In te stemmen met het op 23 december 2003 tot stand gekomen onderhandelaarsakkoord met de in de Commissie van Overleg vertegenwoordigde bonden.

Transcriptie

1 RIS112485_26-JAN-2004 Gemeente Den Haag Ons kenmerk BSD/ RIS HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, Besluit: In te stemmen met het op 23 december 2003 tot stand gekomen onderhandelaarsakkoord met de in de Commissie van Overleg vertegenwoordigde bonden. Den Haag, 20 januari 2004 Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester, N. van Mourik, lo. W.J. Deetman Postadres: Postbus , 2500 DJ Den Haag Telefoon: Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Fax: Internetadres:

2 BSD/ Toelichting Inleiding. In het lokaal overleg met de bonden is van werkgevers- en werknemerszijde geconstateerd, dat er naast de onderwerpen waarover in LOGA-verband (het CAO-overleg binnen de sector gemeenten) besluiten zijn genomen, die door deze gemeente in beginsel worden gevolgd, nog een aantal lokale onderwerpen resteert. Beide partijen vonden het zinvol om over deze onderwerpen afrondend overleg te voeren. Daartoe is een werkgroep in het leven geroepen (de werkgroep Matrix CAO), bestaande uit ambtenaren van deze gemeente en vakbondsvertegenwoordigers, onder voorzitterschap van de plaatsvervangend directeur POI. Deze werkgroep heeft een inventarisatie gemaakt van onderwerpen, die op de lokale onderhandelingstafel zouden moeten komen. Deze inventarisatie omvat drie onderwerpen, die samen het lokale onderhandelingspakket vormen. Het betreft opheffing van relevante verschillen tussen ARG (de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Den Haag) en CAR-UWO (de sectorale gemeentelijke CAO), vereenvoudiging van de verplaatsingskostenregeling en regeling van medezeggenschapsfaciliteiten. 1. Opheffing relevante verschillen tussen ARG en CAR-UWO. Uit onderzoek is gebleken, dat de verschillen, die tussen de ARG en de CAR/UWO bestaan in grote mate technisch van aard en in beperkte mate inhoudelijk van aard zijn. De relevante (inhoudelijke) verschillen bevatten plussen en minnen, die grosso modo tegen elkaar wegvallen. Om redenen van doelmatigheid is het gewenst om in beginsel integraal de CAR/UWO te volgen en slechts bij uitzondering te kiezen voor lokaal afwijkende regelingen. Hierbij dient onder meer gedacht te worden aan het feit, dat de gemeente niet aangesloten is bij het IZA (de ziektekostenverzekeraar van de sector gemeenten). Van werkgeverszijde is voorgesteld is om rekening houdend met eerdergenoemd uitgangspunt de relevante (inhoudelijke) verschillen tussen ARG en CAR/UWO op te heffen en de overige regelingen in een volgende fase daarmee te harmoniseren. 2. Vereenvoudiging van de verplaatsingskostenregeling. Als gevolg van gewijzigde omstandigheden en inzichten bestaat er aanleiding om op een aantal punten de Regeling Vergoeding Verplaatsingskosten 1992 te herzien. Aan de bestaande regeling lag een stimuleringsplan wonen in Den Haag, openbaar vervoer- en fietsgebruik ten grondslag. In de regeling zijn bepalingen opgenomen die het belang benadrukken van het wonen in Den Haag, de stad waarvoor men werkt. In de regeling is een afgeperkt woongebied opgenomen waarbinnen vergoeding van woon- werkverkeer op basis van openbaar vervoer kan worden verkregen. Binnen Den Haag kan men onder voorwaarden ook aanspraak maken op een vergoeding in de kosten van openbaar vervoer. Het vastleggen van een woongebied wordt ervaren als een ongewenste beperking in de privé-sfeer.

3 BSD/ Bij verhuizing vanuit Den Haag, Voorburg of Rijswijk naar een andere gemeente vervalt namelijk de aanspraak op vergoeding woon- werkverkeer ook al ligt de plaats binnen het in de regeling opgenomen woongebied. Daarnaast wordt de uitvoering van de regeling door diensten als complex ervaren. Het loslaten van het begrip woongebied levert volgens de diensten niet veel meer extra kosten op. Van werkgeverszijde is derhalve voorgesteld om het begrip woongebied weg te laten. Ten aanzien van een vergoeding voor woon- werkverkeer was in de oude regeling een maximum opgenomen en een eigen bijdrage. Dit blijft in de herziene regeling gehandhaafd. Gebleken is tevens dat de in de regeling opgenomen bepalingen betreffende dienstreizen naar het buitenland niet altijd even duidelijk werden ervaren. Van werkgeverszijde zijn derhalve bepalingen voorgesteld omtrent voorwaarden en declaratie van kosten. Tenslotte zijn met het oog op de gewijzigde fiscale wetgeving en rijksregelingen een aantal bedragen aangepast en de carpool-vergoeding vervallen. 3. Vastlegging faciliteiten t.b.v. overleg met de vakbonden en financiële tegemoetkoming ten tijde van or-verkiezingen In de Commissie van Overleg (GO) wordt overleg gevoerd over de lokale arbeidsvoorwaarden en over onderwerpen in relatie tot de werkgelegenheid wanneer deze onderwerpen leiden tot personele consequenties zoals ontslag, dan wel tot financiële gevolgen voor het personeel. De commissie bestaat uit een vertegenwoordiging van het college en een vertegenwoordiging van de vakbonden. Onderwerpen die in het GO aan bod komen worden voorgesproken in de Algemene Subcommissie (ASC). Deze commissie bestaat eveneens uit een vertegenwoordiging van het college en een vertegenwoordiging van de vakbonden, aangevuld met een vertegenwoordiging vanuit het Overleg van Diensthoofden. Sinds de jaren negentig is er door de vakbonden een ambtelijk secretaris aangewezen, die de vakbonden ondersteunt in de voorbereiding en verslaglegging van de vergaderingen van het GO en de ASC. De faciliteiten voor deze ambtelijk secretaris waren gebaseerd op het groot aantal vergaderingen dat in die tijd i.v.m. de vorming van de veldprojecten en daaruit voortvloeiende reorganisaties en privatiseringen werd gehouden. De faciliteiten bestaan uit een vergoeding van een aantal uren per week ambtelijk secretaris ( een dag per week) en het beschikbaar stellen van vergaderruimte voor vooroverleg van de vakbonden. Inmiddels is het aantal vergadering teruggelopen. Er is hiervoor een aantal redenen aan te geven, naast het feit dat de tijd van veldprojecten en grote reorganisaties voorbij is. Een van die redenen is het feit dat veel al op de landelijke onderhandeltafel (namelijk het College van Arbeidszaken) wordt afgesproken. Daarnaast speelt mee de invoering van Gelijkwaardig Overleg en de totstandkoming van de Centrale Ondernemingsraad (COR) in Een deel van de onderwerpen die voorheen in het GO werden behandeld, liggen nu op de onderhandelingstafel van de COR. Er is thans behoefte - zowel vanuit de organisatie als de vakbonden - aan het vastleggen van de faciliteiten t.b.v. de ondersteuning van de vakbonden.

4 BSD/ Faciliteiten ambtelijk secretaris en beschikbaarstelling vergaderruimte Het aantal vergaderingen van het GO en dus ook de ASC is sinds 1998 drastisch teruggelopen. In de tijd van de veldprojecten en grote reorganisaties waren dit vaak meer dan 20 vergaderingen per jaar. Thans, door het volgen van het College van Arbeidszaken en de komst van de COR, is dit teruggebracht tot ongeveer 10 vergaderingen per jaar. Wel wordt van de ambtelijk secretaris meer interne afstemming gevraagd met de werkzaamheden van de COR. Van werkgeverszijde is derhalve voorgesteld om de faciliteiten voor de ambtelijk secretaris vast te stellen op een dagdeel per week op het niveau van salarisgroep 7. Ten aanzien van het beschikbaarstellen van vergaderruimte voor vooroverleg van de vakbonden en bijeenkomsten met de achterban, is voorgesteld om de kosten hiervan te vergoeden tot een maximum van 10 bijeenkomsten per bond Financiële tegemoetkoming ten tijde van or-verkiezingen. Iedere drie jaar worden de verkiezingen gehouden voor ondernemingsraden bij de diensten van de gemeente. De vakbonden verrichten hiervoor werkzaamheden, zoals het opstellen van kandidatenlijsten, het maken van propaganda etc. De vakbonden kregen hiervoor een financiële tegemoetkoming ten bedrage van fl 10,- per aangesloten lid. Dit bedrag is sinds begin jaren tachtig niet meer bijgesteld. De werkgever is gebaat bij goede medezeggenschap. De vakorganisaties steken veel energie in het organiseren van or-verkiezingen en doen een extra inspanning om leden te overtuigen van het belang van een goede orvertegenwoordiging en ze te werven voor een plek op de kandidatenlijst. Voorgesteld is derhalve om dit bedrag aan te passen naar 10,- per aangesloten lid. De vergoeding aan de vakbonden vindt eens in de drie jaar plaats ten tijde van de or-verkieizingen. Voor de uitbetaling van dit bedrag dienen de vakbonden in het najaar voorafgaande aan het jaar van de verkiezingen een opgave te doen van het aantal aangesloten leden. Op basis daarvan zal het bedrag worden overgemaakt. Uitkomst onderhandelingen. In het uit de hiervoor weergegeven drie onderwerpen samengestelde onderhandelingspakket zitten een aantal plussen voor het personeel. Daar staan voor de werkgever ook een aantal voordelen tegenover. Het pakket resulteert in een vermindering van de transactiekosten (door verlichting van het lokale overleg en de daarmee samenhangende centrale en decentrale werkzaamheden) en een vermindering van de administratieve lasten (door vereenvoudiging van de administratieve uitvoering). Naar verwachting zal het pakket derhalve budgettair neutraal ingevoerd kunnen worden. Over dit onderhandelingspakket is met de in het lokale overleg (het GO) vertegenwoordigde bonden intensief overleg gevoerd.

5 BSD/ Tijdens de onderhandelingen is van werkgeverszijde toegezegd, dat de afschaffing van het 12½-jarig ambtsjubileum pas op 1 januari 2005 in zal gaan. Bovendien is toegezegd, dat in de nieuwe beloningsregeling, die eveneens bij deze onderhandelingen is betrokken, opgenomen zal worden, dat in geval van achterwege laten van de jaarlijkse periodiek wegens ziekte deze periodiek na werkhervatting het jaar daarop alsnog toegekend wordt, mits aan de overige voorwaarden voldaan is. Vervolgens is op 23 december 2003 een onderhandelaarsakkoord met de bonden tot stand gekomen. Het college stemt hierbij in met dit akkoord. Ter uitwerking van dit lokaal akkoord zal op korte termijn de verplaatsingskostenregeling herzien worden. Tevens zal bij de eerstvolgende herziening van de ARG rekening gehouden worden met de consequenties van dit lokaal akkoord. Deze herziening zal in de loop van dit jaar plaats vinden en daarbij zal zo mogelijk tevens rekening gehouden worden met de uitkomsten van het nieuwe LOGAakkoord, dat naar verwachting medio dit jaar tot stand zal komen.

6 BSD/ afdruk aan: - 2x BSD, POI, F. Ester, mw. A.G. v.d. Horst-Voorn - 1x BBI Postbus - 1x Collegestukken VEB