STEDEBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN B.P.A. De Patine

Transcriptie

1 STEDEBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN B.P.A. De Patine ZONE 1 WOONBEBOUWING VOOR RESIDENTIELE WONINGBOUW 1.0. FASERING Bij de realisatie van het onbebouwd binnengebied voor residentiële woningbouw, dient rekening gehouden met de voorgestelde fasering zoals op het plan aangeduid, en waarbij eerst voor de 1 e fase een globaal verkavelingsplan dient goedgekeurd Wanneer voor minimum 2/3 van de bouwkavels van de 1 e fase een bouwvergunning is verleend, kan pas voor de 2 e fase een verkavelingsplan worden afgeleverd Wanneer voor minimum 2/3 van de bouwkavels van de 2 e fase een bouwvergunning is verleend, kan pas voor de 3 e fase een verkavelingsplan worden afgeleverd In afwachting van de aansnijding van de onderscheiden fasen, dienen deze gronden hun agrarische bestemming te behouden, en vrij te blijven van elke constructie BESTEMMING Open en/of gekoppelde ééngezinswoningen, met nevenbestemmingen van diensten en kantoren die ondersteunend werken en niet storend en met hinderend zijn voor de woonomgeving en dit met een maximum van 1/3 van de gelijkvloerse bebouwde oppervlakte INPLANTING plaatsing van de voorgevelbouwlijn van de woning t.o.v. de weggrens: Zie plan en/of maximum 10,00 m plaatsing t.o.v. de zijkavelgrenzen: minimum 4,00 m. voor alleenstaande woningen. minimum 3.00 m. voor gekoppelde woningen plaatsing t.o.v. de achterkavelgrens: minimum 8,00 m. Op een afstand van 8,00 m. van de achterkavelgrens mag de bouwhoogte maximum 3,00 m. bedragen en dient het bouwvolume te vallen binnen het gabariet bepaald door een hoek van 35 vertrekkend van deze maximale hoogte van 3,00 m Mits wederzijds schriftelijk akkoord met de aanpalende eigenaar kan op één kavelgrens de woning geschakeld worden op voorwaarde dat éénzelfde profiel op de gemeenschappelijke perceelsgrens wordt aangehouden en dit over een afstand van 3,00 m. Drie (3) meter buiten deze grens mag het profiel afwijken, maar moet binnen de toegelaten profielen blijven. Architecturaal en qua materialengebruik dienen deze schakelwoningen één harmonisch geheel te vormen Voor de gekoppelde woningen dient eenzelfde profiel op de gemeenschappelijke perceelgrens aangehouden te worden en dit over een afstand van 3,00 m. Drie ( 3) meter buiten deze grens mag het profiel afwijken maar moet binnen de toegelaten profielen blijven. De vormgeving, dakhelling, het aantal bouwlagen van de eerst vergunde woning zijn bindend voor de tweede woning. De gevelmaterialen dienen harmonisch te zijn. Bij het bouwen op een perceel met bestaande gevel op de zijkavelgrens moet steeds met de nieuwe bebouwing tegen deze gevel aangesloten worden en moet de voorgevelbouwlijn over een breedte van minimum 2,00 m doorlopen De bouwdiepten: - voor alleenstaande woningen: maximum 20,00 m. - voor geschakelde bebouwing: maximum 15,00 m. - voor gekoppelde bebouwing: maximum 15,00 m KAVELBREEDTE Behoudens de voor bestaande kadastrale kavels, moet de kavelbreedte voor de alleenstaande en/of geschakelde woningen minimum 18,00 m. bedragen en voor de koppelwoningen minimum 12,00 m TERREINBEZETTING - voor alleenstaande en geschakelde woningen, 40% met een maximum van 250 m². - voor gekoppelde woningen, 40% met een maximum van 200 m² BOUWHOOGTE Maximum twee (2) bouwlagen waarvan 1 bouwlaag in het dak is verwerkt. De hoogte van de nok is gelegen op maximum 5,00 m boven de kroonlijst. De gemiddelde kroonlijsthoogte mag niet meer bedragen dan 4,00 m. en dit gemeten van bovenkant inkomdorpel tot bovenkant kroonlijst. Stedenbouwkundige Voorschriften B.P.A. De Patine 1

2 1.6. DAKHELLING Minstens 80% van het dakoppervlak zal bestaan uit hellende vlakken van minimum 35 tot maximum 55. De overige dakgedeelten kunnen afgewerkt worden met verticale en/of horizontale vlakken en boogvormige elementen DAKBEDEKKING Voor de hellende dakvlakken zijn slechts dakpannen en daktegels variërend tussen bruin en roodbruine kleuren toegelaten. De kleuren en materialen moeten harmonisch aansluiten met deze van de gevels. Helle kleuren, verglaasde pannen, gegolfde platen en bedekking van hellende oppervlakten met asfaltpapier zijn er absoluut verboden. Het verwerken van zonnepanelen en dakvlakramen is toegelaten op voorwaarde dat de oppervlakte ervan niet meer bedraagt dan 1/5 van het dakoppervlak waarin deze zijn verwerkt GEVELMATERIAAL Voor de uitvoering van de gevels zijn enkel toegelaten: - Gevelmetselwerk bestaande uit paramentbakstenen of uit bakstenen geschilderd in niet storende tinten (grijs en/of wit). - Beraping onder vorm van sierbepleistering in niet storende tinten (grijs en/of wit). - De kleuren en materialen moeten harmonisch aansluiten met deze van de dakbedekking. - Alle PVC-elementen en metaalplaten als gevelelementen met uitzondering van rolluiken, ramen, dakgoten, af leiders, en poorten zijn verboden Bij geschakelde woningbouw moeten alle geveldelen op de gemeenschappelijke perceelsgrens die niet door een bouwdeel zijn bedekt en voor zover ze binnen het toegelaten bouwvolume gelegen zijn uit hetzelfde gevelmateriaal bestaan Alle delen in metselwerk die boven de dakvlakken uitsteken moeten alzijdig met hetzelfde gevelmateriaal afgewerkt worden Asbestcementbuizen als rook- en verluchtingskanalen zijn verboden DAKVENSTERS - de breedte er van niet meer bedraagt dan 2/5 van de gevelbreedte - de hoogte er van niet meer bedraagt dan 1 20 m. - opgericht worden op maximum 0,60 m. achter de voorgevelbouwlijn STANDVENSTERS Boven de vlakken van hellende dakei zijn uitbouwen toegelaten met een verticale wand evenwijdig aan de gevel op voorwaarde dat: - de gezamenlijke breedte er van niet meer bedraagt dan 2/5 van de gevelbreedte - de hoogte er van niet meer bedraagt dan 3,00 m. boven de kroonlijst GARAGES Per woongelegenheid is één garage en/of autostelplaats verplicht. Deze garage of autostelplaats moet deel uitmaken van het hoofdgebouw of ermede geïntegreerd zijn. Ondergrondse garages zijn niet toegelaten VLOERPEIL VAN DE GEBOUWEN De dorpel van de gelijkvloerse bouwlaag moet gelegen zijn op minimum 10 tot maximum 40 cm. boven de boordsteen van de aanleunende openbare weg KOEREN EN HOVINGEN BESTEMMING (Opp. van het perceel, welke overblijft na aftrek van de bebouwde oppervlakte en de voortuinstrook). Hoofdzakelijk bestemd voor beplanting en koerverharding (wandelpaden en terrassen maximum 40 % van de totale oppervlakte). In deze zone is het bouwen van één tuinhuisje toegelaten onder de volgende voorwaarden: - de maximum oppervlakte mag niet meer bedragen dan 30 m²; - in te planten op minimum 2,00 m. van de perceelsgrenzen en op minimum 3,00 m van de achtergevel van de woning; tenzij koppeling mits wederzijds akkoord; - hellende daken zijn verplichtend met een minimum helling van 15 tot maximum 30 ; - de maximum bouwhoogte (tot bovenkant kroonlijst) mag niet meer bedragen dan 2,40 m; - de hoogte van de nok is gelegen op maximum 4,00 m.; - de gevelmaterialen uit te voeren in beschermd hout of in dezelfde gevelmaterialen als het hoofdgebouw Stedenbouwkundige Voorschriften B.P.A. De Patine 2

3 - niet storend en niet hinderend voor de omgeving AFSLUITINGEN - levende hagen al dan niet met metaaldraad versterkt tot een maximale hoogte van 1,80 m. - paaltjes met eventueel een onderste vulplaat in beton en verder met sierdraad afgewerkt tot een maximale hoogte van 1,80 m.: - indien de woning gekoppeld of geschakeld wordt mag de scheidingsmuur verlengd worden tot 3,00 m. achter de achtergevel, met een maximale hoogte van 2,00 m. ZONE 2 WOONBEBOUWING VOOR GESLOTEN WONINGBOUW 2.1. BESTEMMING Woongebouwen en woningen met nevenbestemmingen van diensten, handel, horeca, kantoren die ondersteunend werken en niet storend en niet hinderend zijn voor de woonomgeving, met uitsluiting van dancings, discoteken en andere instellingen en activiteiten die de rust en de woonomgeving kunnen aantasten of negatief kunnen beïnvloeden, en dit met een maximum van 2/3 van de gelijkvloerse bebouwde oppervlakte INPLANTING Plaatsing t.o.v. de weggrens: zie plan Plaatsing t.o.v. de zijkavelgrenzen - 0,00 m voor zover op het perceel dat aan deze zijkavelgrens paalt geen onbebouwde vrije zijstrook bestaat of niet zal vrijgelaten worden - min. 3,00 m voor zover op het perceel dat aan deze zijkavelgrens paalt eveneens een onbebouwde zijstrook bestaat of kan geëerbiedigd worden Plaatsing t.o.v. de achterkavelgrens: zie plan De bouwdiepte - voor de gelijkvloerse bebouwing: zie plan - voor de verdieping: maximum 14,00 m KAVELBREEDTE Behoudens de bestaande toestand moet de kavelbreedte minimum 10,00 m bedragen BOUWHOOGTE Maximum twee (2) bouwlagen. De kroonlijsthoogte mag niet meer bedragen dan 6,20 m en dit gemeten van bovenkant inkomdorpel tot bovenkant kroonlijst DAKHELLING Minstens 80% van het dakoppervlak zal bestaan uit hellende vlakken van minimum 35 tot maximum 55. De overige dakgedeelten kunnen afgewerkt worden met verticale en/of horizontale vlakken en boogvormige elementen DAKBEDEKKING Voor de hellende dakvlakken zijn slechts dakpannen en daktegels variërend tussen bruin en roodbruine kleuren toegelaten. De kleuren en materialen moeten harmonisch aansluiten met deze van de gevels. Helle kleuren, verglaasde pannen, gegolfde platen en bedekking van hellende oppervlakten met asfaltpapier zijn er absoluut verboden. Het verwerken van zonnepanelen en dakvlakramen is toegelaten op voorwaarde dat de oppervlakte ervan niet meer bedraagt dan 1/5 van het dakoppervlak waarin deze zijn verwerkt GEVELMATERIAAL Voor de uitvoering van de gevels zijn enkel toegelaten: - Gevelmetselwerk bestaande uit paramentbakstenen of uit bakstenen geschilderd in niet storende tinten (grijs en/of Wit). - De kleuren en materialen moeten harmonisch aansluiten met deze van de dakbedekking. - Alle PVC-elementen en metaalplaten als gevelelementen met uitzondering van rolluiken, ramen, dakgoten, afleiders, en poorten zijn verboden Alle geveldelen op de gemeenschappelijke perceelgrens die niet door een bouwdeel zijn bedekt en voor zover ze binnen het toegelaten bouwvolume gelegen zijn moeten uit hetzelfde gevelmateriaal bestaan Alle delen in metselwerk die boven de dakvlakken uitsteken moeten alzijdig met hetzelfde gevelmateriaal afgewerkt worden Asbestcementbuizen als rook- en verluchtingskanalen zijn verboden. Stedenbouwkundige Voorschriften B.P.A. De Patine 3

4 2.8. DAKVENSTERS - de breedte er van niet meer bedraagt dan 2/5 van de gevelbreedte - de hoogte er van niet meer bedraagt dan 1,20 m. - opgericht worden op maximum 0,60 m. achter de voorgevelbouwlijn UITBOUWEN Boven de vlakken van hellende daken zijn op halve lengte van het dakvlak uitbouwen toegelaten met een verticale wand evenwijdig aan de gevel en maximum 1,50 m. hoog en op minimum afstand van 1,50 m. van de uiterste hoeken van de gevels en met een maximum breedte van 4,00 m GARAGES Per woongelegenheid is één garage en/of autostelplaats verplicht. Deze garage of autostelplaats moet deel uitmaken van het hoofdgebouw of ermede geïntegreerd zijn. Ondergrondse garages zijn niet toegelaten VLOERPEIL VAN DE GEBOUWEN De dorpel van de gelijkvloerse bouwlaag moet gelegen zijn op minimum 10 tot maximum 40 cm. boven de boordsteen van de aanleunende openbare weg. ZONE 3 ZONE VOOR RIJKSWACHT 3.1. BESTEMMING Gebouwen, voorzieningen in functie van de rijkswacht en bijhorende woningen ten behoeve van het rijkswachtpersoneel INPLANTING plaatsing t.o.v. de weggrens: zie plan plaatsing t.o.v. de kavelgrenzen: - Voor gebouwen met één bouwlaag: minimum 4,00 m. - Voor gebouwen met twee bouwlagen: minimum 8,00 m. Deze minimale bouwvrije zones dienen maximaal beplant en gehandhaafd met streekeigen heesters, struiken en hoogstammig groen TERREINBEZETTING Maximum 40 % BOUWHOOGTE Maximum 2 bouwlagen. De kroonlijsthoogte mag niet meer bedragen dan 6,20 m. en dit gemeten van bovenkant inkomdorpel tot bovenkant kroonlijst 3.5. DAKHELLING Minstens 50% van de dakoppervlakte zal bestaan uit hellende vlakken van minimum 35 tot maximum 55. De overige dakgedeelten kunnen afgewerkt worden met verticale en/of horizontale vlakken en boogvormige elementen DAKBEDEKKING Voor de hellende dakvlakken zijn slechts dakpannen en daktegels variërend tussen bruin en roodbruine kleuren toegelaten. De kleuren en materialen moeten harmonisch aansluiten met deze van de gevels. Helle kleuren, verglaasde pannen, gegolfde platen en bedekking van hellende oppervlakten met asfaltpapier zijn er absoluut verboden. Het verwerken van zonnepanelen en dakvlakramen is toegelaten op voorwaarde dat de oppervlakte ervan niet meer bedraagt dan 1/5 van het dakoppervlak waarin deze zijn verwerkt GEVELMATERIAAL Voor de uitvoering van de gevels zijn enkel toegelaten: - Gevelmetselwerk bestaande uit paramentbakstenen of uit bakstenen geschilderd in niet storende tinten (grijs en/of wit). - Beraping onder vorm van sierbepleistering in niet storende tinten (grijs en/of wit). - De kleuren en materialen moeten harmonisch aansluiten met deze van de dakbedekking. - Alle PVC-elementen en metaalplaten als gevelelementen met uitzondering van rolluiken, ramen, dakgoten, afleiders, en poorten zijn verboden. Stedenbouwkundige Voorschriften B.P.A. De Patine 4

5 Alle delen in metselwerk die boven de dakvlakken uitsteken moeten alzijdig met hetzelfde gevelmateriaal afgewerkt worden Asbestcementbuizen als rook- en verluchtingskanalen zijn verboden DAKVENSTERS - de breedte er van niet meer bedraagt dan 2/5 van de gevelbreedte - de hoogte er van niet meer bedraagt dan 1,20 m. - opgericht worden op maximum 0,60 m. achter de voorgevelbouwlijn STANDVENSTERS Boven de vlakken van hellende daken zijn uitbouwen toegelaten met een verticale wand evenwijdig aan de gevel op voorwaarde dat: - de gezamenlijke breedte er van niet meer bedraagt dan 2/5 van de gevelbreedte. - de hoogte er van niet meer bedraagt dan 3,00 m. boven de kroonlijst GARAGES Binnen deze zone dienen de nodige garages en parkeerruimten voorzien voor dienstwagens, wagens personeel en wagens van de bezoekers VLOERPEIL VAN DE GEBOUWEN De dorpel van de gelijkvloerse bouwlaag moet gelegen zijn op minimum 10 tot maximum 40 cm. boven de boordsteen van de aanleunende openbare weg. ZONE 4 ZONE 5 GASCABINE In deze zone zijn enkel handelingen en werken toegelaten in functie van de goede werking van het gastoeleveringsbedrijf, zonder abnormale hinder en zonder abnormale risico s voor de woonomgeving. De bouwhoogte van de noodzakelijke gebouwen mag maximum 5,00 m. bedragen en moeten opgericht worden op minimum 2,00 m. van de perceelgrenzen. BERGPLAATSEN EN GARAGES 5.1. BESTEMMING Bergplaatsen en garages. Deze gebouwen mogen enkel gebruikt worden als bergplaats of autostelplaats met uitsluiting van alle andere activiteiten INPLANTING plaatsing t.o.v. de kavelgrenzen en weggrens: zie plan bouwdiepten zie plan 5.3. TERREINBEZETTING 100% BOUWHOOGTE Maximum één (1) bouwlaag. De hoogte van de nok is gelegen op maximum 2,00 m. boven de kroonlijst. De kroonlijsthoogte mag niet meer bedragen dan 3,20 m. en dit gemeten van bovenkant inrijdorpel tot bovenkant kroonlijst DAKHELLING Het volledig dakoppervlak zal bestaan uit hellende vlakken van minimum 25 tot maximum 35. Enkel zadeldaken met de nok evenwijdig aan de voorgevelbouwlijn zijn toegelaten DAKBEDEKKING Slechts dakpannen en gegolfde platen tussen bruin en roodbruine kleuren zijn toegelaten. Helle kleuren, verglaasde pannen en bedekking met asfaltpapier zijn er absoluut verboden GEVELMATERIAAL Voor de uitvoering van de gevels zijn enkel toegelaten: - gevelmetselwerk bestaande uit bakstenen - beraping onder vorm van sierbepleistering in niet storende tinten (grijs en/of wit). - Alle PVC-elementen en metaalplaten als gevelmaterialen met uitsluiting van ramen, rolluiken, dakgoten, af leiders en poorten zijn verboden. Stedenbouwkundige Voorschriften B.P.A. De Patine 5

6 Alle delen in metselwerk die boven de dakvlakken uitsteken moet alzijdig met hetzelfde gevelmateriaal afgewerkt worden Asbestcementbuizen als rook- en verluchtingskanalen zijn verboden DAKVENSTERS - de breedte er van niet meer bedraagt dan 1/3 van de gevelbreedte - de hoogte er van niet meer bedraagt dan 1,00 m. - opgericht wordt op maximum 0,50 m. achter de voorgevelbouwlijn VLOERPEIL De dorpel moet gelegen zijn op minimum 10 tot maximum 20 cm. boven de aanpalende weg of garageweg. ZONE 6 K KOEREN EN HOVINGEN 6.1. BESTEMMING Hoofdzakelijk bestemd voor beplanting en koerverharding (wandelpaden en terrassen maximum 40 % van de totale oppervlakte). In deze zone is het bouwen van één tuinhuisje toegelaten onder de volgende voorwaarden: - de maximum oppervlakte mag niet meer bedragen dan 30 m²; - in te planten op minimum 2,00 m. van de perceelsgrenzen en op minimum 3,00 m. van de achtergevel van de woning; tenzij koppeling mits wederzijds akkoord; - hellende daken zijn verplichtend met een minimum helling van 15 tot maximum 30 ; - de maximum bouwhoogte (tot bovenkant kroonlijst) mag niet meer bedragen dan 2,40 m; - de hoogte van de nok is gelegen op maximum 4,00 m.; - de gevelmaterialen uit te voeren in beschermd hout of in dezelfde gevelmaterialen als het hoofdgebouw - niet storend en niet hinderend voor de omgeving AFSLUITINGEN - levende hagen al dan niet met metaaldraad versterkt tot een maximale hoogte van 1,80 m. - paaltjes met eventueel een onderste vulplaat in beton en verder met sierdraad afgewerkt tot een maximale hoogte van 1 80 m.; - bij de gesloten woningbouw mag de scheidingsmuur verlengd worden tot 3.00 m. achter de achtergevel, met een maximale hoogte van 2,00 m. ZONE 7 VOORTUINSTROOK 7.1. BESTEMMING Bestemd voor groenaanleg. Deze zone moet beplant worden met bomen, struiken, bloemen, gras en als zodanig gehandhaafd. Maximum 25% van deze zone mag verhard worden als toegang tot de woning en garage AFSLUITINGEN Langs de openbare weg en de laterale perceelsgrenzen is een muurtje van maximum 0,60 m. hoogte, met uitzondering van het brievenbuselement en/of een levende haag van maximum 1,20 m. hoogte toegelaten Op de hoeken van de wegen mogen geen beplantingen of afsluitingen geplaatst worden die hinderlijk zijn voor de zichtbaarheid van de weggebruiker. ZONE 8 ZONE 9 OPENBAAR GROEN Deze zone is bestemd voor groenaanleg onder de vorm van graspartijen, steekeigen heesters, struiken en hoogstammige beplantingen en andere werken die de wijkrecreatie en het voetgangersverkeer bevorderen, o.a. kleine nutsgebouwtjes, gas- en/of elektriciteitscabine, telefooncel en verhardingen voor voetgangers. De maximale bezetting van deze nutsgebouwtjes en openbare voorzieningen mag maximum 25 m² bedragen. De bouwhoogte ervan mag maximum 3,50 m. bedragen en ze dienen opgericht te worden op minimum 3,00 m. van de rooilijn en van de zonegrenzen. WEGENIS Deze zone is bestemd voor wegen en daarbijhorende vrije ruimten De aanleg er van dient het woonkarakter van deze zone te benadrukken zoals o.a.: - afremmen van het autoverkeer - aanleg van aangepaste straatbevloering (o.a. kleinschalige materialen) en beplanting. Overheids- en nutsgebouwen kunnen aldaar worden opgericht met een maximale grondoppervlakte van 10 m² en een bouwhoogte van maximum 3,50 m. Stedenbouwkundige Voorschriften B.P.A. De Patine 6

7 ZONE 10 ZONE 11 ZONE 12 ZONE 13 Pb ZONE 14 WEGENIS MET SNELHEIDSREMMENDE VOORZIENINGEN Deze zone is bestemd voor wegen en daarbijhorende vrije en open ruimten (groen). Bij de aanleg er van moeten snelheidsremmende voorzieningen en elementen ingebouwd zijn zoals o.a. verkeersdrempels, verkeerstafels (plateau), paaltjes en aangepaste straatbevloering en groenvoorzieningen. Overheids- en nutsgebouwen kunnen aldaar worden opgericht met een maximale oppervlakte van 10 m² en een bouwhoogte van maximum 3,50 m. VOETPADEN Alle verhardingen in deze zone moeten uitgevoerd worden in waterdoorlatende of kleinschalige materialen en moeten zodanig aangelegd worden dat binnen deze zone geen wateroverlast kan ontstaan. GARAGEWEG Bestemd voor de bediening en de bereikbaarheid van de aanleunende bergplaatsen en garages uit zone 5. Alle verhardingen binnen deze zone moeten aangelegd worden in stofvrije en waterdoorlatende materialen. PRIVAAT HOOGSTAMMIG GROEN (SCHERMGROEN) Deze moet integraal beplant worden met een dichte en gesloten beplanting van laag- en hoogstammig streekeigen groen, deskundig aangelegd en gehandhaafd, 20% van deze groenaanleg dienen te bestaan uit wintergroene struiken en bomen (bladhoudende beplantingen en/of naaldhout). Binnen deze zone is het stapelen van materialen, grondstoffen, afgewerkte producten, afvalstoffen en verpakkingen verboden. Binnen deze zone zijn alle vormen van verhardingen en toeritten voor het mechanisch verkeer absoluut verboden. ALGEMEEN In de totaliteit van het plangebied is het plaatsen van recreatieve buitenverblijven zoals caravans, kampeerwagens en zichtbare bovengrondse brandstofrecipiënten verboden en het plaatsen van T.V. antennes en andere ontvangst- en/of zendinstallaties zichtbaar van op het openbaar domein zijn eveneens verboden De hoogte van een gebouw wordt gemeten vanaf de dorpel van de gelijkvloerse bouwlaag tot bovenkant kroonhijst. Bij vaststelling van hoogte gerekend in aantal bouwlagen wordt aan een bouwlaag een maximum hoogte van 3,00 m. toebedacht De grafische aanduidingen op het plan hebben voorrang op de stedenbouwkundige voorschriften Stedenbouwkundige Voorschriften B.P.A. De Patine 7