Uw Kenmerk Bijlagen Datum. Doorkiesnr

Transcriptie

1 A3 Ballon B.V. Belterweg PM HARFSEN Parallelweg 1 DCMR Postbus ilieudienst AV Schieda T F W wwwdcrnl BESLUIT van gedeputeerde staten van Zuid-Holland Ons kenerk Uw Kenerk Bijlagen Datu 11 aart 2014 Contactpersoon C. Boogerd coen.boogerd@dcr.nl Doorkiesnr Afdeling Expertisecentru Onderwerp Ontheffing artikel 8.1a, eerste lid Wet luchtvaart voor starts et een vrije ballon op terreinen binnen de Provincie Zuid-Holland Krachtens artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart kunnen gedeputeerde staten een ontheffing verlenen van de verbodsbepaling in artikel 8.1a, eerste lid van de Wet luchtvaart, voor een bij algeene aatregel van bestuur aan te wijzen luchtvaartuig. Deze ontheffing ziet op het tijdelijk en uitzonderlijk gebruik van een terrein, niet zijnde een luchthaven, o er et een luchtvaartuig op te stijgen of te landen. De Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen (hierna: de Regeling) bevat hiervoor aanvullende voorschriften. Verder heeft de Provincie Zuid-Holland nieuw beleid ontwikkeld. Dat gebeurde naar aanleiding van de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-gravenhage op 3 aart In deze uitspraak waren voorwaarden van de Beleidregel ontheffingen tijdelijk en uitzonderlijk gebruik van een terrein voor luchtvaart (van 2010) geschorst. Het betrof de voorwaarden dat niet ocht worden opgestegen en geland binnen 500 eter van aaneengesloten woonbebouwing en binnen eter van stiltegebieden, Bescherde natuuronuenten en Natura2000-gebieden (procedurenuers 11/1883 en 11/1884). Het nieuwe beleid is vorgegeven in de Beleidsregel landen op en opstijgen van terreinen anders dan van luchthavens Zuid-Holland 2013 (hierna: Beleidsregel leo). Op 25 februari 2014 heb ik een verzoek ontvangen van A3 Ballon BV voor het verkrijgen van een ontheffing van het verbod o buiten een luchthaven et een vrije ballon te ogen opstijgen, in de vor van een generieke ontheffing voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik (tug). Het betreft een verzoek o te ogen opstijgen van terreinen binnen de provincie Zuid-Holland. Blad 1 van 8

2 Overwegingen DCMR De ontheffing wordt aangevraagd voor een vrije ballon. Dit luchtvaartuig wordt genoed ilieudienst in artikel 21 van het Besluit burgerluchthavens, een algeene aatregel van bestuur, en past daaro binnen de categorie luchtvaartuigen waarvoor een ontheffing kan worden verleend volgens artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart. Verder is in de Beleidsregel leo opgenoen dat een generieke tug kan worden verleend voor coerciële helikoptervluchten en helikoptervluchten et een aatschappelijke- of nutsfunctie en vrije ballonnen. Krachtens artikel 34 van de Beleidsregel leo worden er beperkingen opgelegd voor het gebruik van deze ontheffing. Deze beperkingen betreffen de locaties waarvoor deze ontheffing kan worden gebruikt. De locaties waarvandaan niet ag worden opgestegen zijn weergegeven op de website van de Provincie Zuid-Holland. U vindt het internetadres in deze ontheffing. Overleg Met de 67 burgeeesters van de Zuid-Hollandse geeenten heb ik overleg gevoerd. Dit overleg is voorgeschreven in artikel 35, lid 2, van de Regeling. Dit overleg heb ik vor gegeven iddels een schrijven dat op 11 deceber 2013 aan de burgeeesters van alle geeenten binnen de Provincie Zuid-Holland is verstuurd. In deze brief werd gevraagd of er op het gebied van openbare orde operkingen bestaan tegen het verlenen van deze generieke ontheffing. In verband et een lopende rechtszaak is de geeente Midden-Delfland iddels een schrijven op 5 februari 2014 nogaals o advies gevraagd, nu specifiek naar aanleiding van een aanvraag voor een generieke tug-ontheffing et betrekking tot vrije ballonnen. Hierop heeft de geeente op 20 februari 2014 een reactie geforuleerd. Na het ontvangen van deze reactie zijn nog twee aanvragen o een generieke tug-ontheffing voor vrije ballonnen door ij ontvangen, gelet op de korte periode tussen deze aanvragen, heb ik niet nogaals de geeente o een reactie gevraagd. Elf geeenten hebben een inhoudelijke reactie gegeven naar aanleiding van dit verzoek o overleg. Daarnaast is tevens telefonisch overleg gevoerd et een enkele geeente. De ingediende reacties zijn eegenoen bij het opstellen van dit besluit Negen geeenten hebben geen bezwaren op het gebied van openbare orde tegen het verlenen van deze ontheffingen. Twee geeenten hebben aangegeven bezwaar te hebben tegen het verlenen van de generieke ontheffingen. Soige redenen voor dit bezwaar liggen niet in het verlengde van de openbare orde en zijn o die reden niet opgenoen in dit besluit Reactie 1 Niet landen of opstijgen in dorpskernen, in ieder geval niet zonder toezicht van één of eer hulpverleningsdiensten Respons GS op reactie 1 In de Beleidsregel leo zijn, ten aanzien van de generieke tug-ontheffing, geen bepalingen opgenoen et betrekking tot de ligging van een terrein ten opzichte van de woonbebouwing. Op grond van artikel 24 van de Regeling is een terrein voor helikopters verder gelegen dan 50 eter van aaneengesloten woonbebouwing en/of verder gelegen dan 25 eter van een openbare weg, tenzij deze weg door de bevoegde autoriteiten is afgezet. Ten aanzien van een terrein voor vrije ballonnen geldt op grond van artikel 27 van de Regeling dat een terrein zodanig is gelegen dat in de Blad 2 van 6

3 DCMR ilieudienst richting van de opstijging eventuele obstakels et een hoogteverschil van ten inste 15 eter overvaren kunnen worden. Deze regels zijn gesteld in het kader van het veilig gebruik van een terrein. De bevoegdheid ten aanzien van de veiligheid ligt bij de Inspectie Leefogeving en Transport (hierna: ILT). Het is niet aan ij hierover nadere regels te stellen. Gelet op het karakter van de generieke tug-ontheffing, per dag axiaal twee starts en twee landingen en dat axiaal 12 dagen per jaar voor alle ontheffinghouders gezaenlijk, ben ik van ening dat de afstanden die zijn gesteld et betrekking tot de veiligheid, tevens voldoende zijn voor de beperking van overlast. Ten aanzien van het toezicht van één of eer hulpverleningsdiensten erk ik het volgende op. Bij verreweg de eeste starts en landingen binnen de provincie Zuid-Holland waarbij gebruik wordt geaakt van de generieke tug-ontheffing is geen hulpverleningsdienst aanwezig. Gelet op de professionaliteit van de ontheffinghouders (en de helikopter- en vrije ballonsector in het algeeen) en het beperkt aantal vliegtuigbewegingen is dit naar ijn ening ook niet nodig. Ontheffinghouders zijn zelf verantwoordelijk voor het naleven van de veiligheidsvoorschriften uit de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen. Het is ILT die daarop toezicht houdt en indien nodig sancties oplegt. Reactie 2 Opschrikkend vee en schade voor agrariërs. Respons GS op reactie 1 Tot op heden is het bij ij niet bekend dat (sinds 2010) schade is ontstaan door het starten (en landen) van luchtvaartuigen in de provincie Zuid-Holland. Luchtvaartuigen ogen ingevolge de Algeene wet bestuursrecht niet starten en landen zonder daarbij toesteing te hebben van de grondeigenaar of zakelijk gerechtigde. Indien de vrees bestaat dat schade door het starten en landen zich zal voordoen, of dat vee op hol zal slaan, is het raadzaa dat de grondeigenaar geen toesteing geeft voor het starten en landen van luchtvaartuigen op zijn terrein. In die gevallen ag de houder van de generieke tug-ontheffing niet starten vanaf of landen op die terreinen. Schade veroorzaakt door het laag overvliegen dient geeld te worden bij ILT. Die is het bevoegde gezag voor het luchtzijdige gebruik van de kleine en recreatieve luchtvaart. Reactie 3 Afleiding weggebruikers van salle wegen leidt tot gevaartijke situaties. Door bijzondere ligging geeente zijn aanrijtijden abulancediensten erg lang. Binnen de geeente is onvoldoende capaciteit van de hulpverleningsdiensten. Respons GS op reactie 3 Er kan op voorhand niet gezegd worden vanaf welke terreinen et een generieke tug-ontheffing gevlogen gaat worden. Indien de geeente acht dat de openbare orde in het geding is wegens de ligging van het gekozen terrein in verband et de aanrijtijden van hulpdiensten, kan zij iddels haar bevoegdheid hiertegen optreden en het voorgenoen gebruik van de ontheffing voor bepaalde terreinen tegenhouden. Het is daaro dat er teninste 24 uur voor het gebruik van een ontheffing geeld oet worden dat er vanaf een bepaald terrein gevlogen gaat worden. Indien er voor een bepaalde dag of op een bepaald tijdstip onvoldoende of geen capaciteit is o hulpdiensten in te zetten in geval van calaiteiten, kan de geeente het voorgenoen gebruik van de ontheffing Blad 3 van 6

4 DCMR tegenhouden. Dit dient de geeente zo spoedig ogelijk aan de houder van de ontheffing aan te geven nadat zij de elding vooraf aan het gebruik van de ontheffing heeft ontvangen. ilieudienst Ten aanzien van de aanwezigheid van salle wegen ben ik van ening dat de Regeling Riinond voldoende garanties biedt voor het veilig opstijgen naast een dergelijke weg. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder zich niet te laten afleiden. Dit geldt niet alleen voor starts en landingen van een helikopter of starts van een vrije ballon, doch voor alle activiteiten die in de nabijheid van een openbare weg plaatsvinden, alsede reclaeborden en dergelijke. Inzake de vraag of voldoende capaciteit beschikbaar is o hulpdiensten in te zetten, erk ik nog op dat een generieke tug-ontheffing voor helikopters niet eer dan 4 vliegtuigbewegingen per dag per terrein toestaat. Reactie 4 De burgeeester acht het overleg, dat volgt uit artikel 35 van de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen, niet zinvol odat de locaties en de tijdstippen waarop de voorgenoen vluchten gaan plaatsvinden niet bekend zijn. Daaro kan de burgeeester geen oordeel vellen over de aspecten van openbare orde en veiligheid et als gevolg dat deze aspecten in het gedrang koen als de ontheffing wordt verleend. Respons GS op reactie 4 Het ligt in de aard van de voorgenoen activiteit besloten dat er doorgaans niet lang van te voren kan worden aangegeven op welke data, laat staan welke tijdstippen, de helikopter- of vrije ballonvluchten zullen worden uitgevoerd. Van het voorneen o de generieke tug-ontheffing te gaan gebruiken dient de ontheffinghouder iniaal 24 uur voor het daadwerkelijke gebruik, kennis te geven aan de betreffende instanties, waaronder de burgeeester. Indien de burgeeester eent dat et dit voorgenoen gebruik van de ontheffing de veiligheid voor de openbare orde op onaanvaardbare wijze in het geding kot kan de burgeeester iddels zijn bevoegdheid hiertegen optreden en het voorgenoen gebruik van de ontheffing tegenhouden. Dit is bepaald in artikel 35, derde lid Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen. Reactie 5 O dezelfde reden als onder 4, naelijk het ontbreken van voldoende inforatie, geeft de burgeeester aan probleen te hebben et de wijze waarop het overleg wordt gevoerd en eent de burgeeester dat er zodoende niet wordt voldaan aan de wettelijke overlegplicht. Respons GS op reactie 5 De generieke tug-ontheffingen zijn niet verleend in strijd et de wet Op grond van artikel 8a.51 Wlv kunnen gedeputeerde staten voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik van een terrein ontheffing verlenen. Dit artikel is bij wet van 18 aart 2010 (Stb. 2010, 149, zie wettelijk kader) gewijzigd. In de toelichting bij die wijziging (TK nr. 3, p. 5) is het volgende opgenoen: "Hef tweede lid, onderdeel d (betrokkenheid van de inister van 'Verkeer en Waterstaat en van de burgeeester van de geeente waarin het terrein ligt, bij het vertenen van de ontheffing en bij het gebruik van het terrein), doelt ede op de situatie waarin gedeputeerde staten een zogenoede paraplu-ontheffing verlenen. Een dergelijke ontheffing staat voor een langere periode incidenteel gebruik toe van één of eer terreinen. De terreinen kunnen gelegen zijn in eerdere geeenten en worden al dan niet aangeduid in de ontheffing." Blad 4 van 6

5 CMR Deze wijziging is in werking getreden op 7 juli 2010, et terugwerkende kracht tot 1 noveber Uit de toelichting volgt dat de wetgever wel degelijk rekening heeft gehouden et de ilieudienst ostandigheid dat het specifieke terrein nog niet bekend is op het tijdstip van het verlenen van de parapluontheffing. Deze paraplu-ontheffing is in het beleid van de provincie Zuid-Holland generieke tug- ontheffing genoed. Het specifieke terrein hoeft derhalve niet bekend te zijn bij het verlenen van de generieke tug-ontheffing. Uit artikel 35, tweede lid van de Regeling volgt niet dat sprake oet zijn van een concreet oschreven terrein. Dit volgt ook niet uit de toelichting. Uit de toelichting bij artikel 8a.51 Wet luchtvaart blijkt dat de wetgever er rekening ee heeft gehouden dat in de generieke tug-ontheffing (paraplu-ontheffing) de terreinen al dan niet zijn aangeduid. Met de burgeeester van een geeente heeft overleg plaatsgevonden over de terreinen binnen zijn grondgebied waar ogelijk kan worden gestart en/of geland et een helikopter of gestart et een luchtballon. De terreinen betreffen het grondgebied van de geeente, inus een eventueel ilieubescheringsgebied voor stilte (tenzij sprake is van een vrije ballon), openbare wegen, bebouwing en de veiligheidsarges die op grond van de Regeling oeten worden aangehouden. Melding De elding bedoeld in artikel 29 van de Beleidsregel leo kan schriftelijk of per e-ail worden ingediend. Bij gebruik van e-ail kunnen de volgende adressen worden gebruikt: De Minister van Infrastructuur en Milieu: eldingtug@ilent.nl Gedeputeerde staten van Zuid-Holland: eldingtug@dcr.nl Geeente Bodegraven-Reeuwijk: veiligheid@bodegraven-reeuwilk.nl Geeente Katwijk: info@katwiik.nl en in cc naar d.star@katwiik.nl en c. anssen(@katwiik.nl. Kaart luchtvaartbeperkingen In de onderstaande voorschriften zijn terreinen opgenoen waarvandaan niet opgestegen en waarop niet geland ag worden. Als hulpiddel is een kaart et deze terreinen te bekijken via de Atlas Luchtvaartbeperkingen op de website van de provincie Zuid-Holland. U vindt deze Atlas in het thea Milieu of via de directe link: zuid-holland, nl/geo-loket/htl/atlas. htl?atlas=tuchtvaartbederkina. Blad 5 van 6

6 BESLUIT CMR ilieudienst Gelet op het vorenstaande heb ik besloten, op grond van artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart en de Beleidsregel leo: aan A3 Ballon BV een generieke tug-ontheffing te verlenen van het verbod o et een luchtvaartuig te ogen landen op en/of opstijgen van terreinen binnen de provincie Zuid-Holland gedurende het kalenderjaar 2014; de hierna opgenoen voorschriften te verbinden aan dit besluit. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN 1. Het aanvraagforulier aakt deel uit van deze ontheffing; 2. Het is niet toegestaan o starts et een vrije ballon uit te voeren op een terrein dat ligt binnen een Natura2000-gebied of Bescherd natuuronuent zoals aangegeven op de kaarten in de bijlage van de Beleidsregel leo,- 3. A3 Ballon BV geeft ten inste 24 uur, voor het gebruik van de ontheffing de Minister van Infrastructuur & Milieu, gedeputeerde staten van Zuid-Holland en de burgeeester(s) van de geeente(n) waarbinnen het start- en/of landingsterrein ligt kennis van het voorneen de ontheffing te gebruiken. In deze elding oeten in ieder geval de navolgende gegevens zijn opgenoen: kenerk van de ontheffing; inforatie over de betreffende locatie; soort en kenerk luchtvaartuig(en); vluchtdatu en tijdstippen waarop de vluchten worden uitgevoerd; en indien de vluchten verbonden zijn aan een eveneent de naa van het eveneent. Aan de inister van Infrastructuur & Milieu kan deze elding verzonden worden naar eldinqtuq@ilentnl. Aan gedeputeerde staten kan dit naar eldingtug@dcr.nl worden verzonden; 4. Voor aanvang van de vlucht oet de gezagvoerder van het luchtvaartuig zich ervan vergewissen dat de onder punt 3 genoede elding door de houder van de ontheffing is gedaan. Naar aanleiding van de in voorschrift 3 aangegeven verplichte 'voorelding' erk ik nog het volgende op. Op een locatie ogen binnen een kalenderjaar axiaal een bepaald aantal vliegtuigbewegingen worden uitgevoerd. Na een voorelding oet ik ervan uitgaan dat het aantal vergunde vliegtuigbewegingen ook daadwerkelijk is uitgevoerd (art. 18 onder 3 en onder 4 van de Beleidsregel leo); in de eeste gevallen betekent dit dat de betreffende locatie wordt aangeerkt als 'volgevlogen' en gedurende de rest van het kalenderjaar niet eer ag worden gebruikt. De praktijk wijst echter uit dat dit axiale aantal toegestane vliegtuigbewegingen vaak niet wordt gehaald. Blad 6 van 6

7 CMR O te voorkoen dat een locatie ten onrechte wordt aangeerkt als 'volgevlogen', ilieudienst verzoek ik u o binnen 72 uur een naelding uit te voeren indien u itiet het vergunde aantal vliegtuigbewegingen heeft uitgevoerd. U kunt deze naelding verzenden naar eldingtug@dcr.nl. Ik verzoek u in de naelding op te neen: het kenerk van uw ontheffing, inforatie over de betreffende locatie en het aantal daadwerkelijk uitgevoerde landingen en/of starts. Indien owonenden elden dat zij overlast ondervinden, verzoek ik u o hen ede te delen dat zij contact kunnen opneen et de eldkaer van de DCMR Milieudienst : Het verlenen van deze ontheffing houdt niet in dat een start of landing ondanks dat deze overeenkostig deze ontheffing zou worden uitgevoerd, kan plaatsvinden. De burgeeester van de geeente waarin het terrein ligt, kan op grond van zijn bevoegdheid et betrekking tot de openbare orde de uitvoering ervan tegenhouden. Tevens kan de Inspectie Leefogeving en Transport de uitvoering van starts of landingen tegenhouden op grond van haar bevoegdheid ten aanzien van de (vlieg)veiligheid. Deze ontheffing laat onverlet dat u dient te voldoen aan de relevante bepalingen van de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen en de Wet luchtvaart, voor zover die in de procedure tot verlening van deze ontheffing niet zijn getoetst. Het betreft et nae de bepalingen inzake de veiligheid, vereisten waaraan een terrein oet voldoen en vlieghoogte. Deze ontheffing laat eveneens onverlet dat u dient te voldoen aan overige wetgeving, zoals de Natuurbescheringswet 1998 en de Flora- & Faunawet. BEZWAAR Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algeene wet bestuursrecht (Awb) bij ons een geotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift oet binnen zes weken na de dag van verzending of uitreiking van het besluit worden toegezonden, onder verelding van 'Awb-bezwaar' in de linkerbovenhoek van de envelop en het bezwaarschrift. Het bezwaar dient gericht te worden aan: Gedeputeerde staten van Zuid-Holland t.a.v. het Awb-secretariaat Postbus LP Den Haag Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan - als tegen dit besluit bezwaar wordt aangetekend - ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de Rechtbank 's-gravenhage, postbus 20302, 2500 EH Den Haag een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Blad 7 van 6

8 Ik verzoek u een kopie van het verzoek o een voorlopige voorziening te zenden aan: DCMR Milieudienst ta.v. w. r. S. Eekhout Postbus AV Schieda CMR ilieudienst Hoogachtend, Gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland, voor dezen. M. Weber bureauhoofd geluid DCMR Milieudienst Kopie verstuurd aan: De burgeeesters van de Zuid-Hollandse geeenten Inspectie voor Leefogeving en Transport, eldingtug@ilent.nl Het Korps Landelijke Politiediensten/Luchtvaartpolitie, Postbus 100, 3970 AC Driebergen Blad 8 van 6