GEBRUIKSAANWIJZING. PDX_1600 serie DECT

Transcriptie

1 GEBRUIKSAANWIJZING PDX_1600 serie DECT

2 INTRODUCTIE De PROFOON PDX-1600 serie DECT telefoons zijn draadloze communicatiesystemen gebaseerd op de digitale DECT (Digital Enhanged Cordless Telephone) norm. Deze techniek zorgt voor een breed scala aan mogelijkheden, waaronder het uitbreiden met meerdere losse handsets en/of basisstations, gekoppeld aan een uitstekende geluidsoverdracht. Het leggen van bedrading en het boren van extra telefoon contactdozen, zoals bij een normale huiscentrale, is dan verleden tijd. U kunt dit draadloze systeem tot maximaal 6 handsets en maximaal 4 basisstations uitbreiden. De functie NummerWeergave (Caller-ID) is gebaseerd op zowel het DTMF als het FSK systeem. Stand van zaken medio 2002: DTMF: Dit systeem wordt aangeboden door de Nederlandse PTT FSK: Dit systeem wordt aangeboden door de Belgische PTT en door de Nederlandse en Belgische kabelmaatschappijen, voor zover deze telefoniediensten aanbieden De mogelijkheid bestaat dat u zich op deze dienst dient te abonneren, informeer hiervoor bij uw telecomaanbieder. VERKLARING VAN NETWERKCOMPATIBILITEIT De Profoon PDX-1600 serie DECT telefoons zijn ontworpen voor gebruik op de openbare geschakelde telefonie netwerken (analoog enkellijns) van telefonieen kabelmaatschappijen in alle landen van de EU. Per provider kan een ander aansluitsnoer met stekker benodigd zijn. De Profoon PDX-1600 serie DECT telefoons voldoen aan de essentiele voorwaarden en voorzieningen zoals omschreven in de Europese richtlijn 1999/5/EC. VERKLARING VAN CONFORMITEIT De verklaring van conformiteit is beschikbaar op de website 2

3 WAARSCHUWING MEDISCHE APPARATUUR: onderzoek heeft uitgewezen dat ingeschakelde DECT-zaktelefoons beïnvloeding van gevoelige medische apparatuur thuis kunnen veroorzaken. Deze incidentele beïnvloeding kan optreden wanneer deze telefoons in de onmiddellijke nabijheid van, of direct op, medische apparatuur thuis wordt gehouden. Leg een DECT-telefoon niet op of tegen een medisch apparaat, ook niet als deze in de stand-by mode staat. LICHTNETUITVAL: deze telefoon betrekt zijn voeding uit het lichtnet. In geval van uitval van het lichtnet kan deze telefoon niet meer gebruikt worden. Het is daarom raadzaam om een draadgebonden telefoon achter de hand te houden, al of niet constant aangesloten op het openbare telefoonnet. INHOUDSOPGAVE INSTALLEREN GEBRUIK: Opgebeld worden Uitbellen Nummerherhaling Verbinding verbreken Doorschakelen en netwerkdiensten (R-functie) Gesprekstimer Telediensten & afstandsfuncties Paging (handset zoekfunctie) Geheugenkiezen Ontvangstvolume NUMMERWEERGAVE / WEERGAVEOPROEPER Algemeen Geheugen bekijken Oproep wissen Alle oproepen wissen Terugbellen Tijd/datum Gegevens NummerMelder NummerWeergave bij Multi-Handset KIESGEHEUGENS Programmeren Corrigeren Pauze

4 Wissen INSTELLINGEN: Pincode Belsignaal en volume Toetstoontjes Display taal Uitbelblokkering Noodoproep Prefix Handsetnaam Tijd en datum BEANTWOORDER (alleen PDX-15X5 modellen): Introductie Programeertip Sneltoetsen Meldtekst Antwoordfuncties Afspelen Overige functies Op afstand bedienen Overige afstand functies SYSTEEM UITBREIDING (EXTRA HANDSETS en EXTRA BASISSTATIONS): Aanmelden extra handsets op uw huidige basis Handset(s) aanmelden aan andere basis-stations Intercom Aankloptoon Doorverbinden, ruggespraak & conferentie Belvertraging Basis selecteren Afmelden extra handsets WETENSWAARDIGHEDEN BIJ MULTIHANDSET GAP GEBRUIKSTIPS ONDERHOUD VOEDING RADIOVERBINDING BELANGRIJKE VEILIGHEIDS INSTRUCTIES PINCODE RESET FABRIEKSINSTELLINGEN TECHNISCHE GEGEVENS GARANTIEBEWIJS

5 INSTALLEREN WANDMONTAGE BASIS: Boor naast elkaar en met een onderlinge afstand van 4,6 cm twee gaten in de wand en plaats daarin plug en schroef (niet meegeleverd); laat de kop van de schroef enkele millimeters uitsteken. Hang de basis met de sleutelopeningen (zie achterzijde) over de schroeven en laat het toestel zakken. Fixeer het adaptersnoer en het telefoonsnoer met kabelbeugeltjes. De lader voor de extra handset is niet geschikt voor wandmontage, ACCUPAKKET: Verwijder de batterijdeksel van de handset door deze naar onderen weg te schuiven (fig. 1). Sluit het meegeleverde accupakket in de handset aan zoals in het batterijcompartiment staat aangegeven (fig. 2), let hierbij op de polariteit (+ en -). Leg de accu plat (fig. 3) en schuif de batterijdeksel terug op de handset. Het installeren van het accupakket en het terugplaatsen van de batterijdeksel niet forceren. fig.1 fig. 2 fig.3 TELEFOONSNOER & ADAPTERSNOER: BASIS: (fig. 4) Aan de onderzijde van de basis zitten de aansluitingen voor het telefoonsnoer en voor de voedingsadapter. Druk de stekkertjes goed aan en geleid de draad door de groef. HANDSETLADER: (fig. 5) De adapter voor de losse handsetlader is uitgevoerd met een rechte stekker. Plug deze achterin de handsetlader. fig.4 ATTENTIE: Het telefoonsnoer en het adaptersnoer alleen aansluiten of afnemen als de adapter uit het stopcontact en de telefoonstekker uit de telefoon wandcontactdoos zijn genomen. fig.5 5

6 RIEMCLIP: Elke handset is voorzien van een afneembare riemclip. Deze riemclip kan naar keuze worden gemonteerd of verwijderd. Nadat de telefoonstekker in de telefoon wandcontactdoos en de voedingsadapter in een 230 Volt stopcontact gestoken zijn, is het toestel gebruiksklaar. Plaats de handset in de basis of in de handsetlader om het accupakket op te laden. Let op dat de accu bij aankoop leeg is. Pas nadat de handset zo'n 10 uur in de basis / oplader heeft gestaan, is de accu volledig opgeladen. Wel is het mogelijk om na enkele uren laden reeds het toestel te gebruiken. Raadpleeg het hoofdstuk VOEDING op pagina 27 van deze gebruiksaanwijzing met betrekking tot de voeding van zowel de handset als van de basis. Raadpleeg het hoofdstuk RADIOVERBINDING op pagina 28 betreffende enkele plaatsingstips voor uw DECT. DISPLAY SYMBOLEN 1. display voor weergave naam/nummer 2. weergave dag (*) 3. weergave maand (*) 4. weergave uur (*) 5. weergave minuut (*) 6. envelop: knippert: er zijn ongelezen oproepen in het NummerMeldergeheugen continu: alle oproepen zijn gelezen uit: geen oproepen in het geheugen de handset is in de programmeer-status 8. de bel van de handset is uitgeschakeld 9. batterij: met 3 oplichtende segmenten: accu vol met 2 oplichtende segmenten: accu 2/3 vol met 1 oplichtend segment: accu 1/3 vol met 0 oplichtende segmenten: accu leeg oplopend: accu wordt geladen 10. antenne: knippert: handset zoekt contact met de basis continu: handset heeft verbinding met de basis 11. de handset heeft verbinding met de telefoonlijn *: weergave van de tijd en datum alleen tijdens het ontvangen van Nummers en bij het lezen van het NummerMeldergeheugen. 6

7 GEBRUIK OPGEBELD WORDEN: 1. de bellen van alle aangemelde handsets gaan over (zie pagina 12 met betrekking tot het instellen van het belsignaal) 2. neem de handset uit de basis en / of oplader en druk op de telefoontoets om de oproep aan te nemen Heeft een andere handset reeds de oproep aangenomen, dan klinkt de ingesprektoon of verschijnt er LIJN BEZET in het display. UITBELLEN: normaal: 1. druk op de telefoontoets en wacht op de kiestoon 2. toets het telefoonnummer in via het toetsenbord blokkiezen: 1. toets het nummer in (te corrigeren met toets ) 2. druk op de telefoontoets 3. het nummer wordt gekozen systeem in gebruik: Voert een andere, aan de DECT aangemelde handset, reeds een gesprek op de buitenlijn, dan verschijnt er LIJN BEZET in het display. NUMMERHERHALING: Elke handset onthoudt de 10 laatste nummers die via die handset zijn gekozen. 1. gebruik de toetsen of om het gewenste nummer te selecteren 2. druk op de telefoontoets 3. het nummer wordt gekozen De capaciteit van elk laatste nummergeheugen bedraagt maximaal 20 cijfers. Een nummer kan uit deze lijst gewist worden door het op te vragen (zie instructie 1 hierboven) gevolgd door het indrukken van toets en deze toets ingedrukt te houden. Na ongeveer 1 seconde klinkt een dubbele beeptoon en is het nummer gewist. Laat nu de toets los. VERBINDING VERBREKEN: 1. de handset terug in de basis / oplader plaatsen of op de telefoontoets drukken om de verbinding te beëindigen DOORSCHAKELEN EN NETWERK-DIENSTEN (R-FUNCTIE): Om op sommige huis- of kantoorcentrales een gesprek door te verbinden of om toekomstige services van uw telefoondienst te kunnen aanroepen, is elke handset uitgerust met een Flash functie (ook wel R-toets genoemd). 1. druk toets R om een FLASH-puls te genereren. 7

8 GESPREKSTIMER: Enkele seconden nadat u een nummer heeft gekozen of nadat u een oproep heeft aangenomen, verschijnt de tot dan verlopen gesprekstijd in het display van de handset en wordt continu bijgehouden. Tot 5 seconden nadat u de verbinding heeft verbroken blijft de tijd in het display staan. TELEDIENSTEN EN AFSTANDSFUNCTIES: Het is mogelijk om met de PDX-1600 serie DECT te telebankieren en andere tele-services uit te voeren. Druk toets indien om het sterretje gevraagd wordt, druk op toets # indien om het hekje gevraagd wordt en gebruik de numerieke toetsen om de gewenste cijfers door te geven. PAGING (HANDSET OPROEPEN / HANDSET ZOEKFUNCTIE): Druk op toets van de basis om de handset(s) op te roepen. Op het display van elke aangemelde handset verschijnt het woord BASIS en gedurende maximaal 30 seconden klinkt een geluidssignaal. Druk op een willekeurige toets om het geluidssignaal uit te zetten. Het woordje BASIS dooft automatisch na 30 seconden of voortijdig, nadat u op de telefoontoets heeft gedrukt. Het is niet mogelijk om een specifieke handset op deze wijze op te roepen. GEHEUGENKIEZEN: Het telefoonboekgeheugen van elke handset kan 20 telefoonnummers van maximaal 20 cijfers onthouden. Elk nummer kan voorzien worden van een naam van maximaal 10 karakters. Zie pagina 11 met betrekking tot het inprogrammeren, verwijderen en corrigeren van de geheugens. Uitkiezen: 1. druk op toets en daarna 2x op toets OK, de eerste naam in het telefoonboek verschijnt in het display 2. gebruik de toetsen en om de gewenste naam te selecteren 3. druk op de telefoontoets, het nummer wordt gekozen U kunt ook na stap 2 eerst op toets OK drukken om het te kiezen nummer te controleren, druk dan op de telefoontoets. Indien er bij stap 1 vier korte toontjes klinken, dan is het kiesgeheugen leeg. Raadpleeg pagina 11 met betrekking tot het inprogrammeren van geheugennummers. ONTVANGSTVOLUME: Druk, tijdens het gesprek, op de toetsen of om het ontvangstvolume te verhogen of te verlagen. De gekozen instelling blijft in het geheugen van de betreffende handset bewaard. 8

9 NUMMERWEERGAVE / WEERGAVEOPROEPER ALGEMEEN: Bij sommige telecomaanbieders dient u zich te abonneren op de dienst Nummer- Weergave. Informeer hiervoor bij uw telecomaanbieder. Tijdens een inkomende oproep wordt het telefoonnummer van de abonnee op het display van alle aangemelde handsets weergegeven. Als dit nummer overeenkomt met een door u geprogrammeerd nummer met naam in het telefoonboekgeheugen van de handset, dan wordt de door u geprogrammeerde naam getoond. Het nummer of de naam wordt, samen met de tijd en de dag van de oproep, in het geheugen van de NummerMelder opgeslagen. De capaciteit van dit geheugen bedraagt 30 oproepen. Een knipperend envelop-symbool ( ) in het display laat zien dat er nieuwe oproepen in het geheugen zijn opgeslagen. Zodra u deze oproepen heeft gelezen, zal dit symbool continu oplichten. Pas nadat u alle oproepen heeft gewist, wordt dit symbool gedoofd. GEHEUGEN BEKIJKEN: 1. druk toets OK om het geheugen te raadplegen, het display geeft NWxxTOTyy (yy oproepen in het geheugen waarvan er xx nog niet door u gelezen zijn) 2. druk OK, om het lezen te starten en gebruik de toetsen en om door het geheugen te bladeren, onder het nummer of de naam staat de tijd en de datum van de oproep 3. druk op toets om terug te keren naar de stand-by modus OPROEP WISSEN: 1. zoek de te wissen oproep op en druk op toets, het display geeft "WISSEN?" 2. druk toets OK om de betreffende oproep te wissen ALLE OPROEPEN WISSEN: 1. druk toets OK zodat het display weergeeft: NWxxTOTyy 2. druk toets, het display geeft WISSEN? 3. druk op OK, het display geeft WIS ALLES? 4. druk op OK om alles te wissen Let op: - oproepen die nog niet door u gelezen zijn, kunnen niet gewist worden. - gewiste oproepen kunnen ook niet meer door een andere handset gelezen worden. 9

10 TERUGBELLEN. 1. zoek de gewenste oproep op en druk op de telefoontoets om het nummer terug te bellen Attentie: Indien de telefoon aangesloten is op een huiscentrale die de NummerWeergave signalen doorgeeft maar waarbij u eerst een voorloopcijfer voor de buitenlijn moet kiezen (bij de meeste centrales is dit een 0), dan dient u deze 0 als prefix te programmeren. Zie hiervoor het hoofdstuk PREFIX op pagina 14. TIJD/DATUM: Bij elke oproep wordt de dag en het tijdstip geregistreerd. Bent u aangesloten op een FSK gebaseerd systeem, dan krijgt u de tijd en de datum van het netwerk. Bent u aangesloten op een DTMF gebaseerd systeem, dan maakt de telefoon gebruik van de tijd en datum die u zelf heeft ingesteld. Zie pagina 15 met betrekking tot het instellen van de klok. GEGEVENS NUMMERWEERGAVE: * maximaal aantal oproepen in het geheugen: 30 * maximaal aantal cijfers in het display: 12 * maximaal aantal cijfers in het terugbelgeheugen: 20 * een geheim nummer wordt weergegeven als: "ONBEKEND" (FSK systeem) of als (DTMF systeem) * is een oproep herhaaldelijk ontvangen zonder dat het geheugen tussentijds is gelezen, dan staat achter deze oproep >>, druk op toets om zichtbaar te maken hoe vaak deze oproep is ontvangen NUMMERWEERGAVE BIJ MULTI-HANDSET: Een basisstation die een oproep binnenkrijgt, geeft het bijbehorend telefoonnummer alleen door aan de handsets die op dat moment bij die basis zijn aangemeld. Alleen de handset die in het eigen kiesgeheugen een naam bij een nummer heeft ingeprogrammeerd, geeft bij een inkomende oproep van dat nummer, de naam weer. De overige handsets geven alleen het nummer weer. Een gewist nummer kan niet meer door een andere handset opgevraagd worden. Indien u het NummerWeergave-geheugen wilt raadplegen terwijl reeds een andere handset dit doet, dan verschijnt op het display van uw handset BASIS BEZET. Wilt u dit geheugen raadplegen terwijl een andere handset een gesprek op de buitenlijn voert, dan komt op het display van uw handset LIJN BEZET. Herhaal in deze gevallen de poging op een later tijdstip. 10

11 KIESGEHEUGENS Elke handset heeft een eigen geheugen voor 20 telefoonnummers. Elk telefoonnummer kunt u voorzien van een naam van maximaal 10 karakters. PROGRAMMEREN: 1. druk toets en selecteer met de toetsen of de optie TELEFOONBOEK 2. druk OK en selecteer met de toetsen of TOEVOEGEN 3. druk OK, het display geeft NAAM? 4. gebruik het toetsenbord om de naam in te voeren - het invoeren van de naam gaat via de kiestoetsen van de handset, druk bijvoorbeeld 3x toets 5 om de "L" te selecteren - met toets 1 kan een spatie, een horizontaal streepje of een schuin streepje ingevoegd worden - een foutieve invoer kan met toets gewist worden 5. druk OK, het display geeft NUMMER? 6. voer via het toetsenbord het telefoonnummer in (maximaal 20 cijfers) 7. druk OK om de invoer vast te leggen 8. druk toets om terug te keren naar het hoofdmenu CORRIGEREN: 1. druk toets en selecteer met de toetsen of de optie TELEFOONBOEK 2. druk OK en selecteer met de toetsen of CORRIGEREN 3. druk OK, het display geeft de eerste naam weer 4. selecteer met de toetsen of de te corrigeren naam en druk OK 5. gebruik toets om de naam te wissen en voer de gecorrigeerde naam in, druk OK 6. gebruik toets om het nummer te wissen en voer het nieuwe nummer in, druk OK 7. druk toets om terug te keren naar het hoofdmenu PAUZE: Indien een kiespauze gewenst is, bijvoorbeeld omdat u belt via een huis-of kantoorcentrale waarbij u na de 0 even moet wachten op de buitenlijn, druk dan na deze 0 op toets # en houd deze toets ingedrukt totdat na ruim een seconde een P in het display verschijnt. WISSEN: 1. druk toets en selecteer met de toetsen of de optie TELEFOONBOEK. 2. druk OK en selecteer met de toetsen of CORRIGEREN 3. druk OK, het display geeft de eerste naam weer 4. selecteer met de toetsen of de te wissen naam 5. druk toets, het display geeft WISSEN? 6. druk OK om de invoer daadwerkelijk te wissen (druk toets om het wissen af te breken) 11

12 INSTELLINGEN De PDX-1600 serie DECT telefoons kunnen volledig naar uw persoonlijke wensen ingesteld worden. Het instellen geschiedt via het toetsenbord van de handset en is via het display menugestuurd. Door het drukken op toets komt u in de programmeermode. De diverse instellingen kunt u selecteren met de toetsen en. Druk toets OK indien de gewenste optie op het display staat. PINCODE: Sommige instellingen kunnen veiligheidshalve alleen gewijzigd worden na het invoeren van een Pincode. Standaard is deze Pincode Het is te adviseren om de code te wijzigen in uw persoonlijke code. 1. druk toets en selecteer met de toetsen of de optie SYSTEEM 2. druk OK en selecteer met de toetsen of de optie WIJZIG PIN 3. druk OK en voer de huidige PIN-code in (de fabriekscode 0000 of de door u voorheen gewijzigde code) 4. voer via het toetsenbord de nieuwe PIN-code in, het display geeft BEVEST. 5. voer de nieuwe PIN-code nogmaals in en druk OK * De PIN-code dient 4-cijferig te zijn. * Zie het hoofdstuk PINCODE-RESET op pagina 29 hoe de fabriekscode 0000 weer terug te halen is. * De (gewijzigde) PIN-code is voor alle handsets gelijk. BELSIGNAAL EN VOLUME U kunt kiezen uit 3 verschillende belsignalen en het belvolume instellen op luid, zacht of uit. Tijdens het instellen klinkt uit de luidspreker het geselecteerde signaal. 1. druk toets en selecteer met de toetsen of de optie BELSIGNAAL 2. druk OK en selecteer met de toetsen of BEL 1, BEL 2 of BEL 3 3. druk OK en selecteer met de toetsen of LUID, ZACHT of UIT 4. druk OK om de keuze te bevestigen Per handset kan een ander belsignaal ingesteld worden. TOETSTOONTJES: Bij elke toetsindruk klinkt er een beeptoontje. Naar wens kunt u deze toontjes inof uitschakelen. 1. druk toets en selecteer met de toetsen of de optie TOETSTOON 2. druk OK en selecteer met de toetsen of TOON UIT? of TOON AAN? 3. druk OK om de keuze te bevestigen 12

13 DISPLAYTAAL: Naar keuze kunt u de displaytaal instellen op Nederlands, Frans, Duits of Spaans. 1. druk toets en selecteer met de toetsen of de optie TAAL 2. druk OK en selecteer met de toetsen of DUTCH (Nederlands), ENGLISH (Engels), FRANCAIS (Frans) of ESPANOL (Spaans) 3. druk OK om de keuze te bevestigen Per handset kunt u een andere taal selecteren. UITBELBLOKKERING: Elke PDX-1600 serie DECT kan zodanig ingesteld worden dat telefoonnummers beginnend met een specifiek cijfer of combinatie van cijfers niet gekozen kunnen worden. 2 verschillende cijfers of combinatie van cijfers kunnen ingevoerd worden en elke combinatie kan uit maximaal 4 cijfers bestaan. 1. druk toets en selecteer met de toetsen of de optie SYSTEEM 2. druk OK en selecteer met de toetsen of de optie UITBELBLOK. 3. druk OK en voer de PIN-code in (0000 of de door u gewijzigde code) 4. gebruik de toetsen of om te kiezen uit: - BLOKKEER J? druk OK om de uitbelblokkering in te schakelen - BLOKKEER N? druk OK om de uitbelblokkering uit te schakelen - BLOK. NR. 1? druk OK om hier het eerste te blokkeren nummer in te voeren, sluit af met OK (een eventueel voorheen geprogrammeerd nummer kan met toets uitgewist wor den) - BLOK. NR. 2? druk OK om hier het tweede te blokkeren nummer in te voeren, sluit af met OK * Controleer vooraleer u de functie inschakelt, of de te blokkeren cijfers daadwerkelijk geprogrammeerd zijn en of deze correct zijn. * U kunt een één-cijferig nummer invoeren (bijvoorbeeld een 0 om alleen lokaal te kunnen bellen), of een 2-cijferig nummer (bijvoorbeeld 09 om betaaldiensten te blokkeren) of een 3- of 4-cijferig nummer voor een meer specifieke blokkering. * 2 verschillende blokkerings-nummers kunnen ingevoerd worden. * Let op dat u niet een eventueel geprogrammeerd babycallnummer blokkeert. * Let op dat u niet het alarmnummer 112 of het nummer van een van de hulpdiensten (politie, brandweer, dokter) per ongeluk blokkeert. * Let op dat als u een PREFIX CODE (zie volgende pagina) heeft geprogrammeerd (bijvoorbeeld het cijfer 0), het te blokkeren nummer ook moet beginnen met deze 0. * Een uitbelblokkering geldt voor alle aangemelde handsets. Het is niet mogelijk om per handset een uitbelblokkering in te stellen. NOODOPROEP: (Babycall) Elke handset kan zodanig geprogrammeerd worden dat alleen een door u voorgeprogrammeerd nummer wordt gekozen. Dit nummer kan het alarmnummer 13

14 112 zijn of het nummer waar u op dat moment bereikbaar bent. 1. druk toets en selecteer met de toetsen of de optie NOODOPROEP 2. druk OK en gebruik de toetsen of om te kiezen uit: - OPROEP AAN? om de noodoproep-functie in te schakelen - OPROEP UIT? om de noodoproep-functie uit te zetten - NUMMER? om het te kiezen telefoonnummer in te voeren (een eventueel oud nummer wissen met toets ) 3. druk OK om de keuze te bevestigen * Een ingeschakelde noodoproep-functie wordt weergegeven door het continu oplichten van het woord NOODOPROEP in het display. * Controleer vooraleer u de functie inschakelt, of het te kiezen nummer daadwerkelijk geprogrammeerd is en of dit het correcte nummer is. * Let op een eventueel voorloopcijfer in het geval u belt via een huis- of kantoorcentrale (meestal een 0). * Als er nog geen noodoproep-telefoonnummer is geprogrammeerd, kan deze functie weliswaar normaal ingeschakeld worden, maar wordt er geen nummer gekozen bij het indrukken van een toets. Hiervoor in de plaats klinken er fout-toontjes. * Een noodoproep wordt geactiveerd bij het indrukken van welke toets dan ook, uitgezonderd de toetsen OK en. * Inkomende oproepen kunnen normaal aangenomen worden. * Een noopoproep beëindigen door de handset in de basis te plaatsen of door de telefoontoets in te drukken. * Bij multi-handset:elke handset dient apart geprogrammeerd te worden. PREFIX: (voorloopcijfer of kiescode) Indien u aangesloten bent op een huis- of kantoorcentrale waarbij u de 0 moet kiezen voor een buitenlijn of indien u belt via een telecom provider waarbij u eerst een toegangscode (16xx) moet intoetsen, kunt u deze prefix automatisch laten toevoegen. 1. druk toets en selecteer met de toetsen of de optie SYSTEEM 2. druk OK en selecteer met de toetsen of de optie PREFIX 3. druk OK en gebruik de toetsen of om te kiezen uit: - NUMMER? gebruik toets om een eventueel oud nummer te wissen, voer het voorloopcijfer of de toegangscode (16xx) in en druk OK - PREFIX AAN druk OK om de functie in te schakelen - PREFIX UIT druk OK om de functie uit te schakelen * Controleer vooraleer u de functie inschakelt, of het nummer daadwerkelijk geprogrammeerd is en of dit het correcte nummer is. * Het prefix-nummer wordt toegevoegd aan alle uitgaande telefoonnummers, inclusief geheugennummers en terugbelnummers uit het NummerMeldergeheugen en ongeacht met welke handset u naar buiten belt. 14

15 * Indien de telefoon is aangesloten op een huis- of kantoorcentrale en u belt regelmatig intern, dan is het te adviseren om geen prefix te programmeren. * Let op dat bij het bellen via een provider, de geprogrammeerde toegangscode te allen tijde wordt toegevoegd, ook bij lokale gesprekken. * Bij het kiezen wordt de prefix niet op het display getoond. HANDSET NAAM: U kunt elke handset voorzien van een eigen naam. In rust staat deze naam in het display van de handset. 1. druk toets en selecteer met de toetsen of de optie HANDSET NAAM 2. druk OK en wis met behulp van toets de oude naam uit - gebruik het toetsenbord om de nieuwe naam in te voeren - het invoeren van de naam gaat via de kiestoetsen van de handset, druk bijvoorbeeld 3x toets 5 om de "L" te selecteren - met toets 1 kan een spatie, een horizontaal streepje of een schuin streepje ingevoegd worden - een foutieve invoer kan met toets gewist worden - de maximale lengte bedraagt 10 karakters 3. druk OK om de keuze te bevestigen TIJD EN DATUM: Indien u NummerWeergave krijgt van een op DTMF gebaseerde telefooncentrale, dient u zelf eerst de tijd en de datum in te stellen. 1. druk toets en selecteer met de toetsen of de optie SYSTEEM 2. druk OK en selecteer met de toetsen of de optie STEL KLOK IN 3. druk OK, het display geeft HH:MM 00:00 4. voer via het toetsenbord de tijd in (twee cijfers voor de uren en twee cijfers voor de minuten) 5. na enkele seconden geeft het display yy 00, 6. voer via het toetsenbord de laatste 2 cijfers van het jaar in 7. na enkele seconden geeft het display DD/MM 01/01 8. voer via het toetsenbord de datum tijd in (twee cijfers voor de dag en twee cijfers voor de maand) 9. druk OK Opmerkingen: * de klok houdt geen rekening met zomer en wintertijd, deze dient u zelf aan te passen * na een spanningsuitval dient de tijd en de datum opnieuw ingesteld te worden * de tijd en datum hoeft slechts eenmalig ingevoerd te worden; eventuele extra handsets nemen deze tijd automatisch over * Indien u NummerWeergave krijgt van een op FSK gebaseerde telefooncentrale, dan krijgt u de tijd en datum meegestuurd en hoeft u deze niet te programmeren 15

16 BEANTWOORDER (alleen PDX-15X5 modellen) INTRODUCTIE: De ingebouwde digitale telefoonbeantwoorder heeft een opname capaciteit van 10 minuten (waarvan 33 seconden gereserveerd voor de uitgaande meldtekst) of 50 berichten maximaal. PROGRAMEERTIP: Het instellen van de diverse gebruikersfuncties is geschreven vanuit de ruststand van de handset. Dit houdt in dat het display de handsetnaam( PROFOON of de naam die u zelf heeft geprogrammeerd, zie handsetnaam op pagina 15) of ( BEANTWOORDER AAN ) weergeeft. U stapt door het menu door de toetsen of in te drukken, druk toets OK om een keuze te bevestigen. Druk om terug te keren naar de stand-by modus. SNELTOETSEN De beantwoorder heeft 4 functies d.m.v. snel toetsen. Druk toets 7 gedurende 3 seconden in om de beantwoorder aan of uit te kunnen zetten. Druk toets 1 gedurende 2 seconden in om te bekijken of er nieuwe berichten zijn opgenomen. Druk op OK om de berichten te beluisteren. Druk toets 4 om naar het begin van het bericht te gaan. Druk 2 X toets 4 om naar het vorige bericht te gaan. Druk toets 6 om naar het volgende bericht te gaan. MELDTEKST De meldtekst is de tekst die de opbeller hoort als de PDX-15X5 de oproep aanneemt bij uw afwezigheid. Er kunnen twee meldteksten worden opgenomen. Eén meldtekst met mogelijkhied om een bericht achter te laten, en één meldtekst zonder de mogelijkhied om een bericht achter te laten. De maximale lengte per meldtekst bedraagt 33 seconden. Opname medtekst (OGM): 1. druk toets en selecteer met de toetsen of de optie SYSTEEM 2. druk toets OK het display geeft BEANTWOORDER 3. druk toets OK en selecteer met de toetsen of de optie MELDTEKST 4. druk toets OK en selecteer met de toetsen of de optie OPNEMEN OGM 5. druk toets OK en selecteer met de toetsen of de optie ANTW OPN? (voor OGM met opname mogelijkheid) of de optie ALLEEN ANTW? (voor OGM zonder opname mogelijkheid) 6. druk toets OK en spreek uw meldtekst in de microfoon van de handset in 7. op de basis gaat nu de rode LED knipperen ten teken dat de boodschap wordt opgenomen. 5 seconden voor het einde van de totale opnamen tijd gaat de rode LED sneller knipperen ten teken dat de opname tijd bijna is verstreken 8. druk op het einde toets OK om de opname tijd te beëindigen 9. druk om terug te keren naar de stand-by modus 16

17 Controle meldtekst (OGM): 1. druk toets en selecteer met de toetsen of de optie SYSTEEM 2. druk toets OK het display geeft BEANTWOORDER 3. druk toets OK en selecteer met de toetsen of de optie MELDTEKST 4. druk toets OK en selecteer met de toetsen of de optie AFSPELEN OGM 5. druk toets OK en selecteer met de toetsen of de optie ANTW OPN? (voor het afspelen van OGM met opname mogelijkheid) of de optie ALLEEN ANTW? (voor het afspelen van OGM zonder opname mogelijkheid) 6. druk toets OK om het afpelen van de OGM te starten 7. druk om terug te keren naar de stand-by modus ANTWOORDFUNCTIES: Behalve het in- en uitschakelen van de antwoordfunctie, zijn diverse instellingen mogelijk: Antwoordfunctie aan of uit: via sneltoets: 1. druk toets 7 voor 3 seconden in. 2. selecteer met de toetsen of de optie BEANTW. AAN? of BEANTW. UIT? 3. druk toets OK ter bevestiging. Er klinkt tevens een beep toon via menu: 1. druk toets en selecteer met de toetsen of de optie SYSTEEM 2. druk toets OK het display geeft BEANTWOORDER 3. druk toets OK en selecteer met de toetsen of de optie INSTELLEN 4. druk toets OK en selecteer met de toetsen of de optie BEANTW J/N 5. druk toets OK en selecteer met de toetsen of de optie BEANTW. AAN? of BEANTW. UIT? 6. druk toets OK ter bevestiging. Er klinkt tevens een beeptoon Meeluisteren: Bij deze instelling is het mogelijk om mee te luisteren op het moment dat er een boodschap binnen komt. 1. druk toets en selecteer met de toetsen of de optie SYSTEEM 2. druk toets OK het display geeft BEANTWOORDER 3. druk toets OK en selecteer met de toetsen of de optie INSTELLEN 4. druk toets OK en selecteer met de toetsen of de optie MEELUISTEREN 5. druk toets OK en selecteer met de toetsen of de optie INSCHAKELEN of UITSCHAKELEN 6. druk toets OK om inschakelen of uitschakelen van de functie Meeluisteren te bevestigen 7. druk om terug te keren naar de stand-by modus 17

18 Volume: Het volume voor het afspelen van de binnengekomen boodschappen, memoberichten en OGM is in te stellen in drie waarden. (uit, zacht en luid) 1. druk toets en selecteer met de toetsen of de optie SYSTEEM 2. druk toets OK het display geeft BEANTWOORDER 3. druk toets OK en selecteer met de toetsen of de optie INSTELLEN 4. druk toets OK en selecteer met de toetsen of de optie VOLUME 5. druk toets OK en selecteer met de toetsen of de optie UIT, ZACHT of LUID 6. druk toets OK ter bevestinging van het gekozen volume 7. druk om terug te keren naar de stand-by modus Aantal belsignalen: U kunt instellen na hoeveel belsignalen (2, 4 of 5) de oproep aangenomen moet worden. 1. druk toets en selecteer met de toetsen of de optie SYSTEEM 2. druk toets OK het display geeft BEANTWOORDER 3. druk toets OK en selecteer met de toetsen of de optie INSTELLEN 4. druk toets OK en selecteer met de toetsen of de optie BELSIGNALEN 5. druk toets OK en selecteer met de toetsen of de optie 2 BELSIGN?, 4 BELSIGN?, 5 BELSIGN? of TOLL SAVE? 6. druk toets OK ter bevestinging van de gekozen optie 7. druk om terug te keren naar de stand-by modus * Zie, voor de keuze TOLL SAVE, het hoofdstuk OVERIGE AFSTANDSFUNC- TIES op bladzijde 20. AFSPELEN: Het display van de handset geef, na 3 seconden indrukken van toets 1, aan hoeveel boodschappen er totaal in het geheugen zijn opgeslagen. Ook geeft het display aan hoeveel nieuwe boodschappen er zijn opgenomen. Let op: indien u de functie AFSPELEN activeert nadat er nieuwe boodschappen zijn opgenomen, dan worden alleen deze nieuwe boodschappen afgespeeld. Activeert u deze functie als er geen nieuwe boodschappen zijn opgenomen, dan worden alle boodschappen afgespeeld. Indien u opgebeld wordt tijdens het afspelen van de ingekomen berichten, dan wordt het afspelen afgebroken. Wacht totdat de bel van de handset overgaat en neem de oproep aan door op de telefoontoets te drukken, 3 seconden wachten en nog maals op de telefoontoets te drukken. 18

19 Start afspelen: 1. druk toets 1 en houdt deze twee seconden vast 2. druk toets OK 3. het afspelen wordt gestart waarbij het display aangeeft welke boodschap afgespeeld wordt 4. druk toets OK om de boodschap van dat moment te beëndigen Snelspoelen / herhalen / wissen: (alleen tijdens afspelen) 1. druk toets 6 om naar de volgende boodschap te gaan 2. druk 2x toets 4 om naar de vorige boodschap te gaan 3. druk toets 4 om de nu afspelende boodschap opnieuw te starten 4. druk toets om de boodschap van dat moment te wissen OVERIGE FUNCTIES: Geheugen vol / alles wissen: Zodra het display GEHEUG.VOL aangeeft, is de volledige opnamecapaciteit benut. Opbellers horen uw meldtekst nu zonder opname mogelijkheid. Als volgt kunt u nu alle boodschappen wissen: 1. start eerst het afspelen om eventueel nieuwe boodschappen te beluisteren 2. druk toets 1 en houdt deze 2 seconden in 3, druk toets het display geeft WIS ALLES? 4. druk toets OK als u alle berichten wilt wissen. Memo bericht: Een memo bericht is een bericht dat u voor thuiskomers kunt achterlaten. Als volgt kunt u een memo-bericht opnemen: 1. druk toets en selecteer met de toetsen of de optie SYSTEEM 2. druk toets OK het display geeft BEANTWOORDER 3. druk toets OK en selecteer met de toetsen of de optie OPNAME MEMO 4. druk toets OK om de memo opname te starten 5. druk toets OK om de memo opname te stoppen 6. druk om terug te keren naar de stand-by modus OP AFSTAND BEDIENEN: Op afstand kunt u de opgenomen berichten afluisteren. Tijdens het afluisteren kunt u snel voor- en achteruit spoelen en kunt u berichten uitwissen. Om misbruik te voorkomen, zijn de afstandsfuncties PIN-Code beveilgd. Ook is deze functie uit te zetten door de PIN-code te wijzingen in 0000 (fabrieksinstelling) 19

20 Wijzigen PIN-code: Af fabriek is deze PIN-code Hierbij is de functie op afstand bedienen niet geactiveerd. Wijzig deze code teneinde de beantwoordfunctie te activeren 1. druk toets en selecteer met de toetsen of de optie SYSTEEM 2. druk toets OK het display geeft BEANTWOORDER 3. druk toets OK en selecteer met de toetsen of de optie INSTELLEN 4. druk toets OK en selecteer met de toetsen of de optie AFST. CODE 5. druk toets OK 6. het display geeft nu CODE 0000 of de code die reeds is ingegeven 7. geef nu uw nieuwe CODE in en sluit af met OK 8. druk om terug te keren naar de stand-by modus Afspelen: 1. Bel naar uw beantwoorder en wacht totdat u uw meldtekst hoort 2. geef na de meldtekst uw PIN-code in via het toetsenbord van de gebruikte telefoon. (Deze telefoon dient DTMF-tonen te produceren) U hoort nu een beeptoon 3. druk toets 1 voor het afluisteren van de berichten OVERIGE AFSTANDSFUNCTIES: Tijdens het afspelen heeft u de keuze tussen de volgende afstandsfuncties: - druk toets 4 om het huidige bericht te herhalen - druk toets 6 om naar het volgende bericht te gaan - druk 2x toets 4 om het vorige bericht te herhalen - druk toets 3 om het huidige bericht te wissen - druk toets 5 om alle functies te beëindigen maar laat de verbinding open - druk toets 9 om alle functies te beëindigen en de verbinding te verbreken Opmerkingen: * Indien u een verkeerde PIN-code ingeeft, wacht dan twee seconden en geef de juiste PIN-code in. * Indien er langer dan 8 seconden gewacht wordt alvorens er een nieuwe afstand-instructie gegeven wordt, dan zal de verbinding worden verbroken * Indien er geen berichten zijn opgenomen hoort u bij het afspelen van de boodschappen een ritmische beeptoon. Toll save: Indien u bij het aantal bel-signalen de keuze TOLL SAVER heeft geselecteerd, dan zal, indien er geen boodschappen zijn opgenomen, de bel 5x overgaan alvorens de beantwoorder de oproep aanneemt. Zijn er wel boodschappen opgenomen, dan wordt de oproep na 2 belsignalen beantwoord. Indien u op afstand wilt gaan afluisteren en de bel gaat meer dan 2x over, dan zijn er dus geen inkomende berichten opgenomen en kunt u de hoorn neerleggen om de verbinding te verbreken. 20

21 SYSTEEM UITBREIDING (EXTRA HANDSETS en EXTRA BASISSTATIONS) Elke PDX-1600serie DECT basis biedt de mogelijkheid om tot maximaal 6 handsets aan te melden waardoor de functie van een huiscentrale verkregen wordt. Het is dan mogelijk om (gratis) intern te telefoneren, om gesprekken door te verbinden en om een conferentiegesprek op te bouwen. Door het aanmelden van de handset op meerdere basisstations, kan het bereik van de handsets aanzienlijk vergroot worden. De handset(s) die bij de basis geleverd werd(en), is (zijn) reeds aangemeld aan de betreffende basis. Let op dat de onderstaande procedure alleen van toepassing is op de PROFOON PDX-1600 serie uitbreidingshandset. Zie het hoofdstuk GAP op pagina 24 van deze gebruiksaanwijzing met betrekking tot het aanmelden en gebruiken op andere types DECT telefoons. AANMELDEN EXTRA HANDSETS OP UW HUIDIGE BASIS: Basis: 1. druk op de basis op toets en houd deze toets ingedrukt totdat na ongeveer 6 seconden het telefoonlampje op de basis gaat knipperen, u heeft nu 2 minuten om de handset aan te melden Handset: 1. druk toets en selecteer met de toetsen of de optie AANMELDEN 2. druk OK, het display geeft BASIS: 1234 (de cijfers die knipperen zijn nog vrij, de cijfers die continu oplichten staan voor de basis-units waar de handset reeds op is aangemeld) 3. voer via het toetsenbord de gewenste basis in (bij het gebruik van één basis, 1 intoetsen), het display geeft PIN: voer de PIN-code in (de fabriekscode 0000 of de door u gewijzigde PIN-code), het display geeft OGENBLIK, na enkele seconden gevolgd door HS: (dit zijn de interne handset-nummers, indien sommige cijfers niet oplichten, dan zijn deze reeds in gebruik) 5. voer via het toetsenbord het interne nummer in dat u aan de handset wilt toekennen De handset is nu aangemeld en rechts in het display verschijnt het interne oproepnummer van de handset. HANDSET(S) AANMELDEN AAN ANDERE BASIS-STATIONS: Door elke handset, op de wijze zoals hiervoor beschreven, aan te melden aan meerdere basis-stations, kunt u het bereik van de handsets aanzienlijk vergroten. 21

22 INTERCOM: 1. druk toets gevolgd door het interne nummer van de gewenste handset de bel van de opgebelde handset gaat over 2. nadat de opgeroepen handset de oproep aanneemt door op de telefoontoets te drukken, kan het intercomgesprek gevoerd worden; druk op de telefoontoets om het gesprek te beëindigen * Is het opgeroepen toestel in gesprek op de buitenlijn, dan hoort u in de hoorn de ingesprektoon, druk op de telefoontoets om de oproep te beëindigen. * wordt er reeds een intern gesprek gevoerd, dan klinkt ook de ingesprektoon in de hoorn en geeft het display BASIS BEZET, druk op de telefoontoets om de oproep te beëindigen. AANKLOPTOON: Indien er tijdens een intern gesprek een oproep van buiten af binnenkomt, dan klinkt er in de handset een zacht aankloptoontje. 1. druk de telefoontoets in om het intercomgesprek te beëindigen 2. wacht tot de bel van de handset opnieuw overgaat en neem nu de buitenlijn aan. Handsets die niet in gebruik zijn, bellen normaal en kunnen derhalve op de normale wijze de oproep aannemen zonder dat de handsets die met een intercom gesprek bezig zijn, hun gesprek hoeven af te breken. DOORVERBINDEN, RUGGESPRAAK & CONFERENTIE: Een gesprek met de buitenlijn kan naar een andere handset doorverbonden worden of u kunt tijdens een gesprek ruggespraak met een andere handset houden. 1. druk tijdens een extern gesprek op toets ; de buitenlijn wordt in de wacht gezet en de externe tegenpartij hoort een wachttoon 2. druk nu het nummer van de op te roepen handset in en wacht tot de interne gesprekspartner opneemt 3. u heeft nu de volgende mogelijkheden: DOORVERBINDEN: druk de telefoontoets in om het gesprek door te verbinden naar de andere handset. RUGGESPRAAK: druk, nadat u met de andere gebruiker van de handset heeft overlegd, op toets om de buitenlijn terug te nemen; let op dat de andere handset op de telefoontoets moet drukken om zichzelf uit te schakelen. CONFERENTIE: druk, nadat u de andere handset heeft opgeroepen en deze heeft opgenomen, op toets # om de buitenlijn bij te schakelen. Indien de opgeroepen handset in gesprek is of neemt de intercomoproep niet aan, druk dan op toets om de buitenlijn weer terug te nemen. 22

23 BELVERTRAGING: Zodra er meerdere losse handsets aan de basis zijn aangemeld, kunt u de bel van één handset als eerste laten rinkelen. De bellen van de overige handsets gaan na 3 belsignalen meerinkelen. 1. druk toets en selecteer met de toetsen of de optie SYSTEEM 2. druk OK en selecteer met de toetsen of de optie BELVERT. 3. druk OK, het display geeft HANDSET: X waarbij x staat voor het eencijferige nummer van een handset 4. voer via het toetsenbord het eencijferige nummer in van de handset die als eerste moet overgaan (voer (sterretje) in indien de bellen van alle handsets tegelijk moeten overgaan) 5. druk OK BASIS SELECTEREN: Elke handset kan op verschillende manieren geprogrammeerd worden met betrekking tot het selecteren van de basis. Zo kan er ingesteld worden of de handset alleen gebruik maakt van basis 1. Of dat de handset gebruikt maakt van alleen basis 2. Of dat de handset het sterkste signaal gebruikt van één van de aangemelde basissen. 1. druk toets en selecteer met de toetsen of de optie KIES BASIS 2. druk OK, het display geeft AUTO (merk op dat alleen die cijfers oplichten waarop de handset is aangemeld) 3. voer via het toetsenbord het nummer van de gewenste basis in (druk toets 0 voor de optie AUTO ) en druk OK 4. de handset zoekt nu naar de betreffende basis * Het is alleen mogelijk een basis te selecteren waar de handset voorheen op is aangemeld. * Tijdens het zoeken (zie punt 4 hierboven) geeft het display BUITENBEREIK. Indien het display langduring BUITENBEREIK weergeeft, is de handset buiten bereik van de geselecteerde basis. Kies een andere basis of kies de optie AUTO. * Door de optie AUTO te kiezen (keuze 0), zal de handset die basis selecteren waarvan het signaal het sterkst ontvangen wordt. Ook indien de handset (in stand-by) buiten bereik van de basis raakt, zal de handset automatisch op zoek gaan naar een wel bereikbare basis. Let op: dit gebeurt alleen indien de handset de verbinding met de basis van dat moment verliest. * Het is niet mogelijk om tijdens een gesprek van basis te wisselen. 23

24 AFMELDEN EXTRA HANDSETS: Handsets die niet meer gebruikt worden of worden vervangen dienen te worden afgemeld. 1. druk toets en selecteer met de toetsen of de optie SYSTEEM 2. druk OK en selecteer met de toetsen of de optie AFMELDEN 3. druk OK en voer de PIN-code in (de fabriekscode 0000 of de door u gewijzigde PIN-code) 4. het display geeft HS.: (merk op dat alleen de cijfers van de aangemelde handsets oplichten) 5. voer via het toetsenbord het nummer in van de handset die u wilt afmelden het display geeft OGENBLIK en na enkele seconden keert het terug naar de rust-stand, de betreffende handset is nu afgemeld WETENSWAARDIGHEDEN BIJ HET GEBRUIK VAN MEERDERE HANDSETS OF BASISSTATIONS UITGAANDE GESPREKKEN: Deze worden gevoerd via de basis die op dat moment door de betreffende handset is geselecteerd. Indien u wilt gaan bellen terwijl een andere handset reeds een gesprek op de buitenlijn voert, dan verschijnt op uw display LIJN BEZET. INKOMENDE GESPREKKEN: Deze worden alleen gemeld op die handsets die op de betreffende basis aangemeld zijn. INTERCOM, CONFERENTIE & DOORVERBINDEN: Deze functies kunnen alleen worden uitgevoerd met en tussen handsets die op dat moment op dezelfde basis zijn aangemeld. Als u een intercom gesprek wilt voeren terwijl 2 andere handsets reeds een intercomgesprek voeren, dan klinkt een ingesprektoon en geeft het display BASIS BEZET. Wilt u een intercomgesprek voeren met een handset die een gesprek voert op de buitenlijn, dan klinkt alleen de ingesprektoon. 2 GESPREKSPADEN: Tegelijk kan er met een handset naar buiten gebeld worden en kan er een intercomgesprek tussen 2 andere handsets gevoerd worden. GAP (GENERIC ACCESS PROFILE) Met de GAP standaard kunt u losse handsets van een ander merk DECT telefoon aanmelden op de basis-posten van de PDX-1600 serie DECT telefoons. Ook de handset van uw PDX-1600 serie DECT telefoon kan aangemeld worden 24

25 op andere DECT/GAP telefoons. Voorwaarde is dat de andere DECT telefoons ook conform het GAP protocol functioneren. AANMELDEN ANDERE HANDSETS AAN DE PDX-1600 SERIES DECT: Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de andere handset of DECT met betrekking tot het aanmelden van een handset. De basis van de PDX-1600 series wordt opengesteld voor extra handsets door toets in te drukken en ingedrukt te houden totdat na ongeveer 6 seconden het telefoonlampje gaat knipperen. AANMELDEN PDX-1600 SERIE HANDSET AAN EEN ANDERE BASIS: Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de andere DECT telefoon met betrekking tot het aanmelden van extra handsets. Volg daarnaast de procedure zoals beschreven op bladzijde 21 van deze gebruiksaanwijzing (onder handset ). Let op dat het GAP protocol alleen beschrijft dat u kunt uitbellen en gebeld kunt worden. Overige functies worden niet gegarandeerd. GEBRUIKSTIPS PLAATSING: * Let op dat de PDX-1600 serie DECT telefoons gevoed worden via een voedingsadapter. Bij de plaats waar de telefoon komt, moet dus ook een 230 Volt wandcontactdoos zijn. * Bij voorkeur de telefoon niet op met cellulose behandelde oppervlakten plaatsen. De rubberen voetjes kunnen hierop sporen achterlaten. * Zowel de handset(s) als de basis mogen alleen in een droge omgeving gebruikt worden. * Plaats de basis niet in de directe nabijheid van andere telefoons of andere elektronische apparatuur, TL buizen en andere gasontladingslampen. De uitgestraalde radiogolven van deze (en andere) draadloze telefoon(s) kunnen het functioneren van de apparatuur verstoren of de uitgestraalde signalen van de apparaten verstoren het functioneren van de telefoon. * Zie ook de hoofdstukken RADIOVERBINDING en VEILIGHEIDS INSTRUC- TIES. SPANNINGSUITVAL: * Tijdens een spanningsuitval van het lichtnet kan de DECT telefoon niet meer gebruikt worden. Het is daarom raadzaam om een draadgebonden telefoon achter de hand te houden, al of niet constant aangesloten op het openbare telefoonnet. Na herstel van deze spanningsuitval, is de telefoon weer normaal bruikbaar. 25

26 HOORTOESTELLEN: * Dragers van hoortoestellen moeten bij gebruik van DECT telefoons rekening houden met een mogelijke onaangename bromtoon. HANDSET ZOEKFUNCTIE: * In het geval dat u de handset kwijt bent, kunt u op de basis toets indrukken. De handset genereert nu gedurende ruim 30 seconden beeptonen. * Let op dat deze zoekfunctie alleen functioneert indien de handset binnen bereik van de basis is, de bel niet staat uitgeschakeld en de accu voldoende geladen is. * De beeptonen kunnen uitgeschakeld worden door op de basis nogmaals toets in te drukken of op de handset een willekeurige toets in te drukken. AFLUISTEREN: * Alle draadloze telefoons maken gebruik van radiogolven om te communiceren. Alhoewel de digitale DECT technologie van de PDX-1600 serie DECT telefoons het afluisteren vrijwel onmogelijk maakt en men hiervoor vrij kostbare apparatuur nodig heeft, is het af te raden vertrouwelijke gesprekken via draadloze telefoontoestellen te voeren. KLOK: * DTMF systeem: Er wordt geen rekening gehouden met zomer- en wintertijd. Indien nodig dient u dit handmatig te corrigeren. * Na een spanningsonderbreking bij de basis, dient de tijd en de datum opnieuw geprogrammeerd te worden * FSK systeem: Bij elke oproep stuurt de telefoon maatschappij de tijd en datum informatie mee. Een eventueel afwijkende tijdweergave wordt dus bij elke binnenkomende oproep automatisch gecorrigeerd. ONDERHOUD: * Reinig de basis en de handset uitsluitend met een licht-vochtige doek; gebruik nooit chemische reinigingsmiddelen. * Alleen de metalen laadcontacten van zowel de basis als de handset mogen desgewenst (als extra) met een wattenstaafje, gedrenkt in medicinale alcohol (96%) gereinigd worden. * Tijdens het reinigen dient men de adapter en het telefoonsnoer los te koppelen. 26

27 VOEDING BASIS: * De voeding voor de basis wordt betrokken uit de meegeleverde AC/DC voedingsadapter. Gebruik alleen de meegeleverde adapter. HANDSET: * De handset wordt gevoed door een oplaadbaar accupakket, type Nikkel- Metaal-Hydride (NiMH), formaat 3 x AAA, 3,6 Volt. Dit accupakket is meegeleverd. * Bij aankoop is het meegeleverde accupakket leeg en zal gedurende zo'n 10 uur geladen moeten worden om over de volledige capaciteit te kunnen beschikken. * Het oplopend aantal oplichtende segmenten in het display van de handset is een indicatie dat het accupakket opgeladen wordt. Deze indicatie blijft in het display, ook als de accu volledig geladen is. * Is de handset van de basis of van de oplader genomen, dan geeft het display in de handset de capaciteit van de accucellen weer. Een vol pakket wordt weergegeven door het oplichten van alle 3 de segmenten in het display. Licht slechts één of geen segment op, plaats dan de handset in de basis of in de oplader om de accucellen te laden. * Indien de batterij-capaciteit tijdens een gesprek beneden een minimum waarde komt, klinken er regelmatig beeptoontjes en zal de handset zich na enkele minuten automatisch uitschakelen. Het verdient in zo'n geval aanbeveling het gesprek te beëindigen en de handset op de basis te leggen om de batterijen op te laden. * Lichten, ook na het langdurig laden, niet alle 3 segmenten op of zijn na kort gebruik nog slechts 2 of minder segmenten opgelicht, dan is het oplaadbare accupakket aan vervanging toe. Vervang deze alleen door een gelijkwaardig type. Let op de aansluitplug. * Gooi een uitgewerkt accupakket nooit weg maar lever deze in bij uw plaatselijk depot voor Klein Chemisch Afval (KCA). * NiMH accucellen die in goede conditie zijn zorgen voor een standbytijd van meer dan 100 uur en een gesprekstijd van meer dan 6 uur. Neemt deze tijd beduidend af dan duidt dit op een slechte conditie van de accu en dient deze vervangen te worden. * Bij normaal gebruik bedraagt de levensduur van oplaadbare accupakketten ongeveer 1 tot 1,5 jaar. 27