LEERWERKBOEK 2 DEEL A

Transcriptie

1 LEERWERKBOEK 2 DEEL A

2

3 LES 13 En dan nu tijd voor het gezonde menu DIT KAN IK AL! Ik weet wat een menu is. Ik kan vertellen wat ik lekker vind. Oefening 1 Hier klopt iets niet! Lees de menu s. Kruis het menu aan dat jij kiest. Omkring in dat menu de woorden die je wilt veranderen. 25

4 Oefening 2 Maak er iets lekkers van! Ik kies menu Schrijf de woorden die je gaat veranderen over. Schrijf je verbetering op. Dessert 26

5 Oefening 3 Jij bent de baas Bedenk wat jij op het menu zou zetten. Schrijf je menu op. Dessert Smakelijk! Opmerkingen Tijdens deze les voelde ik mij Tijdens deze les kon ik gemakkelijk volgen 27

6

7 LES 13 En dan nu tijd voor het gezonde menu TAALBENDEDOELEN Schrijven Communicatieve vaardigheden ontwikkelen: Het belang van geschreven boodschappen ervaren. Relevante tekstsoorten en hun conventies leren kennen en zelf gebruiken. Teksten uitschrijven: Schrijfdurf hebben. Lezen Begrijpend lezen Communicatieve elementen waarnemen en decoderen. Talige boodschappen inter preteren: Voorkennis over de tekstinhoud activeren. Talige boodschappen begrijpen: Informatie herkennen over namen, eigenschappen van personen, dieren, zaken. LEERLIJNEN Dit leerden we vorig schooljaar De leerlingen leren een goede schrijfhouding aan te nemen bij het uitschrijven van teksten. De leerlingen worden zich bewust van het nut om teksten te verzorgen en na te lezen. Dit leren we nu De leerlingen lezen teksten na en werken zelf een verzorgd schrijfresultaat uit. Dit leren we volgend schooljaar De leerlingen kunnen teksten nalezen en verzorgen op hun eigen niveau, rekening houdend met vooropgestelde vormvereisten. De leerlingen zijn zich daarbij bewust van hun woordkeuze. MATERIAAL LESVERLOOP Aanzet 1 Een menukaart 2 Structuur van een menukaart Kern 3 Oefenen in het leerwerkboek Reflectie 4 Reflectie VOOR DE LES Je legt de menukaarten uit les 5 klaar. NA DE LES Leerwerkboek p

8 LESVERLOOP 1 Een menukaart Je deelt de menukaarten uit les 5 opnieuw uit. Je gaat een gesprek aan. Je bespreekt het menu aan de hand van het communicatieschema. Wat is dit? (een menukaart) Wat kun je er allemaal op lezen? (wat je kunt kiezen om te eten en om te drinken, de prijzen) Wie is de schrijver van zo n menu? (de kok, de baas van het restaurant, wie het menu klaarmaakt ) Wie is de lezer? (wie komt eten) AANZET ICT-TIP Je kunt brainstormen rond de menukaart met wordle.net. Zo blijven de belangrijkste woorden op het bord staan. 2 Structuur van een menukaart Je bespreekt met de leerlingen de structuur van een menukaart. Welke titels lees je op het menu? (drank, hapje, voorgerecht, hoofdgerecht en dessert) Kan dat ook in een andere volgorde? Waarom wel/niet? 3 Oefenen in het leerwerkboek Je vertelt de leerlingen dat ze vandaag twee gezonde menu s gaan lezen. Maar er staan fouten in de menu s. Er zitten gekke dingen in. Je vraagt aan de leerlingen of zij jou willen helpen om de fouten terug te vinden en er een gezond menu van te maken. Je laat de leerlingen hun leerwerkboek nemen. KERN leerwerkboek p. 25 Oefening 1 Hier klopt iets niet! Lees de menu s. Kruis het menu aan dat jij kiest. Omkring in dat menu de woorden die je wilt veranderen. De leerlingen kiezen een van de twee menu s. Ze omkringen de woorden die ze willen veranderen. TIP Je kunt het schrijflied opzetten om de leerlingen te herinneren aan een juiste schrijfhouding. TIP Leerlingen die het moeilijk hebben om netjes te werken maken gebruik van kladpapier. 13.2

9 leerwerkboek p. 26 De leerlingen schrijven op welk menu ze kiezen, ze noteren de woorden die ze willen veranderen en de correctie. Oefening 2 Maak er iets lekkers van! Ik kies menu Schrijf de woorden die je gaat veranderen over. Schrijf je verbetering op. Dessert leerwerkboek p. 27 diff.: uitdaging De leerlingen schrijven een menu uit dat ze zelf kiezen. ICT-TIP Je kunt de leerlingen hun menu op de computer laten maken met Word. Zo kunnen de leerlingen ook nog foto s toevoegen. Achteraf kun je deze afdrukken om een menuboek te maken. Oefening 3 Jij bent de baas Bedenk wat jij op het menu zou zetten. Schrijf je menu op. Dessert Smakelijk! REFLECTIE 4 Reflectie Je laat de leerlingen hun aangepaste menu of zelfgeschreven menu voorlezen. Je schenkt aandacht aan leuke en originele ideeën. 13.3

10

11 Dessert IJsje 4 Pudding 3 Kersentaart 5 Pannenkoek 4 Dessert IJsje 4 Pudding 3 Kersentaart 5 Pannenkoek 4 Kip met ananas 12 Worst met appelmoes 12 Biefstuk met salade 18 Zalm met prei 16 Kabeljauw met spinazie 17 Alles met frietjes, rijst, aardappelen of puree Kip met ananas 12 Worst met appelmoes 12 Biefstuk met salade 18 Zalm met prei 16 Kabeljauw met spinazie 17 Alles met frietjes, rijst, aardappelen of puree Kaaskroketjes 7 Tomatensoep 5 Tomaat met garnaaltjes 9 Pannenkoek met kaas en tomaat 8 Kaaskroketjes 7 Tomatensoep 5 Tomaat met garnaaltjes 9 Pannenkoek met kaas en tomaat 8 Hapje Blokjes kaas 3 Stukjes wortel 2 Olijven 3 Zakje chips 1 Bordje met kaas en salami 5 Hapje Blokjes kaas 3 Stukjes wortel 2 Olijven 3 Zakje chips 1 Bordje met kaas en salami 5 Drank Water 2 Spuitwater 2 Cola 2 Fanta 2 Vers fruitsap 3 Drank Water 2 Spuitwater 2 Cola 2 Fanta 2 Vers fruitsap 3 Menu Menu De Taalbende, Plantyn Thema 6 Les 5 Kopieerblad 6.18