Determinanten van kennisintensieve onderzoeks- en ontwikkelingssamenwerking

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Determinanten van kennisintensieve onderzoeks- en ontwikkelingssamenwerking"

Transcriptie

1 Determinanten van kennisintensieve onderzoeks- en ontwikkelingssamenwerking Een empirisch onderzoek naar O&O-samenwerking in Nederland met een verbijzondering naar publieke en private kennisrelaties

2

3 Determinanten van kennisintensieve onderzoeks- en ontwikkelingssamenwerking Een empirisch onderzoek naar O&O-samenwerking in Nederland met een verbijzondering naar publieke en private kennisrelaties Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Technische Universiteit Delft, op gezag van de Rector Magnificus prof. dr. ir. J.T. Fokkema, voorzitter van het College voor Promoties, in het openbaar te verdedigen op maandag 20 december 2004 te uur door Antonius Pieter POOT doctorandus Sociale Geografie geboren te Vlaardingen

4 Dit proefschrift is goedgekeurd door de promotor: Prof. dr. A.H. Kleinknecht Samenstelling promotiecommissie: Rector Magnificus, voorzitter Prof. dr. A.H. Kleinknecht, Technische Universiteit Delft, promotor Prof. dr. J.P.M. Groenewegen, Technische Universiteit Delft Prof. dr. J. Hagedoorn, Universiteit van Maastricht, Prof. dr. P. Mohnen, Universiteit van Maastricht, Merit Prof. dr. B. Nooteboom, Universiteit van Tilburg, Prof. dr. H.H.G. Verspagen, Technische Universiteit Eindhoven, Prof. dr. R. Veugelers, Katholieke Universiteit Leuven. Published and distributed by: DUP Science DUP Science is an imprint of Delft University Press P.O. Box MG Delft The Netherlands Telephone: Telefax: ISBN Keywords: R&D-cooperation, innovation, knowledge economy Cover: Connection, Maryoke (2004) Design: Maryoke, Tom Metz Production: Tom Metz Copyright 2004 by Tom Poot All rights reserved. No part of the material protected by this copyright notice may be reproduced or utilized in any form or by any means, electronic or mechanical, including photocopying, recording or by any information storage and retrieval system, without written permission from the publisher: Delft University Press Printed in the Netherlands

5 Voorwoord Voorafgaande aan het promotieonderzoek bij TU Delft, heb ik gedurende ruim twaalf jaar economisch contractonderzoek uitgevoerd bij de Stichting voor Economisch Onderzoek der Universiteit van Amsterdam (SEO). Als pas afgestudeerd Sociaal Geograaf ben ik in 1989 door Mars Cramer, toentertijd hoogleraar econometrie en directeur van SEO, gevraagd om naast mijn werkzaamheden als manager van de afdeling automatisering, ook onderzoek te verrichten als junioronderzoeker. Dat was een zeer uitdagende en leerzame stap. Niet alleen kwam ik in aanraking met economische vraagstukken, ook werd ik geconfronteerd met nieuwe onderzoeksmethoden en econometrische technieken. Ik ben Mars Cramer veel dank verschuldigd, niet alleen voor de kans mij te bekwamen in nieuw onderzoek, maar ook voor zijn zeer inspirerende invloed en scherpe geest. SEO is ook de plaats waar ik in aanraking kwam met de economie van innovatie. Erik Brouwer, mijn 'brother in arms', en ik hebben gezamenlijk, eerst als onderzoekers, later als senioronderzoekers, veel onderzoek verricht op het terrein van innovatie en economisch beleid. Eén van de onderzoeken die wij samen hebben uitgevoerd, was een onderzoeksproject dat, eind 1999, is uitgezet door het Ministerie van Economische Zaken, DG innovatie. Dat onderzoek, dat resulteerde in het beleidsrapport 'Samen Innoveren', vormt het uitgangspunt voor dit proefschrift. Dit proefschrift is niet zonder hulp tot stand gekomen. De ruimte is beperkt en op deze plaats kan ik slechts enkele mensen bedanken. In de eerste plaats wil ik het College van Bestuur van de Technische Universiteit Delft en Alfred Kleinknecht bedanken voor de financiering van het onderzoeksproject 'Economie van Innovatie', waarin mijn promotieonderzoek naar kennisintensieve O&O-samenwerking heel goed paste. De financiering bood mij de kans om gedurende vier jaar te werken aan dit proefschrift en aanverwante onderzoeken uit te voeren. Zowel tijdens het onderzoeksproject 'Samen Innoveren' als tijdens het promotieonderzoek heb ik intensief samengewerkt met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In het bijzonder wil ik Niels Lanoy Meier (CBS) bedanken voor de samenwerking bij het opstellen en uitzetten van de Enquête 'Kennisverwerving in Partnership' en Robert Goedegebuure (CBS) voor zijn werk om de verschillende CBS-databestanden te koppelen en geschikt te maken voor analyse. Zonder data geen empirisch onderzoek. En zonder literatuur geen inspiratie en reflectie. Ik dank Bob Harlemijer (SEO) voor het verzamelen van de vele literatuurreferenties die ik nodig had bij 'Samen Innoveren'. Cees van Beers (TU Delft) wil ik bedanken voor zijn kritische opmerkingen, als niet-innovatiedeskundige. Dat heeft mij zeer geholpen het jargon zo veel mogelijk te vermijden. Verder wil ik mijn collega's bedanken voor de prettige tijd in Delft, en in het bijzonder Thea Wenneker voor haar goede zorgen. Speciale dank gaat uit naar Daphne Lees, die in een zeer korte tijd een engelse vertaling van de samenvatting heeft gemaakt. v

6 Tot slot ben ik veel dank verschuldigd aan Maryoke. Niet alleen dank ik haar voor het ontwerp van de omslag en het correctiewerk, maar vooral ook voor haar steun. Met het schrijven van dit proefschrift ben ik nog niet uitgestudeerd op de economie van ondernemerschap, innovatie en samenwerking, en ook is er geen einde gekomen aan de behoefte aan intellectuele uitdaging. Vernieuwd inzicht geeft inspiratie. Op naar het volgende onderzoek. Tom Poot Almere, november 2004 vi

7 Inhoudsopgave 1 Inleiding Aanleiding en relevantie Kennisintensieve O&O-samenwerking: afbakening van begrippen en opzet van het onderzoeksproject Onderzoeksvragen en leeswijzer 4 2 Kennisrelaties nader bekeken, enige theoretische overwegingen Inleiding Motieven en voorwaarden voor O&O-samenwerking O&O-samenwerking bezien vanuit de transactiekostentheorie Transactiekostentheorie Kennisrelaties en transactiekostentheorie Redenen om wel samen te werken O&O-samenwerking binnen de theorie van de Industriële Organisatie Soorten van kennis en publieke en private kennisrelaties Kennisrelaties en resultaten van O&O, fasen in het innovatieproces Inleiding Modellen van het innovatieproces: het chain-linked model Fasen in het innovatieproces en type kennisrelatie Bezwaren tegen modellen van innovatie Samenvatting en onderzoeksvragen 45 3 Gebruikte data Inleiding Enquête 'Kennisverwerving in Partnership' (EKP) Opzet enquête Dataverzameling Mogelijkheden Beschrijvende analyse van kennisrelaties, een eerste verkenning Kennisrelaties naar aard Kennisrelaties naar sector en grootteklasse Bedrijfseconomische kenmerken en kennisrelaties Duur en intensiteit van kennisrelaties in Nederland: een beschrijvende analyse Duur en intensiteit van kennisrelaties Duur en intensiteit van kennisrelaties verbijzonderd naar aard, grootteklasse en sector Conclusies Samenvatting 63 vii

8 4 Kennisrelaties bij innoverende bedrijven: een empirische analyse Inleiding Redenen om geen kennisrelatie aan te gaan Inleiding Specifieke redenen om geen kennisrelaties aan te gaan Een beschrijvende analyse van de redenen om geen kennisrelatie aan te gaan Determinanten van bepaalde redenen om geen kennisrelatie aan te gaan Determinanten van de keuze om wel of niet een kennisrelatie aan te gaan Exogene variabelen Exogene variabelen met een mogelijk endogeen karakter Data, exogene variabelen en schattingsmethode Resultaten analyse Overeenkomsten en verschillen in het keuzeproces voor publieke en private kennisrelaties Verschillen tussen publieke en private kennisrelaties Exogene variabelen en modelspecificatie Determinanten van publieke en private kennisrelaties O&O-samenwerking en kennisrelaties, een semantisch verschil? Inleiding De testprocedure Uitkomsten Samenvatting Kennisrelaties en resultaten van het innovatieproces Inleiding Indicatoren voor O&O-opbrengst in de CIS-enquête 1996 en Inleiding Product- versus proces- en diensteninnovaties Omzet uit verbeterde of nieuwe producten Data en beschrijving van belangrijkste determinanten van O&O-opbrengst Data en de selectie van innovatieve bedrijven met productinnovaties Beschrijving en operationalisatie van de belangrijkste determinanten voor O&O-opbrengst Een beschrijvende analyse van mogelijke determinanten van O&O-opbrengst Een beschrijvende analyse van omzet uit innovatieve producten Percentage bedrijven met innovatieve producten in Aandeel van innovatieve producten in de totale omzet en de O&O-intensiteit Selectiviteit, determinanten van omzet uit innovatieve producten naar de graad van vernieuwing Inleiding Selectiviteit: determinanten van de omzetverdeling (Multinominal Logitschattingen) Selectiviteit: determinanten van wel of geen nieuwe producten (Probitschattingen) 157 viii

9 5.6 Het effect van kennisrelaties en O&O-samenwerking op O&O-opbrengst (niveau) Inleiding Resultaten Tobit-schattingen Conclusies Samenvatting Samenvatting Referenties Bijlagen Steekproef en response in de Enquête 'Kennisverwerving in Partnership' (EKP) Enquête 'Kennisverwerving in Partnership' (EKP) Gebruikte branche-indeling Bijlage Bijlage Bijlage Summary ix

10 x

11 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en relevantie De directe aanleiding tot dit onderzoek was een vraag van het Ministerie van Economische Zaken een empirische onderbouwing te geven van het belang van publieke kennisrelaties en het effect van kennisrelaties op de economische prestaties van bedrijven. De beantwoording van deze vraag bleek een uitdaging. Niet alleen omdat in Nederland relatief weinig bekend was over de aard en de omvang van samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling (O&O) bij bedrijven, maar ook omdat uitdrukkelijk werd gevraagd naar de rol van publieke kennisinstellingen, zoals (technische) universiteiten, binnen het innovatieproces bij bedrijven en deze rol op empirische wijze te onderzoeken. 1 De vraag naar het belang van samenwerking op het terrein van onderzoek en ontwikkeling (O&O) werd mede ingegeven door het idee dat in een relatief klein land als Nederland innovatie bij bedrijven zou kunnen worden gestimuleerd en versterkt door krachten en kennis te bundelen. Verondersteld wordt dat innoverende bedrijven door samenwerking beter gebruik kunnen maken van de kennis die aanwezig is bij publieke kennisinstellingen, zoals universiteiten, academische ziekenhuizen en publiek gefinancierde onderzoeksinstituten, enz, maar ook van kennis bij andere bedrijven. Bij samenwerking kunnen onderzoekskosten worden gedeeld en ontwikkelingstijden worden verkort, waardoor meer bereikt zou kunnen worden dan ingeval van solistisch opereren. Een belangrijke vraag is dan ook, of dat in de praktijk is aan te tonen. Samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, kortweg aangeduid met O&Osamenwerking, wordt gezien als een zeer belangrijk aspect van het innovatieproces. In de afgelopen decennia zijn bedrijven meer gaan samenwerken op het gebied van onderzoek en ontwikkeling (Hagedoorn [2002]). De nadruk die in dit proefschrift wordt gelegd op het gemeenschappelijk ontwikkelen van kennis ten behoeve van het ontwikkelen van producten, diensten en of processen (innovatie) is ook thans nog zeer actueel. Zo wordt in de recente innovatiebrief 'In actie voor Innovatie' van het Ministerie van Economische Zaken, in het kader van de Lissabon-doelstelling, speciaal aandacht geschonken aan een nieuw beleidsinstrument om O&O-samenwerking te bevorderen. 2 Een algemene opvatting is dat door 1 2 De resultaten van het onderzoeksproject, dat eind 1999 is uitgezet door het Ministerie van Economische Zaken, DG innovatie, zijn gepubliceerd in Poot & Brouwer [2001]. De hoofddoelstelling van het onderzoeksproject was een kwantitatief empirische onderbouwing te geven van het belang van publieke kennisrelaties en het effect hiervan op de economische prestaties van bedrijven. Het gaat hier om Programmatisch R&D-Samenwerking Instrument (PSI), ter vervanging van bestaande maatregelen gericht op stimulering van samenwerking (zie Innovatiebrief 'In actie voor Innovatie', aangeboden aan de Tweede Kamer op 2 oktober 2003). 1

12 economische en technologische ontwikkelingen het belang van O&O-samenwerking toeneemt als middel om de doelmatigheid en efficiëntie van het gehele innovatieproces te vergroten en zo te kunnen blijven concurreren (OECD [2002]). O&O-samenwerking kan worden geplaatst binnen de zogenoemde 'competence view of organisations', en O&O-samenwerking kan worden gezien als een (specifieke) 'competentie', die zelf ook bepaalde competenties vergt (Nooteboom [2000], Penrose [1959]). Echter, het interessante feit doet zich voor dat in Nederland ongeveer 24% van alle innovatieve bedrijven enige vorm van O&O-samenwerking heeft, ofwel dat de overgrote meerderheid van de innovatieve bedrijven geen samenwerkingsverbanden heeft en op het gebied van O&O solistisch opereert (CBS [1998,2000]). De vraag is waarom bepaalde innovatieve bedrijven wel kiezen voor O&O-samenwerking en de meerderheid van de innovatieve bedrijven niet. Zijn het specifieke typen van innovatieve bedrijven die kiezen voor samenwerking, of spelen andere factoren een rol? De hoofdvraag die in dit proefschrift aan de orde komt is: wat zijn de determinanten van O&O-samenwerking? Een tweede onderzoeksvraag heeft betrekking op het type partner dat betrokken is bij O&Osamenwerking. Bedrijven kunnen samenwerken met publieke kennisinstellingen, zoals (technische) universiteiten, maar ook de voorkeur geven aan samenwerking met private partners c.q. andere (concurrerende) bedrijven. Ook een combinatie van beide is mogelijk. De vraag is welke factoren van invloed zijn op de keuze van een bepaald type samenwerkingspartner. Denkbaar is ook dat de keuze om wel of niet samen te werken verband houdt met te verwachten resultaten van innovatie. De relatie tussen O&O-samenwerking en de resultaten van O&O behoeft echter niet eenduidig te zijn. Er kunnen meerdere redenen voor samenwerking zijn, die niet direct gericht zijn op het verkrijgen van resultaten uit onderzoek en ontwikkeling, maar bijvoorbeeld op het verkrijgen van toegang tot strategische kennis, die pas op een langer termijn tot resultaten kan leiden. Een derde onderzoeksvraag is of samenwerking een bijdrage levert aan het realiseren van innovaties, bijvoorbeeld omzet uit innovatieve producten, en zo ja, hoe groot die bijdrage is. Er zijn vele verschillende manieren om O&O in het algemeen en O&O-samenwerking in het bijzonder te analyseren. Het belangrijkste uitgangspunt in dit proefschrift is dat O&O gezien kan worden als een proces om (technologische) kennis te verwerven (zie o.a. Nooteboom [2000]). Het soort kennis (specifiek of algemeen, kennis in een bepaald technologiegebied of kennis van organisatie of markt) waaraan een bedrijf behoefte heeft, hangt sterk samen met marktcondities (externe factoren, vanuit het bedrijf gezien), maar hangt ook af van de capaciteiten van het bedrijf zelf, waaronder ervaring, innovatiekracht en strategie (interne factoren). Daarnaast spelen uiteraard ook autonome technologische ontwikkelingen een rol en macro-economische ontwikkelingen op het gebied van arbeidsmarkten, instituties 2

13 en wet- en regelgeving, maar deze en andere (macro-)factoren vallen buiten het aandachtsgebied van dit proefschrift. In dit proefschrift kijken wij naar O&O-samenwerking vanuit het perspectief van bedrijven zelf en concentreren wij ons op het micro-economisch gedrag van (innovatieve) bedrijven inzake kennisintensieve O&O-samenwerkingsverbanden (kennisrelaties) en de verschillen tussen publieke en private kennisrelaties. 1.2 Kennisintensieve O&O-samenwerking: afbakening van begrippen en opzet van het onderzoeksproject Kennisrelaties versus O&O-samenwerking Tot nu toe hebben wij gesproken over O&O-samenwerking in het algemeen. In de titel wordt echter gesproken van kennisintensieve O&O-samenwerking. In dit proefschrift richten wij ons specifiek op kennisintensieve O&O-samenwerking, in het kort kennisrelaties genoemd. Bedrijven onderhouden kennisrelaties indien: "een bedrijf in de jaren actief en gezamenlijk met derden (al dan niet buiten Nederland gevestigd) gewerkt heeft aan het ontwikkelen van nieuwe of sterk verbeterde producten, processen of diensten. Vaak (niet altijd) worden de kosten en opbrengsten van dit soort samenwerkingsverbanden tussen de partners gedeeld. Het puur uitbesteden van onderzoekswerk dus niet meerekenen". Deze definitie van kennisrelaties komt, behoudens de periode, overeen met de omschrijving die door het CBS wordt gehanteerd in 'Community Innovation Survey's' (CIS) voor het begrip 'partnerships', hier verder O&O-samenwerking genoemd. Een verschil met de traditionele vraagstelling in de CIS is de introductie van de vraag naar samenwerking in de Enquête Kennisverwerving in Partnership (EKP). Het begrip kennisverwerving wordt bij bedrijven geïntroduceerd met de zinsnede: "Het is steeds belangrijker voor bedrijven zich te verzekeren van de toevoer van nieuwe kennis. Dat kan op verschillende manieren; bijvoorbeeld door samen te werken met andere bedrijven en/of met publieke kennisinstellingen zoals universiteiten. Samengevat wordt gesproken van kennisrelaties". 3 Het belangrijkste verschil tussen kennisrelaties en O&O-samenwerking is de nadruk die bij de introductie van kennisrelaties wordt gelegd op kennisverwerving. De definitie van beide begrippen is dezelfde, dat wil zeggen dat het doel van beide vormen van samenwerking gelijk is, namelijk het gezamenlijk ontwikkelen van nieuwe producten, diensten of processen. Men zou op basis van de definitie kunnen verwachten dat bedrijven op dezelfde wijze omgaan met 'kennisrelaties' als met 'partnerships' of anders gesteld, dat voor 'kennisrelaties' ook 'O&O-samenwerking' kan worden gelezen. Op basis van een eenvoudige kruistabel waarin het onderhouden van kennisrelaties wordt afgezet tegen het hebben van O&O-samenwerking blijkt echter dat een aanzienlijk deel van de innovatieve bedrijven met O&O-samenwerking 3 Toelichting in de Enquête 'Kennisverwerving in Partnerships' (EKP), zie bijlage 8.2 en Poot & Brouwer [2001]. 3

14 geen kennisrelaties onderhouden. Slechts 13% van de innovatieve bedrijven onderhoudt een kennisrelatie tegen ongeveer 24% van de innovatieve bedrijven met een 'traditioneel' O&Osamenwerkingsverband. Dat zou er op kunnen wijzen dat de toelichting bij het begrip kennisrelatie, waarin met nadruk wordt gewezen op het belang van kennisverwerving, een groot gewicht heeft. Een vraag die opkomt is of bedrijven een kennisrelatie zien als een zwaardere of dieper gaande wijze van O&O-samenwerking of dat (toch) sprake is van een semantisch verschil en dat kennisrelaties min of meer synoniem zijn met O&O-samenwerking. Deze vraag zal in een verdere analyse aan de orde komen. Publieke versus private kennisrelaties Dit proefschrift gaat over kennisrelaties, ofwel de uitwisseling en benutting van kennis (kennistransfer). De ontwikkeling van nieuwe kennis wordt als zeer belangrijk gezien voor de economische ontwikkeling van Nederland en Europa (de Lissabon-doelstellingen). De overheid speelt bij samenwerkingsverbanden tussen private bedrijven en publieke kennisinstellingen direct en indirect een belangrijke rol vanwege haar invloed op het 'aanbod' van kennis. Dit is mede bepalend voor het keuzeproces van bedrijven om wel of geen samenwerkingsverband aan te gaan met een publieke kennisinstelling. Daarmee is ook de belangrijkste reden gegeven om onderscheid te maken tussen publiek en privaat gefinancierde kennisrelaties. Een publieke kennisrelatie is een kennisintensief O&O-samenwerkingsverband tussen een bedrijf en een publieke kennisinstelling. Tot de publieke kennisinstellingen worden gerekend: (technische) universiteiten, academische ziekenhuizen, para-universitaire researchinstellingen, TNO, DLO, ECN, WL, GeoDelft, NLR en Marin en HBO-instellingen (zie CBS [1998, bijlage B3, blz. 202]). Een private kennisrelatie is een kennisintensief O&O-samenwerkingsverband tussen een bedrijf en een private kennisinstelling met een winstoogmerk, zoals consultant-, advies-, ingenieursbureaus of andere bedrijven of brancheorganisaties. In dit proefschrift worden publieke kennisrelaties aangeduid met het acroniem PuK en private kennisrelaties met PrK. De acroniemen zijn bedacht vanuit het perspectief van de innoverende onderneming overeenkomstig het onderzoeksperspectief: samenwerking met een publieke kennisrelaties = PuK en met een private instelling =PrK. Private kennisinstellingen zijn veelal andere innovatieve bedrijven. 1.3 Onderzoeksvragen en leeswijzer Het hoofdonderwerp van deze studie is welke factoren een rol spelen bij de keuze om wel of niet een kennisrelatie aan te gaan. In dit onderzoek verbijzonderen wij ook naar type kennisrelatie. Bedrijven kunnen samenwerken met publiek gefinancierde kennisinstellingen (PuK) en/of met niet publiek gefinancierde partners, veelal andere innovatieve bedrijven (PrK). Ook hier is de vraag welke determinanten een rol spelen bij de keuze tussen een publieke kennisinstelling of een private kennisinstelling c.q. (innovatief) bedrijf. Een belangrijk onderdeel 4

15 van de studie is de differentiatie tussen 'traditionele' onderzoeks- en ontwikkelingssamenwerking en kennisrelaties. Kunnen wij kennisrelaties zien als een speciale meer intensive wijze van samenwerking of is het verschil mat O&O-samenwerking meer semantiek? De hoofdonderzoeksvragen kunnen in het kort worden samengevat: Waarom onderhouden innovatieve bedrijven kennisrelaties (motieven)? Wat zijn de determinanten om wel of geen kennisrelatie aan te gaan? Wat zijn de determinanten om te kiezen voor publieke of private kennisrelaties? Zijn kennisrelaties en O&O-samenwerkingsverbanden synoniem, of is sprake van een wezenlijk andere vorm van samenwerking? Wat is het effect van kennisrelaties op O&O-opbrengst, ofwel de resultaten van het innovatieproces? Onderzoeksopzet Centraal staat het keuzegedrag van ondernemingen. Aan de hand van theoretische inzichten analyseren wij welke factoren van belang zijn om wel of niet te kiezen voor O&O-samenwerking c.q. een kennisrelatie. Een eerste stap is na te gaan welke motieven een rol zouden kunnen spelen en of motieven een aanknopingspunt bieden voor de analyse van kennisrelaties. Samenwerking is geen 'free lunch'. Aan samenwerking zijn kosten verbonden, maar ook zullen bedrijven over bepaalde organisatorische capaciteiten moeten beschikken om te kunnen samenwerken. Samenwerking is ook niet onder alle economische omstandigheden gunstig. Kortom, naast motieven spelen ook organisatorische en economische voorwaarden voor samenwerking een belangrijke rol in het keuzegedrag van bedrijven. In de theoretische literatuur wordt veelal gesproken over O&O-samenwerking in het algemeen, terwijl in deze studie kennisrelaties centraal staan. In hoofdstuk 2 gaan wij nader in op de theoretische aspecten van O&O-samenwerking en trachten wij aanknopingspunten te vinden die specifiek betrekking hebben op kennisrelaties. De onderzoeksvragen hebben betrekking op micro-economisch gedrag van bedrijven. Bij de beantwoording van de onderzoeksvragen is gebruik gemaakt van gegevens die worden verzameld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In aanvulling op deze gegevens is in samenwerking met het CBS informatie verzameld over kennisrelaties. In een aanvullende enquête (de Enquête Kennisverwerving in Partnership, EKP) zijn aan innoverende bedrijven vragen gesteld over diverse aspecten van kennisrelaties. Een belangrijk deel van het empirisch onderzoek heeft betrekking op gegevens uit deze enquête. In hoofdstuk 3 geven wij een overzicht van de gebruikte data en besteden wij in het bijzonder aandacht aan de Enquête Kennisverwerving in Partnership (EKP). De gegevens hebben betrekking op innoverende bedrijven, dat wil zeggen "Bedrijven die zich in de periode bezighielden met het (laten) verrichten van technologische vernieuwingen" (zie CBS [1998, blz. 51]. 5

16 Determinanten van het keuzegedrag komen aan de orde in hoofdstuk 4. Speciale aandacht besteden wij aan de vraag welke motieven bedrijven hebben om géén kennisrelatie aan te gaan. Ook gaan we in dit hoofdstuk in op de vraag of kennisrelaties gezien kunnen worden als een speciaal type O&O-samenwerking. Kennisrelaties vormen een onderdeel van het innovatieproces en zijn op te vatten als één van de manieren om innovatieve producten en diensten te ontwikkelen en op de markt te brengen. In hoofdstuk 5 besteden wij aandacht aan de rol van kennisrelaties bij het realiseren van omzet uit innovatieve producten. Samenvatting en conclusies zijn te vinden in hoofdstuk 6. Tot slot van dit hoofdstuk nog een opmerking over de aard van het onderzoek. Kennisrelaties zijn een zeer complex fenomeen en het keuzegedrag van ondernemingen wordt beïnvloed door een zeer breed scala van factoren. In de praktijk van het empirische onderzoek worden de mogelijkheden van analyse bepaald door de rijkheid van de data. Hoewel wij de beschikking hebben over een uitgebreide set gegevens, dekken die gegevens maar een (klein) deel van de materie. De analyses en uitkomsten vertellen maar een deel van het verhaal, en de conclusies, die op basis van theoretische en empirische inzichten getrokken kunnen worden, zijn noodgedwongen beperkt in reikwijdte en diepgang. Niettemin bieden zij de mogelijkheid een stap voorwaarts te zetten op het pad van begrip en inzicht in het innovatieproces en de rol die kennisrelaties daarin spelen. 6

17 2 Kennisrelaties nader bekeken, enige theoretische overwegingen 2.1 Inleiding De kern van dit hoofdstuk is theoretisch inzicht te verkrijgen in welke factoren (determinanten) van invloed zijn op de keuze om wel of geen kennisrelaties aan te gaan, verbijzonderd naar publieke en private kennisrelaties. De analyse van het keuzeproces om wel of geen kennisrelaties aan te gaan, is nauw verbonden met innovatie en het innovatieproces zelf. Van belang is, dat de verschillende theoretische aspecten met elkaar samenhangen. In deze paragraaf richten we ons vooral op de samenhang tussen de verschillende theoretische aspecten van O&O-samenwerking. In de volgende paragrafen zullen we meer in detail ingaan op de verschillende theoretische aspecten van kennisrelaties. Het doel van de theoretische overwegingen is aanknopingspunten te vinden om in volgende hoofdstukken het keuzeproces op empirische wijze te analyseren. De nadruk in de theoretische overwegingen zal dan ook liggen op het vinden van factoren, die geoperationaliseerd kunnen worden in de empirische analyse. De wijze waarop theoretische begrippen (kunnen) worden geoperationaliseerd, zal worden beschreven in de hoofdstukken 4 en 5. In de literatuur wordt over O&O-samenwerking gesproken terwijl in dit onderzoek kennisrelaties centraal staan. Zover bekend is er geen literatuur die specifiek betrekking heeft op theoretische of empirische aspecten van kennisrelaties. Bij het behandelen van theoretische aspecten van O&O-samenwerking gaan wij er in eerste instantie van uit dat die ook (grotendeels) gelden voor kennisrelaties. Waar mogelijk trachten wij theoretische aanknopingspunten te vinden voor verschillen tussen O&O-samenwerking en kennisrelaties. In dit hoofdstuk kunnen de termen O&O-samenwerking en kennisrelaties worden beschouwd als synoniemen. Motieven voor kennisrelaties (O&O-samenwerking) De empirische waarneming, dat ongeveer 24% van de innovatieve bedrijven kiest voor O&Osamenwerking en 13% voor een kennisrelatie, geeft aan dat niet voor elk innovatief bedrijf O&O-samenwerking c.q. kennisrelatie een vanzelfsprekende zaak is. Immers 76% van de innovatieve bedrijven kiest niet voor O&O-samenwerking. De vraag komt op waarom een minderheid wel kiest voor O&O-samenwerking. Welke motieven spelen in het keuzeproces om wel of geen O&O-samenwerkingsverband aan te gaan een belangrijke rol? In de empirische literatuur worden twee hoofdgroepen van motieven genoemd: motieven, die betrekking hebben op het verwerven van kennis, en motieven, die betrekking hebben op beperking van (onderzoeks)kosten en het verkrijgen van toegang tot (nieuwe) markten (Hagedoorn [1993], Sakakibara [1997]). Nadere bestudering van de motieven van O&O-samenwerking geeft ons 7

18 inzicht in het keuzeproces om wel of niet een samenwerkingsverband aan te gaan. Een onderzoeksvraag, die hier nauw verband mee houdt, is of verschillende motieven aanleiding geven om te kiezen voor verschillende typen van samenwerkingsverbanden. Voorwaarden voor samenwerking Even belangrijk is de vraag onder welke voorwaarden samenwerkingsverbanden tot stand kunnen komen. Analyse van motieven alleen geeft hiervoor geen aanknopingspunten (Sakakibara [1997]). Daarvoor is een breder theoretisch kader nodig. Voorwaarden om tot samenwerking over te gaan, zijn te verdelen in twee groepen. De eerste groep van voorwaarden heeft betrekking op organisatorische bekwaamheden waarover bedrijven moeten beschikken om met succes een O&O-samenwerkingsverband op te zetten. Organisatorische bekwaamheden worden voor een belangrijk deel bepaald door de interne omstandigheden van een bedrijf. De tweede groep van voorwaarden betreft externe omstandigheden. Denkbaar is dat verschillende economische omstandigheden (voorwaarden) van belang zijn om te kunnen verklaren waarom een bepaald bedrijf wel kiest voor samenwerking en een ander bedrijf niet. Hierbij kan o.a. worden gedacht aan marktomstandigheden en toe-eigeningscondities, die in zeer grote mate bepalen of door middel van O&O-samenwerking kostenreducties en/of meer winstgevendheid te realiseren valt. Met toe-eigening wordt bedoeld, dat bedrijven ook in staat zijn om zich de resultaten van de innovatie economisch toe te eigenen. Innovatieve kennis is moeilijk te beschermen (kennis als publiek goed) en kan weglekken naar concurrenten (zie o.a. Mansfield [1985]). Toe-eigeningscondities worden in sterke mate bepaald door de aard van kennisspillovers. Kennisspillovers naar aard en intensiteit spelen daarom een belangrijke rol in de voorwaarden waaronder kennisrelaties tot stand kunnen komen (De Bondt [1996]). Kennisspillovers en kennisrelaties Centraal in de analyse van het aangaan van kennisrelaties staat het proces van het verwerven van technologische en economische kennis. Kennis heeft specifieke karakteristieken die van invloed zijn op bedrijfsinvesteringen in innovatie. Kennis heeft sterk het karakter van een 'publiek' goed, dat wil zeggen dat kennis zeer moeilijk exclusief is te houden. Daarom kan kennis weglekken naar concurrenten (kennisspillovers) en is de waardering van kennis problematisch, dat wil zeggen de waarde van kennis is vooraf moeilijk vast te stellen, maar zij verliest haar waarde zo gauw zij is verkregen (de Arrow-paradox). De 'productie' van (technologische) kennis is (over het algemeen) zeer kostbaar (hoge 'sunk costs', Sutton [1998]), maar kan zeer goedkoop worden gereproduceerd, tegen lage marginale kosten. Deze kenmerken gelden ook voor kennis verkregen door innovatie (Geroski [1996], Griliches [1992], Mansfield [1985], Scherer [1984]). In de praktijk spelen kennisspillovers een belangrijke rol bij investeringen in innovatie. Kennisspillovers en technische- en marktonzekerheden zorgen er voor dat innovatie geen vanzelfsprekende zaak is (Arrow, [1962]). Dit geeft aanleiding tot marktfalen, dat wil zeggen dat, vanuit het oogpunt van maatschappelijke welvaartsmaximali- 8

19 satie door bedrijven te weinig geïnvesteerd wordt in innovatie (zie o.a. Jones & Williams [1998]). Het opzetten van een O&O-samenwerkingsverband kan een middel zijn om kennisspillovers te verminderen en toe-eigeningscondities te verbeteren (De Bondt [1996], Kamien & Zang [2000], Katz [1986]). Kennisrelaties en resultaten van innovatie: fasen in het innovatieproces en typen kennisrelaties Tot op heden hebben wij gesproken over innovatie en kennisrelaties in het algemeen, zonder te differentiëren naar type kennisrelatie (PuK of PrK). De keuze voor een bepaald type kennisrelatie (gegeven dat een bedrijf wil samenwerken en daartoe ook de mogelijkheden heeft) is afhankelijk van de behoefte aan een bepaalde soort kennis. Deze behoefte is afhankelijk van de bestaande eigen kennis, maar ook van de fase waar een innovatieproject zich in bevindt (zie o.a. Kline & Rosenberg [1986]). Op basis van het lineair innovatiemodel, dat de fasen van een innovatieproject beschrijft, staat aan het begin van het ontwikkelingstraject (fundamenteel) onderzoek centraal (de eerste 'O' van Onderzoek en Ontwikkeling). Naarmate de ontwikkeling vordert, neemt het belang van ontwikkeling toe en wordt toepassingsgericht onderzoek steeds belangrijker (en neemt het belang van wetenschappelijk gericht onderzoek af). Om een verband te kunnen leggen tussen innovatiemodellen (fasen in O&O) en het type kennisrelatie, kunnen we gebruik maken van de concepten 'knowledge base' en 'technological trajectories' (Dosi [1982,1988]). De bijdrage van universiteiten zou volgens dit model vooral aan het begin van een ontwikkelingstraject te vinden zijn en in deze fase zou de kans op een keuze voor een publieke kennisrelatie groot zijn. Naarmate het innovatieproces vordert en het belang van toepassingsgericht onderzoek toeneemt, zou de kans op een keuze voor een private kennisrelaties toenemen en die voor een publieke kennisrelatie afnemen. Het verband tussen fasen in het innovatieproces en kennisrelaties is ook van belang voor de analyse van het verband tussen kennisrelaties en de resultaten van innovatie c.q. de realisatie van omzet uit innovatieve producten. Draagt O&O-samenwerking bij tot het realiseren van innovatieve producten, en zo ja, hoe ziet dat verband er uit? Met behulp van het 'chain-linked' model van het innovatieproces (Kline & Rosenberg [1986]) kan een verband worden gelegd tussen enerzijds het keuzeproces om wel of geen kennisrelatie aan te gaan, verbijzonderd naar een bepaald type kennisrelatie (Puk en/of PrK), en anderzijds een belangrijk doel van innovatie, namelijk het realiseren van omzet uit innovatieve producten en diensten. Opzet hoofdstuk Als de eerste stap in een nadere verkenning van de theoretische achtergronden van O&Osamenwerking besteden wij in 2.2 aandacht aan motieven voor O&O-samenwerking. Analyse van de motieven geeft inzicht in de vraag waarom een bedrijf kiest voor een kennisrelatie als een specifieke vorm van O&O-samenwerking. Naast motieven om een kennisrelatie aan te gaan, zijn ook de randvoorwaarden waaraan voldaan moet worden om met succes een 9

20 kennisrelatie aan te gaan van belang. We veronderstellen dat bedrijven informatie hebben over de randvoorwaarden en dat deze mede bepalend zijn voor het keuzeproces. De transactiekostentheorie geeft inzicht in organisatorische voorwaarden om daadwerkelijk tot O&Osamenwerking over te gaan ( 2.3) en theoretische inzichten uit de industriële organisatie (IO) geven inzicht in de economische voorwaarden (externe omstandigheden) voor samenwerking ( 2.4). Een volgende stap in de theoretische beschouwing is te onderzoeken welke factoren van invloed kunnen zijn op de keuze tussen verschillende typen kennisrelaties. In 2.5 besteden wij aandacht aan de verbanden tussen 'soorten' kennis en het type kennisrelatie, en in 2.6 besteden wij aandacht aan het verband tussen kennisrelaties en resultaten van het innovatieproces. Een belangrijk rol is weggelegd voor het 'chain-linked' model van het innovatieproces ( 2.6.3). Het hoofdstuk wordt afgesloten met een korte samenvatting van de belangrijkste bevindingen ( 2.7). 2.2 Motieven en voorwaarden voor O&O-samenwerking Motieven Meerdere motieven kunnen worden onderscheiden waarom bedrijven zouden kunnen besluiten tot O&O-samenwerking. Het ligt voor de hand motieven voor O&O-samenwerking te bezien vanuit het innovatieproces, omdat alleen innovatieve bedrijven over kunnen gaan op O&O-samenwerking. Om de motieven te structureren, gaan we in eerste instantie uit van een lineair innovatieproces, dat wil zeggen, dat de ontwikkeling van nieuwe producten loopt van uitvinding ('invention') via onderzoek en ontwikkeling naar de introductie van nieuwe producten op de markt. 4 Uitgaande van het lineaire innovatiemodel onderscheidt Hagedoorn [1993] op basis van een uitgebreid literatuuroverzicht de volgende clusters van motieven: Motieven gerelateerd aan de aard van het onderzoek en bepaalde algemene eigenschappen van technologische ontwikkeling Toenemende complexiteit en het intersectorale karakter van nieuwe technologieën, verkrijgen van toegang tot nieuwe of complementaire (wetenschappelijke) kennis, het volgen van ontwikkelingen op het gebied van wetenschap en techniek Reductie en/of delen van onzekerheden in O&O (technologische, markttechnische risico's) Reductie en/of delen van kosten van O&O Motieven die samenhangen met het innovatieproces zelf Toegang krijgen tot 'tacit knowledge' van partners, kennistransfer, leren innoveren, 'technological leapfrogging' 4 Zie voor een overzicht van innovatiemodellen o.a. Padmore e.a. [1998],Vonortas [1997]. Het lineaire innovatiemodel wordt hier gebruikt om de uiteenlopende motieven te structuren en niet als een beschrijving van het innovatieproces. Zie ook voor een bespreking van de beperkingen van het lineaire innovatiemodel. 10

21 Versnellen van 'time to market', verkorten van de tijd tussen uitvinding en marktintroductie (nodig door het korter worden van de 'product life cycle') Motieven die samenhangen met marktvoorwaarden en marktkansen nieuwe markten (veranderende vraag, nieuwe productmogelijkheden) veranderende concurrentieverhoudingen (veranderingen in het aanbod, meer concurrentie) Een belangrijk motief dat in het bovenstaande overzicht niet expliciet wordt genoemd is: Motieven met betrekking tot toe-eigeningscondities (kennisspillovers). Absorberen van externe kennisspillovers Beperken van uitgaande kennisspillovers Het eerste cluster van motieven is verbonden met de ontwikkeling van technologie en wetenschap. Samenwerking is een middel om kennis te verwerven omtrent nieuwe inzichten en wetenschappelijke doorbraken in de nabije toekomst. De toenemende complexiteit en het interdisciplinaire karakter van nieuwe technologieën nopen bedrijven tot een verbreding van hun kennis buiten hun kerncompetenties. Het aangaan van kennisrelaties helpt bedrijven toegang te krijgen tot nieuwe kennis, tegen lagere kosten of sneller dan wanneer zij alleen kennis zouden moeten verwerven. Niet alle technologiegebieden hebben te maken met dezelfde mate van complexiteit. Het belang van dit cluster van motieven kan sectorspecifiek zijn. Het tweede cluster van motieven heeft betrekking op kennisverwerving zelf. Naarmate onderzoek en ontwikkeling meer kennisintensief wordt, bijvoorbeeld als gevolg van toenemende technische complexiteit, wordt het beheer van bestaande kennis en de integratie met nieuwe kennis steeds belangrijker. Kennismanagement zal steeds meer een strategisch belangrijke kerncompetentie worden in het innovatieproces (Tidd e.a. [1997]). Nooteboom [1999] spreekt in dit verband van 'kennis en leren'. Leren kan binnen de eigen organisatie, maar een bedrijf kan ook (meer) leren van andere bedrijven (vergelijk ook 'learning by doing', Arrow [1971]). Kennisrelaties hebben niet alleen betrekking op kennisverwerving, maar ook op het proces van kennisverwerving zelf c.q. kennismanagement. De derde cluster heeft betrekking op economisch georiënteerde motieven. Dit cluster van motieven is meer van toepassing op samenwerking waarin kostenreductie, 'time-to-market' e.d. een belangrijke rol spelen. Het vierde cluster van motieven heeft betrekking op het bijzondere karakter van kennis als publiek goed en het optreden van kennisspillovers. Met kennisspillovers wordt het onbedoeld weglekken van kennis naar andere partijen bedoeld, die deze kennis kunnen aanwenden zonder dat daar een vergoeding tegenover staat. Overigens gaat het bij kennis gaat het niet alleen om technologische kennis maar ook marktkennis. Het overzicht van motieven is gepresenteerd vanuit een lineair model van innovatie, en de impliciete veronderstelling is, dat innovatie sterk technologisch gedreven is. Daartegenover kan een meer economische visie worden gezet, die uitgaat van de marktomstandigheden waaronder bedrijven opereren. Een toenemende concurrentie en het belang van productdifferentiatie zorgen voor een belangrijke prikkel om te innoveren. Kennisspillovers spelen 11

22 een tweezijdige rol in het innovatieproces. Kennisspillovers bieden bedrijven 'een venster' op het gedrag van concurrenten en kunnen een sterke impuls geven voor innovatie. Aan de andere kant zorgt het weglekken van kennis naar concurrenten voor een negatieve prikkel om te innoveren. Een belangrijke vraag is onder welke voorwaarden een bedrijf d.m.v. O&Osamenwerking c.q. kennisrelaties vat kan krijgen op kennisspillovers. Economische en organisatorische voorwaarden De hierboven gepresenteerde motieven geven geen direct uitsluitsel welke (economische en organisatorische) voorwaarden belangrijk zijn voor O&O-samenwerking. Noch bieden zij een duidelijk theoretisch kader voor de verklaring voor het aangaan of juist niet aangaan van een samenwerkingsverband. De vraag is of alle motieven even belangrijk zijn voor het keuzeproces onder alle economische condities. Ook is het de vraag of genoemde motieven onder alle omstandigheiden van gelijk belang zijn voor een kennisrelatie tussen een bedrijf en bijvoorbeeld een universiteit. Een eerste vraag die opkomt is, zijn er duidelijke verschillen waar te nemen tussen de motieven die leiden tot het aangaan van een publieke kennisrelaties en de motieven die leiden tot het aangaan van private kennisrelaties, en zo ja, om welke verschillen gaat het dan. Een tweede vraag is, of het keuzeproces wordt gestuurd door motieven of dat juist economische en organisatorische voorwaarden voor samenwerking van belang zijn? 'Skill-sharing' versus 'cost-sharing' Een eerste stap om meer duidelijkheid te krijgen over de relatie tussen economische en organisatorische condities en motieven voor O&O-samenwerking, is vanuit een ander perspectief naar motieven voor samenwerking te kijken. Sakakibara [1997] onderscheidt twee hoofdcategorieën van motieven: 'skill-sharing' versus 'cost-sharing'. De eerste categorie heeft betrekking op het verwerven van kennis (in- en out-sourcing), leren, kennistransfer en het management van kennisverwerving. De tweede hoofdcategorie bevat motieven, die betrekking hebben op geldelijke en economische aspecten van innovatie, zoals de reductie van kosten, vergroten van de efficiëntie van het O&O-proces, marktvoorwaarden, concurrentie(kracht) en toe-eigeningscondities. De motieven die tot de eerste categorie ('Skill-sharing') kunnen worden gerekend, kunnen worden geplaatst binnen het raamwerk van de transactiekostentheorie en in het bijzonder binnen het raamwerk van de 'capability approach' en 'organisational economics' (Foss [1999], Hagedoorn [1993], Hagedoorn e.a. [2000], Hemphill & Vonortas [2003], Nooteboom [1999]). 5 Samenwerking in het algemeen vereist bepaalde competenties op het gebied van organisatie en management, en in het geval van O&O-samenwerking een zekere 5 Hagedoorn e.a. [2000] onderscheiden drie theoretische gebieden die van belang zijn in het kader van O&Osamenwerking: transactiekostentheorie, theorieën met betrekking tot strategisch management en de theorie van de industriële organisatie. De transactiekostentheorie en strategisch management zijn zeer nauw met elkaar verbonden en hebben betrekking op min of meer dezelfde aspecten van het innovatieproces (management van het innovatieproces in brede zin, ook wel omschreven als innovatiemanagement). 12

23 mate van absorptievermogen. Hierbij is ook de 'absorptive capacity' van innoverende bedrijven van belang (Cohen & Levinthal [1989,1990]), alsmede de mate waarin zij in staat zijn intern en extern verworven kennis te integreren en aan te wenden voor innovatieve activiteiten (kennismanagement). De relatie tussen O&O-samenwerking en marktcondities, kennisspillovers (toe-eigeningscondities) en concurrentie, de tweede hoofdcategorie, kunnen worden geanalyseerd binnen de 'Schumpetriaanse' traditie van de theorie van de Industriële Organisatie (Arrow [1962], Kamien & Schwartz [1982], Scherer [1984]). De hierboven geschetste theoretische opzet komt in grote lijnen overeen met die van Kogut [1988]. Kogut [1988] onderscheidt drie theoretische benaderingen om het keuzeproces van samenwerkingsverbanden te analyseren. De eerste benadering is vanuit de transactiekostentheorie. De tweede benadering verklaart samenwerkingsverbanden vanuit strategisch gedrag, in het bijzonder vanuit het streven naar winstmaximalisatie en het versterken van de concurrentiepositie. Deze benadering past binnen het theoretisch kader van de industriële organisatie. De derde benadering verklaart samenwerkingsverbanden vanuit de behoefte aan kennis en het proces van kennisverwerking. In dit proefschrift verklaren we samenwerkingsverbanden vooral vanuit de behoefte om (aanvullende) kennis te verwerven ('capability approach'). Om gezamenlijk kennis te kunnen verwerven moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan, die vanuit de transactiekostentheorie en de theorie van de industriële organisatie geanalyseerd kunnen worden O&O-samenwerking bezien vanuit de transactiekostentheorie Transactiekostentheorie Het keuzeproces om wel of niet gezamenlijk O&O uit te voeren, kan worden geanalyseerd binnen het theoretische raamwerk van de verticale integratie ('boundaries of the firm'). In principe kan iedere organisatie alles aankopen of uitbesteden. Daarmee rijst de vraag waarom en onder welke omstandigheden bedrijven beslissen producten (of onderdelen daarvan) zelf te produceren of te kiezen voor uitbesteding, ofwel de maak-of-koop beslissing ('make or buydecision'). 7 De theoretische grondslagen van de maak-of-koop beslissing (waar eindigt het 6 7 Vergelijk ook Teece [1992,1996] en Teece e.a. [1997] die naast marktcondities vooral het belang van organisatorische aspecten benadrukt, die van belang zijn bij samenwerking en de commercialisering van innovaties. Met uitbesteding wordt ook de aankoop van intermediaire goederen bedoeld. Een bedrijf zou intermediaire goederen zelf kunnen fabriceren, maar bij aankoop is als het ware de productie ervan uitbesteed aan een andere organisatie, die een vergoeding ontvangt voor de productie en het verbruik van grondstoffen of halffabrikaten. Hetzelfde geldt voor de aankoop of uitbesteding van diensten. 13

24 bedrijf en begint de markt, of wel waar liggen de grenzen van organisaties) gaan terug op het werk van Coase [1937], later verder uitgewerkt door Williamson [1985]. 8 Het basisidee binnen de transactiekostentheorie is, dat alle transacties (uitwisseling van goederen en diensten) gepaard gaan met kosten. Elke voortbrenging van goederen of diensten is op te vatten als een serie van transacties waarbij een maak-of-koop beslissing moet worden genomen. Transacties kunnen zich afspelen tussen bedrijven, maar ook binnen bedrijven. Volgens Coase [1937] hebben bedrijven de keuze uit twee regimes. Regime één is uitbesteding, gebaseerd op het prijsmechanisme, en regime twee is zelf maken en gebruik maken van coördinatie binnen het bedrijf. De keuze wordt bepaald op basis van welk regime de laagste transactiekosten met zich meebrengt. 9 Verticale integratie ontstaat wanneer een bedrijf activiteiten intern uitvoert die ook aangekocht zouden kunnen worden. Maken of aankopen? De transactiekostentheorie heeft betrekking op de determinanten van de maak-of-koop beslissing. Het bestaan van bedrijven met verticale integratie impliceert dat markttransacties op basis van het prijsmechanisme (kopen) niet in alle gevallen de laagste transactiekosten met zich meebrengen en dat coördinatie (maken) binnen het bedrijf goedkoper is (Coase [1937], Williamson [1971]). De vraag is welke motieven ten grondslag liggen aan verticale integratie. In de eerste plaats zijn aan transacties via de markt kosten verbonden, zoals zoekkosten, kosten voor onderhandeling, opstellen van contracten, controle, bewaken en afdwingen van afspraken. Ook aan de coördinatie binnen het bedrijf zijn kosten verbonden, zoals plannen en afstemmen van de productie of kosten voor leidinggeven aan personeel e.d. (Williamson [1985]). De afweging om transacties te laten verlopen via de markt of door coördinatie ('hierarchy', in de terminologie van Williamson), wordt bepaald door drie kernelementen: de frequentie van de transactie ('small number bargaining'), specificiteit van de transactie ('asset specificity') en onzekerheid als gevolg van asymmetrische informatie en beperkte rationaliteit ('bounded rationality'), dat aanleiding geeft tot opportunistisch gedrag ('self-interest plus guile', Williamson [1975, blz. 26]). De maak-of-koop beslissing wordt bepaald door de omvang van het bedrijf, door de omvang en frequentie van de transacties. Naarmate een bedrijf groter is, heeft het meer middelen ter 8 9 Zie ook Chandler [1962, blz. 15], over de opkomst van (zeer) grote bedrijven: "Strategic growth resulted from an awareness of the opportunities and needs created by changing population, income, and technology- to employ existing or expanding resources more profitably. A new strategy required a new or at least refashioned structure if the enlarged enterprise was to be operated efficiently". Hier wordt vanuit een historisch perspectief strategie als leidende factor beschouwd voor de omvang van bedrijven, in plaats van een afweging op basis van transactiekosten. Nelson [1991] benadrukt, dat zowel strategie als structuur (organisatievorm) en capaciteiten ('capabilities') bepalende factoren zijn voor de groei of krimp van bedrijven. Vergelijk ook Williamson [1981] over de ontwikkeling van de 'moderne corporatie'. "A firm will tend to expand until the costs of organizing an extra transaction within the firm becomes equal to the costs of carrying out the same transaction by means of an exchange on the open market or the costs of organizing in another firm", Coase [1937, blz. 395]. 14

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Keeping youth in play Spruit, A. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Keeping youth in play Spruit, A. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Keeping youth in play Spruit, A. Link to publication Citation for published version (APA): Spruit, A. (2017). Keeping youth in play: The effects of sports-based interventions

Nadere informatie

Grey-Scale Measurements in Multi-Dimensional Digitized Images. Lucas J. van Vliet

Grey-Scale Measurements in Multi-Dimensional Digitized Images. Lucas J. van Vliet Grey-Scale Measurements in Multi-Dimensional Digitized Images Lucas J. van Vliet Grey-Scale Measurements in Multi-Dimensional Digitized Images proefschrift Ter verkrijging van de graad van doctor aan

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Inquiry-based leading and learning Uiterwijk-Luijk, E. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Inquiry-based leading and learning Uiterwijk-Luijk, E. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Inquiry-based leading and learning Uiterwijk-Luijk, E. Link to publication Citation for published version (APA): Luijk, E. (2017). Inquiry-based leading and learning:

Nadere informatie

University of Groningen. Vrije en reguliere scholen vergeleken Steenbergen, Hilligje

University of Groningen. Vrije en reguliere scholen vergeleken Steenbergen, Hilligje University of Groningen Vrije en reguliere scholen vergeleken Steenbergen, Hilligje IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please

Nadere informatie

Ethno-territorial conflict and coexistence in the Caucasus, Central Asia and Fereydan

Ethno-territorial conflict and coexistence in the Caucasus, Central Asia and Fereydan UvA-DARE (Digital Academic Repository) Ethno-territorial conflict and coexistence in the Caucasus, Central Asia and Fereydan Rezvani, B. Link to publication Citation for published version (APA): Rezvani,

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

UvA-DARE (Digital Academic Repository) UvA-DARE (Digital Academic Repository) Beroepsonderwijs tussen publiek en privaat: Een studie naar opvattingen en gedrag van docenten en middenmanagers in bekostigde en niet-bekostigde onderwijsinstellingen

Nadere informatie

Dynamic and Stochastic Planning Problems with Online Decision Making A Novel Class of Models. Maria Lucia Arnoldina Gerarda Cremers

Dynamic and Stochastic Planning Problems with Online Decision Making A Novel Class of Models. Maria Lucia Arnoldina Gerarda Cremers Dynamic and Stochastic Planning Problems with Online Decision Making A Novel Class of Models Maria Lucia Arnoldina Gerarda Cremers Publisher: University of Groningen Groningen The Netherlands Printed by:

Nadere informatie

Bouwen op een gemeenschappelijk verleden aan een succesvolle toekomst Welling, Derk Theodoor

Bouwen op een gemeenschappelijk verleden aan een succesvolle toekomst Welling, Derk Theodoor University of Groningen Bouwen op een gemeenschappelijk verleden aan een succesvolle toekomst Welling, Derk Theodoor IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF)

Nadere informatie

Transnational Forces and Corporate Governance Regulation in Postsocialist Europe

Transnational Forces and Corporate Governance Regulation in Postsocialist Europe Transnational Forces and Corporate Governance Regulation in Postsocialist Europe reading committee: prof. dr. B. Greskovits dr. O.H Holman prof. dr. J.E. Keman dr. S. Shields prof. dr. R. Van Tulder Arjan

Nadere informatie

Macrodoelmatigheidsdossier BSc Business Analytics AANVRAAGFORMULIER NIEUWE OPLEIDING. 1. Basisgegevens. Tongersestraat LM Maastricht

Macrodoelmatigheidsdossier BSc Business Analytics AANVRAAGFORMULIER NIEUWE OPLEIDING. 1. Basisgegevens. Tongersestraat LM Maastricht AANVRAAGFORMULIER NIEUWE OPLEIDING 1. Basisgegevens Naam instelling(en) Contactgegevens Universiteit Maastricht School of Business and Economics Tongersestraat 53 6211 LM Maastricht 1 Naam Internationale

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Dit proefschrift bestudeert het gebruik van handelskrediet in de rijstmarkten van Tanzania. 18 We richten ons daarbij op drie aspecten. Ten eerste richten we ons op het

Nadere informatie

De hybride vraag van de opdrachtgever

De hybride vraag van de opdrachtgever De hybride vraag van de opdrachtgever Een onderzoek naar flexibele verdeling van ontwerptaken en -aansprakelijkheid in de relatie opdrachtgever-opdrachtnemer prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis ing. W.A.I.

Nadere informatie

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek Inleiding Administratieve Organisatie Opgavenboek Inleiding Administratieve Organisatie Opgavenboek drs. J.P.M. van der Hoeven Vierde druk Stenfert Kroese, Groningen/Houten Wolters-Noordhoff bv voert

Nadere informatie

University of Groningen. Zorgvermijding en zorgverlamming Schout, Hendrik Gerrit

University of Groningen. Zorgvermijding en zorgverlamming Schout, Hendrik Gerrit University of Groningen Zorgvermijding en zorgverlamming Schout, Hendrik Gerrit IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/32003 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Yuanyuan Zhao Title: Modelling the dynamics of the innovation process : a data-driven

Nadere informatie

Taal en Taalwetenschap

Taal en Taalwetenschap Taal en Taalwetenschap Antwoorden bij de opdrachten René Appel, Anne Baker, Kees Hengeveld, Folkert Kuiken en Pieter Muysken (redactie) Blackwell Publishers 2002 by Blackwell Publishers Ltd a Blackwell

Nadere informatie

Heeft uw bedrijf meer baat bij een relatie met meerdere banken of met één enkele bank?

Heeft uw bedrijf meer baat bij een relatie met meerdere banken of met één enkele bank? Heeft uw bedrijf meer baat bij een relatie met meerdere banken of met één enkele bank? Heeft uw bedrijf meer baat bij een relatie met meerdere banken of met één enkele bank? De voorbije jaren is het bankenlandschap

Nadere informatie

PARTNERSHIPS IN ZORGINKOOP DR ERIK M. VAN RAAIJ DR MERIEKE STEVENS

PARTNERSHIPS IN ZORGINKOOP DR ERIK M. VAN RAAIJ DR MERIEKE STEVENS PARTNERSHIPS IN ZORGINKOOP DR ERIK M. VAN RAAIJ (ERAAIJ@RSM.NL) DR MERIEKE STEVENS (MSTEVENS@RSM.NL) PARTNERSHIPS IN ZORGINKOOP: DE TCE RATIONALE (1) Bij elke inkooprelatie treden transactiekosten op (bijv.:

Nadere informatie

Juridische handreiking relatie BIM-protocol en de DNR 2011 (voor adviseurs en opdrachtgevers) prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis

Juridische handreiking relatie BIM-protocol en de DNR 2011 (voor adviseurs en opdrachtgevers) prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Juridische handreiking relatie BIM-protocol en de DNR 2011 (voor adviseurs en opdrachtgevers) prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis s-gravenhage, 2015 Omslagfoto Het voorbereiden van renovatiewerkzaamheden

Nadere informatie

Dag...onderwijs. Een onderzoek naar uitstroombeslissingen van meao-leerlingen. Ineke Lokman

Dag...onderwijs. Een onderzoek naar uitstroombeslissingen van meao-leerlingen. Ineke Lokman Dag...onderwijs Een onderzoek naar uitstroombeslissingen van meao-leerlingen Ineke Lokman Dag...onderwijs Een onderzoek naar uitstroombeslissingen van meao-leerlingen CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK,

Nadere informatie

STARTFLEX. Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam

STARTFLEX. Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam Colofon ONDERZOEKER StartFlex B.V. CONSULTANCY Centre for applied research on economics & management (CAREM) ENQETEUR Alexander Sölkner EINDREDACTIE

Nadere informatie

Citation for published version (APA): de Boer, H. (2009). Schoolsucces van Friese leerlingen in het voortgezet onderwijs. Groningen: s.n.

Citation for published version (APA): de Boer, H. (2009). Schoolsucces van Friese leerlingen in het voortgezet onderwijs. Groningen: s.n. University of Groningen Schoolsucces van Friese leerlingen in het voortgezet onderwijs de Boer, Hester IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to

Nadere informatie

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering Preadviezen voor de Vereniging voor Bouwrecht Nr. 41 Juridische aspecten van ketensamenwerking Naar een multidisciplinaire

Nadere informatie

Een evaluatie-onderzoek

Een evaluatie-onderzoek Het aanbod van onderwijsverzorging Een evaluatie-onderzoek A.J. Koster RION Monografieën onderwijsonderzoek 21 CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Koster, A.J. Het aanbod van onderwijsverzorging.

Nadere informatie

Integrale Plananalyse van Gebouwen Doel, methoden en analysekader

Integrale Plananalyse van Gebouwen Doel, methoden en analysekader boektitel Integrale Plananalyse van Gebouwen Doel, methoden en analysekader Voorwoord Integrale Plananalyse van Gebouwen Doel, methoden en analysekader onder redactie van: Theo van der Voordt Hielkje

Nadere informatie

Ondersteuning van impact door Hogescholen

Ondersteuning van impact door Hogescholen Ondersteuning van impact door Hogescholen Ronald Mooijer 27 juni 2017 Agenda IXA Impact Het belang van netwerken Directe ondersteuning aan onderzoekers driehoek Probleem Stakeholders Product Financiering

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Het voornaamste doel van dit proefschrift is nieuwe methoden te ontwikkelen en te valideren om de effectiviteit van customization te kunnen bepalen en hoe dataverzameling kan worden verbeterd. Om deze

Nadere informatie

Bantopa Terreinverkenning

Bantopa Terreinverkenning Bantopa Terreinverkenning Het verwerven en uitwerken van gezamenlijke inzichten Samenwerken als Kerncompetentie De complexiteit van producten, processen en services dwingen organisaties tot samenwerking

Nadere informatie

The Politics of Innovation in Public Transport

The Politics of Innovation in Public Transport The Politics of Innovation in Public Transport Issues, Settings and Displacements De politiek van innovatie in het openbaar vervoer Issues, settings en verplaatsingen (met een samenvatting in het Nederlands)

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) : Peeters-Podgaevskaja, A.V. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) : Peeters-Podgaevskaja, A.V. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) : Peeters-Podgaevskaja, A.V. Link to publication Citation for published version (APA): Peeters-Podgaevskaja, A. V. (2008). : Amsterdam: Pegasus General rights It

Nadere informatie

Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004

Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004 Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004 Hoofdrapport Samenstelling: Dr. L. Broersma & Drs D. Stelder, Sectie Ruimtelijke Economie, FEW, RuG Prof. Dr. J. van Dijk, Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen,

Nadere informatie

BESCHERMING VAN INNOVATIE MIDDELS BEDRIJFSGEHEIMEN EN OCTROOIEN: DETERMINANTEN VOOR BEDRIJVEN UIT DE EUROPESE UNIE SAMENVATTING

BESCHERMING VAN INNOVATIE MIDDELS BEDRIJFSGEHEIMEN EN OCTROOIEN: DETERMINANTEN VOOR BEDRIJVEN UIT DE EUROPESE UNIE SAMENVATTING BESCHERMING VAN INNOVATIE MIDDELS BEDRIJFSGEHEIMEN EN OCTROOIEN: DETERMINANTEN VOOR BEDRIJVEN UIT DE EUROPESE UNIE SAMENVATTING Juli 2017 BESCHERMING VAN INNOVATIE MIDDELS BEDRIJFSGEHEIMEN EN OCTROOIEN:

Nadere informatie

Onderzoek als project

Onderzoek als project Onderzoek als project Onderzoek als project Met MS Project Ben Baarda Jan-Willem Godding Eerste druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Ontwerp omslag: Studio Frank & Lisa, Groningen Omslagillustratie:

Nadere informatie

Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013

Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013 Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013 Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013 samengesteld door: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis ISBN 978-90-78066-82-8 NUR 822 2013, Stichting Instituut

Nadere informatie

Grafentheorie voor bouwkundigen

Grafentheorie voor bouwkundigen Grafentheorie voor bouwkundigen Grafentheorie voor bouwkundigen A.J. van Zanten Delft University Press CIP-gegevens Koninklijke Bibliotheek, Den Haag Zanten, A.J. van Grafentheorie voor bouwkundigen /

Nadere informatie

University of Groningen. Injury prevention in team sport athletes Dallinga, Joan

University of Groningen. Injury prevention in team sport athletes Dallinga, Joan University of Groningen Injury prevention in team sport athletes Dallinga, Joan IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please

Nadere informatie

De belofte van vitamines: voedingsonderzoek tussen universiteit, industrie en overheid Huijnen, P.

De belofte van vitamines: voedingsonderzoek tussen universiteit, industrie en overheid Huijnen, P. UvA-DARE (Digital Academic Repository) De belofte van vitamines: voedingsonderzoek tussen universiteit, industrie en overheid 1918-1945 Huijnen, P. Link to publication Citation for published version (APA):

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een bedrijf dat bereid is om te investeren in innovatie, zal er in de regel ook zeker van willen zijn dat het profiteert van deze innovatie zonder dat een concurrent de

Nadere informatie

Rijksuniversiteit Groningen. Actie, actie, actie. Proefschrift

Rijksuniversiteit Groningen. Actie, actie, actie. Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen Actie, actie, actie De vakbeweging en de regio Noord-Nederland, 1960-1992 Proefschrift ter verkrijging van het doctoraat in de Ruimtelijke Wetenschappen aan de Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Projectalliantie. Procesinnovatie bij complexe bouwprojecten

Projectalliantie. Procesinnovatie bij complexe bouwprojecten Projectalliantie Procesinnovatie bij complexe bouwprojecten Omslag, The National Museum of Australia, Canberra, Australië, foto J.S.J. Koolwijk, 2003 Projectalliantie Procesinnovatie bij complexe bouwprojecten

Nadere informatie

SYLLABUS SECURITY AWARENESS WORKSHOP Personeel

SYLLABUS SECURITY AWARENESS WORKSHOP Personeel 3/10/2012 TRIO SMC SYLLABUS SECURITY AWARENESS WORKSHOP Personeel Pagina 1 van 9 Verantwoording 2012 Uniformboard te Vianen en 2012 Trio SMC te Almere. Copyright 2012 voor de cursusinhoud Trio SMC te Almere

Nadere informatie

Visie op Valorisatie. van onderzoeken naar ondernemen. InnoTep, Radboud Universiteit Nijmegen, 30 september 2011. Maarten van Gils

Visie op Valorisatie. van onderzoeken naar ondernemen. InnoTep, Radboud Universiteit Nijmegen, 30 september 2011. Maarten van Gils Visie op Valorisatie van onderzoeken naar ondernemen InnoTep, Radboud Universiteit Nijmegen, 30 september 2011 Maarten van Gils Agenda Persoonlijke introductie Het onderzoeken bij MICORD De overgang in

Nadere informatie

Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst.

Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Het onderzoeksproject Innovatief Personeelsbeleid richt zich op de vraag hoe

Nadere informatie

Gebruik ruimte. Over het herverdelen van gebruiksruimte in het omgevingsplan en de verbinding met het beleidsconcept gebruiksruimte

Gebruik ruimte. Over het herverdelen van gebruiksruimte in het omgevingsplan en de verbinding met het beleidsconcept gebruiksruimte Gebruik ruimte Over het herverdelen van gebruiksruimte in het omgevingsplan en de verbinding met het beleidsconcept gebruiksruimte mr. R. Sillevis Smitt Eerste druk s-gravenhage - 2018 1 e druk ISBN 978-94-6315-037-8

Nadere informatie

HET SUCCES VAN DE VERGRIJZING

HET SUCCES VAN DE VERGRIJZING HET SUCCES VAN DE VERGRIJZING E EN VIS IE O P DE TO E KOMS T VA N W ER K, Z OR G, WO NE N EN VO O RZ IEN I N GEN HET D EN H A AG C EN TRU M VO O R S T R AT E G I S CHE S T UDI E S EN TN O HET SUCCES VAN

Nadere informatie

Innovatie en samenwerking door Utrechtse bedrijven

Innovatie en samenwerking door Utrechtse bedrijven Innovatie en samenwerking door Utrechtse bedrijven 2008-2012 Ester Hilhorst Economic Board Utrecht April 2014 Samenvatting Vinger aan de pols Innovatie is sterk verbonden met vooruitgang, vernieuwing en

Nadere informatie

Centre of expertise. voor samenwerking. B&C Bout&Co. structuur in samenwerking

Centre of expertise. voor samenwerking. B&C Bout&Co. structuur in samenwerking B&C Bout&Co structuur in samenwerking Centre of expertise voor samenwerking Centre of expertise Bout & Co vergroot de performance door verbetering van de structuur in samenwerking tussen ondernemingen,

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in?

Samenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in? Aanleiding voor het onderzoek Samenvatting In de 21 ste eeuw is de invloed van ruimtevaartactiviteiten op de wereldgemeenschap, economie, cultuur, milieu, etcetera steeds groter geworden. Ieder land dient

Nadere informatie

University of Groningen

University of Groningen University of Groningen Opvoeding op school en in het gezin. Onderzoek naar de samenhang tussen opvoeding en de houding van jongeren ten opzichte van sociale grenzen Mooren, Francisca Catharina Theodora

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

EXIN WORKFORCE READINESS opleider

EXIN WORKFORCE READINESS opleider EXIN WORKFORCE READINESS opleider DE ERVARING LEERT ICT is overal. Het is in het leven verweven geraakt. In een wereld waarin alles steeds sneller verandert, is het lastig te bepalen wat er nodig is om

Nadere informatie

EXIN WORKFORCE READINESS werkgever

EXIN WORKFORCE READINESS werkgever EXIN WORKFORCE READINESS werkgever DE ERVARING LEERT ICT is overal. Het is in het leven verweven geraakt. In een wereld waarin alles steeds sneller verandert, is het lastig te bepalen wat er nodig is om

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20488 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20488 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20488 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haar, Beryl Philine ter Title: Open method of coordination. An analysis of its

Nadere informatie

Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet

Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet Preadviezen voor de Vereniging voor Bouwrecht Nr. 38 Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet prof. mr. J.M.

Nadere informatie

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom Den Haag Ons kenmerk 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Onderwerp Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon Bijlage(n) geen Geachte heer Van

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) onderhoudt middels de organisaties Kerk in Actie (KiA) en ICCO Alliantie contacten met partners in Brazilië. Deze studie verkent de onderhandelingen

Nadere informatie

Werk en bijstand. Arbeidsmarktstrategieën van gemeenten

Werk en bijstand. Arbeidsmarktstrategieën van gemeenten Werk en bijstand Arbeidsmarktstrategieën van gemeenten i Dit onderzoek is mede mogelijk gemaakt door NICIS Institute in Den Haag Omslagontwerp, vormgeving en typografie: Marc Setz Copyright Shaker Publishing

Nadere informatie

OENOE WOENOE NOE WOENOE

OENOE WOENOE NOE WOENOE NOE WOENOE ENOE WOENOE OENOE WOENOE NOE WOENOE WOENOE WOE WOENOE WOENO WOENOE WO WOENOE IN WOENO DE OR Wel over eens, niet over eens Een luchtige inleiding in OR-land A. Maat Samensteller(s) en uitgever

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19116 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19116 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19116 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Dartel, Hans van Title: Naar een handelingsgericht ethiekbeleid voor zorgorganisaties

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

Effluent biomarkers in peritoneal dialysis: A captivating symphony from the peritoneal membrane Lopes Barreto, Deirisa

Effluent biomarkers in peritoneal dialysis: A captivating symphony from the peritoneal membrane Lopes Barreto, Deirisa UvA-DARE (Digital Academic Repository) Effluent biomarkers in peritoneal dialysis: A captivating symphony from the peritoneal membrane Lopes Barreto, Deirisa Link to publication Citation for published

Nadere informatie

INLEIDING. Deelrapport Samenwerken voor Innovatie Innovatiemonitor Noord-Nederland Pagina 2 van 10

INLEIDING. Deelrapport Samenwerken voor Innovatie Innovatiemonitor Noord-Nederland Pagina 2 van 10 1 INLEIDING SAMENWERKINGSPROJECT NOORD-NEDERLANDSE INNOVATIEMONITOR Dit rapport is opgesteld in het kader van de Noord-Nederlandse Innovatiemonitor. De monitor is het resultaat van een strategische samenwerking

Nadere informatie

The downside up? A study of factors associated with a successful course of treatment for adolescents in secure residential care

The downside up? A study of factors associated with a successful course of treatment for adolescents in secure residential care The downside up? A study of factors associated with a successful course of treatment for adolescents in secure residential care Annemiek T. Harder Studies presented in this thesis and the printing of this

Nadere informatie

Bantopa Kennismaken met Samenwerken

Bantopa Kennismaken met Samenwerken Bantopa Kennismaken met Samenwerken Vernieuwen door Samenwerken Samenwerken als Kerncompetentie De complexiteit van producten, processen en services dwingen organisaties tot samenwerking met andere bedrijven

Nadere informatie

BRAIN STRUCTURE AND FUNCTION IN CHILDREN BORN SMALL FOR GESTATIONAL AGE. Henrica Martina Antoinette de Bie

BRAIN STRUCTURE AND FUNCTION IN CHILDREN BORN SMALL FOR GESTATIONAL AGE. Henrica Martina Antoinette de Bie BRAIN STRUCTURE AND FUNCTION IN CHILDREN BORN SMALL FOR GESTATIONAL AGE Henrica Martina Antoinette de Bie Cover MP van den Heuvel, Josephine & Steven Ang This project was supported by an educational grant

Nadere informatie

Data-analyse voor Doelmatig Overheidsbeleid

Data-analyse voor Doelmatig Overheidsbeleid Conceptprogramma Driedaagse Leergang Data-analyse voor Doelmatig Overheidsbeleid Vrijdagen 2, 9 en 16 juni 2017 Hotel NH Utrecht Doelgroepen: Managers van kennis en informatie bij de overheid, waaronder:

Nadere informatie

Hoe U een Windows 8 Ready website op het Start Scherm Pint. Stap voor stap voorbeeld

Hoe U een Windows 8 Ready website op het Start Scherm Pint. Stap voor stap voorbeeld Hoe U een Windows 8 Ready website op het Start Scherm Pint. Stap voor stap voorbeeld Author : Johan van Soest Department : - Creation Date : dinsdag, december 25, 2012 Last Modified : dinsdag, december

Nadere informatie

smartops people analytics

smartops people analytics smartops people analytics Introductie De organisatie zoals we die kennen is aan het veranderen. Technologische ontwikkelingen en nieuwe mogelijkheden zorgen dat onze manier van werken verandert. Waar veel

Nadere informatie

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer AUTEURS Jonathan Desdemoustier, onderzoeker-doctorandus, Smart City Institute, HEC-Liège, Universiteit van Luik (België)

Nadere informatie

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 1 Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 2 Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 3 Arie Quik Hou

Nadere informatie

Methoden en Regels voor de Projectplanning. Een Toepassing van Beslissingsondersteunende Systemen

Methoden en Regels voor de Projectplanning. Een Toepassing van Beslissingsondersteunende Systemen Methoden en Regels voor de Projectplanning Een Toepassing van Beslissingsondersteunende Systemen CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Vrolijk, Hans Cornelis Johan Uitgegeven bij: Labyrinth Publication

Nadere informatie

Lekenpraatje. Advanced Econometric Marketing Models Geavanceerde econometrische marketing modellen. 6 november 2003

Lekenpraatje. Advanced Econometric Marketing Models Geavanceerde econometrische marketing modellen. 6 november 2003 Lekenpraatje Advanced Econometric Marketing Models Geavanceerde econometrische marketing modellen 6 november 2003 Meneer de rector, hooggeachte commissie, highly learned opponent, dames en heren. Zoals

Nadere informatie

Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk

Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.

Nadere informatie

Serie: Elementaire theorie accountantscontrole. Auditing & Assurance: Bijzondere opdrachten. Hoofdredactie Prof. dr. G.C.M.

Serie: Elementaire theorie accountantscontrole. Auditing & Assurance: Bijzondere opdrachten. Hoofdredactie Prof. dr. G.C.M. Serie: Elementaire theorie accountantscontrole Auditing & Assurance: Bijzondere opdrachten Hoofdredactie Prof. dr. G.C.M. Majoor RA Auteurs Drs. B.A. Heikoop-Geurts RA M.J.Th. Mooijekind RA Drs. H.L. Verkleij

Nadere informatie

EXIN WORKFORCE READINESS professional

EXIN WORKFORCE READINESS professional EXIN WORKFORCE READINESS professional DE ERVARING LEERT ICT is overal. Het is in het leven verweven geraakt. In een wereld waarin alles steeds sneller verandert, is het lastig te bepalen wat er nodig is

Nadere informatie

* * Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden. van. arbeidsrecht. arbeidsverhoudingen

* * Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden. van. arbeidsrecht. arbeidsverhoudingen m * * Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden L E X I C O N van arbeidsrecht en arbeidsverhoudingen ** k EUR op ir EUROPESE STICHTING TOT VERBETERING VAN DE LEVENS- EN

Nadere informatie

University of Groningen. Enabling knowledge sharing Smit - Bakker, Marloes

University of Groningen. Enabling knowledge sharing Smit - Bakker, Marloes University of Groningen Enabling knowledge sharing Smit - Bakker, Marloes IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check

Nadere informatie

Jaarrekening. Henk Fuchs OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk

Jaarrekening. Henk Fuchs OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk Jaarrekening Henk Fuchs OPGAVEN- EN WERKBOEK Tweede druk Jaarrekening Opgaven- en werkboek Jaarrekening Opgaven- en werkboek Henk Fuchs Tweede druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Opmaak binnenwerk:

Nadere informatie

Transformeer naar een data gedreven organisatie. Strategy & Big Data Analytics Leadership

Transformeer naar een data gedreven organisatie. Strategy & Big Data Analytics Leadership Transformeer naar een data gedreven organisatie Strategy & Big Data Analytics Leadership Details Cursusduur 4 dagen Datum en locatie 2, 3, 13, 14 november 2017 - Tilburg Tijd 09:00-18:00, 09:00-16:30,

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/55514 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Maanen, E.M.T. van Title: Systems pharmacology of the amyloid cascade : unfolding

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) VR as innovation in dental education de Boer, I.R. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) VR as innovation in dental education de Boer, I.R. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) VR as innovation in dental education de Boer, I.R. Link to publication Citation for published version (APA): de Boer, I. R. (2017). VR as innovation in dental education:

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

opgaven- en werkboek GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Henk Fuchs 1e druk

opgaven- en werkboek GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Henk Fuchs 1e druk opgaven- en werkboek Henk Fuchs GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 1e druk Geconsolideerde jaarrekening Opgaven- en werkboek Geconsolideerde jaarrekening Opgaven- en werkboek Henk Fuchs Eerste druk Noordhoff

Nadere informatie

PAUL POSTMA BIG DATA MARKETING SNEL - SIMPEL - SUCCESVOL

PAUL POSTMA BIG DATA MARKETING SNEL - SIMPEL - SUCCESVOL PAUL POSTMA BIG DATA MARKETING SNEL - SIMPEL - SUCCESVOL Ontwerp omslag: Bart van den Tooren Opmaak: Studio Nico Swanink Illustratie pagina 158: Gertjan Kleijne Eindredactie: Peter van der Horst ISBN 9789492196200

Nadere informatie

ERIC RASSIN. Daarom. De psychologie van oorzaak en gevolg in 20 raadsels SCRIPTUM

ERIC RASSIN. Daarom. De psychologie van oorzaak en gevolg in 20 raadsels SCRIPTUM DAAROM DUS ERIC RASSIN Daarom dus De psychologie van oorzaak en gevolg in 20 raadsels SCRIPTUM Copyright 2016 Eric Rassin Grafische vormgeving cover Jan van Zomeren Grafische vormgeving binnenwerk www.igraph.be

Nadere informatie

Samenwerken aan een toekomstbestendige retailsector

Samenwerken aan een toekomstbestendige retailsector Samenwerken aan een toekomstbestendige retailsector Wie wij zijn Het Retail Innovation Platform helpt de innovatie- en concurrentiekracht van de retailsector te versterken. Samen met retailers en andere

Nadere informatie

Cover Page. Author: Çelik, Saniye Title: Sturen op verbinden : de business case van diversiteit van publieke organisaties Issue Date:

Cover Page. Author: Çelik, Saniye Title: Sturen op verbinden : de business case van diversiteit van publieke organisaties Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/44122 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Çelik, Saniye Title: Sturen op verbinden : de business case van diversiteit van

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/24307 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Broek, Colette van den Title: Optimisation of colorectal cancer treatment Issue

Nadere informatie

Blommaert. Bedrijfseconomische Analyses OPGAVEN. Blommaert & Bedrijfseconomie vanuit managementperspectief. Zevende druk

Blommaert. Bedrijfseconomische Analyses OPGAVEN. Blommaert & Bedrijfseconomie vanuit managementperspectief. Zevende druk Blommaert Blommaert & Bedrijfseconomische Analyses Bedrijfseconomie vanuit managementperspectief OPGAVEN Zevende druk Bedrijfseconomische Analyses Opgaven en uitwerkingen Bedrijfseconomische Analyses

Nadere informatie

NIEUWE SJABLONEN VOOR KLEOS GEBRUIKERSINSTRUCTIE

NIEUWE SJABLONEN VOOR KLEOS GEBRUIKERSINSTRUCTIE NIEUWE SJABLONEN VOOR KLEOS GEBRUIKERSINSTRUCTIE Kleos Postbus 23 7400 GA Deventer T: 0570 67 35 55 F: 0172 46 69 98 E: software@kluwer.nl I: kleos.kluwer.nl/ Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is

Nadere informatie

Regie uit een andere Branche. Hoe om te gaan met de vraag en de levering. Facto Magazine Congres 12 mei 2009. www.quintgroup.com

Regie uit een andere Branche. Hoe om te gaan met de vraag en de levering. Facto Magazine Congres 12 mei 2009. www.quintgroup.com Regie uit een andere Branche Facto Magazine Congres 12 mei 2009 Hoe om te gaan met de vraag en de levering THIS DOCUMENT CONTAINS PROPRIETARY INFORMATION, WHICH IS PROTECTED BY COPYRIGHT. ALL RIGHTS RESERVED.

Nadere informatie

Double View Double View design hekwerk panelen in 19 designs

Double View Double View design hekwerk panelen in 19 designs Double View Double View design hekwerk panelen in 19 designs Personal Design Technology Oplossingen Mauriks Solutions denkt mee in oplossingen en biedt een breed assortiment aan producten. Voor de juiste

Nadere informatie

Leiderschap in Turbulente Tijden

Leiderschap in Turbulente Tijden De Mindset van de Business Leader Leiderschap in Turbulente Tijden Onderzoek onder 175 strategische leiders Maart 2012 Inleiding.. 3 Respondenten 4 De toekomst 5 De managementagenda 7 Leiderschap en Ondernemerschap

Nadere informatie

Beweging in veranderende organisaties

Beweging in veranderende organisaties Beweging in veranderende organisaties Kilian Bennebroek Gravenhorst Werken met vragenlijsten voor versterking van veranderingsprocessen PROFESSIONEEL ADVISEREN 5 Inhoud Voorwoord 7 Opzet van het boek 9

Nadere informatie

T Titel stage/afstudeeropdracht : Toekomstvaste Applicatie Integratie - Interconnectiviteit

T Titel stage/afstudeeropdracht : Toekomstvaste Applicatie Integratie - Interconnectiviteit Titel stage/afstudeeropdracht : Toekomstvaste Applicatie Integratie - Interconnectiviteit Duur van stage/afstuderen Manager Begeleider Locatie : 6 à 9 Maanden : dr. ir. J.J. Aue : dr. ir. H.J.M. Bastiaansen

Nadere informatie

Zuinige Superinnovatoren. Deelrapport Noord-Nederlandse Innovatiemonitor. Prof.Dr. Dries Faems

Zuinige Superinnovatoren. Deelrapport Noord-Nederlandse Innovatiemonitor. Prof.Dr. Dries Faems Deelrapport Noord-Nederlandse Innovatiemonitor Prof.Dr. Dries Faems d.l.m.faems@rug.nl 1. INLEIDING 1.1 SAMENWERKINGSPROJECT NOORD-NEDERLANDSE INNOVATIEMONITOR Dit rapport is opgesteld in het kader van

Nadere informatie

Vermogensplanning [vol] Praktisch en eenvoudig. Vermogensplanning GREENILLE

Vermogensplanning [vol] Praktisch en eenvoudig. Vermogensplanning GREENILLE Vermogensplanning [vol] 13-10-2005 15:02 Pagina 1 Dit boek bevat praktische tips, concrete voorbeelden en heldere adviezen die zullen helpen om uw vermogen beter te plannen. De uit de States overgewaaide

Nadere informatie