Bestuurlijke Boete Overlast in de Openbare Ruimte. Een handreiking voor gemeenten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bestuurlijke Boete Overlast in de Openbare Ruimte. Een handreiking voor gemeenten"

Transcriptie

1 Bestuurlijke Boete Overlast in de Openbare Ruimte Een handreiking voor gemeenten

2 Bestuurlijke Boete Overlast in de Openbare Ruimte Een handreiking voor gemeenten 1

3 2 Inhoud

4 Afkortingenlijst 4 1. Inleiding Aanleiding en doel Opzet en indeling 7 2. De kaders Inleiding (Politieke) Besluitvorming Samenwerking en toezicht De gemeentelijke praktijk Inleiding Het proces Personeel Financiën Inleiding Kosten van de bestuurlijke boete overlast Communicatie Inleiding Interne communicatie Externe communicatie Afsluitend 24 BIJLAGE I 26 BIJLAGE II 34 BIJLAGE III 52 BIJLAGE IV 54 3

5 4 Afkortingenlijst

6 APV: Algemene Plaatselijke Verordening Asv: Afvalstoffenverordening Awb: Algemene wet bestuursrecht BBOOR Bestuurlijke Boete Overlast Openbare Ruimte BOA: Buitengewoon opsporingsambtenaar CVOM Centrale Verwerking Openbaar Ministerie Dienst Justis Dienst Justitiële uitvoeringsdienst Toetsing, Integriteit en Screening IW Invorderingswet 1990 OM: Openbaar Ministerie VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten WAHV Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften 5

7 6 1. Inleiding

8 1.1 Aanleiding en doel De bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte De Wet Bestuurlijke Boete Overlast in de openbare ruimte (BBOOR), neergelegd in de artikelen 154b ev. van de Gemeentewet, geeft gemeenten een zelfstandige bevoegdheid om op te kunnen treden tegen veel voorkomende en overlastveroorzakende, lichte overtredingen, van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en de afvalstoffenverordening (Asv). Overwegingen om een dergelijke bevoegdheid voor gemeenten te creëren waren enerzijds dat het strafrecht een zogenaamd ultimum remedium is en daarnaast dat de politie zich op de zwaardere criminaliteit richt. Mede hierdoor werd door gemeenten een handhavingtekort gesignaleerd om lichte, veel overlast veroorzakende overtredingen in de openbare ruimte aan te pakken. Gemeenten worden dagelijks door hun inwoners aangesproken op de toenemende overlast en verloedering. Bekend is dat de overlast door hondenpoep ergernis nummer 1 is bij veel Nederlanders, maar ook zwerfvuil is velen een doorn in het oog. Gemeenten worden er op aangesproken en willen deze problematiek zelfstandig aan kunnen pakken. Uit deze brede wens van gemeenten om te komen tot versterking van de handhaving van kleine ergernissen, heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) het instrument van de bestuurlijke boete ontwikkeld. Met de bestuurlijke boete kunnen gemeenten zelf bepalen wanneer en op welke locaties wordt gehandhaafd, dus zonder direct afhankelijk te zijn van de (inzet van) politie en Openbaar Ministerie (OM). In de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), die naar verwachting op 1 juli 2009 in werking treedt, wordt de bestuurlijke boete in artikel 5:40 van de Awb gedefinieerd als de bestraffende sanctie, inhoudende een onvoorwaardelijke verplichting tot betaling van een geldsom. Meer informatie over de bestuurlijke boete vindt u op de website van het Servicecentrum Handhaving of www. bestuurlijkeboeteoverlast.nl. Ook op de website van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is diverse informatie te vinden. Daarmee willen we u praktische handvatten bieden voor de implementatie. Voor de implementatie van de bestuurlijke strafbeschikking overlast bestaat een aparte handreiking. 1.2 Opzet en indeling De handreiking is als volgt ingedeeld: Hoofdstuk 2: De kaders In dit hoofdstuk komen de bestuurlijke kanten van implementatie van de bestuurlijke boete aan bod: het vaststellen van bestuurlijke documenten en de afspraken ten behoeve van samenwerking met de ketenpartners. Hoofdstuk 3: De gemeentelijke praktijk Dit hoofdstuk gaat over alle praktische aandachtspunten voor de gemeente bij het opleggen van de bestuurlijke boete. Aan de orde komen onder meer personele aspecten (de toezichthouder overlast openbare ruimte), en de wijze van oplegging van de bestuurlijke boete. Met deze drie hoofdstukken is het proces in beeld gebracht. Er zijn ook nog twee overstijgende thema s die in de hoofdstukken 4 en 5 aan bod komen. Hoofdstuk 4: Financiën Dit hoofdstuk behandelt globaal zowel de inkomsten als de uitgaven die samenhangen met de bestuurlijke boete. Hoofdstuk 5: Communicatie Dit hoofdstuk gaat over interne en externe communicatie over de bestuurlijke boete. Hoofdstuk 6: Ten slotte In de hoofdstukken 1 tot en met 5 zijn alle aspecten aan bod gekomen die te maken hebben met de implementatie van de bestuurlijke boete. In dit laatste hoofdstuk zetten wij deze activiteiten in chronologische volgorde op een rij en geven we een indicatie van de hoeveelheid tijd die de implementatie in beslag kan nemen. Uiteraard is het exacte tijdpad mede afhankelijk van de specifieke omstandigheden waarin uw gemeente zich bevindt Deze handreiking Deze handreiking gaat ervan uit dat u de keuze hebt gemaakt voor de bestuurlijke boete overlast en dit instrument gaat implementeren in uw gemeente. Mocht u nog een keuze moeten maken dan zij verwezen naar de Handreiking overlast in de publieke ruimte, die ook op voornoemde websites is te vinden. De handreiking gaat in op alle onderdelen van de implementatie van de bestuurlijke boete overlast. 7

9 8 2. De kaders

10 2.1 Inleiding Dit hoofdstuk behandelt de bestuurlijke aspecten van de implementatie van de bestuurlijke boete. Paragraaf 2.2 start met de (politiek) bestuurlijke besluitvorming over de bestuurlijke boete binnen de gemeente. Paragraaf 2.3 behandelt de samenwerking met de verschillende ketenpartners en andere gemeenten. 2.2 (Politieke) Besluitvorming Inleiding De bestuurlijke boete is een van de instrumenten in het gemeentelijk handhavingsbeleid. Dit handhavingsbeleid is vaak vastgelegd in een handhavingsprogramma. Zo n handhavingsprogramma kan bijvoorbeeld worden opgesteld langs de lijnen van programmatisch handhaven. 1 In het handhavingsprogramma zijn prioriteiten bepaald en is gekeken op welke manier de beschikbare instrumenten worden ingezet. Daarbij kun je een onderscheid maken tussen preventieve en repressieve (reparatoire en punitieve) instrumenten. De punitieve instrumenten, waaronder ook de bestuurlijke boete, vormen daarbij vaak het sluitstuk in de handhaving. Het voornemen de bestuurlijke boete in uw gemeente in te zetten, moet worden gevolgd door politieke besluitvorming. Daarbij gaat het om het nemen van de volgende raadsbesluiten: 1. een raadsbesluit om de bestuurlijke boete in de gemeente te gaan inzetten; en 2. een raadsbesluit om de APV en Asv aan te passen. De raad neemt het besluit om de bestuurlijke boete in te zetten. De keuze voor de bestuurlijke boete geldt voor alle overtredingen genoemd in het eerste lid van artikel 154b van de Gemeentewet. Dus zowel voor de APV als de Asv. Om de bestuurlijke boete als sanctie te kunnen gebruiken moeten derhalve de APV en de Asv worden gewijzigd. De navolgende subparagrafen gaan in op welke feiten u met de bestuurlijke boete kunt handhaven, de hoogte van de boetes en geven een stappenplan voor wijziging van uw verordeningen. Overigens zou u hiertoe gebruik kunnen maken van de modelbepaling in de bijlage De feiten APV De bestuurlijke boete geldt voor de gehele APV minus een beperkt aantal APV overtredingen. De feiten die zijn uitgezonderd staan in artikel 2 van het Besluit Bestuurlijke Boete overlast in de openbare ruimte (BBOOR), de 1 Voor meer informatie over het opstellen van een handhavingsprogramma en specifiek programmatisch handhaven verwijzen wij u naar de website van het Servicecentrum Handhaving. zogeheten negatieve lijst (zie bijlage). Uitgezonderd zijn zwaardere, gevaarzettende gedragingen en overtredingen die onderdeel uitmaken van de ordehandhavingsbevoegdheden van de politie (samenscholingen, ongeregeldheden, betogingen en demonstraties). Hetzelfde geldt voor gedragingen die sterk aan het strafrecht zijn gerelateerd, zoals handel in drugs, heling en het meevoeren van inbrekerswerktuigen of steekwapens. Bij het opstellen van de limitatieve lijst van feiten is een viertal criteria toegepast. Het eerste criterium is of het gaat om een gedraging die zich afspeelt in het publieke domein. Ten tweede moeten de feiten geschikt zijn voor bestuurlijke handhaving. Het derde criterium is de onwenselijkheid om een bestuurlijke boete nodig te maken wanneer sprake is van een gevaarzettend karakter van de feiten zelf: exclusief strafrechtelijk optreden is dan geboden en het kan ook nodig zijn om strafvorderlijke dwangmiddelen, zoals fouillering, te gebruiken. Tenslotte is het ook nog mogelijk dat de gedragingen zelf niet direct gevaarzettend zijn, maar het risico van escalatie dermate groot is, dat politieoptreden in die gevallen wenselijk is. Asv De Asv valt ook onder de bestuurlijke boete overlast. Voor deze feiten is echter geen negatieve lijst, zoals bij de APV, maar een positieve lijst opgesteld. Dit houdt in dat alle feiten die zijn opgenomen in artikel 3 van het Besluit BBOOR, kunnen worden beboet De boetehoogten De bestuurlijke boete kan voor natuurlijke personen niet hoger zijn dan 340,- per gedraging en voor rechtspersonen niet hoger dan 2250,- per gedraging. 3 De boetebedragen die zijn opgenomen in de bijlage bij het Besluit BBOOR zijn gelijk aan de boetehoogten die door het OM voor dezelfde feiten zijn vastgesteld in de meest recente tekstenbundel voor misdrijven, overtredingen en Muldergedragingen. 4 Het OM heeft echter niet voor alle overtredingen van de APV boetebedragen vastgesteld. Voor die voorschriften waarvoor het OM geen bedrag heeft vastgesteld en het voorschrift niet voorkomt op de negatieve lijst, moet de raad 5 bij verordening de hoogte van de boete vaststellen. Het verdient aanbeveling de voorgestelde boetebedragen eerst te bespreken in de lokale driehoek zodat ook voor deze overtredingen de hoogte van de bestuurlijke boete is afgestemd op het strafvorderingsbeleid van het OM. 2 Zie artikel 3 van het Besluit BBOOR 3 Zie artikel 154b, zevende lid, in Gemeentewet Zie artikel 154b, zevende lid, van de Gemeentewet 9

11 Voor het vaststellen van de (maximale) hoogte van de boete zowel op het niveau van wetgeving of beleidsregel als in het concrete geval geldt in het bestuursrecht het evenredigheidsbeginsel als uitgangspunt. 6 Hierbij valt op te merken, dat de criteria aan de hand waarvan bestuursorganen en rechter binnen het strafrecht en het bestuursrecht de hoogte van boetes bepalen door de jaren heen naar elkaar zijn toegegroeid. Er blijken doorgaans een viertal aspecten een rol te spelen in het denken over «strafmaten» 7 : de ernst van de overtreding, uit te drukken in de mate waarin deze gevaar oplevert voor te beschermen maatschappelijke waarden, dan wel feitelijk schade veroorzaakt (vermogensschade, lichamelijk letsel, geestelijk leed); het teniet doen van het voordeel dat met de normschending wordt behaald; de doorbreking van een patroon van overtredingen (waar in hoge mate «recidive» dreigt); het rekening houden met de draagkracht: de impact van straf op de(jongere, volwassen) persoon of onderneming (kleinbedrijf tot multinational). Daarnaast kunnen specifieke factoren, zoals de mate van verwijtbaarheid, een rol spelen ter verlaging of verhoging van de boete. 8 Artikel 154b, achtste lid van de Gemeentewet bevat een hardheidsclausule. Dit artikel bepaalt namelijk dat wanneer de overtreder aannemelijk maakt dat de bij het Besluit BBOOR vastgestelde bestuurlijke boete wegens bijzondere omstandigheden te hoog is, een lagere bestuurlijke boete wordt opgelegd. Dit artikel ziet echter alleen op die feiten waarvoor het bedrag is vastgesteld, en niet voor eventuele andere feiten waarvoor de raad zelf de boetehoogte vast kan stellen. Zodra de vierde tranche van de Awb in werking is getreden geldt ook voor die feiten een hardheidsclausule, maar tot die tijd verdient het aanbeveling om voor die voorschriften een hardheidsclausule in de APV op te nemen Stappenplan Om erachter te komen welke aanpassingen aan uw APV en Asv nodig zijn om de bestuurlijke boete toe te kunnen passen kunt u het stappenplan hieronder doorlopen. 6 Kamerstukken II 2003/04, , nr. 3, p Dit geldt in het bijzonder wanneer hogere boetes mogelijk zijn bij lichte feiten is vaak sprake van een standaardtarief dat correspondeert met alleen de beoordeling van de ernst van het feit. Dit is onder ander het geval bij vele verkeersovertredingen. 8 Kamerstukken II 2008/09, VI, nr.69 Wijziging APV/Asv Met behulp van de volgende stappen kunt tot aanpassing van uw APV/Asv overgaan. Toepasselijke feiten Dit betreft het nagaan welke overtredingen, die daartoe overigens niet op de negatieve lijst mogen voorkomen, uw gemeente met een bestuurlijke boete zal gaan handhaven. Feitenlijst in de APV Dit betreft het nagaan of de overtreding die uw gemeente wil handhaven met een bestuurlijke boete voorkomen in uw APV of de Asv. Als niet alle feiten waarop u de bestuurlijke boete wilt toepassen in uw APV staan, dan dient u de APV aan te passen. Boetehoogten Dit betreft het nagaan of er voorschriften zijn die u met de bestuurlijke boete wilt handhaven waarvoor het OM geen bedrag heeft vastgesteld. De raad moet dan zelf de hoogte van de boete vaststellen. Totdat de vierde tranche van de Awb in werking treedt is het raadzaam om voor deze voorschriften een hardheidsclausule in de APV opnemen. 2.3 Samenwerking en toezicht Inleiding De bestuurlijke boete is een samenwerking tussen verschillende ketenpartners: gemeente, de politie en in mindere mate het OM. Voor een goede implementatie is het belangrijk dat alle partijen van elkaar weten wat ze gaan doen, hoe ze dat gaan doen en wat ze van elkaar verwachten. Met betrekking tot de samenwerking is relevant dat een bestuurlijke boete wordt opgelegd door de toezichthouder overlast in de openbare ruimte (hierna: de toezichthouder). De toezichthouder is tevens buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) voor wat betreft de Wet op de uitgebreide identificatieplicht. In hoofdstuk 3.3 wordt hierop nader ingegaan. Een van de bestaande overlegstructuren is de lokale driehoek, waaraan de burgemeester, het OM en de politie deelnemen. Dit driehoeksoverleg en mogelijk ook in het regionaal college is raadzaam zodra de gemeente van plan is het instrument te gaan inzetten, dus nog voor politieke besluitvorming in de gemeente daarover. Uw burgemeester kan in dit overleg onder meer op de volgende punten ingaan: de achtergrond van het voornemen om de bestuurlijke boete te gaan inzetten; hoe uw gemeente de boete binnen een eventueel 10

12 handhavingsprogramma wil gaan inzetten; de prioriteiten van de gemeente; de aantallen boeten die de gemeente verwacht op te leggen; inzet toezichthouders; samenwerking. Naast het overleg op bestuurlijk niveau raden wij aan ook overleg op meer uitvoerend niveau te voeren over de bestuurlijke boete, waaronder de afspraken met de ketenpartners politie en het OM afzonderlijk. In de driehoek worden dan de grote lijnen besproken en bestuurlijke afspraken gemaakt. Op meer operationeel niveau wordt dit verder ingevuld en fijn geslepen. De gesprekken met de partners afzonderlijk kunnen in de tijd plaatsvinden na het driehoeksoverleg omdat het concrete afspraken betreft. Deze afspraken kunnen in de regel op ambtelijk niveau worden gemaakt. Van sommige besluiten kan het ook belangrijk zijn ze bestuurlijk te bezegelen, waaronder bijvoorbeeld afspraken met de politie over back-up en informatie uitwisseling Gemeente Gemeenten die kiezen voor de bestuurlijke boete zijn integraal verantwoordelijk voor het opstellen van de normen betreffende overlast in de openbare ruimte, voor het toezicht houden op de naleving ervan en voor het sanctioneren van overtreding ervan. Krachtens artikel 154 van de Gemeentewet heeft de raad de bevoegdheid om straf te stellen op overtredingen van zijn verordeningen. De bevoegdheid die de raad in de Wet BBOOR heeft gekregen om een bestuurlijke boete op te leggen wegens kleine ergernissen sluit hierop aan Politie Het overleg met de politie kan onder meer gaan over: prioriteiten en inzet; assistentie; communicatie; toezichthoudende rol; gegevensverstrekking door de politie; Deze punten lichten wij hieronder toe. Prioriteiten en inzet Het is voor de politie belangrijk te weten welke overtredingen de prioriteit hebben van de gemeente, om ook de rol van de politie daarin te kunnen bepalen. Daarbij kan het gaan om afspraken naar aanleiding van de volgende vragen: In welke gevallen beboet de politie feiten die prioriteit hebben bij de gemeente? Zijn er terreinen waarop de politie geheel ophoudt met handhaven? Gaan de politie en de gemeente gezamenlijke acties houden? En als de politie en de gemeente deze gezamenlijke acties gaan houden, wat zijn dan de overtredingen waar die acties op zien? Werktijden? Op welke tijdstippen handhaaft de gemeente en neemt de politie na een bepaald tijdstip over? In principe heeft de gemeente indien zij kiest voor het inzetten van de bestuurlijke strafbeschikking een 24-uurs verantwoordelijkheid voor de afdoening van die feiten. Dit betekent overigens niet dat de gemeente ook verplicht is 24-uursdiensten te gaan draaien. Het kan er bijvoorbeeld vanaf hangen of uw gemeente het wel noodzakelijk vindt om 24 uur per dag kleine ergernissen te handhaven, of dat in uw gemeente afspraken worden gemaakt met de politie over de uren van de dag of nacht waarop de politie de kleine ergernissen handhaaft. Assistentie Een toezichthouder kan assistentie van de politie nodig hebben. Bijvoorbeeld omdat de toezichthouder te maken krijgt met agressie, of omdat een bestrafte na aanhouding moet worden overgebracht naar het politiebureau. Een toezichthouder moet erop kunnen vertrouwen dat als hij vraagt om assistentie, dat die ook komt. Daarom is het aan te raden hierover heldere afspraken te maken met de politie. Vragen die daarbij kunnen spelen zijn: Welke prioriteit geeft de politie aan de oproep van de toezichthouder; Binnen hoeveel minuten is de politie ter plaatse; Hoe handelt de toezichthouder in de tijd die zit tussen oproep en aankomst van de politie? Communicatie Dit punt heeft een duidelijke relatie met de eerste twee onderwerpen. Samenwerking op de eerste twee punten vraagt namelijk om communicatie, waaronder communicatie op straat tussen toezichthouder en politie. Vragen die daarbij kunnen spelen zijn: Kan de gemeente/toezichthouder gebruik maken van C-2000, het communicatiesysteem van de politie? Hierover bestaat geen landelijk beleid. De mogelijkheden hiertoe verschillen per korps. Als de gemeente C-2000 niet kan gebruiken, hoe vindt communicatie (bijvoorbeeld als assistentie nodig is) dan plaats? 11

13 Toezicht De politie is direct toezichthouder van de BOA s. Het is goed om te weten hoe de politie die rol invult, en wat de verwachtingen en eisen van de politie zijn, om daar als gemeente rekening mee te kunnen houden. Als direct toezichthouder heeft de politie de volgende taken: Het beoordelen van een aanvraag van BOA bevoegdheid op het noodzakelijkheidscriterium (zie hierover uitgebreid hoofdstuk drie); Het beoordelen of de werkgever (de gemeente) voldoende opleiding voor de BOA verzorgt; De politie oefent het dagelijks toezicht uit op de juiste uitoefening van bevoegdheden en een goede samenwerking met de politie. Gegevensverstrekking door politie Politie en gemeente kunnen informatie uitwisselen, bijvoorbeeld over veelplegers. Artikel 20 van de Wet politiegegevens maakt dit mogelijk, maar stelt wel eisen in verband met bescherming van privacy. Als gegevensuitwisseling wenselijk is, zijn afspraken onder welke condities dit precies plaatsvindt, noodzakelijk Andere gemeenten Gemeenten kunnen de bestuurlijke boete geheel zelfstandig toepassen. Het is denkbaar dat er gemeenten zijn die menen op eigen kracht niet in staat te zijn een handhavingsapparaat in stand te houden van voldoende kwaliteit. De Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) biedt dan een goed instrument om op dat punt samen te werken met andere gemeenten. Daarbij zijn diverse varianten denkbaar. Een openbaar lichaam in het leven roepen waarbij de toezichthouders in dienst komen (artikel 8, eerste lid, Wgr). Toezichthouders kunnen dan worden gedeeld. prioriteiten af te stemmen; gezamenlijke opleidingen te verzorgen; en een gezamenlijk handhavingsprogramma of een gezamenlijke handhavingsstrategie op te stellen. Succesfactoren samenwerking Uit het door Berenschot, in opdracht van het Ministerie van Justitie, uitgevoerde onderzoek naar succesvolle samenwerking op het gebied van handhaving in de openbare ruimte 9 komt een aantal succesfactoren naar voren, te weten: persoonlijk contact; fysieke nabijheid; een beperkt taakveld; kennis van de lokale situatie; een gezamenlijke voorgeschiedenis; een gedeeld belang; continuïteit in de samenwerking; medewerkers die als persoonlijke liaison kunnen fungeren; en herkenbaarheid van de BOA s Openbaar Ministerie Het OM heeft naast de rol van Officier van Justitie in het proces van de bestuurlijke boete een rol als toezichthouder op de BOA. Concreet gaat het dan om managementinformatie. Het OM (lokaal parket) beschikt over individuele zaakgegevens. Deze informatie krijgt het OM van de CVOM. Met behulp van deze gegevens wordt voor de gemeente inzichtelijk op welke terreinen zij de kwaliteit nog kunnen verbeteren. 9 Berenschot (C. Hermans, P. Krauss en M. van Noort), Samenwerking in het licht van de bestuurlijke strafbeschikking, december

14 13

15 14 3. De gemeentelijke praktijk

16 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk komt de gemeentelijke praktijk aan de orde. Paragraaf 3.2 gaat daartoe in op het proces van de bestuurlijke boete. Paragraaf 3.3, personeel, op de toezichthouder overlast in de openbare ruimte. 3.2 Het proces Inleiding Op 14 januari 2009 zijn de Wet BBOOR 10 en het Besluit BBOOR 11 in werking getreden. 12 Hier ging aan vooraf dat op 29 april 2005 het wetsvoorstel BBOOR bij de Tweede Kamer werd ingediend samen met het wetsvoorstel bestuurlijke boete fout parkeren en andere lichte verkeersovertredingen. 13 Deze voorstellen werden op 20 maart 2007 aangenomen door de Tweede Kamer. Op 18 december 2007 nam de Eerste Kamer het wetsvoorstel bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte aan. Het wetsvoorstel bestuurlijke boete fout parkeren en andere lichte verkeersovertredingen werd verworpen. Voor die feiten zal vooralsnog de Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften (WAHV) blijven gelden Het proces van de bestuurlijke boete overlast Proces bestuurlijke boete incasso / bezwaar toezichthouder Opleggen beschikking De figuur toont het proces van de bestuurlijke boete. Een bestuurlijke boete, uitgereikt voor bijvoorbeeld het laten loslopen van een hond op een plek waar dit niet is toegestaan, wordt aan de overtreder, bij gedagtekende beschikking opgelegd door de toezichthouder 14. Indien mogelijk krijgt de overtreder op straat een rapport uitgereikt, waarin de beschikking wordt aangekondigd. Dit rapport bevat in ieder geval de naam van de overtreder, de overtreding en locatie, de hoogte van de boete en het bestuursorgaan dat de boete zal opleggen. Tevens geldt er een zwijgrecht en moet de cautie worden gegeven Wet BBOOR: Stb. 2008, Besluit BBOOR: Stb. 2008, Inwerkingtredingsbesluit: Stb. 2009, 9 13 Kamerstukken Zie artikel 154 c van de Gemeentewet 15 artikel 154d van de Gemeentewet 100% Een persoon komt het zwijgrecht toe, zodra hij met het oog op het opleggen van een bestuurlijke boete wordt verhoord. De ambtenaar die in het kader van het onderzoek mondelinge vragen stelt die betrokkene gelet op zijn zwijgrecht niet behoeft te beantwoorden, is gehouden om de overtreder nadrukkelijk te wijzen op het hem toekomende recht om te zwijgen en de vragen niet te beantwoorden. Zoals gezegd wordt de bestuurlijke boete opgelegd bij gedagtekende beschikking. Vóór het nemen van de boetebeschikking is het bestuursorgaan niet meer verplicht de belanghebbende(n) te horen (zie artikel 4:12 Awb). In de praktijk zijn twee organen van de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van gemeentelijke voorschriften: het college van burgemeester en wethouders; en de burgemeester. Degenen die in de praktijk de boetes opleggen (de toezichthouders) hebben daartoe deels mandaat van de burgemeester nodig en deels van het college. Bij het opmaken van de beschikkingen is het van belang dat vanuit het juiste mandaat wordt gehandeld en ondertekend. Een bestuurlijke boete kan overigens slechts worden opgelegd aan personen die ten tijde van de overtreding 12 jaar of ouder waren. Voor personen die nog geen 16 jaar waren ten tijde van de overtreding wordt de boete gehalveerd. 16 Deze regeling sluit aan bij de systematiek van de WAHV. Het is redelijk om op dezelfde wijze ook bij de overtreding van gemeentelijke overlastbepalingen rekening te houden met de draagkracht van de jeugdige overtreder. Invordering Invordering van de bestuurlijke boete geschiedt overeenkomstig de wettelijke bepalingen van invordering van gemeentebelastingen. 17 Deze zijn geregeld in de Invorderingswet 1990 (IW). Voordat tot invordering van de bestuurlijke boete kan worden overgegaan dient (al dan niet) na de aankondiging van de boete, een beschikking aan de overtreder te worden gezonden. Deze bestuurlijke boete beschikking moet binnen acht weken na constatering van de overtreding aan de overtreder worden gezonden. Na deze termijn kan geen bestuurlijke boete meer worden opgelegd. In de beschikking dient de wijze van betaling te worden vermeld (dit zal doorgaans giraal zijn), maar ook de dag waarop de boete uiterlijk moet zijn voldaan artikel 154b, negende lid, van de Gemeentewet 17 artikel 154m van de Gemeentewet 18 Hiernaast gelden de vereisten als weergegeven in artikel 154c, eerste lid, van de Gemeentewet en de overige vereisten van de Awb zoals verwijzing naar rechtsmiddelen, artikel 3:35 Awb 15

17 De bepaling van deze dag kan lastig zijn omdat de wet bepaalt dat de betaling moet hebben plaatsgevonden binnen 6 weken nadat de bestuurlijke boete onherroepelijk is geworden 19. Mocht bezwaar dan wel beroep zijn ingesteld dan is de vordering pas invorderbaar nadat de bezwaar dan wel beroepsprocedure is afgerond. De dag waarop uiterlijk moet zijn betaald is hiermee lastig te bepalen. Er zou voor kunnen worden gekozen om, mocht bezwaar dan wel beroep zijn ingesteld, in de ontvangstbevestiging 20 mee te delen dat uitstel van betaling wordt verleend tot onherroepelijkheid van de beschikking. De genoemde betaaltermijn van 6 weken kan anders zijn indien eerdere invordering gerechtvaardigd is. De Invorderingswet biedt hiervoor gronden in artikel 10 IW. Na de gestelde termijn kan overgegaan worden tot dwanginvordering. Conform artikel 11 IW dient eerst een aanmaning te worden verzonden waarin een termijn wordt gesteld van 14 dagen (termijn na inwerkingtreding vierde tranche Awb). Indien na de aanmaning (nog) niet is betaald kan een dwangbevel worden uitgevaardigd conform artikel 12 IW. Voor het verdere invorderingstraject wordt verwezen naar de van toepassing zijnde bepalingen van de Invorderingswet. Bezwaar en beroep Als de overtreder (bijvoorbeeld de hondenbezitter uit bovenstaand figuur) het niet eens is met de opgelegde beschikking kan hij in bezwaar en beroep. Een belanghebbende kan beroep instellen bij de rechtbank. Het beroep wordt behandeld en beslist door de kantonrechter. Hoofdstuk 8 van de Awb is niet van toepassing. Artikelen 6, tweede lid,10 en 12 tot en met 20d van de WAHV zijn van overeenkomstige toepassing. 21 De behandeling van het beroep vindt plaats binnen zes weken nadat de indiener zekerheid heeft gesteld voor de betaling van de sanctie. De hoogte van deze zekerheidsstelling is het bedrag van de bestuurlijke boete. 22 Bij boetes hoger dan 70,- is hoger beroep mogelijk bij gerechtshof Leeuwarden. In de Wet BBOOR is het beginsel van ne bis in idem opgenomen. 23 Dit beginsel brengt met zich mee dat er geen boete wordt opgelegd indien aan de overtreder wegens dezelfde overtreding reeds eerder een bestuurlijke boete is opgelegd. Daarnaast wordt er geen bestuurlijke boete opgelegd als de strafvervolging al is ingesteld en wordt er 19 artikel 154 L van de Gemeentewet 20 zie artikel 6:14 Awb 21 artikel 154k van de Gemeentewet 22 artikel 154n van de Gemeentewet 23 artikel 154g en 154h van de gemeentewet geen bestuurlijke boete opgelegd als er al een transactievoorstel is gedaan. Ook vindt er geen strafvervolging plaats als er al bestuurlijke boete is opgelegd. 3.3 Personeel Toezichthouder overlast openbare ruimte Zoals in hoofdstuk 2.3 reeds is aangegeven dient de aankondiging waarin de bestuurlijke boete kan worden opgelegd, te worden opgesteld en daar waar mogelijk te worden uitgereikt, door de toezichthouder. Deze persoon die op straat rondloopt, verzamelt de informatie en reikt het rapport uit, waarin de bestuurlijke boete wordt aangekondigd. Hij zal op straat niet tevens de bestuurlijke boete opleggen, omdat het boetebesluit deugdelijk moet worden voorbereid en de hectiek op straat daarvoor onvoldoende mogelijkheden biedt. Daarom zal hij zich daar waar mogelijk beperken tot het uitschrijven van een aankondiging, in de vorm van een rapport, dat een bestuurlijke boete zal worden opgelegd. De toezichthouder overlast in de openbare ruimte moet voldoen aan een aantal vereisten: 1. hij is ondergeschikt aan het gemeentebestuur De controle moet door de gemeente in haar volle omvang worden uitgeoefend. De inzet van particuliere functionarissen is daarom pas mogelijk indien deze ten behoeve van de opsporing worden aangesteld als onbezoldigd ambtenaar van de gemeente hij moet BOA zijn voor ten minste de wet op de uitgebreide identificatieplicht 25, die op 1 januari 2005 in werking is getreden. 26 Voor het opleggen van een bestuurlijke boete voor kleine overtredingen is het essentieel dat de desbetreffende toezichthouder bevoegd is om inzage te verzoeken in het identiteitsbewijs. Voor het opleggen van de boete is het noodzakelijk dat de naam, adres en woonplaats van de overtreder bij de toezichthouder bekend zijn. Mocht niet voldaan worden aan het verzoek van de toezichthouder om inzage te verlenen in het identiteitsbewijs, dan kan de toezichthouder optreden als BOA en hiervan een proces-verbaal opmaken. 27 De Wet BBOOR staat er overigens niet aan in de weg dat de toezichthouder overlast in de openbare ruimte tevens een BOA is met meer opsporingsbevoegdheden dan alleen voor 24 Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p Stb. 2004, Stb. 2004, Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3 p. 9 16

18 wat betreft de wet op de uitgebreide identificatieplicht (artikel 447e Wetboek van Strafrecht). Het kan dus voorkomen dat een BOA als toezichthouder een bestuurlijke boete uitschrijft en daarnaast als BOA een proces-verbaal opmaakt voor een parkeerovertreding. 3. hij moet expliciet zijn aangewezen als toezichthouder in de zin van artikel 5:11 van de Awb. Dit dient onderdeel uit te maken van de verordening waarin de bestuurlijke boete wordt neergelegd. De aard van de bevoegdheid, handhaving van de openbare orde in de publieke ruimte en het sanctioneren daarvan, kan dermate diep ingrijpen in de persoonlijke levenssfeer van burgers dat machtiging aan particuliere toezichthouders, die niet ondergeschikt zijn aan burgemeester en wethouders moet worden uitgesloten. De controle moet door de gemeente in haar volle omvang worden uitgeoefend. De inzet van particuliere functionarissen is daarom pas mogelijk indien deze ten behoeve van de opsporing worden aangesteld als onbezoldigd ambtenaar van de gemeente Buitengewoon opsporingsambtenaar Zoals gezegd moet de toezichthouder een BOA zijn voor ten minste de wet op de uitgebreide identificatieplicht. Een BOA is een functionaris met opsporingsbevoegdheid. De Dienst Justis verleent namens de Minister van Justitie de opsporingsbevoegdheid aan de BOA en bepaalt daarbij welke opsporingsbevoegdheden worden toegekend. Daarbij wordt ook bepaald of de BOA politiebevoegdheden (geweldgebruik en veiligheidsfouillering) mag gebruiken, en zo ja, welke. Uitgebreide informatie over de BOA en het BOA bestel, en de regelgeving die op de BOA van toepassing is, vindt u via In het Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BBO) en diverse circulaires is inhoud gegeven aan het BOA beleid. De bevoegdheden van een BOA hangen samen met zijn functie en zijn beperkt tot het domein waarop hij werkt. Een BOA is aanvullend op de politie op basis van specifieke deskundigheid en/of aan de onderkant van strafrechtelijke handhaving (overtredingen & kleine ergernissen). BOA s worden aangesteld op basis van de circulaire functielijst buitengewoon opsporingsambtenaar, waarin per BOA-functie de maximaal toe te kennen opsporingsbevoegdheden (inclusief eventuele politiebevoegdheden en geweldsmiddelen) staan vermeld. Op dit moment zijn er nog 15 verschillende BOA functies en kunnen op verzoek van BOA werkgevers nieuwe BOA functies worden toegevoegd via zogenaamde categoriale beschikkingen. 28 Kamerstukken II 2004/05, p. 9 Het streven is om per 1 januari 2010 een nieuw stelsel gereed te hebben waarin maximaal acht BOA functies worden onderscheiden. Alle BOA s worden daarbij ingedeeld in maximaal acht domeinen. De huidige functielijst wordt dus omgezet naar een domeinlijst. De bevoegdheden van een BOA kunnen niet de bevoegdheden zoals beschreven in het betreffende domein overstijgen. De nieuwe domeinen bieden een breder (optioneel) pakket aan opsporingsbevoegdheden, politiebevoegdheden en geweldsmiddelen dan de functies uit de oude functielijst. De BOA s die gaan handhaven via de bestuurlijke boete of via de bestuurlijke strafbeschikking passen het beste binnen het domein openbare ruimte. Binnen het huidige bestel passen deze BOA s het beste in de functie van APVPV controleur of gemeentelijk opsporingsambtenaar. Over de voorgenomen wijzigingen binnen het BOA bestel en de consequenties daarvan zullen de BOA werkgevers worden geïnformeerd. Tot naar verwachting 1 januari 2010 zal de huidige functielijst nog het beleidskader vormen met betrekking tot het verlenen van opsporingsbevoegdheden, politiebevoegdheden en geweldsmiddelen. Werving en selectie De eerste stap in het wervings- en selectieproces voor nieuwe BOA s is het vaststellen als gemeente dat er ten behoeve van de handhaving noodzaak is (meer) BOA s aan te nemen. Als dat besluit is genomen start de zoektocht naar een geschikte kandidaat. De Dienst Justis toetst de aanvraag inhoudelijk aan de volgende criteria: noodzaak; bekwaamheid; betrouwbaarheid. De totale aanvraagprocedure neemt bij benadering vier maanden in beslag. Onderstaand gaan wij in op de aanvraag door de gemeente en de toetsing door de Dienst Justis. De aanvraag door de gemeente U kunt het ingevulde aanvraagformulier versturen naar de Dienst Justis. Met het aanvraagformulier dient u een aantal bijlagen mee te zenden, waaronder de arbeidsovereenkomst en de een verklaring omtrent het gedrag (die overigens maximaal drie maanden oud mag zijn). De beoordeling door de Dienst Justis vindt plaats in een aantal stappen. Als alle stappen met positief resultaat zijn doorlopen, vindt toekenning van de opsporingsbevoegdheid en beëdiging van de BOA plaats. Het gaat om de volgende stappen: Bekwaamheidstoets Een BOA dient voldoende bekwaam te zijn om zijn functie goed uit te kunnen voeren. De Dienst Justis gaat na of de BOA aan de eis van bekwaamheid voldoet. Een BOA voldoet aan de bekwaamheidseis doordat hij de algemene BOA opleiding heeft voltooid, of omdat hem ontheffing van dit 17

19 algemene BOA examen wordt verleend. Overigens heeft de BOA die het algemene BOA-examen heeft gehaald, alleen het minimum kennisniveau dat een BOA moet bezitten om aan de bekwaamheidseis te voldoen. Doorgaans is aanvullende opleiding van de BOA nodig. De werkgever is hiervoor verantwoordelijk. Betrouwbaarheidstoets Uiteraard hoort iemand die met de opsporing van strafbare feiten is belast, van onbesproken gedrag te zijn. Daarom screent de Dienst Justis beoogd BOA s. De betrouwbaarheid van een (beoogd) BOA wordt getoetst aan de verklaring omtrent het gedrag (die de werkgever met het aanvraagformulier heeft meegezonden). Noodzaaktoets De akte van opsporingsbevoegdheid moet noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de functie of de dienst waarbij de beoogd BOA werkzaam is. Daarnaast moet een beroep op de politie voor het uitoefenen van opsporingsbevoegdheden bezwaarlijk, of niet mogelijk zijn. De Dienst Justis toetst de noodzaak op basis van door de BOA werkgever gegeven motivatie van de noodzaak in een aanvraag en op basis van advies van de Hoofdofficier van Justitie en de korpschef van de regiopolitie. Als de Dienst Justis tot de conclusie komt dat geen opsporingsbevoegdheid kan worden verleend omdat niet aan alle criteria wordt voldaan, legt zij, voor een negatief besluit te nemen, het voornemen tot een negatieve beschikking voor. De werkgever krijgt drie weken de tijd om schriftelijk zijn zienswijze kenbaar te maken. 18

20 19

21 20 4. Financiën

22 4.1 Inleiding De financiële gevolgen bij toepassing van het instrument bestuurlijke boete zijn lastig in te schatten, onder andere omdat die afhankelijk zijn van de mate waarin gemeenten bestaande toezichtcapaciteit zullen benutten. De kosten zijn verder afhankelijk van de lokale veiligheidssituatie. Dit bepaalt mede de inzet die vanuit de gemeenten gaat worden gepleegd. Ook de efficiency van de gemeentelijke organisatie en de wijze waarop de instrumenten worden ingevoerd bepalen de hoogte van de kosten. Indien een gemeente de taken kan vervullen met reeds beschikbare capaciteit, dan kan de invoering van de bestuurlijke boete mogelijk extra inkomsten genereren. Gemeenten hebben aangegeven dat deze mogelijkheid bestaat, omdat er nu al toezichthouders op straat surveilleren, die, indien ze toezichthouder overlast in de openbare ruimte worden, in dezelfde werktijd meer overtredingen kunnen constateren. Omdat het gaat om een keuze die aan gemeenten gelaten wordt, is het landelijk financiële beeld dus voor een groot deel afhankelijk van het aantal gemeenten dat zal kiezen voor invoering van de bestuurlijke boete en de wijze waarop de bevoegdheid tot beboeten in de praktijk wordt gebracht. 4.2 Kosten van de bestuurlijke boete overlast Handhaving met behulp van de bestuurlijke boete kost geld. Kostenposten zijn: Het salaris van de toezichthouder; Backoffice en aansturing; Communicatiemiddelen algemeen; Vervoersmiddelen; Kosten voor de invordering; Kosten van bezwaar en beroep. Hieronder gaan wij op deze kostenposten in. Toezichthouder Salaris Het opleggen van de bestuurlijke boete vindt plaats door de toezichthouders/boa s. De salarisschaal voor BOA s verschilt per gemeente. Sommigen gemeenten hanteren schaal 6, andere 7 en er zijn gemeenten die schaal 8 hanteren. Dit is afhankelijk van het functieprofiel van de BOA. Toeslagen Als de toezichthouder ook s avonds, s nachts of in de weekenden werkt, moet gemeente rekening houden met het uitbetalen van toeslagen. Opleiding In hoofdstuk drie zijn wij uitgebreid ingegaan op de vereisten die de wetgever aan een BOA stelt. Hier valt ook een stuk opleiding onder. De kosten van de opleiding voor de BOA verschillen per opleidingsinstituut, en variëren tussen de 400,- en 1500,-. De verschillen in prijs zijn komen met name door het verschil tussen zelfstudie en het volgen van colleges. De kosten van het BOA examen zelf zijn voor ,-. Deze kosten zijn zowel voor het deel rechtskennis als het deel procesverbaal. Uniform en insigne Gemeenten bepalen zelf het uniform dat de BOA draagt. Het mag in elk geval geen politie-uniform zijn of daarop lijken. Sinds 1 januari 2008 is de BOA verplicht het BOA-insigne te dragen. De kosten van de uniformen en de insignes draagt de gemeente. Een uniform kost gemiddeld zo n 1300,-. Het BOA insigne is te bestellen bij Justitie, en kost afhankelijk van het aantal dat wordt besteld en de uitvoering van het insigne tussen de 0,40 en 2,25 per stuk. Hardware, kantoorartikelen e.d. De toezichthouder bestuurlijke overlast heeft bij de uitvoering van zijn taken een werkplek nodig met onder meer een computer. Daarnaast heeft de toezichthouder op straat middelen nodig om zijn taak uit te kunnen voeren. Dit kan een bonnenboekje of een handheld computer (PDA) zijn. Backoffice en aansturing Het is van belang de organisatorische en juridische kwaliteit te bewaken. Hiertoe dient de gemeente een backoffice in te 21 richten, bijvoorbeeld met een administratief medewerker en een juridisch geschoolde medewerker/coördinator. Communicatiemiddelen algemeen De communicatie met de eigen collega s, de politie en hulpverleningsinstanties kan voor een toezichthouder van groot belang zijn. In overleg met de politie kan dit via reguliere kanalen (portofoons) of via het communicatiesysteem van de politie, C2000. De kosten van de communicatiemiddelen hangen af van de gemaakte keuze. Vervoersmiddelen De toezichthouders zullen zich moeten kunnen verplaatsen in de gemeente. Gedacht kan worden aan busjes, fietsen en auto s. Kosten voor het invorderen en van bezwaar en beroep Gemeenten dragen zelf de kosten voor het invorderingsproces en de kosten van bezwaar en beroep. Inkomsten bestuurlijke boete De opbrengsten uit de opgelegde boetes zijn geheel voor de gemeenten. 21

23 22 5. Communicatie

24 5.1 Inleiding Bij de implementatie van de bestuurlijke boete is goede communicatie van fundamenteel belang. In dit hoofdstuk gaan wij kort in op zowel interne communicatie (paragraaf 5.2) als externe communicatie (paragraaf 5.3). 5.2 Interne communicatie De bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte is een nieuw instrument dat de gemeenten kunnen toepassen. Daarbij is de gemeente vanaf invoering van de bestuurlijke boete zelf verantwoordelijk voor het hele proces. Op de gemeente rust de taak de toezichthouder goed toegerust voor de toepassing van de bestuurlijke boete de straat op te laten gaan. Belangrijk hierbij is een goede voorlichting over de belangrijkste aspecten bij het aankondigen van de bestuurlijke boete. Te denken valt aan: de rechtsbescherming en cautie. het invullen van het PV: Welke elementen moeten waar op het pv worden ingevuld de afspraken die zijn gemaakt met de politie (voor zover van belang voor de praktijk). Bijvoorbeeld: wat te doen als bijstand door de politie nodig is? 5.3 Externe communicatie Onder externe communicatie wordt hier verstaan, communicatie met burgers en eventuele andere belanghebbenden buiten de eigen organisatie over het instrument van de bestuurlijke boete. Het is aan de gemeente om al dan niet te communiceren over de inzet van de bestuurlijke boete als nieuw instrument voor de handhaving. 23

25 24 6. Afsluitend

26 In deze handreiking is het hele proces van de bestuurlijke boete overlast de revue gepasseerd. In de verschillende hoofdstukken staan allerlei activiteiten beschreven die elk hun eigen tijdpad kennen en elk los van elkaar kunnen worden verricht. In onderstaand schema hebben wij nog eens op een rijtje gezet hoeveel tijd elke activiteit gemiddeld in beslag neemt. Hierdoor wordt ook inzichtelijk hoeveel tijd de voorbereiding op de bestuurlijke boete overlast in totaal in beslag kan nemen. Uiteraard hebben we hiervoor een gemiddelde moeten nemen en hangt een en ander af van de activiteiten die de gemeente nog wel moet verrichten. Acties Tijd volgordelijkheid Aanpassen APV en Asv 3 maanden Eventueel tegelijk met toepassingsbesluit door raad Afspraken met politie Afspraken met OM Na afspraken in driehoek Na afspraken in driehoek Werving en selectie nieuwe toezichthouders/boa s Procesinrichting BBOOR binnen gemeente Communicatie 5 maanden Variabel 1 maand Afhankelijk van de interne organisatie Er vanuit gaande dat een gemeente alle bovenstaande activiteiten moet verrichten in voorbereiding op de bestuurlijke boete overlast, dient u zich te realiseren dat het proces een aantal maanden in beslag zal nemen, waarbij er natuurlijk niet constant activiteiten hoeven te worden verricht, maar sommige acties kennen nu eenmaal een bepaalde doorlooptijd. Deze doorlooptijd kan afhankelijk van de dynamiek in uw gemeente uiteraard ook korter of langer duren. 25

27 26 BIJLAGE I

28 Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang Wet van 20 december 2007, houdende wijziging van de Gemeentewet in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van een aantal voorschriften bepaald bij gemeentelijke verordening betreffende overlast in de openbare ruimte (Wet bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is gemeenten de mogelijkheid te geven over te gaan tot de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van voorschriften uit de gemeentelijke verordening betreffende bepaalde gedragingen die kunnen leiden tot overlast in de openbare ruimte; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I A De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd: Aan artikel 154 worden de volgende leden toegevoegd, luidende: 5. Onder overtreder wordt verstaan: degene die de overtreding pleegt of medepleegt. 6. Artikel 51 van het Wetboek van Strafrecht is van overeenkomstige toepassing op gedragingen, bedoeld in het eerste lid. B Na artikel 154a worden de volgende artikelen ingevoegd, luidende: Artikel 154b 1. De raad kan bij verordening bepalen dat een bestuurlijke boete kan worden opgelegd voor overtreding van: Staatsblad

29 a. voorschriften uit zijn verordeningen betreffende gedragingen die kunnen leiden tot overlast in de openbare ruimte en die tevens krachtens artikel 154 strafbaar zijn gesteld, met uitzondering van de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde voorschriften, en b. de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde voorschriften die op grond van artikel van de Wet milieubeheer zijn vastgesteld in een verordening en die strafbaar zijn gesteld. De voordracht voor een krachtens dit lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd. 2. De verordening, bedoeld in het eerste lid, is van toepassing op alle overtredingen, genoemd in het eerste lid. 3. Een besluit van de raad tot intrekking van de verordening, bedoeld in het eerste lid, treedt niet eerder in werking dan na twaalf maanden na de bekendmaking van het besluit. 4. De bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete wordt uitgeoefend door het college. Deze bevoegdheid wordt uitgeoefend door de burgemeester, indien de toepassing van dit middel dient tot handhaving van regels welke hij uitvoert. 5. Tot het uitreiken van een aankondiging van de beschikking waarin de bestuurlijke boete wordt opgelegd, kan slechts een ondergeschikte die tevens buitengewoon opsporingsambtenaar is, worden gemachtigd. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere eisen gesteld worden aan de ondergeschikte. 6. In het overleg, bedoeld in artikel 14 van de Politiewet 1993, vindt afstemming plaats over de inzet en werkwijze met betrekking tot de aanpak van overlast in de openbare ruimte door de politie en de ondergeschikten, bedoeld in het vijfde lid. 7. Bij algemene maatregel van bestuur worden de verschillende boetecategorieën en de hoogte van de bestuurlijke boete bepaald. Voor zover voor een voorschrift de boetecategorie en de hoogte van de boete niet bij algemene maatregel van bestuur zijn bepaald, stelt de raad deze vast in de verordening, bedoeld in het eerste lid. De bestuurlijke boete kan voor natuurlijke personen niet hoger zijn dan 340 per gedraging en voor rechtspersonen niet hoger zijn dan 2250 per gedraging. 8. Indien de overtreder aannemelijk maakt dat de bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde bestuurlijke boete wegens bijzondere omstandigheden te hoog is, wordt een lagere bestuurlijke boete opgelegd. 9. Een bestuurlijke boete kan slechts worden opgelegd aan personen die ten tijde van de overtreding 12 jaar of ouder waren. De bestuurlijke boete wordt voor personen die ten tijde van de overtreding nog geen zestien jaar oud waren, gehalveerd. Artikel 154c 1. De bestuurlijke boete wordt opgelegd bij gedagtekende beschikking. De beschikking bevat een korte omschrijving, onder verwijzing naar de aanduiding in de verordening, van de overtreding ter zake waarvan zij is gegeven, de datum en het tijdstip waarop, alsmede de plaats waar de gedraging is geconstateerd. Voorts bevat zij het verschuldigde bedrag van de bestuurlijke boete. 2. Zo mogelijk wordt door de ondergeschikte, bedoeld in artikel 154b, vijfde lid, terstond na constatering van de overtreding aan de overtreder een rapport uitgereikt, waarin de beschikking wordt aangekondigd. Dit rapport is gedagtekend en vermeldt: a. de naam van de overtreder; b. de overtreding alsmede het overtreden voorschrift; c. een aanduiding van de plaats waar en het tijdstip waarop de overtreding is geconstateerd. Staatsblad

30 d. de hoogte van de op de overtreding gestelde boete, en e. het bestuursorgaan dat de bestuurlijke boete zal opleggen. 3. De beschikking wordt binnen acht weken nadat de overtreding is geconstateerd aan de overtreder gezonden. 4. De beschikking vermeldt de wijze van betaling en de dag waarop de bestuurlijke boete uiterlijk moet zijn voldaan. 5. De beschikking wordt gezonden naar het adres dat de betrokkene heeft opgegeven. Indien de beschikking onbestelbaar blijkt te zijn, wordt deze gezonden naar het in de basisregistratie persoonsgegevens vermelde adres, tenzij dit hetzelfde is als het opgegeven adres. Indien de beschikking op het in de basisadministratie persoonsgegevens vermelde adres onbestelbaar blijkt te zijn, wordt de beschikking geacht aan de betrokkene bekend te zijn. Artikel 154d 1. Degene die wordt verhoord met het oog op het opleggen van een bestuurlijke boete, is niet verplicht ten behoeve daarvan verklaringen omtrent de overtreding af te leggen. 2. Voor het verhoor wordt aan de betrokkene medegedeeld dat hij niet verplicht is tot antwoorden. Artikel 154e 1. Het bestuursorgaan legt geen bestuurlijke boete op voorzover de overtreding niet aan de overtreder kan worden verweten. 2. Het bestuursorgaan legt geen sanctie op voorzover voor de overtreding een rechtvaardigingsgrond bestond. Artikel 154f 1. Het bestuursorgaan legt geen bestuurlijke boete op indien de overtreder is overleden. 2. Een bestuurlijke boete vervalt indien zij op het tijdstip van het overlijden van de overtreder niet onherroepelijk is. Een onherroepelijke bestuurlijke boete vervalt voorzover zij op dat tijdstip nog niet is betaald. Artikel 154g Het bestuursorgaan legt geen bestuurlijke boete op indien aan de overtreder wegens dezelfde overtreding reeds eerder een bestuurlijke boete is opgelegd. Artikel 154h 1. Het bestuursorgaan legt geen bestuurlijke boete op indien tegen de overtreder wegens dezelfde gedraging: a. een strafvervolging is ingesteld en het onderzoek ter terechtzitting is begonnen, of b. het recht tot strafvervolging is vervallen ingevolge artikel 74 of 74c van het Wetboek van Strafrecht. 2. Het recht tot strafvervolging vervalt indien het bestuursorgaan wegens dezelfde gedraging reeds een bestuurlijke boete heeft opgelegd. Artikel 154i 1. De bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete vervalt drie jaren nadat de overtreding heeft plaatsgevonden. Staatsblad

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 44 Wet van 20 december 2007, houdende wijziging van de Gemeentewet in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 101 Wijziging van de Gemeentewet in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van een aantal voorschriften bepaald

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 299 Wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met de introductie van de bestuurlijke boete Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 98 Wet van 5 maart 2007 tot wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de invoering van bestuursrechtelijke handhaving

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 175 Wet van 23 maart 2005 tot wijziging en aanvulling van een aantal bepalingen in het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot de betekening

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 517 Wet van 18 oktober 2001, houdende wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet milieugevaarlijke stoffen en de Wet bodembescherming (verbetering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 421 Wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging

Nadere informatie

Raadsstuk. 027/2009 18 februari 2009 VVH/VHR 2008/209640. Bestuurlijke Strafbeschikking of Bestuurlijke Boete? GEWIJZIGD EXEMPLAAR

Raadsstuk. 027/2009 18 februari 2009 VVH/VHR 2008/209640. Bestuurlijke Strafbeschikking of Bestuurlijke Boete? GEWIJZIGD EXEMPLAAR Raadsstuk Raadsstuk B&W datum Sector/Afd Reg.nr(s) Onderwerp 027/2009 18 februari 2009 VVH/VHR 2008/209640 Bestuurlijke Strafbeschikking of Bestuurlijke Boete? GEWIJZIGD EXEMPLAAR Aan de Raad der gemeente

Nadere informatie

Met dit memo beogen wij een beeld te geven van de recente ontwikkelingen en de gevolgen van een keuze voor één van de instrumenten.

Met dit memo beogen wij een beeld te geven van de recente ontwikkelingen en de gevolgen van een keuze voor één van de instrumenten. Directie Grondgebied Openbare Ruimte Aan BTHV Datum - Opgesteld door, telefoonnummer Jan Abelen, Twan van Meijel Onderwerp Bestuurlijke strafbeschikking / Bestuurlijke boete Aanleiding Op 5 februari 2009

Nadere informatie

Oplegvel Collegebesluit

Oplegvel Collegebesluit Oplegvel Collegebesluit Onderwerp Bestuurlijke Strafbeschikking óf Bestuurlijke Boete? Portefeuille mr. B. B. Schneiders Auteur Dhr. J.A.M. Lubbers Telefoon 5113815 E-mail: jlubbers@haarlem.nl VVH/VHR

Nadere informatie

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van 01-01-2013 t/m heden Wet van 29 mei 2006 tot vaststelling van regels met betrekking tot de bijzondere opsporingsdiensten en de instelling van het functioneel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 098 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van een aantal voorschriften

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 101 Wijziging van de Gemeentewet in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van een aantal voorschriften bepaald

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 300 Wet van 24 juni 2004 tot wijziging en aanvulling van de Wet op de identificatieplicht, het Wetboek van Strafrecht, de lgemene wet bestuursrecht,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 424 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000, houdende regels ter bevordering van de kwaliteit in het taxivervoer A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 980 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling over samenhangende besluiten (Wet samenhangende besluiten Awb) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

De visie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

De visie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Presentatie Werner van Damme (ter vervanging van Gert-Jan Bos) voor SBOstudiedag Bestuurlijke boete of bestuurlijke strafbeschikking (27 september, Dorint Sofitel Eindhoven) De visie van het Ministerie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 448 Wet van 14 november 2016 tot wijziging van de Gezondheidswet en de Jeugdwet teneinde een mogelijkheid op te nemen tot openbaarmaking van

Nadere informatie

Voorstel van wet. Artikel 1

Voorstel van wet. Artikel 1 Regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat (Wet tijdelijk huisverbod) Voorstel van wet Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 464 Wet van 28 oktober 1999 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, enige andere wetboeken en enige wetten (opheffing algemeen bordeelverbod)

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 29 218 Wijziging en aanvulling van de Wet op de identificatieplicht, het Wetboek van Strafrecht, de lgemene wet bestuursrecht, de Politiewet 1993

Nadere informatie

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september 2012. Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september 2012. Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen 76 Bestuursrechtelijke sanctiemiddelen De gemeente De Ronde Venen kan tegen overtreders met meerdere verschillende sanctiemiddelen, al dan

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 185 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 3 april 2003 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 489 Wet van 6 december 2017 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten strekkende tot aanpassing van

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging en aanvulling van de Wet op de identificatieplicht, het Wetboek van Strafrecht, de lgemene wet bestuursrecht, de Politiewet 1993 en enige andere wetten in verband met de invoering van een identificatieplicht

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 662 Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens en enige andere wetten in verband met de invoering van een meldplicht bij de doorbreking

Nadere informatie

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten Consultatieversie Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en het nieuwe nadeelcompensatierecht VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 54 Wet van 24 januari 2002 tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeentewet in verband met de samenvoeging

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet toezicht accountantsorganisaties in verband met het vergroten van de transparantie van het toezicht op financiële markten (Wet transparant toezicht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 383 Wet van 28 augustus 2009 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met doeltreffendere rechtsmiddelen tegen niet tijdig beslissen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 51 Wet van 10 februari 2017, houdende tijdelijke regels inzake het opleggen van vrijheidsbeperkende maatregelen aan personen die een gevaar vormen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 99 Wet van 13 maart 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het aanmerken van het kentekenregister als basisregistratie

Nadere informatie

Bos, Henny/Edwin Loermans/J. Vedder paraaf chef: kopie aan: Bestuurlijke boete of strafbeschikking in Hilversum

Bos, Henny/Edwin Loermans/J. Vedder paraaf chef: kopie aan: Bestuurlijke boete of strafbeschikking in Hilversum NOTA dienst: Dienst Bestuur datum: 14 april 2009 registratienummer: 0901617 afdelingsnaam: DB/ABZ/AKZ steller: Bos, Henny/Edwin Loermans/J. Vedder paraaf chef: kopie aan: onderwerp: Bestuurlijke boete

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 276 Wijziging van de Mededingingswet en van enige andere wetten in verband met de implementatie van EG-verordening 1/2003 Nr. 1 KONINKLIJKE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 157 Voorstel van wet van de leden Ploumen, Özütok, Jasper van Dijk en Van Brenk tot wijziging van de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 225 Wet van 19 juni 2013 tot wijziging van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie in verband met de verruiming van de kring van ambtenaren,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 376 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 122 Wet van 25 februari 1999 tot wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet rampen en zware ongevallen en de Arbeidsomstandighedenwet ter uitvoering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 515 Wet van 26 september 2002 tot wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening in verband met de advies- en meldpunten kindermishandeling Wij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 260 Wet van 7 juni 2012 tot wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs in verband met de invoering van een registratieplicht

Nadere informatie

A 1 Subproces Beboeten bij oproep

A 1 Subproces Beboeten bij oproep A 1 Subproces Beboeten bij oproep A 1.1Doel Dit overzicht beschrijft de activiteiten en beslissingen die bij de handhaving van de Wet Inburgering, uitgevoerd kunnen of moeten worden als een potentiële

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 329 Wet van 23 augustus 2016 tot wijziging van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek in verband met de selectieve woningtoewijzing

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 123 Wet van 26 februari 2011 tot wijziging van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek en de Woningwet in verband met het plegen van onderhoud door

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 219 Wijziging van de Kernenergiewet in verband met de instelling van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming A GEWIJZIGD

Nadere informatie

Raads informatiebrief

Raads informatiebrief gemeente Eindhoven Raadsnummer xorq.o6x Inboeknummer robstoogsg Dossiernummer o44.ror z november zoro Raads informatiebrief Betreft aanpak kleine ergernissen in de openbare ruimte: keuze voor de "Bestuurlijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 433 Wet van 24 oktober 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een recidiveregeling voor ernstige verkeersdelicten

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 85 Wet van 28 februari 2013 tot implementatie van richtlijn nr. 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 170 Wijziging van de Politiewet 2012 en de Wet op de medische keuringen in verband met het screenen van personen die ambtenaar van politie willen

Nadere informatie

Eerste Kamer Staten-Generaal 1

Eerste Kamer Staten-Generaal 1 Eerste Kamer Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008-2009 31324 (R1844) Wijziging van de Paspoortwet in verband met het herinrichten van de reisdocumentenadministratie A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN RIJKSWET 20

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 476 Wet van 6 september 2006 tot wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met het vervallen van de Organisatie ter verbetering van de binnenvisserij

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) A herdruk 1 GEWIJZIGD

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 245 Wet van 12 juni 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering en enkele aanverwante wetten in verband met

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1 RMC-wet 2001 636 Wet van 6 december 2001 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de invoering van de verplichting

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 95 Wet van 7 maart 2013 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht BES met het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 553 Wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 in verband met de verbetering van de mogelijkheden van de inlichtingen-

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 022 Wijziging van de Woningwet in verband met de introductie van een stelsel van certificering voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties

Nadere informatie

wijziging van het Barp in verband met de invoering van de wet op de medische keuringen

wijziging van het Barp in verband met de invoering van de wet op de medische keuringen Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wijziging van het Barp in verband met de invoering van de wet op de medische keuringen Datum 27 oktober 1998 Aan de Korpsbeheerders van de regionale

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 215 Wet van 10 april 1997 tot wijziging van de Wet inzake bloedtransfusie Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 786 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet financiële markten BES en de Wet toezicht trustkantoren in verband met de introductie

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens en de Telecommunicatiewet in verband met de invoering van een meldplicht bij de doorbreking van maatregelen voor de beveiliging van persoonsgegevens (meldplicht

Nadere informatie

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.28 Verruiming spreekrecht in rechtszaal 1.9.2012 van kracht tekst bronnen Nieuwsbericht ministerie van Veiligheid en Justitie 10.7.2012; www.rijksoverheid.nl Wet

Nadere informatie

Bijlage 3. Toelichting en procedures sanctiemiddelen

Bijlage 3. Toelichting en procedures sanctiemiddelen Bijlage 3 Toelichting en procedures sanctiemiddelen 1. Aanwijzing Grond : het niet voldoen aan de voorschriften van hoofdstuk 3, paragrafen 2 en 3 van de Wet Kinderopvang. Wettelijke basis : artikel 65,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 687 Wijziging van de Handelsregisterwet 2007 in verband met de evaluatie van die wet, alsmede regeling van enkele andere aan het handelsregister

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

VOORSTEL VAN WET. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. 31 948 Wijziging van onder meer Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet documentatie vennootschappen in verband met het vervallen van de verklaring van geen bezwaar en het verbeteren en uitbreiden

Nadere informatie

opleiding BOA Besluit BOA

opleiding BOA Besluit BOA Deze reader geeft een overzicht van de die zijn genoemd, versie juni 2005. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 2 De buitengewoon opsporingsambtenaar die beschikt over: a. een titel van opsporingsbevoegdheid,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 285 Wijziging van de Wet voorkeursrecht gemeenten (vereenvoudiging bekendmaking en aanbiedingsprocedure) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 67 Wet van 13 december 2000, houdende wijziging van enige wetten teneinde de aanspraak jegens bestuursorganen op verstrekkingen, voorzieningen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 174 Besluit van 7 mei 2007 tot wijziging van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 240 Wet van 25 april 2002, houdende regels voor de bewaring, het beheer en de verstrekking van gegevens van donoren bij kunstmatige donorbevruchting

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10909 22 juni 2011 Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 15 juni 2011, nr. 5700090/11, houdende wijziging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 612 Wijziging van de Wet waardering onroerende zaken en van enige andere wetten (meer doelmatige uitvoering van de Wet waardering onroerende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 324 (R 1844) Wijziging van de Paspoortwet in verband met het herinrichten van de reisdocumentenadministratie Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET Wij

Nadere informatie

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,. Artikel PM1 A.4 Bijlage 4 De Wet veiligheidsregio s wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van het artikel door een puntkomma, toegevoegd korpschef:

Nadere informatie

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Openbare Ruimte Generiek 1 april 2018

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Openbare Ruimte Generiek 1 april 2018 Domein: I: Openbare Ruimte Toetsvorm: 50 gesloten vragen ennisonderdeel: Wettelijke aders Openbare Ruimte Generiek Toetsduur: 60 minuten Cesuur: 55% met correctie voor de gokkans Onderwerp Begrip/Artikel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 487 Wet van 26 september 1996 tot wijziging van de bepalingen uit het Wetboek van Strafvordering betreffende het proces-verbaal van de terechtzitting

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 249 Wet van 4 juni 2014 tot wijziging van de Woningwet in verband met het versterken van het handhavingsinstrumentarium 0 Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 95 Wet van 9 februari 2006, houdende regels inzake de openbaarmaking van beloningen bij rechtspersonen of organisaties die deel uit maken van

Nadere informatie

Onderwerp Invoering bestuurlijke strafbeschikking overlast openbare ruimte

Onderwerp Invoering bestuurlijke strafbeschikking overlast openbare ruimte Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Invoering bestuurlijke strafbeschikking overlast openbare ruimte Programma / Programmanummer Veiligheid / 1012 BW-nummer Portefeuillehouder Th. de Graaf Samenvatting

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 38 Wet van 23 januari 1997 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de herziening van de voorlopige maatregelen

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de wet van 22 april 1855, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministeriële Departementen (Stb. 1855, 33) en aanpassing van daarmee verband houdende bepalingen in

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 111 Wijziging van de Gezondheidswet en de Wet op de jeugdzorg teneinde een mogelijkheid op te nemen tot openbaarmaking van informatie over de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 10750 17 juli 2009 Regeling van de Minister van Justitie van 10 juli 2009, nr. 5610455, houdende wijziging van de Regeling

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 606 Wet van 6 december 1995 tot wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van enige andere wetten in verband met de invoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 291 Bepalingen houdende regeling van de inwerkingtreding van de Binnenvaartwet (Invoeringswet Binnenvaartwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. CONSULTATIEVERSIE Wijziging van de Politiewet 2012 en de Wet op de medische keuringen in verband met het screenen van personen die ambtenaar van politie willen worden of zijn en personen die krachtens

Nadere informatie

(B vervallen) Artikel I. De Wet op de jeugdzorg wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

(B vervallen) Artikel I. De Wet op de jeugdzorg wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met het herstel van enige wetstechnische gebreken en andere wijzigingen van ondergeschikte aard (voorheen wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 33 Wet van 22 januari 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering tot verbetering van de regeling van de positie van de deskundige

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 321 Besluit van 4 juli 2001 tot wijziging van het Besluit tenuitvoerlegging geldboetevonnissen, het Besluit tenuitvoerlegging ontnemings- en

Nadere informatie

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet van 3 december 1987, Stb. 635, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zoals deze is gewijzigd bij de wetten van 02-12-1993(Stb.759)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 556 Wet van 5 november 2012 tot wijziging van de Wet personenvervoer 2000 teneinde inbesteding van openbaar vervoer mogelijk te maken in een

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 425 Wet van 14 september 2006 tot uitvoering van verordening (EG) Nr. 1435/2003 van de Raad van de Europese Unie van 22 juli 2003 betreffende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 232 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn nr. 2013/50/EU

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 206 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 523 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele aanverwante wetten naar aanleiding van de evaluatie van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie