komen het volgende overeen. 1. De duur van de overeenkomst

Transcriptie

1 Overeenkomst budgetsubsidiëring gemeente Oss «einde Datum» Stichting Museum Jan Cunen, hierna te noemen de instelling, vertegenwoordigd door 1. «naam_1ste_ondertekenaar», «functie_1ste_ondertekenaar» en 2. «naam_2de_ondertekenaar», «functie_2de_ondertekenaar» 3. «naam_3de_ondertekenaar», «functie_3de_ondertekenaar» en De gemeente Oss, hierna te noemen de gemeente, vertegenwoordigd door 1. mr. F. den Brok, wethouder cultuur c.a. van Oss en 2. drs. T. de Laat, directeur Dienst Stadsbeleid, komen het volgende overeen. 1. De duur van de overeenkomst 1.1. De overeenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur De overeenkomst wordt door geen van de partijen beëindigd dan na overeenstemming te hebben bereikt over een regeling van de gevolgen die beëindiging heeft voor de andere partij. Is twee jaar na de aankondiging van de beëindiging geen overeenstemming bereikt, dan is de overeenkomst beëindigd zonder regeling van de gevolgen. 2. De activiteiten Missie Museum Jan Cunen wil beeldende kunst, cultuur en lokale geschiedenis voor een breed publiek toegankelijk en beleefbaar maken, op eigentijdse wijze en podium biedend aan experiment en vernieuwing. Museum Jan Cunen wil met haar museale activiteiten midden in de samenleving staan en bijdragen aan het creatieve vermogen en de sociaal-economische ontwikkeling van Oss en Maasland. Museum Jan Cunen streeft naar groei in kwaliteit, publieksbereik en uitstraling. Gehuisvest in Villa Constance, één van de mooiste monumenten in de stad. Een monument dat ook nog eens getuigt van de unieke geschiedenis van Oss en Maasland. De kunstcollectie biedt rijke mogelijkheden. Gebouw, collectie en de geschiedenis van Oss en het Maasland bieden een bron om te verhalen en te verbeelden. In dat verhalen en verbeelden ligt de uitdaging voor de komende jaren. Het museum zal een plek zijn waar de verbeelding aan de macht is. Een plek waar schoonheid is te ervaren; een plek van bezinning en vergezichten. En waar de verbeelding aan de macht is, is ook ruimte voor opinie en debat, voor schurende inzichten en opvattingen die wakker schudden. Ook daarin wil Museum Jan Cunen activiteiten ontwikkelen. Villa Constance is de plek van het museum. Daar worden zoveel mogelijk inwoners van Oss en bezoekers van buiten ontvangen. Het museum zal zich ook buiten het gebouw manifesteren, in de wijken en de kernen, in het onderwijs en bij bedrijven, op locatie en online. Museum Jan Cunen komt in de hoofden en de harten van de inwoners van Oss en Maasland. De andere culturele instellingen kennen een vergelijkbare ambitie; waar mogelijk en zinvol zullen we samen met onze 1

2 culturele partners werken aan een aantrekkelijk culturele klimaat in onze gemeente Oss. Ons partnerschap hierin zal blijken uit de te ontwikkelen gezamenlijke activiteiten. Doelgroepen en publieksbereik Museum Jan Cunen richt zich op: Kunstpubliek uit het land en inwoners uit Oss en Maasland, met publieksvriendelijke programmering, inspelend op de belangstellingsfeer van een breed publiek en met bijzondere tentoonstellingen die ook voor een landelijk publiek aanleiding bieden om naar Oss te komen; Specifieke aandacht voor de jeugd; de bloeiende praktijk van museumeducatie wordt gekoesterd en waar mogelijk uitgebouwd. Specifieke aandacht voor de groeiende groep senioren; waar reeds een bloeiende educatiepraktijk voor de jeugd is opgebouwd, willen we in de komende jaren ook programma s museumeducatie voor senioren ontwikkelen. Museum Jan Cunen trekt nu jaarlijks 10 tot bezoekers en daarnaast zo n leerlingen. Met een publieksgerichte programmering streeft het museum naar een stijging van de bezoekersaantallen richting , exclusief het onderwijs. Het bereik onder leerlingen zal naar verwachting op een constant hoog niveau blijven; we voorzien daarin geen verdere groei. Het Museum zal niet alleen werken met lokale thema s; wij willen inwoners ook interessante tentoonstellingen bieden die ook landelijk media-aandacht en publiek weet te trekken. De manier om de eigen inwoners weer aan het museum te binden ligt in het consequent investeren in contacten met inwoners. Profiel Museum Jan Cunen zal vanaf 2016 in verzelfstandigde vorm een ander profiel krijgen, niet alleen qua bedrijfsvoering en ondernemerschap, maar eerst en vooral voor wat betreft het museale concept. Het museum toont de collectie 19e eeuwse schilderijen en tekeningen die vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw werd opgebouwd én maakt tentoonstellingen vanuit de laat 19e eeuwse en vroeg 20e eeuwse geschiedenis van het agrarisch-industriële Maasland. Kunstenaars, vormgevers, ondernemers, onderzoekers, politici, jongeren en gevestigde burgers van nu reflecteren in woord en beeld op deze presentaties. De brug wordt zo geslagen naar de postindustriële toekomst van Oss en Maasland om die te voeden en mede vorm te geven. Het museum wordt dan, steunend op zijn educatieve functie, een prikkelend podium voor 19e en 21e eeuwse kunst en lokaal-regionale geschiedenis, voor jong talent, voor ideevorming en debat en legt een verbinding tussen een 'rijk' verleden, een turbulent heden en uitdagingen voor de toekomst (citaat uit het advies een nieuw elan van de Groep Jacobs). Met dit advies komt de focus te liggen op twee inhoudelijke invalshoeken, consequent te verbinden met vraagstukken van deze tijd: Collectie 19 e eeuwse schilderkunst; 2

3 Lokaal/regionale geschiedenis; het Verhaal van Oss (accent op agrarisch-industriële periode). Het verbinden met de actualiteit geeft kleur en betekenis aan de programma s van het Museum Jan Cunen. Het museum zal daarin onderscheidend zijn, waar mogelijk de randjes opzoekend, spiegelend, verdiepend, betekenisgevend en inspirerend. Hier ligt bij uitstek een rol voor hedendaagse kunst en hedendaagse kunstenaars. In lijn met het advies van de Groep Jacobs (een podium voor experiment en vernieuwing). De collectie 19 e eeuwse kunst biedt kansen om met aansprekende programma s een breed publiek te trekken, lokaal èn bovenlokaal. Voor het tentoonstellingsprogramma van Museum Jan Cunennieuwe-stijl zal de 19 e eeuwse schilderkunst de hoofdlijn zijn, vaak in de combinatie/confrontatie met hedendaagse kunst. Daartoe zullen we ook goed gebruik maken van de collectie hedendaagse kunst. Belangrijke ontwikkelingen en gebeurtenissen die Oss en Maasland gemaakt hebben tot wat we nu zijn, worden belicht in Museum Jan Cunen. Niet alleen als geschiedschrijving, maar juist om voeding te geven aan het denken over de toekomst van Oss en omgeving. De agrarisch-industriële ontwikkeling van Oss is een leidend thema in de economische agenda van Oss en Maasland; de gemeente Oss profileert zich samen met het bedrijfsleven op de thema s food & health en Agrifoodcapital. Voedsel vormt Oss geeft nieuwe impulsen aan de food- en healthsector. Het museum zal op deze thematiek inspelen, maar op een andere manier dan in de hoofdlijn 19 e eeuwse schilderkunst hedendaagse kunst. De thematiek leent zich voor af en toe een grote publieksmanifestatie, zo mogelijk in samenwerking met andere culturele instellingen en met partners van de Kracht van Oss. Door niet te klein te denken, maar groot en overstijgend, door het lef te hebben om ook commercieel te denken, door niet in te zetten op MJC als lokaal museum, maar juist als museum van regionaal belang en nationale potentie, zien we mogelijkheden om Museum Jan Cunen verder te laten groeien. 3. De omvang van de te vragen subsidie 3.1. Het te vragen bedrag is het overeengekomen bedrag van de subsidie. Bij ongewijzigd beleid is dit het historisch structureel bedrag verhoogd met het toepasselijk accres Tenzij anders is overeengekomen, is het toepasselijk accres een gewogen accres, gebaseerd op 80% loonvolgend deel en 20% prijsvolgend deel. De accrespercentages op de loonontwikkeling is het percentage dat de VNG jaarlijks in haar ledenbrief Aanpassing subsidies welzijn, bibliotheken en kunsteducatie publiceert als zijnde het percentage van de loonkostenontwikkeling over het jaar voorafgaande aan de het jaar van publicatie voor de gemeenten. Het percentage van de prijsontwikkeling is het percentage dat de gemeente hanteert voor de aanpassing van haar eigen budgetten aan de prijsontwikkeling. 3

4 3.3. Voor het begrotingsjaar 2016 is het bedrag van de subsidie: ,-. Dit bedrag wijkt af van het eerder vastgestelde bedrag bij het verzelfstandigingsbesluit van september 2014 (in casu: ,-), omdat de verantwoordelijkheid en daarmee het budget voor de collectieverzekering ( ) bij de stichting wordt gelegd en vice versa budget en verantwoordelijkheid voor opstal/brandverzekering een verantwoordelijkheid blijft van de gemeente ( 3.336). 4. Bestuurlijk overleg 4.1. Partijen verplichten zich tot twee maal per jaar voeren van bestuurlijk overleg, en verder wanneer een van beide partijen een bestuurlijk overleg nodig acht De gemeente is vertegenwoordigd door de verantwoordelijke wethouder. De wethouder laat zich vergezellen door de ambtenaar, die belast is met het adviseren van het gemeentebestuur op het beleidsterrein waarop de instelling werkzaam is De instelling is vertegenwoordigd door tenminste twee bestuursleden. De bestuursleden laten zich vergezellen door de directeur. Ingeval de directeur bevoegd is namens het bestuur op te treden het bestuur is toezichthoudend bestuur is de instelling vertegenwoordigd door de directeur; deze laat zich vergezellen door tenminste één functionaris De voorzitter van een bestuurlijk overleg is de wethouder cultuur Afspraken tussen partijen gemaakt in dit bestuurlijk overleg maken onderdeel uit van de overeenkomst. 5. De aanvraag 5.1. De instelling dient de subsidieaanvraag in vóór 1 november van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar. De aanvraag wordt geacht te zijn gedaan als de stukken die de aanvraag moeten vergezellen, zijn aangeboden aan het bestuurlijk overleg De aanvraag gaat vergezeld van een activiteitenbegroting en een begroting van inkomsten en uitgaven De activiteitenbegroting onderscheidt de activiteiten naar de eerste behoefte van de leden van de doelgroep (= de kring van beoogde afnemers) waarin het product van de activiteiten voorziet en beschrijft de activiteiten in termen van behoeftevoorziening. De beschrijving van de activiteiten bevat tevens een beschrijving van de wijze of de wijzen waarop in de behoefte wordt voorzien De activiteitenbegroting vermeldt per onderscheiden activiteit de verwachte kosten, de verwachte opbrengsten, de verwachte financiële bijdragen van derden en het verwachte subsidiebeslag De activiteitenbegroting vermeldt per onderscheiden activiteit het verwachte bereik, de verwachte beschikbaarheid, het verwachte subsidiebeslag per afnemer en de verwachte eigen bijdrage per afnemer Het verwachte bereik wordt tevens vermeld per beleidsrelevante sub-doelgroep Indien, om adequaat in de maatschappelijke behoefte te voorzien, aanmerkelijke verschillen in het subsidiebeslag per afnemer en/of eigen bijdragen per afnemer tussen onderscheidbare categorieën afnemers zullen optreden, wordt het verwachte subsidiebeslag per afnemer dan wel de verwachte eigen bijdrage per afnemer tevens vermeld per categorie. De categorieën worden 4

5 benoemd en beschreven op een wijze waaruit de rechtvaardiging of onvermijdelijkheid van de verschillen blijkt. Per categorie wordt tevens het verwachte bereik vermeld In de presentatie van de gevraagde gegevens onder lid 4 tot en met 7 kan volstaan worden met het vermelden van de werkelijke gegevens uit de laatste bekende periode en een aanduiding van de richting en omvang van verwachte verandering in de gegevens. 6. Bevoorschotting 6.1. De gemeente verstrekt de instelling een voorschot van 100% van het verleend bedrag van de subsidie. Tenzij een ander ritme is overeengekomen, vindt de bevoorschotting plaats volgens een door het college van burgemeester en wethouders bepaald betaalschema. 7. Verplichtingen voor de subsidieontvanger 7.1. Met het oog op de resultaatindicatoren registreert de instelling op valide en betrouwbare wijze op afnemer. Indien als gevolg van de aard van de activiteiten registratie op afnemer niet doenlijk is hanteert de instelling met het oog de resultaatindicatoren valide en betrouwbare schattingsmethodes De Instelling laat zich leiden door de volgende beginselen: door het beginsel van de goedkoopst adequate voorziening, hetgeen inhoudt dat uit beschikbare wijzen van voorzien in de behoefte van de leden van de doelgroep steeds gekozen wordt voor de goedkoopst, nog adequate wijze van voorziening; door het beginsel van welzijnsmaximalisatie, hetgeen inhoudt dat de beschikbare middelen steeds eerst worden aangewend voor die activiteiten binnen het budget met de hoogst verwachte bijdrage aan het maatschappelijk welzijn; door het profijtbeginsel, hetgeen inhoudt dat de eigen bijdragen die van de gebruikers van de voorzieningen worden verlangd steeds zo hoog zijn als de leden van de doelgroep voorzieningen nog bereid zijn te betalen De instelling laat zich verder leiden door het beginsel de eerste voorziening is een voor alle leden van de doelgroep toegankelijke voorziening De instelling laat zich voorts leiden door het beginsel de vinder is de probleemeigenaar. 8. De aanvraag tot subsidievaststelling 8.1. De aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van een activiteitenrekening, een rekening van inkomsten en uitgaven en een rekening van bezittingen en schulden De activiteitenrekening volgt mutatis mutandis het in artikel 5 lid 3 tot en met 7 bepaalde over de activiteitenbegroting. Aanmerkelijke afwijkingen ten opzichte van de activiteitenbegroting worden voorzien van een verklaring Niet besteed verleend subsidie wordt als subsidiereserve in de rekening van bezittingen en schulden opgenomen. Tekorten op de gesubsidieerde activiteiten kunnen, indien de subsidiereserve hiervoor niet toereikend is, ten laste gebracht worden van de verleende subsidie voor het daaropvolgende jaar. 5

6 8.4. De rekeningen zijn voorzien van een verklaring van getrouwheid van een certificeringsbevoegde accountant. De accountantscontrole is mede verricht met in achtneming van hetgeen omtrent de subsidie is bepaald dan wel is overeengekomen Oss, Namens de instelling, Namens de gemeente, «naam_1ste_ondertekenaar», «functie_1ste_ondertekenaar», Mr. F. den Brok, wethouder cultuur c.a. van Oss, «naam_2de_ondertekenaar», «functie_2de_ondertekenaar», Drs. T. de Laat, directeur Dienst Stadsbeleid «naam_3de_ondertekenaar», «functie_3de_ondertekenaar», 6