Koopkrachtontwikkeling Onderwijssector

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Koopkrachtontwikkeling Onderwijssector"

Transcriptie

1 Koopkrachtontwikkeling Onderwijssector In opdracht van de Algemene Onderwijsbond (AOb) Nibud, april 2012

2 Koopkrachtontwikkeling Onderwijssector In opdracht van de Algemene Onderwijsbond (AOb) Koopkrachtontwikkeling onderwijssector / 2

3 Inleiding Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) berekent jaarlijks voor honderd veelvoorkomende voorbeeldhuishoudens hun ontwikkeling in koopkracht. De koopkrachtmutatie laat de verandering van de inkomsten en uitgaven zien van jaar op jaar van huishoudens waarbij behalve de gemiddelde verandering in het inkomen, het bruto-nettotraject en de inflatie niets verandert. Daarom spreken we hierbij over statische koopkrachtmutaties. Een positief koopkrachteffect wil zeggen dat de inkomsten dat jaar harder zullen stijgen dan de uitgaven. Ook voor 2012 heeft het Nibud berekend hoe de koopkracht zich ontwikkelt 1. Dit geeft huishoudens een beeld hoe, volgens de huidige verwachtingen, de koopkracht voor 2012 verschilt ten opzichte van In de berekeningen van de standaard voorbeeldhuishoudens gaat het Nibud uit van de gemiddelde verwachte loonstijging in de marktsector. Omdat op dit moment nog niet duidelijk is hoeveel de cao-lonen zullen stijgen, is bij de berekeningen in dit rapport uitgegaan van een loonstijging van 0%. Deze berekeningen geven de Algemene Onderwijsbond (AOb) inzicht in de koopkrachtontwikkeling van het personeel in de onderwijssector. In 2011 heeft de AOb een vergelijkbaar onderzoek door het Nibud laten uitvoeren. Hierdoor is het mogelijk om de koopkrachtontwikkeling van huishoudens in de onderwijssector te monitoren en twee achtereenvolgende jaren met elkaar te vergelijken. In dit rapport worden de koopkrachtberekeningen gemaakt die specifiek van toepassing zijn op de onderwijssector. Hierbij zijn voor verschillende huishoudens koopkrachtveranderingen voor het jaar 2012 doorgerekend ten opzichte van Daarbij zijn de pensioen- en VUT premies, de pensioenfranchise en de loonstijging gehanteerd zoals die voor de onderwijssector gelden in plaats van de gemiddelde loonstijging en de gemiddelde pensioenpremie in de marktsector. Voor veertien kenmerkende situaties in het onderwijs heeft het AOb inkomensgegevens aangeleverd. Het gaat hier om de inkomenssituatie van leerkrachten en ondersteunend personeel in het primair en voortgezet onderwijs, in de beroeps- en volwasseneneducatie en het hoger onderwijs. Voor deze voorbeelden is de koopkrachtontwikkeling doorgerekend. Het Nibud kijkt altijd naar de koopkrachtontwikkeling op huishoudniveau. Het Nibud rekent daarom elk van de veertien beschreven onderwijsfuncties voor verschillende huishoudtypes door. 1 Nibud koopkrachtmutaties, 20 januari 2012 ( Koopkrachtontwikkeling onderwijssector / 3

4 Bij de berekeningen worden dezelfde uitgangspunten gehanteerd als bij de Nibud koopkrachtberekeningen van de 100 standaardhuishoudens 2. Zo gaan we bij een paar met kinderen uit dat het gaat om 2 kinderen die tussen de 6 en 12 jaar oud zijn. Ook gaan we uit van dat het vakantiegeld over het inkomen gebaseerd is op het inkomen in het jaar zelf. In werkelijkheid is het bedrag dat in mei aan vakantiegeld wordt uitgekeerd gedeeltelijk opgebouwd is in het voorafgaande jaar, waarin het inkomen anders kon zijn geweest. Dit rapport begint met een korte terugblik op 2011, waarin de uitgangspunten in 2011 worden vergeleken met de uiteindelijke cijfers. Dit geeft een indicatie hoe de feite lijke situatie in 2011 afwijkt van de eerdere berekeningen uit het eerste kwartaal van Vervolgens wordt gekeken naar de verwachtingen voor Hiervoor zullen allereerst de belangrijkste veranderingen in 2012 ten opzichte van 2011 worden beschreven op het gebied van de inkomens, het belastingstelsel en de inflatie. Vervolgens geven we aan welke keuzes en aannames gebruikt zijn voor het vaststellen van de huishoudens. Hierna tonen we de koopkrachtmutaties voor de veertien voorbeeld onderwijsfuncties bij de verschillende huishoudsamenstellingen. Voor een aantal voorbeelden hebben we de koopkracht ontwikkeling specifieker uitgewerkt. Terugblik op 2011 In het rapport Koopkrachtontwikkelingen onderwijssector , uitgevoerd door het Nibud, in maart 2011, is de koopkrachtontwikkeling tussen 2010 en 2011 van 3 onderwijssectoren (primair en voortgezet onderwijs en beroeps-en volwassen educatie) onderzocht. Bij de berekeningen van maart 2011 was er vanuit gegaan dat de cao-lonen in de onderwijssector niet zouden gaan stijgen. Voor alleenstaanden in de onderwijssector die geen periodiek omhoog gingen betekende dit over het algemeen een koopkrachtdaling van 1,5%. Voor degenen die wel één periodiek stegen was de koopkrachtstijging ongeveer 0,6%; de bruto stijging was dus voldoende om de stijging van de uitgaven op te vangen. Het percentage pensioenpremie van het ABP (pensioenfonds voor de onderwijssector) is in april 2011 wel aangepast. Over heel 2011 kwam het pensioenpremiepercentage daar mee uit op 6,53%. In de eerdere berekeningen was uitgegaan van het percentage dat vanaf 1 januari 2011 gold, te weten 6,42%. De pensioenfranchise is gelijk gebleven. Door de stijging van de pensioenpremie zullen alle huishouden netto iets minder 2 Nibud koopkrachtmutaties, 20 januari 2012 ( Koopkrachtontwikkeling onderwijssector / 4

5 overhouden dan op basis van de berekeningen uit maart Doordat de pensioenpremie uiteindelijk 0,11% hoger is uitgevallen over 2011 valt de koopkrachtmutatie ongeveer 0,1%-punt slechter uit dan op basis van de berekeningen uit 2011 bleek; de meeste huishoudens hadden per maand circa 2 euro minder te besteden dan berekend. In maart 2011 was de verwachting dat de prijzen met 1,5% zouden stijgen. Achteraf blijken die gemiddeld met 2,34% gestegen te zijn. Dat betekent dat de uitgaven sterker zijn toegenomen dan geraamd, terwijl het bruto inkomen en de inkomensontwikkeling wel overeenkomt met de bedragen waar in maart 2011 vanuit is gegaan. Hierdoor zijn de voorbeeldhuishoudens uiteindelijk veel slechter af dan eerder is berekend. De koopkrachtmutatie is circa 0,8%-punt negatiever dan op basis van de cijfers die in eerste kwartaal van 2011 bekend waren. Afhankelijk van de huishoudsamenstelling hadden huishoudens in 2011 uiteindelijk als gevolg van de sterkere prijsstijging elke maand 20 tot 30 euro minder te besteden dan in maart 2011 is berekend. Concluderend kunnen we achteraf stellen dat alle huishoudens in de twaalf onderwijsfuncties slechter af te zijn dan op basis van de beschikbare cijfers in maart 2011 bleek. De voorbeeldhuishoudens hebben in totaal tussen 0,8%- en 1%-punt minder te besteden dan eerder geraamd, wat uitkomt op circa 30 euro per maand. Veranderingen in 2012 t.o.v Hieronder staan kort de belangrijkste veranderingen voor 2012 wat betreft loonontwikkeling, pensioensituatie, het belastingstelsel (o.a. heffingskortingen) en prijzen (inflatie). Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de cijfers waar het Nibud bij de standaard koopkrachtberekeningen van uit gaat en de veranderingen die specifiek voor het onderwijs gelden. Loonstijging In 2012 is de verwachting dat de bruto lonen in de marktsector met 1,75% stijgen (raming van het Centraal Planbureau); in het onderwijs is op dit moment nog onduidelijk hoeveel de cao-lonen zullen stijgen. Daarom is in dit rapport uitgegaan van een loonstijging van 0%. Pensioen In de marktsector neemt de gemiddelde pensioenpremie (werknemersdeel) toe van 5,35% naar 5,86%. De pensioenfranchise stijgt van naar euro. Voor het onderwijs geldt een gemiddelde pensioenpremie van het werknemersdeel van 6,53% Koopkrachtontwikkeling onderwijssector / 5

6 voor en 6,57% voor De pensioenfranchise is in 2012 met 150 euro gestegen tot euro. De VUT-premie die geldt voor de onderwijssector is gestegen van 2,25 naar 2,35%. In de marktsector ligt deze premie gemiddeld op 0,12%. De Anw-compensatie was in januari 2011 gelijk aan de Anw-compensatie in 2012, te weten 0,225%. In april 2011 was deze premie tijdelijk verlaagd naar 0,15%. In de berekeningen wordt de Anw-compensatie niet meegenomen, omdat hier ook geen rekening mee wordt gehouden bij de standaard koopkrachtberekeningen. Bovendien is de verandering in het percentage zo klein, dat dit geen invloed heeft op de koopkrachtontwikkeling van de huishoudens. Fiscale veranderingen De veranderingen in het belastingstelsel zijn voor de onderwijssector niet anders dan voor gemiddeld Nederland. De belangrijkste veranderingen die van toepassing zijn op de berekende situaties in dit rapport, zijn: De inkomensafhankelijke premie voor de zorgverzekering is gedaald van 7,75 naar 7,1%. Tegelijkertijd is de inkomensgrens waarover deze premie moet worden betaald, wel verhoogd. In 2011 liep dit tot een jaarinkomen van ; in 2012 is dit euro. Voor inkomens tot circa euro zijn deze aanpassingen gunstig, voor inkomens daarboven ongunstig. De arbeidskorting is verhoogd met maximaal 37 euro per jaar. De inkomensafhankelijke combinatiekorting, waar de minstverdienende partner of een alleenstaande ouder met kind(eren) onder de 12 jaar recht op heeft, is verhoogd. Het minimale bedrag waar deze huishoudens recht op hebben is verhoogd met 244 euro naar euro per jaar. De maximale inkomensafhankelijke combinatiekorting wordt nu euro; dit ligt 262 euro hoger dan in De kinderbijslag is verlaagd. Voor een kind tot 5 jaar, is dit 29 euro per jaar minder dan in 2011, voor een kind tussen de 6 en 11 jaar 35 euro en voor kinderen tussen de 12 en 17 jaar scheelt dit 41 euro per jaar per kind. Het kindgebonden budget voor het 1 e kind en het extra bedrag voor het 2 e kind is in euro per jaar hoger dan in Gezinnen met 3 en meer kinderen krijgen met een verlaging van het kindgebonden budget te maken. De bedragen voor het 3 e en 4 e kind gaan met iets minder dan 180 euro per jaar om laag; voor het 5 e en meerdere kind gaat 83 euro per kind naar beneden. 3 Dit is een gewogen gemiddelde van de pensioenpremie zoals die op 1 januari 2011 (6,42%) gold en die vanaf 1 april 2011 (6,57%) Koopkrachtontwikkeling onderwijssector / 6

7 De zorgtoeslag is verlaagd. Voor alleenstaanden is deze toeslag circa 3 euro per maand lager, voor paren ongeveer 5 euro per maand. Prijzen De gemiddelde verwachte prijsontwikkeling in Nederland is ook op de onderwijssector van toepassing. De prijzen zullen naar verwachting in 2012 met 2,12% stijgen. Deze cijfers zijn van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die zij weer hebben gekregen van het Centraal Planbureau. De premie voor de basisverzekering is geen onderdeel van de inflatie. Deze premie stijgt harder dan de gemiddelde prijzen. Naar verwachting stijgt de premie voor de basisverzekering van 101 euro per maand naar gemiddeld 108 euro per maand. Daarnaast worden een aantal zaken niet langer meer uit het basispakket vergoed, zoals dieetadvisering, het aantal zittingen voor de eerstelijns psycholoog en maagzuurremmers voor niet-chronisch zieken. Door deze pakketverkleining nemen de zorgkosten per persoon toe met gemiddeld 3 euro per maand. Meestal worden deze pakketwijzigingen opgevangen door een stijging van de premie van aanvullende verzekeringen. Ten slotte stijgt het maximale verplichte eigen risico van 170 naar 220 euro per jaar. Hierdoor stijgt de gemiddelde betaling aan eigen risico met 2 euro per maand. Uitgangspunten huishoudens In tabel 1 staan de specificaties van de veertien onderwijsfuncties. In zeven van deze voorbeelden verandert het inkomen in 2012 niet ten opzichte van het inkomen in Het inkomen van twee functies in de beroeps- en volwasseneducatie (nummer 10 en 11) stijgt heel licht. In vijf situaties gaat de persoon er één periodiek op vooruit, daar is een stijging van het bruto inkomen zichtbaar (nummer 3, 5, 7, 12 en 14). Koopkrachtontwikkeling onderwijssector / 7

8 Tabel 1 Specificatie van de situaties uit onderwijssector voor koopkrachtberekeningen functie sector schaal+nr. PGI 2011 PGI conciërge PO 3/ , ,00 2 leraar PO LA/ , ,00 3 leraar y* PO LA/6 - LA/ , ,00 4 leraar PO LB/ , ,00 5 leraar z PO LB/6 - LB/ , ,00 6 toa VO** 7/ , ,00 7 leraar p VO** LB/6 - LB/ , ,00 8 leraar VO LC/ , ,00 9 leraar VO LD/ , ,00 10 instructeur/medewerker roosterplanner BVE*** 7/ , ,00 11 docent BVE*** LB/ , ,00 12 docent x BVE*** LC/6 - LC/ , ,00 13 docent HBO 12 max , ,00 14 medewerker psa HBO 6 midden , ,00 * Bij de vetgedrukte voorbeelden gaat men in 2012 één periodiek omhoog t.o.v ** In het voortgezet onderwijs is de hogere eindejaarsuitkering tot met schaal 8 ( 230 tot 275) niet verwerkt in de loontabel en dus ook niet in het pensioengevend inkomen (PGI) ***In de beroeps- en volwasseneducatie is het inkorten van de salarislijnen verwerkt met ingang van het pensioengevend inkomen Elk van de veertien functies positioneren we in de volgende huishoudsituaties: Een alleenstaande: tabel 2 Paar zonder kinderen: tabel 3 Paar met 2 kinderen: tabel 4 t/m 6 Bij de alleenstaande en het paar zonder kinderen gaan we er van uit dat men voltijd werkt. Bij het paar met kinderen bekijken we drie situaties: 1. De persoon met onderwijsfunctie werkt voltijd en de partner deeltijd: tabel 4 2. De persoon met onderwijsfunctie en zijn partner werken beide deeltijd: tabel 5 3. De persoon met onderwijsfunctie werkt deeltijd en de partner voltijd: tabel 6 Als deelfactor gaan we uit van 0,6 fte. Bij de personen in de onderwijsfuncties gaan we uit van het pensioengevend inkomen van 2011 en 2012 zoals dat in tabel 1 is weergegeven. In alle veertien de situaties gaan we er vanuit dat de partner in 2011 bij voltijd werken het modale inkomen verdient; dit is euro bruto per jaar. Bij de berekeningen in maart 2011 hebben we dit inkomen als uitgangspunt genomen. Hierdoor is het mogelijk een vergelijking te maken tussen de resultaten uit dat rapport en de bevindingen in dit rapport, zonder dat het effect van de hoogte van het inkomen van de partner in de marktsector van invloed is. Bij een deeltijdfactor van 0,6 fte betekent dit euro per jaar. Koopkrachtontwikkeling onderwijssector / 8

9 Bij de paren rekenen we zowel de situatie door waarbij beide partners in het onderwijs werken als de situatie waarbij één van beiden in het onderwijs werkt. Bij degene die niet in het onderwijs werkzaam is, gaan we uit van de gemiddelde loonontwikkeling en gemiddelde pensioenpremie in de marktsector. Bij de partner in de onderwijssector gaan we uit van de 0%-loonstijging en de pensioenpremie voor het onderwijs. In de situatie waarin de persoon met onderwijsfunctie deeltijd werkt, gaan we er vanuit dat de partner in de marktsector werkt. Bij de paren met kinderen gaan we er van uit dat het gaat om twee kinderen die tussen de 6 en 12 jaar oud zijn. Dit impliceert dat de minstverdienende partner recht heeft op de inkomensafhankelijke combinatiekorting. In vijf van de veertien omschreven functies in tabel 1 gaat degene in het onderwijs er een periodiek op vooruit. In deze situaties gaan we er van uit dat de partner (ongeacht of deze in het onderwijs of de marktsector werkzaam is), niet te maken heeft met incidentele loonstijgingen. Hierbij hanteren we dus alleen de gemiddelde (cao-) loonstijging zoals in de paragraaf hierboven is beschreven. Overzicht koopkrachteffecten Hieronder staan per huishoudtype de koopkrachtontwikkeling van de veertien onderwijsfuncties beschreven. Hierbij is de koopkrachtmutatie uitgedrukt als de verandering in koopkracht in 2012 ten opzichte van 2011 als percentage van het besteedbaar inkomen in In de laatste kolom is de verandering in koopkracht (inkomsten en uitgaven) in 2012 ook in een bedrag per maand uitgedrukt. Als de koopkracht achteruit gaat staat er een minteken voor het percentage cq bedrag. Tabel 2 Alleenstaanden; voltijd werkzaam nr beschrijving koopkrachtmutatie (%) euro s per maand 1 Alleenstaande, conciërge, PO, schaal 3/9-2,0% Alleenstaande, leraar, PO, schaal LA/16-2,9% Alleenstaande, leraar y, PO, schaal LA6/7 1,4% 26 4 Alleenstaande, leraar, PO, schaal LB/16-3,2% Alleenstaande, leraar z, PO, schaal LB6/7 1,8% 37 6 Alleenstaande, toa, VO, schaal 7/12-2,0% Alleenstaande, leraar p, VO, schaal LB6/7 0,0% 1 8 Alleenstaande, leraar, VO, schaal LC/15-3,4% Alleenstaande, leraar, VO, schaal LD15-3,3% Alleenstaande, instructeur/roosterplanner, BVE, schaal 7/13-1,1% Alleenstaande, docent, BVE, schaal LB12-3,3% Alleenstaande, docent x, BVE, schaal LC6/7 0,5% Alleenstaande, docent, HBO, 12max -3,3% Alleenstaande, medewerker psa, HBO, 6midden 0,0% 1 Koopkrachtontwikkeling onderwijssector / 9

10 nr beschrijving Tabel 3 Paar zonder kinderen; beiden voltijd werkzaam koopkrachtmutatie (%) euro s per maand Partner werkzaam in onderwijs koopkrachtmutatie (%) euro s per maand Partner werkzaam in marktsector 1 Paar zonder kinderen, conciërge, PO, schaal 3/9-1,9% ,3% Paar zonder kinderen, leraar, PO, schaal LA/16-2,5% ,0% Paar zonder kinderen, leraar y, PO, schaal LA6/7-0,1% - 3 0,5% 17 4 Paar zonder kinderen, leraar, PO, schaal LB/16-2,7% ,2% Paar zonder kinderen, leraar z, PO, schaal LB6/7 0,0% 2 0,6% 22 6 Paar zonder kinderen, toa, VO, schaal 7/12-2,0% ,4% Paar zonder kinderen, leraar p, VO, schaal LB6/7-0,9% ,4% Paar zonder kinderen, leraar, VO, schaal LC/15-2,9% ,4% Paar zonder kinderen, leraar, VO, schaal LD15-2,8% ,4% Paar zonder kinderen, roosterplanner, BVE, schaal 7/13-1,5% ,0% Paar zonder kinderen, docent, BVE, schaal LB12-2,8% ,3% Paar zonder kinderen, docent x, BVE, schaal LC6/7-0,5% ,1% Paar zonder kinderen, docent, HBO, 12max -2,8% ,4% Paar zonder kinderen, medewerker psa, HBO, 6midden -0,8% ,2% - 8 nr beschrijving Tabel 4 Paar met kinderen; persoon in onderwijs voltijd werkzaam, partner parttime werkzaam koopkrachtmutatie (%) euro s per maand Partner werkzaam in onderwijs koopkrachtmutatie (%) euro s per maand Partner werkzaam in marktsector 1 Paar met 2 kinderen, conciërge, PO, schaal 3/9-1,7% ,3% Paar met 2 kinderen, leraar, PO, schaal LA/16-2,2% ,8% Paar met 2 kinderen, leraar y, PO, schaal LA6/7 0,4% 14 0,9% 32 4 Paar met 2 kinderen, leraar, PO, schaal LB/16-2,5% ,0% Paar met 2 kinderen, leraar z, PO, schaal LB6/7 0,5% 19 1,0% 36 6 Paar met 2 kinderen, toa, VO, schaal 7/12-1,6% ,1% Paar met 2 kinderen, leraar p, VO, schaal LB6/7-0,5% ,0% 0 8 Paar met 2 kinderen, leraar, VO, schaal LC/15-2,7% ,3% Paar met 2 kinderen, leraar, VO, schaal LD15-2,7% ,3% Paar met 2 kinderen, roosterplanner, BVE, schaal 7/13-1,1% ,6% Paar met 2 kinderen, docent, BVE, schaal LB12-2,5% ,1% Paar met 2 kinderen, docent x, BVE, schaal LC6/7-0,1% - 5 0,3% Paar met 2 kinderen, docent, HBO, 12max -2,7% ,3% Paar met 2 kinderen, medewerker psa, HBO, 6midden -0,7% ,3% - 9 Koopkrachtontwikkeling onderwijssector / 10

11 nr beschrijving Tabel 5 Paar met kinderen; beiden parttime werkzaam koopkrachtmutatie (%) euro s per maand Partner werkzaam in onderwijs koopkrachtmutatie (%) euro s per maand Partner werkzaam in marktsector 1 Paar met 2 kinderen, conciërge, PO, schaal 3/9-1,9% ,4% Paar met 2 kinderen, leraar, PO, schaal LA/16-1,7% ,3% Paar met 2 kinderen, leraar y, PO, schaal LA6/7-0,6% ,2% Paar met 2 kinderen, leraar, PO, schaal LB/16-1,8% ,4% Paar met 2 kinderen, leraar z, PO, schaal LB6/7-0,5% ,1% Paar met 2 kinderen, toa, VO, schaal 7/12-1,7% ,2% Paar met 2 kinderen, leraar p, VO, schaal LB6/7-1,0% ,6% Paar met 2 kinderen, leraar, VO, schaal LC/15-1,6% ,1% Paar met 2 kinderen, leraar, VO, schaal LD15-1,9% ,5% Paar met 2 kinderen, roosterplanner, BVE, schaal 7/13-1,4% ,0% Paar met 2 kinderen, docent, BVE, schaal LB12-1,8% ,3% Paar met 2 kinderen, docent x, BVE, schaal LC6/7-0,3% ,2% 5 13 Paar met 2 kinderen, docent, HBO, 12max -1,9% ,5% Paar met 2 kinderen, medewerker psa, HBO, 6midden -0,9% ,4% - 12 Tabel 6 Paar met kinderen; persoon in onderwijs parttime werkzaam, partner voltijd werkzaam nr beschrijving koopkrachtmutatie (%) euro s per maand 1 Paar met 2 kinderen, conciërge, PO, schaal 3/9-1,4% Paar met 2 kinderen, leraar, PO, schaal LA/16-1,0% Paar met 2 kinderen, leraar y, PO, schaal LA6/7 0,3% 9 4 Paar met 2 kinderen, leraar, PO, schaal LB/16-1,0% Paar met 2 kinderen, leraar z, PO, schaal LB6/7 0,4% 14 6 Paar met 2 kinderen, toa, VO, schaal 7/12-0,9% Paar met 2 kinderen, leraar p, VO, schaal LB6/7-0,2% Paar met 2 kinderen, leraar, VO, schaal LC/15-1,1% Paar met 2 kinderen, leraar, VO, schaal LD15-1,4% Paar met 2 kinderen, roosterplanner, BVE, schaal 7/13-0,6% Paar met 2 kinderen, docent, BVE, schaal LB12-1,0% Paar met 2 kinderen, docent x, BVE, schaal LC6/7 0,4% Paar met 2 kinderen, docent, HBO, 12max -1,4% Paar met 2 kinderen, medewerker psa, HBO, 6midden -0,5% - 16 De grootste verschillen in koopkrachtontwikkeling tussen de onderwijsfuncties en huishoudtypen kan worden verklaard door de verandering in het percentage van en de inkomensgrens voor de inkomensafhankelijke premie voor de zorgverzekering. Deze premie hoeft men niet direct te betalen, maar men moet wel belasting betalen over deze premie. Daardoor heeft het effect op de koopkracht van een persoon. Twee andere oorzaken van de verschillen in koopkrachtontwikkeling zijn de verhoging van de inkomensafhankelijke combinatiekorting en de daling van de zorgtoeslag. Sommige huishoudens hadden zowel in 2011 als in 2012 geen recht op zorgtoeslag; de huishoudens die hier wel recht op hebben, ontvangen in 2012 minder. Koopkrachtontwikkeling onderwijssector / 11

12 Hieronder wordt uitgebreid ingegaan op de veranderingen in koopkracht die in de tabellen 2 t/m 6 zichtbaar zijn. Vergelijking onderwijsfuncties Van de voorbeeldsituaties die niet met een brutoloonstijging te maken krijgen, gaat iedereen er in koopkracht op achteruit. Onder de groep alleenstaanden is deze koopkrachtdaling bij de meeste onderwijsfuncties tussen de 2,9% en 3,4%. Alleen bij de conciërge en de toa is de achteruitgang kleiner (-2%) en bij de instructeur/roosterplanner (-1,1%). De conciërge en toa profiteren van de verlaging van het percentage inkomensafhankelijke premie voor de zorgverzekering. Hierdoor hoeven zij in 2012 over een lager bedrag aan ZVW-premie belasting te betalen dan in 2011, terwijl bij de hogere inkomens dit juist toeneemt als gevolg van de verhoging van de inkomensgrens waarover deze premie moet worden betaald. Dit voordeel voor de alleenstaande conciërge en toa is echter onvoldoende om de stijging van de prijzen en de premie voor de basisverzekering te compenseren, waardoor zij er alsnog maandelijks 2% op achter uit gaan in 2012 (respectievelijk 33 en 40 euro per maand). De koopkrachtdaling voor de instructeur/roosterplanner in de beroeps- en volwasseneducatie is iets lager, omdat hun pensioengevend inkomen licht is toegenomen ten opzichte van 2011, in totaal met 400 euro. Van de onderwijsfuncties die een periodiek omhoog gaan (nr. 3/5/7/12/14) hangt het van de huishoudsituatie af (m.a.w.: wel of geen partner en kinderen, waarvan de partner al dan niet in het onderwijs werkt), of men er in 2012 in koopkracht op vooruit gaat. Alleen leraar y en z (voorbeelden 3 en 5) gaan er in nagenoeg alle situaties op vooruit. Dit geldt alleen niet in de situatie waarin zij een partner hebben en geen kinderen en waarin beide partners in het onderwijs werkzaam zijn. Leraar y en z zijn ook degenen die het meeste er op vooruit gaan. Onder de alleenstaanden krijgen zij met een koopkrachtstijging van respectievelijk 1,4% en 1,8% te maken, terwijl bij leraar x in de beroeps- en volwasseneducatie (voorbeeld 12) de koopkracht 0,5% stijgt. Voor een alleenstaande leraar p in het voortgezet onderwijs (voorbeeld 7) en een medewerker psa op het HBO (voorbeeld 14) is de periodieke stijging net voldoende om stijging van de uitgaven op te vangen: zij hebben in 2012 evenveel te besteden als in De medewerker psa heeft door zijn relatief lage inkomen recht op zorgtoeslag; door de loonstijging ontvangt hij in 2012 minder zorgtoeslag. Voor de andere huishoudsamenstellingen is bij deze twee onderwijsfuncties de bruto loonstijging wel onvoldoende om de uitgavenstijging op te vangen en zullen zij er ook in koopkracht op achteruit gaan. Bij hen is de koopkrachtdaling wel kleiner dan voor de voorbeelden waarvan het brutoloon in 2012 gelijk blijft aan dat in Koopkrachtontwikkeling onderwijssector / 12

13 Vergelijking huishoudtypen Alleenstaanden versus paren zonder kinderen Bij vergelijking van de alleenstaanden (tabel 2) met de paren zonder kinderen (tabel 3), blijkt dat bij de conciërge en de toa (voorbeeld 1 en 6) de procentuele koopkrachtdaling gelijk is. Bij de overige onderwijsfuncties waarbij het brutoloon niet toeneemt, is de koopkrachtdaling ongeveer 0,5%-punt lager dan bij de alleenstaanden. De partner in de onderwijssector heeft een dusdanig inkomen dat in 2012 de ZVW-premie waarover belasting moet worden betaald lager is dan in 2011 (2132 euro in 2011 tegenover 2330 euro in 2012). In combinatie met de stijging van de heffingskortingen, neemt voor de partner het netto inkomen toe. Dit compenseert ten dele de daling van het netto inkomen van de partner met de specifieke onderwijsfunctie. Bij de situaties waar het brutoloon stijgt, is het juist nadelig dat er een partner is die ook in de onderwijssector werkt. Bij leraar z (voorbeeld 5) blijft de koopkracht in 2012 gelijk aan die in 2011; voor de andere vier situaties geldt dat zij met partner met een koopkrachtdaling te maken krijgen, ondanks hun eigen inkomensstijging. Het verschil met alleenstaanden in dezelfde onderwijssector is bij degenen met een periodieke loonstijging meestal 0,9%-punt; alleen bij leraar z is het verschil maar liefst 1,8%-punt. Belangrijkste reden is dat de netto inkomensstijging niet twee keer zo hoog is, terwijl de stijging van de uitgaven wel verdubbelt bij aanwezigheid van een partner. De partner heeft geen brutoloonstijging, maar krijgt wel te maken met de stijging van de pensioen - en VUT-premie. Wanneer de partner in de marktsector werkt -waar er wel sprake is van een loonstijgingis er nog steeds sprake van een koopkrachtdaling voor nagenoeg alle huishoudens, uitgezonderd in situatie 3 en 5. Deze daling is 0,4%- tot 0,6%-punt lager dan bij een partner werkzaam in het onderwijs. Paren zonder kinderen versus paren met kinderen Bij aanwezigheid van partner én kinderen geldt voor alle veertien de situaties dat men beter af is dan alleen met partner. De daling van de kinderbijslag met 2 euro per maand, wordt gecompenseerd door de stijging van de inkomensafhankelijke combinatiekorting met 22 euro per maand. Zonder kinderen heeft men geen recht op deze heffingskorting. De grootte van dit verschil varieert van 0,1 tot 0,2%-punt (voor situatie 1/4/8/9/13/14) tot 0,4 tot 0,5%-punt (situatie 5/6/7/10/12). Een verklaring voor de verschillen is het feit dat in de situatie zonder kinderen, de partner voltijd werkte in plaats van deeltijd. Bij de onderwijsfunctie in voorbeeld 1 en 14 had men met een voltijd werkende partner geen recht op zorgtoeslag; met een parttime werkende partner wel. Alleen de hoogte van de zorgtoeslag neemt af tussen 2011 en 2012, wat een negatief effect heeft op de koopkrachtmutatie. Het verkleint het positieve effect van de stijging Koopkrachtontwikkeling onderwijssector / 13

14 van de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Met een partner in de marksector is het voordeel van de inkomensafhankelijke combinatiekorting 1 euro per maand meer, omdat men in de marktsector met een loonsverhoging te maken krijgt. Hierdoor heeft de stijging van het inkomensafhankelijke gedeelte van de combinatiekorting een nog sterker effect. Voltijd en deeltijd partner versus beide partners werkzaam in deeltijd Als beide partners parttime (0,6 fte) werken (tabel 5) in plaats van degene met de onderwijsfunctie voltijd (tabel 4), resulteert dit in acht van de veertien situaties in een achteruitgang van de koopkrachtmutatie. Deze huishoudens zijn tussen de 0,2% -punt en 1%-punt slechter af. De belangrijkste reden is dat de meeste huishoudens recht krijgen op zorgtoeslag als beide partners parttime werken. Doordat de zorgtoeslag in 2012 afneemt ten opzichte van 2011, neemt de bestedingsruimte per maand af. Voor de onderwijsfuncties met de hoogste inkomens (voorbeelden 2/4/9/11/13) heeft het parttime werken juist een positief effect. Hoewel er in die situaties nog steeds sprake is van een koopkrachtdaling, is deze wel circa 0,8%-punt kleiner dan wanneer degene met de onderwijsfunctie voltijd werkt. Dit komt doordat zij, ook als ze part time werken, nog steeds geen recht hebben op zorgtoeslag en dus ook geen last hebben van de afname van de zorgtoeslag. Tegelijkertijd valt door het lagere inkomen het nadeel van de verandering in de berekening van de inkomensafhankelijke premie voor de zorgverzekering weg. Zo valt voor een docent in de beroeps- en volwasseneducatie (voorbeeld 11) dit jaar de ZWV-premie 819 euro hoger uit dan in 2011 als hij voltijd werkt. Werkt dezelfde persoon 0,6 fte, dan is de totale ZVW-premie 12 euro lager dan in Dit heeft een groot effect op de koopkracht. Situatie waarin onderwijsfunctie in deeltijd werkt en partner in marktsector voltijd Als de partner voltijd in de marktsector werkt en de persoon in het onderwijs deeltijd werkt (0,6 fte) (tabel 6), hebben twaalf van de veertien voorbeelden met een koopkrachtdaling te maken. De periodieke verhoging in situatie 3, 5, 7, 12 en 14 leidt alleen in situatie 3 en 5 nog tot een toename van de koopkracht voor De koopkrachtdaling is bij deze huishoudsituatie kleiner dan in de situatie waarin de persoon uit het onderwijs deeltijd werkt en de partner uit de marktsector ook deeltijd (tabel 5, laatste 2 kolommen). Het positieve effect is tussen de 0,1% en 0,5%-punt. Het effect is minder eenduidig wanneer tabel 6 met de situatie wordt vergeleken waarin de persoon uit het onderwijs voltijd werkt en de partner uit de marktsector in deeltijd (tabel 4, laatste 2 kolommen). Voor de hoogste inkomens (onderwijsfunctie 2/4/9 /11/13) is het gunstiger wanneer degene met de onderwijsfunctie in deeltijd werkt in plaats van voltijd, vanwege het effect van de veranderingen in de inkomensafhankelijke zorgkosten. De hoogte van het inkomen van de partner ( euro in 2011) ligt namelijk lager dan het inkomen van degene uit het onderwijs). Voor de overige Koopkrachtontwikkeling onderwijssector / 14

15 onderwijsfuncties schommelt het effect tussen de 0,2%-punt negatief en 0,2%-punt positief. In situatie 3 en 5 is het effect 0,6%-punt. Dat komt doordat het effect van de bruto inkomensstijging bij de twee onderwijsfuncties nu kleiner wordt. Beknopte uitwerking voorbeelden Per huishoudtype (alleenstaand/paar zonder kinderen/paar met kinderen) staan hieronder minimaal twee voorbeelden uitgewerkt. Bij elke titel van de uitwerking staat om welk van de veertien voorbeelden het gaat (zie tabel 1 voor meer details over de voorbeelden). In de tabellen staan de veranderingen in inkomsten en uitgaven genoemd. Dit is een bedrag per maand, waarbij het gaat om de verandering in 2012 ten opzichte van De stijging van de overige uitgaven is een vermenigvuldiging van het besteedbaar inkomen met het inflatiepercentage (het consumentenprijsindexcijfer). Er wordt dus vanuit gegaan dat het volledige inkomen, na aftrek van de kosten van de ziektekostenverzekering, potentieel kan worden uitgegeven. Hier is ook de pakketverkleining van de basisverzekering in meegenomen. Bij de paren (met en zonder kinderen) zijn de inkomensgegevens individueel weergegeven. Het besteedbaar inkomen en de uitgaven zijn op huishoudniveau aangegeven. Door afronding kan er een klein verschil ontstaan wanneer de bedragen bij elkaar worden opgeteld. Bij de eerste uitwerking (de alleenstaande leraar in primair onderwijs) is te zien dat het bruto inkomen met 0 euro per maand er op vooruit gaat. Het totale nettoloon daalt met 9 euro, als gevolg van stijging van de pensioenpremies en de te betalen belastingen. Daarnaast stijgen de uitgaven van 61 euro per maand. Daardoor neemt de koopkracht in totaal met 70 euro per maand af. Als percentage van het besteedbaar inkomen uit 2011 betekent dit een koopkrachtdaling van 2,9%. Bij uitwerking 8 is te zien dat het inkomen stijgt, doordat hij één periodiek toeneemt. Van de 109 euro die hij per maand bruto extra krijgt, houdt hij netto 67 euro over. Het inkomen van de partner stijgt met de verwachte loonstijging in de marktsector; dit is 47 euro netto per maand. In totaal neemt het besteedbaar inkomen van dit huishouden met 93 euro per maand toe. Zij kunnen de stijging van de uitgaven (met 88 euro) net opvangen, waardoor ze er in euro per maand er op vooruit gaan. Koopkrachtontwikkeling onderwijssector / 15

16 Uitwerking 1: Alleenstaande, leraar, PO, schaal LA/16 (nr.2; tabel 2) Verandering per maand INKOMEN Verandering bruto loon + 0 Verandering pensioenpremies + 4 Te betalen belasting + 5 Verandering netto loon - 9 Zorgtoeslag - Huurtoeslag - Verandering besteedbaar inkomen - 9 UITGAVEN Verandering ziektekostenpremies + 7 Eigen risico ziektekostenverzekering + 2 Verandering overige uitgaven (inflatie) + 52 Verandering uitgaven + 61 VERANDERING KOOPKRACHT - 70 (-2,9%) Uitwerking 2: Alleenstaande leraar y, PO, schaal LA6/7 (nr.3; tabel 2) Verandering per maand INKOMEN Verandering bruto loon Verandering pensioenpremies + 15 Te betalen belasting + 40 Verandering netto loon + 83 Zorgtoeslag - 6 Huurtoeslag - Verandering besteedbaar inkomen + 77 UITGAVEN Stijging ziektekostenpremies + 7 Eigen risico ziektekostenverzekering + 2 Stijging overige uitgaven (inflatie) + 41 Verandering uitgaven + 50 VERANDERING KOOPKRACHT + 26 (+1,4%) Koopkrachtontwikkeling onderwijssector / 16

17 Uitwerking 3: Paar zonder kinderen conciërge, PO, schaal 3/9 (partner in onderwijs) (nr.1 ; tabel 3) Verandering per maand INKOMEN Verandering bruto loon Verandering pensioenpremies Te betalen belasting Verandering netto loon Zorgtoeslag - Huurtoeslag - Verandering besteedbaar inkomen + 25 UITGAVEN Verandering ziektekostenpremies + 13 Eigen risico ziektekostenverzekering + 5 Verandering overige uitgaven (inflatie) + 74 Verandering uitgaven + 92 VERANDERING KOOPKRACHT - 66 (-1,9%) Uitwerking 4: Paar zonder kinderen conciërge, PO, schaal 3/9 (partner in marktsector) (nr.1; tabel 3) Verandering per maand INKOMEN Verandering bruto loon Verandering pensioenpremies Te betalen belasting Verandering netto loon Zorgtoeslag - Huurtoeslag - Verandering besteedbaar inkomen + 47 UITGAVEN Verandering ziektekostenpremies + 13 Eigen risico ziektekostenverzekering + 5 Verandering overige uitgaven (inflatie) + 75 Verandering uitgaven + 93 VERANDERING KOOPKRACHT - 46 (-1,3%) Koopkrachtontwikkeling onderwijssector / 17

18 Uitwerking 5: Paar met 2 kinderen leraar p, VO, schaal LB6/7 (partner in onderwijssector)(nr.7; tabel 4) Verandering per maand INKOMEN Verandering bruto loon Verandering pensioenpremies Te betalen belasting Verandering netto loon Zorgtoeslag - Huurtoeslag - Kinderbijslag - 5 Kindgebonden budget - Verandering besteedbaar inkomen + 78 UITGAVEN Verandering ziektekostenpremies + 13 Eigen risico ziektekostenverzekering + 5 Verandering overige uitgaven (inflatie) + 77 Verandering uitgaven + 95 VERANDERING KOOPKRACHT - 17 (-0,5%) Uitwerking 6: Paar met 2 kinderen, leraar, VO, schaal LC15 (partner in onderwijssector) (nr.8; tabel 4) Verandering per maand INKOMEN Verandering bruto loon Verandering pensioenpremies Te betalen belasting Verandering netto loon Zorgtoeslag - Huurtoeslag - Kinderbijslag - 5 Kindgebonden budget - Verandering besteedbaar inkomen - 6 UITGAVEN Verandering ziektekostenpremies + 13 Eigen risico ziektekostenverzekering + 5 Verandering overige uitgaven (inflatie) + 98 Verandering uitgaven VERANDERING KOOPKRACHT (-2,7%) Koopkrachtontwikkeling onderwijssector / 18

19 Uitwerking 7: Paar met 2 kinderen, docent, BVE, schaal LB12 (partner in marktsector) (nr.11; tabel 5) Verandering per maand INKOMEN Verandering bruto loon Verandering pensioenpremies Te betalen belasting Verandering netto loon Zorgtoeslag - 11 Huurtoeslag - Kinderbijslag - 5 Kindgebonden budget - Verandering besteedbaar inkomen + 45 UITGAVEN Verandering ziektekostenpremies + 13 Eigen risico ziektekostenverzekering + 5 Verandering overige uitgaven (inflatie) + 72 Verandering uitgaven + 90 VERANDERING KOOPKRACHT - 45 (-1,3%) Uitwerking 8: Paar met 2 kinderen, docent x, BVE, schaal LC6/7 (partner in marktsector) (nr.12; tabel 5) Verandering per maand INKOMEN Verandering bruto loon Verandering pensioenpremies Te betalen belasting Verandering netto loon Zorgtoeslag - 16 Huurtoeslag - Kinderbijslag - 5 Kindgebonden budget - Verandering besteedbaar inkomen + 93 UITGAVEN Verandering ziektekostenpremies + 13 Eigen risico ziektekostenverzekering + 5 Verandering overige uitgaven (inflatie) + 70 Verandering uitgaven + 88 VERANDERING KOOPKRACHT + 5 (+0,2%) Koopkrachtontwikkeling onderwijssector / 19

20 Uitwerking 9: Paar met 2 kinderen, toa, VO, schaal 7/12 (partner in marktsector) (nr.6; tabel 6) Verandering per maand INKOMEN Verandering bruto loon Verandering pensioenpremies Te betalen belasting Verandering netto loon Zorgtoeslag - Huurtoeslag - Kinderbijslag - 5 Kindgebonden budget - Verandering besteedbaar inkomen + 62 UITGAVEN Verandering ziektekostenpremies + 13 Eigen risico ziektekostenverzekering + 5 Verandering overige uitgaven (inflatie) + 76 Verandering uitgaven + 94 VERANDERING KOOPKRACHT - 32 (-0,9%) Uitwerking 10: Paar met 2 kinderen, docent HBO, 12max (partner in marktsector) (nr.13; tabel 6) Verandering per maand INKOMEN Verandering bruto loon Verandering pensioenpremies Te betalen belasting Verandering netto loon Zorgtoeslag - Huurtoeslag - Kinderbijslag - 5 Kindgebonden budget - Verandering besteedbaar inkomen + 52 UITGAVEN Verandering ziektekostenpremies + 13 Eigen risico ziektekostenverzekering + 5 Verandering overige uitgaven (inflatie) + 94 Verandering uitgaven VERANDERING KOOPKRACHT - 60 (-1,4%) Koopkrachtontwikkeling onderwijssector / 20

21 Overzicht koopkrachtontwikkeling in 2011 en 2012 Om een compleet overzicht te krijgen van de koopkrachtontwikkeling in 2011 en die van 2012, zijn hier alle berekeningen naast elkaar gezet. Voor 2011 is de verwachte koopkrachtontwikkeling zichtbaar, zoals berekend in het rapport van maart Daarnaast zijn de aangepaste berekeningen getoond, waarbij de veranderingen in de prijsstijging en de pensioenpremie zijn meegenomen (zie paragraaf terugblik op 2011 ). In de laatste kolom zijn de koopkrachtontwikkelingen voor 2012, zoals in tabel 2 t/m 6 van dit rapport zijn weergegeven, nogmaals gepresenteerd. Onder meer omdat we in 2011 en 2012 zijn uitgegaan van hetzelfde inkomen voor de partners van de personen werkzaam in de onderwijssector, is het niet mogelijk om de koopkrachtontwikkeling van 2011 op te tellen bij die van 2012 om zo de koopkrachtontwikkeling over 2 jaar vast te stellen. Bovendien gaat het om statische koopkrachtberekeningen (zie p.3). De aannames die zijn gemaakt, bijvoorbeeld over de leeftijd van de kinderen, zijn voor elk jaar hetzelfde. De kinderen blijven dus even oud, en daarmee ook bijvoorbeeld de leeftijdscategorie van kinderbijslag waar van uit wordt gegaan. Alleenstaande; voltijd werkzaam. oorspronkelijke berekeningen 2011 uiteindelijke situatie 2011 berekeningen 2012 Alleenstaande conciërge, PO, schaal 3/9-0,9% -15-1,7% -28-2,0% -33 Alleenstaande leraar, PO, schaal LA/16-1,6% -39-2,5% -60-2,9% -70 Alleenstaande leraar y, PO, schaal LA5/6 0,6% 11-0,3% -5 1,4% 26 Alleenstaande leraar, PO, schaal LB/16-1,7% -43-2,6% -66-3,2% -84 Alleenstaande leraar z, PO, schaal LB5/6 0,7% 13-0,2% -4 1,8% 37 Alleenstaande toa, VO, schaal 7/12-1,6% -32-2,5% -50-2,0% -40 Alleenstaande leraar p, VO, schaal LB5/6 0,6% 13-0,2% -5 0,0% 1 Alleenstaande leraar, VO, schaal LC/15-1,4% -42-2,3% -69-3,4% -104 Alleenstaande leraar, VO, schaal LD15-1,4% -47-2,3% -77-3,3% -111 Alleenstaande instructeur/roosterplanner, BVE, schaal 7/13-1,6% -31-2,5% -48-1,1% -23 Alleenstaande docent, BVE, schaal LB12-1,7% -46-2,6% -69-3,3% -88 Alleenstaande docent x, BVE, schaal LC5/6 1,6% 38 0,7% 16 0,5% 12 Alleenstaande docent, HBO, 12max -3,3% -111 Alleenstaande medewerker psa, HBO, 6midden 0,0% 1 Paar; beiden voltijd werkzaam, partner in onderwijs Paar zonder kinderen conciërge, PO, schaal 3/9-1,5% -51-2,3% -80-1,9% -66 Paar zonder kinderen leraar, PO, schaal LA/16-1,6% -67-2,5% ,5% -105 Paar zonder kinderen leraar y, PO, schaal LA5/6-0,6% -23-1,5% -54-0,1% -3 Paar zonder kinderen leraar, PO, schaal LB/16-1,6% -71-2,5% ,7% -119 Paar zonder kinderen leraar z, PO, schaal LB5/6-0,4% -15-1,3% -48 0,0% 2 Paar zonder kinderen toa, VO, schaal 7/12-1,6% -60-2,4% -93-2,0% -75 Koopkrachtontwikkeling onderwijssector / 21

22 Paar zonder kinderen leraar p, VO, schaal LB5/6-0,4% -15-1,3% -48-0,9% -34 Paar zonder kinderen leraar, VO, schaal LC/15-1,5% -70-2,3% ,9% -139 Paar zonder kinderen leraar, VO, schaal LD15-1,5% -75-2,3% ,8% -146 Paar zonder kinderen instructeur/roosterplanner, BVE, schaal 7/13-1,6% -60-2,4% -93-1,5% -57 Paar zonder kinderen docent, BVE, schaal LB12-1,6% -74-2,5% ,8% -123 Paar zonder kinderen docent x, BVE, schaal LC5/6 0,2% 10-0,6% -27-0,5% -23 Paar zonder kinderen docent, HBO, 12max -2,8% -146 Paar zonder kinderen medewerker psa, HBO, 6midden -0,8% -28 Paar; beiden voltijd werkzaam, partner in marktsector Paar zonder kinderen conciërge, PO, schaal 3/9-0,9% -32-1,7% -60-1,3% -46 Paar zonder kinderen leraar, PO, schaal LA/16-1,1% -47-1,9% -83-2,0% -85 Paar zonder kinderen leraar y, PO, schaal LA5/6-0,1% -3-0,9% -34 0,5% 17 Paar zonder kinderen leraar, PO, schaal LB/16-1,2% -52-2,0% -90-2,2% -99 Paar zonder kinderen leraar z, PO, schaal LB5/6 0,1% 4-0,7% -28 0,6% 22 Paar zonder kinderen toa, VO, schaal 7/12-1,1% -41-1,9% -73-1,4% -55 Paar zonder kinderen leraar p, VO, schaal LB5/6 0,1% 5-0,7% -28-0,4% -14 Paar zonder kinderen leraar, VO, schaal LC/15-1,0% -50-1,9% -92-2,4% -119 Paar zonder kinderen leraar, VO, schaal LD15-1,1% -55-1,9% ,4% -126 Paar zonder kinderen instructeur/roosterplanner, BVE, schaal 7/13-1,0% -40-1,9% -72-1,0% -37 Paar zonder kinderen docent, BVE, schaal LB12-1,2% -54-2,0% -93-2,3% -103 Paar zonder kinderen docent x, BVE, schaal LC5/6 0,7% 29-0,2% -7-0,1% -3 Paar zonder kinderen docent, HBO, 12max -2,4% -126 Paar zonder kinderen medewerker psa, HBO, 6midden -0,2% -8 Paar met kinderen; persoon in onderwijs voltijd, partner in deeltijd. Partner in onderwijs Paar met 2 kinderen conciërge, PO, schaal 3/9-1,1% -34-1,9% -60-1,7% -55 Paar met 2 kinderen leraar, PO, schaal LA/16-1,8% -71-2,7% ,2% -87 Paar met 2 kinderen leraar y, PO, schaal LA5/6-0,8% -26-1,6% -55 0,4% 14 Paar met 2 kinderen leraar, PO, schaal LB/16-1,8% -75-2,7% ,5% -102 Paar met 2 kinderen leraar z, PO, schaal LB5/6-0,5% -19-1,4% -49 0,5% 19 Paar met 2 kinderen toa, VO, schaal 7/12-1,8% -64-2,7% -94-1,6% -57 Paar met 2 kinderen leraar p, VO, schaal LB5/6-0,5% -19-1,4% -49-0,5% -17 Paar met 2 kinderen leraar, VO, schaal LC/15-1,6% -74-2,5% ,7% -122 Paar met 2 kinderen leraar, VO, schaal LD15-1,6% -79-2,5% ,7% -128 Paar met 2 kinderen instructeur/roosterplanner, BVE, schaal 7/13-1,8% -64-2,7% -94-1,1% -40 Paar met 2 kinderen docent, BVE, schaal LB12-1,9% -77-2,7% ,5% -106 Paar met 2 kinderen docent x, BVE, schaal LC5/6 0,1% 6-0,7% -29-0,1% -5 Koopkrachtontwikkeling onderwijssector / 22

23 Paar met 2 kinderen docent, HBO, 12max -2,7% -129 Paar met 2 kinderen medewerker psa, HBO, 6midden -0,7% -24 Paar met kinderen; persoon in onderwijs voltijd, partner in deeltijd. Partner in marktsector. Paar met 2 kinderen conciërge, PO, schaal 3/9-0,5% -15-1,3% -41-1,3% -41 Paar met 2 kinderen leraar, PO, schaal LA/16-1,2% -46-2,0% -80-1,8% -70 Paar met 2 kinderen leraar y, PO, schaal LA5/6-0,1% -2-0,9% -30 0,9% 32 Paar met 2 kinderen leraar, PO, schaal LB/16-1,2% -51-2,1% -86-2,0% -85 Paar met 2 kinderen leraar z, PO, schaal LB5/6 0,2% 6-0,7% -24 1,0% 36 Paar met 2 kinderen toa, VO, schaal 7/12-1,1% -40-1,9% -69-1,1% -40 Paar met 2 kinderen leraar p, VO, schaal LB5/6 0,2% 6-0,7% -24 0,0% -0 Paar met 2 kinderen leraar, VO, schaal LC/15-1,1% -49-1,9% -88-2,3% -105 Paar met 2 kinderen leraar, VO, schaal LD15-1,1% -54-2,0% -96-2,3% -111 Paar met 2 kinderen instructeur/roosterplanner, BVE, schaal 7/13-1,1% -39-1,9% -69-0,6% -23 Paar met 2 kinderen docent, BVE, schaal LB12-1,3% -53-2,1% -89-2,1% -89 Paar met 2 kinderen docent x, BVE, schaal LC5/6 0,8% 30-0,1% -3 0,3% 12 Paar met 2 kinderen docent, HBO, 12max -2,3% -112 Paar met 2 kinderen medewerker psa, HBO, 6midden -0,3% -9 Paar met kinderen; beiden in deeltijd. Partner in onderwijs. Paar met 2 kinderen conciërge, PO, schaal 3/9-1,2% -32-2,0% -55-1,9% -52 Paar met 2 kinderen leraar, PO, schaal LA/16-1,0% -33-1,9% -59-1,7% -55 Paar met 2 kinderen leraar y, PO, schaal LA5/6-0,2% -6-1,1% -31-0,6% -19 Paar met 2 kinderen leraar, PO, schaal LB/16-1,3% -41-2,1% -69-1,8% -60 Paar met 2 kinderen leraar z, PO, schaal LB5/6-0,1% -4-1,0% -28-0,5% -16 Paar met 2 kinderen toa, VO, schaal 7/12-0,8% -23-1,6% -48-1,7% -50 Paar met 2 kinderen leraar p, VO, schaal LB5/6-0,1% -4-1,0% -29-1,0% -31 Paar met 2 kinderen leraar, VO, schaal LC/15-1,8% -64-2,7% -95-1,6% -56 Paar met 2 kinderen leraar, VO, schaal LD15-1,8% -68-2,7% ,9% -72 Paar met 2 kinderen instructeur/roosterplanner, BVE, schaal 7/13-0,8% -23-1,6% -48-1,4% -43 Paar met 2 kinderen docent, BVE, schaal LB12-1,3% -42-2,1% -70-1,8% -60 Paar met 2 kinderen docent x, BVE, schaal LC5/6 0,0% 1-0,8% -26-0,3% -10 Paar met 2 kinderen docent, HBO, 12max -1,9% -72 Paar met 2 kinderen medewerker psa, HBO, 6midden -0,9% -26 Paar met kinderen; beiden in deeltijd. Partner in marktsector. Paar met 2 kinderen conciërge, PO, schaal 3/9-0,4% -11-1,2% -33-1,4% -38 Paar met 2 kinderen leraar, PO, schaal LA/16-0,5% -15-1,3% -42-1,3% -41 Koopkrachtontwikkeling onderwijssector / 23

24 Paar met 2 kinderen leraar y, PO, schaal LA5/6 0,5% 15-0,3% -9-0,2% -5 Paar met 2 kinderen leraar, PO, schaal LB/16-0,5% -18-1,4% -45-1,4% -45 Paar met 2 kinderen leraar z, PO, schaal LB5/6 0,6% 17-0,2% -7-0,1% -2 Paar met 2 kinderen toa, VO, schaal 7/12-0,1% -2-0,9% -26-1,2% -37 Paar met 2 kinderen leraar p, VO, schaal LB5/6 0,6% 17-0,2% -7-0,6% -17 Paar met 2 kinderen leraar, VO, schaal LC/15-1,1% -40-2,0% -70-1,1% -39 Paar met 2 kinderen leraar, VO, schaal LD15-1,2% -44-2,0% -75-1,5% -55 Paar met 2 kinderen instructeur/roosterplanner, BVE, schaal 7/13-0,1% -2-0,9% -26-1,0% -29 Paar met 2 kinderen docent, BVE, schaal LB12-0,7% -22-1,5% -50-1,3% -45 Paar met 2 kinderen docent x, BVE, schaal LC5/6 0,8% 24-0,1% -2 0,2% 5 Paar met 2 kinderen docent, HBO, 12max -1,5% -55 Paar met 2 kinderen medewerker psa, HBO, 6midden -0,4% -12 Paar met kinderen; persoon in onderwijs parttime werkzaam; partner voltijd in marktsector werkzaam. Paar met kinderen conciërge, PO, schaal 3/9-0,8% -24-1,6% -51-1,4% -45 Paar met kinderen leraar, PO, schaal LA/16-0,9% -36-1,8% -67-1,0% -37 Paar met kinderen leraar y, PO, schaal LA5/6-0,2% -6-1,0% -34 0,3% 9 Paar met kinderen leraar, PO, schaal LB/16-1,0% -38-1,8% -71-1,0% -39 Paar met kinderen leraar z, PO, schaal LB5/6-0,1% -3-0,9% -31 0,4% 14 Paar met kinderen toa, VO, schaal 7/12-0,9% -30-1,7% -59-0,9% -32 Paar met kinderen leraar p, VO, schaal LB5/6-0,1% -3-0,9% -32-0,2% -6 Paar met kinderen leraar, VO, schaal LC/15-1,1% -45-1,9% -80-1,1% -44 Paar met kinderen leraar, VO, schaal LD15-1,1% -48-2,0% -85-1,4% -59 Paar met kinderen instructeur/roosterplanner, BVE, schaal 7/13-0,9% -30-1,7% -59-0,6% -22 Paar met kinderen docent, BVE, schaal LB12-1,0% -39-1,8% -72-1,0% -38 Paar met kinderen docent x, BVE, schaal LC5/6 0,3% 12-0,5% -19 0,4% 17 Paar met kinderen docent, HBO, 12max -1,4% - 60 Paar met kinderen medewerker psa, HBO, 6midden -0,5% - 16 Koopkrachtontwikkeling onderwijssector / 24

Koopkracht van 65-plussers

Koopkracht van 65-plussers Koopkracht van 65-plussers 2009-2010 Berekeningen Prinsjesdag 2009 In opdracht van de ouderenbonden UnieKBO en PCOB Nibud, september 2009 Koopkracht van 65-plussers 2009-2010 Berekeningen Prinsjesdag 2009

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers

Koopkracht van 65-plussers Koopkracht van 65-plussers 2010-2011 Berekeningen Prinsjesdag 2010 In opdracht van de ouderenbonden Unie KBO, PCOB en NVOG Nibud, 6 oktober 2010 Koopkracht van 65-plussers 2010-2011 Berekeningen Prinsjesdag

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen voor huishoudens met extra zorgkosten naar aanleiding van de Miljoenennota 2012

Koopkrachtberekeningen voor huishoudens met extra zorgkosten naar aanleiding van de Miljoenennota 2012 Koopkrachtberekeningen voor huishoudens met extra zorgkosten naar aanleiding van de Miljoenennota 2012 Nibud, 16 september 2011 Koopkrachtberekeningen voor huishoudens met extra zorgkosten naar aanleiding

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers

Koopkracht van 65-plussers Koopkracht van 65-plussers 2011-2012 Berekeningen Prinsjesdag 2011 In opdracht van de ouderenbonden Unie KBO, PCOB en NVOG Nibud, september 2011 Koopkracht van 65-plussers 2011-2012 Berekeningen Prinsjesdag

Nadere informatie

Koopkracht in perspectief. In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008

Koopkracht in perspectief. In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008 Koopkracht in perspectief In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008 Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 2 Koopkracht in perspectief In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden,

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Nibud, februari 2009 In opdracht van de NVOG Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Nibud, februari 2009 In opdracht van de

Nadere informatie

Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014. Nibud, september 2013

Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014. Nibud, september 2013 Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014 Nibud, september 2013 Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014 Nibud, september 2013 In opdracht

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen

Koopkrachtberekeningen Koopkrachtberekeningen 2018-2019 Uitgewerkte voorbeelden Januari 2019 Het Nibud heeft de koopkrachteffecten voor 100 verschillende voorbeeldhuishoudens berekend. Hier staan van acht Overzicht % verandering

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2017

Koopkrachtberekeningen Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2017 Koopkrachtberekeningen 2017-2018 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2017 Het Nibud heeft de koopkrachteffecten voor 100 verschillende voorbeeldhuishoudens berekend op basis van de plannen die op Prinsjesdag

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 In opdracht

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015. Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014

Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015. Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015 Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015 Prinsjesdag 2014 Nibud,

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen Uitgewerkte voorbeelden januari 2017

Koopkrachtberekeningen Uitgewerkte voorbeelden januari 2017 Koopkrachtberekeningen 2016-2017 Uitgewerkte voorbeelden januari 2017 Op Prinsjesdag 2016 heeft het Nibud de koopkrachteffecten voor 100 verschillende huishoudens berekend. In januari 2017 zijn ze opnieuw

Nadere informatie

Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking 2015-2016. Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015

Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking 2015-2016. Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking 2015-2016 Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking 2015-2016 Prinsjesdag 2015 Nibud, september

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017

Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017 Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017 Berekeningen op basis van Regeerakkoord van het kabinet Rutte-II Nibud, 2012 Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017 Berekeningen op

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017

Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017 Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017 Berekeningen op basis van Regeerakkoord van het kabinet Rutte-II Nibud, 2012 Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017 Berekeningen op

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016

Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Berekeningen Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Berekeningen Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 In opdracht

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen

Koopkrachtberekeningen Koopkrachtberekeningen 2017-2018 Uitgewerkte voorbeelden januari 2018 Het Nibud heeft de koopkrachteffecten voor 100 verschillende voorbeeldhuishoudens berekend. Hier staan van negen van deze huishoudens

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2014 In opdracht

Nadere informatie

Koopkracht van ouderen 2013-2014. Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2013

Koopkracht van ouderen 2013-2014. Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2013 Koopkracht van ouderen 2013-2014 Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2013 Koopkracht van ouderen 2013-2014 Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2013 In opdracht van de CSO, koepel

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen voor 2016 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2015

Koopkrachtberekeningen voor 2016 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2015 Koopkrachtberekeningen voor 2016 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2015 Op Prinsjesdag 2015 berekent het Nibud de koopkrachteffecten voor 100 verschillende huishoudens. Hier staan van 5 van deze huishoudens

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen voor 2016 Uitgewerkte voorbeelden januari 2016

Koopkrachtberekeningen voor 2016 Uitgewerkte voorbeelden januari 2016 Koopkrachtberekeningen voor 2016 Uitgewerkte voorbeelden januari 2016 Op Prinsjesdag 2015 heeft het Nibud de koopkrachteffecten voor 100 verschillende huishoudens berekend. In januari 2016 zijn ze opnieuw

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen voor 2014 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2013

Koopkrachtberekeningen voor 2014 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2013 Koopkrachtberekeningen voor 2014 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2013 Op Prinsjesdag 2013 berekent het Nibud de koopkrachteffecten voor 100 verschillende huishoudens. Hier staan van 5 van deze huishoudens

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 33 682 Evaluatie Wet uniformering loonbegrip Nr. 15 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers 2012-2013

Koopkracht van 65-plussers 2012-2013 Koopkracht van 65-plussers 2012-2013 Berekeningen Prinsjesdag 2012 In opdracht van de ouderenbonden Unie KBO, PCOB en NVOG Nibud, september 2012 Koopkracht van 65-plussers in 2013 / 1 Koopkracht van 65-plussers

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2016

Koopkrachtberekeningen Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2016 Koopkrachtberekeningen 2016-2017 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2016 Op Prinsjesdag 2016 berekent het Nibud de koopkrachteffecten voor 100 verschillende huishoudens. Hier staan van 6 van deze huishoudens

Nadere informatie

Uitgewerkte voorbeelden koopkracht 2012-2013. Prinsjesdag 2012

Uitgewerkte voorbeelden koopkracht 2012-2013. Prinsjesdag 2012 Uitgewerkte voorbeelden koopkracht 2012-2013 Prinsjesdag 2012 Koopkrachtontwikkelingen 2012-2013 Voorbeeldberekeningen Prinsjesdag 2012 2012-2013 koopkrachtontwikkeling (bedragen netto per maand) Alle

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen voor 2015 Uitgewerkte voorbeelden januari 2015

Koopkrachtberekeningen voor 2015 Uitgewerkte voorbeelden januari 2015 Koopkrachtberekeningen voor 2015 Uitgewerkte voorbeelden januari 2015 In januari 2015 berekent het Nibud de koopkrachteffecten voor 100 verschillende huishoudens. Hier staan van 5 van deze huishoudens

Nadere informatie

Koopkrachteffecten en de nieuwe compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten. Nibud, juni 2008

Koopkrachteffecten en de nieuwe compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten. Nibud, juni 2008 Koopkrachteffecten en de nieuwe compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten Nibud, juni 2008 Koopkrachteffecten en de nieuwe compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten Nibud, juni

Nadere informatie

Koopkrachtontwikkeling van werkenden en. gepensioneerden Jasja Bos, Marjan Verberk

Koopkrachtontwikkeling van werkenden en. gepensioneerden Jasja Bos, Marjan Verberk Koopkrachtontwikkeling van werkenden en gepensioneerden 2010-2019 Jasja Bos, Marjan Verberk 24 oktober 2018 Koopkrachtontwikkeling van werkenden en gepensioneerden 2010-2019 Auteurs Jasja Bos Marjan Verberk

Nadere informatie

1 Kamerstukken II, , 33682, nr. 11. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA

1 Kamerstukken II, , 33682, nr. 11. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip Opdrachtgever SZW Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip Opdrachtnemer CPB / D. van Vuuren, M. Gielen Onderzoek Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip Categorie Wets- en beleidsevaluatie Conclusie

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van ouderen

Koopkrachtverandering van ouderen Koopkrachtverandering van ouderen 2016-2017 Berekeningen Prinsjesdag 2016 Nibud, september 2016 Koopkrachtverandering van ouderen 2016-2017 Berekeningen Prinsjesdag 2016 Nibud, september 2016 In opdracht

Nadere informatie

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip CPB Notitie 1 juni 13 Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Financiën en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. CPB Notitie Aan: Ministerie

Nadere informatie

Koopkrachtontwikkelingen 2011-2012

Koopkrachtontwikkelingen 2011-2012 Koopkrachtontwikkelingen 2011-2012 Voorbeeldberekeningen januari 2012 Verandering in koopkracht tussen 2011 en 2012 (bedragen in euro s per maand) Koopkrachtontwikkeling voor 2012 procentueel (bedragen

Nadere informatie

Inkomenseffecten van het basisinkomen 2.0

Inkomenseffecten van het basisinkomen 2.0 Inkomenseffecten van het basisinkomen 2.0 Effect van de invoering van het basisinkomen op het inkomen van een aantal voorbeeldhuishoudens Jasja Bos, Marjan Verberk-De Kruik Inkomenseffecten van het basisinkomen

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen op basis van het regeerakkoord van het kabinet-rutte III. Nibud, 27 oktober 2017

Koopkrachtberekeningen op basis van het regeerakkoord van het kabinet-rutte III. Nibud, 27 oktober 2017 Koopkrachtberekeningen op basis van het regeerakkoord van het kabinet-rutte III Nibud, 27 oktober 2017 Koopkrachtberekeningen op basis van het regeerakkoord van het kabinet-rutte III / 2 Koopkrachtberekeningen

Nadere informatie

Koopkracht 2001-2010. Een onderzoek naar de koopkrachtontwikkeling van gepensioneerden en werkenden. Nibud 2010

Koopkracht 2001-2010. Een onderzoek naar de koopkrachtontwikkeling van gepensioneerden en werkenden. Nibud 2010 Koopkracht 2001-2010 Een onderzoek naar de koopkrachtontwikkeling van gepensioneerden en werkenden Nibud 2010 Koopkracht 2001-2010 Een onderzoek naar de koopkrachtontwikkeling van gepensioneerden en werkenden

Nadere informatie

Bijgestelde koopkrachtplaatjes van chronisch zieken en gehandicapten 2013-2014. Nibud, oktober 2013

Bijgestelde koopkrachtplaatjes van chronisch zieken en gehandicapten 2013-2014. Nibud, oktober 2013 Bijgestelde koopkrachtplaatjes van chronisch zieken en gehandicapten 2013-2014 Nibud, oktober 2013 Bijgestelde koopkrachtplaatjes van chronisch zieken en gehandicapten 2013-2014 Nibud, oktober 2013 In

Nadere informatie

Koopkrachtontwikkeling 2006: plussen en minnen

Koopkrachtontwikkeling 2006: plussen en minnen CPB Notitie Datum : 20 april 2006 Aan : FNV, CNV, MHP, NIBUD, SZW, VWS, BZK en FIN Koopkrachtontwikkeling 2006: plussen en minnen 1 Inleiding In het Voorjaarsoverleg is afgesproken dat de vakbonden, de

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017

Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017 Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens 2012-2017 Berekeningen op basis van het bijgestelde Regeerakkoord van het kabinet Rutte-II Nibud, 16 november 2012 Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens

Nadere informatie

De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden.

De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden. De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden. Algemeen. Het bruto inkomen, het besteedbaar inkomen en de koopkracht van het inkomen zijn verschillende dingen. Het besteedbaar inkomen is wat

Nadere informatie

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017)

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017) CPB Notitie Aan: Ministerie van Financien Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017) Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Koopkrachtontwikkelingen 2011-2012 Voorbeeldberekeningen Prinsjesdag 2011 Alle bedragen in euro s, gemiddeld per maand.

Koopkrachtontwikkelingen 2011-2012 Voorbeeldberekeningen Prinsjesdag 2011 Alle bedragen in euro s, gemiddeld per maand. Koopkrachtontwikkelingen 2011-2012 Voorbeeldberekeningen Prinsjesdag 2011 Alle bedragen in euro s, gemiddeld per maand. 2011-2012 koopkrachtontwikkeling (bedragen netto per maand) 1. Alleenstaande in bijstand

Nadere informatie

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017)

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017) CPB Notitie Aan: Ministerie van Financien Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017) Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508

Nadere informatie

De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden.

De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden. De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden. Algemeen. Het bruto inkomen, het besteedbaar inkomen en de koopkracht van het inkomen zijn verschillende dingen. Het besteedbaar inkomen is wat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 682 Evaluatie Wet uniformering loonbegrip Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Inkomenseffecten van het eindbod voor de politie-cao

Inkomenseffecten van het eindbod voor de politie-cao CPB Notitie Datum : 7 maart 2008 Aan : Ministerie van BZK / Directie Politie Inkomenseffecten van het eindbod voor de politie-cao 1 Inleiding Tijdens het spoeddebat in de Tweede Kamer over de politie-cao

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 34 302 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2016) T BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIEN Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 33 682 Evaluatie Wet uniformering loonbegrip Nr. 14 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Financiële gevolgen van het afschaffen van de buitengewone uitgavenregeling

Financiële gevolgen van het afschaffen van de buitengewone uitgavenregeling Financiële gevolgen van het afschaffen van de buitengewone uitgavenregeling Toelichting bij de uitkomsten van de rekenvoorbeelden I Toelichting bij de Buitengewone uitgaven Het bepalen van de aftrek buitengewone

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 140 Herziening Belastingstelsel Nr. 27 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Datum: 23 oktober 2015 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens

Datum: 23 oktober 2015 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens CPB Notitie Aan: Teun van Dijck (PVV), Elbert Dijkgraaf (SGP), Henk Krol (50Plus), Tunahan Kuzu (groep Kuzu/Öztürk), Arnold Merkies ( SP), Pieter Omtzigt (CDA), Esther Ouwehand (Partij voor de Dieren),

Nadere informatie

Onderzoek Armoedeval 2016 Zeist

Onderzoek Armoedeval 2016 Zeist Onderzoek Armoedeval 2016 Zeist 2 Onderzoek Armoedeval 2016 Zeist Sociaal Raadslieden Zeist Bergweg 1 3701 JJ Zeist T 030-6923857 M sora.zeist@planet.nl I www.sociaalraadsliedenzeist.nl 3 4 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 juli 2015

Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 juli 2015 Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 juli 2015 Op basis van cijfers rondom de cao kinderopvang en cijfers van het Centraal Planbureau (CPB), volgt in dit document een overzicht van kostenontwikkelingen

Nadere informatie

special MILJOENENNOTA 2014 uitgaven 267,0 miljard inkomsten 249,1 miljard De miljoenennota en uw portemonnee.

special MILJOENENNOTA 2014 uitgaven 267,0 miljard inkomsten 249,1 miljard De miljoenennota en uw portemonnee. MILJOENENNOTA 2014 special De miljoenennota en uw portemonnee. inkomsten 249,1 miljard uitgaven 267,0 miljard Het kabinet heeft op Prinsjesdag bekend gemaakt hoe de begroting, met daarin het bezuinigingspakket

Nadere informatie

Koopkrachtpakket PvdA. Doorrekening van de koopkrachteffecten van een pakket aan maatregelen. Marjan Verberk, Jasja Bos. Koopkrachtpakket PvdA 3

Koopkrachtpakket PvdA. Doorrekening van de koopkrachteffecten van een pakket aan maatregelen. Marjan Verberk, Jasja Bos. Koopkrachtpakket PvdA 3 Koopkrachtpakket PvdA Doorrekening van de koopkrachteffecten van een pakket aan maatregelen Marjan Verberk, Jasja Bos Koopkrachtpakket PvdA 3 Koopkrachtpakket PvdA Doorrekening van de koopkrachteffecten

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden.

De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden. De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden. Algemeen. De koopkracht van ons pensioen is sinds het uitbreken van de crisis in 2008 sterk gedaald. Ouderen met alleen een AOW-uitkering zagen

Nadere informatie

Inkomenseffecten Participatiewet en kostendelersnorm WWB. Nibud, 2013

Inkomenseffecten Participatiewet en kostendelersnorm WWB. Nibud, 2013 Inkomenseffecten Participatiewet en kostendelersnorm WWB Nibud, 2013 Inhoud 1 INLEIDING... 3 2 INKOMENSEFFECTEN... 4 2.1 Alleenstaande Wajonger... 4 2.2 Wajonger met een partner... 6 2.3 Wajonger bij ouders...

Nadere informatie

Wat heeft een bijstandsmoeder nu echt?

Wat heeft een bijstandsmoeder nu echt? Wat heeft een bijstandsmoeder nu echt? Bijstandsmoeder heeft ongeveer 1.750 netto per maand Voltijds werken levert altijd meer op; maar kosten kinderopvang drukken opbrengst arbeid Individuele verschillen

Nadere informatie

Memo beperken inkomenseffecten

Memo beperken inkomenseffecten Memo beperken inkomenseffecten Aanleiding De ongerustheid in de samenleving over de effecten van de nieuwe zorgpremie op het koopkrachtbeeld, de arbeidsmarkt en de werking van het zorgstelsel. Kernpunten

Nadere informatie

CPB Notitie. 1 Inleiding. Aan: Ewout Irrgang (SP) Datum: 4 november 2011 Betreft: SP alternatief voor de premiestelling ZVW

CPB Notitie. 1 Inleiding. Aan: Ewout Irrgang (SP) Datum: 4 november 2011 Betreft: SP alternatief voor de premiestelling ZVW CPB Notitie Aan: Ewout Irrgang (SP) Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070) 3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon Paul Besseling Daniel van Vuuren Datum: 4 november 2011

Nadere informatie

INKOMENSEFFECTEN VAN DE ZORGVERZEKERINGSWET EN DE WET OP DE ZORGTOESLAG

INKOMENSEFFECTEN VAN DE ZORGVERZEKERINGSWET EN DE WET OP DE ZORGTOESLAG BIJLAGE INKOMENSEFFECTEN VAN DE ZORGVERZEKERINGSWET EN DE WET OP DE ZORGTOESLAG 1. Inleiding Deze bijlage geeft een nadere beschrijving van de en van de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet op de (Wzt) en

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers

Koopkracht van 65-plussers Koopkracht van 65-plussers 2008-2010 In opdracht van de ouderenbonden UnieKBO, PCOB en NVOG Nibud, mei 2010 Koopkracht van 65-plussers 2008-2010 In opdracht van de ouderenbonden UnieKBO, PCOB en NVOG Nibud,

Nadere informatie

BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015

BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015 BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015 Inkomens Effect Rapportage gemeente Noordwijk 2015 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens

Nadere informatie

BIJLAGE 2: Bruto-nettotrajecten

BIJLAGE 2: Bruto-nettotrajecten BIJLAGE 2: Bruto-nettotrajecten Aan de heer Groot is toegezegd om informatie te verstrekken over verschillen tussen het brutonettotraject van ondernemers en werknemers. 1 Aannames Een vergelijking van

Nadere informatie

Bijlage: Vaststelling eigen bijdrage en besteedbaar inkomen voor een aantal categorieën.

Bijlage: Vaststelling eigen bijdrage en besteedbaar inkomen voor een aantal categorieën. Bijlage: Vaststelling eigen bijdrage en besteedbaar inkomen voor een aantal categorieën. Beschrijving van de eigen bijdrage systematiek Deze bijlage geeft een beschrijving van de wijze waarop de eigen

Nadere informatie

SP alternatief voor de premiestelling ZVW Op verzoek van de SP

SP alternatief voor de premiestelling ZVW Op verzoek van de SP CPB Notitie 4 november 2011 SP alternatief voor de premiestelling ZVW Op verzoek van de SP. CPB Notitie Aan: Ewout Irrgang (SP) Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)

Nadere informatie

Analyse economische effecten Begrotingsafspraken. Uitgevoerd op verzoek van het kabinet en de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Analyse economische effecten Begrotingsafspraken. Uitgevoerd op verzoek van het kabinet en de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal CPB Notitie 17 oktober 2013 Analyse economische effecten Begrotingsafspraken 2014 Uitgevoerd op verzoek van het kabinet en de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. CPB Notitie Aan: Voorzitter

Nadere informatie

Effecten van het Regeerakkoord voor de marginale druk Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Effecten van het Regeerakkoord voor de marginale druk Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CPB Notitie 10 december 2012 Effecten van het Regeerakkoord voor de marginale druk Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CPB Notitie Aan: SZW Centraal Planbureau

Nadere informatie

Inkomenseffecten van het afschaffen van de Wtcg, CER en de Regeling specifieke zorgkosten

Inkomenseffecten van het afschaffen van de Wtcg, CER en de Regeling specifieke zorgkosten Inkomenseffecten van het afschaffen van de Wtcg, CER en de Regeling specifieke zorgkosten Inkomenseffecten van het afschaffen van de Wtcg, CER en de Regeling specifieke zorgkosten Jasja Bos Marcel Warnaar

Nadere informatie

BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015

BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015 BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015 Inkomens Effect Rapportage gemeente Noordwijk 2015 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 september 2015

Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 september 2015 Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 september 2015 Dit document geeft u een geactualiseerd overzicht van kostenontwikkelingen in 2016, met de meest recente gegevens over de cao kinderopvang, de

Nadere informatie

Notitie draagkracht naar 120 %

Notitie draagkracht naar 120 % Notitie draagkracht naar 120 % 1. Aanleiding In het Algemeen Bestuur is verzocht om meer inzicht te geven in de consequenties van een eventuele verhoging van de inkomensgrens van minimaregelingen van 110%

Nadere informatie

Effecten van zorgmaatregelen uit het regeerakkoord

Effecten van zorgmaatregelen uit het regeerakkoord Effecten van zorgmaatregelen uit het regeerakkoord Een doorrekening van voorgenomen bezuinigingen op de bestedingsruimte van een aantal voorbeeldhuishoudens Effecten van zorgmaatregelen uit het regeerakkoord

Nadere informatie

betaald eigen risico zorgkosten

betaald eigen risico zorgkosten Bijlage toelichting inkomenseffecten Inkomenseffecten nader bekeken De inkomenseffecten van het pakket aan maatregelen om de stapeling van eigen bijdragen te verminderen, zijn in onderstaande tabellen

Nadere informatie

SALARISSPECIFICATIE Originele strook

SALARISSPECIFICATIE Originele strook Naam v/d Werkgever Adres Postcode en Woonplaats Loonheffingennummer: 0000000000 BLOK A. 1 SALARISSPECIFICATIE Originele strook Medewerker: 00000 Periode: Januari Datum van: 01-01-2013 Datum t/m: 31-01-2013

Nadere informatie

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HATTEM

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HATTEM INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HATTEM Inkomens Effect Rapportage gemeente Hattem Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens en werkenden met lage

Nadere informatie

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE OLST-WIJHE

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE OLST-WIJHE INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE OLST-WIJHE Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens en werkenden met lage inkomens in de gemeente Olst-Wijhe.

Nadere informatie

Het akkoord per sector op hoofdlijnen

Het akkoord per sector op hoofdlijnen Het akkoord per sector op hoofdlijnen ALGEMEEN Al het onderwijspersoneel (onderwijzend en ondersteunend) krijgt op de dag van de leraar in 2008 een bedrag van 200 euro indien men fulltime werkt, deeltijders

Nadere informatie

MEMO. Effecten voorstellen DHL eindbod 1 maart Inleiding

MEMO. Effecten voorstellen DHL eindbod 1 maart Inleiding MEMO Aan: FNV Van: Basis & Beleid, Frank Hendriks Proj.nr.: 17034 Betreft: Onderzoek DHL Eindbod Datum: 26 april 2017 Effecten voorstellen DHL eindbod 1 maart 2017 Inleiding OP 1 maart 2017 is door DHL

Nadere informatie

Stand van Zaken Koopkracht Maarten Maas Zeist, 23 november 2016

Stand van Zaken Koopkracht Maarten Maas Zeist, 23 november 2016 Stand van Zaken Koopkracht Maarten Maas Zeist, 23 november 2016 Miljoenennota en Belastingplan 2017 Ouderenkorting stijgt met 105 per jaar (Inkomen tot 36.000) Huurtoeslag stijgt met 10 à 15 per maand

Nadere informatie

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Werk en inkomen Wettelijk minimumloon en uitkeringsbedragen De bruto bedragen van het wettelijk minimumloon

Nadere informatie

SOCIALE VERZEKERINGEN PER 1 JULI 2012.

SOCIALE VERZEKERINGEN PER 1 JULI 2012. SOCIALE VERZEKERINGEN PER 1 JULI 2012. bron: Redactioneel/Rijksoverheid. door: Ton van Vugt. Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 juli 2012 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd

Nadere informatie

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012 Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 januari 2012 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan

Nadere informatie

Tabel 1 Statische Koopkrachtontwikkeling 2002 (in procenten)

Tabel 1 Statische Koopkrachtontwikkeling 2002 (in procenten) Bijlage 5 In het overleg over het begrotingsonderzoek SZW van 22 november 2001 heb ik toegezegd u voor de begrotingsbehandeling nadere informatie te doen toekomen met betrekking tot de inkomensmaatregelen

Nadere informatie

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE WAALWIJK 2014

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE WAALWIJK 2014 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE WAALWIJK 2014 Inkomens Effect Rapportage gemeente Waalwijk 2014 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens in de

Nadere informatie

Zorguitgaven van chronisch zieken en mensen met een beperking in 2011 en 2016 vergeleken. Nibud, september 2016

Zorguitgaven van chronisch zieken en mensen met een beperking in 2011 en 2016 vergeleken. Nibud, september 2016 Zorguitgaven van chronisch zieken en mensen met een beperking in 2011 en 2016 vergeleken Nibud, september 2016 Zorguitgaven van chronisch zieken en mensen met een beperking in 2011 en 2016 vergeleken Nibud,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 775 IX Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het

Nadere informatie

(Onder)benutting zorgtoeslag en huurtoeslag door senioren

(Onder)benutting zorgtoeslag en huurtoeslag door senioren (Onder)benutting zorgtoeslag en huurtoeslag door senioren (Onder)benutting zorgtoeslag en huurtoeslag door senioren - EINDRAPPORT - Auteur Jerzy Straatmeijer Amsterdam, 11 september 2018 Publicatienr.

Nadere informatie

Sociale Verzekeringen per 1 juli 2012

Sociale Verzekeringen per 1 juli 2012 Sociale Verzekeringen per 1 juli 2012 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 juli 2012 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan het wettelijk

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 10 december 2007 Onderwerp : technische toelichting bij brief armoedeval

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 10 december 2007 Onderwerp : technische toelichting bij brief armoedeval Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : december 07 Onderwerp : technische toelichting bij brief armoedeval 1. Inleiding Verschillende maatregelen die het kabinet de komende jaren wil doorvoeren,

Nadere informatie

6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon

6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart 2015 6,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Hoofdstuk 1 1.1 Bruto- en nettoloon Loonstrook/Salarisspecificatie -> krijg je elke

Nadere informatie

Maarten Maas, Voorzitter commissie Koopkracht, Inkomen en AOW

Maarten Maas, Voorzitter commissie Koopkracht, Inkomen en AOW Maarten Maas, Voorzitter commissie Koopkracht, Inkomen en AOW Bronbeek, 28 november 2018 Agenda Rapporten Regioplan Prinsjesdag 2017 en 2018 Aanpassingen Inkomstenbelasting Prinsjesdag 2018 (Miljoenennota

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Nibud onderzoek Bestedingen van ouderen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Nibud onderzoek Bestedingen van ouderen De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie