Bachelor Thesis Fiscale Economie. Geruisloze terugkeer uit de B.V.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bachelor Thesis Fiscale Economie. Geruisloze terugkeer uit de B.V."

Transcriptie

1 Bachelor Thesis Fiscale Economie Geruisloze terugkeer uit de B.V. Naam: ANR: Studierichting: Begeleider/ docent: Hoogleraar Datum slotsessie: Eddie Lensink S BSc. Fiscale Economie Drs. J.J.H. Gortzak Prof. Dr. J.A.G. van der Geld Woensdag 09 mei 2012 ( uur) 0

2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding... 2 Hoofdstuk 2 Uitwerking van de fiscaal geruisloze terugkeer De bepaling van winsten Beëindiging van de terbeschikkingstelling De terugkeerreserve specifieke regelingen...10 Hoofdstuk 3 Voorwaarden voor fiscaal geruisloze terugkeer Wettelijke gestelde eisen ten aanzien van de ministeriële voorwaarden Gestelde eisen ten aanzien van de rechtspersoon Gestelde eisen ten aanzien van de voortzettende ondernemer Standaardvoorwaarden...13 Hoofdstuk 4 Het ontbindingsvereiste Gedachte achter het ontbindingsvereiste Gevolgen van het ontbindingsvereiste...15 Hoofdstuk 5 Voor- en nadelen van fiscaal geruisloze terugkeer IB-ondernemer Rechtspersoon Bereik van de terugkeerregeling...20 Hoofdstuk 6 Conclusie...21 Appendix...23 Voorbeeld 2.1 Berekening van buitenlandse v.i. resultaten na 1 januari 2012:...23 Voorbeeld 2.3 Aanmerkelijk belang inkomen van toekomstig ondernemingsvermogen:...23 Voorbeeld 2.3 Aanmerkelijk belang inkomen van toekomstig ondernemings- en privévermogen...24 Voorbeeld 2.4 Bepaling van de terugkeerreserve:...25 Voorbeeld 3.3 Bepaling van de gerechtigdheid (voorbeeld uit het besluit van 27 december 2005 nr. CPP2005/2573)...26 Voorbeeld 3.4 uitwerking van de derde standaardvoorwaarde (voorbeeld uit het Besluit van 20 februari 2003, CPP2002/3276M)...27 Literatuurlijst

3 Hoofdstuk 1 Inleiding In de wet inkomstenbelasting 2001 (hierna wet-ib) is voor het eerst niet alleen de fiscale omzetting van een eenmanszaak of personenvennootschap in een rechtspersoon geregeld, maar tevens de fiscaal geruisloze omzetting van een rechtspersoon in een eenmanszaak of personenvennootschap. Met betrekking tot deze omzetting is een speciale regeling, de terugkeerregeling, in de wet opgenomen. De terugkeerregeling zorgt voor een behoud van de fiscale claim die rust op de stille reserves, fiscale reserves en goodwill. Gerealiseerde winsten van een rechtspersoon worden belast in de wet op de vennootschapsbelasting (hierna wet-vpb) en het inkomen uit dividenden en vermogensstijgingen wordt belast in box 2 van de wet-ib. Is geen sprake van een aanmerkelijk belang, dan worden de vermogensstijgingen forfaitair belast in box 3 van de wet-ib. Zowel in de vennootschapsbelasting als in de inkomstenbelasting zijn fiscale claims aanwezig met betrekking tot de rechtspersoon. Met behulp van de terugkeerregeling worden deze claims omgezet in één inkomstenbelastingclaim. De wet-ib 1964 bood geen mogelijkheid tot een fiscaal geruisloze terugkeer. Hierdoor ontstond een situatie waarin de IB-onderneming wel fiscaal geruisloos kon worden omgezet in een rechtspersoon, maar de weg terug niet kon worden bewandeld. Een ondernemer kan fiscaal een geruisloze terugkeer om veel verschillende redenen ambiëren. Bijvoorbeeld de administratieve kosten die hoger zijn van een rechtspersoon in vergelijking met een eenmanszaak of personenvennootschap. Kleine ondernemingen zijn vaak niet erg gebaat bij de beperkte aansprakelijkheid die een rechtspersoon biedt, het zijn veelal de kosten die van doorslaggevend belang zijn. Ondernemers die in financieel zwaar verkeren en bedrijfskosten willen beperken door de onderneming voort te zetten als eenmanszaak of vennootschap, zijn dan ook baat bij een terugkeerfaciliteit. Specifiek voor deze ondernemers kan het afrekenen over stille reserves een onoverkomelijk obstakel vormen. Het drijven van een onderneming in de vorm van een rechtspersoon brengt extra administratieve lasten met zich mee. De hogere administratieve lasten van de rechtspersoon, of indien men kiest voor terugkeer, een eventuele afrekening over de fiscale reserves, maakt dat de continuïteit van een onderneming in gevaar kan komen. Een rechtsvorm neutrale wetgeving behoort tot een van de uitgangpunten van de fiscale wetgeving. In dit perspectief is het dan ook onbegrijpelijk dat de wetgever de terugkeerfaciliteit pas met de invoering van de wet-ib 2001 heeft opgenomen. Bedrijven die fiscaal geruisloos wilden terugkeren onder de wet-ib 1964 waren aangewezen op constructies. Met behulp van een personenvennootschap, waarin de rechtspersoon en de aandeelhouder participeren, kon afrekenen over de stille reserves worden voorkomen. De rechtspersoon brengt de onderneming in en de aandeelhouder zijn werkzaamheden. De inbreng van de onderneming geschiedde tegen boekwaarden met voorbehoud van de stille reserves. In dit geval behoeft alleen afgerekend te worden over de stille reserves waarvoor de rechtspersoon een vergoeding ontvangt. Deze inbreng is vrijgesteld van overdrachtsbelasting 1. In het verleden kwam het nogal eens voor dat het globale evenwicht tussen de IBondernemer en rechtspersoon tarieven was verstoord. Naarmate de verstoring toenam, nam ook de vraag naar een fiscaal geruisloze terugkeerfaciliteit toe. Vooral voor man/ vrouw firma s viel er een fiscaal voordeel te behalen met de terugkeer uit de rechtspersoon. Door de rechtspersoon om te zetten in een IB-onderneming kan tweemaal van de ondernemingsfaciliteiten en het tariefopstapje worden geprofiteerd. De invoering van de wet-ib 2001 en terugkeerfaciliteit heeft dan ook aanzienlijk bijgedragen aan de fiscale rechtsvorm neutraliteit. De terugkeerregeling bestaat feitelijk uit drie deelregelingen. De eerste regeling heeft betrekking op winst in de vennootschapsbelasting, de tweede op inkomsten uit aanmerkelijk belang en de derde regeling is er om het resultaat uit overige werkzaamheid om te zetten. 1 Wet op belasting rechtsverkeer Artikel 15 lid 1 onderdeel e sub 1. 2

4 De terugkeerregeling is in artikel 14c van de wet op de vennootschapsbelasting terug te vinden. In het artikel komen zowel de werking als de wettelijke vereisten die worden gesteld aan de terugkeerregeling aan de orde. Naast de wettelijke vereisten is er wettelijk ook ruimte overgelaten voor de minister om voorwaarden te stellen. De voorwaarden van de minister zijn opgenomen in het besluit van 20 februari 2003 nr. CPP2002/3267M. In de standaardvoorwaarden zijn enkele voorwaarden opgenomen die voorkomen dat de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen wijzigt. Verder worden de wettelijk vereisten verder uitgewerkt. Een van de standaardvoorwaarden bepaalt dat de rechtspersoon drie maanden na dagtekening van de ontbindingsbeschikking ook daadwerkelijk ontbonden moet zijn. Dit ontbindingsvereiste drukt een groot stempel op het gebruik van de terugkeerregeling. Het ontbindingsvereiste werkt vooral belemmerend indien de rechtspersoon pensioenverplichtingen of lijfrenteverplichtingen bezit. De standaardvoorwaarde brengt met zich mee dat de verplichting voor ontbinding moet worden overgedragen. In dit onderzoek wordt verder ingegaan op het ontbindingsvereiste van de terugkeerregeling en de gevolgen die dit heeft voor de voortzettende ondernemers. Tevens worden de voor- en nadelen van de terugkeerregeling besproken. Dit onderzoek zal antwoord worden gegeven op de volgende probleemstelling: Wat zijn de gevolgen van het liquidatievereiste en onder welke omstandigheden is het aantrekkelijk om gebruik te maken van de fiscaal geruisloze terugkeerregeling. In dit onderzoek zal in hoofdstuk twee de werking van de fiscaal geruisloze terugkeer worden besproken. Vervolgens zal in hoofdstuk drie worden ingegaan op de voorwaarden die worden gesteld aan de fiscaal geruisloze terugkeer. Hoofdstuk vier zal dieper ingaan op het ontbindingsvereiste. Als laatste worden in hoofdstuk vijf een aantal specifieke regelingen besproken die de besluitvorming rondom fiscaal geruisloze terugkeer kunnen beïnvloeden. Tot slot wordt in hoofdstuk zes afgesloten met de conclusie, wat antwoord zal geven op de onderzoeksvraag. 3

5 Hoofdstuk 2 Uitwerking van de fiscaal geruisloze terugkeer In dit hoofdstuk ga ik in op de werking van de terugkeerregeling. De terugkeerregeling bestaat uit drie verschillende regelingen, een regeling die de winst bepaalt in de vennootschaps en inkomstenbelasting sfeer, een regeling die het vervreemdingsvoordeel bij ontbinding voor het aanmerkelijk belang bepaalt en een regeling die het resultaat uit een terbeschikkingstelling bepaalt. Ik bespreek de regelingen hieronder in meer detail. 2.1 De bepaling van winsten Doorschuiving van de vennootschaps winst De terugkeerregeling is in het leven geroepen om te voorkomen dat er bij een omzetting van een rechtspersoon moet worden afgerekend over de winst die wordt gerealiseerd, bij ontbinding van de betrokken rechtspersoon. Artikel 14c lid 2 van de wet op de vennootschapsbelasting regelt welke winsten uiteindelijk geruisloos kunnen worden doorgeschoven naar de inkomstenbelasting winst (hierna: IB-winst) sfeer. Hieronder bespreek ik een aantal situaties waarin de winst niet zondermeer kan worden doorgeschoven. Verliesverrekening van Nederlandse verliezen Fiscale reserves, stille reserves en goodwill kunnen slechts worden doorgeschoven nadat alle voorwaarts verrekenbare verliezen van de rechtspersoon in aanmerking zijn genomen. Het in aanmerking nemen van verliezen wordt gedaan door de boekwaarden van de activa met stille reserves en de goodwill naar evenredigheid te verhogen en/of de fiscale reserves naar evenredigheid te verlagen. Na verrekening ontstaat een winstreserve ter grootte van het verrekende verlies. Over de winstreserve is geen vennootschapsbelasting verschuldigd. Blijken de verrekenbare verliezen groter te zijn dan de stille reserves, fiscale reserves en goodwill, dan kunnen de verliezen voor 20/45-ste deel worden omgezet in een ondernemingsverlies in de IB-winst sfeer 2. Deze omzetting van verliezen beperkt zich tot verliezen die zijn ontstaan ter uitoefening van de onderneming, beleggingsverliezen kunnen dan ook niet worden meegenomen naar de IB-winst. Winstberekening voor in het buitenland gestalde vaste inrichtingswinsten Met ingang van 1 januari 2012 is artikel 14c lid 2 gewijzigd door de introductie van de objectvrijstelling voor vaste inrichtingen (hierna v.i.) in het buitenland. In de situatie tot en met 2011 konden in Nederland gevestigde ondernemingen het Nederlandse resultaat verrekenen met het resultaat van een buitenlandse v.i. Bij een geruisloze terugkeer uit de rechtspersoon ontstaat een ontbindingswinst. De in het buitenland gestalde winsten konden worden aangewend om de Nederlandse ontbindingswinst te verkleinen. Gestalde winsten zijn winsten die in Nederland nog niet tot voorkoming van dubbele belasting hebben geleid. Winsten uit het buitenland kunnen in Nederland niet in aanmerking worden genomen wanneer de generale winst kleiner is dan de buitenlandse winst 3, met andere woorden de Nederlandse rechtspersoon heeft een negatief binnenlands resultaat. In dit geval zou anders de breuk ter voorkoming van dubbele belasting groter dan één worden. Het bedrag aan buitenlandse winst dat boven de wereldwinst uitkomt kan niet worden meegenomen in de voorkoming van dubbele belasting en wordt daarom gestald in de buitenlandse onderneming. De in het buitenland gestalde winsten kunnen met behulp van de doorschuifregeling worden meegenomen naar het volgende belastingjaar. Zodra de Nederlandse rechtspersoon gebruik maakt van de terugkeerregeling, terwijl er gestalde winsten in buitenland aanwezig zijn, is het mogelijk om de Nederlandse ontbindingswinst te verminderen met in het buitenland gestalde winsten of eventuele verliezen van de generale onderneming. De vermindering van de ontbindingswinst vond 2 Wet vennootschapsbelasting artikel 14c lid 3 3 B.v.d.b artikel 34 4

6 plaats door de gestalde winsten of generale verliezen aan te wenden voor het verhogen van de boekwaarden van activa waarop stille reserves rusten of het in aanmerking van goodwill dan wel het verlagen van fiscale reserves. Dit in aanmerking nemen diende naar evenredigheid plaats te vinden. In de wet en de standaardvoorwaarden wordt niet duidelijk vermeld of bij het naar evenredigheid ophogen van de boekwaarden, het in aanmerking nemen van goodwill of het verminderen van fiscale reserves ook de buitenlandse vast inrichting moet worden betrokken. Indien de boekwaarden van de buitenlandse vaste inrichting worden opgehoogd, zal dit leiden tot een onredelijke uitkomst. Immers kan bij het niet gebruik maken van de terugkeerregeling voor de gestalde winst in het belastingjaar dat volgt een belastingvrijstelling worden verkregen, daarentegen heeft het evenredig ophogen van de Nederlandse en buitenlandse boekwaarden tot gevolg dat slechts een gedeelte ten laste van de Nederlandse ontbindingswinst wordt gebracht. Gestalde winsten en generale verliezen worden daarom geheel aangewend voor het ophogen van de boekwaarden van de Nederlandse onderneming. Ook nu wordt een winstreserve gevormd ter grootte van de opgehoogde boekwaarden. Mochten na het ophogen van de boekwaarden nog gestalde winsten resteren, dan worden deze voor 20/45 deel meegenomen naar de voortzettende aandeelhouder. Per 1 januari 2012 is de bovenstaande systematiek, met de invoering van een objectvrijstelling voor buitenlandse vaste inrichtingen, gewijzigd. De objectvrijstelling voor buitenlandse vaste inrichtingen is terug te vinden in artikel 15e wet VPB. Nu een objectvrijstelling voor buitenlandse vaste inrichtingen geldt, wordt de fiscale behandeling van buitenlandse vaste inrichtingen grotendeels gelijkgetrokken aan die van buitenlandse deelnemingen. In het buitenland behaalde positieve en negatieve resultaten worden uit de wereldwinst geëlimineerd. Het eerdere onderworpenheidsvereiste dat speelde bij de voorkoming van dubbele belasting komt hiermee te vervallen. Wel kunnen verliezen die van een definitief karakter zijn (als bedoeld in art 15i wet VPB) worden aangewend om deze te verrekenen met ontbindingswinsten die ontstaan bij de terugkeer uit de Nederlandse rechtspersonen. Indien na verrekening nog stakingsverliezen resteren, kunnen deze worden meegenomen in de eenmanszaak van de voortzettende ondernemers. De verrekening van buitenlandse stakingsverliezen is krachtens art 14c lid 2 sub a wet VPB gebonden aan nader te stellen voorwaarden. Deze voorwaarden zijn nog niet bekend gemaakt in de vorm van een besluit of anderszins. Uit de wetsgeschiedenis 4 valt af te leiden dat er nader te stellen voorwaarden omtrent de waardering van de vermogensbestanddelen zullen volgen. De objectvrijstelling zal direct vanaf 1 januari 2012 van toepassing zijn op de resultaten van buitenlandse vaste inrichtingen. Overgangsregeling Met de invoering van de objectvrijstelling voor v.i. s heeft de wetgever wel voorzien in een overgangsregeling voor de nog resterende onverrekende winsten die in het buitenland zijn gestald. Hierop blijven de regels van het Besluit voorkoming dubbele belasting (hierna B.v.d.B) ten tijde van 31 december 2011 van toepassing 5. De inhaal- en doorschuifregeling blijven dan ook van gelden. Echter geeft noch de wet noch de parlementaire voorgeschiedenis een duidelijk antwoord op de vraag wat moet gebeuren met de in het buitenland gestalde winsten indien de terugkeerregeling wordt toegepast. Met de wijziging van artikel 14c lid 2 wet VPB is het niet meer mogelijk om buitenlandse v.i. winsten te verrekenen ten tijde van terugkeer. Winstberekening met toepassing van de inhaalregeling voor buitenlandse v.i. Ook met betrekking tot gestalde verliezen in een buitenlandse v.i. geldt de objectvrijstelling met ingang van 1 januari Kamerstukken II 2011/12, 33003, nr. 3, blz B.v.d.b. Artikel 34. 5

7 In de oude situatie op 31 december 2011 kon een Nederlandse onderneming de verliezen van een buitenlandse v.i. of vaste vertegenwoordigingen in Nederland in aanmerking nemen. Het negatieve resultaat verlaagde het wereldinkomen en leidde zo tot een directe verlaging van de Nederlandse belastinggrondslag. Als de buitenlandse onderneming in de jaren die volgenden winst behaalde, is de winst in de normale situatie vrijgesteld ter voorkoming van dubbele belasting. In deze situatie werden verliezen in aanmerking genomen en winsten niet belast. Deze onbalans had de wetgever opgelost doormiddel van de inhaalregeling 6. In deze regeling werden per mogendheid gemaakte verliezen voorwaarts meegenomen naar eventueel latere winstgevende jaren. Tijdens de jaren van winstgevendheid werd de buitenlandse winst, die is vrijgesteld door de voorkoming van dubbele belasting, verminderd met de in het verleden behaalde verliezen. Indien de terugkeerregeling werd toegepast terwijl er nog onverrekende verliezen in het buitenland aanwezig waren, dan had dit tot gevolg dat de in het buitenland aanwezige stille reserves en niet geactiveerde goodwill werden aangewend om de onverrekende verliezen te verminderen. Dit leidde tot hogere boekwaarden van buitenlandse activa. De winsten behaald met de opwaardering van activa waren in Nederland belast met vennootschapsbelasting en omdat in dit geval de inhaalregeling van toepassing was, werd geen voorkoming van dubbele belasting verleend. Wat resteerde van de buitenlandse onverrekende verliezen moest voor 20/45 deel worden meegenomen 7 naar de voortzettende aandeelhouder. In de voort te zetten onderneming zijn de onverrekende verliezen een inkomstenbelastingclaim van de fiscus en komt dan ook credit op de fiscale balans. Per 1 januari 2012 geldt de objectvrijstelling ook voor negatieve resultaten van buitenlandse vaste inrichtingen. In de nieuwe regeling van de objectvrijstelling komen buitenlandse verliezen alleen in aftrek op Nederlandse resultaten indien deze definitief 8 zijn. Echter wordt de objectvrijstellingsregeling pas van kracht, zodra de buitenlandse verliezen uit het verleden zijn verrekend met winsten uit toekomstige bedrijfsjaren. Artikel 33b wet VPB (overgangsregeling) laat buitenlandse v.i. verliezen alleen onder de objectvrijstelling vallen zodra alle negatieve resultaten uit een buitenlandse v.i. staat zijn verrekend met buitenlandse winsten uit die v.i. staat. De in 2011 resterende buitenlandse verliezen worden per beschikking 9 vastgesteld. Overgangsregeling Wordt de terugkeerregeling toegepast terwijl er nog onverrekende verliezen in de buitenlandse v.i. aanwezig zijn, dan vindt naar mijn mening de objectvrijstelling geen toepassing. Immers zijn alle verliezen nog niet ingehaald met buitenlandse winsten uit die staat. Omdat artikel 14c lid 2 wet VPB geen mogelijkheden biedt om de verliezen te verrekenen, dreigt de belastingclaim verloren te gaan. Noch de wet noch de wetsgeschiedenis voorziet in een duidelijke oplossing. 2.2 Beëindiging van de terbeschikkingstelling Indien een aandeelhouder met een aanmerkelijk belang vermogensbestanddelen ter beschikking stelt aan een rechtspersoon, dan worden de behaalde resultaten uit de ter beschikkingstelling belast als overige werkzaamheid. Bij toepassing van de terugkeerregeling wordt de rechtspersoon ontbonden en stopt hiermee ook de overige werkzaamheid van de ter beschikking stellende aandeelhouder. Dit heeft een afrekening over het resultaat en de stille reserves tot gevolg. Om een dergelijke afrekening te 6 B.v.d.b Artikel 35 7 B.v.d.b Artikel 9 lid 7 8 Wet vennootschapsbelasting artikel 15i geeft een verdere omschrijving van de vereisten waaraan moet worden voldaan om een buitenlands stakingsverlies in mindering te brengen op de in Nederland belaste winst. 9 B.v.d.b Artikel 43 (tot 2012) 6

8 voorkomen heeft de wetgever een doorschuiffaciliteit 10 opgenomen. Om de doorschuiffaciliteit toe te passen is het vereist dat het ter beschikking gestelde vermogen tot de voortgezette onderneming gaat behoren en de belastingplichtige om toepassing van de faciliteit verzoekt. Indien aan deze vereisten is voldaan, wordt het ter beschikking gestelde vermogen in de voortgezette onderneming opgenomen tegen de boekwaarden van de overige werkzaamheid. Gaat het ter beschikking gestelde vermogen niet behoren tot het ondernemingsvermogen, dan wordt het tegen de waarde economisch verkeer overgebracht naar box 3. In dit geval moet worden afgerekend over stille reserves. Om dit leed te verzachten geeft de wetgever uitstel van betaling 11 voor maximaal tien jaar over de stille reserves en de verschuldigde heffingsrente. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de ondernemer keuzevrijheid heeft met betrekking tot de etikettering 12, voor zover het ter beschikking gestelde vermogen betreft dat tot het keuzevermogen van de onderneming gaat behoren. Deze keuzevrijheid bestaat er niet voor ondernemingsvermogen 13 dat na ontbinding uit de vennootschap wordt verkregen. 2.3 Het aanmerkelijk belang Bepaling van het aanmerkelijk belang inkomen na ontbinding Bij terugkeer uit de rechtspersoon vindt ontbinding van de rechtspersoon plaats. Het vermogen van rechtspersoon komt ten goede aan de aandeelhouders. Over de aanmerkelijk belangclaim dient belasting te worden afgedragen. Ook indien gebruik wordt gemaakt van de terugkeerregeling 14 blijft uitgangspunt van de wetgever om vermogensstijgingen in het aanmerkelijk belang te belasten. De vermogensstijging in het aanmerkelijk belang ziet op twee groepen vermogens, het vermogen dat gaat behoren tot het ondernemingsvermogen en het vermogen dat gaat behoren tot het privévermogen van de aandeelhouder. Vanwege de uiteenlopende fiscale behandeling wordt de belastingheffing ervan apart besproken Vervreemdingsvoordeel van toekomstig ondernemingsvermogen Het vervreemdingsvoordeel van aandelen die zien op ondernemingsvermogen wordt berekend door gebruik te maken van de formule in artikel 4.34 lid 5 van de wet inkomstenbelasting (hierna wet-ib). De waarde van de aandelen wordt gesteld op de waarde in het economische verkeer. De waarde in het economische verkeer wordt berekend door aandelenkapitaal (fiscale balanswaarde), winstreserves, stille reserves en goodwill op te tellen en eventuele privévermogens er vanaf te trekken. Verder heeft een toekomstig te verrekenen verlies effect op de waarde van de aandelen, de waarde stijgt indien er in de toekomst te verrekenen verliezen 15 aanwezig zijn. Om deze waarde te bepalen moet eerst gekeken worden of een vennootschappelijk verlies kan worden verrekend met reeds aanwezige stille reserves. Indien een verlies resteert, dan wordt dit voor 20/45 deel meegenomen naar de IB-winst sfeer (zie 2.1). De waardestijging hiervan wordt gesteld op 50% van 20/45-ste maal het vennootschappelijk verlies dat onverrekend is gebleven. Indien nog onverrekende stille reserves in de onderneming aanwezig zijn, die niet zijn verrekend met verliezen ex artikel 14c lid 2 wet vennootschapsbelasting, dan worden deze stille reserve ex artikel 14c lid 1 wet vennootschapsbelasting doorgeschoven. In de toekomst zal over deze reserves moeten worden afgerekend en dit verlaagt de waarde van het aanmerkelijk belang. De waarde daling wordt berekend door stille reserves te vermenigvuldigen met het 10 Wet inkomstenbelasting artikel Invorderingswet artikel 25 lid Besluit van 27 december 2005, CPP2005/2573M, onderdeel F Besluit van 27 december 2005, CPP2005/2573M, onderdeel F.3. en wet op vennootschapsbelasting artikel 14c lid 4 onderdeel a. 14 Wet inkomstenbelasting artikel 4.16 lid 5 de aanmerkelijk belangclaim die ontstaat bij een ontbinding met toepassing van artikel 14c wet vennootschapsbelasting dient afgerekend te worden. 15 Wet vennootschapsbelasting artikel 14c lid 3 bepaalt de te verrekenen ondernemingsverliezen in de IB-winst sfeer. 7

9 vennootschaps belastingtarief. In de laatste stap van de waardebepaling wordt de verkrijgingsprijs van de aandelen van de waarde economisch verkeer afgetrokken. Indien sprake is van ondernemings- en privévermogen, wordt de verkrijgingsprijs naar evenredigheid toegerekend aan het ondernemings- en privévermogen. Bij een evenredige toerekening wordt gebruik gemaakt van onderstaande breuk % & é. 20%. Een voorbeeld uitwerking is opgenomen in het appendix. Over het uiteindelijk vastgestelde vervreemdingsvoordeel van het aanmerkelijk belang is belasting verschuldigd. Echter kan de belastingplichtige verzoeken om de aanmerkelijk belangclaim om te zetten 16 in een IBwinstclaim om op deze manier de afrekening uit te stellen. Indien het vervreemdingsvoordeel negatief is, is afrekenen over de resultaten van het aanmerkelijk belang uitgesloten. Het vervreemdingsvoordeel wordt dan door de wetgever op nihil gesteld 17. Het negatieve vervreemdingsvoordeel wordt wel meegenomen in de bepaling van de terugkeerreserve 18. Vervreemdingsvoordeel van toekomstig privévermogen Bij het berekenen van het vervreemdingsvoordeel voor toekomstig privévermogen wordt gebruik gemaakt van artikel 4.34 lid 3 wet-ib. In dit geval vindt de terugkeerregeling geen toepassing en kunnen geen verliezen ex artikel 14c lid 3 wet VPB worden doorgeschoven. Dit betekent dat er direct vennootschapsbelasting verschuldigd is over betreffende stille reserves. Deze schuld vermindert het vervreemdingsvoordeel. De vermindering is gelijk aan de stille reserves vermenigvuldigt met het vennootschaps belastingtarief. Tot slot moet de evenredig bepaalde verkrijgingsprijs van de waarde in het economisch verkeer worden afgetrokken. Als het berekende vervreemdingsvoordeel positief is, is hierover belasting verschuldigd. Een voorbeeld uitwerking is opgenomen in het appendix. De belastingclaim kan niet worden doorgeschoven. Een negatief vervreemdingsvoordeel wordt omgezet in een aanmerkelijk belangverlies en kan worden verrekend 19 met winsten uit het voorafgaande jaar of negen volgende jaren. Door ontbinding van de rechtspersoon houdt ook het aanmerkelijk belang op te bestaan. Indien winsten dan niet met het voorafgaande jaar kunnen worden verrekend, kan worden gekozen om de verliezen om te zetten 20 in een belastingkorting. 2.4 De terugkeerreserve Bepaling van de terugkeerreserve Bij het bepalen van de terugkeerreserve dient men in het achterhoofd te houden dat de gecombineerde belastingdruk van een rechtspersoon ongeveer gelijk is aan die van een eenmanszaak of personenvennootschap. Bij ontbinding van de rechtspersoon kunnen de stille reserves, fiscale reserves en goodwill dan ook worden doorgeschoven zonder enig claim verlies voor de fiscus. De onderneming wordt in dit geval voortgezet met de oude boekwaarden. Het vormen van een terugkeerreserve wordt noodzakelijk zodra vermogenswinsten in de rechtspersoon niet de normale weg bewandelen waarin eerst vennootschapsbelasting wordt berekend over stille reserves en vervolgens aansluitend de aanmerkelijk belangclaim hierover wordt bepaald. Gedacht kan worden aan een waardestijging van de aanmerkelijk belang aandelen doordat het vermogen van de onderneming toeneemt (bijv. door het ontstaan van winstreserves). De terugkeerreserve komt in beeld zodra er aanmerkelijk belang winsten resteren waarover via de normale weg 16 Wet inkomstenbelasting artikel 4.42a lid 1 17 Wet inkomstenbelasting artikel 4.24a 18 Wet inkomstenbelasting artikel 3.54a lid 2 19 Wet inkomstenbelasting artikel 4.49 lid 1 20 Wet inkomstenbelasting artikel 4.53 lid 1 8

10 niet is afgerekend. Om de aanmerkelijk belang winst te bepalen 21 wordt gebruik gemaakt van de volgende formule Het vervreemdingsvoordeel wordt hier vastgesteld als overeenkomstig besproken in 2.3 Met betrekking tot de stille reserves die op grond van artikel 14c lid 1 wet VPB zijn vastgesteld, wordt slecht 80% in aanmerking genomen. Immers rust op de stille reserves nog een VPB-claim ter grote van minimaal 20%. Van de aanmerkelijk belang winsten wordt slechts de helft doorgeschoven naar de IB-winst sfeer. Dit omdat de belastingdruk op aanmerkelijk belang globaal de helft bedraagt van de belastingdruk in de IB-winst sfeer. Uit de formule kan worden afgeleid dat er een positieve terugkeerreserve ontstaat indien de waarde van de aandelen hoger is op het moment van vervreemden dan op het moment van verkrijgen, er heeft een vermogensstijging plaats gevonden. Een negatieve terugkeerreserve behoort ook tot de mogelijkheden. Tijdens de terugkeer wordt de vennootschap belastingclaim en aanmerkelijk belang claim over de stille reserves in de rechtspersoon omgezet in een IB-wist claim, om zo de onderneming met de oude boekwaarden voor te zetten. In sommige gevallen is er reeds afgerekend over (een gedeelte van) de aanmerkelijk belang claim en zou de belastingplichtige zo tekort worden gedaan. Deze situatie doet zich onder andere voor indien de belastingplichtige kort voor het gebruik van de terugkeerregeling het aanmerkelijk belang heeft verkregen. In dit geval heeft de vervreemder reeds afgerekend over de aanmerkelijk belangclaim die rustte op de aandelen. Deze aanmerkelijk belangclaim komt voort uit de stille reserves die ten tijde van het vervreemden van de aandelen aanwezig waren in de onderneming. Om te voorkomen dat de nieuwe aandeelhouder nogmaals over dezelfde stille reserves een aanmerkelijk belangclaim krijgt, wordt een terugkeerreserve gevormd. De terugkeerreserve kan in dit geval negatief worden, indien reeds in het verleden over een groot deel van de aanmerkelijk belangclaim is afgerekend. Als in de rechtspersoon verliezen uit het verleden zijn verrekend met stille reserves, fiscale reserves of goodwill, zoals besproken in 2.1 dan wordt er een winstreserve gevormd ter grootte van het verrekende verlies. Over de winstreserve is geen vennootschapsbelasting verschuldigd, maar deze wordt wel aangemerkt als een vermogensstijging in het aanmerkelijk belang. De vermogenstijging door de winstreserve heeft daarom een positief effect op de te vormen terugkeerreserve. Dit is verder uitgewerkt aan de hand van een voorbeeld dat is te vinden in het appendix. Afrekening over de terugkeerreserve Over de gevormde terugkeerreserve dient bij staking van de voortgezette onderneming te worden afgerekend. De terugkeerreserve wordt dan toegevoegd aan de stakingswinst. Wordt de onderneming gedeeltelijk gestaakt, dan wordt een terugkeerreserve alleen naar evenredigheid toegevoegd indien de terugkeerreserve een positief saldo heeft. De minister heeft besloten dat het niet is toegestaan om op een tijdstip voorafgaand 22 aan de staking af te rekenen over de terugkeerreserve. Indien de onderneming wordt doorgeschoven op basis van artikel 3.63 wet-ib, dan dient over de terugkeerreserve te worden afgerekend. Een doorschuiving vanwege ontbinding van huwelijksgemeenschap 23, door echtscheiding of overlijden, verloopt wel geheel geruisloos. Over de terugkeerreserve kan in dit geval niet worden afgerekend. 21 Wet inkomstenbelasting artikel 3.54a lid 2 en 3 22 Besluit van 27 december 2005, CPP 2005/2573M, onderdeel G Wet inkomstenbelasting artikel

11 Besluit de ondernemer zijn onderneming weer te drijven in een rechtspersoon, dan dient bij een geruisloze omzetting afgerekend 24 te worden over de positieve terugkeerreserve. Een negatieve terugkeerreserve komt in dit geval te vervallen specifieke regelingen Ik bespreek een aantal specifieke regelingen die hun invloed kunnen hebben op de bepaling van de vennootschapswinst en de vorming van een terugkeerreserve. De wetgever biedt in deze gevallen de mogelijkheid om belastingen op forfaitaire wijze vast te stellen. De ondernemer wordt de keus geboden of hij gebruik maakt van de regeling of de winst op reguliere wijze wenst vast te stellen. Een van dergelijke regelingen is de tonnageregeling in de Nederlandse scheepvaart. Tonnageregeling De tonnageregeling geeft de belastingplichtige die een schip exploiteert de mogelijkheid om de winst op forfaitaire wijze 26 vast te stellen. Onder de exploitatie wordt verstaan het in eigendom of mede-eigendom hebben of in belangrijke mate (meer dan 30%) het beheer van het schip verrichten. Indien men een beroep doet op de terugkeerregeling, wordt de rechtspersoon omgezet in een IB-winst onderneming. De aandeelhouders drijven na terugkeer de onderneming als natuurlijk persoon. De voortzetters dienen de posten van de fiscale openingsbalans overeenkomstig de slotbalans van de rechtspersoon op te nemen. Wel is het toegestaan om wijzigingen aan te brengen in het waarderingsstelsel, zolang de stelselwijziging niet is gericht op een incidenteel fiscaal voordeel. Na terugkeer uit de rechtspersoon kan de tonnageregeling worden voortgezet in de IB-winst. Er kunnen in dit geval nadere voorwaarden worden gesteld aan de terugkeer, dit vanwege de tonnageregeling als waarderingsstelsel. In dit geval is een inspecteur niet gemachtigd om zelfstandig op een verzoek tot fiscaal geruisloze terugkeer te beslissen. Landbouwvrijstelling Waardeveranderingen van landbouwgronden die zijn aangewend in het kader van een landbouwbedrijf zijn vrijgesteld 27 van de winstbepaling. Deze vrijstelling geldt voor IBondernemers en rechtspersonen. De objectieve vrijstelling zorgt ervoor dat een verschil in de boekwaarde en de economische waarde niet wordt vrijgesteld op grond van artikel 14c wet VPB, maar op grond van de landbouwvrijstelling. De waardeverandering behoort immers niet tot de winst. Echter rust wel een aanmerkelijkbelangclaim op de stille reserves. Op grond van artikel 4.42a lid 1 wet-ib kan deze claim worden omgezet in een IB-winstclaim, dit gebeurt door de claim op te nemen in de terugkeerreserve. De stille reserve komt bij de berekening van de terugkeerreserve tot uitdrukking door de hogere waarde in het economisch verkeer. 24 Wet inkomstenbelasting artikel 3.65 lid 1 25 Wet inkomstenbelasting artikel 3.65 lid 3 26 Wet Inkomstenbelasting artikel Wet Inkomstenbelasting artikel

12 Hoofdstuk 3 Voorwaarden voor fiscaal geruisloze terugkeer Om de fiscaal geruisloze terugkeer te kunnen toepassen, moet voldaan worden aan voorwaarden. Uit artikel 14c lid 1 wet VPB volgt dat de minister nadere voorwaarden kan stellen aan de toepassing van de fiscaal geruisloze terugkeer. De voorwaarden zijn opgenomen in het besluit 28 van 20 februari 2003 en artikel 14c wet VPB. De kernpunten van de gestelde wettelijke en ministeriële voorwaarden worden besproken. 3.1 Wettelijke gestelde eisen ten aanzien van de ministeriële voorwaarden In artikel 14c lid 1 wet VPB wordt aan de minister de mogelijkheid geboden nadere voorwaarden te stellen aan het gebruik van de terugkeerregeling. Lid 6 van het artikel gaat verder in op de nader te stellen voorwaarden. Zo wordt een toetsingskader opgelegd aan de nader te stellen voorwaarden. De voorwaarden mogen slechts betrekking hebben op de heffing en invordering van de inkomsten- en vennootschapsbelasting. Daarbij wordt de mogelijkheid geboden voorwaarden te stellen met betrekking tot de jaarwinst en reserves, de economische waarde van vermogensbestanddelen, de verdeling van verliezen of vermogensbestanddelen over meerdere ondernemers, de voortgang van de vereffening van de vermogensbestanddelen en tot slot de financiering van de IB-onderneming bij aanvang. 3.2 Gestelde eisen ten aanzien van de rechtspersoon De wet stelt eisen aan rechtspersonen die een beroep doen op de terugkeerregeling. De wet stelt eisen op het gebied van de oprichting, vestiging, activiteiten en ontbinding. De vereisten worden in meer detail besproken. Oprichtingseis De rechtspersonen dienen naar Nederlands recht te zijn opgericht, daaronder te verstaan de naamloze en besloten vennootschappen. Indien de rechtspersonen zijn opgericht naar buitenlands recht, gelden drie cumulatieve vereisten 29. De buitenlandse rechtspersoon moet gelijkgesteld zijn aan een Nederlandse rechtspersoon, dit houdt in dat er sprake moet zijn van een rechterspersoon waarvan het kapitaal is verdeeld in aandelen. De rechterspersoon dient naar het recht van één van de volgende staten te zijn opricht Nederlandse Antillen, Aruba, een lidstaat van de Europese Unie, een staat waarmee Nederland een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten wat tevens een bepaling bevat die discriminatie van rechtspersonen naar nationaliteit verbiedt. Tot slot moet de aard en de inrichting 30 van de buitenlandse rechtspersoon vergelijkbaar zijn met de Nederlandse rechterspersoon. Vestigingseis De terugkeerregeling is gericht op in Nederland gevestigde rechtspersonen. Toch biedt de terugkeerregeling ook mogelijkheden voor in het buitenland gevestigde rechterspersonen. De wet stelt drie cumulatieve eisen 31. Er dient een vaste inrichting in Nederland aanwezig te zijn. In de belastingregeling of het besluit ter voorkoming van dubbele belasting dient het heffingsrecht te zijn toegewezen aan Nederland. De werkelijke leiding dient zich te bevinden op de Nederlandse Antillen, Aruba, een lidstaat van de Europese Unie of een staat waarmee Nederland een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting heeft afgesloten en wat tevens een bepaling bevat die discriminatie van rechtspersonen naar nationaliteit verbiedt. 28 Besluit van 20 februari 2003, CPP2002/3267M. 29 Wet inkomstenbelasting Artikel 14c lid Artikel 7ab Uitvoeringsbesluit vennootschapsbelasting 1971 geeft een verdere invulling aan het begrip naar aard en inrichting vergelijkbaar. 31 Wet vennootschapsbelasting Artikel 14c lid 4 sub b. 11

13 Activiteiteneis De rechtspersoon dient een materiële onderneming te drijven. Dit houdt in dat de onderneming dient deel te nemen aan het economisch verkeer. Een onderneming neemt niet deel aan het economische verkeer wanneer zij diensten verricht aan een besloten groep afnemers die nauwelijks kan wijzigen of de verrichte diensten een algemene belangenbehartiging van leden betreft. Een materiële onderneming dient een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid te zijn. In lijn met de jurisprudentie is er sprake van arbeid indien men meer dan normaal vermogensbeheer uitoefent door eigen capaciteiten en relaties te gebruiken om een extra voordeel te behalen. De jurisprudentie op het gebied van kapitaal laat zien dat vooral het ondernemersrisico, het aantal opdrachtgevers en het debiteurenrisico doorslaggevend is in de bepaling of sprake is van een onderneming. Bij de oprichting van een rechtspersoon wordt vaak gekozen voor een gehele holdingstructuur. De werkmaatschappijen die zijn opgenomen in de holdingstructuur verrichten vaak de activiteiten en enkel deze rechtspersonen kwalificeren daarom als materiële onderneming. Omdat de materiële onderneming geen natuurlijke personen als aandeelhouder hebben, is een geruisloze terugkeer voor de werkmaatschappijen onmogelijk 32. De holdingmaatschappijen drijven geen materiële onderneming en voldoen hiermee niet aan de activiteiteneis die is gesteld. Het vormen van een fiscale eenheid voldoet in dit geval niet, omdat de verschillende ondernemingen civielrechtelijk nog steeds als verschillende ondernemingen worden aangemerkt die niet voldoen aan het aandeelhoudersvereiste of het activiteitenvereiste. Om toch gebruik te kunnen maken van de terugkeerregeling kan men de holding- en werkmaatschappijen laten fuseren 33. Wat overblijft is een materiële onderneming die voldoet aan de activiteiteneis. Een andere mogelijkheid is om de holdingmaatschappij de aandelen, die het houdt in materiële ondernemingen, te laten vervreemden aan natuurlijke personen. Ontbindingseis Toepassing van de terugkeerregeling vereist 34 dat de rechtspersoon wordt ontbonden. Uit de ontbindingseis vloeit voort dat, indien gekozen wordt voor de terugkeerregeling, alle aandeelhouders gebruikmaken van de regeling. Het ontbindingbesluit wordt genomen door de algemene vergadering van aandeelhouders. De rechtspersoon in liquidatie blijft bestaan tot alle lopende transacties zijn afgehandeld. In het volgende hoofdstuk wordt de ontbindingeis en de gevolgen ervan in meer detail besproken. 3.3 Gestelde eisen ten aanzien van de voortzettende ondernemer Natuurlijke personen als aandeelhouders Om gebruik te kunnen maken van de terugkeerregeling, is vereist dat de aandeelhouders natuurlijke personen zijn. Hierbij is niet van een belang of een aandeelhouder een aanmerkelijk belang in de onderneming heeft. Ook aandeelhouders waarvan het vermogen zich in box 3 bevindt kunnen deelnemen aan de terugkeerregeling. In dit geval wordt geen rekening gehouden met een vervreemdingsvoordeel van het aanmerkelijk belang pakket. Ook de bepaling van een terugkeerreserve blijft in dit geval achterwege. De VPB-claim, bestaande uit stille reserves, fiscale reserves en goodwill, wordt direct omgezet in een IBwinst claim. Bij de omzetting wordt geen rekening gehouden met de belasting die reeds is voldaan over de forfaitair gestelde waardestijging. De terugkeerregeling is dan ook niet erg aantrekkelijk voor een box-3 aandeelhouder. Immers is men in dit geval nogmaals belasting verschuldigd over de waardestijging die heeft plaatsgevonden in box 3. Voortzettingseis 32 Besluit van 27 december 2005, CPP2005/2573M, antwoord op vraag B1. 33 Besluit van 20 februari 2003, CPP2002/3267M, antwoord op vraag B4. 34 Wet inkomstenbelasting Artikel 14c lid 1. 12

14 Toepassing van de terugkeerregeling vereist dat de aandeelhouders de onderneming voortzetten in de IB-winst sfeer. Een inspecteur beoordeelt op het moment van civielrechtelijk overdragen of aan het voortzettingsvereiste 35 wordt voldaan. Aan het voortzettingvereiste wordt niet voldaan indien de overdracht deel uitmaakt van een geheel van rechtshandelingen die er op zijn gericht de onderneming over te dragen of te liquideren. Echter is het wel toegestaan om een rechtspersoon te ontbinden en in afgeslankte vorm voort te zetten in de IB-winst sfeer. Een gedeeltelijke staking is toegestaan, zolang het voort te zetten bedrijfsgedeelte kan worden aangemerkt als een materiële onderneming. Hierbij is vereist dat de onderneming deelneemt aan het economische verkeer en een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid betreft. Ongewijzigde gerechtigdheid Het uitgangspunt van de terugkeerregeling is een ongewijzigde gerechtigdheid na gebruik van de terugkeerregeling. Hiermee wil de wetgever voorkomen dat een aandeelhouder tijdens de terugkeer geruisloos een aandeel vervreemdt aan een medeaandeelhouder. De verhouding van gerechtigdheid tot het vermogen van de IB-onderneming zelf behoeft niet gelijk te blijven na toepassing van de terugkeerregeling. Zo kunnen activa tot het buitenvennootschappelijk vermogen van een vennoot gaan behoren. Om te bepalen of de gerechtigdheid wijzigt, dient het buitenvennootschappelijk vermogen en het gerechtigde V.O.F. vermogen te worden opgeteld 36. De toedeling van het buitenvennootschappelijk en het vennootschapsvermogen bepaalt de gerechtigdheid van een vennoot. Indien de winstverdeling van de V.O.F wijzigt ten opzichte van het aandelen bezit in de rechtspersoon, dan wijzigt tevens de toedeling van de stille reserves die rusten op het bedrijfsvermogen. Hiermee dient tevens rekening te worden gehouden bij de bepaling van de gerechtigdheid van een vennoot. Dit wordt aan de hand van een voorbeeld toegelicht in het appendix. Indien de gerechtigdheid na terugkeer is gewijzigd, leidt dit een afwijzing 37 van het verzoek tot geruisloze terugkeer. 3.4 Standaardvoorwaarden De standaardvoorwaarden 38 vormen een aanvulling op de wettelijke vereisten die worden gesteld aan de terugkeerregeling. De standaardvoorwaarden één tot en met drie zien op wijziging van de verhouding eigen vermogen staat tot vreemd vermogen. Een verschuiving van deze verhouding leidt in veel gevallen tot boxarbitrage. Vanwege het analytische karakter van de inkomstenbelasting is boxarbitrage erg aantrekkelijk. Indien de voort te zetten ondernemer de vermogensbestanddelen van de rechtspersoon koopt met geleend geld, behoort de lening tot het ondernemingsvermogen. De rentekosten zijn in box 1 aftrekbaar. De rechtspersoon die de overdrachtsprijs ontvangt zal het resterende eigen vermogen aan de voortzettende aandeelhouder uitkeren in de vorm van een liquidatie-uitkering. De liquidatie-uitkering is belast in box 3. Om deze vorm van arbitrage te voorkomen bepaalt standaardvoorwaarde 1 dat de zowel de aangegane lening ter verkrijging van de onderneming als de ontvangen liquidatie-uitkering onder de rendementsgrondslag van box 3 vallen. Zijn de aandelen van de terug te keren rechtspersoon verkregen van een verbonden rechtspersoon en is de koopsom schuldig gebleven, dan wordt deze lening als een schuld in box 2 opgenomen. De rente is tegen een tarief van 25% aftrekbaar. Na gebruik te maken van de terugkeerregeling wordt de lening in box 1 in aanmerking genomen. De rente is tegen het progressieve tarief aftrekbaar. De uiteindelijk verkregen koopsom van het verbonden lichaam wordt als dividend uitgekeerd. De verkoopopbrengst/ dividend wordt in box 3 in 35 Besluit van 27 december 2005, CPP2005/2573M, antwoord op vraag D4. 36 Besluit van 27 december 2005, CPP2005/2573M, antwoord op vraag D2.2 wordt dit verder uitgewerkt aan de hand van een voorbeeld. 37 Wet inkomstenbelasting Artikel 14c lid Besluit van 20 februari 2003, CPP2002/3276M. 13

15 aanmerking genomen. Standaardvoorwaarde 2 ondervangt deze arbitrage door deze vorm van financiering, tot drie jaar teruggaand, als box 2 schuld te laten bestaan. De rente is aftrekbaar tegen het tarief van 25%. Bij een fiscaal geruisloze terugkeer kunnen niet alle activa en passiva van de rechtspersoon worden meegenomen naar de IB-onderneming. Een aandelenportefeuille zal bijvoorbeeld verplicht tot het privévermogen van de ondernemer gaan behoren. En voor pensioenen is vereist dat deze worden overgedragen aan een eigen pensioen-b.v. of een professionele verzekeraar. Dergelijke balansposten, die na de terugkeer niet tot het ondernemingsvermogen gaan behoren of dienen ter dekking van schulden die niet tot het ondernemingsvermogen gaan behoren, worden van de fiscale balans verwijderd. Aan deze balansposten worden bezittingen dan wel schulden gekoppeld en worden gezamenlijk van de fiscale balans verwijderd. Aan activa worden schulden gekoppeld met de op dat moment hoogste rentepercentages. Dit zijn immers de schulden die een ondernemer als eerste zal aflossen, althans zo redeneert de minister. Een uitwerking van standaardvoorwaarde 3 is opgenomen in het appendix. Om te voorkomen dat bij de terugkeer schulden van de balans verdwijnen, kan een ondernemer overgaan tot dividenduitkering. Dit verstoort wederom de verhouding eigen vermogen en vreemd vermogen. Standaardvoorwaarde 3 voorkomt dit door dividenduitkering, tot drie jaar terug, voor het bruto bedrag in aanmerking te nemen. Een aantal standaardvoorwaarden zijn opgesteld om fiscale boekwaarden op een rechtvaardige wijze vast te stellen. Dit draagt eraan bij dat de fiscus een goede positie heeft met betrekking tot de invordering van belastingen. Indien er meerdere aandeelhouders de onderneming voortzetten en er onverrekenbare verliezen (als bedoeld in 2.1) aanwezig zijn, dan moeten deze krachtens standaardvoorwaarde 7 evenredig over de voortzettende ondernemers worden verdeeld. Standaardvoorwaarde 9 bepaalt dat indien de gezamelijke boekwaarde van de onderneming hoger is dan de waarde in het economische verkeer, de activa op waarde economisch verkeer dienen te worden gewaardeerd. Hiermee worden latente verliezen in behandeling gelijkgesteld aan onverrekende verliezen en is artikel lid 8 wet-ib eveneens van toepassing. Bij de terugkeer gaan schuld- en vorderingsposities tussen de aandeelhouder en de rechtspersoon teniet door schuldvermenging. Standaardvoorwaarde 12 probeert schulden en vorderingen te neutraliseren alvorens deze teniet gaan door schuldvermenging. Een herwaardering vindt plaats indien de schuld van de rechtspersoon meer bedraagt dan de vordering van de voortzettende ondernemer. De vordering en de schuld van de onderneming worden gewaardeerd op waarde economisch verkeer. Een eventuele winst die wordt gerealiseerd bij de rechtspersoon zal niet leiden tot een VPB heffing 39. Een opwaardering van de TBS-vordering leidt tot een resultaat uit overige werkzaamheden bij de voortzettende ondernemer. Wanneer niet aan de voorwaarden voor geruisloze terugkeer wordt voldaan, dan is alsnog vennootschapsbelasting verschuldigd over de winsten die worden gerealiseerd bij de terugkeer. In standaardvoorwaarde 6 is verder bepaald dat de belastingschuld evenredig over meerdere aandeelhouders wordt verdeeld. 39 Wet vennootschapsbelasting artikel 8 jo. Wet inkomstenbelasting artikel 3.13 lid 1 sub a. 14

16 Hoofdstuk 4 Het ontbindingsvereiste De geruisloze terugkeer vereist dat de rechtspersoon waarin voorheen de onderneming werd gedreven wordt ontbonden. Uit standaardvoorwaarde 4 blijkt het ontbindingsbesluit binnen drie maanden na dagtekening van de beschikking (tot geruisloze terugkeer) moet zijn genomen. Negen maanden na dagtekening van de beschikking dient de rechtspersoon te zijn vereffend, zo blijkt uit standaardvoorwaarde Gedachte achter het ontbindingsvereiste Zowel uit de wet als uit de standaardvoorwaarden komt het ontbindingsvereiste duidelijk naar voren. Dit geeft ten dele het belang weer dat de wetgever hecht aan de ontbinding van de rechtspersoon. Hiermee wil men voorkomen dat er rechtspersonen achterblijven die enkel worden gebruikt voor beleggingsactiviteiten of het beheer van een ouderdagvoorziening. De wetgever streeft ernaar om rechtspersonen die resteren, na gebruik te hebben gemaakt van een specifieke regeling en geen bedrijfsactiviteiten meer bezitten, zo snel mogelijk te ontbinden. Dit om misbruik te voorkomen. 4.2 Gevolgen van het ontbindingsvereiste Het ontbindingsvereiste zorgt vooral voor problemen wanneer pensioen- of lijfrenteverplichtingen aanwezig zijn in de rechtspersoon. Dit heeft een grote invloed op het uiteindelijke gebruik van de terugkeerregeling. Pensioenen Voor een IB-onderneming is het onmogelijk om een pensioenvoorziening te beheren voor de ondernemer. Door schuldvermenging zal de pensioenverplichting opgaan in het vermogen van de ondernemer. Dit vereist dat met de ontbinding van de rechtspersoon de aandeelhouder afstand doet van de zijn rechten of deze overdraagt aan een derde. Indien de pensioenverplichting niet wordt overgedragen bij de terugkeer, wordt bij ontbinding van de rechtspersoon ervan uitgegaan dat men afziet van de eventueel voor verwezelijking vatbare rechten. Bij terugkeer wordt allereerst stilgestaan bij het feit of de rechten wel voor verwezelijking vatbaar zijn. Bij de bepaling of een recht uitwinbare 40 mogelijkheden heeft moet rekening worden gehouden met zowel economische en juridische factoren. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar de positie van preferente schuldeisers. Een eventueel voordeel dat ontstaat bij het prijsgeven van de rechten wordt niet belast 41 bij de ondernemer. De winst die in de rechtspersoon ontstaat door de vrijval van de pensioenverplichting levert in beginsel een winst op, echter is deze kwijtscheldingswinst 42 onbelast. Wordt afstand gedaan van een voor verwezelijking vatbaar recht, dan is dit belast met loonbelasting. Tevens riskeert men een boete 43. Het vermogen dat vrijkomt in de rechtspersoon door af te zien van een voor verwezelijking vatbaar recht wordt gezien als een informele kapitaalstorting. Deze kapitaalstorting is onbelast. Wel heeft deze informele kapitaalstoring invloed op de verkrijgingsprijs van de aandelen en dus de hoogte van de terugkeerreserve. De rechtspersoon kan de pensioenverplichting afkopen. Het vermogen wordt dan aan de ondernemer uitbetaald en de verplichting wordt van de balans verwijderd. Deze afkoop is 40 Besluit van 27 december 2005, CPP2005/2573M, onderdeel G Wet loonbelasting Artikel 19b lid 1 onderdeel c. 42 Wet inkomstenbelasting Artikel 3.13 lid 1 onderdeel a. 43 Wet vennootschapsbelasting Artikel 23a. 15

2014 -- Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 8

2014 -- Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 8 Inkomstenbelasting winst 8 programma Bijzonderheden overdracht onderneming Van eenmanszaak naar vof voorbehoud stille reserves buitenvennootschappelijk vermogen afrekenen buiten de boeken om ingroeiregeling

Nadere informatie

Geruisloze terugkeer uit de BV

Geruisloze terugkeer uit de BV Geruisloze terugkeer uit de BV Welke voorwaarden spelen een rol bij een fiscaal geruisloze terugkeer uit de BV volgens de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Wet inkomstenbelasting 2001 en hoe

Nadere informatie

Verkoop onderneming aan kinderen

Verkoop onderneming aan kinderen Verkoop onderneming aan kinderen Waar moeten ouders van een eenmanszaak of een vof (vennootschap onder firma) op letten bij de verkoop van de onderneming van de zoon of dochter? Dit artikel benoemt de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vennootschapsbelasting; art. 14c; geruisloze terugkeer

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vennootschapsbelasting; art. 14c; geruisloze terugkeer STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 62988 9 november 2018 Vennootschapsbelasting; art. 14c; geruisloze terugkeer Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen

Nadere informatie

Checklist Deelnemingsvrijstelling

Checklist Deelnemingsvrijstelling Checklist Deelnemingsvrijstelling Wie een (persoonlijke) holding bezit met daarin aandelen in een werkmaatschappij, zal al snel achter het belang van de deelnemingsvrijstelling komen. De deelnemingsvrijstelling

Nadere informatie

2017 Erf- en schenk belasting en de Bedrijfs opvolgingsregeling

2017 Erf- en schenk belasting en de Bedrijfs opvolgingsregeling Belastingdienst 2017 Erf- en schenk belasting en de Bedrijfs opvolgingsregeling Als u een onderneming erft of geschonken krijgt, dan moet u over de waarde van die onderneming erf- of schenkbelasting betalen.

Nadere informatie

Voorwaarden voor de toepassing van artikel 14c van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Besluit van 20 februari 2003, nr.

Voorwaarden voor de toepassing van artikel 14c van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Besluit van 20 februari 2003, nr. Voorwaarden voor de toepassing van artikel 14c van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Besluit van 20 februari 2003, nr. CPP2002/3267M) Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling,

Nadere informatie

2011 -- HRo - Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 6

2011 -- HRo - Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 6 0 -- HRo - Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 6 Inkomstenbelasting winst 6 programma Inbreng eenmanszaak in BV Herhaling stakingswinst en stakingsaftrek Motieven voor oprichten BV Nadelen van inbreng eenmanszaak

Nadere informatie

Bijlage: overzicht regelingen omtrent bedrijfsbeëindiging per 1 januari 2010

Bijlage: overzicht regelingen omtrent bedrijfsbeëindiging per 1 januari 2010 Bijlage: overzicht regelingen omtrent bedrijfsbeëindiging per 1 januari 2010 Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de diverse regelingen omtrent bedrijfsbeëindiging in de Wet op de inkomstenbelasting

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting -- Deel 5

Vennootschapsbelasting -- Deel 5 Programma voor vandaag Bedrijfsfusie Let op: dit materiaal wordt ook gebruikt in presentatie 2 van GBE3.2! Juridische fusie Juridische splitsing Omzetting rechtspersoon Terugkeerregeling 1 Wat is een fusie

Nadere informatie

HRo - Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 6

HRo - Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 6 0 -- HRo - Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 6 Inkomstenbelasting winst 6 programma Inbreng eenmanszaak in BV Herhaling stakingswinst en stakingsaftrek Motieven voor oprichten BV Nadelen van inbreng eenmanszaak

Nadere informatie

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 5

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 5 Programma voor vandaag Bedrijfsfusie Juridische fusie Let op: dit materiaal wordt ook gebruikt in presentatie 2 van GBE3.2! Wat is een fusie Een fusie is het samengaan van twee meer ondernemingen die daarna

Nadere informatie

ESJ Accountants & Belastingadviseurs

ESJ Accountants & Belastingadviseurs ESJ Accountants & Belastingadviseurs Het realiseren van vermogen vanuit een vennootschap Juni 2013 Maurice de Clercq Programma Realiseren van vermogen 1. Inleiding 2. Emigratie België 3. Luxemburg/ Curaçao

Nadere informatie

Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting.

Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting. Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting. 1. Algemeen systeem. De wet voorziet in diverse gedetailleerde

Nadere informatie

HRo - Inkomstenbelasting - Aanmerkelijk belang -- Deel 2

HRo - Inkomstenbelasting - Aanmerkelijk belang -- Deel 2 Inkomstenbelasting AB 2 programma Verdieping aanmerkelijk belang Fictieve vervreemding, doorschuifregeling en fictief AB Bijzondere regelingen Vruchtgebruik Vervreemdingsprijs bij betaling in termijnen

Nadere informatie

2014 -- Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 6

2014 -- Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 6 0 -- Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 6 Inkomstenbelasting winst 6 programma Inbreng eenmanszaak in BV Herhaling stakingswinst en stakingsaftrek Motieven voor oprichten BV Nadelen van inbreng eenmanszaak

Nadere informatie

Kluwer Online Research Vermogende Particulieren Bulletin Geruisloze omzetting eenmanszaak heroverwogen

Kluwer Online Research Vermogende Particulieren Bulletin Geruisloze omzetting eenmanszaak heroverwogen Vermogende Particulieren Bulletin Geruisloze omzetting eenmanszaak heroverwogen Auteur: Mr. E. Alink[1] Elders in deze uitgave wordt aandacht besteed aan de Flex-bv. Invoering van dat wetsvoorstel kan

Nadere informatie

2009 -- Bedrijfsadministratie - GBE3.2 (FE) - Deel 2

2009 -- Bedrijfsadministratie - GBE3.2 (FE) - Deel 2 GBE3.2 (FE) les 4 programma Wat is een fusie Bedrijfsoverdracht en bedrijfsfusie Bedrijfsfusie Juridische fusie Een fusie is het samengaan van twee meer ondernemingen die daarna als economische eenheid

Nadere informatie

2014 -- Inkomstenbelasting - AB -- Deel 2

2014 -- Inkomstenbelasting - AB -- Deel 2 Inkomstenbelasting AB 2 programma Verdieping aanmerkelijk belang Fictieve vervreemding, doorschuifregeling en fictief AB Bijzondere regelingen Vruchtgebruik Vervreemdingsprijs bij betaling in termijnen

Nadere informatie

2014 -- Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 5

2014 -- Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 5 Inkomstenbelasting winst 5 programma Staken onderneming Stakingsaftrek Stakingswinst Doorschuiven Staking en de fiscale oudedagsreserve Oefeningen 1 Enkele begrippen 1 van 3 Staken Ondernemer stopt de

Nadere informatie

Gegevens belastingplichtige. Naam. Adres Postcode Plaats Telefoon. Inspectienaam Boekjaar van.. t/m

Gegevens belastingplichtige. Naam. Adres Postcode Plaats Telefoon. Inspectienaam Boekjaar van.. t/m Gegevens belastingplichtige Naam Adres Postcode Plaats Telefoon Inspectienaam Boekjaar van.. t/m Regeling functionele valuta van toepassing dit boekjaar? Ingangsdatum Valutacode Factor Koers Vpb aangifte

Nadere informatie

Transparante Vennootschap

Transparante Vennootschap Transparante Vennootschap Er is een Transparante Vennootschap (hierna: TV) ingevoerd. Een TV is een naamloze vennootschap (hierna NV) of een besloten vennootschap (hierna: BV) die verzcht heeft om voor

Nadere informatie

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 5

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 5 Programma voor vandaag Bedrijfsfusie Juridische fusie Juridische splitsing Omzetting rechtspersoon Terugkeerregeling Let op: dit materiaal wordt ook gebruikt in presentatie 2 van GBE3.2! Wat is een fusie

Nadere informatie

Deel 1 Merkeuzevragen

Deel 1 Merkeuzevragen Versie: 30 okt 2010 Wijzigingen: Lay-out Oefententamen BLR4.1 Deel 1 Merkeuzevragen Inkomstenbelasting Vraag 1 Welke stelling is juist? a. De geruisloze omzetting in een BV is een soepele bedrijfsopvolgingsfaciliteit,

Nadere informatie

ESJ Accountants & Belastingadviseurs

ESJ Accountants & Belastingadviseurs ESJ Accountants & Belastingadviseurs Financiële planningsmogelijkheden met aanmerkelijk belang bij emi- en remigratie Maurice de Clercq Inleiding - Aanmerkelijk belangheffing - 25% bij dividend, inkoop

Nadere informatie

Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang

Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 7 hoofdstuk Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang Opgave 7.1 Ja. Samen bezitten ze 5% van het geplaatste aandelenkapitaal. Beiden hebben een aanmerkelijk belang. Opgave 7.2 Nee. Na de echtscheiding

Nadere informatie

Inkomstenbelasting winst -- Deel 5

Inkomstenbelasting winst -- Deel 5 Inkomstenbelasting winst 5 programma Staken onderneming Stakingsaftrek Stakingswinst Doorschuiven Staking en de fiscale oudedagsreserve Oefeningen Enkele begrippen 1 van 3 Staken Ondernemer stopt de exploitatie

Nadere informatie

1.2. Investeringen handig splitsen

1.2. Investeringen handig splitsen 1.2. Investeringen handig splitsen 1.2.1. Wat wilt u doen? U onderneemt met behulp van een BV-structuur. Om de kosten van investeringen binnen uw BV te drukken maakt u graag gebruik van de kleinschalig

Nadere informatie

Besluit over prijsgeven van pensioen

Besluit over prijsgeven van pensioen Besluit over prijsgeven van pensioen Inleiding Met ingang van 1 januari 2013 bestaat een mogelijkheid tot het prijsgeven van in eigen beheer verzekerd pensioen. Deze regeling is opgenomen in artikel 19b

Nadere informatie

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3 Programma voor vandaag Verliesverrekening (art. 20) Handel in verlies BV s (art. 20a) Coöperatieregeling (art. 9-1-g en 9-2) Deelnemingsvrijstelling (art. 13) Liquidatieverlies Winstdrainage (artt. 10a,

Nadere informatie

Eenmanszaak of B.V.? Door MFFA Belastingadvies. MFFA Belastingadvies Tel +31 (0) 6 4375 7868 E info@mffa.nl www.mffa.nl

Eenmanszaak of B.V.? Door MFFA Belastingadvies. MFFA Belastingadvies Tel +31 (0) 6 4375 7868 E info@mffa.nl www.mffa.nl Eenmanszaak of B.V.? Door MFFA Belastingadvies MFFA Belastingadvies Tel +31 (0) 6 4375 7868 E info@mffa.nl www.mffa.nl Eenmanszaak vs Besloten Vennootschap (B.V.) Iedere ondernemer heeft zichzelf wel eens

Nadere informatie

Fiscaal voorsorteren naar een bedrijfsoverdracht

Fiscaal voorsorteren naar een bedrijfsoverdracht Fiscaal voorsorteren naar een bedrijfsoverdracht Fiscale tips voor het verkoopproces Mr Roelof Oldenziel Accountants + Adviesgroep Los Spacelab 12 3824 MR AMERSFOORT Tel. 033-460 38 38 www.los.nl Wat is

Nadere informatie

2014 -- Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 1

2014 -- Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 1 Inkomstenbelasting winst 1 programma Ondernemerschap Ondernemer versus onderneming Urencriterium Ongebruikelijke samenwerking Inleiding fiscale winstbepaling Goedkoopmansgebruik 1 Bronnenstelsel De inkomstenbelasting

Nadere informatie

Inhoud. Afkortingen 17 I INLEIDEND DEEL 19

Inhoud. Afkortingen 17 I INLEIDEND DEEL 19 Inhoud Afkortingen 17 I INLEIDEND DEEL 19 1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum 21 1.1 Inleiding 21 1.2 De DGA fiscaal vergeleken met de IB-ondernemer 22 1.3 Vergelijking box 2 en box 3 Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 19968 Herziening van de deelnemingsvrijstelling in de vennootschapsbelasting Nr. 4 BIJLAGEN BIJ DE MEMORIE VAN TOELICHTING Bijlage 1: Een vergelijking

Nadere informatie

DGA uit de loonheffing

DGA uit de loonheffing DGA uit de loonheffing Met ingang van 1 januari 2008 Art 6 lid 6 wet LB 1964 Degene tot wie uitsluitend één of meer directeuren-grootaandeelhouders als bedoeld in art. 6, eerste lid, onderdeel d, van de

Nadere informatie

NIBE-SVV 2013 OEFENEXAMEN BANKIEREN EN FISCALITEIT

NIBE-SVV 2013 OEFENEXAMEN BANKIEREN EN FISCALITEIT NIBE-SVV 2013 OEFENEXAMEN BANKIEREN EN FISCALITEIT 1. In 2012 voldoet mevrouw Klappers NIET aan het urencriterium. Mevrouw Klappers kan in 2012... (1)... doteren aan de oudedagsreserve en... (2)... gebruik

Nadere informatie

info &boon tips & boon

info &boon tips & boon tips & boon Bedrijf schenken of erven Nieuwe regels 2010 Om het voortbestaan van een onderneming niet in gevaar te brengen kent de Successiewet de bedrijfsopvolgingsregeling. Deze regeling is met de komst

Nadere informatie

Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 10 juli 2013, nr. BLKB/2013/1130M.

Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 10 juli 2013, nr. BLKB/2013/1130M. Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 10 juli 2013, nr. BLKB/2013/1130M. De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Nadere informatie

NIBE-SVV, 2014 OEFENEXAMEN BANKIEREN EN FISCALITEIT

NIBE-SVV, 2014 OEFENEXAMEN BANKIEREN EN FISCALITEIT NIBE-SVV, 2014 OEFENEXAMEN BANKIEREN EN FISCALITEIT 1. In 2014 voldoet mevrouw Klappers NIET aan het urencriterium. Mevrouw Klappers kan in 2014... (1)... doteren aan de oudedagsreserve en... (2)... gebruik

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20282 19 juli 2013 Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten 10 juli 2013 Nr. BLKB/2013/1130M Belastingdienst/Directie

Nadere informatie

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001 Onderwerpen: Korte uitleg heffingssysteem inkomstenbelasting Korte uitleg heffingssysteem vennootschapsbelasting Vrijstellingen en heffingskortingen Aflossen eigenwoningschuld Familielening eigen woning

Nadere informatie

De bv in oprichting (i.o.): de voorperiode / Aandeelhouders, het bestuur en de raad van commissarissen / 21

De bv in oprichting (i.o.): de voorperiode / Aandeelhouders, het bestuur en de raad van commissarissen / 21 Voorwoord / 11 Afkortingenlijst / 13 1 Inleiding / 15 2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.3 2.3.2 2.4 2.4.1 Ondernemen in een bv / 17 Inleiding / 17 Waarom een bv? / 17 Aansprakelijkheid en risico

Nadere informatie

Ahead of Tax 2012. Amsterdam, 29 maart. Voorkoming van dubbele belasting inzake vaste inrichtingen en de nieuwe objectvrijstelling.

Ahead of Tax 2012. Amsterdam, 29 maart. Voorkoming van dubbele belasting inzake vaste inrichtingen en de nieuwe objectvrijstelling. Ahead of Tax 2012 Amsterdam, 29 maart Ahead of Tax 2012 Voorkoming van dubbele belasting inzake vaste inrichtingen en de nieuwe objectvrijstelling Jurjen Bevers Ahead of Tax 2012 1 Evenredige belastingvrijstelling

Nadere informatie

HOOFDSTUK 4 Op welk tijdstip wordt de winst in aanmerking genomen? / 73

HOOFDSTUK 4 Op welk tijdstip wordt de winst in aanmerking genomen? / 73 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Lijst van gebruikte afkortingen / XIII HOOFDSTUK 1 Winst uit onderneming / 1 1.1 Korte terugblik op de heffing over opbrengsten uit ondernemingsactiviteiten / 1 1.2 De belastingheffing

Nadere informatie

Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 16 oktober

Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 16 oktober Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 16 oktober 2012, nr. BLKB/2012/611M. De staatssecretaris van Financiën

Nadere informatie

De verslaggeving ten behoeve van de fiscus

De verslaggeving ten behoeve van de fiscus 2 De verslaggeving ten behoeve van de fiscus 201 a Jaarrekening die het bestuur van een NV en een BV wettelijk verplicht is op te stellen en te overleggen aan de algemene vergadering van aandeelhouders.

Nadere informatie

Bedrijf overdragen of overnemen

Bedrijf overdragen of overnemen Bedrijf overdragen of overnemen Ter Braak Willems Twentse Notarissen Almelo, Adastraat 1, tel 0546-82 25 55 Nijverdal, Maximastraat 4, tel 0548-85 50 00 Overdracht IB-onderneming Bedrijfsoverdracht heeft

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vennootschapsbelasting. Artikel 28a; omzetting rechtspersoon

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vennootschapsbelasting. Artikel 28a; omzetting rechtspersoon STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 38087 7 juli 2017 Vennootschapsbelasting. Artikel 28a; omzetting rechtspersoon 3 april 2017 nr. 2017/116 Belastingdienst/Directie

Nadere informatie

Doorschuiffaciliteiten in het aanmerkelijkbelangregime

Doorschuiffaciliteiten in het aanmerkelijkbelangregime Doorschuiffaciliteiten in het aanmerkelijkbelangregime Mr. K. de Heus * en drs. A. Rozendal ** Indien aandelen die een aanmerkelijk belang vertegenwoordigen worden vervreemd, vindt op grond van art. 4.12

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 21588 25 oktober 2012 Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten 16 oktober 2012 Nr. BLKB/2012/611M Belastingdienst/Landelijk

Nadere informatie

Het verzamelbesluit inkomstenbelasting en aanmerkelijk belang: een samenvoeging van oude besluiten of toch wat nieuws onder de zon?

Het verzamelbesluit inkomstenbelasting en aanmerkelijk belang: een samenvoeging van oude besluiten of toch wat nieuws onder de zon? Het verzamelbesluit inkomstenbelasting en aanmerkelijk belang: een samenvoeging van oude besluiten of toch wat nieuws onder de zon? MR. MARGRIET G. EERENSTEIN 1 De minister van Financiën heeft op 23 november

Nadere informatie

Inhoud LIjsT Van Bewerkers afkortingen 17 InLeIdIng BeLasTIngrechT InkomsTenBeLasTIng winst

Inhoud LIjsT Van Bewerkers afkortingen 17 InLeIdIng BeLasTIngrechT InkomsTenBeLasTIng winst Inhoud Lijst van bewerkers 15 Afkortingen 17 1 Inleiding belastingrecht 21 1.1 Inleiding 21 1.2 Soorten heffingen 21 1.3 Doel van belastingheffing 23 1.4 De plaats van het belastingrecht in het recht 24

Nadere informatie

Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2010

Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2010 Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2010 Kalenderjaar 2010 of boekjaar eindigend in 2010 Uiterste inleverdatum: Terugontvangst: Dit aangiftebiljet is bestemd voor: Binnenlandse belastingplichtigen.

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening (x 1.000)... 3 2.1 Balans per 31 12 2016 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening

Nadere informatie

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009 Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009 Inleiding Participeren in het beleggingsobject Terra Vitalis kan gevolgen hebben voor uw belastingpositie

Nadere informatie

Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2004

Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2004 Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2004 Kalenderjaar 2004 of boekjaar eindigend in 2004 Eilandgebied: Uiterste inleverdatum: Terugontvangst: Dit aangiftebiljet is bestemd voor: Binnenlandse belastingplichtigen.

Nadere informatie

Zowel de moedervennootschap als de dochtervennootschap(pen) moet(en) feitelijk in Nederland zijn gevestigd.

Zowel de moedervennootschap als de dochtervennootschap(pen) moet(en) feitelijk in Nederland zijn gevestigd. Onderneemt u vanuit meerdere bv s, dan kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om de bv s een fiscale eenheid te laten vormen. Zowel in de vennootschapsbelasting als in de omzetbelasting is een fiscale eenheid

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting. Artikel 28a; omzetting rechtspersoon. Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen

Vennootschapsbelasting. Artikel 28a; omzetting rechtspersoon. Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen 1 Vennootschapsbelasting. Artikel 28a; omzetting rechtspersoon Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 3 april 2017, nr. 2017/116, De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Vennootschapsbelasting. Geruisloze omzetting; standaardvoorwaarden; toelichting

Inkomstenbelasting. Vennootschapsbelasting. Geruisloze omzetting; standaardvoorwaarden; toelichting Inkomstenbelasting. Vennootschapsbelasting. Geruisloze omzetting; standaardvoorwaarden; toelichting Directoraat-generaal Belastingdienst/Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 30 juni 2010, nr. DGB 2010/3599M,

Nadere informatie

Deel 1 Merkeuzevragen

Deel 1 Merkeuzevragen Versie: 30 okt 2010 Wijzigingen: Lay-out Oefententamen BLR4.1 Deel 1 Merkeuzevragen Inkomstenbelasting Vraag 1 Welke stelling is juist? a. De geruisloze omzetting in een BV is een soepele bedrijfsopvolgingsfaciliteit,

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Direct durfkapitaal. Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten

Inkomstenbelasting. Direct durfkapitaal. Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Inkomstenbelasting. Direct durfkapitaal Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 24 maart 2009, nr. CPP2009/170M, Stcrt. Nr. 68 De staatssecretaris

Nadere informatie

Reactie internetconsultatie Wet excessief lenen bij eigen vennootschap

Reactie internetconsultatie Wet excessief lenen bij eigen vennootschap Reactie internetconsultatie Wet excessief lenen bij eigen vennootschap Van HVK Stevens Belastingadvies Aan Ministerie van Financiën Datum 31 maart 2019 HVK Stevens maakt graag gebruik van de mogelijkheid

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10512 7 juli 2010 Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting. Geruisloze omzetting; standaardvoorwaarden; toelichting

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Jaarrekening 3 2.1 Balans per 31-12-2014 (voor winstbestemming) 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2014 4 2.3 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie

PERSONEN VENNOOTSCHAPPEN

PERSONEN VENNOOTSCHAPPEN PERSONEN VENNOOTSCHAPPEN Versie PV2017/3.1 Juridische aspecten van personenvennootschappen Dit document behandelt in kort bestek de juridische aspecten van personenvennootschappen. Een personenvennootschap

Nadere informatie

Advieswijzer. Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf: continuïteit staat voorop. 20-08-2015 Denk ondernemend. Denk Bol.

Advieswijzer. Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf: continuïteit staat voorop. 20-08-2015 Denk ondernemend. Denk Bol. Advieswijzer Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf: continuïteit staat voorop 20-08-2015 Denk ondernemend. Denk Bol. Inhoudsopgave 1. Belastingclaims bij bedrijfsoverdracht... 3 1.1 Wordt een onderneming

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15350 5 oktober 2010 Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten 27 september 2010 nr. DGB2010/1004M Directoraat-Generaal

Nadere informatie

Let op! Hoe meer gebruikelijk loon u opneemt dan wel op moet nemen, hoe minder u profiteert van het lage tarief van de vennootschapsbelasting.

Let op! Hoe meer gebruikelijk loon u opneemt dan wel op moet nemen, hoe minder u profiteert van het lage tarief van de vennootschapsbelasting. De bv is in het mkb een populaire rechtsvorm, veelal vanwege fiscale motieven. Wat zijn deze fiscale motieven? Welke voor- en nadelen kleven er aan een dergelijke overstap en welke aspecten komen er nog

Nadere informatie

De rechtsvorm die u past

De rechtsvorm die u past De rechtsvorm die u past Van Kaam Notarissen Someren, Witvrouwenbergweg 8a, tel. (0493) 49 43 52 Zonder rechtspersoonlijkheid Voor ondernemers is het belangrijk om bedrijfsmatige- en privézaken goed op

Nadere informatie

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010 Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010 Inleiding Participeren in het beleggingsobject Terra Vitalis kan gevolgen hebben voor uw belastingpositie

Nadere informatie

Voor wat betreft de rentebetalingen wordt verwezen naar onderdeel a hiervoor.

Voor wat betreft de rentebetalingen wordt verwezen naar onderdeel a hiervoor. Uitwerking tentamenopgave 1 (totaal 50 ptn) Opgave a; relevante fiscale aspecten voor 2007 (5 ptn) Voor 2007 zijn in principe alleen de beide leningen relevant. Voor wat betreft de betaalde optiepremie

Nadere informatie

Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf: continuïteit staat voorop!

Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf: continuïteit staat voorop! Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf: continuïteit staat voorop! Waar moet u op letten bij een bedrijfsoverdracht? Voor familiebedrijven is continuïteit één van de belangrijkste doelstellingen. Het

Nadere informatie

Besluit voorkoming dubbele belasting 2001

Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 Besluit van 21 december 2000, houdende vaststelling van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2008, 574 HOOFDSTUK 1 REIKWIJDTE

Nadere informatie

ACTIEPUNTEN. EIND 2018 voor de DGA TARIEVEN WONING BTWVERHOGING EIGEN KLAAR VOOR

ACTIEPUNTEN. EIND 2018 voor de DGA TARIEVEN WONING BTWVERHOGING EIGEN KLAAR VOOR ACTIEPUNTEN EIND 2018 voor de DGA KLAAR VOOR 2019 TARIEVEN BTWVERHOGING EIGEN WONING ACTIEPUNTEN VOOR DE DGA Inhoudsopgave 3 Maatregelen tegen veel lenen bij eigen bv 3 Tarieven in de vennootschapsbelasting

Nadere informatie

Bedrijfsoverdracht 20-4-2011. Schenk- en erfbelasting Inkomstenbelasting. 20 april 2011. Inleiding mr. C. (Kees) Goeman

Bedrijfsoverdracht 20-4-2011. Schenk- en erfbelasting Inkomstenbelasting. 20 april 2011. Inleiding mr. C. (Kees) Goeman Bedrijfsoverdracht Schenk- en erfbelasting Inkomstenbelasting 20 april 2011 www.inventivecontrol.com 1 Inleiding mr. C. (Kees) Goeman Sprekers: mr. J.J.G.M. (Jolanda) van Nunen mr. G.J. (Govert) Vorstenbosch

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 642 Besluit van 21 december 2000, houdende vaststelling van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Geld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! CROP.NL

Geld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! CROP.NL Geld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! Belastingdienst gaat bovenmatig lenen bij eigen vennootschap aanpakken. Inleiding De Belastingdienst stelt de laatste

Nadere informatie

info &boon tips & boon

info &boon tips & boon tips & boon Uw positie als DGA Fiscale actualiteiten 2010 Ruim één op de vijf ondernemers is directeur-grootaandeelhouder (dga). Voor het kabinet aanleiding om, zeker in het huidige economische klimaat,

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente

Uitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente Uitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente Artikel 1 Reikwijdte en definities 1. Dit besluit geeft uitvoering aan de artikelen 13l en 15ad van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.

Nadere informatie

Wet werken aan winst in Staatsblad

Wet werken aan winst in Staatsblad Wet werken aan winst in Staatsblad De Wet werken aan winst is op 12 december 2006 in het Staatsblad gepubliceerd. Dit betekent dat de meeste wijzigingen ingevolge deze wet op 1 januari 2007 in werking

Nadere informatie

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Classificatie van de rechtspersoon

Nadere informatie

OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE BV EN DE DGA

OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE BV EN DE DGA OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE BV EN DE DGA NIBE-SVV, 2013 1. Wat is een rioolrecht? A. Een belasting. B. Een bestemmingsheffing. C. Een retributie. 2. De omzetbelasting is een (1) belasting in

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 262 Wijziging van de Invorderingswet 1990 (Wet uitstel van betaling exitheffingen) Nr. 3 Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van

Nadere informatie

Specialist Bedrijfsoverdracht 17 september 2013

Specialist Bedrijfsoverdracht 17 september 2013 Specialist Bedrijfsoverdracht Onderdeel: Bedrijfsopvolging in de successiewet Docent: Mr. Cees Baard Dag 1: 17 september 2013 Bedrijfsopvolgingsregeling Successiewet: - Art. 35b: Voorwaardelijke vrijstellingen

Nadere informatie

Financieel inzicht bedrijfsovername

Financieel inzicht bedrijfsovername Financieel inzicht bedrijfsovername Boxtel, 21 december 2017 Anja Roes-Kuijpers Bedrijfsadviseur ZLTO 06 21 21 24 46 Korte terugblik vorige bijeenkomst Vragen? Opmerkingen? (Alternatieve) vormen van bedrijfsoverdracht

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening... 3 2.1 Balans per 31 12 2015 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2015...

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 54139 11 oktober 2018 Vennootschapsbelasting. Subjectieve vrijstelling voor stichtingen en verenigingen (artikel 6 van

Nadere informatie

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID Memorandum REENTE ELASTINGONTWIKKELINGEN MET ETREKKING TOT DE FISALE EENHEID Op 6 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid gepubliceerd. In

Nadere informatie

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 3

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 3 Programma voor vandaag Verliesverrekening (art. 20) Handel in verlies BV s (art. 20a) Coöperatieregeling (art. 9-1-g en 9-2) Deelnemingsvrijstelling (art. 13) Liquidatieverlies Winstdrainage (artt. 10a,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690

ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 26-09-2008 Datum publicatie 16-10-2008 Zaaknummer AWB 08/537 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) Interne Cursus. Irma van der Zon

Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) Interne Cursus. Irma van der Zon Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) Interne Cursus Irma van der Zon BOR / BOF BOR: bedrijfsopvolgingsregeling BOF: bedrijfsopvolgingsfaciliteit Verschillende benamingen voor hetzelfde onderwerp. BOR faciliteiten:

Nadere informatie

Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2012

Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2012 Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2012 Kalenderjaar 2012 of boekjaar eindigend in 2012 Datum van uitreiking: Uiterste datum van indiening: 30 juni 2013 Terugontvangst: Dit aangiftebiljet is bestemd

Nadere informatie

Bedrijfsfusie. Vennootschapsbelasting; bedrijfsfusie, laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2008, 196

Bedrijfsfusie. Vennootschapsbelasting; bedrijfsfusie, laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2008, 196 Vennootschapsbelasting; bedrijfsfusie, laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2008, 196 De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten. In dit besluit is een aantal besluiten over de regeling

Nadere informatie

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage.

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. Bijlage 1: Algemeen Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. 1 Bijlage 2: aandeelhouders Vul bijlage 2 in als het gaat om: een besloten vennootschap; een naamloze vennootschap

Nadere informatie

Bedrijfsovername in de praktijk

Bedrijfsovername in de praktijk Bedrijfsovername in de praktijk Rob J. Verbrugge 15 september 2016 Belastingen Inkomstenbelasting Vennootschapsbelasting Omzetbelasting Overdrachtsbelasting Loonbelasting Schenkbelasting (bedrijfsopvolgingsfaciliteit)

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting. Bedrijfsfusie. Toepassing artikel 14, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 1

Vennootschapsbelasting. Bedrijfsfusie. Toepassing artikel 14, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 1 Vennootschapsbelasting. Bedrijfsfusie. Toepassing artikel 14, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 1 Vennootschapsbelasting. Bedrijfsfusie. Toepassing artikel 14, tweede lid, van de

Nadere informatie

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1 Inkomstenbelasting NW 1 programma Inkomsten uit werk, anders dan winst Algemene bepalingen Loon Resultaat overige werkzaamheden Periodieke uitkeringen 1 Heffingsgrondslagen boxenstelsel 1 van 2 Artikel

Nadere informatie

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage.

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. Bijlage 1: Algemeen Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. 1 Bijlage 2: aandeelhouders Vul bijlage 2 in als het gaat om: een besloten vennootschap; een naamloze vennootschap

Nadere informatie