UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD. Zitting van 13 december Tegenwoordig: Verontschuldigd: Andy VERVAEKE, raadslid

Transcriptie

1 GEMEENTEBESTUUR WEVELGEM UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD Zitting van 13 december 2013 Tegenwoordig: Jacques VANNESTE, voorzitter Luc DEFRAYE, Jan SEYNHAEVE, Arnold SEYNNAEVE, Hendrik VANHAVERBEKE, Marnix VANSTEENKISTE, Mathieu DESMET, Francies DEBELS, Geert BREUGHE, Lobke MAES, Bernard GALLE, Stijn TANT, Frank ACKE, Marie DE CLERCK, Hendrik LIBEER, Marcel MASQUELIN, Agna MOLLEFAIT, Henk VANDENBROUCKE, Kevin DEFIEUW, Nico HELLEBUCK, Filip DAEM, Katleen MESSELY, Sofie MOL, Sander DEFLO, Hannelore CARLU, Daphne FLAMEZ, Ann STEELANDT, Jasper STRAGIER, Andy VERVAEKE, Koen GRYMONPREZ, David HAMERS, raadsleden Chris LOOSVELT, toegevoegd schepen Kurt PARMENTIER, gemeentesecretaris Verontschuldigd: Andy VERVAEKE, raadslid AGENDA: SUBSIDIEREGLEMENT JEUGDLOKALEN. DE GEMEENTERAAD, Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 9 mei 2008 houdende vaststelling van het reglement subsidiëring jeugdlokalen; Overwegende dat de bouwprijs de laatste jaren gestegen is en dit kan gemonitord worden via de Abex-index; Overwegende dat de eigen inbreng van de verenigingen aan het plafond van het te dragen niveau zit; Overwegende dat het inbrengen van eigen werken administratief omslachtig is; Overwegende dat het noodzakelijk is dat de gemeente het lokale jeugdwerk ondersteunt met het oog op de uitbouw van een degelijk, veilig en kwaliteitsvolle infrastructuur voor de verdere ontplooiing van hun werking; Overwegende dat het derhalve aangewezen voorkomt het reglement op de subsidiëring van jeugdlokalen her vast te stellen; Gelet op artikel 42, 3 en artikel 43, 2, 2 van het gemeentedecreet; BESLIST EENPARIG: Algemene voorwaarden met betrekking tot subsidie Art. 1. Er worden toelagen verleend aan jeugdwerkinitiatieven volgens de bepalingen van dit reglement en binnen de perken van het bedrag vermeld onder het beleidsitem jeugd en

2 onder rekening toegestane investeringssubsidies in het document toegestane werkings- en investeringssubsidies, dat deel uitmaakt van de toelichting bij het budget. Meer bepaald kan de gemeente tussenkomen in de uitgaven die door of ten behoeve van een jeugdhuis, een jongerenbeweging of een jeugdvereniging, zijnde een jeugdwerkinitiatief overeenkomstig het subsidiereglement lokaal jeugdwerk (goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 13 januari 2012 en zijn latere wijzigingen), worden gedaan voor: a) het op- en inrichten van nieuwe gebouwen bestemd voor het lokale jeugdwerk. b) de vernieuwing, verbouwing, uitbreiding en inrichting van bestaande gebouwen met het oog op de aanwending ervan voor het lokale jeugdwerk. c) structurele renovatie- en onderhoudswerken aan bestaande gebouwen die reeds gebruikt worden voor het lokale jeugdwerk, in de mate dat die werken noodzakelijk zijn voor de stabiliteit en/of de instandhouding van het gebouw. Gewone verfraaiingswerken zoals schilderwerken, behangen en andere werken die uit hun aard binnen een periode van 10 jaar frequent moeten uitgevoerd worden, komen hiervoor niet in aanmerking. d) bouwtechnische aanpassingen aan lokalen voor het lokale jeugdwerk die uitgevoerd worden in functie van de brandveiligheid, de hygiëne, inbraakpreventie, reg-maatregelen (rationeel energie gebruik) of duurzaamheid. Art. 2. De subsidiëring geschiedt slechts op voorwaarde dat: a) de infrastructuur waarvoor de subsidie aangevraagd wordt, beantwoordt aan een reële en objectieve noodzaak. b) de aanvraag kadert in het globale gemeentelijk jeugdbeleid en dusdanig door het college van burgemeester en schepenen wordt erkend. c) de aanvraag gebeurt door een jeugdwerkinitiatief overeenkomstig het subsidiereglement lokaal jeugdwerk (goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 13 januari 2012 en zijn latere wijzigingen). d) er dient een brandverzekering afgesloten voor de infrastructuur waarvoor de subsidie aangevraagd wordt. e) de bouwtechnische aanpassingen in functie van de brandveiligheid gebeuren op advies van een erkend keuringsorganisme (na afkeuring van de bestaande toestand) of op advies van de brandweer. Art. 3. De vereniging, bedoeld in artikel 1, dient het bewijs te leveren dat zij gedurende de twee jaar die aan de subsidieaanvraag voorafgaan, actief zijn geweest op het gebied van het lokale jeugdwerk. De jaren activiteit onder een andere juridische vorm kunnen eveneens in aanmerking genomen worden voor zover de continuïteit van de werking wordt aangetoond. Art. 4. De gemeentelijke subsidie kan enkel verkregen worden voor zover de in artikel 1 bedoelde vereniging zelf, hetzij de eigenaar van de lokalen waar de gesubsidieerde werken worden uitgevoerd, als bouwheer optreedt. Indien de aanvragende vereniging geen eigenaar is van de gronden of de bestaande infrastructuur, dan moet de eigenaar zich er vooraf schriftelijk tegenover de gemeente toe verbinden de bepalingen van artikel 7 van onderhavig reglement na te leven.

3 Maximaal bedrag van de subsidie Art De gemeentelijke subsidie wordt bepaald op 85 % van de subsidieerbare uitgaven. 2. Per m² vloeroppervlakte wordt vanaf 2014 forfaitair 375 euro als subsidie uitgekeerd waarbij maximaal 400 m² gesubsidieerd wordt. De subsidie kan weliswaar nooit meer bedragen dan het percentage, genoemd in artikel 5, 1, van het totaalbedrag van de voor subsidiëring in aanmerking komende geldige betalingsbewijzen. 3. Dit maximaal bedrag kan slechts eenmaal per 10 jaar door dezelfde vereniging verkregen worden. Voor het bepalen van het maximale bedrag wordt rekening gehouden met de subsidie(s) die gedurende de afgelopen 10 jaar werd(en) toegestaan in uitvoering van onderhavig reglement alsook in uitvoering van voorgaande subsidiereglementen jeugdlokalen die door dit (of vroegere subsidiereglementen jeugdlokalen) werden opgeheven, aan of ten behoeve van dezelfde vereniging en dit voor het volledig bedrag van de toegekende subsidie. Voor het berekenen van de periode van 10 jaar wordt uitgegaan van de datum van de zitting van het college van burgemeester en schepenen waarin de subsidie werd goedgekeurd. Art De subsidie wordt verleend als tussenkomst in de uitgaven voor opdrachten en/of leveringen die door derden worden verstrekt en gefactureerd aan of ten behoeve van de aanvrager. 2. Uitgaven die door of ten behoeve van de aanvrager reeds werden gedaan en/of gefactureerd en/of betaald vóór het indienen van de aanvraag, kunnen door het college van burgemeester en schepenen eveneens aanvaard worden als grondslag voor de berekening van de subsidie op voorwaarde dat deze uitgaven: niet meer bedragen dan 40 % van de totale subsidieerbare uitgaven, i.e. 40% van ,59 euro, tenzij deze uitgaven gedaan werden ten gevolge van onvoorzienbare omstandigheden waarbij het geringste uitstel tot onherstelbare schade of gevaar voor personen aanleiding zou kunnen geven. Het college van burgemeester en schepenen beslist, op basis van de gegevens die vervat zijn in het aanvraagdossier, over de mate waarin deze uitgaven voor subsidiëring aanvaard worden. Het bedrag van de subsidie voor uitgaven, die reeds gedaan werden vóór het indienen van de aanvraag tot subsidiëring is evenwel steeds beperkt tot het maximaal bedrag van de subsidie die de aanvrager had kunnen krijgen op de datum van de factuur voor deze uitgaven. Art. 7. De subsidiëring geschiedt op uitsluitende voorwaarde dat de betrokken gebouwen gedurende tenminste 10 jaar, te rekenen van de datum van de zitting van het college van burgemeester en schepenen waarin de subsidie werd goedgekeurd, voor het lokale jeugdwerk worden aangewend. De volledige of gedeeltelijke terugbetaling van de subsidie kan teruggevorderd worden van de vereniging of van de eigenaar van het onroerend goed, indien de bestemming van het gebouw waarvoor subsidie werd verleend gewijzigd wordt binnen voormelde periode van 10 jaar en dit à rato van zoveel tienden als er nog jaren moeten verlopen vooraleer de periode van 10 jaar verstreken is, waarbij elk nog lopend jaar voor een volledig jaar wordt in aanmerking genomen. Art. 8. Om van de subsidie te kunnen genieten zijn de verenigingen verplicht een aanvraag in te dienen bij het college van burgemeester en schepenen. Om ontvankelijk te zijn dient deze aanvraag aan volgende voorwaarden te voldoen:

4 Bij de aanvraag dienen de nodige documenten gevoegd die het college van burgemeester en schepenen moeten toelaten een volledig beeld en inzicht te krijgen in de voorgenomen uitgaven, teneinde deze te kunnen toetsen aan de bepalingen van onderhavig reglement. Het betreft hier o.a. ontwerpen, bestekken, offertes en aanbestedingsbescheiden. Voor de uitvoering van de opdracht dient de vereniging de wetgeving op de overheidsopdrachten, zoals deze geldt voor het gemeentebestuur te hebben toegepast of zich ertoe te verbinden deze wetgeving na te leven. Indien vereist dient het brandpreventieverslag, opgemaakt door de bevoegde brandweerdienst of het keuringsattest, afgeleverd door een erkend controleorganisme, te worden voorgelegd. De eventuele verbintenis van de eigenaar(s), waarbij deze zich ertoe verbind(t)(en) de bepalingen van artikel 4 en 7 van onderhavig reglement na te leven, dient bijgevoegd. Opgave van de bankrekening waarop de subsidie gestort kan worden, met vermelding van de identiteit van de titularis(sen) van deze rekening. Indien deze identiteit verschillend is van deze van de aanvrager, dan dient daarvoor een afdoende verantwoording te worden gegeven. De aanvragende vereniging dient steeds de personen, daartoe door het college van burgemeester en schepenen aangesteld, toegang te verlenen tot de werven alsook tot de lokalen waarvoor een subsidie werd verleend teneinde na te gaan of aan de voorwaarden van onderhavig reglement is voldaan. Na onderzoek van de aanvraag, op basis van het voorgelegde aanvraagdossier, eventueel aangevuld met gegevens die het college van burgemeester en schepenen noodzakelijk of aangewezen acht, beslist het college van burgemeester en schepenen over de ontvankelijkheid van de aanvraag. Wanneer de aanvraag ontvankelijk wordt beoordeeld, bepaalt het college van burgemeester en schepenen de omvang van de subsidieerbare uitgaven, het bedrag van de toegekende subsidie en de eventuele voorwaarden die moeten vervuld worden met het oog op de uitbetaling van de subsidie. Art. 9. De subsidie wordt uitbetaald aan de vereniging, conform de modaliteiten vermeld in artikel 8 naarmate de gesubsidieerde werken vorderen à rato van 85% van de waarde van de voor subsidie aanvaarde werken. Art. 10. Het college van burgemeester en schepenen kan alle onderrichtingen voorschrijven die voor de toepassing van dit reglement of naar aanleiding van een concreet subsidiëringsdossier aangewezen of noodzakelijk zijn. Art. 11. Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2014 en is van toepassing op aanvragen die worden ingediend vanaf 1 januari 2014 alsook op subsidiedossiers die nog in behandeling zijn voor werken die worden uitgevoerd vanaf 1 januari Het reglement op de subsidiering van jeugdlokalen zoals vastgesteld bij gemeenteraadsbesluit van 9 mei 2008 wordt opgeheven vanaf de inwerkingtreding van onderhavig reglement maar blijft van toepassing op aanvragen die gebeuren tot en met 31 december 2013 voor zover het werken betreft die worden uitgevoerd tot en met 31 december 2013, ook al gebeurt de uitbetaling na 31 december 2013.

5 Art. 12. Dit reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van artikel 186 van het gemeentedecreet. Namens de raad De gemeentesecretaris, De voorzitter, K. PARMENTIER J. VANNESTE Voor eensluidend afschrift Wevelgem, 15 januari 2014 De gemeentesecretaris, De voorzitter, K. PARMENTIER J. VANNESTE