Nota financiële bijstellingen Actualisatie prognoses ten opzichte van de Juninota 2016

Transcriptie

1 Nota financiële bijstellingen 2016 Actualisatie prognoses ten opzichte van de Juninota 2016

2 Nota financiële bijstellingen

3 Inhoudsopgave Voorwoord 4 Managementsamenvatting 6 1. Belangrijkste ontwikkelingen Volume ontwikkelingen Financiële ontwikkelingen 9 2. Arbeidsongeschiktheid WIA Wajong WAO WAZ Werkloosheid WW IOW Ziekte en Zorg Vangnet Ziektewet Wazo Re-integratie Toeslagen en tegemoetkomingen Toeslagenwet Tegemoetkomingen Fondsen Aof Whk Afj AWf Sectorfondsen Ufo Toeslagenfonds 29 Bijlage I Overzichten wet-fonds 31 Bijlage II Re-integratie 35 Bijlage III Aansluitingstabel 36 Colofon 38 Nota financiële bijstellingen

4 Nota financiële bijstellingen

5 Voorwoord Jaarlijks brengt UWV 3 financiële publicaties uit over de ontwikkelingen wetten en fondsen UWV: de Januarinota, de Juninota en de nota Financiële bijstellingen. Hierin beschrijven we de ontwikkelingen van de lasten en de baten van de door UWV uitgevoerde wetten. De uiterlijke publicatiedata zijn 1 februari, 1 juli en 15 oktober. In de nota financiële bijstellingen 2016 presenteren we voor het lopende jaar 2016 geactualiseerde cijfers en bijgestelde ontwikkelingen ten opzichte van de Juninota 2016 van de door UWV uitgevoerde wetten. Bij de ramingen voor 2016 hebben we gebruik gemaakt van de beschikbare statistische en financiële gegevens tot en met juli Verder hebben we de macro-economische gegevens uit de concept Macro Economische Verkennningen (C-MEV) van het Centraal Planbureau (CPB) als uitgangspunt genomen. De uitgangspunten ten aanzien van wet- en regelgeving zijn gelijk aan de Juninota In de hoofdstukken beschrijven we de volumecijfers en de uitkeringslasten op wetsniveau. De uitkeringslasten hebben we, indien mogelijk, onderbouwd met een prijs- en volumecomponent, namelijk de gemiddelde jaaruitkering en de (herleide) uitkeringsjaren. Voor wetten die uit meerdere fondsen gefinancierd worden, geven we deze componenten ook per fonds. In de nota beginnen we met de managementsamenvatting. Hoofdstuk 1 bevat een samenvatting van de ontwikkelingen op hoofdlijnen. Vervolgens belichten we in hoofdstuk 2 in meer detail de arbeidsongeschiktheidswetten, in hoofdstuk 3 de werkloosheidswetten en in hoofdstuk 4 de ziekte- en verlofregelingen. In hoofdstuk 5 gaan we specifiek in op de re-integratie uitgaven voor de verschillende wetten. In hoofdstuk 6 behandelen we de toeslagen en tegemoetkomingen die UWV verstrekt. In hoofdstuk 7 geven we tenslotte een overzicht van de lasten, baten en het vermogen per fonds. De nota bevat tevens een aantal bijlagen. Bijlage I bevat uitkeringsbedragen en jaren zowel per wet uitgesplitst naar fonds als per fonds uitgesplitst naar wet. Bijlage II toont een overzicht van de reintegratie-uitgaven naar fonds. In bijlage III is de aansluitingstabel opgenomen. Nota financiële bijstellingen

6 Nota financiële bijstellingen

7 Managementsamenvatting De hoofdpunten van de Nota financiële bijstellingen 2016 Het effect van het economisch herstel op de ontwikkeling van de WW is groter dan verwacht werd in de Juninota. De uitkeringen ontslagwerkloosheid zijn neerwaarts bijgesteld met 62 miljoen en dalen naar 5,6 miljard in Invoering van de Wet werk en zekerheid (Wwz) heeft gevolgen voor het beeld van de volumeontwikkeling in de WW. De feitelijke ontwikkeling van de werkloosheid is veelal gunstiger dan de WW-aantallen doen vermoeden. Ten opzichte van de Juninota is het bestand WW opwaarts bijgesteld met Met de invoering van de Wwz wordt het inkomensverlies van WW ers die werk hervatten tegen een lager loon gecompenseerd uit de WW. Gevolg is dat deze WW ers langer in de WW blijven en een lager uitkeringsbedrag ontvangen. De realisaties in de eerste zeven maanden van 2016 laten zien dat het aantal WW ers dat werk hervat en daarnaast dit lagere uitkeringsbedrag ontvangt, sterker is toegenomen dan verwacht. In 2016 blijven de faillissementsuitkeringen ongeveer gelijk aan Ten opzichte van de Juninota is dit een opwaartse bijstelling van circa 5%. Dit komt doordat er eind 2015/begin 2016 enkele grote faillissementen zijn geweest welke een groter effect op het geheel hebben dan verwacht. Ondanks deze faillissementen is de verwachting dat de Nederlandse economie zich in 2016 en 2017 verder positief ontwikkelt en dat het aantal banen en vacatures verder zal groeien. Het totaal bedrag aan uitkeringen binnen de arbeidsongeschiktheidswetten (WAO, WAZ, WIA en Wajong) is opwaarts bijgesteld ten opzichte van de Juninota. De opwaartse bijstelling komt vooral door meer uitkeringslasten WIA voor de UWV-fondsen (en minder voor Eigenrisicodragers) en meer uitkeringslasten binnen de Wajong. Het totaal bedrag binnen de WAO en WAZ is naar beneden bijgesteld. De realisaties over juli 2016 laten zien dat er als gevolg van de afbouw van de dubbele heffingskorting ruim alleenstaande Wajongers geen toeslag meer ontvangen (zie hoofdstuk 7). Hierdoor zijn het aantal uitkeringsjaren binnen de Toeslagenwet (TW) met naar beneden bijgesteld. Echter gaat dit slechts om een toeslag van 1,96 waardoor het effect op het totaal bedrag Toeslagenwet gering is. Daarnaast valt als gevolg van een lager dagloon WW voor bepaalde groepen het toeslagbedrag hoger uit. Per saldo zijn de uitkeringslasten Toeslagenwet licht omhoog bijgesteld. Ten opzichte van de Juninota zijn de totale uitkeringslasten met 26 miljoen opwaarts bijgesteld. Deze bijstelling komt, zoals hierboven beschreven, grotendeels voor rekening van de WIA en Wajong. Ook de uitkeringslasten voor de Ziektewet, Wazo, Wazo-ZEZ en Toeslagenwet zijn opwaarts bijgesteld. Binnen de Wazo en Wazo-ZEZ komt dit hoofdzakelijk omdat het aantal geboortes hoger is dan verwacht. Neerwaartse bijstellingen van de uitkeringslasten zijn er bij de WW, WAO en WAZ. Voor het eerst sinds 2010 is de vermogenspositie van de UWV-fondsen verbeterd. Het financiële tekort in de UWV-fondsen neemt af. Eind 2015 bedraagt het tekort per saldo 10,0 miljard en dat tekort daalt naar 8,7 miljard eind Ten opzichte van de Juninota is het vermogen met 404 miljoen opwaarts bijgesteld. Dit komt vooral door een stijging in het vermogen van het Aof en de Sectorfondsen. UWV heeft geen invloed op de omvang van het totale vermogen van de UWV-fondsen. De minister van SZW stelt de premies voor het AWf en Aof vast, waarbij ook inkomenspolitiek en de ontwikkeling van het EMU-saldo in overweging worden genomen. Het negatieve fondsvermogen heeft overigens geen gevolgen voor de betaling van de uitkeringen. Nota financiële bijstellingen

8 Nota financiële bijstellingen

9 1. Belangrijkste ontwikkelingen In dit hoofdstuk worden voor 2016 de belangrijkste financiële ontwikkelingen van de door UWV uitgevoerde wetten en fondsen geschetst. Deze ontwikkelingen hangen voor het grootste deel samen met het verloop van het aantal uitkeringen van de verschillende wetten. Hiervan wordt allereerst een beknopt beeld geschetst, waarna dieper wordt ingegaan op de financiële ontwikkelingen. Vervolgens wordt een overzicht gegeven van de verwachte lasten en baten per fonds Volume ontwikkelingen In tabel 1.1 staan de aantallen uitkeringen per wet. Het aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen komt hoger uit dan in de Juninota en is toe te schrijven aan een opwaartse bijstelling van het aantal Wajong- en WIA-uitkeringen en een neerwaartse bijstelling van het aantal WAO-uitkeringen. De prognose van het aantal werkloosheidsuitkeringen ultimo 2016 is met naar boven bijgesteld vanwege de groter dan verwachte effecten van de Wwz 1. Het aantal Ziektewet uitkeringsjaren is naar boven bijgesteld. Tabel 1.1. Aantallen uitkeringen Aantallen x Arbeidsongeschiktheid ultimo stand WAO WIA WAZ 14 0 Wajong Werkloosheid ultimo stand WW IOW 5 0 Ziekte en Zorg in uitkeringsjaren Ziektewet 88 1 Wazo 40 0 ZEZ De effecten van de Wet Werk en Zekerheid zijn onder andere te vinden in box 3.1. van de Juninota Nota financiële bijstellingen

10 1.2. Financiële ontwikkelingen Per saldo zijn de uitkeringen (op transactiebasis) in totaal met 26 miljoen (+0,1%) naar boven bijgesteld. De arbeidsongeschiktheidswetten keren meer uit (+0,5%) onder invloed van de hogere WIA en Wajong. De werkloosheidswetten keren minder uit (-0,8%) onder invloed van het aanhoudend economisch herstel. De uitkeringslasten van de wetten binnen Ziekte en Zorg stijgen (+0,5%), onder andere door een hoger aantal geboortes. Tabel 1.2. Uitkeringen op transactiebasis* Bedragen x 1 miljoen Arbeidsongeschiktheid WAO WIA WAZ Wajong Werkloosheid WW IOW 38 0 Ziekte en Zorg Ziektewet Wazo ZEZ 57 3 Toeslagen Toeslagenwet Totaal * Uitkeringen zijn inclusief tegemoetkomingen. In lijn met de hogere uitkeringen zijn ook de totale lasten naar boven bijgesteld. De beschikbaarheid van actuelere gegevens heeft geleid tot aanpassingen in de sociale lasten, uitvoeringskosten en overige baten en lasten. Tabel 1.3. Totale lasten op transactiebasis Bedragen x 1 miljoen Uitkeringslasten Sociale lasten Overige baten en lasten 95 0 Uitvoeringskosten Totaal Nota financiële bijstellingen

11 Het vermogen van de UWV-fondsen kent een opwaartse bijstelling ten opzichte van de Juninota. De grootste bijstelling is afkomstig van het Aof, gevolgd door de sectorfondsen. Overigens blijft het totale vermogen ruimschoots negatief als gevolg van het grote negatieve vermogen van het AWf. De opwaartse bijstelling van het vermogen volgt vooral uit hogere baten. Daarnaast dragen de sectorfondsen bij aan een slechts geringe opwaartse bijstelling van de lasten. Tabel 1.4. Financiële ontwikkeling UWV-fondsen Bedragen x 1 miljoen en Lasten Baten Vermogen Lasten Baten Vermogen Aof Whk Afj* Sfn AWf Ufo Tf* Totaal * Het Afj en het Tf kennen geen vermogen en worden gefinancierd door de Rijksoverheid. Nota financiële bijstellingen

12 2. Arbeidsongeschiktheid 2.1. WIA De in- en uitstroomcijfers voor de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) zijn naar aanleiding van de realisaties over de eerste 7 maanden van 2016 bijgesteld. Het bestand van de Inkomensvoorziening Volledig en duurzaam Arbeidsongeschikten (IVA) valt iets lager uit en het bestand Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten (WGA) valt hoger uit dan geraamd bij de Juninota Het WGA-bestand valt hoger uit door een verdere stijging van de instroom in Tabel 2.1. Volume x Volume WIA* Instroom WIA 39,8 1,2 IVA 9,8 0,2 WGA 30,0 0,9 Uitwisseling binnen WIA 8,5 0,3 Van WGA naar IVA 8,5 0,3 Van IVA naar WGA 0,0 0,0 Uitstroom WIA 17,1 0,6 IVA 7,1 0,6 WGA 10,0 0,0 Bestand WIA 252,3 0,8 IVA 83,1-0,1 WGA 169,1 0,8 * Instroom, uitstroom, uitwisseling en bestand inclusief eigenrisicodragers. Het aantal niet-herleide en herleide aantal uitkeringsjaren IVA is licht naar boven bijgesteld. Deze stijging in combinatie met een kleine daling van de gemiddelde jaaruitkering leidt tot een marginale bijstelling van de uitkeringen IVA. De mutatieverplichtingen IVA zijn naar boven bijgesteld in verband met de hogere raming van het aantal overgangen van WGA naar IVA. Tabel 2.2. Ontwikkelingen IVA Uitkeringsjaren x 1.000, gemiddelde jaaruitkering in en bedragen x 1 miljoen Niet-herleide uitkeringsjaren 78,4 0,2 Herleidingsfactor (%) 100,0 0,0 Herleide uitkeringsjaren 78,4 0,2 Gemiddelde jaaruitkering Uitkeringen op kasbasis Mutatie verplichtingen 13 6 Uitkeringen op transactiebasis Nota financiële bijstellingen

13 De uitkeringen WGA zijn iets naar boven bijgesteld. Dit is het saldo van meer uitkeringsjaren en een lagere gemiddelde jaaruitkering. Vergeleken met de Juninota blijkt dat een kleiner deel van de lasten wordt toegerekend aan eigenrisicodragers. Dit komt tot uiting in de bijstelling van de uitkeringen uit de UWV-fondsen en bij eigenrisicodragers. Tabel 2.3. Ontwikkelingen WGA * Uitkeringsjaren x 1.000, gemiddelde jaaruitkering in en bedragen x 1 miljoen Niet-herleide uitkeringsjaren 161,1 2,4 Herleidingsfactor (%) 80,5 0,1 Herleide uitkeringsjaren 129,6 2,0 Gemiddelde jaaruitkering Uitkeringen op kasbasis UWV-fondsen Eigenrisicodragers Mutatie verplichtingen 11 1 UWV-fondsen 11 1 Eigenrisicodragers** - - Uitkeringen op transactiebasis UWV-fondsen Eigenrisicodragers * De uitkeringen voor eigenrisicodragers zijn berekend op basis van vaststellingsgegevens. De vermelde uitkeringsjaren en bedragen betreffen om die reden voor alle jaren schattingen. ** Voor de eigenrisicodragers zijn geen verplichtingen bekend. De mutaties hierin worden nihil verondersteld. In tabel 2.4. valt op dat de gemiddelde jaaruitkering WIA bij de eigenrisicodragers sterk is gedaald. Vergeleken met de Juninota blijkt dat de uitkeringslasten die aan eigenrisicodragers worden toegerekend zijn afgenomen. De uitkeringsjaren bij de eigenrisicodragers blijven echter op hetzelfde niveau waardoor de gemiddelde jaaruitkering daalt. Tabel 2.4. Uitkeringsjaren en jaaruitkering WIA naar fonds Uitkeringsjaren x en gemiddelde jaaruitkering in Herleide uitkeringsjaren 208,0 2,2 Aof 130,5 2,0 Whk 42,8 0,0 Sectorfondsen 17,4 0,3 Ufo 0,7 0,0 Eigenrisicodragers 16,6 0,0 Gemiddelde jaaruitkering Aof Whk Sectorfondsen Ufo Eigenrisicodragers Nota financiële bijstellingen

14 2.2. Wajong Ten opzichte van de Juninota is de uitstroom neerwaarts bijgesteld. Dit komt omdat er bij de raming van deze uitstroom in de Juninota onvoldoende rekening is gehouden met de gevolgen van de versnelde verhoging van de pensioenleeftijd in Vanwege deze versnelde verhoging stromen gevallen later uit. Doordat we nu meer rekening houden met dit effect is het bestand opwaarts bijgesteld. De herleidingsfactor is naar boven bijgesteld. De verwachte toename ten opzichte van 2015 komt daarmee op 0,8 procentpunt. In de voorgaande jaren nam de herleidingsfactor met gemiddeld 0,3 per jaar toe. Een verdere toename van de herleidingsfactor werd voorzien in 2016 omdat de instroom in de Wajong nog uitsluitend bestaat uit personen met duurzaam geen arbeidsmogelijkheden. Deze toename blijkt echter groter te zijn. Daarnaast stijgt de herleidingsfactor als gevolg van de overgang van jonggehandicapten van de studieregeling naar de uitkeringsregeling. Door de stijging van de herleidingsfactor stijgen ook de uitkeringsjaren. Verder is er een geringe toename van de gemiddelde jaaruitkering. Meer uitkeringsjaren en een hogere gemiddelde jaaruitkering resulteren in 25 miljoen hogere uitkeringslasten. Tabel 2.5. Ontwikkelingen Wajong Volume en uitkeringsjaren x 1.000, gemiddelde jaaruitkering in en bedragen x 1 miljoen Instroom 4,0 0,3 Uitstroom 6,2-0,6 Bestand 246,6 1,0 Niet-herleide uitkeringsjaren 217,1-0,2 Herleidingsfactor (%) 93,9 0,4 Herleide uitkeringsjaren 203,9 0,8 Gemiddelde jaaruitkering Uitkeringen op kasbasis Mutatie verplichtingen 4 0 Uitkeringen op transactiebasis Nota financiële bijstellingen

15 2.3. WAO Ten opzichte van de Juninota zijn de uitkeringslasten met 16 miljoen (-0,3%) naar beneden bijgesteld. Dit komt met name door een neerwaartse bijstelling van het volume. Dit wordt veroorzaakt doordat meer uitkeringen zijn beëindigd vanwege herstel en overlijden. Tabel 2.6. Ontwikkelingen WAO Volume en uitkeringsjaren x 1.000, gemiddelde jaaruitkering in en bedragen x 1 miljoen Instroom 0,7-0,1 Uitstroom 22,6 0,6 Bestand 293,2-0,7 Niet-herleide uitkeringsjaren 298,1-0,8 Herleidingsfactor (%) 83,8 0,2 Herleide uitkeringsjaren 249,7-0,1 Gemiddelde jaaruitkering Uitkeringen op kasbasis Mutatie verplichtingen Uitkeringen op transactiebasis WAZ Ten opzichte van de Juninota zijn de ramingen voor de WAZ nauwelijks bijgesteld. Tabel 2.7. Ontwikkelingen WAZ Volume en uitkeringsjaren x 1.000, gemiddelde jaaruitkering in en bedragen x 1 miljoen Instroom 0,1 0,0 Uitstroom 1,6 0,0 Bestand 13,6 0,0 Niet-herleide uitkeringsjaren 13,3 0,0 Herleidingsfactor (%) 83,3 0,1 Herleide uitkeringsjaren 11,1 0,0 Gemiddelde jaaruitkering Uitkeringen op kasbasis Mutatie verplichtingen -1 0 Uitkeringen op transactiebasis Nota financiële bijstellingen

16 3. Werkloosheid 3.1. WW Ten opzichte van de Juninota is het aantal verwachte nieuwe WW-uitkeringen naar beneden bijgesteld. Hierdoor daalt ook het aantal uitkeringen dat binnen hetzelfde jaar weer beëindigd wordt. Per saldo verwachten we meer WW-uitkeringen. Dit komt hoofdzakelijk door de effecten van inkomstenverrekening van de Wet Werk en Zekerheid (Wwz) 2. Het effect van de latere beëindiging van de uitkering en de mogelijkheid van het werken naast de uitkering zorgen voor een langer verblijf in de WW en deze effecten zijn groter dan in de Juninota verwacht werd. De onderschatting van deze effecten resulteert in een hoger gemiddeld bestand. Ook heeft dit meer uitkeringsjaren tot gevolg. De gemiddelde uitkeringslasten per WW-uitkering (gemiddelde jaaruitkering) vallen met 402 lager uit dan in de Juninota. Per saldo verwachten we 62 miljoen minder lasten aan uitkeringen ontslagwerkloosheid, voornamelijk als gevolg van het aanhoudend economisch herstel. Tabel 3.1. Ontwikkelingen WW* Volume en uitkeringsjaren x 1.000, gemiddelde jaaruitkering in en bedragen x 1 miljoen Instroom 514,4-23,3 Uitstroom 538,3-27,8 Bestand 421,9 4,5 Gemiddeld bestand 442,5 5,1 Omrekeningsfactor 74,8 0,0 Uitkeringsjaren 331,2 4,1 Gemiddelde jaaruitkering Uitkeringen op kasbasis Ontslagwerkloosheid Verhaal op uitkeringen Faillissementsuitkeringen Overig 17-5 Mutatie verplichtingen Uitkeringen op transactiebasis * Instroom, uitstroom, bestand, omrekeningsfactor, uitkeringsjaren en gemiddelde jaaruitkering hebben uitsluitend betrekking op ontslagwerkloosheid. De faillissementsuitkeringen zijn met 15 miljoen naar boven bijgesteld, doordat de faillissementen van enkele grote bedrijven in het begin van 2016 een grotere impact op het totaal hebben dan bij de Juninota geraamd werd. 2 De effecten van de Wet Werk en Zekerheid zijn onder andere te vinden in box 3.1. van de Juninota Nota financiële bijstellingen

17 Op basis van de realisaties in de eerste 7 maanden van 2016 blijken de gezamenlijke effecten van Wwz 3 (meer uitkeringsjaren) en het economisch herstel (minder uitkeringsjaren) per fonds enigszins anders uit te pakken dan geraamd in de Juninota: - voor het AWf en Ufo verwachten we een hoger aantal uitkeringsjaren en voor de Sectorfondsen een lager aantal. Per saldo stellen wij het totaal aantal uitkeringsjaren met naar boven bij ten opzichte van de Juninota; - voor het AWf, de Sectorfondsen en het Ufo stellen we de gemiddelde jaaruitkering naar beneden bij. Tabel 3.2. Uitkeringsjaren en jaaruitkering WW naar fonds Uitkeringsjaren x en gemiddelde jaaruitkering in Uitkeringsjaren 331,2 4,1 AWf 186,2 6,9 Sectorfondsen 129,1-3,1 Ufo 15,9 0,3 Gemiddelde jaaruitkering AWf Sectorfondsen Ufo IOW De instroom, uitstroom en bestand zijn naar beneden bijgesteld. Deze neerwaartse bijstellingen zijn het gevolg van een lager toekenningspercentage 4. Op basis van realisaties tot en met juli 2016 is het toekenningspercentage IOW bijgesteld van 60% naar 55%. De neerwaartse bijstelling van het bestand heeft een geringe daling van het aantal uitkeringsjaren tot gevolg. De gemiddelde jaaruitkering is met 19 opwaarts bijgesteld. Per saldo hebben deze bijstellingen dit nagenoeg geen invloed op het totaal uitgekeerd bedrag. Tabel 3.3. Ontwikkelingen IOW Volume en uitkeringsjaren x 1.000, gemiddelde jaaruitkering in en bedragen x 1 miljoen Instroom 3,9-0,3 Uitstroom 2,7-0,2 Bestand 4,9-0,1 Uitkeringsjaren 3,5-0,0 Gemiddelde jaaruitkering Uitkeringen op kasbasis 38 0 Mutatie verplichtingen 0 0 Uitkeringen op transactiebasis Ed Berendsen, Coen Akkerman; UWV Kennisverslag Inkomstenverrekening in de WW, rekening houden met neveneffecten: de invloed op het aantal WW-uitkeringen. UWV (2016), Amsterdam. 4 Het toekenningspercentage is het percentage 60-plussers die wegens het bereiken van de maximale WW-duur uitstroomt uit de WW én een IOWuitkering krijgt. Nota financiële bijstellingen

18 4. Ziekte en Zorg 4.1. Vangnet Ziektewet De uitkeringen voor de Ziektewet (ZW) komen 5 miljoen hoger uit dan in de Juninota. Dit is het resultaat van een lagere gemiddelde jaaruitkering en een hoger aantal uitkeringsjaren. De sterkste stijging van de uitkeringsjaren treedt op bij de einde dienstverbanders, zieke WW ers en ziekte bij zwangerschap. De sterkste daling van de gemiddelde jaaruitkering treedt op bij einde dienstveranders en vrijwillig verzekerden. Tabel 4.1. Ontwikkelingen Ziektewet* Uitkeringsjaren x 1.000, gemiddelde jaaruitkering in en bedragen x 1 miljoen Uitkeringsjaren 88,4 1,2 Uitzendkrachten 3,7 0,1 Eindedienstverbanders* 21,8 0,4 Zieke WW'ers 36,0 0,4 Ziekte bij zwangerschap 17,4 0,4 No-risk 8,1-0,1 Vrijwillig verzekerden 1,3 0,0 Gemiddelde jaaruitkering Uitzendkrachten Eindedienstverbanders* Zieke WW'ers Ziekte bij zwangerschap No-risk Vrijwillig verzekerden Uitkeringen op kasbasis Mutatie verplichtingen 5 1 Uitkeringen op transactiebasis * Tabel bevat uitsluitend Ziektewet-uitkeringen die UWV betaalt. ** De vangnetgroep eindedienstverbanders omvat zowel de groep flex eindedienstverbanders als de groep flex overig. Nota financiële bijstellingen

19 De bovengenoemde ontwikkelingen zien we ook terug in de verdeling naar fonds. Bij de meeste fondsen neemt het aantal uitkeringsjaren ten opzichte van de Juninota toe terwijl de gemiddelde jaaruitkeringen dalen. Tabel 4.2. Uitkeringsjaren en jaaruitkering Ziektewet naar fonds Uitkeringsjaren x en gemiddelde jaaruitkering in Uitkeringsjaren 88,4 1,2 AWf 35,1 0,4 Sectorfondsen 1,6 0,0 Ufo 1,0 0,0 Aof 26,9 0,3 Whk 23,8 0,5 Gemiddelde jaaruitkering AWf Sectorfondsen Ufo Aof Whk Wazo Door een sterkere stijging van het volume naar aanleiding van de eerste 7 maanden van 2016 is de raming van het volume opwaarts bijgesteld ten opzichte van de Juninota. Dit heeft, in combinatie met een vrijwel ongewijzigde gemiddelde jaaruitkering, geleid tot een opwaartse bijstelling van de uitkeringslasten. Tabel 4.3. Ontwikkelingen Wazo* Uitkeringsjaren x 1.000, gemiddelde jaaruitkering in en bedragen x 1 miljoen Uitkeringsjaren 39,8 0,1 Gemiddelde jaaruitkering Uitkeringen op kasbasis Mutatie verplichtingen 2-1 Uitkeringen op transactiebasis * Exclusief ZEZ Nota financiële bijstellingen

20 Voor de ZEZ is de opwaartse bijstelling van de uitkeringslasten te verklaren uit de sterkere stijging van het volume naar aanleiding van de eerste 7 maanden van 2016, enigszins getemperd door een licht dalende gemiddelde jaaruitkering. Tabel 4.4. Ontwikkelingen ZEZ Uitkeringsjaren x 1.000, gemiddelde jaaruitkering in en bedragen x 1 miljoen Uitkeringsjaren 3,3 0,2 Gemiddelde jaaruitkering Uitkeringen op kasbasis 57 3 Mutatie verplichtingen 0 0 Uitkeringen op transactiebasis 57 3 Nota financiële bijstellingen

21 5. Re-integratie De gebudgetteerde onderdelen inkoop arbeidsbemiddeling en scholingsvoucher zijn met 13 miljoen en 6 miljoen naar beneden bijgesteld. Van het budget inkoop arbeidsbemiddeling AG van 99 miljoen wordt naar verwachting 82 miljoen besteed in De uitgaven aan de scholingsvoucher zijn ook lager dan geraamd bij de Juninota. Dit is het gevolg van een gewijzigde verdeling van het totale budget voor scholingsvouchers over de looptijd van medio 2016 tot en met Daarbij vallen de lasten in 2016 lager uit dan in de Juninota. Tabel 5.1 Overzicht programmakosten re-integratie Bedragen x 1 miljoen Uitkeringslasten Ziektewet-uitkeringen Overig Voorzieningen Onderwijsvoorzieningen 23 1 Werkvoorzieningen 85 0 Subsidie aan instellingen 13 0 Inkoop arbeidsbemiddeling AG Ziektewet-arbo-interventies plus-regeling 14 0 Scholingsvoucher 4-6 Programmakosten overig 1 0 Totale Programmakosten Nota financiële bijstellingen

22 6. Toeslagen en tegemoetkomingen 6.1. Toeslagenwet De opwaartse bijstelling van de uitkeringen Toeslagenwet met 4 miljoen is het gevolg van naar verwachting minder uitkeringsjaren (-19%) en een hogere gemiddelde toeslag van 541 (+25%). Met name toeslagen Wajong veroorzaken deze wijzigingen. In juni 2016 ontvingen Wajongers een toeslag naast de Wajong uitkering. In juli is dit aantal gedaald naar Dit is het gevolg van de afbouw dubbele heffingskorting in het referentieminimumloon. De hoogte van de minimumuitkeringen, zoals de Wajong, is gekoppeld aan dit zogeheten referentieminimumloon. Hierin werd voorheen gerekend met tweemaal de algemene heffingskorting. Vanaf 2012 wordt de dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon geleidelijk afgebouwd naar één heffingskorting. Als gevolg van deze maatregel daalt het toeslagbedrag voor alleenstaande Wajongers vanaf In juni 2016 bedroeg het toeslagbedrag nog 1,96 per maand. Deze toeslag geldt wanneer de uitkering lager is dan 70% van het netto referentieminimumloon. In juli 2016 is voor ruim alleenstaande Wajongers de uitkering gelijk of hoger dan het netto referentieminimumloon en vervalt de toeslag. In de Juninota zijn de gevolgen van de Wwz voor de Toeslagenwet besproken. Als gevolg van een lager dagloon WW voor bepaalde groepen valt het toeslagbedrag hoger uit. In de Juninota is de toename van het gemiddeld toeslagbedrag te laag geraamd. Dit is het resultaat van een hoger toeslagbedrag bij aanvulling tot het sociaal minimum en een lager toeslagbedrag bij aanvulling tot het dagloon, wanneer dit dagloon lager is dan het sociaal minimum. Ten opzichte van 2015 stijgt het gemiddeld toeslagbedrag voor de WW met 11%. Het gemiddelde toeslagbedrag is omhoog bijgesteld met 541. Dit is hoger dan de gemiddelde toeslagbedragen per wet en heeft te maken met de sterke daling van het aantal uitkeringsjaren Toeslagenwet voor de Wajong. Tabel 6.1. Ontwikkelingen Toeslagenwet en Bia Uitkeringsjaren x 1.000, gemiddelde jaaruitkering in en bedragen x 1 miljoen Uitkeringsjaren Toeslagenwet 157,1-37 WAO 31,5 0 WIA 30,9 0 WAZ 2,0 0 Wajong 44,5-38 WW 39,6 1 Ziektewet 7,4 0 Bia/IOW 1,2 0 Uitkeringsjaren Bia 0,1 0 Gemiddelde toeslag Toeslagenwet WAO WIA WAZ Wajong WW Ziektewet Bia/IOW Gemiddelde jaaruitkering Bia Uitkeringen op kasbasis Toeslagenwet Mutatie verplichtingen Toeslagenwet 0-1 Uitkeringen op transactiebasis Toeslagenwet Nota financiële bijstellingen

23 6.2. Tegemoetkomingen Behoudens een verschuiving van tegemoetkomingen van WAO naar Wajong is de raming onveranderd ten opzichte van de Juniota. Tabel 6.2. Ontwikkelingen tegemoetkomingen Volume x en bedragen x 1 miljoen Aantal Tegemoetkomingen WAO WIA WAZ 12 0 Wajong Uitkeringen op kasbasis Mutatie verplichtingen 0 0 Uitkeringen op transactiebasis Nota financiële bijstellingen

24 7. Fondsen 7.1. Aof Ten opzichte van de Juninota zijn de premiebaten met 1,8% naar boven bijgesteld. Dit komt met name door een hogere loonsom. De opwaartse bijstelling voor de Rijksbijdrage Wazo-ZEZ is het gevolg van de hogere uitkeringslasten. De opwaartse bijstelling van de totale uitkeringslasten is het gevolg van hogere uitkeringslasten bij de WIA van 43 miljoen, bij de Wazo en Ziektewet van 9 miljoen en van lagere uitkeringslasten bij de WAO en WAZ van 23 miljoen. De naar boven bijgestelde sociale lasten bewegen mee met de hogere uitkeringslasten. De neerwaartse bijstelling voor de overige baten en lasten is het gevolg van een hogere verwachting voor inkomsten uit verhaal. De uitvoeringskosten zijn met 17 miljoen naar beneden bijgesteld hetgeen vrijwel volledig voor rekening van de WIA komt. Tabel 7.1. Financieel overzicht Aof Bedragen x 1 miljoen Baten Premiebaten Rijksbijdrage Wazo-ZEZ 64 4 Totale baten Lasten Uitkeringslasten Sociale lasten Overige baten en lasten Re-integratielasten 34-3 Toevoeging voorzieningen 9 3 Rentelasten 0 0 Rentebaten 0 0 Onderlinge fondsbijdrage 85 0 Verhaal Boetes -3 0 Diversen 4 2 Uitvoeringskosten Totale lasten Saldo Vermogenspositie Vermogen Liquiditeitsreserve - - Dekkingssaldo Nota financiële bijstellingen

25 7.2. Whk De realisaties in de eerste 7 maanden van 2016 laten zien dat de premiebaten voor de Werkhervattingskas (Whk) hoger uitkomen dan waar in de Juninota rekening mee is gehouden. Daarnaast zijn ook de uitkeringslasten opwaarts bijgesteld. Dit is het saldo van fors hogere uitkeringslasten voor de WGA-vast (+ 34 mln.) en lagere uitkeringslasten voor de WGA-flex (- 27 mln.) en Ziektewet-flex (- 2 mln.). Tabel 7.2. Financieel overzicht Whk Bedragen x 1 miljoen Baten Premiebaten Totale baten Lasten Uitkeringslasten Sociale lasten Overige baten en lasten Re-integratielasten 18-7 Toevoeging voorzieningen 2 0 Rentebaten rentehobbel 0 - Rentebaten 0 0 Rentelasten 0 0 Onderlinge fondsbijdrage 0 0 Verhaal Boetes -1 0 Diversen 2 0 Uitvoeringskosten Totale lasten Saldo Vermogenspositie Vermogen rentehobbel Vermogen regulier Dekkingssaldo Nota financiële bijstellingen

26 7.3. Afj De uitkeringen uit het Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten (Afj) zijn 63 miljoen naar boven bijgesteld. De opwaartse bijstelling van de uitkeringslasten met 25 miljoen is toegelicht in hoofdstuk 2.2. De neerwaartse bijstelling van de re-integratielasten met 7 miljoen is grotendeels toe te schrijven aan de lagere realisatie van inkoop arbeidsbemiddeling AG. De post diversen bij de overige baten en lasten bestaat uit de ESF-baten. Deze baten zijn 7 miljoen naar boven bijgesteld. Ook zijn deze baten onder voorbehoud omdat nog niet zeker is of deze post in de jaarrekening 2016 wordt opgenomen. De uitvoeringskosten stijgen met 47 miljoen. Deze toename is grotendeels toe te schrijven aan begeleiding uitstroom Wajong ( 13 miljoen), integrale activering Wajong ( 19 miljoen), activiteiten en werkzaamheden inzake gemeenten ( 6 miljoen). Tabel 7.3 Financieel overzicht Afj Bedragen x 1 miljoen Baten Rijksbijdrage Totale baten Lasten Uitkeringslasten Sociale lasten Overige baten en lasten Re-integratielasten Onderwijsvoorzieningen 23 1 Toevoeging voorziening 6 2 Rentebaten 0 0 Rentelasten 0 0 Verhaal -3 0 Boetes 0 0 Diversen Uitvoeringskosten Wajong Re-integratie Wajong Onderwijsvoorzieningen 1 0 Totale lasten Saldo 0 0 Nota financiële bijstellingen

27 7.4. AWf In tegenstelling tot de totale WW-lasten zijn de uitkeringslasten van het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) naar boven bijgesteld. Dit is het gevolg van hogere lasten ontslagwerkloosheid WW ( 11 miljoen), meer Ziektewet-lasten ( 4 miljoen) en meer faillissementsuitkeringen ( 15 miljoen). Dit komt omdat het aanhoudend economisch herstel als eerste plaatsvindt binnen de Sectorfondsen en pas op een later tijdstip zichtbaar wordt in het AWf. Ten opzichte van 2015 dalen de uitkeringslasten in het AWf nog steeds met 191 miljoen. De baten uit verhaal van in het verleden plaatsgevonden faillissementen zijn omlaag bijgesteld ten opzichte van de Juninota. De realisaties over 2016 laten zien dat de ontvangsten hiervan dalen. De reden hiervan is dat het verhalen van faillissementsuitkeringen een langer proces betreft en hierdoor vertraagd reageert op het bedrag aan faillissementsuitkeringen (gemiddeld 2 jaar vertraging). Vanaf het 2 e half jaar van 2014 is het bedrag aan faillissementsuitkeringen afgenomen en hierom worden de ontvangsten van het verhalen hiervan in het heden ook lager. De daling van de ontvangsten uit het verhalen van de faillissementsuitkeringen zijn nu veel beter zichtbaar dan in de Juninota en zijn hierom naar beneden bijgesteld. Tabel 7.4 Financieel overzicht AWf Bedragen x 1 miljoen Baten Premiebaten Rijksbijdrage Totale baten Lasten Uitkeringslasten Sociale lasten Overige baten en lasten Re-integratielasten 37-3 Toevoeging voorzieningen 6 2 Rentebaten 0 0 Rentelasten 0 0 Onderling fondsbijdrage 74 0 Bijdrage aan SER 12 0 Verhaal Boetes -1 0 Diversen 6 1 Uitvoeringskosten Totale lasten Saldo Vermogenspositie Vermogen Liquiditeitsreserve - - Dekkingssaldo Reserve dekking werkloosheidslasten - - Resterend dekkingssaldo Nota financiële bijstellingen

28 7.5. Sectorfondsen Op basis van de realisaties in de eerste 7 maanden van 2016 zien we ten opzichte van de Juninota een groter effect van het economische herstel op de premieplichtige loonsommen en de eerste 6 maanden ontslagwerkloosheid: de premiebaten zijn naar boven bijgesteld en het aantal uitkeringsjaren en de gemiddelde jaaruitkering voor de WW naar beneden (zie ook hoofdstuk 3). Hierdoor vallen de uitkeringslasten en de bijbehorende sociale lasten en uitvoeringskosten ook lager uit. De totale neerwaartse bijstelling in de uitkeringslasten van 74 miljoen wordt veroorzaakt door 75 miljoen lagere uitkeringslasten ontslagwerkloosheid en 1 miljoen hogere uitkeringslasten WGA. Tabel 7.5 Financieel overzicht sectorfondsen* Bedragen x 1 miljoen Baten Premiebaten Totale baten Lasten Uitkeringslasten Sociale lasten Overige baten en lasten Toevoeging voorzieningen 26-9 Rentebaten 0 0 Rentelasten 0 0 Onderlinge fondsbijdrage Verhaal 0 0 Boetes Diversen 0 0 Uitvoeringskosten Totale lasten Saldo Vermogenspositie Vermogen Normvermogen Sectorreserve 20 0 Ziektewet-reserve vangnet - - Liquiditeitsreserve - - Dekkingssaldo *De cijfers in deze tabel wijken af van de overeenkomstige tabel in de nota Premievaststelling sectorfondsen. De oorzaak ligt in het momentum van opstellen van de berekeningen. In onderliggende nota zijn meer realisaties verwerkt. Nota financiële bijstellingen

29 7.6. Ufo Op basis van de realisaties in de eerste 7 maanden van 2016 is het bedrag aan uitkeringen van het Uitvoeringsfonds voor de overheid (Ufo) naar boven bijgesteld. Deze bijstelling wordt veroorzaakt doordat het economisch herstel tot op heden nog nauwelijks zichtbaar is in het Ufo. In de Juninota werd verwacht dat dit herstel eerder zou aanvangen. Tabel 7.6 Financieel overzicht Ufo Bedragen x 1 miljoen Baten Premiebaten Totale baten Lasten Uitkeringslasten Uitkeringen Verhaal ex art 79 WW Sociale lasten Uitkeringen 73 1 Verhaal ex art 79 WW Overige baten en lasten Toevoeging voorzieningen 0 0 Rentebaten 0 0 Rentelasten 0 0 Diversen 0 0 Uitvoeringskosten 27 2 Totale lasten Saldo Vermogenspositie Vermogen Liquiditeitsreserve - - Dekkingssaldo Nota financiële bijstellingen

30 7.7. Toeslagenfonds Het totaalbedrag aan toeslagen is 4 miljoen naar boven bijgesteld. Dit is het resultaat van zowel een lager toeslagbedrag WAO en WIA als een hoger toeslagbedrag WW. Hoewel de uitkeringslasten WW ten opzichte van de Juninota naar beneden zijn bijgesteld is het toeslagbedrag toch hoger. Dit is het gevolg van de Wwz. Voor een aantal groepen is het dagloon gedaald waardoor het toeslagbedrag toeneemt. Deze toename is groter dan eerder verwacht. De post overige baten en lasten is 2 miljoen naar beneden bijgesteld. Tabel 7.7 Financieel overzicht Tf Bedragen x 1 miljoen Baten Rijksbijdrage Totale baten Lasten Uitkeringslasten* Toeslagen Toeslagenwet WAO WIA WAZ 6 0 Wajong 27 0 WW Ziektewet 23 1 Bia/IOW 3 0 Tegemoetkomingen WAO 88 0 WIA 81 0 WAZ 4 0 Wajong 79 0 Bia-uitkeringen 1 0 IOW-uitkeringen 38-1 Sociale lasten 75 0 ZVW premie 30 0 Overige sociale lasten 45 0 Overige baten en lasten 2-2 Toevoeging voorzieningen 3 0 Rentebaten 0 0 Rentelasten 0 0 Verhaal 0 0 Boetes -1 0 Diversen 0-3 Uitvoeringskosten 3 0 Totale lasten * Vakantiegeld 32 miljoen Nota financiële bijstellingen

31 Nota financiële bijstellingen

32 Bijlage I Overzichten wet-fonds Tabel I.1. Herleide uitkeringsjaren naar wet Uitkeringsjaren x IVA 78,4 0,2 Aof 78,4 0,2 WGA vangnet 78,1 1,8 Aof 39,4 1,7 Whk 20,6-0,2 Sectorfondsen 17,4 0,3 Ufo 0,7 0,0 WGA vast 51,5 0,3 Aof 12,7 0,1 Whk 22,3 0,2 Eigenrisicodragers 16,6 0,0 Wajong 203,9 0,8 Afj 203,9 0,8 WAO 249,7-0,1 Aof 249,7-0,1 WAZ 11,1 0,0 Aof 11,1 0,0 WW-Ontslagwerkloosheid 331,2 4,1 AWf 186,2 6,9 Sectorfondsen 129,1-3,1 Ufo 15,9 0,3 IOW 3,5 0,0 Tf 3,5 0,0 Ziektewet-Zwangerschap 17,4 0,4 Aof 17,4 0,4 Ziektewet-Zieke WW'ers 36,0 0,4 AWf 35,1 0,4 Ufo 0,9 0,0 Ziektewet-Flex 25,5 0,5 Sectorfondsen 1,6 0,0 Ufo 0,1 0,0 Whk 23,8 0,5 Ziektewet-No-risk 8,1-0,1 Aof 8,1-0,1 Ziektewet-Overig 1,4 0,0 Aof 1,4 0,0 Wazo 39,8 0,1 Aof 39,8 0,1 Wazo-ZEZ 3,3 0,2 Aof 3,3 0,2 Toeslagenwet 157,1-37,0 Tf 157,1-37,0 Bia 0,1 0,0 Tf 0,1 0,0 N.B. vangnet = vangnet flex + vangnet niet flex (vanuit aof) Nota financiële bijstellingen

33 Tabel I.2. Herleide uitkeringsjaren naar fonds Uitkeringsjaren x Aof 461,3 2,5 IVA 78,4 0,2 WGA vast 12,7 0,1 WGA vangnet 39,4 1,7 WAO 249,7-0,1 WAZ 11,1 0,0 Ziektewet-Zwangerschap 17,4 0,4 Ziektewet-No risk 8,1-0,1 Ziektewet-Overig 1,4 0,0 Wazo 39,8 0,1 Wazo-ZEZ 3,3 0,2 Whk 66,6 0,5 WGA vast 22,3 0,2 WGA vangnet 20,6-0,2 Ziektewet-flex 23,8 0,5 Afj 203,9 0,8 Wajong 203,9 0,8 AWf 221,2 7,3 WW-Ontslagwerkloosheid 186,2 6,9 Ziektewet-Zieke WW-ers 35,1 0,4 Sectorfondsen 148,2-2,9 WW-Ontslagwerkloosheid 129,1-3,1 WGA vangnet 17,4 0,3 Ziektewet-Flex 1,6 0,0 Ufo 17,6 0,4 WW-Ontslagwerkloosheid 15,9 0,3 WGA vangnet 0,7 0,0 Ziektewet-Zieke WW'ers 0,9 0,0 Ziektewet-Flex 0,1 0,0 Tf 160,7-37,1 Toeslagenwet 157,1-37,0 Bia 0,1 0,0 IOW 3,5 0,0 Eigenrisicodragers WGA 16,6 0,0 Nota financiële bijstellingen

34 Tabel I.3. Uitkeringsbedragen naar wet Bedragen x 1 miljoen IVA Aof Tf (Tegemoetkomingen) 23 0 WGA vangnet Aof Whk Sectorfondsen Ufo 15 0 Tf (Tegemoetkomingen) 35 0 WGA vast Aof Whk Eigenrisicodragers Tf (Tegemoetkomingen) 23 0 Wajong Afj Tf (Tegemoetkomingen) 79 0 WAO Aof Tf (Tegemoetkomingen) 88 0 WAZ Aof Tf (Tegemoetkomingen) 4 0 WW-Ontslagwerkloosheid AWf Sectorfondsen Ufo WW-Overige werkloosheid AWf Sectorfondsen 2 0 WW-verhaal over uitkeringen Ufo IOW 38 0 Tf 38 0 Ziektewet-zwangerschap Aof Ziektewet-Zieke WW'ers AWf Ufo 17 0 Ziektewet-flex Sectorfondsen 25 0 Ufo 1 0 Whk Ziektewet-No risk Aof Ziektewet-Overig 31 0 Aof 31 0 Wazo Aof Wazo-ZEZ 57 3 Aof 57 3 Toeslagenwet Tf Bia 1 0 Tf 1 0 Totaal Kas Mutaties verplichtingen WIA 24 6 Wajong 4 0 WAO WAZ -1 0 WW Ziektewet 5 1 WAZO 2-1 Toeslagenwet 0-1 Totaal Transactie Nota financiële bijstellingen

35 Tabel I.4. Uitkeringsbedragen naar fonds* Bedragen x 1 miljoen Aof IVA WGA vast WGA vangnet WAO WAZ Ziektewet-Zwangerschap Ziektewet-No risk Ziektewet-Overig 31 0 Wazo Wazo-ZEZ 57 3 Whk WGA vast WGA vangnet Ziektewet-flex Afj Wajong AWf WW-Ontslagwerkloosheid WW-Overige werkloosheid Ziektewet-Zieke WW'ers Sectorfondsen WW-Ontslagwerkloosheid WW-Overige werkloosheid 2 0 WGA vangnet Ziektewet-Flex 25 0 Ufo 46-1 WW-Ontslagwerkloosheid WW-verhaal over uitkeringen WGA vangnet 15 0 Ziektewet-Zieke WW'ers 17 0 Ziektewet-Flex 1 0 Tf Toeslagenwet Tegemoetkomingen Bia 1 0 IOW 38 0 Eigenrisicodragers WGA Totaal Kas Mutaties verplichtingen Aof 7 2 Whk 6-1 Afj 4 0 AWf 88 7 Sectorfondsen Ufo 18 6 Tf 0-2 Totaal Transactie *) Het totale uitkeringsbedrag (zoals vermeld in de tabellen 1.2 en 1.3 in hoofdstuk 1) resulteert door van bovenstaand totaal transactiebedrag het uitkeringsbedrag van ERD WGA af te trekken. Nota financiële bijstellingen

36 Bijlage II Re-integratie Tabel II.1. Overzicht programmakosten re-integratie Bedragen x 1 miljoen Afj Aof Whk Awf Ufo Sfn Tot Uitkeringslasten Ziektewet-uitkeringen Overig 0 Voorzieningen 0 Onderwijsvoorzieningen Werkvoorzieningen Subsidie aan instellingen Inkoop arbeidsbemiddeling AG Ziektewet-arbo-interventies plus-regeling Scholingsvoucher 4 4 Programmakosten overig 1 1 Totale Programmakosten Nota financiële bijstellingen

37 Bijlage III Aansluitingstabel De UWV-resultaten worden, conform wet- en regelgeving, volgens het stelsel van baten en lasten verantwoord. Het ministerie van SZW publiceert resultaten, waaronder de UWV-cijfers, in haar jaarrekening volgens het kas-verplichtingenstelsel. Dit betekent dat er een vertaalslag moet worden gemaakt tussen beide stelsels. Deze vertaling staat bekend als de aansluitingstabel. In de aansluitingstabel worden tevens enkele kostensoorten onder een ander kopje gerubriceerd. Bij het opstellen van deze tabel is verondersteld dat de afrekening van de rijksgefinancierde regelingen voor 2016 nihil zal zijn. De mutaties op de bestemmingsfondsen zijn tijdens het opstellen van onderstaande tabel nog onbekend. Deze mutaties zijn daarom niet in de tabel opgenomen. In de aansluittabel zijn in kolom 2, in tegenstelling tot de voorgaande financiële nota s, de sociale lasten voor alle wetten opgenomen. In kolom 5 (Diverse correcties) worden de sociale lasten voor de premiegefinancierde wetten geëlimineerd. Deze wijziging van presentatie van de sociale lasten is gekozen om aan te sluiten op de bedragen zoals deze in de jaarrekening 2016 zullen worden verantwoord. De cijfers in kolom 5 (diverse correcties) bestaan verder vooral uit de eliminatie van verhaal op de WW eigenrisicodragende werkgevers ( 332 miljoen) en de eliminatie tussen wetten van het gedeeltelijk compenseren van de ziekengeld- en WGA-lasten in de sector uitzendbedrijven (WW: 85 miljoen, WIA- WGA: minus 30 miljoen en Ziektewet: minus 55 miljoen). Daarnaast wordt in deze kolom de dotatie aan de voorziening voor oninbaarheid van uitkeringsdebiteuren geëlimineerd. Tenslotte: alle bedragen zijn afgerond op miljoenen euro s. Door deze afrondingen zijn posten kleiner dan absoluut 0,5 miljoen, ook 0-bedragen, weergegeven met 0. Indien voor een post, gezien de aard van de post of op basis van afspraken met SZW, geen bedrag kan worden ingevuld, dan wordt dit weergegeven met -. Tabel V.1. Aansluitingstabel 2016 Bedragen x 1 miljoen UWV-cijfers Vertaalslag SZW cijfers (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) (9) WAO WIA-IVA WIA-WGA WAZ Wajong Wazo Wazo-ZEZ Re-integratie WAO/WIA/WAZ/Ziektewet Re-integratie Wajong Toeslagenwet IOW WW Re-integratie WW Subsidie Arbeidsparticipatie Ziektewet Totaal Toelichting kolomnummers: (1) Uitkeringslasten (8) SZW jaarverslag lasten (2) Sociale lasten (9) Ontvangen door SZW over 2016 (3) Overige baten en lasten (4) Toedeling re-integratielasten (5) Diverse correcties (6) Nabetaald door SZW over 2016 (7) Mutatie verplichtingen Nota financiële bijstellingen

38 Nota financiële bijstellingen

39 Colofon Uitgave UWV Financieel Economische Zaken Afdeling Planning, Control en Analyse Postadres Postbus HG Amsterdam Inlichtingen Redactie Coen Akkerman Neander Nijman Arjan Wojcik Aan deze nota werkten mee Ed Berendsen Kees van den Bosch Ben van der Eijken Wibaut Jeurissen Casimir Maassen Peter Rijnsburger Fouad Rmila Frank Schreuder Emiel Zegers Disclaimer Alles uit deze uitgave mag worden overgenomen, echter uitsluitend met bronvermelding. UWV 2016 Nota financiële bijstellingen

40 Einde rapport Nota financiële bijstellingen