Voertuigconstructie. De bak; Fig. 8. blz. 92 e.v. HOOFDSTUK V.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voertuigconstructie. De bak; Fig. 8. blz. 92 e.v. HOOFDSTUK V."

Transcriptie

1 HOOFDSTUK V. Voertuigconstructie. 12. Het rijdende voertuig. Elk voertuig, dat dient voor het transport van menschen en goederen, bestaat uit een ruimte voor het bergen van de lading, de bak, en een constructie welke het rollen over den weg mogelijk maakt, het loopwerk. Bij spoorwegvoertuigen komt daar als zeer essentieel bestanddeel nog bij de inrichting welke dient voor het aaneenkoppelen der voertuigen tot treinen, het stoot- en trekwerk. De voornaamste onderdeden van een spoorwegvoertuig zijn dus: De bak; Het loopwerk, bestaande uit wielen, assen, veeren, enz.; De inrichting voor het koppelen, bestaande uit het trekwerk en de buffers of de automatische koppeling en eventueel overloopbrüggen en vouwbalgen. De spoorwegvoertuigen hebben alle gemeen, dat ze rijden op stalen wielen met flenzen, zie fig. 1. Een uitzondering hierop vormen eenige in Frankrijk in gebruik zijnde voertuigen, waarbij de wielen voorzien zijn van rubber banden en een stalen flens. Alle spoorwegvoertuigen zijn voorzien van veeren, noodig om een rustigen gang te waarborgen en om de stooten, welke ontstaan door het rijden over de spoorstaafverbindingen, op te vangen. Een voorbeeld van de constructie van een voertuig zien we in fig, 8. Elk paar wielen is vast verbonden aan een as. Het geheel heet een wielas (1). De uitstekende deelen van de as zijn zeer glad gepolijst. Dit zijn de ^ tappen (2) van de as. Op elk der tappen rust een draagmetaal (3). Dit is bevestigd in den draagpot (4). We komen hierop terug, zie blz. 41. Aan of op den draagpot zijn de Fig. 8. veeren (5) bevestigd. Op de veeren rust de bak van het voertuig. De bakken der voertuigen hebben een zeer uiteenloopenden vorm en constructie, al naar het doel waarvoor ze gebruikt worden. Zie voor reizigersmaterieel blz. 71 e.v. en voor goederenmaterieel blz. 92 e.v. 32

2 Een voertuigbak is meestal voorzien van 2 balken, welke in langsrichting van het voertuig loopen; de stelbalken (6). Op deze balken rust het gewicht van bak en lading en deze balken rusten op hun beurt weer op de veeren, zie fig. 8. Verder zijn aan de einden van het voertuig 2 dwarsbalken aangebracht; de bufferbalken. De naam zegt reeds, dat deze dienen voor bevestiging van de buffers. Het samenstel van balken: stelbalken, bufferbalken en alle daartusschen liggende balken, welke o.a. dienen voor het dragen van den vloer, noemen we het onderstel. De bak van het voertuig rust dus, gedragen door het onderstel, op de veeren. Daar de horizontale krachten, welke optreden door het rijden door bogen, door het remmen, door het rangeeren, enz. echter niet door de veeren opgenomen kunnen worden, zijn aan " ~ T i j! het onderstel bij eiken draagpot een paar pooten aangebracht, waartusschen deze geleid wordt. De geleiding is zoo gemaakt, dat de pot zich vrij verticaal kan bewegen (veeren), en ook horizontaal eenige beweging kan maken. Op deze horizontale beweging komen we nader terug. De pooten noemen we balanzen. Ze zijn onder den draagpot verbonden door balansverbindingsstukken, zie fig. Fig a. 13. Voertuigen op 2, 3, 4 en meer assen. 2-assige voertuigem Zijn van een voertuig de assen in horizontale richting onbeweeglijk aan het voertuig verbonden, dan kunnen de beide assen in den boog nooit loodrecht op de richting van het spoor staan, zie fig. 10. Fig. 10. Fig. 11. Fig. 12. Voor voertuigen met een kleinen asafstand (een kleinen radstand) is dit geen bezwaar. Bij groote radstanden geeft men de as een kleine bewegingsmogelijkheid ten opzichte van het voertuig, zie fig. 11. Elke draagpot kan zich daarbij eenigszins in langsrichting van het voertuig verplaatsen. De wielas is daardoor in staat den juisten stand ten opzichte van het spoor te zoeken. 33

3 Een dergelijke ascombinatie noemt men schuifassen. De aanwezigheid van schuifassen wordt op het voertuig aangekondigd door het teeken volgens fig. 12. b. 3-assige voertuigen: Bij deze voertuigen zijn de beide eindassen schuifassen. De middenas moet zich bovendien, om het loopen door bogen mogelijk te maken, in een richting loodrecht op het spoor kunnen verplaatsen, ten opzichte van den voertuigbak. Daartoe is tusschen de draagpotten en.de balanzen van deze as een extra groote speelruimte in alle richtingen aanwezig; Soms zijn de bijbehoorende wielen van dunne flenzen voorzien. Zeer kleine bogen kunnen door 3-assige voertuigen dikwijls niet doorloopen worden. c. 4-assige voertuigent Bij zeer lange voertuigen is ook met schuifassen het rijden door bogen in het algemeen niet mogelijk. Men vereenigt daarom 2 of meer assen tot een afzonderlijk wagentje een draaistel. Een voertuig heeft dan 2 draaistellen. De beide draaistellen zijn door een verticale spil zoodanig met het onderstel verbonden, dat ze voldoende kunnen draaien om het rijden door de scherpste bogen mogelijk te maken, zie fig. 13. Fig. 13. De draaistellen zijn bovendien nog door loshangende kettingen aan den bak verbonden. Deze kettingen dienen uitsluitend om bij ongevallen draaistellen en bak bij elkaar te houden. Bij 4-assige goederenwagens zijn vaak de draaistellen zoo geconstrueerd, dat ze geheel rond kunnen draaien onder het voertuig. Het voordeel hiervan is, dat deze lange voertuigen op een fabrieksterrein, waar loodrecht op elkaar liggende sporen door een kleine draaischijf 34

4 verbonden zijn, toch van het eene spoor via de draaischijf op het andere kunnen worden overgebracht, zie fig. 14. Hebben de voertuigen een reminstallatie, dan moet er aan gedacht worden, dat vóór H deze manoeuvre de remwerktrekstangen naar de draaistellen losgekoppeld worden. Deze zijn daartoe voorzien van een gemakkelijk losneembare verbinding. Fig. H. d. ó-assige voertuigen; Deze zijn meestal voorzien van 3- assige draaistellen, en wat betreft het rijden door bogen, gelijk aan 4-assige voertuigen op 2-assige draaistellen. Behalve bij locomotieven komen andere dan de hierboven genoemde combinaties van assen voor bij goederenmaterieel voor bijzondere transporten, zie blz. 107 en fig. 102 en bij motortreinstellen. Onder de gegevens der voertuigen, welke in de wagenparken vermeld zijn, komen eenige namen voor die we hier zullen toelichten, daar ze veelvuldig gebruikt worden, bij het bepalen van de baanbelasting, bij het beoordeelen van de belading en in verband met het rijden door bogen. We bedoelen den radstand en het overstek. De radstand van twee-assige voertuigen is de afstand hart op hart as in langsrichting van het spoor. Het overstek is de lengte van het gedeelte buiten de assen, zie fig. 15. Het overstek is niet steeds voor beide einden gelijk. Is het voertuig voorzien van een remhuis, dan is het overstek aan het remhuiseinde vaak grooter dan het andere. We onderscheiden het overstek van den bak alleen en dat inclusief de buffers. In het laatste geval wordt steeds bedoeld de maat bij niet ingedrukte buffers. Fig. 15. Voor drieassige voertuigen geldt hetzelfde als voor tweeassige. De radstand wordt gemeten over de eindassen, zie fig. 16. Het overstek is het gedeelte buiten de eindassen..overstek RAF1STAND nv =RSTFK j L -U-J- l AFSTAND 'JAND_H,fllL H.O.H. DRAAiSTEI. -lt> i J l OVFaSTgK Fig. 16. Fig

5 Bij vierassige- en zesassige voertuigen op draaistellen treedt in de plaats van den radstand de afstand -hart op hart draaistellen, ook wel genoemd afstand der spillen, zie fig. 17. Het is deze maat, welke zooals we later zullen zien, evenals de radstand bij 2- en 3-assige voertuigen, maatgevend is voor het bepalen van de breedte van een voertuig. Ook het overstek, dat steeds gemeten wordt van hart draaistel tot einde bak of voorkant niet ingedrukte buffers, is hierbij van belang. Verder onderscheiden we nog den radstand der draaistellen en den radstand over de eindassen. Deze laatste is van belang bij de beoordeeling of een voertuig op een draaischijf kan gedraaid worden. 14. Voertuigconstructie en baanbelasting. Elke spoorwegmaatschappij bezit 2-, 3- en 4-assige voertuigen en meestal een aantal voertuigen met meer dan 4 assen. De 2-, 3- en 4-assige voertuigen komen echter steeds overwegend voor. Nu rijst onwillekeurig de vraag: waarom bouwt men niet één type voertuig, n.l. of 2-, óf 3-, of 4-assige voertuigen? Hiervoor zijn verschillende oorzaken aan te wijzen. Door het aantal assen van een voertuig wordt het draagvermogen bepaald. Elke as kas een bepaalde belasting dragen. Niet omdat het draagvermogen van de as zelf aan grenzen gebonden is. Indien een as te zwak is voor een bepaalde belasting, dan maakt men deze eenvoudig wat dikker. De wielen geven echter een plaatselijke belasting van de baan. En het is de toe te laten baanbelasting, welke de grens bepaalt van den wieldruk, dus van de asbelasting. De maximum druk, welke de beide wielen van één as tezamen op de baan mogen uitoefenen, noemt men den toelaatbaren asdruk. Deze bedraagt voor alle spoorlijnen der N.S. thans 16 ton. Voor hoogere asdrukken overleg plegen. Voor enkele tramlijnen der N.S. is de maximum asdruk 13 ton, voor de andere 16 ton. Bij niet door de N.S. geëxploiteerde tramlijnen zijn deze cijfers over het algemeen wat lager. In de internationale voorschriften is de maximum asdruk voor alle lijnen der verschillende landen aangegeven. Opgemerkt wordt, dat bij locomotieven vaak hoogere asdrukken voorkomen. Uit het bovenstaande volgt, dat het maximum gewicht van voertuig + lading bedraagt: voor 2-assige voertuigen 32 ton Het aantal assen van een voertuig wordt dus in de eerste plaats bepaald door het benoodigde draagvermogen. Hiermede is nog geen antwoord gegeven op de vraag, waarom het 36

6 moderne reizigersmaterieel bijna uitsluitend bestaat uit 4-assige, en het goederenmaterieel uit 2-assige voertuigen. Voertuigen op 2 assen zijn goedkoop in aanschaffing en onderhoud. Er zijn geen draaistellen noodig. Verder weegt een vierassig voertuig van een bepaald draagvermogen meestal meer dan 2 tweeassige, welke samen hetzelfde draagvermogen hebben. Daarom is voor massa transport het tweeassige voertuig het goedkoopste. Voor goederenmaterieel is het dus het aangewezen type, materieel voor bijzondere doeleinden, als het vervoer van lange ladingen e.d. buiten beschouwing gelaten. Voertuigen op draaistellen hebben het voordeel, dat ze rustiger rijden, vooral bij hooge snelheden. In de eerste plaats slingeren ze minder door hun groote lengte. Verder wordt bij het rijden over de spoorstaafverbindingen de dansende beweging der assen slechts voor de helft op den voertuigbak overgebracht, zooals we zien uit fig. 18. Fig. 18. Om deze redenen bestaat het moderne reizigersmaterieel voornamelijk uit 4-assige of 6-assige en het goederenmaterieel hoofdzakelijk uit 2-assige voertuigen. We komen nog even terug op onze beschouwing betreffende het goederenmaterieel. Het twee-assige voertuig is voor het goederenmaterieel in Europa het normale type. In Amerika is veel vier-assig goederenmaterieel in gebruik. Dit principieele verschil dankt zijn ontstaan aan de typische Amerikaansche verhoudingen. Het land vormt, in tegenstelling met Europa, een groote eenheid. Het gevolg hiervan is, dat zeer groote hoeveelheden van bepaalde te verzenden goederen over enorme afstanden vervoerd moeten worden. En bij dit transport ontstaat vanzelf vraag naar treinen met groot laadvermogen. De treinen zijn in Amerika dan ook zeer lang. Goederentreinen van 150 vierassige wagens met een lengte van meer dan 2 km zijn geen zeldzaamheid, Bij dergelijke lange treinen hebben vierassige wagens het voordeel, dat één vierassige wagen korter is dan 2 tweeassige, welke samen hetzelfde laadvermogen hebben, m.a.w. met 4-assige wagens worden de treinen korter. In een rijk land als Amerika spelen daarbij de kosten van aanschaffing en onderhoud van het materieel een minder belangrijke rol. 37

7 De belasting van de spoorbaan wordt niet alleen bepaald door den asdruk. Zou men een voertuig bouwen met een zeer groot aantal assen vlak bij elkaar en op elke van deze assen den maximum asdruk toelaten, dan geeft dit voertuig een zeer ongunstige belasting van de baan en vooral van de bruggen. Men denke slechts aan de beproeving van bruggen, welke vaak plaats vindt door er eenige zware locomotieven achter elkaar over te laten rijden. Om te voorkomen dat de baanbelasting op deze wijze te groot zou worden, is er een tweede maatstaf ingevoerd: het tonmetergewicht, d.i. het gewicht van voertuig + lading, gedeeld door de lengte in meters, gemeten over de niet ingedrukte buffers. Het maximum tonmetergewicht bedraagt voor N.S. lijnen 3,6 t/m. Voor de lijnen van andere Spoorwegen is het weer, evenals de asdruk, vastgelegd in internationale voorschriften. Bovendien is internationaal voorgeschreven, dat een tonmetergewicht van meer dan 3,6 t/m op het voertuig moet zijn aangegeven. Voorbeeld: Een 3-assige marmerwagen heeft een eigengewicht van 10,3 ton. Het draagvermogen zou dus, alleen rekening houdend met den toelaatbaren asdruk, 48 10,3= 37,7 ton mogen bedragen. Vanwege de kleine lengte en in verband met de constructie van den wagen is het draagvermogen vastgesteld op 30 ton. Daar de lengte over de buffers 7,22 m bedraagt, is het tonmetergewicht der voertuigen in beladen toestand: 10, _, = 5'6 t/m' Dit is dus meer dan 3,6 en. staat daarom op den wagen geschilderd. Wordt een dergelijke wagen met 30 ton beladen, dan moet dus speciaal worden nagegaan of het vervoer over het gewenschte baanvak, inclusief de daarin eventueel voorkomende bruggen, kan plaats vinden. Het vervoer van een enkelen wagen met een te groot tonmetergewicht in een trein tusschen andere voertuigen, is over het algemeen niet bezwaarlijk voor baan en bruggen. De locomotieven hebben ook een tonmetergewicht van meer dan 3,6 t/m. De algemeene regel voor transporten met te groot tonmetergewicht, is, dat deze door de administratieve instanties worden aangevraagd aan de hiervoor aangewezen technische instantie. Voor eenvoudige gevallen wordt hiervan dispensatie verleend, wanneer het transport voldoet aan de bepaalde voorwaarden, welke per dienstorder worden bekend gemaakt. Zoo mag bijvoorbeeld voor wagens op draaistellen, met een afstand tusschen de op elkaar volgende assen van een draaistel van 1,5 m of meer en een kleinsten afstand van de binnenassen der beide draaistellen van 4 m, de asbelasting hoogstens bedragen 13 ton voor wagens op 2-assige draaistellen 11,, 3-10, ,5 6-38

8 Voor andere asafstanden gelden weer andere asbelastingen. Voorts is nog voorgeschreven, dat in bepaalde gevallen een schutwagen geplaatst moet worden. Het tonmetergewicht van beladen wagen + schutwagen moet dan binnen zekere grenzen blijven. Goederenwagens voorzien van het teeken "TTÖnn IV mogen een heuvel, met een kleinere straal dan 300 m, niet berijden, terwijl goederenwagens voorzien van het teeken * lp" in het geheel niet heuvelen mogen. In verband hiermede wordt gewezen op de technische hulpmiddelen voor het heuvelbedrijf. Het voornaamste hulpmiddel bij het rangeeren is de rangeer- Fig. 18a. heuvel. Om te zorgen, dat, als een richtingsspoor vol loopt, de laatste wagens niet op de vorige botsen, moeten de wagens geremd kunnen worden, hetgeen met remschoenen kan geschieden, die op de sporen gelegd worden. Deze RU5T5TAND. REMSTAND. \. 18b. remschoenen (zie fig. 18a) veroorzaken eenzijdige ongunstige belastingen op de balansen en wielassen. 39

9 Bij moderne rangeerheuvels worden op afstand bediende reminrichtingen gebruikt met minder kans op beschadigingen, b.v. de railremmen, waarbij de wielen tusschen rembalken geknepen en aldus afgeremd worden (zie fig. 18b). 15. Breedtevermindering. De afmetingen van het spoorwegmaterieel, de breedte en de hoogte, zijn aan grenzen gebonden, zooals we reeds terloops opmerkten. De maximum breedte bedraagt volgens het Nederlandsche omgrenzingsprofiel 3150 mm, volgens het Transietprofiel eveneens. Om het rijden door bogen mogelijk te maken, moeten echter plaatselijk versmallingen worden aangebracht, zooals fig. 19 duidelijk laat zien. De volle Fig. 19. breedte mag alleen aanwezig zijn ter plaatse van de eindassen der voertuigen met vaste- of schuif assen en ter plaatse van de spillen (hart draaistellen) bij voertuigen op draaistellen. Naar het midden toe en naar de einden wordt de breedte kleiner. De theoretische vorm, die het voertuig zou krijgen indien het op elke plaats de grootste toegestane breedte zou hebben, is practisch niet te verwerkelijken. Men maakt de voertuigen geheel zoo breed als op de smalste plaats mogelijk is. De afschuiving aan de einden wordt wel uitgevoerd bij doorgangsrijtuigen, of in het algemeen gesproken, bij rijtuigen met eindbalkons. De golflijn vindt men soms terug in de treeplanken van coupe-rijtuigen. De breedte van een voertuig neemt af met toenemende lengte. Zoo heeft bijv. een voertuig op draaistellen met een afstand hart op hart draaistellen van 10 m, een breedte van 3,08 m. Bij een afstand hart op hart draaistellen van 18 m bedraagt de breedte slechts 2,80 m. Bij reïzigersmaterieel speelt dit een rol in verband met het aantal zitplaatsen dat naast elkaar kan worden aangebracht. Een te groote lengte kan daardoor weer onvoordeelig worden. De grootste lengte, welke bij N.S. materieel wordt toegepast, is thans ongeveer 18 m hart op hart draaistellen. Bij tramwegen is de beschikbare ruimte in bogen breeder gemaakt, zoodat hier geen extra breedteverminderingen noodig zijn. De portieren van het reizigersmaterieel blijven in naar buiten geopenden stand binnen het profiel van vrije ruimte. Een rijtuig heeft dus met epen portieren een breedte van hoogstens 4 m. 40

10 De aandachtige beschouwer zal wel eens opgemerkt hebben, dat doorgangsrijtuigen altijd breeder zijn dan coupe-rijtuigen. De oorzaak hiervan is de aanwezigheid van naar buiten openslaande portieren in het middelste gedeelte van het rijtuig bij laatstgenoemde. De smallere balconeinden der doorgangsrijtuigen, waarvan we zooeven spraken, bieden de gelegenheid, de portieren zoodanig aan te brengen, dat ze in geopenden stand binnen het profiel van vrije ruimte blijven. Bij het stroomlijnmaterieel, dat, om plaatsruimte te winnen, zoo breed mogelijk is gemaakt, zijn de portieren vervangen door schuifdeuren. In het buitenland worden ook portieren toegepast, die naar binnen draaien, o,a. in Hongarije, Frankrijk, enz. De eisch, dat de portieren in open stand binnen het profiel van vrije ruimte moeten blijven, is hierop gegrond, dat het den reizigers mogelijk moet zijn, om in geval van nood, op de vrije baan het rijtuig te verlaten. Zouden de portieren buiten het vrije-ruimte profiel uitsteken, dan zou het geheel openen bij stilstand toevallig onmogelijk kunnen zijn door de aanwezigheid van een seinpaal e.d. Daar de afstand hart op hart spoor bij dubbelsporige baanvakken vaak niet meer dan 3,6 m bedraagt, kunnen 2 rijtuigen, beide met een geheel geopend portier, elkaar niet altijd passeeren; bij een rijdenden trein behooren de deuren dus gesloten te zijn. Geheel anders is het bij het goederenmaterieel. De deuren van een goederenwagen steken in geopenden stand meestal buiten het profiel van vrije ruimte; deze behoeven echter op de vrije baan nooit geopend te worden. 16. Wielassen en draagpotten. Bij het overzicht van de constructie van een spoorwegvoertuig op blz. 32 merkten we reeds op, dat een paar wielen steeds vast verbonden is aan de bijbehoorende as. Dit samenstel, dat men wielas noemt, rolt dus als één geheel over de baan. De beide wielen van één as hebben dezelfde omwentelingssnelheid. Uitzonderingen op dezen regel behooren gerekend te worden tot het terrein van het experiment. Een wielas, zie fig. 20, bestaat uit verschillende onderdeelen, die stevig aan elkaar bevestigd moeten zijn. De bevestiging van de wielen op de as geschiedt door deze in kouden toestand met een groote kracht op de as te persen. Daartoe moet de as iets te dik zijn, opdat het oppersen niet te gemakkelijk gaat. Fig. 20. Het loopvlak van de wielen is aan slijtage onderhevig. Daarom worden de wielen veelal voorzien van losse wielbanden, die, na versleten te zijn, vernieuwd kunnen worden. De bevestiging van den wielband op het binnenwiel vindt op de vol- 41

11 gende wijze plaats: de wielband, waarvan de binnendiameter iets kleiner moet zijn dan de middellijn van het binnenwiel, wordt met een gasvlam verhit, waardoor deze uitzet. Men laat het binnenwiel er in zakken en na afkoeling zit de band vast. Men noemt deze bewerking omkrimpen". Tengevolge van het tikken van den wielband op de spoorstaafverbindingen kan de band wel eens losgaan. Zou deze van het wiel afschuiven, dan zou ontsporing het gevolg 'zijn. Daarom wordt een extra borging tegen afschuiven aangebracht, b.v. de spanring, welke tevens dient voor het bijeenhouden van een gescheurden band; wiel en wielband worden ook wel uit één stuk vervaardigd. Tengevolge van slijtage kan het voorkomen, dat de wielflens uitgehold wordt. De vorm wordt dan volgens fig. 21. Men noemt dit een scherp geloopen wiel. Het is niet zonder gevaar, daar een zeer scherp geloopen wiel tegen de spoorstaaf opklimt en dus ontsporings-gevaar oplevert. Bij de controle van de voertuigen gedurende de Fig. 21. dienstuitvoering moet het tractiepersoneel, voor wat betreft de wielassen, op de volgende punten letten: 1. Het losloopen van de wielbanden. Dit wordt gecontroleerd, door met een hamer op den wielband te tikken. Aan het geluid kan beoordeeld worden of de band goed vast is. 2. Het scherp loopen van de wielflenzen. 3. Het verschuiven van een wiel ten opzichte van de as. Losraken van een wiel komt practisch nooit voor. Verschuiven behoort ook tot de zeldzaamheden, maar komt af en toe wel eens voor. Voor het vinden van één dezer gebreken ontvangt het tractiepersoneel een premie. Meestal moet een voertuig, dat een dergelijk gebrek vertoont, uit den dienst genomen worden. Bevat het voertuig een aan bederf onderhevige lading, of heeft de belader een groot belang bij tijdige aflevering, dan zal het vervoerpersoneel er op aandringen, dit voertuig tot zijn bestemming te laten doorrijden. In een dergelijk geval moet het technisch personeel beslissen of zulks toelaatbaar is. Dit is een van de vele gevallen waarin alleen een goede samenwerking tusschen beide groepen van personeel tot de voor het bedrijf meest gunstige oplossing kan voeren. We merkten reeds op, dat tengevolge van de starre bevestiging der wielen aan de as beide wielen dezelfde omwentelingssnelheid hebben. Dit beteekent, dat in bogen theoretisch een der wielen moet slippen, daar het buitenwiel een grooteren weg moet afleggen. 42

12 Om hieraan tegemoet te komen, worden de wielen conisch gemaakt, zie fig. 22. De buitenwielband loopt daardoor in den boog op een grootere middellijn dan de binnenwielband en het geheel gedraagt zich als een kegel. Laat men een cilinder over een plat vlak rollen, dan beweegt deze zich rechtlijnig, een kegel daarentegen beschrijft een cirkelboog. Van deze eigenschap wordt hier gebruik gemaakt om het rijden door bogen te vergemakkelijken. Den laatsten tijd wordt, voor treinen met hooge snelheden, aan de wielen, geheel in afwijking van de theorie, soms een cilindrische of zeer flauw conische vorm gegeven. De resultaten hiervan zijn, wat betreft den rustigen gang van het materieel, WIELAS IN BOOG niet ongunstig te noemen. Fig. 22. De wielas, d.i. dus de as met 2 vast daarop bevestigde wielen, draait in 2 draagpotten, zie fig. 8. Op het dragende gedeelte van de as, de tap (2), rust, zooals we reeds opmerkten, het draagmetaal (3). Alleen boven op de tap ligt een metaal. Dit is dus ongeveer half cirkelvormig. De pot is afgesloten door een deksel. In den pot bevindt zich de smeerolie. Deze wordt op het metaal gebracht door een smeerkussen, dat de olie opzuigt, of door middel van een in olie gedrenkte stof, waarmede de pot geheel opgevuld is, bestaande uit katoen draden. Wol en andere materialen worden ook wel gebruikt. Het laatste, d.w.z. de gevulde pot, wordt tegenwoordig bij de N.S. bijna uitsluitend toegepast. De pot wordt van tijd tot tijd bijgevuld met smeerolie. De olie wordt op den duur verontreinigd. Daarom moet af en toe de vulling vernieuwd worden. De oude wordt dan, zooals zij er uit komt, dus verzadigd met vuile olie, in bussen opgezonden naar de Centrale Werkplaats. Daar wordt de olie in een speciale machine uit de vulling verwijderd, en deze langs chemischen weg gereinigd. De oude olie wordt eveneens gereinigd en na vermengd te zijn met een nieuwe olie, weer gebruikt. Een goede smering van den draagpot is een eerste vereische. Is de smering niet in orde, dan wordt de tap te heet. Het voertuig heeft dan een warmlooper". Een warmlooper is geen dubieus geval; er is maar één oplossing voor: Een voertuig, dat een warmlooper heeft, moet onmiddellijk uitgezet worden. Het moderne personenmaterieel is voorzien van rollageraspotten, zie fig. 23, terwijl deze ook toegepast worden bij goederenmaterieel, omdat bij goederenwagens voorzien van glijdlagers die veel in reizigerstreinen moeten 43

13 loopen, bij een normale belading gevaar van warmloopen bestaat. De Fransche Spoorwegen hebben daarom ook het voorschrift dat bij snelloopende wagens met glijdlagers de belading verminderd moet worden. De rollageraspotten worden gevuld met vet en gesloten. Ze mogen niet geopend worden. Rollageraspotten hebben het groote voordeel, dat het onderhoud, smeren, enz. geheel vervalt. In de Centrale Werkplaats worden de rollageraspotten bij revisie geopend, nagezien en opnieuw met vet gevuld. 17. De koppeling der voertuigen. We onderscheiden 2 soorten van koppeling tusschen de spoorwegvoertuigen: 1. Normaal stoot- en trekwerk, bestaande uit buffers en een schroef koppeling. 2. De automatische koppeling, ook wel genoemd centrale koppeling. 1. Normaal stoot- en trekwerk. Aan beide koppen van elk voertuig zijn aangebracht een trekhaak Fig. 23. met bijbehoorende schroefkoppeling en 2 buffers. We noemen normaal, wat op het vaste land van Europa voor het internationaal Spoorwegverkeer algemeen in gebruik is. De afmetingen van de schroefkoppeling, de afstand der buffers enz. zijn internationaal vastgesteld. De schroefkoppeling biedt verschillende mogelijkheden van koppelen. De lezer ga deze zelf na aan de hand van fig. 24. Men kan 2 voertuigen door middel van de schroefkoppeling enkel of dubbel koppelen. Als algemeene regel geldt, dat van treinen met doorgaande luchtdrukrem alle voertuigen, tot en met het laatste geremde voertuig, enkel gekoppeld worden. Van treinen, geremd met handremmen, zooals locomotortreinen, zijn de voertuigen dubbel gekoppeld. Indien achter aan een trein, welke met de luchtrem geremd wordt, achter het laatste met lucht geremde voertuig nog eenige ongeremde voertuigen vervoerd worden, moeten deze onderling en aan het laatste geremde voertuig dubbel gekoppeld worden. 44

14 Dubbel koppelen vindt ook plaats bij electrisch materieel. De trekkracht, welke noodig is om een trein in beweging te brengen en te houden, komt geheel op de schroefkoppeling van het voorste voertuig. Om te voorkomen, dat deze kracht het onderstel uit elkaar zou trekken, zijn de meeste voertuigen voorzien van een stang onder het voertuig, welke de beide trekhaken verbindt. fa. I. Draafriclt bij loswer Fig. 24. Tusschen deze stang en het onderstel is een veer aangebracht wegtrekken zonder rukken te kunnen doen plaats vinden. De geheele ting noemt men doorgaand trekwerk", zie fig. 25. Alle schroefkoppelingen met hun verbindingsstangen vormen dus als het ware een doorgaande scharnierende, niet veerende stang, doorloopende onder den ge~ heelen trein, waar elk voertuig afzonderlijk veerend aan verbonden is, zie fig. 26. Er zijn buitenlandsche Spoorwegmaatschappijen, welke het,,doorgaand trekwerk" principe niet huldigen, o.a. in Frankrijk en Engeland. De trekkrachten Fig- 25. worden hier door het onderstel opgenomen. De buffers zijn voorzien van zware veeren. ( 1 1 't] 1 j \ l J O LJ U C ) U O C) O 1 ' O t) Fig. 26. om het inrich- Gezien tegen den kop van het voertuig, heeft de linker buffer een bolvormige schijf, de rechter een platte. Hiermede wordt bereikt, dat steeds een 45

15 platte buffer van het eene voertuig met een bolle van het andere in aanraking is, hetwelk het instellen in de bogen vergemakkelijkt. Bij het rijden door bogen moet de eene buffer meer ingedrukt worden dan de andere. Om dit te bevorderen, worden de beide buffers bij lange voertuigen vaak verbonden door een balans, zie fig. 27. Het geheel heet dan een stel evenwichtsbuffers. Wordt de eene ingedrukt, dan komt de andere naar voren. De buffers dienen om de stooten bij het rangeeren en bij kleine botsingen op te vangen. Het effect van een buffer, voorzien van een veer, is, dat deze den stoot, zij het veerend, teruggeeft bij het uitveeren. Om aan dit bezwaar tegemoet te komen, worden de laatste tientallen van jaren de buffers veelal voorzien van z.g. wrijvingsveeren. Deze veeren hebben de gunstige eigenschap, dat ze een groot gedeelte van de botsingsenergie in wrijving omzetten en dus niet teruggeven. Speciaal het reizigersmaterieel wordt van dergelijke buffers voorzien. Het rukken en stooten bij het aanzetten en remmen van lange treinen wordt door deze buffers in belangrijke mate afgedempt. Bij het koppelen der voertuigen door middel van de schroefkoppeling kan men, door deze minder of meer in te draaien, zoodanig koppelen, dat de buffers loshangen, elkaar raken, of ingedrukt worden. Het laatste is alleen mogelijk, nadat de buffers der voertuigen door de locomotief, of op andere wijze, van te voren zijn ingedrukt. Voor reizigerstreinen is voorgeschreven, dat de voertuigen strak gekoppeld moeten worden, waarbij de buffers van elk der voertuigen 2 a 3 cm ingedrukt zijn. Dit bevordert een rustigen gang van het materieel. Door de wrijving der buffers worden de slingerbewegingen der voertuigen ten opzichte van elkaar verminderd. Loopt een rijtuig onrustig, dan begint men bij de opsporing van de oorzaak hiervan steeds te controleeren of het aan voor- en achtereinde wel goed gekoppeld is. Het achterste voertuig van een trein rijdt altijd het minst rustig en wel speciaal het achterste deel van dit voertuig, daar dit vrij kan slingeren. Bij goederentreinen spelen andere factoren een rol. Een rustige gang van deze treinen is niet in dezelfde mate belangrijk als van reizigerstreinen. Een zware goederentrein kan niet altijd even gemakkelijk in beweging gebracht worden. Men koppelt daarom deze treinen, in het bijzonder de lange goederentrein, eenigszins los. Lukt het dan niet, om den trein in eens van zijn plaats te trekken, dan drukt de locomotief door achteruit rijden, den trein in elkaar en brengt daarna, door vooruit rijden, de voertuigen stuk voor stuk in beweging. 46

16 Tot de koppeling der voertuigen behooren verder nog de volgende onderdeelen: De luchtleidingen voor de rem, zie fig. 37. De stoomleidingen voor de verwarming, zie fig. 58 en 59. Bij rijtuigen met electrische verwarming de koppelkabels hiervoor. Bij dieseltreinen en electrische treinen de noodige electrische leidingen en luchtleidingen voor de bediening van de machine-installaties. Bij locaaltreinmaterieel de overloopbruggen. Bij doorgangsmaterieel de overloopbruggen en vouwbalgen. Het vastmaken van de schroefkoppelingen en het verbinden der luchten stoomleiding geschiedt door niet technisch personeel de rangeerders. Alle overige werkzaamheden worden verricht door technisch personeel den wagenmeester voorzoover deze niet automatisch plaatsvinden, zie blz. 88. De rangeerkoppeling: Volledigheidshalve zij nog vermeld, dat de locomotoren, behalve van normaal stoot- en trekwerk, nog voorzien zijn van de op blz. 29 beschreven rangeerkoppeling. 2. De automatische koppeling. Bij het stroomlijnmaterieel der N.S. worden de treinstellen verbonden door een automatische koppeling. Voor een goed begrip van het geheel laten we de beschrijving van deze koppeling volgen op die van de rem en van het stroomlijnmaterieel zelf, zie blz. 88. De naam duidt reeds aan, dat het koppelen hierbij automatisch plaats vindt. De te koppelen voertuigen worden tegen elkaar gereden en de verbinding wordt, zonder eenig ingrijpen van een rangeerder, automatisch tot stand gebracht. Dit systeem heeft vele voordeelen. Behalve een niet te onderschatten tijdsbesparing bij het rangeeren, beteekent het een overbodig worden van arbeid, welke niet zonder gevaar is. De ongevallenstatistieken der spoorwegbedrijven spreken in dezen een duidelijke taal. Er is in den loop der jaren een groote strijd gevoerd over het al of niet invoeren van de automatische koppeling, ook wel genoemd centrale koppeling. Vele internationale conferenties zijn hierover belegd. Over deze geschiedenis zou een boek te schrijven zijn. De centrale koppeling is algemeen in gebruik, o.a. in Amerika en Japan. In Europa is er ook veel gesproken over mogelijkheid van invoering der centrale koppeling. Het voertuigpark der op spoorweggebied samenwerkende landen op het continent van Europa met normaal spoor, omvatte in 1938 ongeveer locomotieven rijtuigen wagens Totaal voertuigen. 47

17 Het vervangen van bijna 9 millioen buffers en 4J/2 millioen schroefkoppelingen door 4^ millioen automatische koppelingen, is geen kleinigheid. Wanneer men bedenkt, dat hierbij nog komt het aanbrengen van overgangskoppelingen, welke gedurende de periode van aanbrenging het koppelen van voertuigen met buffers aan voertuigen met centrale koppeling mogelijk maken, zal het duidelijk zijn welke moeilijkheden overwonnen zouden moeten worden, indien tot de invoering van de automatische koppeling zou worden overgegaan. 48

De spoorweg en het rollend materieel.

De spoorweg en het rollend materieel. HOOFDSTUK i. De spoorweg en het rollend materieel. 1. Het rijden over de spoorbaan. Het spoorwegbedrijf vormt een onderdeel van het groote verkeersapparaat, waarover de menschheid beschikt. Het verkeer,

Nadere informatie

De locomotor. II km/h; IV km/h. HOOFDSTUK IV.

De locomotor. II km/h; IV km/h. HOOFDSTUK IV. HOOFDSTUK IV. De locomotor. 9. De benaming. Een locomotor is een kleine, door een verbrandingsmotor voortbewogen locomotief, welke hoofdzakelijk voor rangeerdoeleinden gebruikt wordt en zoo noodig ook

Nadere informatie

HOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen).

HOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen). 42 Omschrijving der seinen en seinmiddelen. HOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen). Hoofdseinpalen. Een hoofdseinpaal bestaat uit een paal met een naar rechts uitstekenden draaibaren

Nadere informatie

No. 44 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH.INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN ^«BANDOENG

No. 44 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH.INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN ^«BANDOENG No. 44 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH.INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN r / Q,\ ^«BANDOENG TRACTIE. WEERSTANDEN. Het moderne verkeer, het verkeer in mechanische tractie, over den gewonen weg,

Nadere informatie

HOOFDSTUK VI Remmen, werkende met samengeperste lucht. De handrem.

HOOFDSTUK VI Remmen, werkende met samengeperste lucht. De handrem. HOOFDSTUK VI. Remmen. 1 8. Remmen, werkende met samengeperste lucht. De handrem. Een trein wordt tot stilstand gebracht door remblokken met een groote kracht tegen de wielen der voertuigen te drukken.

Nadere informatie

4.3.3 Etiket M4 of R2 "Remleiding buiten dienst"

4.3.3 Etiket M4 of R2 Remleiding buiten dienst Vergezellende bediende goederentreinen Leseenheid 4 Blz. 16 Vergezellende bediende goederentreinen Leseenheid 4 Blz. 17 Vergezellende bediende goederentreinen Leseenheid 4 Blz. 18 Vergezellende bediende

Nadere informatie

BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug. Bekijk de instructievideo op www.kruizinga.nl

BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug. Bekijk de instructievideo op www.kruizinga.nl BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug Bekijk de instructievideo op www.kruizinga.nl Lees mij eerst! 1Lees deze handleiding zorgvuldig voor de laadbrug te gebruiken. De handleiding omschrijft

Nadere informatie

Toolbox-meeting Rijden met aanhangwagens

Toolbox-meeting Rijden met aanhangwagens Toolbox-meeting Rijden met aanhangwagens Unica installatietechniek B.V. Schrevenweg 2 8024 HA Zwolle Tel. 038 4560456 Fax 038 4560404 Rijden met aanhangwagens Het gebruik van aanhangwagens in de bouw en

Nadere informatie

HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. Sein 5. Sein 5. Veilig.

HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. Sein 5. Sein 5. Veilig. 22 Omschrijving der seinen en seinmiddelen. Toepassingsvoorschriften. 23 HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. De beambte toont

Nadere informatie

Veel gestelde vragen bij examen E bij B

Veel gestelde vragen bij examen E bij B Veel gestelde vragen bij examen E bij B 0. Waar gaan we mee rijden 1. Hoe kan je laten zien dat we deze aanhangwagen met deze auto mogen trekken? 2. Hoe weet je dat de aanhangwagen geremd is? 3. Volgens

Nadere informatie

REMMING VAN DE TREINEN BASISPRINCIPES

REMMING VAN DE TREINEN BASISPRINCIPES REMMING VAN DE TREINEN BASISPRINCIPES Publicatiedatum: 04/02/2015 NMBS B-TR.2 Inhoud 1. Werkingsprincipes van de rem 3 Blz. 2. Werking van de automatische rem 6 3. Werking van de rechtstreekse rem 8 4.

Nadere informatie

Spoorwegveiligheid. Beremming en Remproeven

Spoorwegveiligheid. Beremming en Remproeven Spoorwegveiligheid Railned Spoorwegveiligheid Catharijnesingel 30 Postbus 2101 3500 GC Utrecht Tel. 030 235 5572 Email: safety@railned.nl RnV-RICHTLIJN M-007 Beremming en Remproeven Colofon Richtlijnbeheerder

Nadere informatie

HOOFDSTUK V. Seinen op treinen, rangeerdeelen en bijzondere voertuigen te geven.

HOOFDSTUK V. Seinen op treinen, rangeerdeelen en bijzondere voertuigen te geven. 110 Omschrijving der seinen en seinmiddelen. HOOFDSTUK V. Seinen op treinen, rangeerdeelen en bijzondere voertuigen te geven. Seinen op treinen. (Treinseinen). Bij treinen, waarvan het voorste en het achterste

Nadere informatie

versie: januari 2011

versie: januari 2011 Rijsnelheid Het zaairesultaat wordt niet alleen bepaald door de perfectie en afstelling van de machine, maar ook door de rijsnelheid. De gewenste rijsnelheid is bij buitenvullers ongeveer 5 km per uur,

Nadere informatie

ARAD 06. Bepalingen inzake gemeenschappelijke industriële risico's. Voorkomen van de risico's met wegvoertuigen 1. ALGEMEEN

ARAD 06. Bepalingen inzake gemeenschappelijke industriële risico's. Voorkomen van de risico's met wegvoertuigen 1. ALGEMEEN ARAD 06 Deel V Titel II Bepalingen inzake gemeenschappelijke industriële risico's Voorkomen van de risico's met wegvoertuigen Hoofdstuk II Wegvoertuigen in beweging 1. ALGEMEEN 935 1) De bestuurders moeten

Nadere informatie

Januari 2012-01-19 Verenigingsondersteuning/Belangenbehartiging

Januari 2012-01-19 Verenigingsondersteuning/Belangenbehartiging Koninklijk Nederlands Watersport Verbond Overkoepelende organisatie ten dienste van de watersport Januari 2012-01-19 Verenigingsondersteuning/Belangenbehartiging Watersporters en trailers Regelmatig komen

Nadere informatie

Bijlage F5 PVR (profiel van vrije ruimte) RandstadRail

Bijlage F5 PVR (profiel van vrije ruimte) RandstadRail Bijlage F5 PVR (profiel van vrije ruimte) RandstadRail 1. Algemeen Het profiel van vrije ruimte (PVR) is een optelsom van verschillende factoren die het ruimtebeslag bepalen, dat rijdend materieel nodig

Nadere informatie

De personen-, bagage- en postrijtuigen van de NFLS

De personen-, bagage- en postrijtuigen van de NFLS Bijlage 20 De personen-, bagage- en postrijtuigen van de NFLS Samenstelling: Hans Nahon en Oege Kleijne Tien rijtuigen tweede klasse Nrs. NFLS typeaanduiding NFLS nrs. HIJSM type HIJSM nrs. NS type NS

Nadere informatie

1. Waarom sturen? 1.1 Bereikbaarheid

1. Waarom sturen? 1.1 Bereikbaarheid 1. Waarom sturen? Er zijn verschillende redenen om te sturen, zoals de bereikbaarheid, de bandenslijtage en ook de slijtage aan het chassis en de as-ophanging. Dit heeft als gevolg dat de onderhoudskosten

Nadere informatie

AANWIJZINGEN VOOR DE CONSTRUCTIE EN HET GEBRUIK VAN VANGNETTEN 1963 blz.1

AANWIJZINGEN VOOR DE CONSTRUCTIE EN HET GEBRUIK VAN VANGNETTEN 1963 blz.1 blz.1 1. INLEIDING Naar de praktijk leert, gebeuren elk jaar, o.a. op bouwwerken, ernstige ongevallen doordat personen van een grote hoogte vallen. Artikel 127 van het "Veiligheidsbesluit voor fabrieken

Nadere informatie

Reizigersmaterieel. HOOFDSTUK VII.

Reizigersmaterieel. HOOFDSTUK VII. HOOFDSTUK VII. Reizigersmaterieel. 25. Rijtuigen. In het Algemeen Reglement voor den Dienst op de Spoorwegen in Nederland (A.R.D.) is voorgeschreven, dat de ruimte in de rijtuigen, bestemd voor het vervoer

Nadere informatie

ris> tt\\\\t\\\} Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie BEPROEVING LIPSIA LANDBOUWWAGEN-MESTSTROOIER . 3. BULLETIN No.

ris> tt\\\\t\\\} Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie BEPROEVING LIPSIA LANDBOUWWAGEN-MESTSTROOIER . 3. BULLETIN No. ris> BULLETIN No. 147 BEPROEVING LIPSIA LANDBOUWWAGEN-MESTSTROOIER tt\\\\t\\\} Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie Dr. S. L. Mansholtlaan 12, Wageningen k. 3. . DE LiPSIA LANDBOUWWAGEN-MESTSTROOIER

Nadere informatie

: LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 17 van de IJkverordening

: LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 17 van de IJkverordening Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 17 van de IJkverordening Citeertitel: Lengtematenbesluit Vindplaats : AB 1988 no. 26 Wijzigingen: Geen = 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

VN/ECE Reglement nr. 73 zijafscherming

VN/ECE Reglement nr. 73 zijafscherming VN/ECE Reglement nr. 73 zijafscherming VN/ECE Reglement nr. 73 zijafscherming 2.1 2.2 2.3 2.4 R 2,5 min 25 max 150 max 250 min 30 max Buitenzijde laadeenheid 1.3 1.2 3.1 3.2 5.2 Zijaanzicht 2.1 2.2 2.3

Nadere informatie

Eisen examenvoertuig categorieën C1, C1E, D1 en D1e

Eisen examenvoertuig categorieën C1, C1E, D1 en D1e categorieën C1, C1E, D1 en D1e > automaat Deze voertuigeisen zijn van toepassing op voertuigen die gebruikt worden voor C1, D1, C1E en D1E examens. De examenvoertuigen dienen te voldoen aan de

Nadere informatie

Eisen aan landbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid en daardoor voortbewogen aanhangwagen

Eisen aan landbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid en daardoor voortbewogen aanhangwagen Eisen aan landbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid en daardoor voortbewogen aanhangwagen AFMETINGEN EN GEWICHTEN Afmetingen van landbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid, aanhangwagens

Nadere informatie

HOGE TWEE-HANDELINRICHTING

HOGE TWEE-HANDELINRICHTING N.V. NEDERLANDSCHE SPOOR\MEGEN Seinwezen Onderwerp: MECH. BEVEILIGING (Buitenapparatuur ) Aflevering 6 Cursus voor opleiding tot Technisch Ambtenaar (Nadruk verboden) BEDIENINGSTOESTELLEN Aanvankeli;k

Nadere informatie

No S5 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN. No. 2

No S5 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN. No. 2 No S5 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN. No. 2 Nix - BANDOENG. i TRACTIE-WEERSTANDEN. No. 2. Ter aanvulling, en op een enkel punt verbetering van de over dit

Nadere informatie

Handleiding voor het bewerken van de BR151 assen.

Handleiding voor het bewerken van de BR151 assen. Handleiding voor het bewerken van de BR151 assen. Sommige klanten die het Märklin C-sporen gebruiken, hebben ontsporingen vermeld. Bij het meten van de interne afmeting van de wielassen, werden schommelingen

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Gaasbakken

Gebruiksaanwijzing Gaasbakken Gebruiksaanwijzing Gaasbakken Augustus 2013 001_NL Gebruiksvoorschrift F1 F2 F3 Er bestaan drie uitvoeringen gaasbakken. De 4983 heeft een verhoogde bodem. De 4980 en de 4984 hebben een verstevigde bodem

Nadere informatie

Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie

Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie BULLETIN No. 190 BEPROEVING PZ SNELHOOIER HARKKEERDERSCHUDDER Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie Dr. S.L. Mansholtlaan 12, Wageningen DE PZ SNELHOOIER HARKKEERDERSCHUDDER Fabrikant: Fa.

Nadere informatie

Aanhangwagens. Een uiteenzetting over het gebruik van aanhangwagens. Hierbij komen de volgende subonderwerpen

Aanhangwagens. Een uiteenzetting over het gebruik van aanhangwagens. Hierbij komen de volgende subonderwerpen Aanhangwagens Onderwerp Een uiteenzetting over het gebruik van aanhangwagens. Hierbij komen de volgende subonderwerpen aan de orde: Risico s bij het gebruik van aanhangwagens Wettelijke eisen gesteld aan

Nadere informatie

e l Hout B R I C O F I C H E

e l Hout B R I C O F I C H E 5043676 r u e Een d en s t a a l p t u o H E H I C F C O I B R Hout B R I C O F I C H E Inleiding Als u een deur zoekt, dan vindt u een ruim aanbod in de meest uiteenlopende en fijnste houtsoorten. De

Nadere informatie

SPOORWEGEi^ EXPLOITATII. ^._>4>4- BROCHU. 1 Koloniën. j. Cl, Spoorwegen. ^_.' 'i < ' -' PH. J. WA] L. K. lust.

SPOORWEGEi^ EXPLOITATII. ^._>4>4- BROCHU. 1 Koloniën. j. Cl, Spoorwegen. ^_.' 'i < ' -' PH. J. WA] L. K. lust. j I ^_.' 'i < ' -' EXPLOITATII VAN SPOORWEGEi^ DOOR PH. J. WA] L. K. lust. (Ovcrgedrukt uit de Notulen der Ver Instituut van ingenieurs van TE 'SGHAVENHAl BIJ GEBR. J. & IL VAN L I ^._>4>4- BROCHU. 1 Koloniën.

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij. Gedelegeerde Verordening van de Commissie

BIJLAGEN. bij. Gedelegeerde Verordening van de Commissie EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.2.2018 C(2018) 863 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij Gedelegeerde Verordening van de Commissie tot wijziging en rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/208 ter

Nadere informatie

BEVEILIGING VAN RUBBERWALSEN 1961 Blz. 1

BEVEILIGING VAN RUBBERWALSEN 1961 Blz. 1 Blz. 1 1. INLEIDING 1.1 Krachtens artikel 118 van het "Veiligheidsbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1938" moeten rubberwalsen zodanig zijn opgesteld en ingericht, dat het gevaar dat deze machines

Nadere informatie

Deel IV Bepalingen in verband met risico s van rijdende spoorvoertuigen. Titel IV Voorschriften toepasselijk tijdens rangeringen. Hoofdstuk I Algemeen

Deel IV Bepalingen in verband met risico s van rijdende spoorvoertuigen. Titel IV Voorschriften toepasselijk tijdens rangeringen. Hoofdstuk I Algemeen ARAD 06 Deel IV Bepalingen in verband met risico s van rijdende spoorvoertuigen Titel IV Voorschriften toepasselijk tijdens rangeringen Hoofdstuk I Algemeen 1. WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

ZEKEREN VAN MACHINES EN MATERIEEL

ZEKEREN VAN MACHINES EN MATERIEEL ZEKEREN VAN MACHINES EN MATERIEEL Het vastzetten van de machines en materieel is van groot belang voor veilig transport. Als de lading niet goed vast zit ontstaan gemakkelijk ongevallen door losschietende

Nadere informatie

Examen mechanica: oefeningen

Examen mechanica: oefeningen Examen mechanica: oefeningen 22 februari 2013 1 Behoudswetten 1. Een wielrenner met een massa van 80 kg (inclusief de fiets) kan een helling van 4.0 afbollen aan een constante snelheid van 6.0 km/u. Door

Nadere informatie

85 Nee 4 cilinder zonder turbo cilinder turbo. 110 Nee 6 cilinder zonder turbo cilinder turbo 8 cilinder zonder turbo

85 Nee 4 cilinder zonder turbo cilinder turbo. 110 Nee 6 cilinder zonder turbo cilinder turbo 8 cilinder zonder turbo Algemene bepalingen 1. Deelname aan de wedstrijd is geheel voor eigen risico. De Stichting Trekkertrek Nieuw Wehl kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan deelnemers, tractoren of derden.

Nadere informatie

Spoorwegveiligheid. RnV-NORMBLAD M-008. Voertuigen met Beperkingen

Spoorwegveiligheid. RnV-NORMBLAD M-008. Voertuigen met Beperkingen Spoorwegveiligheid Railned Spoorwegveiligheid St. Jacobsstraat 16 Postbus 1511 3500 BM Utrecht Tel. 030 2363131 Email: safety@railned.ns.nl RnV-NORMBLAD M-008 Voertuigen met Beperkingen Colofon Normbladbeheerder

Nadere informatie

Max. last op de koppeling. (Kipperknobbel): kg

Max. last op de koppeling. (Kipperknobbel): kg Max. last op de koppeling. (Kipperknobbel) 4.000 kg Maximum massa totaal Maximum asdruk (1) voor Maximum asdruk (2) achter 11.500 kg 5.400 kg 9.200 kg Maximum te trekken massa type aanhangwagen Ongeremd

Nadere informatie

BASISPRINCIPES VAN DE SEININRICHTING

BASISPRINCIPES VAN DE SEININRICHTING TREINBESTUURDER BASISPRINCIPES VAN DE SEININRICHTING Publicatiedatum: 04/02/2015 NMBS B-TR.2 Inhoud Blz. 1. Spoorwegen 3 2. Sporen 6 3. Lichtseinen 8 4. Snelheidssignalisatie 14 5. Allerhande seinen 16-2

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING NITCHI HANDTAKELS MODEL H50-A EN HE50A

GEBRUIKSAANWIJZING NITCHI HANDTAKELS MODEL H50-A EN HE50A GEBRUIKSAANWIJZING NITCHI HANDTAKELS MODEL H50-A EN HE50A GEBRUIKSAANWIJZING NITCHI HANDTAKELS, MODEL H-50A EN HE-50A. BELANGRIJK: Installeer, gebruik en onderhoud de takels op de juiste manier om persoonlijke

Nadere informatie

DEELNEMERSREGLEMENTEN

DEELNEMERSREGLEMENTEN DEELNEMERSREGLEMENTEN A. ALGEMEEN: 1. Het verrijden van de sleep geschiedt op eigen risico. 2. Met onmiddellijke uitsluiting wordt gestraft bij: A. Het niet opvolgen van aanwijzingen van de wedstrijdleiding

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING NITCHI HANDTAKELS MODEL H50-A EN HE50A

GEBRUIKSAANWIJZING NITCHI HANDTAKELS MODEL H50-A EN HE50A GEBRUIKSAANWIJZING NITCHI HANDTAKELS MODEL H50-A EN HE50A GEBRUIKSAANWIJZING NITCHI HANDTAKELS, MODEL H-50A EN HE-50A. BELANGRIJK: Installeer, gebruik en onderhoud de takels op de juiste manier om persoonlijke

Nadere informatie

Dierenvervoer.txt KLEINSCHALIG DIERVERVOER EN DE HOOFDREGELS. Inleiding

Dierenvervoer.txt KLEINSCHALIG DIERVERVOER EN DE HOOFDREGELS. Inleiding KLEINSCHALIG DIERVERVOER EN DE HOOFDREGELS. Inleiding Nederland kent een groot aanta1 liefhebbers van de paardensport. Daarbij wordt veelvuldig gebruik gemaakt voor het vervoer van hun paarden van een

Nadere informatie

Artikel 1 Toepassingsgebied

Artikel 1 Toepassingsgebied 154 Uniforme Regelen betreffende de verbindendverklaring van technische normen en de aanneming van uniforme technische voorschriften die van toepassing zijn op spoorwegmaterieel bestemd voor gebruik in

Nadere informatie

Trekeenheden. Algemene informatie over trekeenheden PGRT

Trekeenheden. Algemene informatie over trekeenheden PGRT Algemene informatie over trekeenheden Algemene informatie over trekeenheden Een trekeenheid is een collectieve term voor een of meer componenten waarmee het voertuig moet zijn uitgerust om een volgwagen

Nadere informatie

ALGEMEEN CERTIFICATEN

ALGEMEEN CERTIFICATEN SNEEUWPLOEG PT ALGEMEEN De ITM sneeuwploeg is een baanbrekend product, ontwikkeld in Italië, ze geven zeer goede resultaten, ook in moeilijke omstandigheden. Ze worden ingezet in straten, stegen, voet-

Nadere informatie

Toelatingseisen Railwerkvoertuigen Metro

Toelatingseisen Railwerkvoertuigen Metro Toelatingseisen Railwerkvoertuigen Metro Bij uitsluitend gebruik van railwerkvoertuigen op het spoor voor werkzaamheden aan de spoorweginfrastructuur Metro in beheer van RET Auteur : L.P. van der Tang

Nadere informatie

PUBLICATIE VAN DE. NEDERLANDSCH-INDISCHE WECxENVEREENIGING CENTRAAL PROEFSTATION EN STUDIE BUREAU OP WEGENGEBIED VOLKENBONDS - A ANBE VELIN GEN

PUBLICATIE VAN DE. NEDERLANDSCH-INDISCHE WECxENVEREENIGING CENTRAAL PROEFSTATION EN STUDIE BUREAU OP WEGENGEBIED VOLKENBONDS - A ANBE VELIN GEN No. 146 28-3-'36 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WECxENVEREENIGING CENTRAAL PROEFSTATION EN STUDIE BUREAU OP WEGENGEBIED VOLKENBONDS - A ANBE VELIN GEN OMTRENT DE BEBAKENING VOOR SPOORBAAN OVERWEGEN

Nadere informatie

Transport over land en te water laten van de boot

Transport over land en te water laten van de boot Transport over land en te water laten van de boot Hier lees je alles over het transporteren van boten over het land. Ook lees je hier alles over het te water laten en uit het water halen van je boot. Vervoer

Nadere informatie

Rekenmachine met grafische display voor functies

Rekenmachine met grafische display voor functies Te gebruiken rekenmachine Duur Rekenmachine met grafische display voor functies 100 minuten 1/5 Opgave 1. Een personenauto rijdt met een beginsnelheid v 0=30 m/s en komt terecht op een stuk weg waar olie

Nadere informatie

Deze omzendbrief is bestemd voor de overheden die over een brandweerkorps beschikken.

Deze omzendbrief is bestemd voor de overheden die over een brandweerkorps beschikken. MINISTERIËLE OMZENDBRIEF VAN 8 APRIL 2008 BETREFFENDE DE STANDAARDISERING VAN DE CONTAINERSLEDES DIE BESTEMD ZIJN VOOR DE OPENBARE BRANDWEER EN DE CIVIELE BESCHERMING. (B.S. 11.06.2008) Federale Overheidsdienst

Nadere informatie

HET ELECTRISCH SLOT VOOR WISSELSTROOM

HET ELECTRISCH SLOT VOOR WISSELSTROOM N.V. NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN Seinwezen Onderwerp: MECH. BEVEILIGING (Binnenapp. en schema's) Aflevering 2 Cursus voor opleiding tot Technisch Ambtenaar (Nadruk verboden) HET ELECTRISCH SLOT VOOR WISSELSTROOM

Nadere informatie

WIELEN EN BANDEN 11. Capri 11: Sektie 11-1. Januari 1974

WIELEN EN BANDEN 11. Capri 11: Sektie 11-1. Januari 1974 WIELEN EN BANDEN 11 Inhoud Blz. Algemene beschrijving 2 Onderhouds afstellingen en controles 3 Speciale gereedschappen-indentificatie 4 Onderhouds- en reparatiebewerkingen inhoud 5 Onderhouds- en reparatiebewerkingen

Nadere informatie

Mkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg

Mkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg Mkv Dynamica 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg 2 /3 g 5 /6 g 1 /6 g 1 /5 g 2 kg 2. Variant1: Een wagentje met massa m1

Nadere informatie

jaar: 1989 nummer: 25

jaar: 1989 nummer: 25 jaar: 1989 nummer: 25 Op een hoogte h 1 = 3 m heeft een verticaal vallend voorwerp, met een massa m = 0,200 kg, een snelheid v = 12 m/s. Dit voorwerp botst op een horizontale vloer en bereikt daarna een

Nadere informatie

Uitdeukset hydraulisch 4 ton Handleiding

Uitdeukset hydraulisch 4 ton Handleiding Uitdeukset hydraulisch 4 ton 9706155 Handleiding Gebruiksaanwijzing en onderdelenlijst Lees voor uw eigen veiligheid de instructies, voor gebruik, goed door. Nummer Omschrijving Aantal 1 Kunststof kist

Nadere informatie

Motoro liën en oliefilter vervangen 2.0

Motoro liën en oliefilter vervangen 2.0 Motoro liën en oliefilter vervangen 2.0 Motorolie: Interval: Oliefilter: Motorolie: 3.000 km. 25.465.00 2 liter 10W40 Versnellingsbak en cardanolie: Interval: 10.000 km Differentieel olie: 1 liter 80W90

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1. 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1. 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur 1 RONDDRAAIENDE MASSA 5pt Een massa zit aan een uiteinde van een touw. De massa ligt op een wrijvingloos oppervlak waar het

Nadere informatie

Thunderbird Storm. Thunderbird Storm. Inhoudsopgave

Thunderbird Storm. Thunderbird Storm. Inhoudsopgave Thunderbird Storm Thunderbird Storm Inhoudsopgave Inleiding.................................................................... Voorwoord Veiligheid voorop.................................................

Nadere informatie

1. Een scharnierend of uitneembaar gedeelte op die plaats waar noodzakelijk onderhoud moet worden gepleegd;

1. Een scharnierend of uitneembaar gedeelte op die plaats waar noodzakelijk onderhoud moet worden gepleegd; Belasting van Personenauto s en motorrijwielen. Inrichtingseisen bestelauto s 1 Belasting van Personenauto s en motorrijwielen. Inrichtingseisen bestelauto s Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling,

Nadere informatie

Eisen examenvoertuig categorieën CDE

Eisen examenvoertuig categorieën CDE Eisen examenvoertuig categorieën E eze voertuigeisen zijn van toepassing op voertuigen die gebruikt worden voor,, E en E examens. e examenvoertuigen dienen te voldoen aan de meest actuele wettelijke eisen

Nadere informatie

De Bonwall Articulator.

De Bonwall Articulator. De Bonwall Articulator. Alvorens den Bonwill Articulator te beschrijven wil ik eerst eens pogen de gronden aan te toonen, die het bestaan van dezen articulator rechtvaardigen en ieder de onmisbaarheid

Nadere informatie

Rijdynamica van motorvoertuigen (5)

Rijdynamica van motorvoertuigen (5) Rijdynamica van motorvoertuigen (5) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-8-7) 1 Stuurgedrag 1.1 Invloed van zijwind Tijdens het rijden door bochten en met zijwind ontstaan dwarskrachten op het voertuig 1. De

Nadere informatie

> Soort transport

> Soort transport 1.1.1 > Soort transport Zwaartekracht rollenbanen Bij deze rollenbanen wordt gebruik gemaakt van lichtlopende zwaartekrachtrollen die voorzien zijn van lagerpotten met een conuslager met een lage aanloopcoëfficiënt.

Nadere informatie

RIJKS-Standaard Materieel voor de rampenbestrijding (Brandweer & Geneeskundige hulp bij ongevallen en Rampen (GHOR))

RIJKS-Standaard Materieel voor de rampenbestrijding (Brandweer & Geneeskundige hulp bij ongevallen en Rampen (GHOR)) Transportstandaard Logistiek LFR / NVBR RIJKS-Standaard Materieel voor de rampenbestrijding (Brandweer & Geneeskundige hulp bij ongevallen en Rampen (GHOR)) Haakarmbak(frame) 10 ton / 5 meter 15 ton /

Nadere informatie

Voor electrische treinen gelden, behalve de hiervoor genoemde seinen, bovendien de in dit Hoofdstuk genoemde seinen.

Voor electrische treinen gelden, behalve de hiervoor genoemde seinen, bovendien de in dit Hoofdstuk genoemde seinen. 146 Omschrijving der seinen en seinmiddelen. HOOFDSTUK VIII. Voor electrische treinen gelden, behalve de hiervoor genoemde seinen, bovendien de in dit Hoofdstuk genoemde seinen. Sein 59. Langzaam rijden.

Nadere informatie

TAKELS, VIJZELS EN DOMMEKRACHTEN 1984 blz.1

TAKELS, VIJZELS EN DOMMEKRACHTEN 1984 blz.1 blz.1 1. INLEIDING Vrij regelmatig verzoeken fabrikanten, leveranciers en gebruikers van takels, vijzels en dommekrachten de Arbeidsinspectie, deze hefwerktuigen uit een oogpunt van veiligheid aan een

Nadere informatie

Fig. 1 NOODDEURCONCEPTEN EN 1125 DB-PPES1 PPES1.280815. t 088 500 2800 f 088 500 2899 73 MODELLEN E-PPES1, E-APPES1

Fig. 1 NOODDEURCONCEPTEN EN 1125 DB-PPES1 PPES1.280815. t 088 500 2800 f 088 500 2899 73 MODELLEN E-PPES1, E-APPES1 NOODDEURCONCEPTEN EN 5 MODELLEN E-PPES, E-APPES DB-PPES PPES.8085 ALGEMEEN Uitsluitend originele onderdelen mogen worden gebruikt. De installatie moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerd persoon

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING FLEXI

GEBRUIKERSHANDLEIDING FLEXI GEBRUIKERSHANDLEIDING FLEXI GEFELICITEERD! U heeft de keuze gemaakt voor een Combi-Camp. Dat betekent dat u oog heeft voor kwaliteit en duurzaamheid. Wij hopen dat u veel onbezorgde en geweldige vakanties

Nadere informatie

3. BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN

3. BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN 3. BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN Voordat tot bediening van de aanhangwagen wordt overgegaan moet de informatie uit het hoofdstuk "Veiligheid" bekend zijn. Dit hoofdstuk is bestemd voor bedieners zoals aangegeven

Nadere informatie

1) Demonteer het wiel. 2) Verwijder de remblokken en druk de remzuiger met het juiste gereedschap terug in de cilinder.

1) Demonteer het wiel. 2) Verwijder de remblokken en druk de remzuiger met het juiste gereedschap terug in de cilinder. Uitbouwen 1. Uitbouwen 1) Demonteer het wiel 2) Verwijder de remblokken en druk de remzuiger met het juiste gereedschap terug in de cilinder. 3) Maak de remtang los van zijn steun, waarbij de remleiding

Nadere informatie

Overzicht maten en gewichten in Nederland

Overzicht maten en gewichten in Nederland Overzicht maten en gewichten in Nederland U vindt hier de belangrijkste maten uit hoofdstuk 5 van de Regeling voertuigen 5.18.11-5.18.18 Uitsluitend aan de geldende gepubliceerde Regeling voertuigen kunt

Nadere informatie

De snelheid van de auto neemt eerst toe en wordt na zekere tijd constant. Bereken de snelheid die de auto dan heeft.

De snelheid van de auto neemt eerst toe en wordt na zekere tijd constant. Bereken de snelheid die de auto dan heeft. Opgave 1 Een auto Met een auto worden enkele proeven gedaan. De wrijvingskracht F w op de auto is daarbij gelijk aan de som van de rolwrijving F w,rol en de luchtwrijving F w,lucht. F w,rol heeft bij elke

Nadere informatie

TENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30

TENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30 TENTAMEN DYNAMICA (14030) 9 januari 010, 9:00-1:30 Verzoek: begin de beantwoording van een nieuwe vraag op een nieuwe pagina. En schrijf duidelijk: alleen leesbaar en verzorgd werk kan worden nagekeken.

Nadere informatie

VEILIG WERKEN OP DAKEN 1961 blz.1

VEILIG WERKEN OP DAKEN 1961 blz.1 blz.1 1. INLEIDING 1.1 Dat het werken op daken bijzondere gevaren met zich mee kan brengen, behoeft geen nadere toelichting. Op de middelen die dienen te worden aangewend ter voorkoming of beperking van

Nadere informatie

Matthias Van Wonterghem, Pieter Vanhulsel Aluminium en hoge snelheid, een mooie toekomst?

Matthias Van Wonterghem, Pieter Vanhulsel Aluminium en hoge snelheid, een mooie toekomst? Matthias Van Wonterghem, Pieter Vanhulsel Aluminium en hoge snelheid, een mooie toekomst? Milieu is een hot topic. En terecht. Het is nu dat er moet gediscussieerd worden om onze huidige levenskwaliteit

Nadere informatie

Bewerkingen met krachten

Bewerkingen met krachten 21 Bewerkingen met krachten Opgeloste Vraagstukken 2.1. Bepaal het moment van de kracht van 2N uir Fig. 2-3 rond het punt O. Laat de loodrechte OD neer vanuit O op de rechte waarlangs de kracht van 2N

Nadere informatie

BEREKENINGEN TEN BEHOEVE VAN DE OPBOUW 2

BEREKENINGEN TEN BEHOEVE VAN DE OPBOUW 2 Inhoud BEREKENINGEN TEN BEHOEVE VAN DE OPBOUW... 2 BEREKENINGSPRINCIPES... 3 LADINGOPTIMALISERING... 6 BEREKENINGSVOORBEELDEN... 7 Voorbeeld 1 4x2 Twee-assige trekker... 7 Voorbeeld 2 6x4 Drie-assige trekker...

Nadere informatie

N160vzw MODULENORMEN. 1. Doelstelling

N160vzw MODULENORMEN. 1. Doelstelling N160vzw MODULENORMEN 1. Doelstelling Beschrijven van de normen die N160vzw hanteert voor het ontwerpen van hun modules. Hierbij geven wij eenieder de mogelijkheid om aan de hand van volgende normen modules

Nadere informatie

HANDLEIDING STUREN VAN TRANSPORTBANDEN

HANDLEIDING STUREN VAN TRANSPORTBANDEN 1 HANDLEIDING STUREN VAN TRANSPORTBANDEN 1. INLEIDING Hiermede willen wij pogen een kleine hulp te geven om bij scheeflopende banden de oorzaak of eventuele oplossingen hiervan te vinden. Als een band

Nadere informatie

M O N T A G E - I N S T R U C T I E S D E U R E N

M O N T A G E - I N S T R U C T I E S D E U R E N MONTAGE-INSTRUCTIES DEUREN Inhoudsopgave Inleiding. Inleiding. Voorbereiding voor montage. Waterpas zetten. Vlakke deuren en paneeldeuren Deuren monteren Deuren stellen Paneeldeurrand verstellen Paneeldeuren

Nadere informatie

Onderzoek van de drakenfiguur

Onderzoek van de drakenfiguur Onderzoek van de drakenfiguur Voordat een begin gemaakt werd met de behandeling en de restauratie van de loden drakenfiguur zijn eerst alle zichtbare gegevens fotografisch vastgelegd. Om details goed te

Nadere informatie

PASSIVE SAFETY BMW 335I

PASSIVE SAFETY BMW 335I PASSIVE SAFETY BMW 335I Verantwoording, Allereerst een opmerking: Deze opdracht moest eigenblijk met z n tweeën worden gedaan en over twee auto s gaan, maar aangezien onze klas op dit moment een oneven

Nadere informatie

VERGEZELLENDE BEDIENDE GOEDERENTREINEN

VERGEZELLENDE BEDIENDE GOEDERENTREINEN BEPERKTE SCHOUWING VERGEZELLENDE BEDIENDE GOEDERENTREINEN Leseenheid 4 Deze brochure vervangt de geldende reglementering niet! INFRABEL, DIRECTIE INFRASTRUCTUUR & AANKOPEN I-I 633 - Vakopleiding Leseenheid

Nadere informatie

4 Aan- en afkoppelen 74

4 Aan- en afkoppelen 74 4 74 4.1 Gedragen werktuigen Eerst moet je weten wat allemaal lading is. Lading noemen we in elk geval alle personen, dieren en goederen die je met een trekker kunt vervoeren. Maar lading zijn ook alle:

Nadere informatie

Bijlage I Meetmethode voor het door toerenkranen uitgestraalde luchtgeluid

Bijlage I Meetmethode voor het door toerenkranen uitgestraalde luchtgeluid MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU 9 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit betreffende het toelaatbare geluidsvermogensniveau van torenkranen Bijlage I Meetmethode voor het door

Nadere informatie

STIGA VILLA 85 M

STIGA VILLA 85 M STIGA VILLA 85 M 8211-3039-01 1. 2. A B 3. 4. 5. 6. 7. 8. 2 R L 9. 10. Z X V W Y 11. 3 NL NEDERLANDS SYMBOLEN Op de machine ziet u de volgende symbolen om u eraan te herinneren dat voorzichtigheid en oplettendheid

Nadere informatie

Koersbal. Algemeen. Het speelmateriaal. De belijningen op de mat. (zie figuur 1.)

Koersbal. Algemeen. Het speelmateriaal. De belijningen op de mat. (zie figuur 1.) Koersbal. Koersbal is enigszins te vergelijken met jeu de boules. De bedoeling van het spel is namelijk, de speelbal zo dicht mogelijk bij een doelballetje te krijgen. Bij jeu de boules gebeurt dat door

Nadere informatie

Hefbrugkriks hand hydraulisch of pneumatisch hydraulisch

Hefbrugkriks hand hydraulisch of pneumatisch hydraulisch s hand hydraulisch of pneumatisch hydraulisch nl/ta-bjxxxx -1 INHOUDSOPGAVE pagina 1 Inleiding 02 2 Gebruik van de handleiding 02 3 Beschrijving van de hefbrugkrik 02 4 Veiligheid 02 5 Technische specificaties

Nadere informatie

Tips & Trucs om eenvoudig materialen te wegen en keuren. Sebastiaan Durand & Bart van Ingen Schenau

Tips & Trucs om eenvoudig materialen te wegen en keuren. Sebastiaan Durand & Bart van Ingen Schenau Tips & Trucs om eenvoudig materialen te wegen en keuren Sebastiaan Durand & Bart van Ingen Schenau Agenda Voorstellen Waarom Proces Materiaal Keuren 2 Voostellen Sebastiaan Durand Bart van Ingen Schenau

Nadere informatie

Rem- en slipgedrag (2)

Rem- en slipgedrag (2) Rem- en slipgedrag (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-7-0) 1 Normaalkracht, wrijving en slip 1.1 Normaalkracht, wrijvingkracht en wrijvingscoëfficiënt Remmen, accelereren en sturen kunnen alleen maar plaatsvinden

Nadere informatie

26589 NS dubbeldekkerstrein met e-loc 1711

26589 NS dubbeldekkerstrein met e-loc 1711 Nieuw 2013 Märklin Shop 26589 NS dubbeldekkerstrein met e-loc 1711 NS dubbeldekstrein in actuele bedrijfstoestand Locomotief met complete geluidsuitrusting Volledig nieuwe constructie van de Nederlandse

Nadere informatie

Sprinter SLT Utrecht 10-06-2008. Een kleine rondleiding door de nieuwe Sprinter (treinstel 2401) in Utrecht Cartesiusweg op 10 juni 2008.

Sprinter SLT Utrecht 10-06-2008. Een kleine rondleiding door de nieuwe Sprinter (treinstel 2401) in Utrecht Cartesiusweg op 10 juni 2008. Een kleine rondleiding door de nieuwe Sprinter (treinstel 2401) in Utrecht Cartesiusweg op 10 juni 2008. Indeling interieur. Indeling interieur. De stoelen die hoger staan, zijn geplaatst boven draaistellen.

Nadere informatie