Geen paniek! Risicocommunicatie door de ogen van de burger

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Geen paniek! Risicocommunicatie door de ogen van de burger"

Transcriptie

1 Geen paniek! Risicocommunicatie door de ogen van de burger Jan M. Gutteling (Universiteit Twente) Marlies Baan (Universiteit Twente) Milou Kievik (Universiteit Twente) Karin Stone (Deltares)

2 Geen paniek! 7.1 Inleiding Risicocommunicatie met betrekking tot het overstromingsrisico krijgt in Nederland meer en meer aandacht. Sinds de watersnoodramp lag de nadruk in het waterveiligheidsbeleid vooral op het gebied van preventie door middel van technische oplossingen. De uitvoering van de deltawerken is daar een goed voorbeeld van. Anno 2009 lijkt het erop dat de Nederlandse overheid gaat kiezen voor een aanpak van meerlaagsveiligheid. Nog steeds krijgt preventie veel aandacht, maar er wordt meer belang gehecht aan rampenbestrijding, nazorg en communicatie met burgers en ondernemers en daarmee ontstaat er tevens aandacht voor andere aspecten van de veiligheidsketen (V&W 2008). Rampenbestrijding en communicatie met burgers en ondernemers krijgt niet alleen in Nederland meer aandacht, ook in Europa is het belang hiervan doorgedrongen. In Europese richtlijnen wordt de communicatie over overstromingsrisico s benadrukt. In november 2007 is de Europese Richtlijn Overstromingsrisico s (ROR) in werking getreden. Deze richtlijn verplicht alle Europese lidstaten burgers en bedrijven te voorzien van informatie. Deze regelgeving volgt daarmee de ontwikkelingen op andere veiligheidsterreinen (bijvoorbeeld externe veiligheid met Post-Seveso-richtlijn). Sinds de risicocommunicatie daarmee een wettelijke grondslag heeft gekregen, moet iedere gemeente met haar inwoners communiceren over het overstromingsrisico. Als doelstelling van deze communicatie is door de overheid geformuleerd dat men het risicobewustzijn van bestuurders, burgers en bedrijven wil vergroten. Daarnaast wordt ook benadrukt dat het vergroten van het handelingsperspectief van zowel bedrijven als burgers van groot belang is (V&W 2008). In ons land wordt aan de communicatieverplichting over overstromingsrisico s onder meer invulling gegeven via provinciale digitale risicokaarten ( via en recentelijk ook via Ook is er op websites van sommige gemeenten informatie te vinden. De ambities op het gebied van risicocommunicatie zijn aan de kant van de overheid hoog, evenals de verwachtingen over de betekenis van perceptie of bewustzijn en mogelijkheden om door middel van communicatie de burger aan te sporen tot adequaat gedrag. Maar wat vindt de burger daar nu allemaal van? Krijgt men via de communicatie op dit moment wel antwoord op prangende vragen als: is het veilig achter mijn dijk en in mijn huis? Wie moet daarvoor zorgen? Wat wordt van mij als burger verwacht? Kan ik bijdragen aan het voorkomen van een overstroming of de gevolgen? Hoe kan ik mij voorbereiden? Hoe kan ik na de overstroming mijn leven weer oppakken? Iedere fase rondom een calamiteit vraagt om andere acties van burgers en bestuurders, waarbij van de laatsten een goed doordachte rol in de communicatie mag worden verwacht. In het recente verleden zijn er uitgebreide ambtelijke bespiegelingen geschreven over de betekenis van communicatie over (overstromings)risico s vanuit het perspectief van de overheid. In dit hoofdstuk wordt echter aandacht besteed aan de risicocommunicatie bij overstromingen vanuit het perspectief van de burger, omdat dit naar ons idee een onderbelicht thema is. Bovendien is de centrale positie van de burger ook een van de kernpunten van het PROmOproject. Het burgerperspectief willen we op een aantal elkaar aanvullende manieren aan de orde stellen, maar centraal staat daarbij dat de burger zelf aan het woord komt over communicatie bij of over overstromingsrisico s. In de eerste plaats gaan we in op wat de burger nu eigenlijk wil weten over dit risico. Daartoe putten we uit enkele studies die in het kader van het PROmOproject naar informatiepreferenties van burgers zijn gedaan. Om te kunnen begrijpen en verklaren waarom burgers bepaalde wensen hebben met betrekking tot de communicatie bij overstromingen, belichten we ook de thema s risicoperceptie en zelfredzaamheid, die eveneens in het PROmO-onderzoek zijn bestudeerd. Hiermee schetsen we een beeld van hoe de burger tegen deze aspecten van de communicatie bij overstromingsrisico s aankijkt. Vervolgens gaan we in op de vraag of we bij de ontwikkeling van een risicocommunicatiebeleid ten behoeve van overstromingen kunnen volstaan met de kennis over de beelden en voorkeuren die bij de bevolking leven. Zijn daarmee alle kwesties voor de communicatie opgelost? Is er daarmee sprake van communicatie die een echte bijdrage levert aan het vergroten van het risicobewustzijn

3 en het vergroten van het handelingsperspectief, zoals de overheid dat in de plannen voor ogen heeft? Deze belangrijke vragen brengen ons naar het punt van de effectiviteit en de efficiëntie van de communicatie over overstromingsrisico s. Als we vinden dat communicatie met burgers een belangrijke rol zou moeten spelen in de veiligheidsketen, dan ligt het voor de hand dat we door middel van onderzoek kunnen laten zien dat die communicatie een bijdrage levert aan het vergroten van de veiligheid van de burger bij een watercalamiteit. Op deze punten levert de communicatiewetenschap enkele belangwekkende inzichten, en levert het PROmO-project een groot aantal data. Als het PROmOproject laat zien hoe communicatie het best op de wensen en behoeften kan aansluiten, dan is het de verantwoordelijkheid van de overheid om te zorgen dat de burger kan beschikken over adequate handelingsperspectieven op het moment dat deze daaraan behoefte heeft, en die zijn toegesneden op de individuele en lokale noden. 7.2 Wat wil de burger weten? Verschillende onderzoeken die zijn gedaan in het kader van het PROmO-project geven inzicht in aspecten die de burger van belang vindt als het gaat om risicocommunicatie bij overstromingen. In het voorjaar van 2008 is onderzoek gedaan naar de risicoperceptie van overstromingen in Zeeland, het eiland van Dordrecht en de Maaskant (zie ondermeer: Terpstra 2010; Universiteit Twente et al. 2009a; 2009b; 2009c), vervolgens is in november 2008 een survey-onderzoek gestart naar aanleiding van de TMO-oefenweek waterproef (Baan et al. 2009). Daarnaast zijn er nog data beschikbaar van onderzoek naar de behoefte en vormgeving van een early warning system in de provincie Zeeland (dit project heette Alert door alertering uiteindelijk resulterend in Hiervoor zijn verschillende focusgroepsessies georganiseerd met burgers (Baan 2008a). Een tweede vervolgvraag is of de burger communicatie over waterrisico s wel belangrijk vindt, met andere woorden of er draagvlak voor is in de samenleving. In het kader van de enquêtes in Zeeland werden aan alle respondenten uitspraken voorgelegd over preparatie en de besteding van overheidsmiddelen aan preventie, rampenplannen en communicatie. De argumenten waren: - Rampenplannen en communicatie zijn onbelangrijk; de overheid kan het beste al het geld investeren in waterkeringen (door 5% van de respondenten gekozen). - Rampenplannen en communicatie zijn belangrijk; maar de overheid moet daarin pas investeren als alle waterkeringen voldoen aan de wettelijke veiligheidseisen (door 24% van de respondenten gekozen). - Rampenplannen en communicatie zijn belangrijk, en de overheid moet daarin investeren; ook als enkele waterkeringen nog niet voldoen aan de wettelijke veiligheidseisen (door 71% van de respondenten gekozen). Er is hierbij een verschil in antwoordvoorkeur te zien ten aanzien van de leeftijd. Respondenten met een leeftijd tussen de 26 en 65 jaar kiezen iets vaker voor de derde optie dan respondenten boven de 65. Bij jongeren kiest ongeveer de helft voor optie twee en de andere helft voor optie drie. Maar het belang van communicatie in het licht van de preparatie op overstromingsrisico s wordt in Zeeland door de bevolking breed ondersteund. De vraag Wat wil de burger weten over overstromingsrisico? roept meteen een andere vraag op namelijk Wil de burger daar überhaupt iets over weten? De TMO-studie (waarbij 957 respondenten zijn ondervraagd) laat zien dat de respondenten de informatie van de overheid waarin wordt aangegeven wat men moet doen ten tijde van een overstroming voor een groot deel als nuttig (heel nuttig = 40%, een beetje nuttig = 21%) ervaren. Slechts 8% van de ondervraagden vindt deze informatie niet of nauwelijks nuttig. Daarnaast is er een groep (27%) die aangeeft niet bekend te zijn met deze informatie

4 Nu een groot deel van de burgers aangeeft wel behoefte te hebben aan informatie, en er breed draagvlak lijkt te bestaan voor het belang van communicatie, is de vraag wanneer de informatiebehoefte bij burgers dan het grootste is. Tijdens de focusgroepen die gehouden zijn in Zeeland, gaf meer dan de helft van de deelnemers aan pas op zoek te gaan naar informatie als er sprake is van een ernstige dreiging. Meer dan 40% gaf echter aan in een eerder stadium op zoek te gaan naar informatie. Slechts een heel klein aantal gaf aan in geen enkele situatie informatie te zoeken. De volgende stap is dan om helder te krijgen aan welke informatie er behoefte is. De TMO-studie laat zien dat meer dan de helft van de burgers (54%) behoefte heeft aan plaatselijk afgestemde informatie vanuit de overheid. Ruim 36% wenst zowel plaatselijke als algemene instructies. Slechts 6% van de respondenten is tevreden met algemene instructies. Informatiebeschikbaarheid is voor ruim een derde van de ondervraagden geen probleem om zich voor te kunnen bereiden op een overstroming. Ruim 35% ervaart dit juist wel als een grote belemmering, deze groep ervaart niet over de juiste informatie te beschikken. Op de vraag Stel dat u zich wilt voorbereiden op een overstroming, aan welke informatie heeft u dan behoefte? geven burgers aan voornamelijk behoefte te hebben aan de volgende aspecten: 1) Dat de burger vooral op tijd gewaarschuwd wordt. 2) Er is vervolgens vooral behoefte aan actuele informatie met concreet handelingsperspectief, zoals welke vluchtroute en naar welke plek. 3) Ook is van belang hoeveel tijd men nog heeft. Waar je vervolgens terecht kan met je vragen over het overstromingsrisico is voor velen niet duidelijk. Meer dan de helft van de ondervraagden (53%) geeft aan niet te weten waar men terecht kan met vragen over het overstromingsrisico. Ongeveer 44% geeft aan dit wel te weten. Hierbij wordt veelvuldig de gemeente, het waterschap en postbus 51 genoemd. Ook ministerie, overheid in het algemeen en Rijkswaterstaat worden gezien als organisaties waaraan men vragen kan stellen over het overstromingsrisico. Opvallend is dat er specifiek naar internet wordt verwezen als bron. Andere media worden niet genoemd. Men geeft wel aan behoefte te hebben aan een heldere brochure of folder. In het PROmO-onderzoek dat in het voorjaar van 2008 is uitgevoerd in Zeeland, werd aan de respondenten gevraagd aan welke informatie zij behoefte zouden hebben bij het advies om te evacueren. De respondenten uit Zeeland konden vrij exact aangeven welke informatiebehoefte men had bij het advies om te evacueren. Op de vraag welke informatie voor de respondent het belangrijkst is op het moment dat de bevolking van Zeeland het advies krijgt om te evacueren en binnen 24 uur Zeeland te verlaten, konden de respondenten uit 16 typen informatie maximaal vijf typen informatie aankruisen. Dit resulteerde in de volgende vijf meest voorkomende informatietypen: - Benodigde tijd om in veilig gebied te komen (door 63% aangegeven) - Evacuatieroutes en reistijden (door 55% aangegeven) - Belangrijke papieren die meegenomen moeten worden (door 52% aangegeven) - Informatie over opvangplaatsen (door 43% aangegeven) - Beveiliging van het gebied tegen plundering en diefstal (door 41% aangegeven) Het merendeel van deze punten onderstreept de eerder beschreven uitkomsten uit het TMO-onderzoek. Tijdens de focusgroepen in het kader van de studie Alert door Alertering werd een prototype van een early warning systeem besproken. De deelnemers gingen hierbij met elkaar in gesprek of de informatie zoals weergegeven in het early warning systeem paste bij hun behoeften. Uit de gesprekken kwam naar voren dat men vooral behoefte heeft aan feitelijke informatie over vluchtroutes, evacuatieroutes, uitzendfrequenties van de regionale rampenzender (alleen de melding stem af op de rampenzender is onvoldoende), de inhoud van een noodpakket, en daarnaast een verwijzing naar uitgebreide informatie waarin men een en ander nog eens kon nalezen. In het prototype werden ook de lokale waterstanden vermeld. De vermelding hiervan werd door de deelnemers als zeer nuttig en interessant ervaren. Wel zou men hierbij graag een aantal concrete referentiepunten beschreven zien, om zo de informatie beter te kunnen plaatsen. Waterstanden koppelen aan gebeurtenissen in het verleden (bijvoorbeeld de watersnoodramp in 1953) werd als optie genoemd. Tijdens de focusgroepsbijeenkomsten gaven deelnemers aan dat men zo concreet mogelijke informatie over evacuatieroutes wil zien. Ook acht men een scenario nuttig om een beeld te kunnen krijgen van hoe men zou kunnen handelen in een noodsituatie. Respondenten misten in het prototype de mogelijkheid om de informatie af te stemmen op de persoonlijke situatie. Er leven vragen als: Op welke verdieping ben ik veilig in mijn huis en Hoe hoog komt het water bij mij. Naast gegevens over wat je wel moet doen missen deelnemers de informatie over wat je vooral niet moet doen. Tot slot gaven de deelnemers aan behoefte te hebben aan een duidelijk aanspreekpunt (in Zeeland Commissaris der Koningin). Ook gaven de burgers aan verward te worden door de verschillende afzenders en betrokken partijen. Hierdoor raakten ze het overzicht kwijt over wie er verantwoordelijk is en wie het aanspreekpunt is

5 7.3 Hoe is het gesteld met de risicoperceptie ten aanzien van overstromingen? Om de informatiebehoefte van burgers te begrijpen is het tevens van belang om in kaart te brengen hoe de burger het risico beleeft en ervaart. Over het algemeen worden deze processen benoemd als risicoperceptie. Factoren die bij de risicoperceptie een rol spelen zijn bijvoorbeeld de waarschijnlijkheid dat een overstroming plaatsvindt, de omvang en aard van de mogelijke gevolgen en de angst die men ervaart voor de dreiging. In het kader van het PROmO-onderzoek is bij verschillende groepen en op verschillende momenten geïnventariseerd hoe burgers overstromingsrisico s beleven. Over het algemeen is het beeld uit deze studies dat burgers niet of nauwelijks angst ervaren bij de gedachte aan een overstroming. Uit het onderzoek naar aanleiding van de TMO-activiteiten geeft ruim 75% van de ondervraagden aan niet of nauwelijks angst te ervaren bij de gedachte aan een overstroming. Ook uit perceptieonderzoek dat is uitgevoerd in Zeeland, het Eiland van Dordrecht, en het Land van Heusden/ de Maaskant blijkt dat burgers niet of nauwelijks angst ervaren. Dit kan worden afgeleid uit de antwoorden van de respondenten op de vraag of men zich onrustig voelt bij de gedachte aan het risico van een overstroming (5-puntsschaal met 1 = weinig, 5 = veel). De respondenten uit zowel Zeeland (M = 1,83) als het Land van Heusden / de Maaskant (M = 1,83) geven aan zich weinig onrustig te voelen over het risico van een overstroming. De respondenten uit Dordrecht (M = 2,01) geven aan zich iets onrustiger te voelen, alhoewel ook zij aangeven niet erg onrustig te worden denkend aan het risico van een overstroming. Dit verschil tussen de respondenten uit zowel Zeeland en het Land van Heusden / de Maaskant als Dordrecht is wel statistisch significant. De conclusie is dus dat de respondenten uit Dordrecht zich onrustiger voelen bij de gedachte aan het overstromingsrisico dan de respondenten uit de andere regio s. Het lijkt aannemelijk om te veronderstellen dat bij een relatief lage perceptie van het overstromingsrisico, de communicatie over het risico bij burgers ook niet veel onrust zal oproepen. Deze gedachte wordt ondersteund door het TMO-onderzoek, waarin aan de respondenten de vraag werd gesteld: Als u terugdenkt aan de informatie die u heeft gehoord en gezien (over de TMO-oefenweek) in hoeverre maakt u zich dan zorgen? Hierop antwoordt een ruime meerderheid (56%) zich niet of nauwelijks zorgen te maken. Slechts 4% van de ondervraagden geeft aan zich veel zorgen te maken. Nu zijn overstromingen in ons land een low probability risk, maar de gevolgen kunnen catastrofaal zijn. In dat licht is de vraag relevant waarom zo n groot percentage respondenten zich nauwelijks tot geen zorgen maakt over overstromingsrisico s. Op de vraag over dit punt, kwamen verschillende antwoorden. Punten die hierbij vaak werden genoemd zijn het vertrouwen in dijken en vertrouwen in de overheid. Een deel van de mensen acht de kans erg klein op een overstroming. Ook de woonlocatie speelt hierbij een rol. Mensen die op hoge grond of tenminste op 1 hoog wonen, geven dit aan als een reden om zich geen zorgen te maken. Daarnaast is er echter ook een aantal mensen dat aangeeft dichtbij een rivier of in de polder te wonen en zich juist daardoor meer zorgen te maken. Kans op en ernst van gevolgen Naast dat er expliciet is gevraagd naar de mate waarin men zich zorgen maakt, is de respondenten ook gevraagd naar hun inschatting van de waarschijnlijkheid (kans) dat een overstroming daadwerkelijk plaats zou kunnen vinden in de eigen regio. Uit het PROmO-onderzoek bij inwoners van Zeeland, het Eiland van Dordrecht en het land van Heusden / de Maaskant kwamen verschillende inschatting van overstromingskansen naar voren. De respondenten uit Zeeland gaven aan deze kans tamelijk onwaarschijnlijk te vinden (M = 1,98) (1 = heel onwaarschijnlijk, 5 = heel waarschijnlijk). De respondenten uit zowel Dordrecht (M = 2,81) als het Land van Heusden / de Maaskant (M = 2,44) vonden deze kans echter iets waarschijnlijker. Zij gaven aan deze kans gemiddeld waarschijnlijk te vinden. Significant betekenisvolle verschillen tussen de verschillende plaatsen kon gevonden worden tussen de regio s Dordrecht en het Land van Heusden / de Maaskant, en Zeeland. Respondenten uit de eerste twee regio s vinden de waarschijnlijkheid van een overstroming in de eigen regio significant waarschijnlijker dan respondenten uit Zeeland. In het TMO-onderzoek kwam naar voren dat 35% van de respondenten nog nooit had nagedacht over de kans op een overstroming in de eigen regio. Ruim de helft van de deelnemers heeft er een enkele keer over nagedacht. Een klein deel (11%) van de ondervraagden denkt er regelmatig tot vaak aan. Ondanks dat ruim de helft van de ondervraagden een enkele keer heeft nagedacht over het overstromingsrisico, acht 66% van alle respondenten het niet waarschijnlijk dat er de komende tien jaar een overstroming in hun regio zal plaatsvinden. Slecht 5% acht dit heel waarschijnlijk. In het perceptieonderzoek werd de respondenten ook gevraagd naar hun inschatting van de gevolgen van een overstroming in hun regio. Gemiddeld gaven de respondenten aan dat men meent dat levensbedreigende situaties,

6 ontwrichting van het dagelijks leven en grote schade aan openbare voorzieningen tamelijk waarschijnlijk is. Opmerkelijk is dat men grote schade aan het eigen huis of bezittingen gemiddeld iets minder waarschijnlijk acht dan de andere gevolgen. Er is bij de antwoorden op de vragen naar de waarschijnlijkheid van bepaalde typen gevolgen een grote eensgezindheid onder de respondenten. Er zijn wat verschillen ten aanzien van de ontwrichting van het dagelijks leven bij personen met een eigen woning versus een huurwoning (de eerste groep acht ontwrichting iets waarschijnlijker), personen met of zonder kinderen tussen 6-18 jaar thuis (de eerste groep acht ontwrichting iets waarschijnlijker), en bij personen werkzaam in verschillende sectoren (veetelers achten ontwrichting het meest waarschijnlijk). In het TMO-onderzoek is de respondenten gevraagd naar de inschatting van gevolgen op het gebied van schade aan gebouwen, het aantal slachtoffers en of het huis dat onder water komt te staan. Net iets meer dan de helft van de ondervraagden denkt dat er heel veel schade aan gebouwen zal ontstaan. De schade aan gebouwen wordt door de respondenten uit Zeeland significant hoger ingeschat dan in rest van Nederland. Het is voor de burger lastiger om een inschatting te maken van het aantal slachtoffers. Het lijkt erop dat men zich hierbij moeilijk een beeld kan vormen. Wel zijn er verschillen gevonden tussen de drie gebieden als het gaat om de inschatting van het aantal mogelijke slachtoffers. Hierbij schatten de respondenten uit het Land van Heusden / de Maaskant het aantal slachtoffers het laagst in en de respondenten uit Zeeland het hoogst. Bijna de helft van de respondenten denkt dat hun woning bij een overstroming onder water komt te staan. Zelfredzaamheid in de ogen van de burger In het kader van de zelfredzaamheid van de burger zijn er in de verschillende onderzoeken vragen gesteld die betrekking hadden op het handelingsperspectief. Hierbij is gebruik gemaakt van voorbeelden van handelen die tijdens een voorbereiding nuttig kunnen zijn. Deze voorbeelden bestonden onder andere uit het plaatsen van zandzakken en vloedschotten, het maken van een noodplan en het samenstellen van een noodpakket. In tabel 7.1 staan de percentages beschreven over hoe nuttig mensen het vinden om deze activiteit uit te voeren. Tabel 7.1 Nut van handelingsperspectieven (in percentages) N = 957 (TMO-onderzoek) niet of enigszins heel Informatie verzamelen over de gevolgen in de nauwelijks nuttig nuttig nuttig omgeving, evacuatieroute en hoge veilige plaatsen Noodpakket aanschaffen Afspraken maken met familie Noodplan maken Verzekering afsluiten Zandzakken en vloedschotten aanschaffen Het verzamelen van informatie over de gevolgen in de omgeving tijdens een overstroming, evacuatieroute en hoge/veilige plaatsen, scoort het hoogst als het gaat om het ervaren van nut van deze handeling. Op een tweede plaats komt afspraken maken met de familie. Het plaatsen van zandzakken en vloedschotten wordt over het algemeen als minder nuttig ervaren. Een heel groot deel (72%) van de respondenten geeft aan dat er geen redenen zijn die hen ervan weerhouden om zich voor te bereiden op een overstroming, als men dat zou willen. De 19% van de ondervraagden die aangeeft wel belemmeringen te zien, noemt redenen als lage kans op een overstroming, ouderdom of ziekte, financiën, gemakzucht, locatie en informatiegebrek. Van de mensen die aangeven belemmeringen te zien, geeft 17% aan tijd en moeite als een grote belemmering te zien (dat is 3% bij N = 957). Slechts 10% van deze mensen geeft aan geld als een grote belemmering te zien (dat is 2% van N = 957). Bij het nut van het handelingsperspectief zijn geen significante verschillen gevonden tussen de casegebieden

7 Tabel 7.2 Bent u van plan om komend jaar daadwerkelijk een van de volgende voorbereidingen te treffen? (in percentages) N=957 (TMO-onderzoek) Ja, dat ga ik Nee, dat ga ik Ik weet Heb ik Informatie verzamelen over gevolgen (waarschijnlijk) (waarschijnlijk) doen niet doen het niet al gedaan in de omgeving, evacuatieroute en hoge veilige plaatsen Afspraken maken met familie Noodplan maken Noodpakket aanschaffen Verzekering afsluiten Zandzakken en vloedschotten aanschaffen In tabel 7.2 is af te lezen dat bij de actie die ondernomen wordt, het verzamelen van informatie als hoogste scoort. Van de ondervraagden geeft 25% aan om van plan te zijn om komend jaar daadwerkelijk informatie te verzamelen. Ook het maken van afspraken met de familie is relatief populair met 20%. Toch geeft een ruime meerderheid aan geen actie te ondernemen. Opvallend is dat zandzakken en vloedschotten erg laag scoren. Bijna 90% van alle respondenten geeft aan dat (waarschijnlijk) niet aan te schaffen. Er zijn respondenten die daadwerkelijk voorbereidingen hebben getroffen. Ruim 10% van de ondervraagden heeft een noodpakket in huis. Een klein percentage heeft afspraken met de familie gemaakt (4%) en een noodplan gemaakt (3%). Opvallend is dat 6% aangeeft een verzekering te hebben voor het overstromingsrisico, waar dat voor zover bekend in ons land niet mogelijk is. 7.4 Wat zou de burger moeten weten? In het voorgaande hoofdstuk is een beschrijving gegeven van wat de burger wil weten. We zijn nagegaan welke voorkeuren en specifieke behoeften de burger naar voren brengt. Dat proces maakte duidelijk dat er veel zaken zijn waaraan de burger uit zichzelf zou denken, maar ook dat er veel aspecten zijn waarvoor de burger zich wil wenden tot de overheid voor vertrouwd advies en goede raad. Belangrijk is in ieder geval om te kunnen constateren dat er een groot draagvlak is en een grote behoefte aan informatie op dit punt. Voor een adequate communicatiestrategie zijn dat belangrijke randvoorwaarden. Een andere belangrijke randvoorwaarde is al in de inleiding kort aangestipt, namelijk wat volgens de uitgangspunten van de wettelijke kaders (zoals geformuleerd door de overheid) de burger moet weten. Daarin vallen twee sleutelbegrippen op: risicobewustzijn en handelingsperspectief, soms ook wel aangeduid met zelfredzaamheid. Een derde randvoorwaarde voor een adequate communicatiestrategie is gelegen in de wetenschap die gebruikmakend van de beide eerdere randvoorwaarden schetst hoe zo n strategie er idealiter uitziet, en die voorzieningen heeft om plannen, ideeën en prototypes van communicatiemiddelen uit te testen en op hun waarde te toetsen. Theorieën en modellen die in de risicocommunicatie en verwante communicatievelden worden gebruikt, maken onderscheid tussen een aantal sleutelbegrippen (ook wel determinanten genoemd), die mede bepalen in hoeverre en onder welke omstandigheden opvattingen, kennis of informatie wordt omgezet in adaptief gedrag (gericht op het op adequate wijze omgaan met het probleem, zoals bv. informatie zoeken, of proactieve maatregelen treffen) en niet in mal-adaptief gedrag (dat zou kunnen zijn: het probleem ontkennen, zich afsluiten voor nieuwe, relevante informatie en geen proactief gedrag vertonen). Deze theorieën zijn onder meer de Protectie Motivatie Theorie (PMT), het Extended Parallel Processing Model (EPPM), en meer specifiek op het gebied van natuurverschijnselen, het Protectie Action Decision Model (PADm). Daarnaast is het Framework for Risk Information Seeking ontwikkeld om de rol van determinanten te bestuderen voor het zoeken naar informatie over risico s (Ter Huurne & Gutteling 2008). Het zou te ver gaan om al deze modellen in het kader van dit hoofdstuk uitgebreid te beschrijven (zie voor een samenvatting Baan 2008b; en voor een toepassing op het gebied van overstromingsrisico s Grothmann & Reusswig 2006). In deze theorieën komen begrippen voor als risicoperceptie (moet men het risico serieus nemen qua kans en gevolgen?), persoonlijk belang van het risico (is het risico voor mij en mijn naasten een probleem?), zelf-effectiviteit (acht men zichzelf in staat om adaptief gedrag te vertonen?), en response-effectiviteit (verwacht men dat het gedrag het probleem oplost of daaraan een belangrijke bijdrage levert?). Wanneer men de beleidsvoornemens van de overheid met betrekking tot het risicobewustzijn en de zelfredzaamheid beschouwt, dan valt te beredeneren dat deze beide begrippen overeenkomsten vertonen met de kernbegrippen die in de genoemde theoretische modellen als centraal worden gezien. Het begrip risicobewustzijn heeft veel te maken met de concepten risicoperceptie en het persoonlijk belang, terwijl de term zelfredzaamheid verwantschap vertoont met de concepten zelf-effectiviteit en response-effectiviteit

8 Bij het stimuleren van de zelfredzaamheid van burgers in overstromingsrisicogebieden door middel van (of met gebruikmaking van) communicatieve beleidsinstrumenten, zou men grofweg twee fasen kunnen onderscheiden. De eerste fase is het informeren van burgers, de daaruit volgende fase is dat de informatieverwerking door de burgers hen moet aanzetten tot daadwerkelijk gedrag. De eerste fase moet er dus toe leiden dat men bereid is informatie op te nemen, en op basis van theoretische overwegingen kan men voorspellen dat dit het geval zal zijn wanneer men een zekere risicoperceptie heeft en het risico ook als persoonlijk belangrijk inschat (kortom risicobewustzijn creëert de juiste voedingsbodem voor communicatie). In de tweede fase moet men vervolgens geconfronteerd worden met informatie (bestaande uit gedragsadviezen) die de ontvanger op twee manieren helpt: men moet kunnen bedenken dat men de adviezen zelf kan uitvoeren (dit heet in het psychologen-jargon beoordeelde zelf-effectiviteit), en men moet ervan overtuigd zijn dat de gedragsadviezen een adequate oplossing bieden voor het probleem waarmee de burger is opgezadeld, kortom het advies moet als nuttig worden ervaren (dit noemen we response-effectiviteit). Bij dreiging voor een atoomaanval schuilen onder de tafel, bed of werkbank (zoals in de jaren vijftig door de BB Bescherming Bevolking in het kader van de zogenoemde Wenken werd aangeraden) is nog wel te doen, maar is het ook een nuttig advies (zie NCBB)? Overheidscommunicatie in de Nederlandse context over overstromingsrisico s moet dus een flink aantal sterk verschillende barrières overwinnen om de eigen ambities en doelstellingen te kunnen waarmaken: communicatie die burgers op succesvolle wijze stimuleert tot het voorbereiden op adequaat gedrag. De communicatie-inspanning van de overheid is tevergeefs als de ontvangende burger het risico niet serieus neemt, of denkt dat het voor zichzelf niet zo n vaart zal lopen. De kans hierop is in ons land niet denkbeeldig, gezien de resultaten van de studies die tot nu toe in dit hoofdstuk zijn beschreven. De communicatie-inspanning kan ook tevergeefs zijn, wanneer de ontvanger meent dat er weliswaar sprake is van een ernstige en persoonlijk relevante situatie, maar dat de gedragsaanbevelingen niet voldoen aan de criteria: zelf uitvoerbaar en nuttig. In het kader van het PROmO-project is een kleinschalig onderzoek uitgevoerd om vast te stellen of communicatie over overstromingsrisico s waarin gebruik is gemaakt van de denkbeelden die hierboven zijn genoemd, effectief zou kunnen zijn. In september 2009 namen 110 willekeurige inwoners van Zeeland, het Eiland van Dordrecht en het land van Heusden / de Maaskant op ons verzoek deel aan een pilotstudie, waarin we ze vroegen wat informatie te lezen over wat de burger kan doen bij een overstroming, en daarna wat vragen te beantwoorden. In deze pilotstudie maakten we gebruik van een boodschap die was opgebouwd uit de standaard informatie-eenheden die de overheid hanteert op gemeentelijke websites, en Een gedeelte van de deelnemers aan het onderzoek ontving deze boodschap. Andere deelnemers kregen van ons een boodschap waarin was getracht om de zelfeffectiviteit en de response-effectiviteit van de deelnemers in positieve zin te beïnvloeden. Eveneens werd door middel van het toevoegen van een beangstigend plaatje, een zogenaamde fear appeal, getracht om de risicoperceptie onder de respondenten te verhogen. De verwachting was dat de aangepaste boodschap zou leiden tot een hogere mate van zowel risicoperceptie, zelf-effectiviteit als response-effectiviteit onder de respondenten dan bij de respondenten die het standaard bericht ontvingen. Uit de analyse blijkt dat dit verschil inderdaad werd gevonden en dat het ook statistisch significant was. Er kan dus worden aangenomen dat het aangepaste bericht in staat was om de inschattingen van de deelnemers over hun zelf-effectiviteit en de nuttigheid van de adviezen in positieve zin te beïnvloeden. Eveneens bleek de toevoeging van een fear appeal aan de boodschap de risicoperceptie onder de respondenten te vergroten. Verder is in de pilotstudie nagegaan of de verschillende boodschappen ook verschillende invloeden hadden op de mate waarin men zich verder wilde informeren over overstromingsrisico s, of de mate waarin men het gedrag ter voorbereiding op een overstroming wilde gaan vertonen. Uit de analyses blijkt dat de deelnemers die de boodschap lazen die de hoogste mate van risicoperceptie en de hoogste mate van zelf-effectiviteit en response-effectiviteit opriep, ook statistisch significant meer informatiezoekgedrag vertoonden en het meest geneigd waren om hun gedrag te veranderen

9 Deze pilotstudie leidt tot de conclusie dat de beoogde effecten konden worden vastgesteld, en dat betekent dat het kennelijk mogelijk is om door middel van communicatie over overstromingsrisico s een bijdrage te leveren aan de beïnvloeding van het voorbereidingsgedrag bij burgers. De studie werd echter op relatief kleine schaal uitgevoerd, zodat is besloten tot een herhaling op grotere schaal. De resultaten hiervan zullen separaat worden gepubliceerd. 7.5 Conclusie Het onderzoek op dit thema uitgevoerd in het kader van het PROmO-project laat vooreerst zien dat er geen reden is om als overheid niet te willen communiceren over het onderwerp overstromingsrisico s met burgers. Onder zowel bestuurders als ambtenaren van veiligheidsregio s en gemeenten is nogal eens het idee te beluisteren dat men burgers onrustig zou maken door te communiceren over deze risico s. Als bestuurder schrikt men terug voor het doembeeld van angstige burgers of moeilijke vragen. De vraag is echter of er hier wel sprake is van een doembeeld, of eerder van een mythe. Naar ons idee is deze mythe in het PROmO-onderzoek naar het rijk der fabelen verwezen. Uit de verschillende studies die hier besproken zijn valt immers af te leiden dat deze angst onterecht is. Burgers maken zich over het algemeen geen grote zorgen over overstromingsrisico s, en hebben geen sterke risicoperceptie. Evenmin nemen we na een periode met veelvuldige communicatie over overstromingsrisico s, zoals in het kader van de TMO-oefenweek, bij de bevolking veel onrustgevoelens of angst waar. Tegelijkertijd geven burgers in grote getalen aan dat ze behoefte hebben aan informatie over overstromingsrisico s en zijn vaak in staat om hun specifieke behoefte te benoemen. Ook waterdeskundigen steunen het idee van opener communicatie met burgers (zie kader 1). Er is een groot draagvlak bij burgers voor communicatie in afstemming met andere voorbereidingsactiviteiten van de overheid. De eventuele keuze van overheden om niet te communiceren ontneemt burgers een fundamenteel recht, namelijk het recht om zich te informeren over potentiële bedreigingen om te leren daarmee op adequate wijze om te gaan. Dat sommige burgers aangeven zich niet te willen informeren, zelfs al zou men de kans hebben, doet aan dat grondrecht niets af. De vraag speelt wat de reactie van burgers zal zijn als de overheid de burger niet ruimhartig voorziet van informatie, waaraan een duidelijk uitgesproken behoefte bestaat. Het is niet denkbeeldig dat die onthouding leidt tot negatieve reacties, zoals dat ook wel in andere beleidsdossiers valt waar te nemen (bijvoorbeeld doordat men als burger minder vertrouwen krijgt in de bestuurders, die belangrijke informatie achter lijken te houden). Een ander probleem is dat een terughoudende overheid niet zelf de regie van de communicatie in handen heeft. Daardoor wordt de perceptie van het vraagstuk niet uitsluitend beïnvloed door de overheidscommunicatie, maar gaan andere partijen via de media en internet een steeds grotere rol spelen in de beeldvorming. Het lijkt verstandig dat de overheid op alle niveaus actief werkt aan het vertrouwen dat burgers in de overheid hebben. In onzekere situaties als het omgaan met (overstromings)risico s geven burgers te kennen belang te hechten aan informatie van de overheid waarop men vertrouwt voor de juiste adviezen en goede raad. Deze informatie komt wellicht het best van lokale of regionale instanties die de lokale omstandigheden goed kennen, en daarbij wellicht het best kunnen aansluiten. Naast de inhoudelijke boodschap wordt ook een signaal afgegeven dat men de burgers serieus neemt en hen in voorkomende gevallen wil betrekken bij het beleid over risico s en over de veiligheidsbeleving wil communiceren. Hierbij moet wel worden aangetekend dat er op dit gebied nog een flinke slag te maken valt. Veel burgers hebben namelijk geen idee wat hen te wachten staat bij een overstroming. Zo leeft er bij veel mensen het idee dat hulpverlening snel op gang komt, maar vergeet men dat een overstroming waarschijnlijk zo n grote omvang zal aannemen dat er geen materieel, hulpverleners en tijd voldoende is om op korte termijn alle slachtoffers te helpen. Een ander veelal onderschat gevolg is de hoogte van het water. Het maakt nogal een groot verschil voor het handelingsperspectief van de burger of er 20 cm water staat of dat men te maken krijgt met een waterstand van 2 meter in de huizen. Mensen onderschatten het gevaar van ondergelopen straten en velen denken nog makkelijk met de auto te kunnen evacueren als dat wordt aangeraden. De lage mate van zorgen en risicoperceptie die bij grote groepen in de samenleving wordt geconstateerd, heeft wel een keerzijde. Het lage gevoel van urgentie weerhoudt velen er van om informatie over overstromingsrisico s om te zetten in proactief handelen. Dit is wel een punt waarover overheidsinstanties zich zorgen zouden moeten maken, maar dat zou niet moeten leiden tot een vorm van fatalisme. Uit het PROmO-onderzoek komt immers naar voren dat communicatie, mits voldoend aan een aantal randvoorwaarden, in staat is de zelfredzaamheid van burgers te beïnvloeden. Hoe beter de burger is geïnformeerd, des te zelfredzamer deze zal zijn (de verwachting wordt gedeeld door de waterdeskundigen, zie kader 1). In geval van een daadwerkelijke crisis kan dit betekenen dat men beter in staat is om zichzelf en wellicht anderen te helpen, waardoor de situatie tot een minder grote escalatie leidt. Wanneer burgers risicobewust zijn, nemen zij signalen (bijvoorbeeld de sirene) sneller serieus. In dit opzicht kan proactief uitgevoerde risicocommunicatie bij een crisis levens redden

10 Uitspraken van waterdeskundigen over risicocommunicatie met burgers Over de taken en verantwoordelijkheden van de overheid: 1 Veiligheidsniveau op orde houden & implementeren nieuwe inzichten. 2 Informatie verschaffen, zowel preventief als tijdens calamiteit. 3 Regelen het systeem zodanig dat burger zichzelf in veiligheid kan brengen (voldoende shelters, planning en aanleg van wegen, bouwvoorschriften, organisatie van een evacuatie). 4 Zorg voor kwetsbaren. 1 Over de taken en verantwoordelijkheden van de burger : 1 Het zichzelf in veiligheid brengen op basis van de informatie die de overheid verschaft. 2 Zelf de keuze hebben in handelen. Over het schrijnende contrast qua beschikbare informatie tussen waterdeskundigen en burgers : 1 Expert ziet wat de burger allemaal zou kunnen weten. Maar de burger weet nu (nog) niets. Boodschap van de waterdeskundigen aan de overheid: 1 Wees eerlijk, ook naar jezelf. Schep geen illusie, maar kijk wat de overheid wel kan. Zorg voor een goede voorlichting. Burgers zijn niet achterlijk. 2 Wees niet bang. Zie het niet als een paniekverhaal. Wees als overheid goed voorbereid op het verhaal dat je gaat vertellen (hoe) maar ga het wel vertellen. 3 Veel slachtoffers zijn te voorkomen als mensen weten wat ze kunnen verwachten en wat hun handelingsperspectief is. Dit kun je het beste per gebied bekijken. 4 Hou hoogwaterbescherming hoog op de agenda. Literatuur Baan, M.E. (2008a). Rapportage focusgroepen Alert door Alertering. In samenwerking met de provincie Zeeland en Veiligheidsregio Zeeland. Enschede, Universiteit Twente, september Baan, M.E. (2008b). Fear appeals als risicocommunicatiemiddel bij overstromingsrisico s. Enschede, Universiteit Twente, afstudeerscriptie Toegepaste Communicatiewetenschap. Baan, M.E., M. Kievik, J.M.Gutteling en T.Terpstra (2009). Risicoperceptie en risicocommunicatie bij overstromingen. Rapportage van dataverzameling in het kader van de oefenweek Waterproef van de Taskforce Management Overstromingen (TMO). Enschede, Universiteit Twente. Juli Ministerie van Verkeer en Waterstaat (2008). Ontwerp Beleidsnota Waterveiligheid. Den Haag Grothman, Th., Reusswig, F. (2006). People at risk of flooding: Why some residents take precautionary action while others do not. In: Natural hazards, 38, NCBB. Ter Huurne, E.F.J., & Gutteling, J.M. (2008). Information needs and risk perception as predictors of risk information seeking. In: Journal of Risk Research, 11 (7), Terpstra, T. (2010). Flood preparedness. Thoughts, feelings and intentions of the Dutch public. Proefschrift. Enschede, Universiteit Twente, 15 januari Universiteit Twente (faculteit GW), Deltares, TNO Bouw en Ondergrond, ITC, TU Delft (faculteit Management), HKV Lijn in water (2009a). Enquête overstromingsdreiging en evacuatiegedrag in Zeeland. Onderzoek uitgevoerd in het kader van het onderzoek Perceptie en Risicocommunicatie bij het Omgaan met Overstromingsrisico s (PROmO). Enschede, Universiteit Twente, 1 juli Universiteit Twente (faculteit GW), Deltares, TNO Bouw en Ondergrond, ITC, TU Delft (faculteit Management), HKV Lijn in water (2009b). Enquête overstromingsdreiging en evacuatiegedrag in Land van Heusden / de Maaskant. Onderzoek uitgevoerd in het kader van het onderzoek Perceptie en Risicocommunicatie bij het Omgaan met Overstromingsrisico s (PROmO). Enschede, Universiteit Twente, 1 juli Universiteit Twente (faculteit GW), Deltares, TNO Bouw en Ondergrond, ITC, TU Delft (faculteit Management), HKV Lijn in water (2009c). Enquête overstromingsdreiging en evacuatiegedrag in Dordrecht. Onderzoek uitgevoerd in het kader van het onderzoek Perceptie en Risicocommunicatie bij het Omgaan met Overstromingsrisico s (PROmO). Enschede, Universiteit Twente, 1 juli

Het effect van risicoperceptie en zelf en response effectiviteit op het zelfbeschermend gedrag van burgers met betrekking tot overstromingsrisico s.

Het effect van risicoperceptie en zelf en response effectiviteit op het zelfbeschermend gedrag van burgers met betrekking tot overstromingsrisico s. Het effect van risicoperceptie en zelf en response effectiviteit op het zelfbeschermend gedrag van burgers met betrekking tot overstromingsrisico s. Onderzoek uitgevoerd in het kader van het onderzoek

Nadere informatie

Risicoperceptie en Risicocommunicatie bij Overstromingen

Risicoperceptie en Risicocommunicatie bij Overstromingen Risicoperceptie en Risicocommunicatie bij Overstromingen Rapportage van dataverzameling in het kader van de oefenweek waterproef van de Taskforce Management Overstromingen (TMO). Datum: december 2008 Auteurs:

Nadere informatie

Risicoperceptie van overstromingen

Risicoperceptie van overstromingen Van Neerslag tot Schade Risicoperceptie van overstromingen 18 februari 2010, 15.00 16.00 uur dr. ir. T. Terpstra, HKV lijn in water / Universiteit Twente t.terpstra@hkv.nl Toekomstig risicomanagement:

Nadere informatie

Resultaten nulmeting pilot Zelfredzaamheid en spoorveiligheid

Resultaten nulmeting pilot Zelfredzaamheid en spoorveiligheid B en W voorstel 13int02786 Onderwerp Resultaten nulmeting pilot Zelfredzaamheid en spoorveiligheid Samenvatting voorstel Hoewel burgers bij een ramp of calamiteit direct de handen uit de mouwen steken,

Nadere informatie

Onderzoek Test website door het Stadspanel Helmond

Onderzoek Test website door het Stadspanel Helmond Onderzoek Test website door het Stadspanel Helmond In januari 2012 is de nieuwe gemeentelijke website de lucht ingegaan. Maanden van voorbereiding en tests gingen daaraan vooraf. Daarbij is bij de projectgroep

Nadere informatie

EUROPESE VERKIEZINGEN Eurobarometer Europees parlement (EB Standard 69.2) Voorjaar 2008 Samenvatting

EUROPESE VERKIEZINGEN Eurobarometer Europees parlement (EB Standard 69.2) Voorjaar 2008 Samenvatting Directoraat-Generaal Communicatie Directoraat C - Betrekkingen met de burgers EENHEID MONITORING PUBLIEKE OPINIE 15/09/2008 EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Eurobarometer Europees parlement (EB Standard 69.2)

Nadere informatie

Hoe respectvol is Nederland? Provincie: Drenthe Gemeente: Emmen

Hoe respectvol is Nederland? Provincie: Drenthe Gemeente: Emmen Hoe respectvol is Nederland? Provincie: Drenthe Gemeente: Emmen CDA Partijbureau November 218 1 Introductie Zestig gemeenten hebben meegedaan met de enquete tijdens de Week van Respect 218. Wij presenteren

Nadere informatie

Hoe respectvol is Nederland? Provincie: Gelderland Gemeente: Nijkerk

Hoe respectvol is Nederland? Provincie: Gelderland Gemeente: Nijkerk Hoe respectvol is Nederland? Provincie: Gelderland Gemeente: Nijkerk CDA Partijbureau November 18 1 Introductie Zestig gemeenten hebben meegedaan met de enquete tijdens de Week van Respect 18. Wij presenteren

Nadere informatie

Een FRISse kijk op risicocommunicatie? Ellen Misana 15 June 2012

Een FRISse kijk op risicocommunicatie? Ellen Misana 15 June 2012 Een FRISse kijk op risicocommunicatie? Ellen Misana 15 June 2012 Deze presentatie 1. Risicocommunicatie en informatiezoekgedrag Wie, wat, waar en waarom? 2. Ontwikkeling FRIS Wat weten we (nog niet)? Recente

Nadere informatie

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld APQ-vragenlijst 28 maart 2018 Bea Voorbeeld Inleiding In dit rapport bespreken we jouw inzetbaarheid wat je kunt doen om jouw positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Om dit te bepalen hebben we de volgende

Nadere informatie

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo APQ-vragenlijst 30 januari 2019 Daan Demo Inleiding In dit rapport bespreken we jouw inzetbaarheid en wat je kunt doen om jouw positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Om dit te bepalen hebben we de volgende

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Dossier Grootschalige evacuatie

Dossier Grootschalige evacuatie Dossier Grootschalige evacuatie Introductie Een grootschalige evacuatie is de verplaatsing van mensen van een Plaats Incident of een dreiging tot een mogelijk Plaats Incident naar elders. In ieder geval

Nadere informatie

Risico- en Crisisbarometer

Risico- en Crisisbarometer Rapport Risico- en Crisisbarometer Basismeting november 2015 Project: 15074061 Datum: 11 januari 2016 Inhoudsopgave 02 Samenvatting 04 Inleiding 06 De zorgen van Nederland 09 Het gevoel van veiligheid

Nadere informatie

KLIMAATADAPTATIE LEEFT, MAAR LEIDT NOG NIET

KLIMAATADAPTATIE LEEFT, MAAR LEIDT NOG NIET KLIMAATADAPTATIE LEEFT, MAAR LEIDT NOG NIET www.atosborne.nl Klimaatadaptatie leeft, maar leidt nog niet. Klimaatadaptatie leeft, maar leidt nog niet. Dat is de belangrijkste conclusie die getrokken kan

Nadere informatie

Zelfredzame Burger & Zeelandveilig.nl. Onderzoeksresultaten Samenvatting

Zelfredzame Burger & Zeelandveilig.nl. Onderzoeksresultaten Samenvatting Zelfredzame Burger & Zeelandveilig.nl Onderzoeksresultaten Samenvatting ONDERZOEKSGROEP RESILIENT DELTAS 10-NOVEMBER-2016 INLEIDING Voor u ligt de samenvatting van het onderzoek naar de mate van zelfredzaamheid

Nadere informatie

METEN RISICOBEWUSTZIJN EN ZELFREDZAAMHEID

METEN RISICOBEWUSTZIJN EN ZELFREDZAAMHEID METEN RISICOBEWUSTZIJN EN ZELFREDZAAMHEID Een project voor Rijkswaterstaat Eindrapport 5 Maart 205 J. M. Gutteling, Universiteit Twente T. Terpstra HKV Lijn in water J. Kerstholt TNO/Universiteit Twente

Nadere informatie

Sociale en culturele factoren in evacuatie simulaties. Dr. Natalie van der Wal

Sociale en culturele factoren in evacuatie simulaties. Dr. Natalie van der Wal Sociale en culturele factoren in evacuatie simulaties Dr. Natalie van der Wal Uit de praktijk blijkt dat weinig mensen direct overgaan tot actie als het brandalarm afgaat. Het zal wel een oefening zijn,

Nadere informatie

Raad van Beheer. Klant Tevredenheid Onderzoek Fokkers 2016

Raad van Beheer. Klant Tevredenheid Onderzoek Fokkers 2016 Raad van Beheer Klant Tevredenheid Onderzoek Fokkers 2016 Er is in de zomer van 2016 een Klant Tevredenheid Onderzoek (KTO) uitgestuurd naar alle fokkers die de afgelopen 2 jaar één of meerdere nestjes

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

De stand van mediation

De stand van mediation De stand van mediation Onderzoek bij gemeenten naar de stand van zaken rond mediation 30 november 2007 1 Inleiding Steeds meer gemeenten ontdekken mediation als manier om conflictsituaties op te lossen.

Nadere informatie

Campagne De Nieuwe Handhaver

Campagne De Nieuwe Handhaver Campagne De Nieuwe Handhaver Projectnummer: 10180 In opdracht van: Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving Manilde van der Oord Esther Jakobs Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL Amsterdam

Nadere informatie

REKENKAMERCOMMISSIE. Beleving van externe veiligheid. Eindrapport van de Rekenkamercommissie Enschede

REKENKAMERCOMMISSIE. Beleving van externe veiligheid. Eindrapport van de Rekenkamercommissie Enschede REKENKAMERCOMMISSIE Beleving van externe veiligheid. Eindrapport van de Rekenkamercommissie Enschede Enschede, 26 januari 2006 Inleiding Met het onderzoek geeft de Rekenkamercommissie invulling aan haar

Nadere informatie

Risico- en Crisisbarometer

Risico- en Crisisbarometer Rapport Risico- en Crisisbarometer Basismeting juni 2016 Project: 16041241 Datum: 4 augustus 2016 Inhoudsopgave 02 Samenvatting 04 Onderzoeksopzet 06 De zorgen van Nederland 09 Het gevoel van veiligheid

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (dutch summary)

Nederlandse samenvatting (dutch summary) Nederlandse samenvatting (dutch summary) Private overstromingsmitigatie maatregelen in een omgeving met verander Ondanks de vele maatregelen die wereldwijd te beperken blijven overstromingen de meest voorkomende

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Perceptie van het risico op een overstroming: effect van de risicokaart en de waterdreiging-site

Perceptie van het risico op een overstroming: effect van de risicokaart en de waterdreiging-site Kampweg 5 Postbus 23 3769 ZG Soesterberg TNO-rapport TNO-DV 2010 D048 Perceptie van het risico op een overstroming: effect van de risicokaart en de waterdreiging-site www.tno.nl T +31 34 635 62 11 F +31

Nadere informatie

Risico- en Crisisbarometer

Risico- en Crisisbarometer Rapport Risico- en Crisisbarometer Basismeting juni 2014 Voor: NCTV Door: Ipsos Datum: 3 juli 2014 Project: 14040093 0 Inhoudsopgave Samenvatting 2 Inleiding 4 Resultaten: de zorgen van Nederland 6 Resultaten:

Nadere informatie

Risico- en Crisisbarometer

Risico- en Crisisbarometer Rapport Risico- en Crisisbarometer Basismeting oktober 2014 Voor: NCTV Door: Ipsos Datum: 29 oktober 2014 Project: 14070175 0 Inhoudsopgave Samenvatting 2 Inleiding 4 Resultaten: de zorgen van Nederland

Nadere informatie

Risico- en Crisisbarometer

Risico- en Crisisbarometer Rapport Risico- en Crisisbarometer Basismeting juni 2015 Project: 15033846 Datum: 15 juli 2015 Inhoudsopgave 02 Samenvatting 04 Inleiding 06 De zorgen van Nederland 09 Het gevoel van veiligheid 14 Vertrouwen

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Gebruik en effecten van NL-Alert:

Gebruik en effecten van NL-Alert: Gebruik en effecten van NL-Alert: WODC-project 2215 Eindrapportage 1 april 2014 Auteurs: Dr. J.M. Gutteling (Universiteit Twente), projectleider Prof Dr. J. Kerstholt (Universiteit Twente en TNO) Dr. T.

Nadere informatie

11 PREVENTIE II 12 ONVEILIGE PLEKKEN 13 AANVULLENDE VRAAG ONVEILIGE PLEKKEN. pagina 31. Komt het wel eens voor dat u:

11 PREVENTIE II 12 ONVEILIGE PLEKKEN 13 AANVULLENDE VRAAG ONVEILIGE PLEKKEN. pagina 31. Komt het wel eens voor dat u: 11 PREVENTIE II 1 Komt het wel eens voor dat u: 1. s avonds of s nachts niet open doet, omdat u het niet veilig vindt? 2. in uw eigen buurt omloopt of omrijdt om onveilige plekken te vermijden? 3. uw kind(eren)

Nadere informatie

Schuilen op zolder, in een shelter, in een versterkt compartiment of buitendijks?

Schuilen op zolder, in een shelter, in een versterkt compartiment of buitendijks? Opdrachtgever: Gemeente Dordrecht in het kader van het MIRT Eiland van Dordrecht Schuilen op zolder, in een shelter, in een versterkt compartiment of buitendijks? Draagvlak voor verticale evacuatie onder

Nadere informatie

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen Marinka Kuijpers & Frans Meijers De Haagse Hogeschool Januari 2009 Management Samenvatting Studieloopbaanbegeleiding is hot in het hoger beroepsonderwijs.

Nadere informatie

Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden. Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve

Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden. Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve Wat gaan we doen? Inleiding risicocommunicatie Risicocommunicatie: een spel van invloed en beinvloeden: 1 e

Nadere informatie

Inbraakpreventie in Westfriesland

Inbraakpreventie in Westfriesland Inbraakpreventie in Westfriesland uitkomsten van een peiling onder inwoners Westfriese gemeenten Juni 2014 Belangrijkste uitkomsten Risico-perceptie De zes gemeenten die deel uit maken van het politiedistrict

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. (Dutch Summary)

Nederlandse Samenvatting. (Dutch Summary) Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) Het aantal oudere mensen in onze maatschappij groeit en de komende jaren zal dit alleen nog maar meer toenemen. De verwachting is dat het aantal mensen dat 65 jaar

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

Slecht nieuws goed communiceren

Slecht nieuws goed communiceren Slecht nieuws goed communiceren M A N U K E I R S E F A C U L T E I T G E N E E S K U N D E, K U L E U V E N Waarheid is een van de meest krachtige medicamenten waarover men beschikt, maar men moet nog

Nadere informatie

11 PREVENTIE II 12 ONVEILIGE PLEKKEN 13 AANVULLENDE VRAAG ONVEILIGE PLEKKEN. pagina 31. Komt het wel eens voor dat u:

11 PREVENTIE II 12 ONVEILIGE PLEKKEN 13 AANVULLENDE VRAAG ONVEILIGE PLEKKEN. pagina 31. Komt het wel eens voor dat u: PREVENTIE II Komt het wel eens voor dat u:. s avonds of s nachts niet open doet, omdat u het niet veilig vindt? 2. in uw eigen buurt omloopt of omrijdt om onveilige plekken te vermijden? 3. uw kind(eren)

Nadere informatie

Survey chems&seks Voorjaar 2017

Survey chems&seks Voorjaar 2017 ! Survey chems&seks Voorjaar 2017 Chems & seks is in onze scene geen ongebruikelijke combinatie. Veel mannen kunnen volop genieten van de verruimende werking van diverse middelen, en ervaren het als een

Nadere informatie

KTO Het Nieuwe Inzamelen Overvecht

KTO Het Nieuwe Inzamelen Overvecht KTO Het Nieuwe Inzamelen Overvecht Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl in opdracht van Inzamelen, Markten

Nadere informatie

Communicatieplan Wmo-raad Hellendoorn

Communicatieplan Wmo-raad Hellendoorn Communicatieplan Wmo-raad Hellendoorn 01. Communicatiemiddelen en wanneer en / of waarom. Communicatiemiddel Mondeling Bijeenkomst Wmo-raad Circa een keer per zes weken regulier overleg over zaken aangaande

Nadere informatie

10 onmisbare vaardigheden voor. de ambtenaar van de toekomst. 10 vaardigheden. Netwerken. Presenteren. Argumenteren 10. Verbinden.

10 onmisbare vaardigheden voor. de ambtenaar van de toekomst. 10 vaardigheden. Netwerken. Presenteren. Argumenteren 10. Verbinden. 10 vaardigheden 3 Netwerken 7 Presenteren 1 Argumenteren 10 Verbinden Beïnvloeden 4 Onderhandelen Onderzoeken Oplossingen zoeken voor partijen wil betrekken bij het dat u over de juiste capaciteiten beschikt

Nadere informatie

Risico- en Crisisbarometer

Risico- en Crisisbarometer Rapport Risico- en Crisisbarometer Basismeting november 2013 Voor: NCTV Door: Ipsos Datum: 18 december 2013 Project: 13090735 0 Inhoudsopgave Samenvatting 2 Inleiding 4 Resultaten: de zorgen van Nederland

Nadere informatie

Imago-onderzoek 2014 Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeente Apeldoorn

Imago-onderzoek 2014 Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeente Apeldoorn Imago-onderzoek 1 Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeente Apeldoorn 1 Inhoudsopgave Pagina Samenvatting 3 Resultaten ouders Algemene beschrijving ouders 1. Hoeveel ouders hebben van het CJG gehoord? 6. Waar

Nadere informatie

Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de. Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel

Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de. Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel 1. Inleiding 1.1 Veiligheidsregio Drenthe en het Regionaal risicoprofiel De Veiligheidsregio Drenthe heeft

Nadere informatie

Rekenkameronderzoek Veiligheid

Rekenkameronderzoek Veiligheid Rekenkameronderzoek Veiligheid ONDERZOEK ONDER HET BEWONERSPANEL DORDRECHT Inhoud In hoeverre zijn de bewoners op de hoogte van de voorlichting van de gemeente Dordrecht? Wat weten ze van de veiligheidsrisico

Nadere informatie

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Onderzoek naar het gebruik van metaforen door kinderen werd populair in

Nadere informatie

Nederlandse werkgevers en duurzame inzetbaarheid

Nederlandse werkgevers en duurzame inzetbaarheid 1 Nederlandse werkgevers en duurzame inzetbaarheid Inleiding Het streven naar gezonde werknemers die zo weinig mogelijk ziek zijn is een streven van iedere werkgever. Het werken aan duurzame inzetbaarheid

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016 Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen Rapportage derde meting juni 2016 Introductie Waarom dit onderzoek? Zijn Nederlanders de afgelopen maanden anders gaan denken over de opvang van vluchtelingen

Nadere informatie

WATER8C MO. 2014.21608

WATER8C MO. 2014.21608 Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Retouradres Postbus 20906 2500 EX Den Haag Waterschap Peel en Maasvallei Dijkgraaf mr. A.M.G. Gresel Postbus 3390 5902 RĴ Venlo WATER8C MO. 2014.21608

Nadere informatie

Rapportage onderzoek lidmaatschap een onderzoek onder klanten naar verschillende aspecten van het lidmaatschap van de bibliotheek en van BiebPanel

Rapportage onderzoek lidmaatschap een onderzoek onder klanten naar verschillende aspecten van het lidmaatschap van de bibliotheek en van BiebPanel Rapportage onderzoek lidmaatschap een onderzoek onder klanten naar verschillende aspecten van het lidmaatschap van de bibliotheek en van BiebPanel Algemeen rapport Inhoud Samenvatting onderzoeksresultaten

Nadere informatie

Wat drijft de I(C)T-medewerker?

Wat drijft de I(C)T-medewerker? Wat drijft de I(C)T-medewerker? DoelgroepenMonitor Wat drijf de I(C)T-medewerker? DoelgroepenMonitor Emmy Nederkoorn, Karin Lammers en Ester Koot Over Motivaction Gevestigd in Amsterdam Werkgever van 80

Nadere informatie

Het begrijpelijk communiceren van een gezondheidsrisico

Het begrijpelijk communiceren van een gezondheidsrisico Het begrijpelijk communiceren van een gezondheidsrisico Dr. Olga Damman Dr. Maaike van den Haak Nina Bogaerts, Msc Amber van der Meij, Bsc Prof.dr. Danielle Timmermans Quality of Care EMGO Institute for

Nadere informatie

Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan. All hazard voorbereid zijn (1 van 3)

Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan. All hazard voorbereid zijn (1 van 3) Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan All hazard voorbereid zijn (1 van 3) Versie 1.0 11 november 2014 Voorwoord Zorginstellingen zijn vanuit

Nadere informatie

Korte alarmberichten opstellen is een kwestie van opleiden, trainen en oefenen Welke expertise is nodig voor het opstellen van korte alarmberichten?

Korte alarmberichten opstellen is een kwestie van opleiden, trainen en oefenen Welke expertise is nodig voor het opstellen van korte alarmberichten? Korte alarmberichten opstellen is een kwestie van opleiden, trainen en oefenen Welke expertise is nodig voor het opstellen van korte alarmberichten? Gegevens auteur 1 Titulatuur: Dr.ir. Voorletters: H.M.

Nadere informatie

OPNEMEN VAN GESPREKKEN DOOR PATIËNTEN

OPNEMEN VAN GESPREKKEN DOOR PATIËNTEN OPNEMEN VAN GESPREKKEN DOOR PATIËNTEN Uitkomsten raadpleging KNMG Artsenpanel Onderzoek onder het KNMG Artsenpanel, uitgevoerd door onderzoeksbureau MWM2 1 ONDERZOEK OPNEMEN GESPREKKEN + Soms willen patiënten

Nadere informatie

Kennisdeling op internet tussen leraren in Kennisnet Vakcommunities. De belangrijkste resultaten. Management samenvatting

Kennisdeling op internet tussen leraren in Kennisnet Vakcommunities. De belangrijkste resultaten. Management samenvatting Kennisdeling op internet tussen leraren in Kennisnet Vakcommunities. De belangrijkste resultaten Uwe Matzat/Chris Snijders Technische Universiteit Eindhoven Management samenvatting De grote meerderheid

Nadere informatie

G-NPS NPS voor de Publieke Sector

G-NPS NPS voor de Publieke Sector G-NPS NPS voor de Publieke Sector Via een ultrakorte vragenlijst verkrijgen overheden direct hanteerbare inzichten om de dienstverlening aan hun klanten te verbeteren. Klanten én de interne organisatie

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. 19 april 2001 WO/A/2001/ juni 2001

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. 19 april 2001 WO/A/2001/ juni 2001 OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079)

Nadere informatie

Informatieavond buitendijks gebied Noordereiland en wateroverlast. 7 oktober Programma

Informatieavond buitendijks gebied Noordereiland en wateroverlast. 7 oktober Programma Programma Informatieavond buitendijks gebied Noordereiland en wateroverlast 7 oktober 2014 19:30 Start en introductie 19:35 Presentatie gemeente Rotterdam waterveiligheid 19:50 Inhoudelijke vragen 19:55

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Onderzoek Social Media in Transport & Logistiek

Onderzoek Social Media in Transport & Logistiek Onderzoek Social Media in Transport & Logistiek 19 maart 2014 2 Inleiding Na een aantal zware crisisjaren lijkt de sector transport & logistiek begin 2014 weer uit het dal te klimmen. De eerste signalen

Nadere informatie

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3 Rapportage Burgerpanel meting 3: Juni 2013 In opdracht van: Contactpersoon: Gemeente Horst aan de Maas Dhr. F. Geurts Utrecht, juli 2013 DUO Market Research drs. Aart van Grootheest drs. Marjan den Ouden

Nadere informatie

HET BELANG VAN DE RELATIE

HET BELANG VAN DE RELATIE HET BELANG VAN DE RELATIE Een onderzoek naar het verband tussen de werkalliantie en de motivatie voor begeleiding bij jongeren met een licht verstandelijke beperking - samenvatting eindrapport - Regioplan:

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Enquête Hengstdal: Lijsterbesstraat & Ahornstraat

Enquête Hengstdal: Lijsterbesstraat & Ahornstraat Enquête Hengstdal: Lijsterbesstraat & Ahornstraat SP Afdeling Nijmegen juli 2015 SP afdeling Nijmegen, Molenweg 95, 6543 VA Nijmegen T (024) 322 93 88 F (024) 322 93 88 E nijmegen@sp.nl I www.nijmegen.sp.nl

Nadere informatie

GELDZAKEN VOOR NU EN STRAKS

GELDZAKEN VOOR NU EN STRAKS GELDZAKEN VOOR NU EN STRAKS Uitstelgedrag onder financiële consumenten Juni 2015 1 Inhoudsopgave 3 6 Management Summary Grafische samenvatting Opvallende resultaten Onderzoeksresultaten Uitstelgedrag Zorg

Nadere informatie

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda 2012-2013 Inleiding M&S Breda bestaat uit acht organisaties die er voor willen zorgen dat de kwetsbare burger in Breda mee kan doen. De deelnemers in M&S Breda delen

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet

Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet Management Summary Gemeenten zijn verplicht om jaarlijks inzicht te krijgen in de ervaringen van cliënten vanuit de Wmo en Jeugdwet. Onderzoeksbureau Flycatcher

Nadere informatie

PARAATHEID ORBP- infomoment Meerlaagse Waterveiligheid

PARAATHEID ORBP- infomoment Meerlaagse Waterveiligheid 17 juni 2013 PARAATHEID ORBP- infomoment Meerlaagse Waterveiligheid Inhoud Situering Noodplannen Inzet hulpdiensten Coördinatie Zelfredzaamheid Wateroverlast november 2010 Overstromingsdreiging Ranst (27-31/12/2012)

Nadere informatie

Gesprekstips: Open vragen

Gesprekstips: Open vragen U wilt in gesprek met uw medewerker over een onderwerp dat (onder meer) gaat over de financiële situatie van uw medewerker. Maar hoe pak je dat aan? Als u uw medewerker goed kent, dan vindt u doorgaans

Nadere informatie

Memo. Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies

Memo. Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies Memo Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies Inhoud Hoofdstuk 1: Introductie... 1 Hoofdstuk 2: Algemene uitkomsten... 1 2.1 De weg naar de studieadviseur... 1 2.2 Hulpvraag... 2 2.3 Waardering

Nadere informatie

Risico- en Crisisbarometer

Risico- en Crisisbarometer Risico- en Crisisbarometer 6 e spoedmeting Mexicaanse griep Inhoudsopgave 1. Doelstelling 2. Resultaten 3. Bijlagen Onderzoeksopzet Colofon in opdracht van NCC/cRC Caspar Overgaauw Account Manager Imre

Nadere informatie

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs Van 24 t/m 28 maart vond de Week van Passend Onderwijs plaats. De Week is een initiatief van het ministerie van OCW en 22 onderwijsorganisaties,

Nadere informatie

Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen

Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen Gemeente Huizen Inleiding... 3 1. Verantwoording onderzoek...

Nadere informatie

Geachte dames en heren,

Geachte dames en heren, Aan de leden van Provinciale Staten, aan de colleges van burgemeester en wethouders van de 25 gemeenten in de provincie Groningen, en de dagelijkse besturen van de waterschappen, met werkgebied in de provincie

Nadere informatie

REGIONAAL BELEIDSPLAN VRGZ

REGIONAAL BELEIDSPLAN VRGZ MET 4 BELANGRIJKE VRAGEN AAN U Gespreksnotitie bij REGIONAAL BELEIDSPLAN VRGZ 2016-2019 VRGZ 2.0 - Integraal werken aan veiligheid in Gelderland-Zuid VEILIGHEID, DAAR ZIJN WE SÁMEN VERANTWOORDELIJK VOOR

Nadere informatie

Nieuwsbrief Resultaten evaluatie

Nieuwsbrief Resultaten evaluatie Nieuwsbrief Resultaten evaluatie Toen het project 2030 werd gestart, is aan de gemeenteraad toegezegd dat na vier afgeronde en het project geëvalueerd zou worden. In april heeft het projectteam 2030 een

Nadere informatie

Commissie Bestuur & Organisatie. Ontwikkelingen Calamiteitenzorg. 6 november 2007 Margreeth Bosker

Commissie Bestuur & Organisatie. Ontwikkelingen Calamiteitenzorg. 6 november 2007 Margreeth Bosker Commissie Bestuur & Organisatie Ontwikkelingen Calamiteitenzorg 6 november 2007 Margreeth Bosker Inhoud Terrorisme-dreiging Bescherming Vitale Infrastructuur (2001 en 2005) Strategie Nationale Veiligheid

Nadere informatie

Peiling profiel burgemeester 2011

Peiling profiel burgemeester 2011 Peiling profiel burgemeester 2011 Rapportage Afdeling Onderzoek en Statistiek 17 oktober 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Uitkomsten... 3 2.1 Welke kenmerken zijn voorgelegd?... 3 2.2 Naar welke eigenschappen

Nadere informatie

Samenvatting en Conclusie Revalidatiecentra

Samenvatting en Conclusie Revalidatiecentra Samenvatting en Conclusie Revalidatiecentra RIVM Onderzoek ICT in de Zorg December 2016 Correspondentie: onderzoek_over_ict@rivm.nl Resultaat statistieken De data representeert 30% van de revalidatiecentra

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Jeugd. Gemeente Bloemendaal. 5 oktober 2016 V1.0

Cliëntervaringsonderzoek Jeugd. Gemeente Bloemendaal. 5 oktober 2016 V1.0 Cliëntervaringsonderzoek 2015 Jeugd Gemeente Bloemendaal 5 oktober 2016 V1.0 Inhoudsopgave Doelstelling Blz. 3 Werkwijze Blz. 4 Onderzoeksdoelgroep Blz. 5 Resultaten cliëntervaringsonderzoek Blz. 6 Toegang

Nadere informatie

Het belang van de relatie. Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking

Het belang van de relatie. Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking Het belang van de relatie Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking Hoe zou je in één woord werkalliantie omschrijven bij jongeren met een LVB? Programma en doelen

Nadere informatie

Management summary Flitspeiling: vervroegde aanmelddatum, studiekeuzecheck en doorstroming.

Management summary Flitspeiling: vervroegde aanmelddatum, studiekeuzecheck en doorstroming. Management summary Flitspeiling: vervroegde aanmelddatum, studiekeuzecheck en doorstroming. Tussen 16 december 2013 en 1 januari 2014 heeft GfK voor het ministerie van OCW een flitspeiling uitgevoerd gericht

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Ouderbeleid. Inleiding. 1 Educatief partnerschap. 1.1 Onze visie op ouderbetrokkenheid. 1.2 Onze missie

Ouderbeleid. Inleiding. 1 Educatief partnerschap. 1.1 Onze visie op ouderbetrokkenheid. 1.2 Onze missie Inleiding Wij hechten veel waarde aan een goed contact met de ouders. Het contact met de ouders is voor ons een essentiële voorwaarde voor een goede ontwikkeling van het kind binnen onze opvang. U als

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

Risico- en Crisisbarometer Basismeting november 2012

Risico- en Crisisbarometer Basismeting november 2012 Risico- en Crisisbarometer Basismeting november 2012 november 2012 Inhoudsopgave 1. Doelstelling Colofon in opdracht van NCC/CRC 2. Resultaten 3. Bijlagen Onderzoeksopzet MarketResponse Nederland BV Projectleider:

Nadere informatie

Resultaten Onderzoek September 2014

Resultaten Onderzoek September 2014 Resultaten Onderzoek Initiatiefnemer: Kennispartners: September 2014 Resultaten van onderzoek naar veranderkunde in de logistiek Samenvatting Logistiek.nl heeft samen met BLMC en VAViA onderzoek gedaan

Nadere informatie

VERZUIM EN INZETBAARHEID HEEFT U DE REGIE?

VERZUIM EN INZETBAARHEID HEEFT U DE REGIE? VERZUIM EN INZETBAARHEID HEEFT U DE REGIE? IN SAMENWERKING MET Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Verzuimbegeleiding... 4 2.1 Hoe is de verzuimbegeleiding georganiseerd?... 4 2.2 Wat willen organisaties verbeteren

Nadere informatie

Kennis van de reflexmaatregelen risicocommunicatie en risicoperceptie

Kennis van de reflexmaatregelen risicocommunicatie en risicoperceptie Kennis van de reflexmaatregelen risicocommunicatie en risicoperceptie Een onderzoek bij de inwoners van Mol en Dessel Universiteit Antwerpen 29 mei 2017 Lien Verbeeck Doel HOOFDVRAGEN - Hoe goed zijn de

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Kijk op Sterven. Cilia Linssen, trainer/coach ICISZ

Kijk op Sterven. Cilia Linssen, trainer/coach ICISZ Kijk op Sterven Cilia Linssen, trainer/coach ICISZ Doel van Vandaag Hoe kom je in contact over sterven de naderende dood Wat zijn de verschillende manieren waarop mensen omgaan met de dood Hoe kun je daar

Nadere informatie

Een raamwerk voor het effectief evalueren van crisisoefeningen

Een raamwerk voor het effectief evalueren van crisisoefeningen Een raamwerk voor het effectief evalueren van crisisoefeningen Samenvatting Drs. Bertruke Wein Drs. Rob Willems 2013 Radboud Universiteit Nijmegen/ITS Samenvatting Evaluaties van crisisoefeningen vanaf

Nadere informatie