HC 5 Jeugdstrafrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HC 5 Jeugdstrafrecht"

Transcriptie

1 HC 5 Jeugdstrafrecht In het jeugdstrafprocesrecht heb je hele pedagogische sancties, en hele volwassensancties. In het procesrecht is het uitgangspunt het volwassenen procesrecht, maar met uitzonderingen. Voorbeeld: Julien C. 22 jaar ten tijde van het delict. Hij wilde niks zeggen en nergens aan meewerken, anders dacht hij dat hij tbs zou krijgen. Hij had helemaal geen inzicht in zijn eigen problematiek bleek uit de rapporten. Hij deed ook een beroep op psychische overmacht, wat een beetje vreemd is aangezien hij ontkende. Hij wees iedere bijstand van een advocaat af. Er volgde levenslange gevangenisstraf, dat kan overigens niet bij een jongere onder de 18 jaar. Sinds 1870 kennen we de doodstraf niet meer. De HR heeft deze zaak gecasseerd. Levenslang lag eigenlijk helemaal niet op tafel, er lag behandeling van de verdachte op tafel. Het is ook erg dom om geen advocatenbijstand te hebben. De HR casseert wegens onvoldoende onderzoek naar ondubbelzinnige afstand van rechtsbijstand. Er was sprake van een gestoorde persoonlijkheid ten tijde van het delict, dat moet de rechter vaststellen. Dat is helemaal geen juridische beslissing, maar de rechter heeft het toch vastgesteld en toen kon tbs op worden gelegd. Onder de 12 jaar, ten tijde van het delict, is er geen vervolging mogelijk, maar wel opsporing. Wat is er dan wel mogelijk? Zie hiervoor de in 487 Sv genoemde artikelen. Daar zie je verwijzingen naar de art. 52 t/m 55b Sv. Art. 52 Sv, is het staande houden, vragen naar personalia. In art. 53 Sv staat de aanhouding op heterdaad. Wat is de kern van aanhouden? Het gaat om een verdachte, tegen wie een redelijk vermoeden van schuld bestaat dus, art. 27 Sv. De aanhouding is iemand naar een plaats van verhoor geleiden, dus is het ook vrijheidsbeneming, dat is het grote verschil tussen aanhouden en staande houden. Art. 54 Sv is aanhouding buiten heterdaad, je hebt een redelijk vermoeden van schuld. Het moet gaan om een feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, een geval van vier jaar of meer, art. 67 Sv. Daarin staan de delicten waarvoor je langer kan worden vastgehouden, de ernstigere delicten, je wordt tijdens het onderzoek van je vrijheid beroofd, dat is toegelaten. Bij de jongere onder de 12 jaar is voorlopige hechtenis niet geoorloofd. Een jongere van 12 jaar mag wel worden aangehouden. Je mag ook plaatsen betreden om zo n jongere aan te houden, ex art. 55 Sv. Art. 55a Sv je mag ook bepaalde plekken doorzoeken. Art. 55b Sv is ook van toepassing, aan zijn kleding onderzoeken, en voorwerpen te onderzoeken, kortom, onderzoek naar zijn identiteit, je mag vragen mag ik even in uw zakken kijken. Art. 56 Sv mag ook, art. 57 Sv wordt overgeslagen! Dat is namelijk opsluiten en dat kan niet bij kinderen onder de 12 jaar. De artikelen die nu besproken zijn moet je weten voor het tentamen. Ouder dan 18 jaar? Dan is het volwassenen procesrecht van toepassing. Wat is nou een verdachte? Art. 27 Sv, redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit. In art. 28 Sv staat dat hij een raadsman kan kiezen. In art. 29 lid 2 Sv staat dat voor elk verhoor de cautie moet worden gegeven. Je moet altijd een informatieplicht toevoegen aan een recht. Salduz: de HR leidt uit deze rechtspraak af dat de verdachte recht heeft op een advocaat bij een eerste verhoor. Alleen een aangehouden verdachte heeft daar recht op, ex art. 6 EVRM, consultatierecht. De jeugdige heeft tevens recht op een advocaat tijdens het verhoor door de politie. Niet-naleven van Salduz, leidt tot uitsluiting van het bewijs van de verklaringen van de verdachte die zijn afgelegd voordat hij een advocaat kon raadplegen. Zie ook de uitspraak in de klapper Knikkeren: verdachte had aanzienlijke schade aangericht aan de school, hij was niet op zijn rechten gewezen, dus zijn bekentenis was uitgesloten. Hij/zij wordt dan niet altijd vrijgesproken, want misschien was er nog ander bewijs, bijvoorbeeld verklaringen van vriendjes/leraar, dan heb je de bekentenis helemaal niet nodig. Afhankelijk van de leeftijd en de ernst van het feit kan er afstand worden gedaan. Maar er blijft een individuele toets nodig, de afstand moet ondubbelzinnig zijn. Voor bijstand moet het gaan om een aanhouding. Voorbeeld van de rechtbank Arnhem: uitnodiging om op het bureau te komen. Er was alle reden om te vermoeden dat de jongen slecht in staat was om zijn situatie te overzien en zijn positie in het strafproces te bepalen. Dus de richtlijnen gelden niet zonder meer, er blijft altijd een individuele toets nodig bij de jeugdige en zeker wanneer er sprake is van een handicap. Sheet 11 goed lezen misschien komt er een tentamen vraag over! Zodra de rechter erbij wordt betrokken is er sprake van vervolging. Een transactie is geen daad van vervolging, een strafbeschikking wel. In art. 57 en 58 Sv is de inverzekeringstelling genoemd. Inverzekeringstelling kan niet bij jeugdigen onder de 12 jaar. In dit geval is de RC de kinderrechter. De gevangenhouding gebeurt door de raadkamer van de rechtbank. Inverzekeringstelling mag maximaal 6 dagen. De RC heeft de meeste informatie over het feit en het kind hij is dus mogelijk bevooroordeeld en mag dan niet bij de raadkamer aanwezig zijn. Het voorarrest betreft de inverzekeringstelling en de voorlopige hechtenis. Die kinderrechter gaat proberen om iets anders te verzinnen dan opsluiten, opsluiten is toch een ultimum remedium. Art. 493 Sv, schorsen is eigenlijk het zeggen dat: je vrijheid wordt ontnomen, maar we doen het nog niet mits je je houdt aan de voorwaarden. Art. 493 lid 3 Sv elke plaats van tenuitvoerlegging is mogelijk, bij je ouders is ook mogelijk, er staan twee

2 constructies in art 493 Sv. De voorwaarden staan in art. 493 lid 6 Sv. Het besluit BGBM (besluit gedragsbeïnvloedende maatregel) dien je zelf uit te printen en mag je meenemen naar het tentamen, het bevat de voorwaarden voor schorsing. Het is van belang om er kennis van te nemen, het zijn voorwaarden voor een gedragsbeïnvloedende maatregel. De nota van toelichting mag je niet meenemen, maar is wel handig om hem een keer door te lezen. Art. 2 BGBM gaat over schorsing van de voorlopige hechtenis, art. 3 BGBM gaat over de gedragsbeïnvloedende maatregel. We hebben het over schorsing van de voorlopige hechtenis, de schuld staat nog niet vast, we hebben het over niet-veroordeelde jeugdigen, hoe kan je dan iemand veroordelen tot een leerproject van 200 uur? Art. 493 lid 6 Sv geeft de oplossing, het mag alleen met instemming van de jeugdige zelf. Het moet ook nog blijken uit een ondertekende verklaring, dus de instemming alleen is nog niet eens voldoende. Het beginsel is om de vrijheidsbeneming zo kort mogelijk houden. RSJ: je moet eigenlijk elke twee weken onderzoeken of een detentie kan worden afgebroken of vervangen door voorwaarden. Je kunt denken aan bijvoorbeeld nachtdetentie, zo kan de jeugdige overdag naar school en s nachts detentie. Dat is een vorm van voorlopige hechtenis. Het hoeft geen geschorste voorlopige hechtenis te zijn. Indien geen sprake is van een voorlopige hechtenis feit kan een raadsman ook ambtshalve worden toegevoegd. We gaan het nu hebben over de kinderrechter, de alleensprekende kinderrechter is de hoofdregel. De kinderrechter zit ook in de meervoudige kamer, als de officier een straf van meer dan zes maanden of een PIJ gaat eisen. De kinderrechter mag niet ook de RC zijn in verband met partijdigheid. Op de zitting geldt een verplichte verschijning van de jeugdige. De jeugdige wordt ook opgehaald als hij/zij niet komt. Dit geldt tenzij de jeugdige 18 jaar is geworden. De ouders moeten bij het proces zijn en zijn daartoe zelfs verplicht ex. art 496a Sv. Zij mogen ook hun zegje doen mits het kind onder de 18 jaar is. De zitting vindt plaats met gesloten deuren, tenzij andere belangen zwaarder wegen. Het kan ook wel eens zijn dat de rechter de deuren vergeet dicht te doen, dit leidt niet perse tot vernietiging van het vonnis. Behandeling buiten aanwezigheid van de verdachte kan ook, ex art. 497 Sv bijvoorbeeld in het geval dat een deskundige zich uit laat over de persoonlijkheid van de verdachte etc. Het slachtoffer moet ook op de zitting zijn, dat recht is vastgelegd, en hij/zij kan zich ook laten vertegenwoordigen door een advocaat. Als een kind onder de 14 jaar is, dan geldt een vordering als een vordering tegen de ouders, dat is logisch want het kind is civielrechtelijk nog niet aansprakelijk. Er bestaat een recht op hoger beroep, maar je kunt er ook afstand van doen. Ben je raadsman van een jeugdige onder de 16 jaar, dan beslist de raadsman, ex. art 503 Rv. Gevolgen van een veroordeling, je komt bijvoorbeeld in een DNA databank terecht. Zie het rapport in de klapper! Die is voor zowel jeugdigen als volwassenen van toepassing. HC 6 Jeugdstrafrecht Vandaag behandelen we het verschil tussen een gedragsmaatregel en een voorwaardelijke veroordeling. Alles wat op de sheets staat is tentamenstof, en alles wat mevr. D. van Ieperen vertelt. Als een zaak op zitting wordt aangebracht, dan komt de rechter toe aan de vraag: wat willen we nou met deze jeugdige? Art. 225 Sr bijvoorbeeld, een delictsomschrijving met strafmaat, geldt dus niet voor een jeugdige, maar je moet kijken in art. 77g Sr. In art. 77a Sr staat precies wat we met de jeugdige kunnen doen. Dat artikel maakt een onderscheid tussen straf een maatregel. Een straf is gericht op vergelding, en een maatregel is gericht op behandeling. Het pedagogisch aspect staat voorop bij jeugdigen. Hoofdstraffen zijn jeugddetentie, dat kan alleen bij een misdrijf niet bij een overtreding, een taakstraf, deze kun je onderverdelen in een werkstraf en een leerstraf, en daarnaast een geldboete. Bijkomende straffen zijn verbeurdverklaring, dan halen we het object weg bij de verdachte, bijvoorbeeld de auto, omdat hij daarmee het ongeluk heeft veroorzaakt, het betekent niet dat we hem uit de maatschappij halen want de auto kan verkocht worden, en een ontzegging van de rijbevoegdheid. Maatregelen zijn bijvoorbeeld de PIJ, dat is vergelijkbaar met tbs, de jeugdige verblijft langere tijd in een instelling, een tweede sanctie is de gedragsmaatregel, de derde is het onttrekken aan het verkeer, dan haal je het goed uit de maatschappij en vernietig je het, bijvoorbeeld een wapen. Aan schadevergoeding, kom je alleen maar toe als een jeugdige ouder dan 14 jaar is. Een nieuwe sanctie is de vrijheidsbeperkende sanctie, art. 77h lid 4 aanhef en onder f Sr. Al deze straffen en maatregelen kunnen voorwaardelijk en onvoorwaardelijk opgelegd worden, art. 77x Sr. Uit art. 77g Sr blijkt dat je alles met elkaar mag combineren. Er moet wel altijd voldaan zijn aan het proportionaliteitsbeginsel. Als een jeugdige 16 of 17 jaar is kun je het volwassenenstrafrecht toepassen, een jeugdige kan nooit levenslang krijgen. Gedragsmaatregel, art. 77w e.v. Sr. Alles staat in de wet, tip voor het tt! De gedragsbeïnvloedende maatregel (hierna GBM) duurt minimaal zes maanden en maximaal één jaar. De GBM bestaat uit gedragsinterventies.

3 Indien de jeugdige niet conform het opgelegde programma handelt, dan mag de OvJ de jeugdige aanhouden. Het doel is gedragsverandering. De doelgroep is drieledig te weten: meer- en veelplegers, de harde kern jongeren, en jongeren die een ernstig delict gepleegd hebben. Meer- en veel plegers, plegen veel en vaak delicten. Een harde kern jongere is iemand die ernstige delicten pleegt, die niet zozeer herhaaldelijk vastzit, maar bijvoorbeeld diefstal pleegt en de oude dame ook nog in elkaar mept. Voor deze mensen bleken er te weinig mogelijkheden in het sanctie arsenaal te zijn. De reden voor invoering van de GBM ligt al veel verder terug. Er zat een gat in het sanctiearsenaal, en het Wetsvoorstel GBM moest het gat opvullen. Er was te weinig heropvoeding en nazorg en een gat in de duur tussen alle maatregelen, in het vorige stelsel. Heel veel rechters doen niks met de GBM. en gaan op de oude manier verder. De GBM is uitgewerkt in art. 77b Sr. Het artikel stelt vrij veel voorwaarden voor je over mag gaan tot opleggen ervan. Mag je een First offender, een gedragsmaatregel opleggen? Dat mag, als het een heel ernstig feit betreft. De GBM moet bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de jeugdige. De Raad voor de Kinderbescherming moet eerst uitvoerig onderzoek doen en kijken wat er mis is met de jeugdige. Het advies mag niet ouder dan één jaar zijn, indien een rechter uitspraak doet. Er is geen bepaling opgenomen voor die situatie dat de jeugdige niet mee wil werken. De jeugdige moet wel meewerken, anders heb je geen advies. Op het moment dat je de zorg wilt inzetten, moet je een indicatiebesluit van Bureau Jeugdzorg hebben. Als je Bureau Jeugdzorg gevraagd hebt om een besluit maar ze doen het niet, dan mag de OvJ alsnog de GBM opleggen. Het delict moet tevens toerekenbaar zijn, anders mag je geen GBM opleggen. Als de jeugdige vast zit, loopt de GBM niet, die loopt pas als de jeugdige weer vrij is. Krachtens art. 77 wc Sr kan de rechter indien de jeugdige niet naar behoren heeft meegewerkt aan de tenuitvoerlegging van de maatregel vervangende jeugddetentie opleggen. De rechter moet in het geval een maatregel wordt opgelegd in zijn vonnis uitwerken waar het programma uit bestaat, art. 77w lid 3 Sr. De rechter gaat vrij compleet en stap voor stap aangeven wat er gaat gebeuren, wat voor zorg. De rechter moet een goed voorbereid advies hebben. Jeugdreclassering is belast met toezicht op de uitvoering. Sinds 1 juli kun je ook de volwassenreclassering vragen om toezicht te houden. Het gaat om jongeren die ernstige gedragsproblemen hebben. Als jongere kom je nog wel eens voor de vraag te staan of je nog wel mee wil werken. De eerste mogelijkheid gegeven door de wetgever is dat de jeugdige er niks aan kan doen. Indien de ouders niet meer mee willen werken, ligt dat buiten de schuld van de jeugdige, maar dan kan het OM een vordering tot wijziging van het programma instellen. In het merendeel van de gevallen zal vrij snel een omzetting plaatsvinden,dat is dus de tweede mogelijkheid. Als de jeugdige niet meewerkt kan de jeugdige worden aangehouden. De jeugdige kan dan wel een bezwaarschrift indienen als hij het niet eens is met de aanhouding. Aanhouden komt neer op zitten en dus niet meer op behandelen. Als de jeugdige gewoon meewerkt, kan het ook zo zijn dat de GBM van korte duur is, dat je nog niet klaar bent. Wat kan er dan gebeuren? Als OvJ kun je dan vorderen dat de GBM verlengd wordt, maximaal met de duur waarop je hem de eerste keer hebt opgelegd. De eerste keer 12 maand opgelegd? Dan kun je verlengen met maximaal 12 maand, minder mag ook. De GBM kan dus maximaal 2 jaar duren. De GBM wordt ingevuld met een programma, een samenstel van activiteiten in een bepaalde tijd. Gedragsinterventies, en zorg, kunnen ambulant en residentieel uitgevoerd worden. Bijvoorbeeld dat de jeugdige vanuit huis behandeld wordt. Overdag gaat hij dan naar een instelling s avonds weer naar huis, dat houdt ambulante uitvoering in. Residentieel houdt in dat je een poosje in een instelling wonen, vanuit daar volg je behandeling. Die instelling mag niet vrijheidsbenemend zijn. Dus eigenlijk valt er dan al heel veel af. Gesloten jeugdzorg kan dus niet, dat is vrijheidsbenemend. Art. 77wa Sr zegt dat zorg een heel breed spectrum is. Het is niet alleen hulp en steun aan het kind, maar ook aan de ouders en broertjes/zusjes. Daarnaast kun je ook gewoon jeugdzorg inzetten, bijvoorbeeld een gezinscoach, dat kan zowel civielrechtelijk als strafrechtelijk. Het programma kan daarnaast bestaan uit gedragsinterventies. Op termijn zal getoetst moeten worden of de interventies goed zijn, en dan moeten ze worden erkend. Wat is dan een interventie? Sociale vaardigheidstrainingen, agressietrainingen bijvoorbeeld. Sommige van deze interventies zijn gericht op het systeem van de jeugdige, waarbij je tevens de ouders erbij betrekt. Daarnaast worden er overige voorschriften opgelegd. Het moet een programma zijn, als je zegt je mag geen strafbare feiten plegen dan is dat geen programma. Een van de voorwaarden voor een voorwaardelijke veroordeling is dat je geen strafbare feiten mag plegen. Maar deze voorwaarde mag je niet stellen bij een GBM. Meewerken aan een urinecontrole, is een voorwaarde die wel gesteld mag worden bij een GBM omdat die samenhangt met de behandeling. Een voorwaardelijke veroordeling, art. 77x Sr. houdt in dat de jeugdige zich aan bepaalde voorwaarden moet houden, en als je dat doet hoef je niet te zitten. Eigenlijk alle sancties kunnen voorwaardelijk opgelegd worden. Er zal gebruik worden gemaakt van een proeftijd. Er zijn eigenlijk niet heel veel voorwaarden wanneer je art. 77x Sr. mag gebruiken, je mag vrij snel een voorwaardelijke sanctie opleggen. Voor een overtreding mag je geen jeugddetentie opleggen, als je het dan wel voorwaardelijk op mag leggen, is een beetje raar. Voor een jeugdige tot 16 jaar, kan maximaal 1 jaar jeugddetentie worden opgelegd en maximaal 2 jaar voor tussen de jaar. De jeugdige moet wel toerekeningsvatbaar zijn. Als voorwaarde zeggen we dat er een algemene voorwaarde moet zijn, dat de jeugdige tot het einde van de proeftijd geen strafbare feiten mag plegen. Je mag omzetten als de jeugdige binnen de proeftijd een delict pleegt. Er zijn ook bijzondere voorwaarden om gedragsveranderingen te bewerkstelligen. Art. 77z Sr, verwijst nu naar hetzelfde besluit gedragsbeïnvloeding jeugdigen, dertien

4 voorwaarden die je zou kunnen stellen. Ook hier wordt onderscheid gemaakt tussen zorg, gedragsinterventies en overige voorschriften. Wat is het verschil dan wat invulling betreft? Dat zit hem in de zorg en overige voorschriften. Alle ambulante uitvoeringen zijn hetzelfde, bij de GBM en voorwaardelijke veroordeling. Het verschil zit hem in de residentiële uitvoering. Dat kan wel bij een voorwaardelijke veroordeling, dat de jeugdige zich laat behandelen in een gesloten instelling, en is niet mogelijk bij een GBM. Tot 1 februari 2008 kon de rechter voorwaarden stellen die vrijheidsbeneming zouden impliceren, maar nu kan de rechter dat niet meer. Met de GBM kunnen we minder dan dat we vroeger konden. We kunnen wel meer overige voorschriften stellen. Contactverbod kan niet in het kader van een GBM. Opmerkelijk is dat de rechter niet in zijn vonnis hoeft uit te werken wat hij precies wil. De rechter laat heel veel ruimte over aan de jeugdreclassering. Er bestaan zowel bijzondere als algemene voorwaarden, bijzondere voorwaarden stellen is een keuzemogelijkheid dat kan de rechter doen maar hoeft niet. Bij een voorwaardelijke veroordeling is de proeftijd is 2 jaar, en kan verlengd worden met 1 jaar, de totale duur is maximaal 3 jaar. Zowel de OvJ als de veroordeelde kunnen de rechtbank vragen de voorwaarden aan te passen, bij de GBM kan alleen de OvJ dat. Hoe handelen we dan als het fout gaat? Dan gaan we de zaak aanhangig maken bij de rechtbank. De OvJ moet een vordering tot tenuitvoerlegging bij de rechtbank voorleggen. In de praktijk heeft de invulling van beide sancties heel veel gelijkenissen. Er kunnen geen vrijheidsbenemende maatregelen meer worden uitgevoerd bij een instelling. Het verschil zit hem eigenlijk in dat we meer overige voorschriften kunnen stellen. Bij de GBM volgt een uitvoerig onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming. We weten dan precies wat er aan de hand is met de jeugdige. De GBM is een expliciete reactie op het probleem van de jeugdige. Je hebt al zoveel onderzoek gedaan naar de jeugdige. Als je eenmaal het vonnis van de rechtbank hebt kun je direct beginnen met de behandeling. Zo n jeugdige spreekt eerst met een gedragsdeskundige bij de Raad voor de Kinderbescherming. Je kunt dan wachten op het vonnis, maar je kunt ook vast onderzoeken of er al een plekje vrij is in een instelling, en de jeugdige op een intake gesprek sturen. Dus op het moment dat de jeugdige op zitting komt, kan hij direct aan de slag gaan. Bij een voorwaardelijke veroordeling kijken ze minder naar alle behandelingsmogelijkheden. Het plan van aanpak komt dan pas na het vonnis, het duurt veel langer voor de jeugdige aan de slag gaat. Dit alles heeft tot gevolg dat de rechtbank bij een GBM heel expliciet in een vonnis neer kan leggen wat de jeugdige moet doen. Bij een voorwaardelijke veroordeling is dat niet zo. Niet veel rechtbanken gebruiken de GBM. Heel veel rechtbanken kiezen ervoor om naast een GBM een voorwaardelijke veroordeling op te leggen. De GBM kan maximaal voor 2 jaar worden opgelegd, een voorwaardelijke veroordeling maximaal 3 jaar. Bij een voorwaardelijke veroordeling hebben ze dus meer tijd. Sommige rechtbanken kiezen ervoor om beide op te leggen. Bij de GBM is de stok achter de deur groter, de kans dat de jeugdige zegt ik ga zitten is maar heel klein. De handhaving bij bijzondere voorwaarden is lastig. Ze blijven proberen de jeugdige op het rechte pad te krijgen. Sommige arrondissementen werken met gele en rode kaarten. Per gebied wordt er anders gewerkt, daarom is het ministerie aan het kijken of er een landelijk beleid kan komen. Deze zes punten zijn het verschil met de GBM. Casus: HR 12 juli 2011, LJN BQ 4676 De jeugdige heeft een aantal vrouwen in de billen geknepen, dat is een zedendelict. Behandeling is noodzakelijk. Wordt gekozen voor een GBM of een voorwaardelijke veroordeling? Behandeling is noodzakelijk, therapie gericht op omgang met seksuele emoties. Art. 77b Sr zegt ook dat het moet een heel ernstig delict moet zijn, of we moeten te maken hebben met een jeugdige die heel veel delicten pleegt. Het Hof kiest ervoor een voorwaardelijke jeugddetentie te geven. Met als voorwaarde dat hij deelneemt aan het programma seks en grenzen. Als de voorwaarde langer dan zes maanden geldt, zal er een GBM moeten worden opgelegd, zegt de memorie van toelichting. We kunnen eigenlijk precies hetzelfde met een GBM als met een voorwaardelijke veroordeling. Er staat geen verschil in de wet. De HR gaat mee met de wetgever, die zegt dat als je een langer programma hebt dan zes maanden, en je legt een voorwaardelijke veroordeling op, dat je dan moet motiveren waarom je dat niet in het kader van een GBM doet. De HR zoekt dus naar een afbakening tussen beide sanctie modaliteiten. De rechtbank had niet gemotiveerd, alleen een algemene overweging. Dus het arrest is gecasseerd en teruggegaan naar het Hof. Er lijkt niet voldaan aan de voorwaarden voor GBM. Mag je dan via een omweg hetzelfde wel in het kader van een voorwaardelijke veroordeling opleggen? Dat is niet echt proportioneel. Het mag niet in het kader van een GBM, waarom dan wel bij een voorwaardelijke veroordeling. De A-G zegt dat we dat maar niet moeten doen, schending van het proportionaliteitsbeginsel. Recente ontwikkelingen. De wetgever gaat een nieuwe sanctie toevoegen, art. 77 we en 77 wf Sr. Vrijheidsbeperkende maatregel, een contactverbod of meldingsplicht bijvoorbeeld kan worden opgelegd. Het voorstel is door de eerste en tweede kamer heen, maar nog niet in werking getreden. OvJ moet toetsen of het klopt dat de jeugdige zich niet aan de voorwaarden houdt. De RC toetst of de OvJ het goed heeft gedaan. Er toetst dus een rechter of de OvJ de juiste beslissing heeft genomen. Daarnaast wordt het mogelijk om direct na vonnis wijzing de jeugdreclassering te belasten met het toezicht op bijzondere voorwaarden. De

5 jeugdreclassering kan direct aan de slag met de jeugdige, daarmee probeer je het gat te dichten dat heeft wel voordelen, je wil niet dat die jeugdige op straat blijft hangen. Brief staatssecretaris 25 juni 2011, adolescentenstrafrecht wordt aangekondigd, dit geldt ingeval de jeugdige 18 jaar of ouder is maar nog geen 22 jaar. Tevens moet de gedragsmaatregel worden aangepast volgens de brief. Er worden continu dingen aangepast zonder wetenschappelijk onderzoek. Time-outplaatsing is in de wet opgenomen, de jeugdige wordt aanhouden bij non-conform gedrag. Daarnaast moeten we elektronisch toezicht mogelijk maken, contactgeboden en verboden, en bescherming van de samenleving moet een doel van de GBM worden, samenleving beschermen tegen deze jongeren. Beide sancties groeien nu nog meer naar elkaar toe. De reden voor invoering van de GBM was voor opvulling van een gat. Als we dan nu kijken naar de nieuwe en oude sanctie, blijkt dat we er nog niet zijn. Vrijheidsbenemende plaatsingen zijn niet meer mogelijk, we moeten dus nog steeds knutselen. Je hebt dus twee rechters die samen moeten werken. De meerwaarde van de GBM zoals die er nu ligt, is meer en intensief onderzoek voorafgaand aan het vonnis, in het vonnis komt te staan wat er precies moet gebeuren, de stok achter de deur is groter, en de druk op de jongere wordt groter. Had je dit dan niet ook kunnen bereiken door de voorwaardelijke veroordeling aan te passen? HC 7 Jeugdrecht Er zijn twee dingen belangrijk in het jeugdrecht, namelijk de minderjarige en de gezaghebbende. Het gezag over het kind heeft geen absoluut karakter. In de Romeinse tijd had de vader een belangrijke rol en kon beslissen over leven en dood. De omvang van de zeggenschap over het kind neemt af naarmate het kind ouder wordt. Beperkingen van het gezag zijn onder andere de leerplichtwet. Er zijn hele strenge eisen voor thuis lesgeven, het is erg belangrijk dat je kind gewoon naar school gaat. NB. De wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen treedt waarschijnlijk pas in werking per 1 januari In het nieuws werd gezegd dat men het niet goed dat de gezinsvoogden veel te weinig contact hadden met die kinderen. Er werden zoveel extra miljoenen gestopt in de jeugdzorg, zodat er meer contact was. Men vindt dat het contact onvoldoende is, als er één keer per maand wordt gekeken of het goed gaat met het kind. Een belangrijk instituut op het gebied van jeugdrecht is de Raad voor de Kinderbescherming. Als de rechter niet weet wat hij moet beslissen over het kind, vraagt hij advies aan de raad wat het beste is voor het kind. Er wordt gekeken wie van beide ouders het meest geschikt is om het kind op te voeden. Eerst vrijwillige hulpverlening, en pas als dat niet helpt komt de justitiële hulpverlening aan bod. Het kan ook zijn dat de raad na zo n onderzoek zegt, dat er een kinderbeschermingsmaatregel opgelegd moet worden. De raad gaat dat dan aan de rechter verzoeken. Het laatste onderwerp is kind en echtscheiding. Jaarlijks krijgen zo n kinderen te maken met de echtscheiding van hun ouders. Niet bij iedere echtscheiding zijn minderjarigen betrokken. De wettelijke regeling is wel zo geworden dat de rechter per se een gezagsbeslissing moet nemen, eigenlijk is bij ons de hoofdregel in de wet, dat het ouderlijk gezag wat tijdens het huwelijk bestaat, doorloopt bij een echtscheiding. Het kan zijn dat de rechter tijdens de echtscheidingsprocedure beslissingen moet nemen over de kinderen. Het vorige kabinet had gezegd dat ze iets willen doen aan de slechte positie van kinderen bij de echtscheiding van hun ouders. Het wetsvoorstel dat toen al in de ijskast stond, hebben ze weer te voorschijn gehaald, dat voorstel is er heel snel door heen gekomen namelijk op 1 maart 2009, de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding. Die wet heeft een aantal verbeteringen gebracht voor de positie van kinderen bij een echtscheiding. Het kan zijn dat al tijdens de procedure, een van beide ouders maar in de echtelijke woning kan verblijven. De kinderen worden dan toevertrouwd aan één van beide ouders, dat is een voorlopige voorziening. Zo n voorlopige voorziening kan ook alimentatie betreffen. Er is tijdens de echtscheidingsprocedure ook een onder toezichtstelling mogelijk, als blijkt dat het zo slecht gaat met het kind, art. 823 Rv. Als de rechter een beslissing moet nemen over het gezag over de kinderen, dan moet hij daarvoor kinderen vanaf de leeftijd van 12 jaar oproepen voor verhoor ex art. 809 Rv. Hoe gaat dat dan in zijn werk? De rechter stuurt een briefje naar het kind vanaf 12 jaar, en wil weten hoe het kind daarover denkt. De rechter heeft geen toga etc aan om de kinderen op hun gemak te stellen. Het is een hoorrecht en geen hoorplicht, het kind hoeft dus niet te komen. Sommige kinderen vinden het verschrikkelijk en willen niet kiezen. In de praktijk gaat het vaak zo dat kinderen het oplossen door een briefje te sturen naar de rechter. Bv dat ze het eens zijn dat ze bij hun moeder blijven wonen. Als dat niet het geval is gaat de rechter het met het kind overleggen, wat het kind het liefst wil. De Wet bevordering voortgezet ouderschap, heeft nogal wat wijzigingen in boek 1 gebracht, bijvoorbeeld art. 1:247 BW. Het ouderlijk gezag omvat de plicht de ontwikkeling van de banden van het kind met de andere ouder te bevorderen, art. 1:247 lid 3 BW. Daarom is dus deze bepaling in de wet gekomen, omdat sommige ouders het contact met de ander bemoeilijken. Het kind heeft recht op een gelijkwaardige verzorging en opvoeding door beide ouders. HR 21 mei 2010: de vader meende dat het recht op gelijkwaardige verzorging 50% van de tijd betekende. HR: gelijkwaardig ouderschap betekent niet dat de tijd 50/50 moet zijn, er moet een beslissing

6 genomen worden in het belang van het kind. Een ouderschapsplan moet worden overgelegd bij een echtscheiding, ook door ongehuwde ouders die gezamenlijk gezag hebben. Via een amendement is ook nog in de wet terecht gekomen dat ouders rekening kunnen houden met praktische belemmeringen, bv als een van de ouders in het buitenland werkt, moeten ze daar rekening mee houden in hun ouderschapsplan. Vroeger hoorde ouderlijk gezag bij het huwelijk. Sinds 1 januari 1998 staat in de wet dat in principe het ouderlijk gezag doorloopt na een echtscheiding. Er zijn twee redenen waarom dat ouderlijk gezag niet zou doorlopen, dat zie je in art. 1:251a lid 1 BW: a. het klemcriterium, daarin heeft de HR gezegd dat als een kind dreigt klem te zitten tussen de ruziënde ouders en er ook geen verbetering is te verwachten op korte termijn, dan kan het gezag aan één van de ouders worden opgedragen. Dit criterium vond men niet genoeg toen is er nog een criterium bijgekomen: als dat anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is. Een voorbeeld uit de jurisprudentie: als je nog gezamenlijk gezag hebt, moet je alle belangrijke beslissingen over je kind gezamenlijk nemen, in dit geval werkte de vader in het verre oosten, het was erg moeilijk om contact met hem te krijgen. In dit geval is het anderszins in het belang van het kind dat de moeder het gezag uitoefent. Het is heel moeilijk om alleen gezag te krijgen, er moet dan echt iets heel ernstigs aan de hand zijn dan. Eén van de twee ouders zal alleen het gezag krijgen, niet zomaar een derde. Eén van de belangrijke dingen van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding, is het ouderschapsplan. Zo n ouderschapsplan moet worden ingediend bij het verzoek tot echtscheiding. In dat plan geven ouders samen aan hoe ze dat ouderschap na de echtscheiding willen invullen. Als ouders niet een ouderschapsplan kunnen overleggen, kunnen ze wel scheiden, anders zou het in strijd met EVRM zijn. Art. 815 lid 6 Rv is dus een ontsnappingsclausule. Als een moeder wil scheiden en er is mishandeling in het spel, kan ze op andere wijze daarin volstaan door zelf te zeggen ik zou het zo willen. De bedoeling van de wet was najuist dat ouders samen aan zouden geven hoe ze dat zouden willen doen. Er moest iets in staan over de verdeling van de zorg en opvoedingstaken, het omgangsrecht van 1:377a BW, over het informatie verschaffen en raadplegen en er moet iets in staan wie wat bijdraagt aan de kosten van verzorging en opvoeding. Ook moet in het verzoek tot echtscheiding staan over welke punten ze het eens zijn en waarover de rechter nog een beslissing moet nemen. De kinderen moeten weten hoe de ouders het verder willen doen. Dan is een beetje de vraag vanaf welke leeftijd het met de kinderen overlegd had moeten worden. Dat is zo langzamerhand uitgekristalliseerd in de jurisprudentie, en vijf jaar is zo n beetje de grens, dan moet je de kinderen erbij betrekken. Die ontsnappingsclausule om aan dat ouderschapsplan te ontkomen, staat dus in lid 6 art. 815 Rv. Onlangs is er een uitspraak geweest, dat als het kind onder toezicht is gesteld en uit huis geplaatst is, kan dat een reden zijn dat er geen ouderschapsplan hoeft te worden gemaakt. Art. 815 lid 7 Rv de griffier van de Rb stuurt altijd een afschrift van het verzoek naar de Raad voor de Kinderbescherming, als voorzieningen getroffen moeten worden over een minderjarige. Je kunt de echtscheiding eenzijdig verzoeken, maar het kan ook via een gemeenschappelijk verzoek. Een eenzijdig verzoek heeft verschillende bezwaren, het moet onder andere worden betekend aan de andere echtgenoot, die krijgt dan dus de deurwaarder op bezoek. Het is heel belangrijk dat er een goede scheidingsmelding is gedaan aan de andere echtgenoot. Een gezamenlijk verzoek is natuurlijk altijd beter. Je hebt kans dat het helemaal gaat escaleren bij een eenzijdig verzoek. Uitspraak: een vrouw ging van Amerika naar Nederland met het kind, en diende meteen daarna een echtscheidingsverzoek in, de rechter heeft gekeken hoe het allemaal in zijn werk was gegaan, de echtscheiding was niet betekend, dus de echtscheiding was niet tot stand gekomen. Toen de man het hoorde had hij onmiddellijk een verzoek gedaan tot terug geleiding van zijn kind. Hij vond dat zijn kind uit Amerika ontvoerd was naar Nederland. Toen is de man naar Nederland gekomen, en via mediaton hadden deze ouders een ouderschapsplan opgesteld. Drie maanden bij de vader in Amerika, dan drie maanden bij de moeder in Nederland, tot het kind leerplichtig was, dan zou het kind om het jaar in de Amerika of Nederland wonen, het kind moest dan wel naar een internationale school gaan. De rechter vond dit een slecht ouderschapsplan, het was alleen in het belang van de ouders, en niet in het belang van het kind. De rechter heeft uiteindelijk beslist dat het kind de hoofdverblijfplaats kreeg in Amerika bij de vader. De rechter zei dat de vader meer in staat was omgang toe te staan/regelen met de moeder dan andersom. Mensen kunnen zich verzetten tegen een echtscheiding, dit leidt wel tot vertraging, ze kunnen bijvoorbeeld vinden dat het huwelijk niet duurzaam ontwricht is. De bedoeling is dat er één geconcentreerde behandeling komt op de zitting. Als er zo n zitting is geweest en de rechter heeft alle stukken bestudeerd, dan komt er uiteindelijk een beschikking, de echtscheiding is dan uitgesproken. Daarin kunnen ook nevenvoorzieningen opgenomen zijn, zoals een omgangsregeling of kinderalimentatie. Als partijen het eens zijn over al dat soort onderwerpen, en als ze dat hebben opgenomen in een convenant, dan kan de rechter dat convenant aan zijn beschikking hechten en heeft het een executoriale titel gekregen en kun je het executeren. In ongeveer 15 % van de gevallen zijn de mensen het niet eens over de kinderen. Ze willen bv alleen het gezag krijgen. Als er conflicten zijn, zal altijd de raad worden ingeschakeld, art. 810 Rv. De raad komt dat te weten en die gaat dan een onderzoek doen. Als die conflicten al tijdens de procedure zo hoog oplopen, dan kan het kind al tijdens de procedure worden toevertrouwd aan één van de ouders. Die andere ouder is dan niet het gezag kwijt. Wat valt er

7 onder belangrijke beslissingen? Schoolkeuze, beroepskeuze, medische aangelegenheden, dat zijn belangrijke beslissingen die de ouders samen moeten nemen. Als er zo wordt gestreden over het gezag over kinderen, dan heeft dat kind daarbij zelf ook nog de mogelijkheid de rechter te benaderen. Dat kind heeft de informele mogelijkheid om de rechter kenbaar te maken dat hij bv. het liefst bij de vader wil wonen. Een van de vragen was, heb je nou die informele rechtsingang alleen tijdens de echtscheidingsprocedure of kun je dat ook nog zoveel jaar later doen? Eigenlijk dacht men dat het alleen tijdens de procedure was. Maar de HR heeft beslist dat het ook nog mogelijk is enkele jaren na de echtscheiding. Ook dan zijn nog wijzigingen mogelijk met betrekking tot het gezag. Op welke gebieden moeten er allemaal beslissingen genomen worden over de kinderen? Over onder andere het gezag en de hoofdverblijfplaats. Bij een van de twee ouders wordt een hoofdverblijfplaats bepaald. Coouderschap is eerlijk verdeelt, het hoeft niet precies zo te zijn dat het kind 3,5 dag van de week bij de vader is en 3,5 dag bij de moeder. De ideale situatie zou zijn 3 huizen, en dat de ouders om de beurt komen om de kinderen te verzorgen. Maar vaak lukt het al niet om twee aparte huishoudens te onderhouden. Andere beslissingen over kinderen zijn betreffen omgangsregeling. De regeling van het omgangsrecht is ook nogal veranderd sinds 1 maart 2009, dat vinden we in art. 1:377a ev. BW. De kinderalimentatie heeft voorrang op alle onderhoudsverplichtingen ex art. 1:400 lid 1 BW. Dat is zowel voor eigen als voor stiefkinderen. Tijdens het huwelijk is de stiefouder onderhoudsplichtig. Vroeger heette de omgangsregeling het zogenaamde bezoekrecht. Het omgangsrecht wordt pas in de wet geregeld sinds Kind en ouder hebben recht op omgang met elkaar. Dat geldt niet alleen na een echtscheiding, maar ook een biologische ouder heeft recht op omgang. Wil hij recht op omgang hebben, moet hij de juridische ouder zijn. Een biologische ouder, bijvoorbeeld een sperma donor, die kan een beroep doen op de rechter om een omgangsregeling te maken, dan zou hij in een nauwe persoonlijke betrekking moeten staan tot het kind. Die nauwe persoonlijke betrekking is onze vertaling van family life uit art. 8 EVRM. Dus ook niet ouders kunnen om een omgangsregeling verzoeken, maar dan moeten ze die nauwe persoonlijke betrekking aantonen. Dit geldt voor een verwekker, een grootouders, een pleegouder, een sociale ouder, willen ze ontvankelijk zijn. Bij de omgangsregeling heeft het kind ook een informele rechtsingang, maar het komt erg weinig voor dat het gebruikt wordt. In principe zullen de ouders een omgangsregeling afspreken, een overeenkomst. Er zijn veel gevallen waarin de vader zijn kinderen nooit krijgt te zien, bv dat de moeder en de kinderen niet thuis zijn. Als ze het hebben afgesproken en de moeder komt het niet na, dan kan de vader zich tot de rechter wenden om een omgangsregeling vast te stellen. Uitgangspunt is dat de ouders het zelf overeen komen. De rechter kan een omgangregeling ook voor bepaalde tijd vaststellen. Eventueel stelt de rechter een proefregeling vast, om te kijken hoe dat gaat, het kan ook een van de nevenvoorzieningen zijn. Soms kan de vader nog veel later aan de rechter vragen een omgangsregeling vast te stellen. Het Verdrag voor de rechten van het kind heeft meegebracht dat er in de wet is opgenomen een omgangsrecht voor ouders met een kinderbeschermingsmaatregel, art. 1:263a en b BW. Soms wordt omgang helemaal ontzegd aan een ouder, dat vind je in art. 1:377a lid 3 BW. De omgang is in strijd met zwaarwegende belangen van het kind als de vader zelf incest heeft gepleegd met zijn kind. HR 27 februari 2009: je kunt de omgang ook ontzeggen voor onbepaalde tijd bij een ouder met gezag. Nergens vind je met zoveel woorden in de wet de sancties, maar in de praktijk zijn er wel diverse sancties om een omgangsregeling af te dwingen. Met behulp van de sterke arm bijvoorbeeld, reële executie. Een andere mogelijkheid is dat de ene ouder het kind steeds niet mee laat gaan met de andere ouder, dan wordt die ouder gegijzeld. Het is een uiterst middel om omgang voor elkaar te krijgen. Als je het kind nou nog niet meegeeft, dan kun je in het huis van bewaring geplaatst worden. Een dwangsom is ook een mogelijkheid, iedere keer dat de omgang niet wordt nagekomen, ben je bv 100 euro schuldig aan de andere ouder. Om dat te innen is best moeilijk. Een sanctie die in de praktijk ook wel wordt toegepast is dat een kind onder toezicht wordt gesteld. Je kunt dit alleen doen als voldaan is aan de grond van art. 1:254 BW. Dan moet het kind dus worden bedreigd in zijn gezondheid om geestelijke ontwikkeling, dan kun je pas een onder toezicht stelling uitspreken. Een heel erg uiterst middel is de gezagswijziging. In 2010 heeft de HR dat nog een keer goedgekeurd. Het ging om een heel jong meisje, die had een ernstige aandoening, een soort leukemie. Het meisje was 2 à 3 jaar, de vader was heel betrokken bij dat kind, wilde ook graag voor haar zorgen, maar de moeder hield het kind weg bij de vader. In dit geval had de rechtbank al het gezag gewijzigd, en had het gezag alleen aan de vader gegeven. Degene die het gezag heeft, bepaald de verblijfplaats. Het was niet de bedoeling dat het kind bij hem kwam wonen, dat hoefde ook niet van de vader, het kind mocht prima bij de moeder wonen, maar hij wilde zijn kind ook kunnen zien. Ook de HR vond het terecht dat die vader het gezag mocht krijgen, en vond dat hij beter in staat was om een omgangsregeling te laten lopen. Er is ook wel een gebeurd dat de rechter aan de Raad voor de kinderbescherming opdracht gaf om een omgang te begeleiden. In boek 1 zul je nergens tegen komen dat de rechter de raad iets op kan leggen. De raad is in beroep gegaan en ten slotte in cassatie. De HR zei dat nergens in de wet staat dat de rechter de raad een opdracht kan geven om een omgangsregeling te begeleiden. Enkele keren is er een strafrechtelijke sanctie uitgesproken. De eerste keer was dat het een strafrechtelijk sanctie omdat de vader het kind niet terug bracht na de omgang. Maar de volgende keer was het gebeurd omdat de moeder het kind niet aan de vader mee gaf. De vader was 14 keer voor niets aan de deur geweest. Er was dus een rechterlijke

8 beslissing, maar de moeder kwam het niet na, in dat geval heeft de rechter die moeder een taakstraf opgelegd en de moeder moest 120 uur taakstraf doen. Bij ons staat niet in de wet dat het een strafrechtelijk delict is. Wij hebben geen strafrechtelijke sanctie op een omgangsdelict. We hebben tegenwoordig ook omgangshuizen. In Groningen is ook zo n huis, om een omgangsregeling van de grond te krijgen en te laten lopen, dan kan die omgang plaatsvinden in zo n huis. Het is niet zo persoonlijk en het is ook niet de bedoeling dat het zo blijft. De informatie en de consultatie, dat vinden we in art. 1:377 b BW, dat gaat over gewichtige aangelegenheden, belangrijke zaken. Soms met tussenkomst van derden. Het gaat om belangrijke beslissingen, schoolkeuze etc. Als de vader geen gezag heeft, heeft hij wel recht op informatie, maar hij mag niet mee beslissen. Degene die alleen het gezag heeft neemt de beslissing. Heeft de vader wel gezag, dan nemen ze de beslissing gezamenlijk. De informatieplicht van derden, bv scholen, vaak weten ze niet wat ze aan wie moeten vertellen. Deze plicht geldt alleen voor informatie waarover ze beroepshalve beschikken. De school moet ook voorzichtigheid betrachten. Als de school informatie weigert aan een ouder dan kan er een beroep op de rechter gedaan worden voor de verzochte informatie. Wat je tegenwoordig ook vaker tegenkomt, is de internationale kinderontvoering. De verdragen zijn opgesteld vanwege de ontvoering uit Nederland naar landen om het middellandse zeegebied. De vader ontvoerde een kind en bracht het naar zijn familie, en zag de moeder het kind nooit meer. Tegenwoordig werken die verdragen averechts. Nu zijn het veel meer Nederlandse vrouwen die een kind krijgen in het buitenland en met dat kind naar Nederland gaan. Die Amerikaanse vader uit het voorbeeld deed ook een beroep op zo n verdrag. We hebben een Europees verdrag en een Haags verdrag, Nederland is partij bij beide verdragen. Ze worden toegepast bij ontvoering naar en vanuit Nederland. Er moet binnen 6 maanden na de ontvoering een verzoek worden gedaan tot teruggeleiding van het kind, dat mag niet gaan om kinderen ouder dan 16 jaar. Als je die twee verdragen met elkaar vergelijkt, dan zie je dat het Europese verdrag vooral is gebaseerd op erkenning en executie van gezagsbeslissingen. Het Haags verdrag is vooral gebaseerd op wederzijdse erkenning van rechterlijke gezagsbeslissingen en uit de wet voortvloeiende gezagsverhoudingen. Het Haags verdrag kijkt ook naar wat het kind wil. De Liasonrechter is de bevoegde rechter voor internationale zaken, dat is de Rechtbank Den Haag, daar is de meeste kennis aanwezig. HR 20 januari 2006: ging over het meisje Noa, ze is in het buitenland geboren. De ouders waren niet getrouwd, maar ze hadden wel gezamenlijk gezag. Toen de moeder in Nederland was, heeft ze een verzoek tot wijziging van gezag ingediend bij de rechter. Ook in Italië verzocht ze om toevertrouwing van het kind aan haar. De moeder was de constante factor. De Italiaanse rechter vertrouwde Noa toe aan de moeder, maar dan mocht ze Italië niet verlaten. In 2004 is ze naar Nederland gekomen. Het kindje moest terug naar Italië, want het was in strijd met de beslissing van de Italiaanse rechter. De vader kreeg het gezag, en de moeder kreeg een omgangsregeling. De centrale autoriteit zei ook dat het kind terug moest maar een instelling in Italië. Nu zou de procedure niet meer bij de Rechtbank Amsterdam worden gevoerd, dat zou nu dat bij de Liasonrechter zijn. De rechtbank wees het af, want het kind zou in een ondragelijke toestand komen, want die vader is helemaal niet van plan het kind zelf op te voeden, het meisje zou in een tehuis komen. Hij wilde dat het kind met de moeder naar Italië kwam. Ze kwam uit Italië, dat is het land van de gewone verblijfplaats van het kind en niet Nederland. In dat Haagse verdrag staan de weigeringsgronden wanneer de rechter kan weigeren het kind terug te laten gaan naar het land van herkomst. Je mag niet zeggen het belang van het kind is minder goed gediend in het land van herkomst. Dan zou het kind nooit terughoeven. Eerst moet het kind terug, en dan zouden de ouders met elkaar gaan praten en daar moet een beslissing uitkomen. Het kindje moest dus terug naar Italië, maar de moeder is in Nederland ondergedoken met het kind. Op een gegeven moment hebben ze haar ontdekt, dat betekende dat de moeder binnen een week het meisje aan de vader moest afgeven. Het Hof had gezegd dat het meisje niet in een ondragelijk toestand terecht zou komen als ze naar Italië ging. De hoofdregel is dat het kind terug moet, maar er is een beslissing geweest van het EHRM en daarin hebben ze gezegd dat een jongen die de Zwitserse nationaliteit heeft en Frans spreekt, in Zwitserland mag blijven en niet naar de gewelddadige vader in Israel terug hoeft. Het gaat om het belang van het kind.

INHOUD. Afkortingen / XIII

INHOUD. Afkortingen / XIII INHOUD Afkortingen / XIII HOOFDSTUK 1 Inleiding / 1 1.1 De zin van het jeugdstrafrecht / 1 1.1.1 Strafrechtelijke minderjarigheid / 1 1.1.2 Beperkte en geleidelijk toenemende strafrechtelijke verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5.

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5. U MOET TERECHTSTAAN INHOUD Deze brochure 3 Dagvaarding 3 Bezwaarschrift 3 Rechtsbijstand 4 Slachtoffer 4 Inzage in uw dossier 4 Getuigen en deskundigen 5 Uitstel 5 Aanwezigheid op de terechtzitting 6 Verstek

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Deze factsheet heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht

Het adolescentenstrafrecht Het adolescentenstrafrecht Wetswijziging 1 april 2014, Prof mr E.M.Mijnarends, bijzonder hoogleraar jeugdstrafrecht Leiden, coordinerend jongeren officier MN Drie pijlers onder wet ASR 1. overgrote deel

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord Een apart jeugdstrafrecht met eigen sancties en procedureregels De leeftijdsgrenzen 41

Inhoudsopgave. Voorwoord Een apart jeugdstrafrecht met eigen sancties en procedureregels De leeftijdsgrenzen 41 Inhoudsopgave Voorwoord 11 1 Een apart jeugdstrafrecht met eigen sancties en procedureregels 13 1.1 Aparte wetten, procedures, autoriteiten en instellingen voor jeugdigen 13 1.2 De achtergrond van het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN. DDD Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN Algemene bepalingen Artikel 79a Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar

Nadere informatie

Protocol Gezag en omgang na scheiding. Datum 30 januari 2013

Protocol Gezag en omgang na scheiding. Datum 30 januari 2013 Protocol Gezag en omgang na scheiding Datum 30 januari 2013 Status Definitief Inleiding - 5 1 Doel van het onderzoek - 6 2 Uitgangspunten - 7 3 Werkwijze van de Raad - 8 3.1 Eerste informatieronde - 8

Nadere informatie

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren Dit document beoogt de strafrechtelijke consequenties voor de verblijfsrechtelijke positie van een vreemdeling

Nadere informatie

De rechten van grootouders

De rechten van grootouders Mr E.L.M. Louwen advocaat familierecht/mediator Bierman advocaten, Tiel De rechten van grootouders Wet Al jaren vragen grootouders aan de rechter om een omgangsregeling met hun kleinkinderen. Al jaren

Nadere informatie

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg Op 12 februari 2009 verscheen het Koninklijk Besluit van 6 februari 2009. Dat KB regelt de inwerkingtreding van onder meer de Wet van 9 oktober 2008

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets

Leidraad voor het nakijken van de toets Leidraad voor het nakijken van de toets STRAFPROCESRECHT 14 OKTOBER 2011 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)

Nadere informatie

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek ARRESTANTENVERZORGING Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek januari 2013 Doel van het strafproces / strafvordering = het nemen van strafvorderlijke beslissingen Bestaat uit =

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

Training complexe echtscheidingen. 1 Regio Gooi en Vechtstreek

Training complexe echtscheidingen. 1 Regio Gooi en Vechtstreek Training complexe echtscheidingen 1 Regio Gooi en Vechtstreek Training complexe echtscheidingen Programma: 13.45 u Inloop 14.00 u Opening Catelijne van der Hoeven, stafarts Jeugd en Gezin 14.05 Juridisch

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45 Inhoudsopgave 1 Algemene inleiding: wat is strafrecht? 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Strafrecht: begripsvorming 16 1.2.1 Materieel en formeel strafrecht 16 1.2.2 Commuun en bijzonder strafrecht 17 1.2.3 Wat

Nadere informatie

Als ouders uit elkaar gaan

Als ouders uit elkaar gaan Als ouders uit elkaar gaan Inhoud 3 > Als ouders uit elkaar gaan 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het ouderschap blijft bestaan 7 > Informatie en consultatie 9 > De rol van de Raad 11 > De rechter

Nadere informatie

Afkortingen 13 I PERSONEN- EN FAMILIERECHT 23

Afkortingen 13 I PERSONEN- EN FAMILIERECHT 23 Inhoud Afkortingen 13 1 Inleiding recht 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Omschrijving en doel 15 1.3 Rechtsgebieden 16 1.4 Materieel recht en formeel recht 19 1.5 Nationaal en internationaal recht 20 1.6 Inhoud

Nadere informatie

Als ouders uit elkaar gaan

Als ouders uit elkaar gaan Als ouders uit elkaar gaan Inhoud 3 > Als ouders uit elkaar gaan 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het ouderschap blijft bestaan 7 > Informatie en consultatie 9 > De rol van de Raad 11 > De rechter

Nadere informatie

Als uw kind in aanraking komt met de politie

Als uw kind in aanraking komt met de politie Als uw kind in aanraking komt met de politie Inhoud 3 > Als uw kind in aanraking komt met de politie 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het traject in jeugdstrafzaken 7 > Officier van justitie en

Nadere informatie

Afkortingen 13 I PERSONEN- EN FAMILIERECHT 23

Afkortingen 13 I PERSONEN- EN FAMILIERECHT 23 Inhoud Afkortingen 13 1 Inleiding recht 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Omschrijving en doel 15 1.3 Rechtsgebieden 16 1.4 Materieel recht en formeel recht 19 1.5 Nationaal en internationaal recht 20 1.6 Inhoud

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17 Inhoudsopgave Voorwoord / 5 Lijst van gebruikte afkortingen / 13 Deel I Het materiële strafrecht 1. Inleiding / 17 2. Straffen / 19 2.1 Hoofdstraffen ex artikel 9 Sr / 19 2.2 Bijkomende straffen / 20 3.

Nadere informatie

Adolescentenstrafrecht

Adolescentenstrafrecht Adolescentenstrafrecht Aanpak met perspectief De ambitie Wat er verandert Februari 2014 Ambitie Adolescenten 16 tot 23 jaar Gerichte aanpak: rekening houden met ontwikkelingsfase Effectieve aanpak biedt

Nadere informatie

Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord

Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord De Leerplichtwet Ieder kind heeft recht op onderwijs. Het biedt hen de kans om hun eigen mogelijkheden te ontdekken, te ontwikkelen en te gebruiken. Een goede

Nadere informatie

Deze brochure 3. Aanhouding en verhoor 3. Inverzekeringstelling 4. De reclassering 5. Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5

Deze brochure 3. Aanhouding en verhoor 3. Inverzekeringstelling 4. De reclassering 5. Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 U WORDT VERDACHT INHOUD Deze brochure 3 Aanhouding en verhoor 3 Inverzekeringstelling 4 De reclassering 5 Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 Beperkingen en rechten 6 Voorgeleiding bij de

Nadere informatie

Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding

Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding Ouderschapsplan opstellen bij scheiding en afschaffing van flitsscheiding Maart 2009 / F&A 9882 Ministerie van Justitie Directie Voorlichting Schedeldoekshaven 100 Postbus 20301 2500 EH Den Haag T 070

Nadere informatie

U wordt verdacht. Inhoud

U wordt verdacht. Inhoud Inhoud Deze brochure 3 Aanhouding en verhoor 3 Inverzekeringstelling 3 Uw advocaat 4 De reclassering 5 Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 Beperkingen en rechten 5 Voorgeleiding bij de officier

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk Criminaliteit en Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk Criminaliteit en Rechtsstaat Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk 6 + 7 Criminaliteit en Rechtsstaat Samenvatting door een scholier 1300 woorden 3 november 2010 2,3 2 keer beoordeeld Vak Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk

Nadere informatie

Handleiding Jeugdrecht voor de politiepraktijk

Handleiding Jeugdrecht voor de politiepraktijk Handleiding Jeugdrecht voor de politiepraktijk.indd 1 10/3/14 1:04:19 AM .indd 2 10/3/14 1:04:19 AM Handleiding Jeugdrecht voor de politiepraktijk Mr. Lydia Janssen Zesde, herziene druk Reed Business Education,

Nadere informatie

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht Met de Jeugdwet komt de verantwoordelijkheid voor de jeugdreclassering en de jeugdhulp 1 bij de gemeenten te liggen. Jeugdreclassering

Nadere informatie

Mr Henk van Asselt. Werkzaam op het advocatenkantoor te Roosendaal. Strafrechtadvocaat. Lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten

Mr Henk van Asselt. Werkzaam op het advocatenkantoor te Roosendaal. Strafrechtadvocaat. Lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten Mr Henk van Asselt Werkzaam op het advocatenkantoor te Roosendaal Strafrechtadvocaat Lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten Jeugdstrafrecht Leeftijdscategorieën Jeugdstrafrecht: - 12

Nadere informatie

Echtscheiding. Gezag, omgang en informatie Mw. mr. M. (Marianne) Lautenbach

Echtscheiding. Gezag, omgang en informatie Mw. mr. M. (Marianne) Lautenbach Echtscheiding Gezag, omgang en informatie Mw. mr. M. (Marianne) Lautenbach Hoofdpunten - Gezag - Gezag na echtscheiding - Omgang na echtscheiding - Informatieplicht ouder en professional - Medische behandeling

Nadere informatie

U wordt verdacht. * Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen.

U wordt verdacht. * Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen. U wordt verdacht Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden en blinden. * Waar in deze brochure hij staat,

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Als uw kind in aanraking komt met de politie

Als uw kind in aanraking komt met de politie Als uw kind in aanraking komt met de politie Inhoud 3 > Als uw kind in aanraking komt met de politie 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het traject in jeugdstrafzaken 7 > Officier van justitie en

Nadere informatie

8 Kind en scheiding. mr. MJ.C. Koens. 2e gewijzigde druk

8 Kind en scheiding. mr. MJ.C. Koens. 2e gewijzigde druk 8 Kind en scheiding mr. MJ.C. Koens 2e gewijzigde druk Sdu Uitgevers 2008 Inhoud Voorwoord / 13 Afkortingenlijst / 15 Inleiding/ 17 1. De verantwoordelijkheid van ouders bij scheiding / 19 1.1. De rechter

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 575 Wet van 20 december 2007, tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdzorg met het

Nadere informatie

Als ouders gaan scheiden

Als ouders gaan scheiden Als ouders gaan scheiden Over de Raad voor de Kinderbescherming September 2009 Justitie Ministerie van Justitie Raad voor de Kinderbescherming Als ouders gaan scheiden Met de meeste kinderen en jongeren

Nadere informatie

Protocol informatieverstrekking gescheiden ouders

Protocol informatieverstrekking gescheiden ouders Protocol informatieverstrekking gescheiden ouders Voorgenomen besluit CvB : 1 november 2016 Bespreking CMO : 15 september 2016 Instemming GMR : 6 april 2017 Vastgesteld besluit CvB : 11 april 2017 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Op het politiebureau en jonger dan 18 jaar? Wegwijzer over je rechten en plichten

Op het politiebureau en jonger dan 18 jaar? Wegwijzer over je rechten en plichten Op het politiebureau en jonger dan 18 jaar? Wegwijzer over je rechten en plichten Je bent op het politiebureau omdat: 1. je wordt verdacht van het plegen van een strafbaar feit en je moest mee naar het

Nadere informatie

Feiten en Achtergronden. De jeugdige in het jeugdstraf(proces)recht. 1 februari 2008

Feiten en Achtergronden. De jeugdige in het jeugdstraf(proces)recht. 1 februari 2008 De jeugdige in het jeugdstraf(proces)recht 1 februari 2008 Ministerie van Justitie Directie Justitieel Jeugdbeleid Schedeldoekshaven 100 Postbus 20301 2500 EH Den Haag T 070 370 68 50 F 070 370 75 94 E

Nadere informatie

HC 6, , Jeugdrecht (strafrecht)

HC 6, , Jeugdrecht (strafrecht) HC 6, 11-10-2017, Jeugdrecht (strafrecht) Vandaag beginnen we met een paar nieuwsberichten. Ernstige delicten die gepleegd zijn door minderjarigen. In de voorgaande jaren is het voorbeeld genoemd; de Grensrechters-zaak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2726

ECLI:NL:GHARL:2017:2726 ECLI:NL:GHARL:2017:2726 Instantie Datum uitspraak 30-03-2017 Datum publicatie 09-05-2017 Zaaknummer 200.197.064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Personen-

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 500 Wet van 27 november 2008 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met

Nadere informatie

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing?

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Drs. R. Simmering Gedragsdeskundige, Raad voor de Kinderbescherming Utrecht 21 mei 2010 Hoe beïnvloedt de

Nadere informatie

OUDERSCHAPSPLAN II. juli 2011

OUDERSCHAPSPLAN II. juli 2011 OUDERSCHAPSPLAN II juli 2011 mr C.J.A. Snouckaert van Schauburg-Buchwaldt De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch Boers

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Aanhouding en inverzekeringstelling

Aanhouding en inverzekeringstelling Aanhouding en inverzekeringstelling 1 U bent aangehouden en meegenomen naar het politiebureau. Wat zijn uw rechten? U wordt verdacht van een strafbaar feit. De Rechercheur Opsporing van de Inspectie SZW

Nadere informatie

U gaat scheiden. In dit informatieblad. 1 Wanneer kunt u scheiden?

U gaat scheiden. In dit informatieblad. 1 Wanneer kunt u scheiden? U gaat scheiden U bent getrouwd en u wilt niet langer bij uw partner blijven. Dan kunt u gaan scheiden. Als u gaat scheiden, moet u veel dingen regelen. Dit informatieblad helpt u daarbij. U vindt informatie

Nadere informatie

De enkelvoudige kamer: de politierechter

De enkelvoudige kamer: de politierechter 3 De enkelvoudige kamer: de politierechter 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft de procedure bij de politierechter. Deze is niet totaal verschillend van die bij de meervoudige strafkamer. Integendeel.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:2366

ECLI:NL:RBMNE:2014:2366 ECLI:NL:RBMNE:2014:2366 Instantie Datum uitspraak 23-05-2014 Datum publicatie 20-08-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C-16-366100 - JE RK 14-841 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie uitgave juni 2015 Minderjarigen kunnen volgens de Belgische wet geen misdrijven plegen. Wanneer je als jongere iets ernstigs mispeutert, iets wat illegaal is, pleeg je een als misdrijf omschreven feit

Nadere informatie

Echtgenoten die van tafel en bed gescheiden zijn, kunnen om een ontbinding van het huwelijk verzoeken.

Echtgenoten die van tafel en bed gescheiden zijn, kunnen om een ontbinding van het huwelijk verzoeken. Antwoorden door Een scholier 2544 woorden 4 oktober 2004 5,9 36 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Verslag: Scheiden, alimentatie en bijstand in Nederland In dit verslag heb ik, in ieder geval, de antwoorden

Nadere informatie

* Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen. De veroordeling 3. Registratie 3. De Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden 3

* Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen. De veroordeling 3. Registratie 3. De Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden 3 U BENT VEROORDEELD U bent onlangs veroordeeld door de strafrechter. Hij* heeft u een straf of maatregel opgelegd. In deze brochure leest u welke verschillende soorten straffen en maatregelen er bestaan,

Nadere informatie

Datum 17 juni 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen Recourt en Rebel over minderjarigen in voorlopige hechtenis

Datum 17 juni 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen Recourt en Rebel over minderjarigen in voorlopige hechtenis 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

U moet terechtstaan. Inhoud

U moet terechtstaan. Inhoud U moet terechtstaan Inhoud Deze brochure 3 Dagvaarding 3 Bezwaarschrift 3 Rechtsbijstand 4 Slachtoffer 4 Inzage in uw dossier 4 Getuigen en deskundigen 5 Uitstel 5 Aanwezigheid op de terechtzitting 6 Verstek

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Ik ga scheiden. Wat nu? Informatie over: procedure kosten financiën woning kinderen

Ik ga scheiden. Wat nu? Informatie over: procedure kosten financiën woning kinderen Ik ga scheiden Wat nu? U bent getrouwd of u heeft een geregistreerd partnerschap, maar wilt niet langer bij uw partner blijven. In dit geval kunt u gaan scheiden. Een echtscheiding is vaak verdrietig en

Nadere informatie

NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht

NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht 4. NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht Samsom H.D. Tjeenk Willink Alphen aan den Rijn 1992 Derde druk Prof. mr M. Wladimiroff Mr S.E. Marseille Dr mr J.M. Sjöcrona Mr P.R. Wery Strafprocesrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2012:2572

ECLI:NL:RBHAA:2012:2572 ECLI:NL:RBHAA:2012:2572 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12062012 Datum publicatie 16072013 Zaaknummer 182928 FA RK 112236 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

Voorbeeld ouderschapsplan

Voorbeeld ouderschapsplan CONCEPT OUDERSCHAPSPLAN De ondergetekenden: Naam moeder, wonende te ( )., gemeente.., aan de nr.., verder te noemen "de moeder"; en Naam vader, wonende te (.).., gemeente., aan de. nr.., verder te noemen

Nadere informatie

Uitvoeringswet Verdragen inzake internationale ontvoering van kinderen

Uitvoeringswet Verdragen inzake internationale ontvoering van kinderen Uitvoeringswet Verdragen inzake internationale ontvoering van kinderen Wet van 2 mei 1990, Stb. 202, tot uitvoering van het op 20 mei 1980 te Luxemburg tot stand gekomen Europese Verdrag betreffende de

Nadere informatie

Protocol School en Scheiding, KBS De ark en de Ark van Noach

Protocol School en Scheiding, KBS De ark en de Ark van Noach Protocol School en Scheiding, KBS De ark en de Ark van Noach 1. Dit protocol: o legt uit wie voor de wet ouder van een kind is; o formuleert een aantal richtlijnen waar de school zich aan zal houden, ter

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

Inhoudsopgave. N.B. Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen.

Inhoudsopgave. N.B. Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen. U wordt verdacht Inhoudsopgave Deze brochure 2 Aanhouding en verhoor 2 Inverzekeringstelling 2 Uw advocaat 3 De reclassering 3 Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 4 Beperkingen en rechten

Nadere informatie

Definities van de gehanteerde termen:

Definities van de gehanteerde termen: Protocol Scheiding in school 1 Dit protocol: legt uit wie voor de wet ouder van een kind is; formuleert een aantal richtlijnen waar de school zich aan zal houden om misverstanden te voorkomen; beschrijft

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2012:BY6590

ECLI:NL:RBHAA:2012:BY6590 ECLI:NL:RBHAA:2012:BY6590 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 16-10-2012 Datum publicatie 18-12-2012 Zaaknummer 193036 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en familierecht

Nadere informatie

uitgave januari 2015

uitgave januari 2015 uitgave januari 2015 Veel kinderen stellen vragen aan de Kinderrechtswinkel over wat er met hen gebeurt als hun ouders uit elkaar gaan. Bijvoorbeeld of zij kunnen beslissen bij welke ouder ze willen wonen

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:357 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:357 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:357 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-02-2017 Datum publicatie 23-02-2017 Zaaknummer 200.199.846/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

Protocol School en Scheiding Cals College

Protocol School en Scheiding Cals College Protocol School en Scheiding Cals College 1. Dit protocol: legt uit wie voor de wet ouder van een kind is; formuleert een aantal richtlijnen waar de school zich aan zal houden, ter voorkoming van misverstanden;

Nadere informatie

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 15de december 2011 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek ter zake van gezamenlijk gezag over minderjarige kinderen (Landsverordening gezamenlijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 319 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 685 Regeling van DNA-onderzoek bij veroordeelden (Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

Minderjarigheid in het recht

Minderjarigheid in het recht Minderjarigheid in het recht Minderjarigen zijn personen onder de 18 jaar, tenzij voor hun 18e levensjaar huwelijk, geregistreerd partnerschap (GP) of meerderjarigverklaring van moeder van 16/17 jr Twee

Nadere informatie

Als je in aanraking komt met de politie

Als je in aanraking komt met de politie Als je in aanraking komt met de politie Je bent in aanraking gekomen met de politie en dan? Je bent met de politie in aanraking geweest. Als de politie jouw strafzaak ernstig genoeg vindt, kan die dat

Nadere informatie

U bent onlangs veroordeeld door de strafrechter. Hij* heeft u een straf of maatregel

U bent onlangs veroordeeld door de strafrechter. Hij* heeft u een straf of maatregel U bent veroordeeld U bent onlangs veroordeeld door de strafrechter. Hij* heeft u een straf of maatregel opgelegd. In deze brochure leest u welke verschillende soorten straffen en maatregelen er bestaan,

Nadere informatie

Congres De ots90 jaar:versleten of vitaal? Workshop: ots, omgang en het belang van het kind

Congres De ots90 jaar:versleten of vitaal? Workshop: ots, omgang en het belang van het kind Congres De ots90 jaar:versleten of vitaal? Workshop: ots, omgang en het belang van het kind Voorzitter: Paul van Teeffelen Inleider: Esther Lam Referent: Sonja de Pauw Gerlings Introductietekst workshop

Nadere informatie

Voorstel van wet. Artikel 1

Voorstel van wet. Artikel 1 Regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat (Wet tijdelijk huisverbod) Voorstel van wet Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG.

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 28 maart 2014 Uw kenmerk 476490 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 498 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord

Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord Is schoolverzuim strafbaar? Ieder kind heeft recht op onderwijs. Het biedt hen de kans om hun eigen mogelijkheden te ontdekken, te ontplooien en te gebruiken.

Nadere informatie

thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2],

thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2], ECLI:NL:RBAMS:2013:3850 Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER Parketnummer: 13/737331-13 RK nummer: 13/2646 Datum uitspraak: 28 juni 2013 UITSPRAAK op de vordering ex artikel 23

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Buitenlandse straf uitzitten in Nederland

Buitenlandse straf uitzitten in Nederland Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.3.232 Buitenlandse straf uitzitten in Nederland algemene informatie bronnen Ministerie van Veiligheid en Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen; www.dji.nl Straf

Nadere informatie

Protocol informatieverstrekking aan (niet samenwonende) ouders

Protocol informatieverstrekking aan (niet samenwonende) ouders Protocol informatieverstrekking aan (niet samenwonende) ouders Concept ter bespreking : 30-08-2016 Vastgesteld door de Directie : 13-09-2016 Vastgesteld door het Algemeen Bestuur : n.v.t. Instemming oudergeleding

Nadere informatie

Protocol omgang met gescheiden ouders

Protocol omgang met gescheiden ouders Protocol omgang met gescheiden ouders 1. Algemeen Als ouders van een kind gaan scheiden is dat een zeer ingrijpende gebeurtenis. Dat geldt voor de ouders, maar zeker ook voor hun kinderen. Om duidelijk

Nadere informatie

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging TBS voor Dummies Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging Auteur: Miriam van der Mark, advocaat-generaal en lid van de Kerngroep Forum TBS Algemeen De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS

PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS Stichting Katholiek Onderwijs Wassenaar Juni 2013 Vooraf Dit protocol is belangrijk voor alle gescheiden ouders, opdat zij weten hoe school omgaat met de afspraken omtrent informatieverstrekking

Nadere informatie

Uitvoeringsproces Gedragsbeïnvloedende maatregel

Uitvoeringsproces Gedragsbeïnvloedende maatregel Uitvoeringsproces Gedragsbeïnvloedende maatregel Definitieve status, d.d. 9 november 2010 1. Betrokken partijen en hun taken en verantwoordelijkheden Jeugdreclassering: De Jeugdreclassering is samen met

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 22-12-2006 Datum publicatie 11-01-2007 Zaaknummer 15/645076-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

1.21 Verkeer: dood/zwaar lichamelijk letsel door schuld in het verkeer (art. 6 WVW 1994)

1.21 Verkeer: dood/zwaar lichamelijk letsel door schuld in het verkeer (art. 6 WVW 1994) Titelpagina Copyright Pagina Voorwoord HOOFDSTUK 1 Delicten 1.1 Afpersing 1.2 Bedreiging 1.3 Belaging 1.4 Belediging 1.5 Deelname aan een criminele organisatie 1.6 Diefstal 1.7 Heling 1.8 Huisvredebreuk

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop

JURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop JURISPRUDENTIE STRAFRECHT Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop HR uitspraken 10 februari 2015 Beslissingen voorlopige hechtenis (Cassatie in het belang der wet) HR:2015:247 HR:2015:255 HR:2015:256

Nadere informatie