Openbaar verslag 1 ex artikel 73a Faillissementswet

Transcriptie

1 Openbaar verslag 1 ex artikel 73a Faillissementswet Inzake faillissement : Enron Power Services B.V. Rechter-Commissaris : mr. W.J. van Boven Curator : mr. M. Windt Faillissementsnummer : 03/97 F Datum faillissement : 25 februari 2003 Datum vorig verslag : n.v.t Datum verslag : 17 maart 2003 Handtekening curator : 09/100437/Corr-rc/ fvEPS6

2 2/6 Voorwoord De in dit verslag opgenomen feiten en gegevens zijn voor een gedeelte afkomstig uit de openbare registers. Vooralsnog heeft de curator geen beschikking over de (volledige)administratie van de Vennootschap. Voor het overige gedeelte zijn ze ontleend aan mededelingen van de raadsvrouwe van de vennootschap die de Vennootschap heeft bijgestaan in de eigen aangifte tot faillietverklaring. Omtrent de volledigheid en de juistheid van de in dit verslag opgenomen informatie kan dan ook nog geen uitspraak worden gedaan in verband met nog nader in te stellen (boedel)onderzoek. I. Formele gegevens van de Vennootschap I.I Enron Power Services B.V. 1. Statutaire en feitelijke vestiging(en); datum oprichting De Vennootschap is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en fabrieken voor Rotterdam onder nummer De vennootschap heeft haar statutaire zetel te Rotterdam en was kantoorhoudend aan het adres Schouwburgplein 30-34, 3012 CL Rotterdam, alwaar de directeur (trustkantoor) mede kantoor houdt. Datum van oprichting is 21 augustus De eerste inschrijving in het Handelsregister heeft plaatsgevonden op 26 augustus Geplaatst en gestort kapitaal: ,21, Bestuurders op faillissementsdatum De bestuurder is Equity Trust Co. N.V., gevestigd te (1083 HJ) Amsterdam aan de Boelelaan 7, Officia I, ingeschreven in het handelsregister onder nummer De directeur is in functie getreden op 21 augustus Aandeelhouders Sedert 21 augustus 1998 is de enig aandeelhouder van de vennootschap is Atlantic Commercial Finance Inc., een vennootschap opgericht naar Amerikaans recht, gevestigd te Houston, Texas. 5. Commissarissen De Vennootschap heeft geen Raad van Commissarissen. 6. Verdere bijzonderheden, o.a. gelieerde vennootschappen De gefailleerde Vennootschap maakt deel uit van het wereldwijde Enron concern. De Uiteindelijke bovenliggende aandeelhouder in de groep waartoe de Vennootschap behoort, is Enron Corp, een vennootschap opgericht naar Amerikaans recht, gevestigd te Houston. De uiteindelijke aandeelhouder is op 2 december 2001 in staat van faillissement verklaard in de Verenigde Staten ( Chapter II bankruptcy) wat gevolgen heeft gehad voor het gehele (wereldwijde) Enron concern. In veel

3 3/6 landen zijn diverse Enron entiteiten in staat van faillissement, in surséance van betaling en / of in vrijwillige dan wel onvrijwillige liquidatie. II. Bedrijfsactiviteiten en personeel 1. Omschrijving van de bedrijfseconomische activiteiten van de gefailleerde vennootschap en oorzaken van het faillissement De Vennootschap hield zich bezig met het verstrekken van diensten op het gebied van ontwerp en constructie van energiecentrales. Met name was het doel van de Vennootschap het leveren van technische diensten ten behoeve van het realiseren van een energiecentrale in India en het realiseren van een gasinjectie centrale in Venezuela. Daartoe zou de Vennootschap contracten af sluiten met Dabhol Power Company, een naar het Indiase recht opgerichte vennootschap en gevestigd te India ( DPC ) en Accroven SRL een naar het recht van Barbados opgerichte vennootschap, gevestigd te Venezuela ( Accroven ). Ter uitvoering van de diensten zou de Vennootschap gebruik maken van onderaannemers. Het idee was dat DPC en Accroven voor de levering van technische diensten, vergoedingen aan de Vennootschap zouden betalen. De Vennootschap zou die vergoedingen vervolgens door betalen aan de subcontractors. De curator heeft contact gelegd met Enron in Houston, waar de administratie van de Vennootschap werd gevoerd. Door de contactpersonen aldaar is medegedeeld dat de centrale in India nimmer is gerealiseerd omdat DPC (de opdrachtgever) de opdracht tot realiseren van de energie centrale heeft ingetrokken. Wel hebben er economische activiteiten plaatsgevonden ter voorbereiding en / of uitvoering va n de diensten. Wat die activiteiten zijn geweest is nog onduidelijk nu de curator slechts over beperkte informatie beschikt. De activiteiten van de Vennootschap zijn thans gestaakt. Volgens de contactpersonen bij Enron (Houston) was er destijds geen aanleiding een claim richting DPC te ontwikkelen, mede nu de opdrachtgever insolvent zou zijn geweest. DPC is overigens één van de debiteuren van de Vennootschap. Wat de exacte aanleiding is geweest van het faillissement van de Vennootschap is vooralsnog onduidelijk. Zoals bekend is het Enron-concern medio 2001 wereldwijd in betalingsproblemen geraakt. En in sommige landen in een insolventieprocedure getreden. Thans is nog niet duidelijk of de Vennootschap ten gevolge daarvan in betalingsproblemen is geraakt. Echter zulks ligt wel voor de hand, mede nu Enron Corp (de uiteindelijke aandeelhouder) in staat van faillissement is en tevens één van de grootste debiteuren is van de Vennootschap. Omtrent de exacte oorzaken dient echter nog nader onderzoek te worden gedaan door de curator. 2. Aantal werknemers en verloop daarin Bij de Vennootschap zijn geen werknemers in dienst.

4 4/6 III. Activa 1. Inventaris De Vennootschap heeft voor zover bekend geen eigen kantoorinventaris. De Vennootschap hield kantoor op het Schouwburgplein te (3012 CL) Rotterdam, dat het kantooradres is van het Equity Trust Co. N.V., directeur van de Vennootschap. Of in de Verenigde Staten een zelfstandig kantoor werd gehouden is vooralsnog onbekend. 2. Overige activa Uit de bij de faillissementsaanvraag overgelegde lijst van baten blijkt dat de Vennootschap ongeveer 2000 ton 9% nikkelstaalplaat in eigendom heeft. Het staal bevindt zich in een loods in Houston, Texas (USA). In de lijst van baten is een boekwaarde van USD , -- aan het staal toegekend. Inmiddels hebben zich een drietal gegadigden gemeld die het staal zouden willen kopen. De curator zal ter plaatse een taxateur opdracht geven het staal te taxeren en voorbereidingen treffen voor de verkoop van het staal, onderhands dan wel via een veiling. 3. Orderportefeuille en goodwill Voor zover thans bekend heeft de Vennootschap geen onderhandenwerk en is er geen sprake van goodwill. De Vennootschap verzorgde uitsluitend diensten ter zake van ontwerp en constructie die door de Vennootschap zouden worden ingehuurd van derden. 4. Debiteuren / overige vorderingen Uit de lijst van baten bij de faillissementsaanvraag maakt de curator op dat er een aantal intercompany vorderingen, alsmede handelsvorderingen zijn. Onduidelijk is of de vorderingen inbaar zijn, mede gezien de insolventie van een deel van de intercompany debiteuren. Inmiddels vroeg de curator de company balance sheets op bij Enron Houston om een volledig inzicht te krijgen. Nader onderzoek met betrekking tot de debiteurenportefeuille dient derhalve nog plaats te vi nden. 5. Rekening-courant vordering directie Directeur van de Vennootschap is Equity Trust Co N.V. Thans is nog onbekend of sprake is van een rekening courantverhouding. 6. Polissen Onbekend, nu de curator nog geen beschikking heeft over de administratie van de Vennootschap. 7. Overige Huisbankier van de Vennootschappen is Citybank is. Inmiddels verzocht de curator Citybank een eventueel batig saldo over te boeken naar de faillissementsrekening bij de Kas Bank met rekeningnummer ten name van Mr. M. Windt.

5 5/6 IV. Passiva 1. Schulden aan kredietinstellingen Voor zover thans bekend heeft de vennootschap geen schulden bij bankinstellingen. Echter hiernaar dient nader onderzoek te worden gedaan nu enige (financiële) administratie vooralsnog ontbreekt. 2. Schulden aan leveranciers en handelscrediteuren Uit de bij de faillissementsaanvraag overgelegde lijst van schulden maakt de curator op dat er een aantal handelscrediteuren zijn. Deze zijn inmiddels op de hoogte gesteld van het faillissement van de Vennootschap en zijn uitgenodigd hun vordering ter verificatie in te dienen bij de curator. 3. Schulden aan groepsmaatschappijen Uit de bij de faillissementsaanvraag overgelegde lijst van schulden blijkt dat de Vennootschap een aantal intercompany (concurrente) crediteuren heeft. Ook deze zijn uitgenodigd hun vordering in te dienen ter verificatie. Door de ondoorzichtige situatie van het Enron concern dienen de intercompany schulden/vorderingen nader onderzocht te worden. 4. Belastingen en premie sociale verzekeringen De aangifte van de vennootschapsbelasting werd verzorgd door PriceWaterhouseCoopers (PWC) op basis van de cijfers die werden aangeleverd door Enron Houston. Voor wat betreft de Vennootschapsbelasting-aangifte over het jaar 2003, heeft de Belastingdienst inmiddels op 5 maart 2003 een vordering ingediend in het faillissement ten bedrage van 139.,065,--. Overigens is PWC inmiddels namens de Vennootschap in bezwaar gegaan tegen de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting Nader onderzoek omtrent de fiscale positie van de Vennootschap dient nog plaats te vinden. 5. Lijst van schuldeisers ex art. 110 lid 2 Fw. Op basis van de lijst van crediteuren heeft de curator de tot op heden bekende crediteuren op de hoogte gesteld van het faillissement en verzocht hun schuldvordering bij de curator in te dienen ter verificatie. Een overzicht van de tot op heden ingediende vorderingen zal bij het volgende verslag worden aangehecht. V. Administratie 1. Mate van volledigheid en kwalitatief gehalte van de aangetroffen administratie De financiële administratie (en de daarmee samenhangende betalingen) werden vanuit Housten verzorgd. De curator verzocht de contactpersonen in Houston de administratie aan hem te doen toekomen. Tevens ontving de curator een deel van de administratie die ten kantore van de directeur van de Vennootschap werd gehouden. Op korte termijn zal een bespreking plaatsvinden met de bestuurder van de Vennootschap en teneinde duidelijkheid te verkrijgen hoe de administratie

6 6/6 feitelijk werd gevoerd door de Vennootschap. 2. Vaststelling en publicatie van de jaarrekeningen over de drie jaren voor faillissementsdatum De balans en de toelichting daarop over de jaren 1999, 2000 en 2001 zijn op 27 januari 2003 bij de Kamer van Koophandel gedeponeerd. VI. Duurovereenkomsten Uit de thans aan de curator te beschikking gestelde administratie blijkt dat er geen duurovereenkomsten zijn. VII. Lopende procedures Op 18 maart 2002 heeft Chicago Bridge & Iron Company ( CBI ) een procedure aanhangig gemaakt tegen de vennootschap bij de United States District Court te Houston. CBI eist een schadevergoeding van USD uit hoofde van het niet -nakomen van een gepretendeerde schikkingsovereenkomst en vordert subsidiair USD schadevergoeding uit hoofde van wanprestatie. Ter zitting van de District Court d.d. 3 maart 2003 heeft de rechtbank de zaak voor onbepaalde tijd aangehouden nadat in overleg met de curator de rechtbank aldaar op de hoogte is gebracht van het Nederlandse faillissement en de werking daarvan voor wat betreft geldvorderingen (artikel 26/29 Fw). De curator is nog in afwachting van de formele stukken/uitspraak. Nadere bestudering van deze kwestie dient wel nog plaats te vinden. VIII. Paulianeuze transacties/onrechtmatige daad acties In verband met de ondoorzichtigheid van de intercompanyclaims moet dit nog nader worden onderzocht. Tot op heden onbekend. IX. Bestuurdersaansprakelijkheid Over de bestuurdersaansprakelijkheid kan op dit moment nog geen uitspraak worden gedaan. X. Vooruitzichten voor crediteuren Of tot (enige) betaling van de crediteuren kan worden gekomen hangt mede af van het onderzoek naar de cijfers en het welslagen va n de verkoop van het staal in Houston. XI. Nog te verrichten werkzaamheden Verkopen van het staal in Houston en verkrijgen en onderzoeken van de administratie. XII. Boedelactief Het boedelactief bedraagt thans 0, -.