Ballon Pulmonalis Angioplastiek (BPA)

Transcriptie

1 Ballon Pulmonalis Angioplastiek (BPA) U wordt binnenkort opgenomen voor een Ballon Pulmonalis Angioplastiek (BPA) procedure. In deze folder krijgt u uitleg over deze procedure en informatie over de opname. Voor meer algemene informatie over opname, verblijf en faciliteiten verwijzen wij u naar de brochures Welkom op zorgeenheid longziekten en Welkom in VU Medisch Centrum. Wat zijn chronische longembolieën U heeft onlangs van uw behandelend longarts gehoord dat u chronische longembolieën heeft. Longembolieën kunnen ontstaan doordat kleine bloedstolsels uit een ader (meestal vanuit het been) losschieten en dan via de rechterharthelft in de slagader van de longen terechtkomen. In principe ruimt het lichaam deze stolsels zelf op en krijgt een patiënt (soms tijdelijk) bloedverdunners om vorming van nieuwe stolsels te voorkomen. Bij een klein deel van de patiënten vindt deze opruiming niet of onvoldoende plaats. Deze zogenaamde chronische longembolieën kunnen klachten veroorzaken. Als daarbij sprake is van een hoge bloeddruk in de longslagader spreken wij van chronische trombo-embolische pulmonale hypertensie (CTEPH).

2 Behandeling van chronische longembolieën Deze chronische longembolieën kunnen in sommige gevallen door middel van een operatie worden weggehaald. Deze operatie heet pulmonaire endarteriëctomie (PEA) of pulmonale trombo-endarteriëctomie (PTE). Soms is een operatie niet mogelijk en biedt medicatie of een BPA uitkomst. In uw situatie heeft het behandelteam gekozen voor de BPA procedure. Wat is een BPA Een BPA is een variant op de dottertechniek die bij hartpatiënten gebruikt wordt om verstopte kransslagvaten open te maken. Via een ader in de lies of hals wordt bij een BPA een katheter opgeschoven tot in de longslagaders. Door een ballon op de juiste plekken op te blazen, wordt geprobeerd de verstopping van het bloedvat op te heffen. Deze procedure duurt ongeveer twee uur. U bent tijdens de procedure bij bewustzijn. Om het risico op complicaties zo klein mogelijk te houden, worden de bloedvaten niet allemaal in één procedure geopend. Per patiënt wordt bekeken hoeveel procedures er nodig zijn. Dit kan variëren van drie tot vijf procedures. Tussen de procedures zit vier weken. Dit maakt het ondergaan van een BPA een intensief traject. De procedure wordt gedaan door de interventie cardioloog en de interventie radioloog op de hartkatheteristiekamer. Beide specialisten maken onderdeel uit van het behandelteam. 2

3 Complicaties Elke ingreep kent mogelijke risico s en bijwerkingen. Zo ook een BPA. Hieronder wordt kort beschreven wat de mogelijke complicaties zijn. Bloeding in de lies Bij elke katheterisatie kan er door het aanprikken van het bloedvat in de lies een bloeduitstorting ontstaan. De bloeding kan vrijwel altijd worden gestopt door het plaatsen van een drukverband. De bloeduitstorting wordt door het lichaam zelf in de loop van weken opgeruimd. Achteruitgang nierfunctie Bij de BPA procedure wordt contrastmiddel toegediend, dat schadelijk kan zijn voor patiënten met een verminderde nierfunctie. Ter voorkoming van een verdere achteruitgang in nierfunctie wordt een ruim infuus met vocht toegediend voor en na de procedure. Longoedeem Door de BPA worden bepaalde bloedvaten weer geopend en zal er plotseling weer bloed door deze vaten stromen. De opnieuw op gang gekomen bloedstroom veroorzaakt soms ophoping van vocht in de longblaasjes (longoedeem). De oorzaak hiervan is niet bekend en het optreden van dit longoedeem is van tevoren niet voorspelbaar. Meestal heeft longoedeem geen consequenties voor het herstel. Longbloeding Een bloeding kan worden veroorzaakt door beschadiging van de wand van de longslagader of het opblazen van de ballon. Als er tijdens de BPA een longbloeding plaatsvindt, kan dit in veel gevallen verholpen worden door het plaatsen van een kleine ballon in het bloedvat. Lager zuurstofgehalte Door het openen van bloedvaten die lange tijd gesloten zijn geweest, kan het zijn dat tijdelijk de verhouding tussen de geventileerde delen van de long en de doorbloede delen van de long verandert. Dit kan een lager zuurstofgehalte in het bloed veroorzaken. Dit evenwicht herstelt zich vanzelf na weken of maanden. 3

4 Antistolling Minimaal een week voordat u de eerste BPA procedure ondergaat, wordt u overgezet op andere antistollingsmedicatie. Met dit middel is het tijdelijk stoppen en opstarten van de antistollingsmedicatie voor de BPA procedure veel praktischer te regelen. Deze medicatie heet dabitgatran (Pradaxa ). De dosering is tweemaal daags 150 mg. Soms kan van deze dosering afgeweken worden. U hoeft hiervoor niet meer gecontroleerd te worden door de trombosedienst. U dient het medicijn Dabitgatran in ieder geval tot zes maanden na de laatste BPA procedure te gebruiken. Als u acetylsalicylzuur (Ascal ) en/of clopidogrel (Plavix ) gebruikt zal dit een week voorafgaand aan de BPA procedure gestaakt worden. Dag van opname U wordt één dag voor de BPA procedure opgenomen op de afdeling longziekten. Op deze dag krijgt u verschillende onderzoeken: een longfoto, een hartfilmpje (ECG), een echo van het hart (alleen bij de eerste BPA procedure), bloedafname, een zes minuten looptest. Tevens krijgt u een infuusnaald ingebracht. Deze ochtend krijgt u nog eenmaal dabitgatran in een afwijkende dosering (110 mg ipv 150 mg). s Avonds mag u deze NIET innemen. Bij patiënten met een verminderde nierfunctie wordt tijdens de eerste opnamedag een infuus gegeven met extra vocht, dit ter bescherming tegen schade door het contrastmiddel. Dag van de BPA procedure Als u als eerste gepland staat in de ochtend, dan moet u vanaf middernacht nuchter blijven. Staat u later gepland dan mag u een licht ontbijt nuttigen. s Ochtends wordt er bloed bij u afgenomen. De BPA zal uitgevoerd worden door een interventie cardioloog samen met een interventie radioloog op de hartkatheteristiekamer. De procedure zelf zal ongeveer twee uur duren. Direct na de BPA komt u terug op de afdeling longziekten. Daar zullen de controles bij u uitgevoerd worden (bloeddruk, hartslag, temperatuur en het zuurstofgehalte in uw bloed). De controles worden s avonds herhaald. Zo nodig krijgt u extra zuurstof toegediend. Op de afdeling wordt nauwgezet in de gaten gehouden hoeveel u drinkt en plast. Mogelijk krijgt u plasmedicatie toegediend. 4

5 In principe mag u op deze avond weer starten met de antistolling dabitgatran. Patiënten met een verminderde nierfunctie krijgen ook na de procedure een infuus met extra vocht. Dag van ontslag De dag na een ongecompliceerde BPA procedure kan de patiënt met ontslag. Op deze dag wordt alleen nog een longfoto gemaakt. U krijgt een belafspraak mee voor over een week met uw behandelend arts of de physician assistent. De volgende BPA procedure De BPA procedure wordt maandelijks herhaald. In principe zijn er drie tot vijf procedures nodig. Na de laatste BPA procedure krijgt u zes weken na ontslag een poliafspraak bij uw behandelend longarts. Verder zullen de resultaten van de BPA bij u volgens het volgende schema geëvalueerd worden: zes maanden na laatste BPA procedure Opname op afdeling longziekten waarbij de volgende onderzoeken gedaan zullen worden: - hartkatheterisatie via de hals - MRI met contrast - CT-scan van de longen met contrast - hartfilmpje (ECG) - fietstest twaalf maanden na laatste BPA procedure - poliafspraak bij uw behandelend longarts met vooraf een hartfilmpje, hartecho en een fietstest achttien maanden na laatste BPA procedure Opname op afdeling longziekten waarbij de volgende onderzoeken gedaan zullen worden: - hartkatheterisatie via de hals - MRI met contrast - CT scan van de longen met contrast - hartfilmpje (ECG) - fietstest 5

6 Vragen Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft dan kunt u deze bespreken met uw behandelend arts of contact opnemen met de Pulmonale hypertensie verpleegkundige/physician Assistent; telefoonnummer (020) of ph.info@vumc.nl. 6

7 VUmc november