c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: onbepaald.

Transcriptie

1 BELEIDSREGEL Prestatiebekostiging farmaceutische zorg 1. Algemeen a. Deze beleidsregel is van toepassing op de zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet en die wordt geleverd door zorgaanbieders die UR-geneesmiddelen ter hand stellen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder s van de Geneesmiddelenwet of waarop de Wet inzake bloedtransfusie van toepassing is, en op de ziektekostenverzekeraars, als omschreven in artikel 1 sub f van de Wet marktordening gezondheidszorg. b. Deze beleidsregel treedt in werking op 1 juli 2008 en werkt terug tot die datum indien de bekendmaking van de beleidsregel in de Staatscourant na deze datum plaatsvindt. c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: onbepaald. d. Van de volgende beleidsregels wordt de termijn waarvoor deze gelden gewijzigd van onbepaald in tot 1 juli 2008 : - CV : Het niveau van het inkomensbestanddeel in het maximumtarief voor de module farmaceutische hulp door apotheekhoudende huisartsen voor de totale praktijk; - CV : Het niveau van het inkomensbestanddeel in de maximumtarieven voor farmaceutische hulp door apotheekhoudende huisartsen (tarief per receptregel); - CV : Het niveau van het praktijkkostenbestanddeel in het maximumtarief voor de module farmaceutische hulp door apotheekhoudende huisartsen voor de totale praktijk; - CV : Het niveau van het praktijkkostenbestanddeel in het maximumtarief per receptregel voor farmaceutische hulp door apotheekhoudende huisartsen; - CV : De rekennormpraktijk in de berekening van het maximumtarief voor de module farmaceutische hulp door apotheekhoudende huisartsen voor de totale praktijk; - CV : De rekennormpraktijk in de berekening van het maximumtarief per receptregel voor farmaceutische hulp door apotheekhoudende huisartsen; - CV : De tariefopbouw van het maximumtarief voor de module farmaceutische hulp door apotheekhoudende huisartsen voor de totale praktijk; - CV : De tariefopbouw voor farmaceutische hulp door apotheekhoudende huisartsen: module voor bepaalde niet-patiëntgebonden activiteit bovenop het maximumtarief voor de module farmaceutische hulp; - V : De tariefopbouw van het maximumtarief per receptregel voor farmaceutische hulp door apotheekhoudende huisartsen;

2 - V : De definitie van het voorschrift voor het maximumtarief per receptregel door apotheekhoudende huisartsen; - CV : Het niveau van het inkomensbestanddeel in de maximumtarieven voor farmaceutische hulp door apothekers voor de totale praktijk; - CV : Het niveau van het praktijkkostenbestanddeel in het maximumtarief per receptregel voor farmaceutische hulp door apothekers voor de totale praktijk; - CV : De rekennormpraktijk in de berekening van het maximumtarief per receptregel voor farmaceutische hulp voor de totale praktijk; - CV : De tariefopbouw van het maximumtarief per receptregel voor farmaceutische hulp door apothekers voor de totale praktijk; - CV : De definitie van het voorschrift voor het maximumtarief per receptregel door apothekers voor de totale praktijk. 2 van 6 e. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als Beleidsregel prestatiebekostiging farmaceutische zorg. 2. Basisprestatie: uitgifte a. De uitgifte betreft het bereiden, klaarmaken en ter hand stellen van een voorgeschreven UR-geneesmiddel aan een consument met de medicatiebewaking, medicatiebegeleiding en voorlichting die daarbij hoort, alsmede het registreren van afgeleverde geneesmiddelen en van zorginterventies, conform de vigerende algemene kwaliteitseisen zoals de Inspectie van de Gezondheidszorg die hanteert. uitgifte geldt een maximumtarief per voorschrift. 3. Aanvullende prestaties Naast de basisprestatie zijn er aanvullende prestaties. Een aanvullende prestatie kan alleen gedeclareerd worden in combinatie met de basisprestatie, de uitgifte. De randvoorwaarden bij de aanvullende prestaties zijn opgenomen als declaratiebepalingen in een nadere regel bij deze beleidsregel. 3.1 Aanvullende prestatie 1: Eerste uitgifte a. Indien de uitgifte een UR-geneesmiddel betreft dat aan de consument voor het eerst wordt uitgegeven of dat aan de consument 12 maanden of langer geleden voor het laatst is uitgegeven, is sprake van een eerste uitgifte. b. Indien er geen sprake is van een eerste uitgifte, dan is er sprake van een vervolguitgifte. c. Voor de vergoeding van kosten en inkomen gemoeid met de extra inspanningen bij eerste uitgifte geldt een maximumtarief per voorschrift.

3 3.2 Aanvullende prestatie 2: ANZ-recept a. Indien de zorgaanbieder het recept ontvangt - na uur, of - voor uur, of - tussen uur en uur op een zondag, of - tussen uur en uur op een algemeen erkende feestdag of gelijkgestelde dag in de zin van de Algemene Termijnenwet, - en als bovendien de zorgaanbieder het geneesmiddel ter hand stelt binnen 12 uur na ontvangst van het recept, dan is sprake van een ANZ-recept. 3 van 6 extra inspanningen bij een ANZ-recept geldt een maximumtarief per voorschrift. 3.3 Aanvullende prestatie 3: Weekaflevering a. Een weekaflevering is een aflevering van UR-geneesmiddelen voor een week in een weekdoseerverpakking aan consumenten thuis of wonend bij zorgaanbieders die zijn toegelaten voor de functie verblijf en niet voor behandeling als omschreven in het Besluit Zorgaanspraken AWBZ voor consumenten met een somatische dan wel psychogeriatrische aandoening of beperking en voor consumenten met een psychosociaal probleem (voormalig verzorgingstehuis). extra inspanningen bij een weekaflevering geldt een maximumtarief per voorschrift per week. 3.4 Aanvullende prestatie 4: Bijzondere magistrale bereiding a. Indien voor een voorgeschreven geneesmiddel - geen equivalent geneesmiddel (combinatie van werkzame stof, dosering en toedieningsvorm) in de handel verkrijgbaar is, en - voor de bereiding van het geneesmiddel aseptische handelingen nodig zijn of gewerkt moet worden met risicovolle stoffen, die zodanige randvoorwaarden (inrichting zoals veiligheidswerkbank, apparatuur, deskundigheid, ervaring) vereisen dat het uit oogpunt van kwaliteit of doelmatigheid wenselijk is het geneesmiddel alleen in gespecialiseerde apotheken te bereiden, dan is sprake van een bijzondere magistrale bereiding. extra inspanningen bij een bijzondere magistrale bereiding geldt een maximumtarief per voorschrift. 3.5 Aanvullende prestatie 5: Reguliere magistrale bereiding a. Indien voor een voorgeschreven geneesmiddel - geen equivalent geneesmiddel (combinatie van werkzame stof, dosering en toedieningsvorm) in de handel verkrijgbaar is, en - er geen sprake is van een bijzondere magistrale bereiding, dan is sprake van een reguliere magistrale bereiding.

4 extra inspanningen bij een reguliere magistrale bereiding geldt een maximumtarief per voorschrift. 4 van 6 4. Onderlinge dienstverlening a. Indien meerdere zorgaanbieders gezamenlijk en in onderlinge afstemming een van bovengenoemde prestaties binnen de farmaceutische zorg leveren, dan is sprake van onderlinge dienstverlening, geleverd door de zorgaanbieder(s) die de prestatie niet declareert (declareren) bij consument of ziektekostenverzekeraar aan de zorgaanbieder die de zorgprestatie wel declareert. b. Voor de vergoeding van kosten en inkomen die samenhangen met onderlinge dienstverlening geldt een vrij tarief. 5. Berekening maximumtarieven per voorschrift 5.1 Berekeningswijze a. Op de maximumtarieven per voorschrift voor de uitgifte en de aanvullende prestaties zijn de beleidsregels de afrondingssystematiek van de maximumtarieven voor vrije beroepsbeoefenaren en de ombuigingsbijdrage zorgaanbieders in de berekening van de maximumtarieven voor vrije beroepsbeoefenaren en in de berekening van de lumpsum lokale initiatieven vrijgevestigde medisch specialisten (inclusief psychiatrie), ter uitvoering van de aanwijzing ex artikel 13 WTG met kenmerk Z/P van 16 juni 2003 van toepassing. Dit houdt in dat na onderstaande berekeningen de maximumtarieven worden vermenigvuldigd met 0,992 en vervolgens afgerond. b. Voor de berekening van het maximumtarief per voorschrift van de uitgifte geldt de volgende formule: Maximumtarief uitgifte = Rekentarief / (1 + AP-component) c. De component Rekentarief wordt bepaald volgens de volgende formule: Praktijkkosten rekenapotheek + Norminkomen Rekentarief = Productie rekenapotheek d. De component Praktijkkosten rekenapotheek is de som van Personeelskosten rekenapotheek en Overige kosten rekenapotheek. e. De AP-component is de som over alle aanvullende prestaties van het product van de Prestatiefrequentie en het Prestatiegewicht. f. Het maximumtarief per voorschrift voor elk van de aanvullende prestaties is steeds gelijk aan het product van het Prestatiegewicht van de betreffende prestatie en het maximumtarief per voorschrift van de uitgifte.

5 g. Om bovenstaande berekeningen te kunnen uitvoeren, stelt de Nederlandse Zorgautoriteit periodiek de waarde vast van: - norminkomen; - personeelskosten rekenapotheek; - overige kosten rekenapotheek; - productie rekenapotheek; - prestatiefrequentie voor elke aanvullende prestatie; - prestatiegewicht voor elke aanvullende prestatie. 5 van Norminkomen a. Het norminkomen op definitief niveau 2006 bedraagt b. De aanpassing van het norminkomen niveau 2006 naar niveau 2007 en verder wordt geregeld in de beleidsregel de aanpassingssystematiek van het inkomensbestanddeel in de maximumtarieven voor vrije beroepsbeoefenaren. 5.3 Praktijkkosten rekenapotheek a. De personeelskosten rekenapotheek op definitief niveau 2006 bedragen b. De overige kosten rekenapotheek op definitief niveau 2006 bedragen c. De aanpassing van de personeelskosten rekenapotheek niveau 2006 en de overige kosten rekenapotheek niveau 2006 naar niveau 2007 en verder wordt geregeld in de beleidsregel de aanpassingssystematiek van het praktijkkostenbestanddeel in de maximumtarieven voor alle Kamer-V beroepsgroepen. 5.4 Productie rekenapotheek a. De productie rekenapotheek niveau 2007 bedraagt eenheden. b. De aanpassing van de productie rekenapotheek niveau 2007 naar niveau 2008 bedraagt 60% van de stijging van het extramuraal gedeclareerde aantal gewogen uitgiften over de periode van het laatste kwartaal van 2006 plus de eerste drie kwartalen van 2007 ten opzichte van de periode van het laatste kwartaal van 2005 plus de eerste drie kwartalen van c. Voor de benodigde gegevens over de extramuraal gedeclareerde gewogen uitgiften wordt uitgegaan van onafhankelijke gegevensbronnen die extramuraal gedeclareerde uitgiften registreren. Als uitgiften worden aangemerkt: - uitgiften van Wmg-geneesmiddelen, gewogen tegen het gemiddelde tarief per voorschrift; - uitgiften van niet-wmg-geneesmiddelen, gewogen tegen de gemiddelde margeopbrengst volgens taxen; - uitgiften van hulpmiddelen, gewogen tegen de gemiddelde margeopbrengst volgens taxen.

6 5.5 Prestatiefrequenties aanvullende prestaties a. Voor de Prestatiefrequentie van de aanvullende prestaties wordt vooralsnog uitgegaan van de volgende voorcalculatorische waardes voor 2008: - Eerste uitgifte: 15% - ANZ-recept: 2% - Weekaflevering: 4% - Bijzondere magistrale bereiding: 0,2% - Reguliere magistrale bereiding: 4% 6 van 6 b. Deze voorcalculatorische waardes voor 2008 worden aangepast naar aanleiding van onderzoek onder zorgaanbieders naar aantallen uitgiftes en aanvullende prestaties. c. Definitieve waardes voor 2008 en latere jaren worden vastgesteld op basis van onafhankelijke gegevensbronnen die extramuraal gedeclareerde uitgiften en aanvullende prestaties registreren. d. De nacalculatie gebaseerd op het verschil definitieve waarde jaar t en voorcalculatorische waarde jaar t wordt verwerkt via een tijdelijke component in de maximumtarieven jaar (t+1). e. De definitieve waarde voor jaar t wordt gebruikt als voorcalculatorische waarde voor jaar (t+1). 5.6 Prestatiegewichten aanvullende prestaties a. Voor de Prestatiegewichten van de aanvullende prestaties wordt vooralsnog uitgegaan van de volgende waardes voor 2008: - Eerste uitgifte: 1,0 - ANZ-recept: 1,5 - Weekaflevering: 0,7 - Bijzondere magistrale bereiding: 4,0 - Reguliere magistrale bereiding: 2,0 b. Deze waardes voor 2008 en de waardes voor latere jaren kunnen worden aangepast naar aanleiding van signalen uit het veld, onafhankelijke gegevensbronnen en/of onderzoek. Ambtshalve vaststelling Deze beleidsregel vordert dat op grond van artikel 57 lid 5 van de Wet marktordening gezondheidszorg de maximumtarieven ter vervanging van reeds goedgekeurde of vastgestelde maximumtarieven door de NZa ambtshalve worden vastgesteld.