Survival of the filters. Ielke van den Wildenberg Renal Practitioner i.o.

Transcriptie

1 Survival of the filters Ielke van den Wildenberg Renal Practitioner i.o.

2 Inhoud Introductie ziekenhuis Introductie onderzoek: Probleemstelling Vraagstelling Doelstelling Onderzoek

3 Inhoud (vervolg) Onderzoeksresultaten Vergelijking met de literatuur Conclusie Aanbevelingen Rol renal practitioner

4 St. Elisabeth ziekenhuis Tilburg Topklinisch ziekenhuis Traumacentrum Level 3 intensive care 24 intensive care bedden en 10 medium care bedden

5 Introductie onderzoek - Probleemstelling - De circuitoverleving op de intensive care van het St. Elisabeth ziekenhuis in Tilburg is korter dan in de literatuur beschreven wordt

6 Introductie onderzoek - Vraagstelling - Hoe is de circuit overleving op de intensive care van het St. Elisabeth ziekenhuis in Tilburg? Hoe verhoudt zich dit tot de circuitoverleving in de literatuur? Welke factoren zijn hierop van invloed?

7 Introductie onderzoek - Doelstelling - Het verkorten van de downtime door: -Het verlengen van de circuitoverleving -Het snel herstarten van de CRRT -Factoren bepalen die een verlenging van de downtime opleveren

8 Onderzoek Beschrijvend retrospectief onderzoek Inclusie: patiënten die tijdens opname op de intensive care van het St. Elisabeth ziekenhuis te Tilburg van 2007 t/m 2009 CRRT behandeling ondergingen

9 CRRT behandeling in het St. Elisabeth ziekenhuis Tilburg CVVH diapact van Braun Bloedflow 200 ml/min Substitutieflow 2000 ml/uur Substitutievloeistof HF 32 bic Predilutie Plaats katheter is variabel Soort katheter 16 cm, 12 french van Arrow

10 Onderzoeksresultaten

11 Patiëntkenmerken Aantal CVVH patiënten Man (%) 18 (64%) 13 (68%) 29 (65%) Leeftijd Apache Tot. aantal CVVH-dgn/jaar Gem. aantal CVVH-dgn/pt CVVH patiënten overleden % 59% 51%

12 Soort antistolling Soort antistolling aantal keer toegepast heparine geen heparine en protamine soort antistolling anders

13 Circuitoverleving St. Elisabeth ziekenhuis Tilburg Gemiddelde circuitoverleving in uren Gemiddelde circuitoverleving Jaar Mediane overleving circuit: 29 uur Gem. overleving (95% CI) 2007: 28,9 uur (23,8-34,0) 2008: 23,3 uur (16,5-29,8) 2009: 17,8 uur (13,2-22,3)

14 Afsluiten CRRT behandeling St. Elisabeth ziekenhuis Tilburg Af sl ui t en cr r t behandel i ng f r equent i e van voor komen Pat i ent f act or en Toegang Circuit behandel kar akt er i st i eken Onbekend Ov e r i g Doel ber ei kt Reden van af sl ui t en

15 Vergelijking met de literatuur

16 Vergelijking literatuur Monchi 2 beschrijft een mediane filteroverleving van 40 uur met heparine (70 uur met citraat) Brophy 3 beschrijft een mediane filteroverleving van 42 uur met heparine (44,7 uur met citraat)

17 The breakdown of the number of CRRT circuit change requirements. Brophy P D et al. Nephrol. Dial. Transplant. 2005;20: The Author [2005]. Published by Oxford University Press on behalf of ERA-EDTA. All rights reserved. For Permissions, please journals.permissions@oupjournals.org

18 Conclusie

19 Conclusie In vergelijking met de literatuur is er in het St. Elisabeth ziekenhuis in Tilburg een kortere circuitoverleving De circuitoverleving neemt af

20 Aanbevelingen

21 Soort CRRT Factoren van invloed op filtersurvival Kennis verpleegkundigen Katheter Antistolling Hoe ziek is patiënt? Biocompatibiliteit filter

22 Soort CRRT Filtratie ratio zo laag mogelijk houden (gedeeltelijk) predilutie

23 Kennis verpleegkundigen Langzame reactie op alarmen draagt bij aan snellere stolling van het filter Zorg dat tijdens het primen het filter goed ontlucht is

24 Katheter Eerder stolling bij side holes Verminderde flow door afknikken Slechte vaatvulling Diameter Positie (voorkeur femoralis)

25 Aanbevelingen Scholing verpleegkundigen (en artsen) Betere registratie Optimaliseren centraal veneuze toegang Regionale antistolling met citraat

26 Scholing verpleegkundigen Ontwikkeling ELO module Bed side teaching Toetsing

27 Optimaliseren centraal veneuze toegang Langere centraal veneuze lijn Citra lock

28 Regionale antistolling met citraat Deelname CASH-trial

29 Rol renal practitioner

30 Rol renal practitioner Consulentschap en deskundigheidsbevordering Zorgverlening op expertnivo Verpleegkundig leiderschap Onderzoek en kwaliteit

31 Literatuur 1. Oudemans- van Straaten HM, Bosman RJ, et al. Citrate anticoagulantion for continuous venovenous hemofiltration. Crit Care Med Feb;37(2): Monchi M, Berghmans D, et al. Citrate vs heparin for anticoagulantion in continuous venoveno us hemofiltration: a prospective randomized study. Intensive Care Med (2004) 30: Brophy PD, Somers MJG, et al. Multi-centre eval uation of anticoagulantion in patients receiving continuous re nal replacement therapy (CRRT). Nephrol Dial Transplant (2005) 20: Morabito S, Guzzo I, et al. Continuo us renal rep lacement therapies: anticoagulation in the critically ill at high risk of bleeding. JNephrol 2003 jul-aug; 16(4): Baldwin I. Factors affecting circuit patency and filter life. contrib Nephrol. 2007; 156: Pont de ACJM. Guidelines for anticoagulation with unfractionated heparin and low molecular weight heparins during continuous venoveno us hemofiltrat ion in the intensive care unit. NVIC commi ttee Nephro logy and intensive care 7. Ronco c, Bellamo R, et al. Relationship between bloodflow, access catheter and circuit failure during CRRT: a practical revi ew. Contrib Nephrol Basel 2004, vol 144 pp Damenj. van DiejenD et al: NIVC standpunten, NIVC richtlijnen en de juridischeimplicaties. Neth J Crit Care 2002; 6(2): Tan HK, Baldwin I et al. : continuous veno-venous hemofiltration wit hout anticoagulation in highrisk patients. Intensive Care Med 2000; 26: Martin PY, Chevrolet JC et al: Anticoagulation in patients treated by continuo us venovenous hemofiltration: a retr ospective study. Am JKidney dis 1994;