Stichting Soest/Baarn, Verslagperiode 2015

Transcriptie

1 Stichting Soest/Baarn Jaarbericht Verslagperiode 2015 Soest, Stichting Soest/Baarn, Postbus 250, 3760 AG, Soest. Tel:

2 Inleiding Dit verslag geeft een overzicht van de activiteiten en resultaten van Stichting Leergeld Soest/Baarn in Ook dit jaar zien we het aantal aanvragen en toekenningen toenemen. Een trend die zich naar onze inschatting in de komende jaren zal voortzetten. Met dit verslag verantwoordt de stichting zich wederom naar donateurs en sponsoren en naar andere betrokkenen voor haar activiteiten in relatie tot de primaire doelstelling. Tevens wordt inzicht gegeven in de financiële resultaten over de verslagperiode. Voor de goede orde wordt in dit verslag nogmaals stilgestaan bij de historie, doelstelling, werkwijze en organisatie van de stichting Leergeld. Korte historie De Stichting Leergeld Soest/Baarn is opgericht in Het initiatief tot oprichting is genomen door de landelijke Vereniging van Stichtingen Leergeld Nederland, waarvan nu 91 lokale stichtingen deel uit maken. Deze stichtingen hebben dezelfde doelstelling en globaal dezelfde organisatorische opzet, zij het dat de omvang van gemeente tot gemeente sterk verschilt. Doelstelling Leergeld als landelijke formule is opgericht vanuit de constatering dat in Nederland ongeveer kinderen deel uit maken van een gezin waarin de financiële situatie zo nijpend is dat er geen mogelijkheden zijn om deze kinderen geheel of gedeeltelijk te laten meedoen aan activiteiten op school of in het sociaal-maatschappelijk leven. Hierdoor dreigt voor hen sociale uitsluiting en krijgen zij niet de mogelijkheid zich optimaal te ontwikkelen. De voorzieningen van landelijke overheid, gemeentelijke overheid en particuliere organisaties zijn niet toereikend om al deze kinderen te helpen. Leergeld beoogt in deze leemte te voorzien door deze kinderen waar nodig steun te bieden, waar dit voor andere kinderen heel gewoon is. Dit gebeurt om op een duurzame manier te investeren in de maatschappelijke participatie van deze kinderen die zonder extra steun aan de zijlijn van de samenleving terecht dreigen te komen. Het motto van Leergeld is dan ook: Alle kinderen mogen meedoen, want nu meedoen is straks meetellen. Werkwijze Leergeld gaat uit van een organisatie en werkwijze die van meet af aan succesvol is gebleken in het licht van de doelstelling dat alle kinderen mogen meedoen. Deze werkwijze is gebaseerd op persoonlijk bezoek van gezinnen door begeleiders - intermediairs genoemd- onder leiding van een lokale coördinator. De coördinator wordt aangesteld door het bestuur van de lokale Leergeldstichting. Na ontvangst van een verzoek om steun vindt een intake plaats door de intermediair. Deze beoordeelt de (financiële) gezinssituatie en de aanvraag en vervolgens de mogelijkheden van lokale of landelijke regelingen om hierin te voorzien, de zogeheten voorliggende voorzieningen. Als die mogelijkheden er zijn wordt de aanvrager voorgelicht over 3

3 deze mogelijkheden en de wijze van aanvragen van deze voorzieningen. Bij geen of ontoereikende voorzieningen adviseert de intermediair, respectievelijk de coördinator, aan het bestuur van de lokale Leergeldstichting over een financiële tegemoetkoming richting aanvrager. Het bestuur besluit vervolgens waarbij doorgaans het advies van intermediair en coördinator wordt gevolgd. De wijze waarop een dergelijke tegemoetkoming dan plaats vindt, is afhankelijk van de situatie en wordt op maat bepaald. Vanzelfsprekend staan zorgvuldigheid, evenals de vertrouwelijkheid en privacy van aanvragers, in de werkwijze en aanpak van Leergeld centraal. Organisatie De kern van de Leergeldformule is dat zij uit gaat van het local-for-local principe. Dit betekent dat per gemeente of groep gemeenten sprake is van één lokale en zelfstandige Leergeldstichting. Laagdrempeligheid, korte lijnen, het belang van verankering van het werk van Leergeld in de lokale samenleving en het feit dat regelingen van gemeente tot gemeente kunnen verschillen vormen hiervoor belangrijke overwegingen. De stichtingen kennen in ieder geval een bestuur, een coördinator en intermediairs. Bij de selectie en aanstelling van intermediairs wordt er op gelet dat zij dicht bij de doelgroep staan en zich ook goed kunnen inleven in de situaties die zich voordoen. Intermediairs worden specifiek opgeleid voor hun taken, zoals het beoordelen van de financiële gezinssituatie, het beroep op voorliggende voorzieningen en de persoonlijke begeleiding van aanvragers. De organisatie van deze lokale Leergeldstichting bestaat in principe geheel uit vrijwilligers. Uitsluitend in grotere gemeenten komt het wel voor dat coördinatoren in loondienst worden aangesteld. De lokale benadering van Leergeld heeft als bijkomend voordeel dat de stichting naar de gemeente goed kan optreden als gesprekspartner als het gaat om de evaluatie of ontwikkeling van lokaal beleid in relatie tot de doelgroep. Vrijwel alle lokale Leergeldstichtingen zijn lid van de landelijke Vereniging van Stichtingen Leergeld Nederland. Het landelijk bureau van de vereniging is gevestigd in Tilburg en verzorgt een aantal taken die het beste gemeenschappelijk kunnen worden uitgevoerd: opleidingen, algemene Public Relations activiteiten, communicatie en fondsenwerving op landelijk niveau, beheer van de Leergeldformule, gezamenlijke registratiesystemen en financiële verantwoording op hoofdlijnen. 4

4 Leergeld Soest/Baarn De Stichting Leergeld Soest/Baarn, heeft als vestigingsplaats Soest en als werkgebied de gemeenten Baarn en Soest met zo n inwoners. Op basis van landelijke ervaringsgegevens bedraagt het aantal kinderen dat deel uit maakt van de doelgroep in ons werkgebied ongeveer Onze stichting hanteert daarbij als criterium voor hulpverlening een inkomens- en vermogensgrens van 120% van de bijstandsnorm. De eerste anderhalf jaar van ons bestaan zijn vooral gericht geweest op het creëren en inrichten van een stabiele organisatie, het verkrijgen van draagvlak bij gemeenten en maatschappelijke organisaties, publiciteit en fondsenwerving. Met ingang van het schooljaar is de stichting operationeel geworden. Bestuur In de verslagperiode bestond het bestuur uit de volgende personen: Koos Nieuwland (Soest), voorzitter Rob Onder de Linden (Soest), secretaris Fred Heidinga (Soest), penningmeester Linda de Wagt (Baarn) lid Bij de werving en selectie van bestuursleden wordt gestreefd naar een evenwichtige vertegenwoordiging vanuit Soest en Baarn. Bestuursleden zijn aangesteld op basis van vrijwilligheid en ontvangen uitsluitend een vergoeding voor werkelijk gemaakte onkosten. In het Comité van Aanbeveling heeft dhr. C.H. Wantenaar de opengevallen plaats van dhr. A. Trippaers ingenomen. Het Bestuur spreekt haar grote waardering daarvoor uit. Werkorganisatie De werkorganisatie van Leergeld Soest/Baarn bestaat uit een coördinator (dhr. K. Jansma), die tevens de spil is van de uitvoering. Hij stuurt de intermediairs aan en leidt het proces van de aanvragen. Hij zorgt voor de werving en begeleiding van vrijwilligers. Uit de markt selecteert hij ervaringen, knelpunten en trends om deze, in overleg met het bestuur, adequaat te kunnen afhandelen. Vier vrijwilligers voeren de werkzaamheden als intermediair uit en bezoeken de aanvragers, adviseren daarbij zo nodig betreffende voorliggende voorzieningen, inventariseren de wensen en rapporteren en adviseren hierover. Een bestuurslid houdt zich bezig met de fondsenwerving. Hij bezoekt daarvoor bedrijven en andere organisaties om deze te interesseren in onze doelstellingen. De coördinator, intermediairs en overige medewerkers zijn aangesteld als vrijwilliger. De coördinator ontvangt voor zijn werkzaamheden de fiscaal vrijgestelde vrijwilligersvergoeding. Aan intermediairs en overige medewerkers worden de werkelijke onkosten bij de uitvoering van hun werkzaamheden vergoed. 5

5 Het bestuur komt op basis van een vergaderschema met een frequentie van 1x per 2 maanden bijeen en voorts voor zo vaak als benodigd. De bestuursvergaderingen vormen tevens het overleg met de coördinator die de vergaderingen dan ook bijwoont. Samenwerking Leergeld Soest/Baarn behandelt voor de lokale afdelingen van het Jeugd Sport Fonds (JSF) en het Jeugd Cultuur Fonds (JCF), als intermediair, de aanvragen die bij haar binnen komen. Voor deze instellingen, die zelf niet beschikken over een uitvoeringsorganisatie, wordt door Leergeld ook de uitvoering van de betreffende regeling verzorgd. Voor het overige zijn er geen concrete samenwerkingsafspraken. Wel worden goede relaties onderhouden met de (gemeenschappelijke) sociale dienst van de gemeenten Baarn en Soest en met lokale onderwijsinstellingen en sportverenigingen. Met een aantal lokale leveranciers zijn faciliteiten afgesproken, bijvoorbeeld voordelige inkoop van fietsen en van sportattributen. Resultaten hulpverlening doelgroep De wijze waarop de hulpverlening in de verslagjaar gestalte heeft gekregen is weergegeven in de volgende tabellen. Aanvragen Aantal contacten Aantal aanvragen Aantal kinderen Aantal bijdragen Informatieve contacten 6 6 Ingetrokken aanvragen 9 15 Niet afgehandelde aanvragen Niet gehonoreerde aanvragen Afgewezen Aantal aanvragen uit Baarn Soest Onbekend Totaal

6 Aantal gezinnen uit Baarn Soest Onbekend Totaal Doorverwezen voorliggende voorzieningen BBS 4 3 SHV 0 0 WTOS 7 0 JSF JCF 4 6 Divers 1 1 Binnen de stichting wordt het school- en verenigingsjaar gehanteerd bij de voortgangsrapportage en bewaking met als voordeel dat vrijwel alle aanvragen afgewikkeld zijn bij de start van het nieuwe schooljaar. Voor dit verslag zijn de resultaten omgewerkt tot kalenderjaren, dat levert ook een aantal niet afgehandelde aanvragen op. Het verschil tussen het aantal aanvragen en het kleinere aantal kinderen wordt veroorzaakt door meer aanvragen voor eenzelfde kind(eren). Doorverwijzingen zijn belangrijk als onze intermediairs constateren dat er wellicht mogelijkheden zijn bij voorliggende voorzieningen, of te wel wettelijke regelingen die niet gebruikt worden. De belangrijkste zijn de Sociale Diensten (BBS), Jeugd Sport Fonds, het Jeugd Cultuur Fonds. De doorverwijzing naar de Wet tegemoetkoming Onderwijsbijdragen en Schoolkosten (WTOS) kan niet meer plaatsvinden door het intrekken van deze wet. De aanvragen gaan vooral over schoolmaterialen en activiteiten, contributies en materialen voor sport en cultuur en verder transportmiddelen voor het volgen van onderwijs. De aanvragen voor schoolkosten, -kampen, en reisjes of werkweken worden in overleg met scholen in het Voortgezette Onderwijs tot 50% vergoed, waarbij de school het overblijvende deel voor haar rekening neemt. De betalingen worden rechtstreeks aan school, vereniging of bedrijf overgemaakt. In het geval van sportattributen ontvangen de aanvragers een cheque die bij aangegeven bedrijf ingewisseld kan worden voor de aangevraagde materialen. Fietsen, computers, etc. worden door Leergeld ingekocht en uitgereikt aan de aanvragers. 7

7 Resultaten financieel Bestedingen Het jaarlijkse resultaat wordt toegevoegd aan de continuïteitsreserve. Per ultimo 2015 bedroeg de stand van deze reserve , -. De organisatiekosten bedroegen minder dan 2 % van de totale lasten over deze periode. Binnen Leergeld worden de kosten voor vrijwilligers (vergoedingen en onkosten) gerekend tot kosten voor meedoen. Deze kosten bedroegen ca. 10 % van de totale lasten in 2012, 2013 en In 2015 bedroegen deze kosten 8%, dit percentage zal bij de verwachte groei van het aantal aanvragen verder dalen, daar deze kosten nagenoeg gelijk blijven. Het totaal aan baten bedroeg , - de totale lasten bedroegen , -. (waarvan ,- voor directe hulpverlening en 2.122,- voor opleiding, onkosten en vergoedingen voor vrijwilligers). Het gemiddelde toegekende bedrag per gehonoreerde aanvraag bedroeg 125, -. Inkomsten De lokale Leergeldstichtingen worden geacht geheel zelf in hun fondsenwerving te voorzien en dat is voor Leergeld Soest/Baarn niet anders. Slechts zeer incidenteel komen vanuit de landelijke vereniging bijdragen uit landelijke fondsenwerving beschikbaar. Dit is onder andere het geval bij het oprichten en opstarten van nieuwe stichtingen. In dit verslagjaar heeft Leergeld een tweetal bedragen van landelijke sponsoren via de vereniging kunnen besteden onder meer aan verstrekking van fietsen, cultuuractiviteiten. Bij Nationaal Fonds Kinderhulp zijn de eerste aanvragen toegekend voor vakantie/werkweken voor kinderen boven de 12 jaar. De stichting er tot nu toe goed in geslaagd te voorzien in haar behoefte aan financiële middelen ter dekking van de kosten van hulpverlening. Dit is gelukt dankzij veelal spontane toezeggingen van serviceclubs, bedrijven en lokaal werkzame fondsen. Het spreekt voor zich dat het bestuur deze organisaties hiervoor zeer erkentelijk is. Om redenen van privacy zijn deze lokale donateurs overigens in deze verantwoording niet met naam genoemd. Fondsenwerving vormt niettemin een permanent punt van aandacht voor het bestuur. Het binnen komen van de vereiste gelden is geen vanzelfsprekendheid. Naast de reguliere fondsenwerving is sprake van bijdragen vanuit het Jeugd Sport Fonds. Leergeld Soest-Baarn voert de regelingen voor dit fonds uit. JSF neemt veelal de contributiekosten geheel of gedeeltelijk voor haar rekening. Leergeld vult zo nodig aan en draagt bij in de aanschafkosten van sportkleding en materialen. 8

8 SAMENGEVAT FINANCIEEL OVERZICHT Bedragen in euro s RESULTATENREKENING PER JAAR BATEN Giften in natura Donaties eigen fondsenwerving Bijdragen JSF / JCF TOTAAL BATEN LASTEN Organisatiekosten Contributie LG Nederland Overige MEEDOEN kosten vrijwilligers Vrijwilligers kosten en vergoedingen Opleidingskosten vrijwilligers MEEDOEN directe uitgaven Schoolmaterialen en activiteiten Sportmaterialen en contributies Materialen en contributies cultuur Transportmaterialen en abonnementen Overig TOTAAL LASTEN SALDO / RESULTAAT BALANS PER JAARULTIMO ACTIVA Liquide middelen (bank rek courant) Lening u/g Debiteuren TOTAAL ACTIVA PASSIVA Eigen vermogen Algemene (continuïteits-)reserve Vreemd vermogen Crediteuren TOTAAL PASSIVA

9 Een blik in de toekomst De Stichting Leergeld Soest/Baarn heeft de afgelopen jaren een toenemende groei gekend. Van 34 bijdragen in 2010 tot 198 in Wij zijn blij dat wij meer kinderen kunnen helpen, echter deze toename betekent ook een groeiende financiële last. Wanneer we de groei in bijdragen doortrekken tot 2020 dan zal het aantal bijdragen bij gelijkblijvende omstandigheden rond 400 (= 27% van de doelgroep) uitkomen. Met een gemiddelde bijdrage van 130 in 2016 tot 147* in 2020 komen we op een bedrag aan directe hulpverlening rond de Daarenboven komt een bijdrage van het JSF/JCF van ruim Een dergelijke realisatie kan alleen maar plaatsvinden met een navenante uitbreiding van onze inkomsten. Voor 2020 betekent dat een bedrag van aan donaties. Daarnaast is een robuuste continuïteitsreserve van vitaal belang voor een ongestoorde uitvoering van ons werk. Het is een versleten refrein maar wij doen een dringend beroep op de lokale gemeenschap in Baarn en Soest om ons werk ook in de toekomst te kunnen doen. De lezer is van harte uitgenodigd met ons mee te denken over sponsoring. Wij staan open voor suggesties en ideeën in deze. *Het bedrag per bijdrage is geïndexeerd met 2,5% per jaar. Tenslotte In het verslag jaar heeft het bestuur overleg gevraagd en gekregen met vertegenwoordigers van de colleges van Baarn en Soest over het armoedebeleid in de betrokken gemeenten. Ook met enkele enkele politieke partijen uit onze gemeenten zijn hier gesprekken over gevoerd. Hierbij is ook de besteding van de extra bijdrage die de Landelijke overheid voor de kinderen heeft verstrekt aan de orde geweest. Op het moment van schrijven van dit jaarverslag lijkt het erop dat deze gesprekken leiden tot verder overleg. 10