RAPPORTAGE Informatie voor ouders Havo/ Vwo leerjaar 4 t/m 6. Handleiding rapportage voor ouders havo/vwo bovenbouw /12

Transcriptie

1 RAPPORTAGE Informatie voor ouders Havo/ Vwo leerjaar 4 t/m Handleiding rapportage voor ouders havo/vwo bovenbouw /12

2 Inhoud Inleiding... 3 Het rapport... 3 Afronding van de rapportcijfers... 3 Tijdschema Algemeen... 6 Toetsing, beoordeling, PTA en continue rapportage... 6 Algemene categorieën HAVO/4 VWO/ 5 VWO... 7 Inhoud rapport... 7 Overgangsreglement voor 4 havo, 4 vwo en 5 vwo HAVO / 6 VWO... 9 Inhoud rapport... 9 Uitslagregeling 5 havo / 6 vwo tweede fase... 9 Doorstroom 5 havo naar 5 vwo Algemene informatie Toelatingseisen Vrijstellingen Algemeen Eindbeoordeling LO voor alle leerjaren Bezwaar tegen het besluit van de overgangsvergadering Algemene bepalingen Begripsbepaling Handleiding rapportage voor ouders havo/vwo bovenbouw /12

3 INLEIDING Het rapport In de examenklassen bestaat het rapport uit: - Een rapportkaart/omslag die het gehele jaar meegaat en wordt geschreven en bewaard door de mentor. Uiterlijk vier weken na uitreiking moet de rapportkaart ondertekend door ouders/verzorgers worden ingeleverd bij de mentor. Aan het eind van het jaar mag de leerling de rapportkaart behouden. - Een toelichting op het rapport, deze wordt alleen verstrekt bij rapport 1. - Een computeruitdraai per rapport met daarop de beoordelingen. In de voor-examenklassen is er een pilot digitale rapportage. Ouders ontvangen een wanneer het rapport voor periode 1 en 2 klaar staat. Rapport 3 (het eindrapport) zal wel op papier uitgereikt worden. De school werkt met een systeem van continue rapportage: bij elk rapport is het aangegeven cijfer het voortschrijdend gemiddelde van alle tot dan toe behaalde cijfers. Bij rapport 1 en 2 gaat het om een gemiddelde, afgerond op één decimaal. Bij rapport 3 wordt afgerond op een heel cijfer. Met uitzondering van de leerjaren met alleen PTA cijfers voeren docenten per periode minimaal drie cijfers in. Wegingen zijn hele getallen tussen 1 en 4. In de examenklassen schrijven de mentoren, op basis van de beoordelingen en de ontwikkellijnen een rapportverhaal waarbij concrete adviezen aan de leerling worden gegeven. De leerling schrijft op de rapportkaart een reflectie waarbij hij/zij ingaat op het rapportverhaal van de mentor. Bij de digitale rapportage (leerjaar 4H, 4V en 5V) is er contact tussen de mentor en de ouder om het rapport te bespreken. Dit kan telefonisch, via of in een gesprek. Afronding van de rapportcijfers Op het eerste en tweede rapport komen cijfers met één decimaal te staan. Indien de tweede decimaal 5 of hoger is wordt het cijfer afgerond naar boven. Indien de tweede decimaal 4 of lager is wordt het cijfer afgerond naar beneden. Voorbeeld: het cijfer 5,45 wordt afgerond naar een 5,5. Het cijfer 5,44 wordt afgerond naar een 5,4. Op het derde rapport komt een cijfer zonder decimalen. Indien de eerste decimaal 5 of hoger is wordt er afgerond naar boven. Indien de eerste decimaal 4 of lager is wordt er afgerond naar beneden. Voorbeeld: het cijfer 5,5 wordt afgerond naar een 6. Het cijfer 5,4 wordt afgerond naar een 5. Met vragen kunt u terecht bij de afdelingsleider van de unit, Adriaan Veenenbos. Het plaatsen van een *(asterisk) bij voortgangstoetsen 1 In het rapportage systeem wordt, op het moment dat een leerling een toets niet heeft gemaakt een * ingevuld. Het gevolg is dat er geen gemiddeld cijfer berekend wordt. Ook daar komt een * te staan. Voor ouders en leerlingen een duidelijk signaal dat er nog iets gedaan moet worden. Als docent en leerling niet in actie komen heeft de leerling bij het rapport dus geen cijfer voor het betreffende vak. Bij het overgangsrapport zou dit tot zittenblijven leiden. Handleiding rapportage voor ouders havo/vwo bovenbouw /12

4 Procedure: 1. De leerling is afwezig bij een toets. De docent noteert een * in het overzicht. 2. De absentie is geoorloofd en de leerling mag de toets inhalen. De leerling maakt daarvoor een afspraak met de docent. De *wordt een cijfer. 3. De absentie is geoorloofd maar de leerling maakt geen afspraak voor het inhalen van de toets. De docent neemt initiatief en spreekt met de leerling een inhaalmoment af. Als de toets gemaakt is wordt de *een cijfer. 4. Docent en leerling zorgen er voor dat de inhaaltoets ruim voor de rapportvergadering is gemaakt zodat alle cijfers zijn ingevuld. 5. De leerling is ongeoorloofd afwezig. De docent neemt contact met de afdelingsleider op en overlegt wat er moet gebeuren. - De afdelingsleider staat toe dat de leerling (mogelijk onder bepaalde voorwaarden) de toets alsnog inhaalt en deze beoordeeld wordt. De *wordt een cijfer. - De afdelingsleider vindt dat de leerling de toets niet in kan halen. De *wordt een De vakdocenten, de mentor en de leerling-coördinator checken met enige regelmaat maar zeker twee weken voor de rapportvergaderingen of er nog * in SOM staan. Zij spreken vakdocenten aan op niet afgehandelde toetsen. Indien de leerling meerdere malen door een docent aangesproken is om een toets in te halen, maar afspraken niet nakomt, overlegt de docent met de afdelingsleider over de te nemen maatregel. Het plaatsen van een *(asterisk) bij PTA toetsen. Ook bij PTA is het van belang een duidelijk onderscheid te maken tussen een beoordeling en een niet gemaakte PTA toets. Zie ook het Examenreglement in het PTA boekje. Procedure 1. De leerling is afwezig bij een toets. In het PTA overzicht wordt een * ingevuld. 2. De docent controleert bij de afdelingsassistent of de leerling geoorloofd afwezig was. 3. Als de absentie geoorloofd is mag de leerling de toets inhalen. De leerling maakt daarvoor een afspraak met de docent. De *wordt een cijfer. 4. Als de leerling ongeoorloofd afwezig is, mag de leerling de toets niet inhalen. - De docent meldt de afwezigheid bij de examensecretaris. - De ouders en leerling ontvangen een brief waarin aangekondigd staat dat de rector voornemens is het cijfer 1.0 toe te kennen. Ouders en leerling worden gewezen op de mogelijkheid om bij de examencommissie een onderbouwd verzoek tot het alsnog maken van de toets te doen examenhv@meergronden.nl. 5. Indien er voor de gestelde datum in de onder punt 4 genoemde brief, geen verzoek wordt gedaan, wordt de * vervangen door het cijfer Indien er wel een verzoek wordt gedaan besluit de rector na advies van de examencommissie: - De toets mag alsnog gemaakt worden. De * wordt vervangen door het behaalde cijfer. - De toets mag niet gemaakt worden. De rector legt een sanctie op als genoemd in artikel 5.14 van het Examenreglement in het PTA boekje. 1 Daar waar toetsen staat, wordt ook ander te beoordelen werk bedoeld. Handleiding rapportage voor ouders havo/vwo bovenbouw /12

5 TIJDSCHEMA Rapport 1 Rapport 2 Rapport 3 Continue invoer rapportgegevens Van begin oktober tot uiterlijk maandagochtend 17 november 2014 om 8.30 uur Van 20 november 2014 tot uiterlijk maandagochtend 16 maart 2015 om 8.30 uur Van 19 maart 2015 tot uiterlijk vrijdag 26 juni 2015 om uur Rapportvergadering Extra vergadering HV 18 november 2014 Alle rapportvergaderingen 20 november 2014 Extra vergadering HV 17 maart 2015 Alle rapportvergaderingen 19 maart 2015 Vergaderingen volgens rooster op 29 juni, 30 juni en 1 juli 2015 Uitdelen rapporten Uiterlijk 27 november 2014 Uiterlijk 26 maart juli 2015 Centrale verzending ouderavondbrieven 24 november maart 2015 Uiterste datum inleveren ouderavondbrieven 1 december maart 2015 Verspreiden rooster ouderavond gesprekken 5 december april 2015 Ouderavond 9 december april 2015 Handleiding rapportage voor ouders havo/vwo bovenbouw /12

6 Algemeen Toetsing, beoordeling, PTA en continue rapportage In de bovenbouw hebben wij te maken met allerlei vormen van toetsing die meetellen voor het PTA of voor de continue rapportage. Alles samen telt mee voor de overgang. Voor het PTA worden in de voorexamenklassen ten minste 2 toetsen en/of praktische opdrachten per periode gegeven (dus niet in 5 havo en 6 vwo). In 4 havo/vwo en in 5 vwo bestaat geen herkansingsmogelijkheid behalve voor de vakken die in deze leerjaren het schoolexamen afsluiten. In het PTA staat met een percentage aangegeven hoe zwaar een toets meetelt. Voor de continue rapportage geldt het uitgangspunt dat ieder vak er naar streeft ten minste drie toetsen per periode te geven. De cijfers krijgen een wegingsfactor mee, waarbij schoolbreed is afgesproken dat de wegingsfactor maximaal vier is. Bij de continue rapportage is het nadrukkelijk de bedoeling dat er niet per rapportperiode wordt gepland, maar over de rapportperiodes heen, zodat er in periode 1 en 2 geen piekbelasting van leerlingen plaats vindt vlak voor het rapport. Bij het 3 e rapport speelt dit probleem niet, want in 4HV en 5V wordt het schooljaar afgerond met een toetsenweek. Alle cijfers worden ingevoerd in SOM en geven op ieder gewenst moment een totaaloverzicht van alle resultaten per leerling. In het PTA leiden alle beoordelingen (tot dan toe behaald) tot een gemiddeld cijfer voor het schoolexamen. Algemene categorieën Alle vakken scoren de algemene categorieën inzet en organisatie op een vierpuntschaal: onvoldoende, matig, voldoende of goed. Toelichting inzet: - Werken in de les - Het maken en leren van huiswerk Toelichting organisatie: - Overzicht over school- en huiswerk - Goede planning - Spullen op orde - Initiatief bij knelpunten Handleiding rapportage voor ouders havo/vwo bovenbouw /12

7 4 HAVO/4 VWO/ 5 VWO Inhoud rapport Voor 4 havo/vwo en voor 5 vwo geldt dat we gedurende het schooljaar drie keer digitaal rapporteren waarbij de volgende zaken vermeld worden: - voor alle examenvakken een rapportcijfer - voor het expressievak en LO (lichamelijke opvoeding) een beoordeling voor de algemene categorieën inzet en vaardigheid met o, v, rv of g (onvoldoende, voldoende, ruim voldoende, goed) voor alle overige vakken een beoordeling voor de algemene categorieën inzet en organisatie met o, m, v of g (onvoldoende, matig, voldoende en goed) - vakken met handelingsdelen een beoordeling met o, v of g (onvoldoende, voldoende en goed) Overgangsreglement voor 4 havo, 4 vwo en 5 vwo Voor leerlingen uit 4 havo, 4 vwo en 5 vwo geldt dat het eindrapportcijfer het afgeronde gewogen gemiddelde is van alle behaalde cijfers voor de schoolexamentoetsen en voortgangstoetsen. Leerlingen mogen maximaal één 5 bij de vakken Nederland, Engels en wiskunde hebben. Het overgangsreglement is een afgeleide van het examenreglement. In het overgangsreglement is daarom deze regeling opgenomen. Bevorderd Onder eindcijfer wordt verstaan het op nul decimaal afgeronde cijfer. Een leerling is bevorderd als: - Het gemiddelde van alle eindcijfers gehaald bij de eindrapport minstens 5,5 (onafgerond) is. - Hij/zij bij de eindcijfers voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde minimaal 1x5 en 2x6 heeft behaald. - Alle eindcijfers 6 of hoger zijn. Of 1x5 en de rest 6 of hoger. Of 1x4 en alle overige eindcijfers* 6 of hoger en het totaal der eindcijfers* gemiddeld 6.0 (onafgerond). Of 2x5 of 1x5 en1x4 en alle overige eindcijfers* 6.0 (onafgerond) of hoger en het totaal der eindcijfers* gemiddeld 6.0 (onafgerond). - Geen van de eindcijfers is lager dan een 4. - Geen van de eindcijfers van onderdelen van het combinatiecijfer voor vwo (zie hieronder) is lager dan een 4. - De vakken CKV en LO dienen te zijn beoordeeld met voldoende of goed. Het vak rekenen wordt apart beoordeeld op het rapport. De score voor het vak rekenen op het overgangsrapport telt mee voor de overgang. Voor 5 vwo geldt het cijfer voor de rekentoets als eindcijfer op het overgangsrapport. In het geval de leerling in 5 vwo mede) door het eindcijfer voor het vak rekenen niet bevorderbaar is, kunnen bij een verzoek aan de revisiecommissie de behaalde cijfers voor de voortgangstoetsen meegestuurd worden. Voor de TTO-leerlingen geldt dat zij voor Engels minimaal een 6,0 (onafgerond) op het eindrapport moeten hebben om met TTO door te mogen in het volgende leerjaar. Handleiding rapportage voor ouders havo/vwo bovenbouw /12

8 Niet voldaan aan de bevorderingsnorm Al dan niet bevorderen wordt besproken en besloten in de docentenvergadering indien de leerling: - 1x4 of 2x5 of 1x4 en 1x5 heeft behaald en het gemiddelde van de eindcijfers niet ten minste 6,0 (onafgerond) bedraagt. - Voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde minimaal 1x4 of 2x5 heeft behaald. - 3x5 of 1x4 en 2x5 heeft behaald en het gemiddelde van de eindcijfer tenminste 6,0 (onafgerond) bedraagt. De docentenvergadering brengt na de bespreking een bindend advies uit. Dit advies kan o.a. zijn: De leerling: is bevorderd, al dan niet met dezelfde vakken in het profiel doubleert in het huidige leerjaar met hetzelfde profiel/vakken doubleert in het huidige leerjaar met een aanpassing van het gekozen profiel/vakken is bevorderd naar het volgende leerjaar maar stroomt af (van VWO naar Havo, van Havo naar VMBO, etc.) is niet bevorderd en moet afstromen In alle overige gevallen is de leerling niet bevorderbaar. De docentenvergadering brengt na de bespreking een bindend advies uit. Dit advies kan o.a. zijn: De leerling doubleert in het huidige leerjaar met hetzelfde profiel/vakken doubleert in het huidige leerjaar met een aanpassing van het gekozen profiel/vakken is bevorderd naar het volgende leerjaar maar stroomt af (van VWO naar Havo, van Havo naar VMBO, etc.) is niet bevorderd en moet afstromen Combinatiecijfer - Bij de bevordering in 4 vwo wordt het gemiddelde van de eindcijfers van de onderdelen maatschappijleer en ANW en voor de gymnasiumleerlingen KCV aangemerkt als het eindcijfer van één vak (het zogenoemde combinatiecijfer). Het eindcijfer is het rekenkundige gemiddelde van de eindcijfers van de samenstellende onderdelen. Het cijfer wordt conform de gangbare afrondingsregels afgerond. - In 5 vwo blijft het onafgeronde cijfer staan maar telt niet mee voor de overgang. - In 6 vwo vormt het samen met het cijfer voor het profielwerkstuk het definitieve combinatiecijfer. Handleiding rapportage voor ouders havo/vwo bovenbouw /12

9 5 HAVO / 6 VWO Inhoud rapport Voor 5 havo / 6 vwo geldt dat na ieder schoolexamen, in totaal drie, een rapport uitgereikt wordt met daarin: - Een overzicht van alle tot dan toe behaalde PTA resultaten. - Voor LO een beoordeling voor de handelingsdelen met o, v of g en voor de algemene categorieën inzet en vaardigheid met o, v, rv, of g (onvoldoende, voldoende, ruim voldoende of goed). - Voor alle overige vakken een beoordeling voor de algemene categorieën inzet en organisatie met o, m, v of g (onvoldoende, matig, voldoende of goed). - Het commentaar van de mentor. - De reflectie van de leerling. Uitslagregeling 5 havo / 6 vwo De zak/slaagregeling is te vinden in het betreffende PTA examenreglement. Handleiding rapportage voor ouders havo/vwo bovenbouw /12

10 Doorstroom 5 havo naar 5 vwo Algemene informatie Als een leerling van 5 havo naar 5 vwo wil doorstromen, moet hij/zij in elk geval voldoen aan de wettelijke eis van het hebben van een havo-diploma. In januari ontvangen de leerlingen die aangeven te willen doorstromen van 5 havo naar 5 vwo informatie over deze stap evenals een aanmeldingsformulier. Dit aanmeldingsformulier moet uiterlijk vóór de voorjaarsvakantie 2015 ingeleverd zijn bij de decaan havo/vwo. Vervolgens wordt bij de vakdocenten advies ingewonnen. In maart ontvangen de betreffende leerlingen en hun ouder(s)/verzorger(s) een uitnodiging voor een gesprek met de decaan en de afdelingsleider. In het gesprek met de decaan en de afdelingsleider zullen de leerlingen aan de hand van een geschreven motivatie een toelichting moeten geven waarom zij willen doorstromen naar het vwo. Het door de vakdocenten gegeven advies wordt besproken. Tevens worden er afspraken gemaakt over het noodzakelijke inhaalprogramma. Het nakomen van de gemaakte afspraken voor wat betreft het inhaalprogramma is een voorwaarde om ook daadwerkelijk in 5 vwo geplaatst te worden. Bovendien mag elke leerling slechts 1x 5 vwo doen: als de leerling aan het eind van 5 vwo niet kan worden bevorderd, mag hij/zij het jaar niet overdoen. Toelatingseisen - In principe kunnen alle leerlingen met een havo-diploma waarin wiskunde is opgenomen, worden toegelaten tot 5 vwo mits er plaats beschikbaar is in 5 vwo. Leerlingen die zich voor de gestelde aanmeldingsdatum van half februari hebben aangemeld, hebben voorrang op latere aanmeldingen. - Bij het kiezen van een profiel en vakken in de vrije ruimte wordt ervan uitgegaan dat de leerling zoveel mogelijk dezelfde vakken op het vwo voortzet. Er worden zo min mogelijk nieuwe vakken opgenomen omdat er anders te veel moet worden ingehaald. - Bij doorstroming mag maximaal 1x 5 worden meegenomen bij de profielvakken + Nederlands + Engels + wiskunde en in het vrije ruimte vak. Vakken met lagere cijfers moeten worden vervangen. Indien dit niet mogelijk is, kan de leerling niet tot 5 vwo worden toegelaten. - De exacte vakken kunnen niet als nieuw vak worden opgenomen op het vwo. Voor andere vakken die nieuw opgenomen worden, moet vóór aanvang van het nieuwe schooljaar een inhaalprogramma worden gedaan om het gat te dichten dat is ontstaan door het overslaan van 4 vwo. Dit geldt ook voor de verplichte tweede moderne vreemde taal in het gemeenschappelijk deel. Met het inhaalprogramma voor de moderne vreemde taal moet direct na de aanmelding gestart worden. Dit programma moet de beoordeling voldaan krijgen om toegelaten te worden in 5 vwo. - Leerlingen die willen doorstromen van 5 havo tto naar 5 vwo tto moeten een test voor Engels afleggen. Van de uitslag van deze test hangt het af of de leerling door kan naar vwo tto of naar regulier vwo. Dit is ter beoordeling van de docent Engels tto. Vrijstellingen - Leerlingen die doorstromen van 5 havo naar 5 vwo krijgen de door de minister vastgestelde vrijstellingen voor ANW, maatschappijleer en CKV. - Op De Meergronden krijgen doorstromers bovendien vrijstelling voor expressie van 4 vwo, de reizenweek met het verslag van 4 vwo en voor deel LOB van 4 vwo. Handleiding rapportage voor ouders havo/vwo bovenbouw /12

11 ALGEMEEN Eindbeoordeling LO voor alle leerjaren Indien de leerling gedurende een schooljaar meer dan 25% op jaarbasis afwezig is geweest, krijgt de leerling geen beoordeling. In de onderbouw telt geen beoordeling mee als het cijfer 4 op het rapport, indien de afwezigheid ongeoorloofd is. In de bovenbouw betreft het een handelingsdeel en moet de beoordeling minimaal een v zijn om over te kunnen. Met een onvoldoende voor LO kan men niet bevorderd worden. Mocht er bij rapport 1 en 2 geen beoordeling mogelijk zijn als gevolg van meer dan 25% ongeoorloofde afwezigheid gedurende deze rapportperiode, dan moet de leerling in de daaropvolgende rapportperiode de ongeoorloofde afwezigheid inhalen. Dus een geen beoordeling kan dan omgezet worden in een beoordeling nadat er lessen zijn ingehaald. Geen beoordeling is alleen acceptabel als deze veroorzaakt wordt door geoorloofde afwezigheid. Deze geoorloofde afwezigheid dient verantwoord te zijn met door de schoolleiding geaccepteerde brieven en/of documenten. Indien een leerling door een blessure niet in staat is de lessen te volgen dan gaat de leerling in overleg met de vakdocent en zorgt de vakgroep LO voor een vervangende opdracht met een studielast die evenredig is aan het aantal gemiste uren. Van de vakgroep LO wordt een voorstel met betrekking tot een vervangende opdracht verwacht. Indien op de overgangsvergadering blijkt dat een leerling pas in de laatste periode onder de 75% komt, is geen vervangende opdracht meer mogelijk (het reglement laat geen taken toe). Het is dan ook aan de vakdocent en leerling/ouders samen om dit tijdig te signaleren en kenbaar te maken. Bezwaar tegen het besluit van de overgangsvergadering Dit geldt voor alle leerjaren met uitzondering van de examenklassen. Het laatste rapport is het overgangsrapport. Op 29 en 30 juni en 1 juli 2015 wordt in de overgangsvergadering van alle niet-examenklassen het al dan niet overgaan van de leerling vastgesteld. De overgang wordt vastgesteld aan de hand van het overgangsreglement. In de leerjaren met niveaubepaling wordt het niveau voor het volgende leerjaar definitief vastgesteld. Het niveau advies wordt ook al gegeven op rapport 2. Ouders tekenen op de ouderavond van 14 april 2015 voor dit besluit en het bijbehorende vakkenpakket. Tegen het besluit van de rapportvergadering aan het eind van het schooljaar kan beroep worden aangetekend bij de rector indien er bijzondere omstandigheden zijn die wellicht een afwijking van het bestaande reglement rechtvaardigen. Daarnaast kan er beroep worden aangetekend in geval van vermeende onbillijkheid. In beide gevallen moet er een schriftelijk verzoek worden ingediend dat gericht is aan de rector en voorzien is van gedegen argumenten. De uiterste inleverdatum voor dit verzoek is woensdag 1 juli 2015 om 12:00 uur. Voor ouders van leerlingen van wie de rapportvergadering op 1 juli plaatsvindt, geldt dat er uiterlijk donderdag 2 juli 2015 om 08:30 uur een bezwaarschrift moet zijn ingediend. Indienen kan ook via op info@meergronden.nl. Het zal duidelijk zijn dat het hier om uitzonderingen gaat en dat de mentor op de hoogte is van de bijzonderheden die spelen. Het verzoek wordt behandeld in de revisievergadering van donderdag 2 juli De uitslag van de revisievergadering is bindend. Handleiding rapportage voor ouders havo/vwo bovenbouw /12

12 Algemene bepalingen a. Herexamens en taken worden niet door school opgelegd. b. Leerlingen die op grond van hun cijfers wel bevorderd maar op grond van hun vakkenpakket niet bevorderbaar zijn, kunnen bevorderd worden indien zij het gerichte advies van de docentenvergadering opvolgen. c. Een leerling mag niet twee maal doubleren in opeenvolgende leerjaren met uitzonderingen van de examenjaren. Tevens is twee maal doubleren in dezelfde jaarlaag niet toegestaan, ook niet in het examenjaar. d. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de revisiecommissie waar het bevorderingskwesties betreft en beslist de toelatingscommissie waar het toelating betreft. e. Indien toepassing van dit reglement leidt tot gevoelde onbillijkheid kan de betreffende situatie worden voorgelegd aan de revisiecommissie die dan opnieuw de zaak bespreekt en een besluit neemt. De uitspraak van de revisiecommissie is bindend. f. Bij het staken van de stemmen in één van deze groeperingen beslist de rector of diens plaatsvervanger. Begripsbepaling a. Docentenvergadering: de vakdocenten en de mentor(en) van de betreffende leerling. b. Revisiecommissie: de commissie ter revisie van genomen bevorderingsbesluiten. c. Telling van stemmen: - Een lid van het docententeam heeft 1 stem. - In het geval ze geen les geven aan de leerling, hebben mentor(en) (1 of 2 personen) 1 stem, Mentor en vakdocent in één persoon verenigd heeft 1 stem. - Een vakdocent die les geeft in meer dan één vak heeft net zoveel stemmen als vakken dat hij/zij geeft. Handleiding rapportage voor ouders havo/vwo bovenbouw /12