Verslag van de gebruikerservaringen van het project Boeiende Bindingen

Transcriptie

1 Verslag van de gebruikerservaringen van het project Boeiende Bindingen Roc West-Brabant ThiemeMeulenhoff Codename Future Kennisnet December 2005

2 Evaluatierapport Een evaluatierapport van de gebruikservaringen van deelnemers en docenten aan het project Boeiende Bindingen, de proof of concept, met alle elementen van het systeem. Het rapport omvat de volgende aandachtspunten: onderwijskundige bevindingen (docenten en deelnemers) technische bevindingen organisatorische bevindingen Jammer dat het project nu is afgelopen, we begonnen er net zicht op te krijgen en de leerlingen waren enthousiast. Hoe kunnen we nu zelf hiermee verder gaan? Met dank aan de docenten en leerlingen van de Bol-3 klassen Verzorging en Verpleging van het Kellebeek College te Roosendaal. Etten-Leur 22 december 2005

3 Projectorganisatie De stuurgroep bestaande uit vertegenwoordigers van CodeName Future, ThiemeMeulenhoff, ROC West-Brabant en Kennisnet is vanaf de start van het project minimaal 1 keer per vier weken bijeen geweest. Vaste agendaonderwerpen waren o.a. voortgang van het project financiën tijdsfasering bewaking projectplan Daarnaast is er op verschillende niveaus en disciplines overleg geweest met c.q. samengewerkt door medewerkers van de verschillende organisaties, m.n. op het gebied van systeembeheer, programmering, financiën, learning packages, etc. Met de uitvoerende onderwijsafdeling is er vooraf 2 keer uitgebreid gesproken met de verantwoordelijke unitcoördinator. Het betrof hier voornamelijk zaken van praktische aard zoals roostertechnische zaken, keuze van de opleiding, mogelijke docenten en de mate van financiële ondersteuning van/door het project. Met de deelnemers is er na het project geëvalueerd door de betrokken docenten. Dit gebeurde aan de hand van een vragenlijst en persoonlijke gesprekken. Met de docenten is voor aanvang van het project twee maal gesproken over opzet en inhoud van het project, de casussen en de organisatie. Zowel halverwege als na afloop hebben er evaluatiegesprekken plaatsgevonden met docenten en projectorganisaties. De samenwerking tussen de verschillende organisaties en medewerkers is gedurende het gehele project uitstekend verlopen. De input van Kennisnet heeft zeker bijgedragen tot een weloverwogen aanpak van project. Op de andere partners binnen het project kon steeds zonder problemen een beroep worden gedaan indien dat nodig was. Ook tijdens de uitvoering van het praktische gedeelte is, meer dan was gepland én begroot, ondersteuning geboden aan docenten en organisatie.

4 Uitvoering De daadwerkelijke uitvoering van het project Boeiende Bindingen in de onderwijspraktijk heeft plaatsgevonden in de periode september november Locatie was het Kadeplein in Roosendaal waar het Zorg-onderwijs van de unit Dienstverlening (Kellebeek College, onderdeel van ROC West-Brabant) is gehuisvest. Bij de start van het project waren de volgende randvoorwaarden en uitgangspunten geformuleerd Tijdige beschikbaarheid van de Sharepoint- en ClassServer-infrastructuur op ROC West-Brabant (voor docenten en deelnemers, op de werkplek en thuis) Voldoende bandbreedte van de internet- en netwerkverbindingen van ROC West- Brabant voor het interactieve casusmateriaal (inclusief video). Uitwijkmogelijkheid: casussen op lokaal netwerk of cd-rom Tijdige beschikbaarheid van de functionaliteiten voor zoeken, vinden en arrangeren van content op basis van webparts-technologie (.Net, mogelijk geïntegreerd en aangeboden binnen de Codename Future Workspace). Tijdige beschikbaarheid van de content-componenten van ThiemeMeulenhoff Tijdige beschikbaarheid van voldoende docenten en deelnemers voor de daadwerkelijke uitvoering van het experiment. het experiment vindt plaats in een onderwijskundige setting van competentiegericht Zorg-onderwijs voor deze proof of concept geldt: the proof of the pudding is in the eating. De ervaringen van docenten en deelnemers zullen centraal staan bij de beoordeling van de resultaten van het project. Daarnaast zullen uiteraard ook de ervaringen van ICTmedewerkers van het ROC en de ervaringen van de contentleveranciers worden meegenomen bij alle technologische activiteiten staat interoperabiliteit voorop: de leeromgevingen en contentcomponenten moeten in principe ook in andere omgevingen dan Sharepoint en ClassServer te gebruiken zijn. (Content)autorisatie vindt plaats op docentniveau: de docent verleent deelnemers toegang tot leeromgevingen en contentbronnen. Er zijn een tweetal evaluatierondes met direct uitvoerenden geweest. Eén halverwege het onderwijstraject (26 oktober) en één na afloop van het project (21 december). Besproken zijn o.a. de volgende items: Gegevens: looptijd, klassen, niveau, aantal ll. aantal docenten. Inhoud: welke modules, toetsen, vragen, voortgang. Organisatie project: aansturing, interne organisatie, facilitering, informatieoverdracht, overleg, begeleiding. Organisatie van de lessen: lokaal, roosters, planning. Ervaringen: beleving deelnemers, docenten. Algemene indruk: beleving, toekomst, kennis van de materie Struikelblokken: waar loop je tegenaan, verbeterpunten, valkuilen Techniek: netwerk, computers, programma s, wachtwoorden, eigen vaardigheden

5 Eind goed al goed? Ik vond het wel leuk om te doen. Het is anders altijd alleen met boeken. Nu niet meer. Natasha klas LV1A Het is leuk en handig, nu hoef je niet meer huiswerk mee te nemen, je kunt thuis achter de computer aan I-Care werken en het is weer eens wat anders. Elise klas LV1Q Jammer dat het project nu is afgelopen, we begonnen er net zicht op te krijgen en de leerlingen waren enthousiast. Hoe kunnen we nu zelf hiermee verder gaan? Uit: laatste evaluatieronde met docenten In de wetenschap dat uiteindelijk het resultaat telt, dat technisch gesproken in principe alles realiseerbaar is, ook al is dat vaak een kwestie van investeringen en dat zowel de participerende instellingen én docenten én leerlingen enthousiast zijn, kunnen we stellen dat het project als geheel zonder meer is geslaagd. Toch zijn er ook zaken die nadere aandacht behoeven. Deze worden hieronder in meer of mindere mate nader toegelicht. Planning en start van de praktijktest De looptijd van het project BB was verre van ideaal om degelijk voorbereid aan de slag te gaan met docenten en deelnemers. Van maart tot juli was de tijd hard nodig om te komen tot een goede technische afstemming, het ontwikkelen van de componenten en het ontwikkelen van de juiste methodiek. Het technisch realiseren van een portalsite en werkruimtes leverde geen problemen op, maar de technische uitwisseling van learning packages zoals ontwikkeld stuitte op op korte termijn- niet op te lossen problemen met Microsoft ClassServer. Daarnaast zou gezien de einddatum van het project op 1 december- direct na de zomervakantie gestart moeten worden met het praktijkgedeelte op het Kadeplein. Dit hield tevens in dat alle voorbereidingen en instructies m.b.t. docenten en leerlingen vóór de zomervakantie plaats zouden moeten vinden. Gezien de hectiek rond de examinering in de maanden juni en juli én de hectiek bij de start van het nieuwe schooljaar, geen gelukkige keuze. Daarbij kon men op het Kellebeek College onmogelijk aangeven wat de te verwachte inschrijvingen op de opleidingen in de testgroep zouden zijn, welke docenten hierbij betrokken waren en hoe de opbouw van het curriculum er uit zou zien. Dat daarbij ook, door een misverstand, vanuit de afdeling de verkeerde docenten werden benaderd, kwam de start niet ten goede. Net voor het begin van de zomervakantie bleek uit testen dat de door de projectgroep voorgenomen methodiek niet werkte. Probleem met arrangementen Vanuit Kennisnet was aangegeven dat er gewerkt diende te worden met internationale standaarden voor contentuitwisseling, Daarom was er in een vroeg stadium gekozen voor IMS content packages. ThiemeMeulenhoff leverde per IMS content package een casusbeschrijving + link naar de I-care casus zelf. Codename leverde de volledige content in het IMS pakket waardoor er geen gebruik gemaakt hoefde te worden van een externe ELO (de Work Space). Dit voorkwam een dubbele administratie (zowel in ELO van school als uitgever), iets dat een succesvolle contentuitwisseling ons inziens in de weg zou kunnen staan. IMS pakketten kunnen nl. direct ingelezen worden in veel ELO s, waaronder ook ClassServer wat gebruikt wordt door het ROC. Meerdere IMS pakketten (leerobjecten) kunnen gebundeld worden in één groot IMS pakket. Dit is fysiek gezien het arrangement.

6 ClassServer kan dit arrangement openen en importeren. Echter wordt het gebundelde IMS pakket uitgepakt en worden alle IMS pakketten in het arrangement los geïmporteerd dan gaat de samenhang verloren en dienen alle leerobjecten één voor één toegekend te worden. Dit gebeurde helaas binnen de huidige verie van ClassServer Een workaround oplossing zou zijn: laat de content bij de leverancier staan en stop alle pagina s met contentbeschrijving + link in één IMS pakket (= dus één leerobject). Dit kon echter niet, want: de losse content voldoet dan niet meer aan een internationale standaard de content MOET bij de leverancier staan wat (3-)dubbele administratie tot gevolgd heeft, geen mogelijkheid tot volgen, nakijken in eigen ELO, etc. content ontwikkeld door ROCWB zelf (in ClassServer en dus volgens IMS standaard) kan NIET gearrangeerd worden, want IMS pakketten kunnen zoals gezegd dan niet meer gebundeld worden ThiemeMeulenhoff wil/moet losse IMS pakketten aanleveren in het arrangement om te voldoen aan de standaard van Kennisnet ClassServer ondersteunt het begrip arrangementen niet. Navraag bij Microsoft hierover leverde in eerste instantie niet veel op. IMS ondersteunt het begrip simple sequencing, onbekend is echter of hiermee een arrangement kan worden gebouwd en of ClassServer dit ondersteunt. ROCWB stond dus voor de keuze óf een ELO die arrangementen (gebundelde IMS pakketten) ondersteunt, óf genoegen nemen met het feit dat de losse leerobjecten één voor één toegekend moeten worden en de deelnemer dan niet kan zien wat bij elkaar hoort. Inmiddels is gebleken dat Microsoft wel heeft gedocumenteerd dat ClassServer vooralsnog grotendeels de IMS-standaard ondersteunt. Het aanbieden en verwerken van gebundelde IMS-pakketten valt daar echter niet onder. Het gebruik van de Sharepoint-omgeving van ROC West-Brabant Docenten zouden in de eigen portaalomgeving een overzicht krijgen van competenties die deelnemers kunnen verwerven op basis van via de portal ontsloten digitaal onderwijsmateriaal (vaardigheidslessen van CodeName Future, I-care casussen van ThiemeMeulenhoff (i-care) en eigen materiaal van het ROC zelf (optioneel). Daarnaast zouden deelnemers vanuit de portal (eigen startpagina) moeten werken aan de arrangementen en via single sign-on toegang moeten krijgen tot alle benodigde contentbronnen. Door een fusie met het Baronie College beschikte het ROC bij de start van het project over twee portalen. Precies twee maanden voordat het project in de praktijksituatie getest zou gaan worden werd er een migratietraject ingezet om te komen tot één portal. Dit heeft consequenties gehad voor het gebruik van de portal in het verdere verloop van het project. Hoewel portal en ClassServer op het moment van starten beschikbaar waren voor gebruik binnen het ROC door docenten en deelnemers, ontbrak bij beide groepen de juiste kennis en vaardigheden om ermee aan de slag te gaan. Het migreren van de portal heeft de nodige vertraging veroorzaakt waardoor docenten en deelnemers niet vroegtijdig voldoende geïnstrueerd konden worden in het gebruik van deze Learning Gateway. Beveiligingsproblemen in de aanvangsfase noopten tot het afzien van het installeren en gebruiken van ClassServer op computers buiten het netwerk, dus bij de docenten en deelnemers thuis. Wel is van de portal gebruik gemaakt door docenten en projectorganisatie om alle documenten, rapporten en bevindingen te publiceren en delen. Door beide hier bovengenoemde oorzaken is op het allerlaatste moment gekozen voor de Interactieve leeromgeving van CodeName Future. Hier konden docenten en deelnemers in een interactieve leeromgeving (de Codename Future Zoek- en arrangeeromgeving) die op

7 basis van een door CodeName Future (CNF) ontwikkelde methodologie (dossiers, lesdossiers, stappenplannen) is ontwikkeld, een arrangement (leerroute) maken van (vaardigheden)opdrachten en competentiegerichte casussen. Prestaties van de deelnemers (werkstukken, uitgewerkte casussen, etc.) zijn vastgelegd in een digitaal I-care-dossier of portfolio en zijn raadpleeg- en beoordeelbaar voor de docent. Dit dossier of portfolio is een separate omgeving en was daardoor niet geïntegreerd binnen ClassServer of de MySite met porfolio van de Sharepoint-omgeving. Gevolg was wel dat deelnemers én docenten op 3 omgevingen dienden in te loggen. Waarbij wel steeds hetzelfde loginnaam en wachtwoord te gebruiken was. De netwerkomgeving van ROC WB, de Workspace van CNF en I-Care van ThMe. Waarbij de docent voor het beoordelen van het leerlingmateriaal van I-care nog eens apart moesten inloggen op de online Docentmodule die geen onderdeel uitmaakte van de Workspace omgeving. Dit is als zeer storend ervaren door alle partijen. De deelnemers geven unaniem aan dat dit het meest vervelende onderdeel van het gehele traject is geweest. Verschillende wachtwoorden, verkeerde logins, wachtwoorden kwijt, niet weten met welk wachtwoord op welk platform, etc. Ik krijg het niet geopend, minder codes, pas mee doorgaan als ze zeker weten dat alles goed werkt Hélene klas LV1E Als je iets wilde gaan doen, dan lukt dat niet, je krijgt het niet open Femke klas LV1E Startmoment docenten en studenten Een bijkomende factor was dat docenten te onbekend met of onvoldoende voorbereid waren op het werken met een elektronische leeromgeving en de digitale content. Hierdoor konden zij niet adequaat inspelen op inlogproblemen aan het begin van de lessen. Dit verstoorde en vertraagde de start van de sessies, zeker in het begin, enorm. Vaak niet bekend met de oorzaak van het foutief inloggen werd er contact opgenomen met de centrale helpdesk van het ROC, of technische medewerkers van ThMe of CNF. Kon men daar niet achter de oorzaak komen dan werd pas in tweede of derde instantie duidelijk dat het verkeerd intypen van een diakritisch teken de boosdoener was. Wanneer dan ook nog de Cache op de server verkeerd stond afgesteld of er was een netwerkstoring (overigens slechts één keer) dan ging de gehele geplande lestijd op aan inloggen en aanmelden. Uit puur praktische overwegingen was ervoor gekozen om met twee groepen tegelijkertijd in het open leer centrum te starten met de casussen. (beschikbaarheid van lokaal en roostertechnisch m.b.t. de bij het project betrokken docenten) I.p.v. een overzichtelijke groep van 12 deelnemers werd het nu dus een klas van 24 of 25 deelnemers. Ook dit kwam het opstarten niet ten goede. Bovendien gaf dit problemen met het downloaden van filmmateriaal vanaf de I-Care server. Vooraf was de snelheid van het netwerk getest, (overeenkomstig de projectspecificaties was er getest op 5 gelijktijdige downloads) maar op het binnenhalen van een dergelijke hoeveelheid MB s was uiteraard niet gerekend. Na een eerste ronden werken met de I-care casussen waren er nog nauwelijks problemen dankzij een goede Cache

8 Voortaan eerst zelf uitzoeken hoe het werkt en dan pas aan de leerlingen uitleggen want nu moesten ze de hele tijd naar I-Care bellen! Daniëlle klas LV1E Omdat niet iedereen wist hoe je moest werken en dan werd het een chaos en onoverzichtelijk. Fatima klas LV1E

9 Al doende leert men Na de eerste weken met de hierboven beschreven startproblemen trad er een duidelijke verbetering op. Docenten en deelnemers raakten meer vertrouwd met de casussen, de arrangementen, de menustructuur en de context van zowel I-Care als de Wokspace van CNF. Docenten kregen greep op het maken van arrangementen voor in de lessen en leerlingen vaardigheid in het werken met deze arrangementen. Docenten geven wel aan dat zij soms problemen ondervonden in het adequaat reageren op vragen van leerlingen wanneer deze betrekking hadden op kennisgebieden waar zij niet of minder in thuis waren. Een casus bevat uiteraard een breed spectrum aan kennis- en vaardigheidsonderdelen daar waar een docent vaak toch in meer of mindere mate is gespecialiseerd op één vak. Dit, gekoppeld aan het werken met programmatuur en een methodiek die compleet nieuw voor hen was, vormt nu niet bepaald een ideale omgeving waarin je je als docent altijd happy voelt. De twee klassen die in de tweede cyclus van het project startten hebben een heel andere start gemaakt. Doordat docenten en begeleiding beter ingespeeld waren op de structuur en didactiek en de context beter aansloot bij het niveau van de leerlingen. Overigens geeft ruim tweederde van alle leerlingen aan dat ze ook thuis op de computer aan een of meerdere casussen hebben gewerkt. Daar waar de eerste twee groepen in het traject in de evaluatie het werken met I-Care negatief beoordelen geven de latere klassen in het project juist een zeer positieve beoordeling. Ik kwam gewoon goed en snel in het programma Bianca klas LV1Q Ik vond het leuk, dit is anders dan normaal les, dit is veel leuker Nathalie klas LV1Q Eén van de voorwaarden die vooraf door de opleiding aan het participeren in het project was gesteld was dat de lessen in het kader van Boeienden Bindingen niet extra of aanvullend mochten zijn, maar daadwerkelijk het gewone lesprogramma zouden vervangen. Dit is niet helemaal gelukt hoewel de docenten hier achteraf geen problemen mee hebben. Ze zijn van mening dat het een uitstekende aanvulling is geweest op de normale lessen. Afstemmingsproblemen waren voorzien. Voorbeeld: In de door de afdeling gehanteerde Onderwijseenheid staat bijvoorbeeld de onderwijsopdracht: Maak een brochure over incontinentie, waarbij de leerling dan wordt beoordeeld op de gemaakt brochure. I-Care biedt dan wel veel informatie over incontinentie, maar niet over het verlangde eindproduct i.c. de brochure. Daarentegen is de onderwijsopdracht aan leerlingen om een VIP-middag te organiseren wel een groot succes geworden hetgeen door de docenten voor een niet onbelangrijk deel wordt toegeschreven aan het gebruik van I-Care.

10 Alle bevindingen op een rij Technisch Incidenteel uitval van het netwerk. Het inloggen was vaak dubbel. Meerdere ingewikkelde wachtwoorden en procedures maakten het opstarten heel onrustig. Probleem met IMS-pakketten en ClassServer Gebruik portal was onvoldoende. Werk van leerlingen werd soms niet opgeslagen. (ook van vaardigheden en zorgdossier) Dit had deels te maken met het didactisch concept en een enkele keer met het haperen van de techniek Zoeken liep mis doordat er hoofdletters gebruikt moesten worden. (CEES: dit was de officele spellingswijze) Snelheid van de internetverbinding was voldoende. Gewenst: scholing in computervaardigheden Onderwijskundig De eerste casus, over de kraam was te moeilijk voor de leerlingen. Het niveau was te hoog. Context moet goed aansluiten bij de leerlingen. Het werken met 2 groepen in het OLC was te druk. Leerlingen weten niet waar en hoe ze moeten zoeken. Deze vaardigheid verdient veel meer aandacht. Leerlingen weten niet waar zij mee bezig zijn. Zij zien het geheel en de verbanden niet met de andere onderwerpen waar ze mee bezig zijn in de andere lessen. Aansluiting met de gehanteerde OE s klopte niet. Onderzoek welke algemene vaardigheden een leerling minimaal moet bezitten om van zo n traject een succes te maken. Niet zeker of deze manier van werken aansluit bij de leerstijl van alle leerlingen. Onduidelijkheid hoe je vaardigheidslessen inpast in het competentiegericht leren. Vaardigheidslessen van CNF beter aan laten sluiten op het andere lesmateriaal. Docenten: Eerst theorie behandelen en dat afsluiten met I-Care zou een ideale combinatie zijn. (CEES?? Dit staat volgens mij een beetje haaks op de insteek van I- care waarbij het startpunt is de complete context en adhv worden de verschillende ondersteunende zaken behandel (theorie, skillslijsten etc). Docenten: Erg wennen aan het thuis nakijken van het digitale huiswerk van de leerlingen en het beantwoorden van vragen via de computer. Wisseling van baan van unitcoördinator is niet bevorderlijk voor afstemming en communicatie. Bij vervolgtraject dan graag scholing van het gehele team, zodat ook het draagvlak breder wordt, maar dan ook scholing in computervaardigheid en inhoudelijkheid. Vervangt niet, maar vult wel op een hele leuke manier aan. Gewenst: introductiecursus + begeliedingstraject Organisatorisch Docenten waren niet voldoende op de hoogte van de mogelijkheden binnen het programma en keuzes die er gemaakt zijn toen het programma werd ontworpen. Het voortraject voor zowel leerlingen en docenten moet beter. Docenten worden na deze vergadering verder getraind in de mogelijkheden van het programma. (CEES: goed punt hoe gaan we dit regelen??) Leerlingen moeten beter in beeld krijgen waar de tak van i-care zich bevindt naast cursus / training / pop en project. Docenten gaan met de klassen die I-care krijgen eerst hiermee met de leerlingen aan de slag.

11 Docenten gaan leerlingen trainen met het zoeken van informatie. (bijvoorbeeld volgens het programma YIM) Ondersteuning door CNF en ThMe is door docenten als uiterst positief ervaren, zowel op de werkplek als waar het telefonische ondersteuning betrof. M.n. de begeleiding vanuit CNF is erg stimulerend geweest. Een vervolgtraject opzetten staat hoog op het verlanglijstje, maar dan wel met een strakke planmatige instructie voor leerlingen, scholing van docenten en met een goede techniek. Het rooster was reeds helemaal klaar en dat heeft zijn weerslag op het inroosteren van klassen, docenten en computers. Alleen in het OLC staan computers. Wil je dus deze gebruiken in het flexibiliseren van je lessen dan wordt je eigen gedwongen tot het omgekeerde: je moet dan erg roostergericht gaan plannen. De vanuit het project beschikbaar gestelde aantal uren was in dit kader voor de docenten toereikend. Het onderwijs op het Kellebeek wil heel graag doorgaan met het traject. Er komt een gesprek met ThMe en CNF om consequenties en voorwaarden duidelijk te krijgen. Men wil vanaf januari een traject starten waarin Voorwaarden en kosten worden besproken TM en CNF Het management indringend wordt betrokken Begeleiding en deskundigheidbevordering van alle docenten wordt opgezet Er een goede duidelijke instructie voor de leerlingen wordt gemaakt..