 17

18 Dat de crisis is opgeheven is zichtbaar in 4 dossiers, in 2 dossiers is dat niet zichtbaar. Bij één hiervan pas heel laat. De inspectie heeft hierover opgemerkt: De totale crisisperiode is onder te verdelen in 3 periodes. Pas na plaatsing (na ± 7 weken) in een niet gescreend netwerkgezin, lijkt de crisis bezworen. Bij de 3 andere dossiers heeft de inspectie opgetekend: Crisis is niet geheel opgeheven. Met voorrang indicatiebesluit nemen, omdat er geen groot gat moet zitten tussen einddatum Families First en startdatum vervolghulp ; Niet helemaal duidelijk wanneer crisissituatie is opgeheven ; OTS zal worden aangevraagd. Conclusie van de inspectie Bureau Jeugdzorg in Drenthe doet doorgaans wat de cliënten mogen verwachten: bjz beoordeelt of er een vervolg aan jeugdzorg nodig is na de crisis; bjz neemt meestal binnen vier (zes) weken een besluit of er een vervolg aan jeugdzorg nodig is. De manier waarop Bureau Jeugdzorg handelt voldoet grotendeels aan wat de inspectie verwacht: bjz heeft criteria om te beoordelen of er een vervolg aan jeugdzorg na de crisis nodig is; deze criteria staan niet op schrift. In de criteria die bjz hanteert bij de beoordelingen speelt de veiligheid van de cliënt een voorname rol. Daarnaast de verhouding draagkracht / draaglast van het gezin, de ernst van de situatie voor het kind, de verdere hulpvraag van de cliënt en de zo-zo-zo bepaling. In de dossiers zijn de beoordelingen en de afwegingen vastgelegd. Bewaking van dit deel van het proces gebeurt via inbreng in inhoudelijke begeleidingsbesprekingen en via vaststellen van de lijn door de gedragswetenschapper (in overleg met de casemanager). Het fiat van de gedragswetenschapper bleek niet in 100% van de dossiers Beslissing 4: Welke jeugdzorg is nodig voor verdere zorg? De cliënten mogen verwachten: o dat de bureaus jeugdzorg, als dat nodig is, zo gauw mogelijk, maar in ieder geval binnen vier weken na de acute crisis, een indicatiebesluit formuleren voor de vervolghulp; o dat de bureaus jeugdzorg een gemotiveerde keuze maken voor welke jeugdzorg; o dat de bureaus jeugdzorg ook in de afwegingen voor het indiceren van vervolghulp een zo min mogelijk ingrijpende zorg nastreven; Resultaten van het onderzoek Bjz stelt een indicatiebesluit op voor vervolghulp Uit de dossiers blijkt dat er een indicatiebesluit aanwezig is in de gevallen (zeven) dat er een keuze is gemaakt om vervolghulp in te zetten, met twee uitzonderingen. In één van deze beide dossiers is wel sprake van een indicatieadvies (in het raamhulpverleningsplan) maar niet van een indicatiebesluit. 18

19 Afweging welke vervolghulp noodzakelijk is 7 In de interviews stellen de teamleider en de medewerkers van het crisisteam dat er criteria zijn om vast te stellen welke jeugdzorg nodig is voor verdere zorg. Hoewel de leidinggevende aangeeft te denken dat de criteria vastliggen, gebruikt zij dit document niet. Criteria heb ik niet echt kunnen vinden. Ze geeft verder aan dat met de cliënt op basis van diagnostiek gekeken wordt welke doelen bereikt zouden moeten worden. Die komen in het raamhulpverleningsplan. Na fiattering gaat dit plan naar het indicatieorgaan van bjz, dat de meest passende hulp erbij zoekt. Bjz Drenthe hanteert de volgende criteria: de veiligheid van de cliënt, de verhouding tussen draagkracht en draaglast van het gezin en de ernst van de situatie voor het kind. Van belang is ook de hulpvraag van ouders en jeugdige. Verder is van belang dat de hulp zo licht mogelijk is: wat biedt het netwerk, welke contacten heeft het kind. Uit de dossiers blijkt dat in alle aanwezige indicatiebesluiten zichtbaar is gemotiveerd welke jeugdzorg noodzakelijk is en dat bjz voor zo min mogelijk ingrijpende hulp heeft gekozen. Duidelijk dat hij momenteel niet thuis geplaatst kan worden of Moeder en X. vinden het te vroeg voor uithuisplaatsing nu ze baat hebben bij hulp van Families First. In een ander dossier wordt gemotiveerd waarom pleegzorg niet haalbaar is. De geïndiceerde hulp sluit (op één keer na) aan bij de hulpvraag van de cliënt. Instemming van de cliënt met het besluit welke jeugdzorg noodzakelijk is, is niet altijd zichtbaar. Echter instemming met het indicatieadvies (zelfde vorm van jeugdzorg) is dan veelal wel aan de orde. Regiefunctie In de interviews geeft bjz aan dat het op de volgende manier invulling geeft aan haar regiefunctie over de zorgverlening: bjz neemt, wanneer nodig, contact op met de cliënt (is wel afhankelijk van de plaatsing, bij MKD plaatsingen gebeurt dat nauwelijks) en met de zorgaanbieder. Bjz bezoekt de cliënt niet altijd (is wisselend). Verder geeft bjz aan de regiefunctie in te vullen door middel van: het houden van een startgesprek, een intakegesprek, het ontvangen van het hulpverleningsplan van de zorgaanbieder en evalueren van de hulpverlening (kijken in hoeverre + manier waarop de doelen zijn gehaald op basis van rapporten van de zorgaanbieder. Dan worden afspraken over de verdere hulp gemaakt). De leidinggevende geeft ook aan dat, minder dan voorheen, de zorgaanbieder bjz inschakelt bij conflicten. De medewerker geeft aan geen contact op te nemen met de cliënt: Nee, ik zeg wel tegen de cliënt: als het nodig is, kun je contact met mij opnemen. De medewerker noemt dat de zorgaanbieder verantwoordelijk voor de hulp is, bjz volgt de hulp. In iets meer dan de helft van de relevante dossiers is niet zichtbaar wanneer de vervolghulp start. Eveneens in iets meer dan de helft van de relevante dossiers verblijft de jongere langer dan 4 weken in de 7 in dit stuk worden de laatste twee verwachtingen samen beschreven: een gemotiveerde keuze voor welke jeugdzorg en een zo min mogelijk ingrijpende zorg. 19

20 crisisopvang, waarvan eenmaal de reden hiervoor is aangegeven. Het indicatieorgaan meldt de casemanager dat de crisisplaatsing in het Crisiscentrum begin april afloopt, waarop deze reageert met indicatie voor pleegzorg ( er wordt gezocht naar perspectief zoekend pleeggezin ). Bij een van de dossiers waar geen reden is opgegeven voor het langere verblijf, heeft de inspectie opgemerkt niet te begrijpen dat bjz niet eerder is gestart met het raamhulpverleningsplan, omdat al erg duidelijk was dat het kind niet meer naar huis kon. Bewaking van het proces Casuïstiek overleg vindt plaats en de gedragswetenschapper fiatteert. Hoewel niet expliciet criteria zijn vastgelegd, is in het raam hulpverleningsplan wel een aantal vaste items opgenomen (onder andere: doelen) die het proces sturen. Het indicatieorgaan beoordeelt het raamhulpverleningsplan (voorstel voor indicatie/ indicatieadvies) op transparantie en volgbaarheid. Conclusie van de inspectie Bureau Jeugdzorg in Drenthe doet vrijwel altijd wat de cliënten mogen verwachten: bjz formuleert waar dat nodig is meestal een indicatiebesluit voor vervolghulp; bjz maakt in het indicatiebesluit een gemotiveerde keuze voor de in te zetten jeugdzorg; bjz overweegt een zo min mogelijk ingrijpende zorg; De manier waarop Bureau Jeugdzorg handelt, voldoet aan wat de inspectie verwacht: bjz gebruikt criteria om te beoordelen welke vervolghulp nodig is; bjz kiest vervolghulp die zo veel mogelijk aansluit bij de hulpvraag van de cliënt. In de criteria die bjz hanteert bij de keuzes speelt de veiligheid van de cliënt een voorname rol. De regie van bjz kan duidelijker, waarbij snelheid van handelen een aandachtspunt is. Bewaking van het handelen van bjz is geregeld, al voldoet de praktijk (dossiers) niet voor 100% daaraan (zie ook hoofdstuk 2.3) Betrokkenheid van de cliënten tijdens de besluitvorming De cliënten mogen verwachten: o dat de bureaus jeugdzorg gedurende het gehele proces vaststellen of de cliënten met hun besluiten over onmiddellijke hulpverlening en het vervolg instemmen. Resultaten van het onderzoek Uit de interviews komt naar voren dat de cliënten bij de besluitvorming tijdens de diverse fasen betrokken worden. In principe betrekt BJZ zowel de ouders als de jeugdige vanaf 12 jaar. Met kinderen vanaf een jaar of 8 bespreekt bjz ook een en ander. Als de veiligheid van het kind in het geding is, schakelt bjz de 20

21 Raad voor de Kinderbescherming in (VOTS). De leidinggevende zegt dat ouders geïnformeerd worden, want er is sprake van een vrijwillig kader. Het komt wel voor dat ouders niet volledig geïnformeerd worden ook in geval van vrijwillig kader: Als we een kind plaatsen omdat er acuut gevaar dreigt dan vertellen we ouders wel dat we geplaatst hebben, maar niet waar. Mocht na de crisissituatie nog steeds geen samenwerking mogelijk zijn, dan zal een maatregel overwogen worden. In de dossiers is instemming van zowel de ouder(s) als de jeugdige met het besluit welke jeugdzorg in het kader van de crisisinterventie noodzakelijk is meestal zichtbaar. Vrijwel altijd sluit de gekozen zorg aan bij de hulpvraag van de cliënt. In enkele dossiers sluit bjz niet bij de vraag van de jeugdige aan, bijvoorbeeld omdat de gezaghebbende ouder niet akkoord gaat met de optie van de jeugdige. In de meeste dossiers is zichtbaar dat de cliënt (ouders en jeugdige) instemt met het vervolg. In een enkel dossier waarin dat niet het geval is, heeft bjz dit onderbouwd. Instemming van de cliënt met het besluit welke vervolgjeugdzorg noodzakelijk is, is niet altijd zichtbaar. Echter instemming met het indicatieadvies (zelfde vorm van jeugdzorg) is dan veelal wel aan de orde. De geïndiceerde hulp sluit (op één keer na) aan bij de hulpvraag van de cliënt. Cliëntsatisfactie Het Bureau Jeugdzorg Drenthe heeft cliëntsatisfactie onderzoek verricht bij de jeugdbescherming. Binnenkort is er een nieuwe vorm voor cliënttevredenheidsonderzoek: de C-toets. Verder worden er panelgesprekken gehouden omtrent thema s. Nog niet zeker is of dat voor jeugdbescherming en voor vrijwillig kader samen is of apart. Het laatste tevredenheidsonderzoek was een half jaar tot een jaar geleden bij jeugdbescherming (de afdeling was nog niet gesplitst). Verder is er nog een panelgesprek geweest met voogdijpupillen. Ruim een jaar geleden heeft een panelgesprek met klanten van Jeugdbescherming plaatsgevonden (ouders over informatievoorziening). De resultaten van dit jeugdbeschermingonderzoek: een neutrale score (tussen cijfer 5 en 6) van ouders voor o.a. informatieverstrekking, communicatie, uitvoering, samenwerking. De jongeren scoorden positiever. Uit het panelgesprek kwamen relatief veel problemen met de informatievoorziening naar voren (te veel informatie, niet op het juiste tijdstip). Tevens was er veel kritiek op de informatievoorziening gedurende het traject van de ene instelling naar de andere: veel documenten kwamen niet of heel laat op de juiste plek, wat veel vertraging gaf. Over de bereikbaarheid zijn ook veel opmerkingen gemaakt. De voogdijpupillen waren redelijk tevreden. Zij gaven wel aan last te hebben van wisselingen van voogd. Conclusie van de inspectie Bureau Jeugdzorg in Drenthe doet vrijwel altijd wat de cliënten mogen verwachten: bjz stelt gedurende het gehele proces vrijwel altijd vast dat de cliënten instemmen met de besluiten. 21

22 2.6. Veiligheid De cliënten mogen verwachten: o dat de bureaus jeugdzorg de veiligheid van de cliënten in hun afwegingen een centrale rol geven; o dat de bureaus jeugdzorg gedurende het gehele proces afwegen of de noodzaak bestaat om te verwijzen naar de Raad voor de Kinderbescherming en zo ja, dat dit op de juiste manier gebeurt. Resultaten van het onderzoek Afweging veiligheid cliënt Uit de interviews blijkt dat op alle cruciale beslismomenten van bjz de veiligheid van de cliënt voorop staat in de afwegingen die bjz maakt. In het besluitvormend overleg noemen de gesprekspartners duidelijk veiligheid bij het besluit of crisisinterventie nodig is. Ook bij de beslissing welke jeugdzorg nodig is gebruikt bjz Drenthe de veiligheid van de jeugdige in zijn afwegingen. In de dossiers speelt de veiligheid van de cliënten minder een duidelijke rol: in 5 van de 7 relevante dossiers heeft de inspectie nee geantwoord op de vraag of in het dossier zichtbaar is dat bjz de veiligheid van de cliënt in zijn afwegingen heeft betrokken. Afweging verwijzen naar de Raad voor de Kinderbescherming In de interviews komt naar voren dat bjz gedurende de gehele crisisinterventie de afweging maakt van doorgeleiding naar de Raad als de veiligheid van de cliënt in het geding is. Opgemerkt wordt dat veiligheid altijd de eerste afweging is die je maakt. Bjz merkt op dat de Raad voor de Kinderbescherming Drenthe erg afwachtend is in zijn handelen als de veiligheid van het kind volgens bjz in het geding is. De raad gaat ervan uit dat er kindkenmerken aanwezig moeten zijn. Dat betekent dat het kind kenmerken moet vertonen waaruit blijkt dat het schade oploopt. Indien je dus te maken hebt met een betrekkelijk sterk kind dat in een zeer slechte situatie verkeert, kan het zo zijn dat de Raad geen actie onderneemt omdat het kind met de situatie om kan gaan zonder beschadigd te raken. Bjz stelt zich de vraag of er altijd gewacht moet worden tot het kind schade heeft opgelopen. De Raad heeft een wachtstapel van 3 maanden. Met voorstellen van bjz om VOTS met uithuisplaatsing in acute (levensbedreigende) situaties stemt de Raad wel in. Over de afweging doorgeleiding naar de Raad merkt de leidinggevende op dat eens per 2 maanden de gedragswetenschapper de hele caseload inhoudelijk doorspreekt met de casemanager. Bovendien overleggen in het ISAT (Intersectoraal Advies en Coördinatie Team) gedragswetenschappers van MEE, BJZ, VTO. Ook medewerker(s) van CAD en GGZ nemen eraan deel. De Raad is op afroep beschikbaar. Voorheen was dit eens per 2 weken. In de Afspraken rond de toegang tot de jeugdbescherming en betreffende de jeugdreclassering, die bij het Samenwerkingsprotocol BJD - RvdK Assen van september 22

23 2004 horen, is nog sprake van deze tweewekelijkse frequentie. De inspectie constateert dat het beleid nog niet is bijgesteld op dit punt. Uit de dossiers blijkt dat in 3 van de 4 onderzochte relevante dossiers bjz zichtbaar afweegt of een doorgeleiding naar de Raad voor de Kinderbescherming noodzakelijk is. (In één van de andere 6 dossiers was al sprake van eerdere doorgeleiding naar de Raad). Bjz heeft bijvoorbeeld een verzoek tot raadsonderzoek ingediend, onder vermelding van (ondermeer) de grote zorgen over het drugsgebruik van de jeugdige, mogelijk nieuwe zwangerschap en onttrekken aan het ouderlijk gezag. In een van de andere drie dossiers is expliciet de overweging aangetroffen de Raad in te schakelen als een en ander in de gezagsrelatie niet goed gaat. Moeder en jeugdige zijn hiervan op de hoogte. In het derde betreffende dossier heeft de inspectie opgemerkt dat de afweging doorgeleiding zichtbaar is, maar onduidelijk is of dit in de crisisperiode gebeurt. In een contactjournaal van een paar dagen ervoor, geeft bjz een korte weergave van een gesprek met meerdere instanties. Hierin wordt de zorg over het gezin uitgesproken en wordt besloten om in gesprek te gaan met ouders en aan te kondigen dat bjz een verzoek tot raadsonderzoek zal doen. Overigens is niet duidelijk op welk kind/ kinderen het voorgenomen verzoek betrekking heeft. In het interview met de leidinggevende meldt zij dat er een protocol is waarin de samenwerking met de Raad is geregeld. Op de vraag of er in dit protocol afspraken zijn gemaakt over welke gegevens bjz aan de Raad voor de Kinderbescherming verstrekt bij doorgeleiding, geeft ze aan dit niet te weten. Wel is zij op de hoogte van de regels. In het protocol zijn afspraken gemaakt over hoe de verantwoordelijkheid is geregeld voor hulpverlening aan het gezin vanaf de melding tot het onderzoek en gedurende het onderzoek: Bjz blijft (na verzoek tot onderzoek) verantwoordelijk voor de hulp, bjz heeft inspanningsverplichting. De inspectie heeft twee dossiers onderzocht op het volgen van de juiste procedure bij doorgeleiding. In één dossier was echter doorgeleiding nog (net) niet van toepassing. Uit het andere dossier blijkt dat de ouders geïnformeerd zijn en dat de jeugdige tijdens de indiening van het verzoek onvindbaar is. Bjz heeft het protocol toegepast, zowel wat de wijze van kennisgeving betreft als de beschrijving van de te verstrekken gegevens. De Raad heeft overigens het verzoek van bjz tot een VOTS niet ingewilligd. Uit de interne mail van bjz van leidinggevende naar de casemanager blijkt dat de Raad de dreiging en het spoedeisende karakter niet concreet genoeg vindt. Er zijn weliswaar zorgen, maar eerst dient contact met het kind gezocht te worden om te overleggen met haar en haar te motiveren voor hulp. Niet zichtbaar in het dossier is of bjz, dat het niet eens is met het standpunt van de Raad en overleg op hoger niveau overweegt, dit overleg ook uitvoert. Conclusie van de inspectie Bureau Jeugdzorg Drenthe doet deels wat de cliënten mogen verwachten: 23

24 bjz geeft in beleid en besluitvormend overleg de veiligheid van de cliënten een centrale rol in zijn afwegingen; in de dossiers is dat veel minder zichtbaar. bjz weegt meestal zichtbaar gedurende het gehele proces af of de noodzaak bestaat om te verwijzen naar de Raad voor de Kinderbescherming Hoewel inmiddels door bjz aan de inspectie is aangegeven dat de samenwerking tussen bjz en de Raad is verbeterd op het punt van het wegen van de veiligheid (in brede zin) van de situatie voor de jeugdige, bestaan tussen beide organisaties verschillen hierover. Dit heeft consequenties voor het handelen tegenover de cliënt (ouders en jeugdige) en dus ook voor de veiligheid van de jeugdig; deze verschillen zijn riskant. 24

25 Hoofdstuk 3 Analyse en beoordeling van de inspectie De inspectie vindt dat de manier waarop de beslissingen van de bureaus jeugdzorg bij een acute crisis tot stand komen van groot belang zijn voor de kwaliteit van de zorg. Vandaar dat de inspectie in het onderzoek deze beslissingen centraal heeft gesteld. De inspectie onderscheidt in de crisisinterventie vier belangrijke beslismomenten. Deze beslismomenten worden in hoofdstuk 2 en in het waarderingskader beschreven. De inspectie gebruikt het waarderingskader als instrument om een analyse te maken van de onderzoeksresultaten en een oordeel uit te spreken. Uiteraard vereisen alle beslissingen van de bureaus jeugdzorg overleg met en instemming van de cliënten. Daarnaast dienen gedurende het gehele proces de bureaus jeugdzorg af te wegen of de veiligheid van de cliënt voldoende gewaarborgd is en zo niet, of de noodzaak bestaat om door te geleiden naar de Raad voor de Kinderbescherming. Vandaar dat de onderdelen betrokkenheid van de cliënt en veiligheid aan de beslissingen in het waarderingskader zijn toegevoegd. Om het handelen van een bureau jeugdzorg bij cliënten in acute crisis als voldoende te beoordelen, is de inspectie van mening dat het bureau op twee hoofdonderdelen van het waarderingskader een voldoende moet scoren, namelijk het element veiligheid en de eerste beslissing. Het element veiligheid is volgens de inspectie een zeer belangrijke basisvoorwaarde voor kwalitatief goede zorg. Daarnaast waardeert de inspectie de eerste beslissing, waarin vastgesteld wordt of er sprake is van de noodzaak tot onmiddellijke verlening van jeugdzorg (acute crisis), als de belangrijkste van de vier te nemen beslissingen. Als deze beslissing niet voldoende scoort, ontbeert de cliënt immers de benodigde hulp in een crisis. De inspectie beoordeelt het handelen van bureau jeugdzorg bij crisis dus als voldoende als de waarderingen van de inspectie voor veiligheid en voor de eerste beslissing voldoende zijn. De overige drie beslissingen in het waarderingskader zijn bepalend voor de mate waarin het oordeel van de inspectie voldoende tot goed danwel onvoldoende tot slecht is. De directie van Bureau Jeugdzorg Drenthe heeft de inspectie voorafgaand aan het onderzoek laten weten dat zij het projectplan en het toetsings- en waarderingskader van de inspectie onderschrijft. Aangegeven is wel dat de bij de informatiebronnen de cliënt wordt gemist. Het standpunt van de Provincie Drenthe De provincie heeft de inspectie meegedeeld dat zij het toetsings- en waarderingkader van de inspectie voor het toezicht op de crisisinterventie onderschrijft. Zij stelt op dit moment geen aanvullende eisen aan 25

Crisis, wat nu? Onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Limburg bij cliënten in acute crisis

Crisis, wat nu? Onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Limburg bij cliënten in acute crisis Inspectie jeugdzorg Utrecht, juni 2005 Crisis, wat nu? Onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Limburg bij cliënten in acute crisis 2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Het onderzoek...7

Nadere informatie

Crisis, wat nu? Onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Rotterdam bij cliënten in acute crisis. Inspectie jeugdzorg

Crisis, wat nu? Onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Rotterdam bij cliënten in acute crisis. Inspectie jeugdzorg Crisis, wat nu? Onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Rotterdam bij cliënten in acute crisis Inspectie jeugdzorg Utrecht, mei 2005 2 Inhoudsopgave Samenvatting...5 Hoofdstuk

Nadere informatie

Crisis, wat nu? Onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Friesland bij cliënten in acute crisis

Crisis, wat nu? Onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Friesland bij cliënten in acute crisis Inspectie jeugdzorg Utrecht, mei 2005 Crisis, wat nu? Onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Friesland bij cliënten in acute crisis 2 Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

Crisis, wat nu? Landelijk onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van de Bureaus Jeugdzorg in Nederland bij cliënten in acute crisis

Crisis, wat nu? Landelijk onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van de Bureaus Jeugdzorg in Nederland bij cliënten in acute crisis Crisis, wat nu? Landelijk onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van de Bureaus Jeugdzorg in Nederland bij cliënten in acute crisis Inspectie jeugdzorg Utrecht, december 2005 2 Inhoudsopgave Samenvatting...

Nadere informatie

Crisis, wat nu? Onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Haaglanden bij cliënten in acute crisis

Crisis, wat nu? Onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Haaglanden bij cliënten in acute crisis Inspectie jeugdzorg Utrecht, juni 2005 Crisis, wat nu? Onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Haaglanden bij cliënten in acute crisis 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Samenvatting...

Nadere informatie

Zorgen voor het bedreigde kind. Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg

Zorgen voor het bedreigde kind. Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg Zorgen voor het bedreigde kind Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg Inspectie jeugdzorg Utrecht, november 2006 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Samenvatting...

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Hertoets bij Pactum

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Hertoets bij Pactum Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Hertoets bij Pactum Inspectie jeugdzorg Utrecht, januari 2010 2 Inspectie jeugdzorg p~ãéåî~ííáåö= Naar aanleiding van de uitkomsten van een eerder pleegzorgonderzoek

Nadere informatie

Vervolgonderzoek AMK Utrecht

Vervolgonderzoek AMK Utrecht Vervolgonderzoek AMK Utrecht Inspectie jeugdzorg februari 2007 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1... 7 1.1 Aanleiding... 7 1.2 Centrale onderzoeksvraag... 7 1.3 Toetsingskader...

Nadere informatie

Crisis, wat nu? Onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Noord-Holland, Locatie Hoorn bij cliënten in acute crisis

Crisis, wat nu? Onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Noord-Holland, Locatie Hoorn bij cliënten in acute crisis Crisis, wat nu? Onderzoek naar de kwaliteit van het handelen van Bureau Jeugdzorg Noord-Holland, Locatie Hoorn bij cliënten in acute crisis Inspectie jeugdzorg Utrecht, juli 2005 1 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...

Nadere informatie

Een kinderbeschermingsmaatregel?

Een kinderbeschermingsmaatregel? Een kinderbeschermingsmaatregel? Stand van zaken naar aanleiding van het vervolgonderzoek naar de kwaliteit van de Bureaus Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming bij de besluiten over een kinderbeschermingsmaatregel

Nadere informatie

Werken met hulpverleningsplannen

Werken met hulpverleningsplannen Werken met hulpverleningsplannen Aanwezigheid en gebruik van hulpverleningsplannen bij Xonar Inspectie jeugdzorg Utrecht januari 2007 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Inleiding... 5 Hoofdstuk 1 - Oordeel

Nadere informatie

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Informatie voor professionals die werken volgens de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 1. In welke stap van de meldcode neem ik contact op met Veilig

Nadere informatie

De toetsende taak van de Raad voor de. Kinderbescherming bij beslissingen. tot terugplaatsing naar huis

De toetsende taak van de Raad voor de. Kinderbescherming bij beslissingen. tot terugplaatsing naar huis De toetsende taak van de Raad voor de Kinderbescherming bij beslissingen tot terugplaatsing naar huis Onderzoek naar de doorgevoerde verbeteringen Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2010 2 Inspectie

Nadere informatie

Onderzoek naar de kwaliteit van de crisisopvang in de provincie Groningen

Onderzoek naar de kwaliteit van de crisisopvang in de provincie Groningen Onderzoek naar de kwaliteit van de crisisopvang in de provincie Groningen Inspectie jeugdzorg Utrecht, augustus 2007 2 rapport crisisopvang provincie Groningen Samenvatting Op verzoek van de provincie

Nadere informatie

De kwaliteit van Veilig Thuis Drenthe Stap 1

De kwaliteit van Veilig Thuis Drenthe Stap 1 De kwaliteit van Veilig Thuis Drenthe Stap 1 Utrecht, november 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie voor de

Nadere informatie

Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders

Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders Inhoudsopgave»» Jeugdbescherming»» Wat is een ondertoezichtstelling (OTS)?»» Wat is uw rol bij een OTS?»» Wat gaat er gebeuren?»» Wat zijn uw rechten?»»

Nadere informatie

Verbeterplan Veilig Thuis Hollands Midden n.a.v. inspectierapport nov en stand van zaken op 1 maart 2016.

Verbeterplan Veilig Thuis Hollands Midden n.a.v. inspectierapport nov en stand van zaken op 1 maart 2016. Verbeterplan Veilig Thuis Hollands Midden n.a.v. inspectierapport nov. 2015 en stand van zaken op 1 maart 2016. Inleiding In oktober 2015 hebben de inspecties onderzoek gedaan bij Veilig Thuis Hollands

Nadere informatie

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Inleiding De veiligheid van het kind is een van de belangrijkste

Nadere informatie

Handelingsprotocol gezag, contact/omgang en hulp na partnerdoding waarbij minderjarige kinderen zijn betrokken

Handelingsprotocol gezag, contact/omgang en hulp na partnerdoding waarbij minderjarige kinderen zijn betrokken Handelingsprotocol gezag, contact/omgang en hulp na partnerdoding waarbij minderjarige kinderen zijn betrokken Uitgangspunt Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door

Nadere informatie

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Onderzoek bij Meerwijck naar het klimaat op het gebied van seksuele ontwikkeling locatie Pieter Both

Onderzoek bij Meerwijck naar het klimaat op het gebied van seksuele ontwikkeling locatie Pieter Both Onderzoek bij Meerwijck naar het klimaat op het gebied van seksuele ontwikkeling locatie Pieter Both Inspectie jeugdzorg Utrecht, oktober 2007 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting Dit rapport bevat de resultaten

Nadere informatie

Quick scan Ambulant begeleid wonen

Quick scan Ambulant begeleid wonen Quick scan Ambulant begeleid wonen 21-07-2006 Rapport n.a.v. het onderzoek van de Inspectie jeugdzorg bij Jarabee Inspectie jeugdzorg Juli 2006 Inleiding De Inspectie jeugdzorg wil een inschatting maken

Nadere informatie

Onderzoek Maasmeisje. Rapport Bureau Jeugdzorg Rotterdam

Onderzoek Maasmeisje. Rapport Bureau Jeugdzorg Rotterdam Onderzoek Maasmeisje Rapport Bureau Jeugdzorg Rotterdam Inspectie jeugdzorg Openbaar rapport april 2007 2 Inhoudsopgave Inleiding... 5 Hoofdstuk 1 BJZ AMK... 7 1.1 Toetsingskader... 7 1.2 Bevindingen primair

Nadere informatie

De rechtspositie van kinderen in Horizon, afdeling Besloten groepen. Hertoets

De rechtspositie van kinderen in Horizon, afdeling Besloten groepen. Hertoets De rechtspositie van kinderen in Horizon, afdeling Besloten groepen Hertoets Stap 1 van het stapsgewijs toezicht op basis van het Kwaliteitskader Gesloten Jeugdzorg Instellingsrapport Inspectie jeugdzorg

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Yorneo

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Yorneo Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Yorneo Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft in de tweede helft van 2008

Nadere informatie

Rapport indicatiestelling cliënt Bureau Jeugdzorg Haaglanden

Rapport indicatiestelling cliënt Bureau Jeugdzorg Haaglanden Rapport indicatiestelling cliënt Bureau Jeugdzorg Haaglanden Inspectie jeugdzorg Utrecht, april 2010 2 Samenvatting Aanleiding voor dit toezicht was de melding van Bureau Jeugdzorg Haaglanden (hierna BJZ

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van Rubicon Jeugdzorg

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van Rubicon Jeugdzorg Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van Rubicon Jeugdzorg Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 1. Aanleiding Het is de taak van pleegzorgaanbieders om er voor te zorgen

Nadere informatie

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Inleiding Het Bureau Jeugdzorg heeft als taak om te mensen te begeleiden die problemen hebben met de opvoeding van hun kind. Mensen die zich zorgen

Nadere informatie

Rechtspositie en veiligheid van jongeren in Avenier, Kwadrant Emaus

Rechtspositie en veiligheid van jongeren in Avenier, Kwadrant Emaus Rechtspositie en veiligheid van jongeren in Avenier, Kwadrant Emaus Locatierapport Inspectie Jeugdzorg Utrecht, mei 2012 2 Samenvatting De Inspectie Jeugdzorg voert haar stapsgewijs toezicht uit bij alle

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van De Bascule, zorglijn Therapeutische pleegzorg

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van De Bascule, zorglijn Therapeutische pleegzorg Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van De Bascule, zorglijn Therapeutische pleegzorg Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 1. Aanleiding Het is de taak van pleegzorgaanbieders

Nadere informatie

Referentiewerkmodel. Samenwerking Raad voor de Kinderbescherming en Bureaus Jeugdzorg rond het Casusoverleg Bescherming (COB)

Referentiewerkmodel. Samenwerking Raad voor de Kinderbescherming en Bureaus Jeugdzorg rond het Casusoverleg Bescherming (COB) Referentiewerkmodel Samenwerking Raad voor de Kinderbescherming en Bureaus Jeugdzorg rond het Casusoverleg Bescherming (COB) Vastgesteld in het Bestuurlijk Overleg Beter Beschermd op 6 mei 2009 Inhoud

Nadere informatie

Aanmeldformulier vrij toegankelijke jeugdzorg

Aanmeldformulier vrij toegankelijke jeugdzorg Toelichting Sinds januari 2011 bieden BJ Brabant en Combinatie Jeugdzorg vrij toegankelijke zorg. Dit betekent dat voor deze zorg geen indicatie van Bureau Jeugdzorg nodig is. De cliënt wordt aangemeld

Nadere informatie

Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA)

Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA) Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA) Inspectie Jeugdzorg Utrecht, juni 2011 2 Inspectie Jeugdzorg Samenvatting In

Nadere informatie

Onderzoek naar de veiligheid van jongeren die wachten op geïndiceerde jeugdzorg

Onderzoek naar de veiligheid van jongeren die wachten op geïndiceerde jeugdzorg Onderzoek naar de veiligheid van jongeren die wachten op geïndiceerde jeugdzorg Utrecht, augustus 2012 Samenvatting Niet alle jongeren krijgen direct de (provinciaal gefinancierde) jeugdzorg die bureau

Nadere informatie

Kwaliteit van de Adviesen Consultfunctie van het AMK. Hertoets bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Overijssel, locatie Hengelo

Kwaliteit van de Adviesen Consultfunctie van het AMK. Hertoets bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Overijssel, locatie Hengelo Kwaliteit van de Adviesen Consultfunctie van het AMK Hertoets bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Overijssel, locatie Hengelo Inspectie Jeugdzorg Utrecht, augustus 2012 2 Inspectie Jeugdzorg

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Quick scan Ambulant begeleid wonen. Rapport naar aanleiding van het onderzoek van de Inspectie jeugdzorg bij Kompaan

Quick scan Ambulant begeleid wonen. Rapport naar aanleiding van het onderzoek van de Inspectie jeugdzorg bij Kompaan Quick scan Ambulant begeleid wonen Rapport naar aanleiding van het onderzoek van de Inspectie jeugdzorg bij Kompaan Inspectie jeugdzorg September 2006 Inleiding De Inspectie jeugdzorg wil een inschatting

Nadere informatie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Inhoud 3 > Als uw kind onder toezicht gesteld wordt 3 > Ondertoezichtstelling 4 > Maatregel van kinderbescherming 5 > De rol van de Raad 6 > De rechter 6 > De gezinsvoogd

Nadere informatie

20 15-054. Nieuwegein

20 15-054. Nieuwegein Nieuwegein 20 15-054 Aan De raad van de gemeente Nieuwegein Onderwerp Beantwoording brief ex art. 42 R D van de fractie VSP d.d. 07-01-1 inzake afhandeling huiselijk geweld/kindermishandeling na kantoortijd

Nadere informatie

Aanpak: Versterkt Verder. Beschrijving

Aanpak: Versterkt Verder. Beschrijving Aanpak: Versterkt Verder De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: MEE IJsseloevers

Nadere informatie

Hertoets SGJ Christelijke Jeugdzorg Jeugdbescherming Regio Zuid

Hertoets SGJ Christelijke Jeugdzorg Jeugdbescherming Regio Zuid Hertoets SGJ Christelijke Jeugdzorg Jeugdbescherming Regio Zuid Inspectie Jeugdzorg Utrecht, september 2013 Inspectie Jeugdzorg Samenvatting Op 20 maart 2012 plaatste de Inspectie Jeugdzorg de organisatie

Nadere informatie

De kwaliteit van de residentiële jeugdhulp bij Intermetzo, locatie Almelo

De kwaliteit van de residentiële jeugdhulp bij Intermetzo, locatie Almelo De kwaliteit van de residentiële jeugdhulp bij Intermetzo, locatie Almelo Utrecht, mei 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg ziet samen

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het bestuur van Bureau Jeugdzorg Noord-Holland. Datum: 9 augustus 2011. Rapportnummer: 2011/240

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het bestuur van Bureau Jeugdzorg Noord-Holland. Datum: 9 augustus 2011. Rapportnummer: 2011/240 Rapport Rapport betreffende een klacht over het bestuur van Bureau Jeugdzorg Noord-Holland. Datum: 9 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/240 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het bestuur van Bureau

Nadere informatie

Inspectie jeugdzorg Utrecht, mei Onderzoek Spoedeisende Zorg Bureau Jeugdzorg Gelderland

Inspectie jeugdzorg Utrecht, mei Onderzoek Spoedeisende Zorg Bureau Jeugdzorg Gelderland Inspectie jeugdzorg Utrecht, mei 2009 Onderzoek Spoedeisende Zorg Bureau Jeugdzorg Gelderland 2 Samenvatting Op verzoek van de provincie Gelderland heeft de Inspectie jeugdzorg onderzoek gedaan naar de

Nadere informatie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Inhoud 3 > Als uw kind onder toezicht gesteld wordt 3 > Ondertoezichtstelling 4 > Maatregel van kinderbescherming 5 > De rol van de Raad 6 > De rechter 6 > De gezinsvoogd

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat Bureau Jeugdzorg Zeeland: hem niet heeft betrokken bij de totstandkoming van het indicatiebesluit dat is opgesteld met betrekking tot zijn minderjarige kind;

Nadere informatie

Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Stichting Werkplaats Kindergemeenschap. Voortgezet Onderwijs

Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Stichting Werkplaats Kindergemeenschap. Voortgezet Onderwijs Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Stichting Werkplaats Kindergemeenschap Voortgezet Onderwijs Stichting Werkplaats Kindergemeenschap 2019 Inleiding Wat houdt de meldcode in? De meldcode Huiselijk

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Horizon

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Horizon Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Horizon Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft in de tweede helft van 2008

Nadere informatie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Inhoud 3 > Als uw kind onder toezicht gesteld wordt 4 > Maatregel van kinderbescherming 5 > De rol van de Raad 6 > De rechter 7 > De gezinsvoogd 8 > Wie doet wat

Nadere informatie

Als de Raad u om informatie vraagt

Als de Raad u om informatie vraagt Als de Raad u om informatie vraagt Inhoud 3 > Als de Raad u om informatie vraagt 5 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Onderzoek door de Raad 7 > Uw medewerking is belangrijk 8 > Uw medewerking bij

Nadere informatie

Onderzoek AMK. Noord-Holland

Onderzoek AMK. Noord-Holland Onderzoek AMK Noord-Holland Inspectie jeugdzorg Utrecht, april 2005 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 3 Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1 Aanleiding... 7 Hoofdstuk 2 Probleemstelling onderzoek... 9 Hoofdstuk

Nadere informatie

De kwaliteit van de ambulante jeugdhulp bij De Opvoedpoli

De kwaliteit van de ambulante jeugdhulp bij De Opvoedpoli De kwaliteit van de ambulante jeugdhulp bij De Opvoedpoli Hertoets Utrecht, april 2016 1 Inspectie Jeugdzorg Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie

Nadere informatie

Samenwerkingsafspraken crisisinterventie Jeugd in de Gelderse jeugdhulpregio s

Samenwerkingsafspraken crisisinterventie Jeugd in de Gelderse jeugdhulpregio s CONVENANT DEEL 1 ALGEMEEN 1. Aanleiding Door de decentralisatie van de jeugdzorg in 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk geworden voor de crisishulp aan jeugdigen en hun ouders. Voor het maken van een

Nadere informatie

Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering

Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Onderzoek bij Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering Inspectie Jeugdzorg Utrecht, juni 2011 2 Inspectie Jeugdzorg Samenvatting In 2009 heeft

Nadere informatie

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Casemanagement geïndiceerde zorg

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Casemanagement geïndiceerde zorg Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Casemanagement geïndiceerde zorg Inleiding Als het Bureau Jeugdzorg voor u een indicatiebesluit heeft genomen voor geïndiceerde zorg, dan heeft u vanaf

Nadere informatie

De kwaliteit van Veilig Thuis Utrecht Stap 1

De kwaliteit van Veilig Thuis Utrecht Stap 1 De kwaliteit van Veilig Thuis Utrecht Stap 1 Utrecht, oktober 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Xonar

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Xonar Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Xonar Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft in de tweede helft van 2008 landelijk

Nadere informatie

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Limburg

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Limburg Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Limburg Inspectie jeugdzorg Utrecht, januari 2010 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft op

Nadere informatie

De kwaliteit van Veilig Thuis Groningen Stap 1

De kwaliteit van Veilig Thuis Groningen Stap 1 De kwaliteit van Veilig Thuis Groningen Stap 1 Utrecht, november 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie voor de

Nadere informatie

Toezicht op kwaliteit van de Wmo persoonsgebonden budget (Pgb)

Toezicht op kwaliteit van de Wmo persoonsgebonden budget (Pgb) Toezicht op kwaliteit van de Wmo persoonsgebonden budget (Pgb) Verantwoordelijkheid, kwaliteit en toezicht De gemeente Amsterdam is verantwoordelijk voor het toezicht op de kwaliteit van de Wet maatschappelijke

Nadere informatie

De kwaliteit van Veilig Thuis Zuidoost-Brabant Stap 1

De kwaliteit van Veilig Thuis Zuidoost-Brabant Stap 1 De kwaliteit van Veilig Thuis Zuidoost-Brabant Stap 1 Utrecht, november 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie

Nadere informatie

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Algemeen

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Algemeen Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Taken van het Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening Het Bureau Jeugdzorg heeft als taak om te mensen te begeleiden die problemen hebben met de opvoeding

Nadere informatie

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG ONZE MISSIE EN VISIE ONZE INZET Onze missie Wij beschermen in hun ontwikkeling bedreigde kinderen en zorgen ervoor dat zij de juiste zorg krijgen. Onze visie Wij komen in

Nadere informatie

Hertoets. De rechtspositie van jongeren in de Hoenderloo Groep, locatie de Kop van Deelen

Hertoets. De rechtspositie van jongeren in de Hoenderloo Groep, locatie de Kop van Deelen Hertoets De rechtspositie van jongeren in de Hoenderloo Groep, locatie de Kop van Deelen Stap 1 van het stapsgewijs toezicht op basis van het Kwaliteitskader Gesloten Jeugdzorg Instellingsrapport Inspectie

Nadere informatie

Vraag 6: taken en verantwoordelijkheden van de gezinsvoogd

Vraag 6: taken en verantwoordelijkheden van de gezinsvoogd VRAAG 6 DATUM: 8 sept 2010 RESULTATEN info@pleegzorgpanel.nl Vraag 6: taken en verantwoordelijkheden van de gezinsvoogd In januari en februari 2010 hebben 77 leden van het Landelijk Pleegzorg Panel vraag

Nadere informatie

Jeugdbescherming Informatie voor jongeren

Jeugdbescherming Informatie voor jongeren Jeugdbescherming Informatie voor jongeren Inhoudsopgave»» Jeugdbescherming»» Wat is een ondertoezichtstelling (OTS)?»» Wat is jouw rol bij een OTS?»» Wat gaat er gebeuren?»» Wat zijn jouw rechten?»» Wat

Nadere informatie

Praktijkonderzoek Netwerkpleegzorg

Praktijkonderzoek Netwerkpleegzorg Praktijkonderzoek Netwerkpleegzorg De toepassing van het schematisch protocol netwerkpleegzorg door de bureaus jeugdzorg en de landelijk werkende instellingen Inspectie Jeugdzorg Utrecht, juni 2013 Samenvatting

Nadere informatie

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

PLEEGCONTRACT. Adres : Postcode en plaats : : 088 1240000 (tijdens kantooruren)

PLEEGCONTRACT. Adres : Postcode en plaats : : 088 1240000 (tijdens kantooruren) PLEEGCONTRACT Pleegzorgaanbieder : Parlan jeugd- en opvoedhulp Afdeling : Pleegzorg Telefoon : 088 1240000 (tijdens kantooruren) Telefoon bereikbaarheid : 06 53815038 (buiten kantooruren) Regiomanager

Nadere informatie

Ondertoezichtstelling (OTS) Wat betekent een ondertoezichtstelling voor u en uw kind? Wat kunt u verwachten?

Ondertoezichtstelling (OTS) Wat betekent een ondertoezichtstelling voor u en uw kind? Wat kunt u verwachten? Ondertoezichtstelling (OTS) Wat betekent een ondertoezichtstelling voor u en uw kind? Voor wie is deze factsheet bedoeld? Deze factsheet is voor ouders/ verzorgers van kinderen die onder toezicht staan

Nadere informatie

De kwaliteit van Veilig Thuis West-Brabant Stap 1

De kwaliteit van Veilig Thuis West-Brabant Stap 1 De kwaliteit van Veilig Thuis West-Brabant Stap 1 Utrecht, november 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie voor

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij De Rading

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij De Rading Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij De Rading Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft in de tweede helft van 2008

Nadere informatie

Kort verslag van de beleidsanalyse van het programma Valor in India

Kort verslag van de beleidsanalyse van het programma Valor in India Kort verslag van de beleidsanalyse van het programma Valor in India Inspectie jeugdzorg Utrecht, april 2008 2 Inhoudsopgave= Samenvatting...5 1. Inleiding...7 1.1. Aanleiding...7 1.2. Vraagstelling...7

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van C. van Viegen (PvdD) (d.d. 2 februari 2010) Nummer Aan de leden van Provinciale Staten

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van C. van Viegen (PvdD) (d.d. 2 februari 2010) Nummer Aan de leden van Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten op vragen van C. van Viegen (PvdD) (d.d. 2 februari 2010) Nummer 2348 Onderwerp Plaatsing kinderen naar buitenland door jeugdzorg Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting

Nadere informatie

Verzamelen gegevens: december 2013

Verzamelen gegevens: december 2013 Verzamelen gegevens: december 2013 Interpretatie gegevens: april/mei 2014 Organisatiebeschrijving Inzowijs richt zich op de begeleiding van kinderen en jongeren in de leeftijd van 2 t/m 23 jaar. De problematiek

Nadere informatie

Onderzoek AMK Rotterdam

Onderzoek AMK Rotterdam Onderzoek AMK Rotterdam Inspectie jeugdzorg Utrecht, maart 2005 2 Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1 - Aanleiding... 7 Hoofdstuk 2 - Probleemstelling onderzoek... 9 Hoofdstuk 3 - Uitvoering onderzoek...

Nadere informatie

Inspectie jeugdzorg Utrecht, maart 2005. Onderzoek naar de kwaliteit van het hulpverleningsproces aan S.

Inspectie jeugdzorg Utrecht, maart 2005. Onderzoek naar de kwaliteit van het hulpverleningsproces aan S. Inspectie jeugdzorg Utrecht, maart 2005 Onderzoek naar de kwaliteit van het hulpverleningsproces aan S. Samenvatting 1.1 Aanleiding tot het onderzoek De Inspectie jeugdzorg heeft op verzoek van de Staatssecretaris

Nadere informatie

Parlan heeft verschillende vormen van jeugdzorg, van licht tot zwaar:

Parlan heeft verschillende vormen van jeugdzorg, van licht tot zwaar: Pleegzorg bij Parlan Parlan is een organisatie voor Jeugd en opvoedhulp in Noord-Holland. Het werkgebied van Parlan omvat drie regio s, de regio Kop van Noord-Holland, de regio West-Friesland en de regio

Nadere informatie

secundaire preventie kindermishandeling

secundaire preventie kindermishandeling Bijlage 2 Meldcodes van VWS/NIZW 1 en KNMG De samenvattingen van de meldcode kindermishandeling van VWS/NIZW en van de KNMG zijn beide in deze bijlage afgedrukt. In beide meldcodes worden de stappen van

Nadere informatie

De kwaliteit van Veilig Thuis Brabant Noordoost Stap 1

De kwaliteit van Veilig Thuis Brabant Noordoost Stap 1 De kwaliteit van Veilig Thuis Brabant Noordoost Stap 1 Utrecht, november 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie

Nadere informatie

De kwaliteit van Veilig Thuis Noord- en Midden Limburg Stap 1

De kwaliteit van Veilig Thuis Noord- en Midden Limburg Stap 1 De kwaliteit van Veilig Thuis Noord- en Midden Limburg Stap 1 Utrecht, november 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie

Nadere informatie

Rubriek Onderwerp Nummer Datum document KWALITEIT - PROTOCOL Intern klachtenreglement

Rubriek Onderwerp Nummer Datum document KWALITEIT - PROTOCOL Intern klachtenreglement Rubriek Onderwerp Nummer Datum document KWALITEIT - PROTOCOL Intern klachtenreglement 1.2.04 20130426 cliënten ARTIKEL 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1.1. Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

Nadere informatie

de behandelaar of huisarts mee te sturen. In deze verklaring moet het volgende worden vermeld: een

de behandelaar of huisarts mee te sturen. In deze verklaring moet het volgende worden vermeld: een Toelichting bij aanvraagformulier AWBZ-indicatie (PGB/ZIN) U dient deze aanvraag bij Bureau Jeugdzorg in, omdat u uw kind in aanmerking wilt laten komen voor zorg die bekostigd wordt op basis van de Algemene

Nadere informatie

Procedure Calamiteitentoezicht

Procedure Calamiteitentoezicht Procedure Calamiteitentoezicht Dienst Gezondheid en Jeugd Zuid Holland Zuid Sinds 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor het toezicht op de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Onderzoek AMK Zuid-Holland

Onderzoek AMK Zuid-Holland Onderzoek AMK Zuid-Holland Inspectie jeugdzorg Utrecht, juli 2005 2 Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1 - Aanleiding... 7 Hoofdstuk 2 - Probleemstelling onderzoek... 9 Hoofdstuk 3 -... 11 Uitvoering

Nadere informatie

De kwaliteit van Veilig Thuis Hollands Midden Stap 1

De kwaliteit van Veilig Thuis Hollands Midden Stap 1 De kwaliteit van Veilig Thuis Hollands Midden Stap 1 Utrecht, november 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie

Nadere informatie

Onderzoek. AMK provincie Friesland

Onderzoek. AMK provincie Friesland Onderzoek AMK provincie Friesland Utrecht, mei 2005 Inhoudsopgave Samenvatting...5 Hoofdstuk 1 Aanleiding...7 Hoofdstuk 2 Probleemstelling onderzoek...9 Hoofdstuk 3 Uitvoering onderzoek...11 Hoofdstuk

Nadere informatie

Regeling spoedzorg Gehandicaptenzorg

Regeling spoedzorg Gehandicaptenzorg Regeling spoedzorg Gehandicaptenzorg Zorgkantoorregio Noordoost Brabant 1 Regeling spoedzorg Dit document beschrijft de regeling spoedzorg, zoals deze is overeengekomen en wordt uitgevoerd door de verschillende

Nadere informatie

ToolKID Informatie-uitwisseling in verband met de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling

ToolKID Informatie-uitwisseling in verband met de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling ToolKID Informatie-uitwisseling in verband met de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling 17 November 2016 Pagina 1 van 6 KINDVEILIGHEID EN WELZIJN Kinderen van ouders met psychiatrische problematiek

Nadere informatie

Richtlijn netwerkpleegzorg gemeente - pleegzorgaanbieders

Richtlijn netwerkpleegzorg gemeente - pleegzorgaanbieders Richtlijn netwerkpleegzorg gemeente - s 07-12-2015 Colofon Tekst: Aan de inhoud van deze richtlijn kunnen geen rechten worden ontleend. Ingangsdatum: Beschrijving van de uitgangspunten, samenwerking en

Nadere informatie

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving Aanpak: Multiprobleemgezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD

Nadere informatie

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Handleiding. Adviseren rond Wonen en Verhuizen

Handleiding. Adviseren rond Wonen en Verhuizen Handleiding Adviseren rond Wonen en Verhuizen Colofon Redactie VraagRaak/KansPlus 1e druk november 2001 2e herziene druk november 2008 VraagRaak, steunpunt medezeggenschap cliëntenraden, maakt deel uit

Nadere informatie

Aanpak: CJG-aanpak. Beschrijving

Aanpak: CJG-aanpak. Beschrijving Aanpak: CJG-aanpak De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: CJG Icare Deze

Nadere informatie

Landelijk toezicht AMK Ziet het AMK het kind en koppelt zij terug aan de melder?

Landelijk toezicht AMK Ziet het AMK het kind en koppelt zij terug aan de melder? Landelijk toezicht AMK 2009 Ziet het AMK het kind en koppelt zij terug aan de melder? Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2010 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting Naar aanleiding van vragen in de Tweede

Nadere informatie

JEUGDBESCHERMING NOORD. Ondertoezichtstelling (OTS)

JEUGDBESCHERMING NOORD. Ondertoezichtstelling (OTS) JEUGDBESCHERMING NOORD Ondertoezichtstelling (OTS) Deze brochure bestaat uit twee delen. Het eerste deel is geschreven voor kinderen, maar zeker ook handig voor ouders om te lezen. Het tweede deel is speciaal

Nadere informatie

Risico- indicatoren Maart 2014

Risico- indicatoren Maart 2014 Risicoindicatoren Maart 2014 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Risico-indicatoren ambulante jeugdhulp 5 1.1 Risico-indicatoren 5 1.2 Toelichting op de risico-indicatoren 5 2. Risico-indicatoren bureaus jeugdzorg

Nadere informatie

ONDERSTEUNING BESCHERMING TOEZICHT

ONDERSTEUNING BESCHERMING TOEZICHT 2008009130 HOLLAND IJ is ' AANDACHT ONDERSTEUNING BESCHERMING TOEZICHT bij Problemen rond OPGROEIEN EN OPVOEDING NOORD-HOLLAHO BUREAU JEUGDZORG HEEFT 5 SECTOREN Lokaal Jeugdbeleid Jeugdhulpverlening Advies-

Nadere informatie