Rapportage Evaluatie Kenniscentrum CaRES Hanzehogeschool Groningen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rapportage Evaluatie Kenniscentrum CaRES Hanzehogeschool Groningen"

Transcriptie

1 Rapportage Evaluatie Kenniscentrum CaRES Hanzehogeschool Groningen

2 Scheveningseweg KV Den Haag T (070) F (070) I E info@hobeon.nl Rapportage Evaluatie Kenniscentrum CaRES Hanzehogeschool Groningen Hobéon Management Consult BV Datum: Mei 2010 Auditteam: ir. A.T. de Bruijn (voorzitter) prof. dr. Mia Duijnstee prof. dr. Eric Verbiest prof. dr. Marijke Hopman-Rock F.M. Brouwer (secretaris)

3 SAMENVATTING De evaluatie waar hier verslag van gedaan wordt heeft betrekking op het Kenniscentrum CaRES in de Hanzehogeschool Groningen. In dit kenniscentrum zijn vijf lectoraten gebundeld op het gebied van jeugdbeleid, gezondheid en sport: Verpleegkundige Innovatie en Positionering, Sportwetenschap, Integraal Jeugdbeleid, Rehabilitatie en Transparante Zorgverlening. De evaluatie is door de hogeschool samen met Hobéon Management Consult voorbereid. Hobéon voerde het voorzitterschap en het secretariaat, de hogeschool stelde het inhoudelijk deskundige deel van de commissie samen. De hogeschool heeft samen met Hobéon het referentiekader opgesteld dat voor de evaluatie gehanteerd is. Missie en doelstellingen De Hanzehogeschool Groningen heeft de ambitie om een gerespecteerde Europese University of Applied Science te worden. Het uitgangspunt is, dat internationaal gesproken hoger onderwijs zonder onderzoek niet kan. Onderzoek en onderwijs zijn twee pijlers, die elkaar beïnvloeden. Het zijn de twee primaire processen in de organisatie. Voor het Kenniscentrum CaRES als geheel is als doelstelling geformuleerd het ontwikkelen van practice- en evidence-based kennis op het gebied van gezondheidszorg, rehabilitatie, onderwijs en sport, om vanuit een welgekozen benadering oplossingen aan te dragen voor complexe vraagstukken in de samenleving. De missie wordt in de zelfevaluaties van de lectoraten vertaald naar de drie prestatiegebieden: kennisontwikkeling, innovatie in de beroepspraktijk, bijdragen aan het beroepsonderwijs. De kennisontwikkeling staat centraal, deze wordt als voorwaardelijk gezien voor het realiseren van de doelstellingen op de andere gebieden. De opvattingen binnen het kenniscentrum over wat praktijkgericht onderzoek is zijn duidelijk en worden gedeeld. Elk lectoraat staat in een eigen netwerk, direct verbonden met de lectoraatsopdracht. De kwaliteit van het relatienetwerk waarin de lectoraten staan is uitstekend. De lectoraten hebben partners gevonden op strategisch niveau, die ook in staat zijn langlopende onderzoeksvragen te stellen en zodoende mede vorm te geven aan de missie van de lectoraten. Werkprogramma De onderzoekslijnen binnen CaRES liggen goeddeels op lectoraatsniveau. Overstijgende thema s zijn gezond opgroeien en gezond ouder worden. De dwarsverbindingen tussen de lectoraten komen inductief tot stand. Het kenniscentrum staat op het punt de omslag te maken naar een meer programmatische gestuurde invulling van onderzoekslijnen. Het netwerk waarin de lectoraten betrokken zijn leidt tot een goede samenwerking bij de uitvoering van het werkprogramma. De partners in het werkveld zijn zeer positief over de mogelijkheid om hun onderzoeksvragen bij het kenniscentrum neer te kunnen leggen en betrokken te zijn bij de uitvoering ervan. De samenwerking met kennisinstellingen als de Rijksuniversiteit Groningen en het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) is structureel. Ook op lectoraatsniveau zijn er vaak structurele verbindingen met relevante kennisinstellingen. De promotietrajecten zijn ook een belangrijk element in de verbinding tussen de lectoraten en de universiteit. Door de verbinding van lectoraten met schools, door de ontwikkeling van hogeschoolbrede thema s waaraan alle kenniscentra een bijdrage aan leveren, bestaat de mogelijkheid tot programmatische invloed van deze belanghebbenden en de gezamenlijke ontwikkeling van onderzoekslijnen. Context en voorwaarden Elk lectoraat is structureel verbonden aan een of meer Schools, Academies of Instituten. In de stuurgroepen van lectoraten en het kenniscentrum zijn steeds de Schools betrokken, de deans van de Schools zijn de leidinggevenden van de lectoren. Binnen deze relatie krijgen de lectoraten de professionele ruimte die ze nodig hebben. De huidige inbedding in de HRM-cyclus is op veel plaatsen in de organisatie al duidelijk geregeld. Ook op andere terreinen is het toesnijden van de voorzieningen en de dienstverlening op de agenda gezet. De kwaliteit van de onderzoekers is in orde. De lectoren zijn sterke professionals, die de veelvoudige eisen aan de functie van lector goed aankunnen. Hobéon Management Consult Rapportage Evaluatie Kenniscentrum CaRES, Hanzehogeschool Groningen mei

4 Er is in het kenniscentrum een sterke groei zichtbaar. De omvang van de afzonderljke lectoraten loopt sterk uiteen. De hogeschool heeft besloten om zo veel als mogelijk geen nieuwe lectoraten te starten, maar deze te verbinden aan de al bestaande, als embedded lectorate. De aanstellingsomvang, zowel van lectoren als van kenniskringleden is een punt dat de aandacht van de hogeschool en het kenniscentrum heeft. Resultaten De productiviteit van de lectoraten is groot. Er wordt gepubliceerd in refereed journals, in vaktijdschriften en publieksmedia, er worden presentaties, workshops, inleidingen op wetenschappelijke congressen en conferenties in het werkveld gehouden. De onderzoeken zijn zowel wetenschappelijk deugdelijk als voor de beroepspraktijk bruikbaar. De lectoren doen veel aan scholing van docenten in onderzoeksvaardigheden. In alle opleidingen is een onderzoekslijn ontwikkeld of in ontwikkeling. Vanuit de lectoraten zijn veel minors ontwikkeld en de thema s uit de lectoraten komen op verschillende plekken in het curriculum terug. De kenniskringleden die tevens docent zijn, zijn een belangrijk vehikel voor deze resultaten in het onderwijs. In de honours programma s die verschillende opleidingen opzetten voor de betere studenten spelen de lectoren altijd een rol. De academische werkplaatsen waarin studenten, onderzoekers en werkveld samenwerken zijn een inspirerende vorm waarin de lectoraten voor de vernieuwing van het onderwijs van betekenis zijn. Ook dragen de lectoren bij aan de ontwikkeling van nieuwe masters, waarbij zij dan tevens de belangrijkste dragers van het programma zijn. Uit de gesprekken met de interne en externe partners, de onderwijsorganisatie enerzijds, het werkveld/de kennisinstellingen anderzijds, is ons gebleken, dat de lectoraten een merkbare invloed hebben op hun omgeving. Uit de positie die CaRES inneemt in een aantal grote regionale programma s, ze hebben eerder al met naam en toenaam genoemd, leiden we af dat deze gesprekken een bevestiging zijn geweest van de waardering en betekenis van de lectoraten en hun onderzoek voor die omgeving. De doelstelling bij te dragen aan de kennisontwikkeling ten bate van de innovatie van de beroepspraktijk wordt gerealiseerd in een mate die past bij de omvang en ontwikkelingsfase van de lectoraten en het kenniscentrum als geheel. Ook in de met CaRES verbonden Schools is de invloed van de lectoraten, door bijdragen aan de vernieuwing van het onderwijs, minors, masters, onderzoekslijnen, scholing van docenten enz. aanzienlijk. Verbetermogelijkheden Ook wat goed is, kan beter. Het rapport besluit met een aantal verbetersuggesties. Deze komen allemaal neer op explicitering, versterking en structurering van wat al aanwezig is. Tezamen ondersteunen zij de al op gang zijnde kanteling van het kenniscentrum CaRES als bundeling van lectoraten naar een kenniscentrum met een samenhangende en door de omgeving gedragen onderzoeksprogrammering waarin elk lectoraat zijn eigen specifieke bijdrage aan levert. Hobéon Management Consult Rapportage Evaluatie Kenniscentrum CaRES, Hanzehogeschool Groningen mei

5 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING 1 INHOUDSOPGAVE 3 1. EVALUATIE KENNISCENTRUM CARES : HET PROCES Het Kenniscentrum CaRES Context van de evaluatie De rol van Hobéon Management Consult De opdracht Samenstelling van de commissie Het referentiekader De voorbereiding De visitatie 7 2. DE MISSIE EN DOELSTELLINGEN VAN HET KENNISCENTRUM Kwaliteit en bereik van de doelstellingen Afstemming van de missie op de omgeving Onderzoeksprofiel HET ONDERZOEKSPROGRAMMA VAN HET KENNISCENTRUM De onderzoeksthema s en het onderzoeksportfolio Betrokkenheid stakeholders bij opstelling en uitvoering van het onderzoeksprogramma MIDDELEN, VOORZIENINGEN, SAMENWERKINGSVERBANDEN De inbedding en positionering van het kenniscentrum binnen de instelling De kwaliteit van de onderzoekers De omvang van het Kenniscentrum in termen van mensen en middelen De interne en externe samenwerkingsverbanden RESULTATEN IN OUTPUT, OUTCOME EN IMPACT Resultaten op het gebied van kennisontwikkeling Resultaten op het gebied van beroepspraktijk en samenleving Resultaten op het gebied van onderwijs en scholing Verzameling van informatie over impact en waardering 5.5. Gerealiseerde impact en waardering VERBETERMOGELIJKHEDEN Bijlage I Referentiekader Bijlage II Programma visitatie kenniscentrum CaRES 25 Hobéon Management Consult Rapportage Evaluatie Kenniscentrum CaRES, Hanzehogeschool Groningen mei

6 1. EVALUATIE KENNISCENTRUM CARES : HET PROCES 1.1. Het Kenniscentrum CaRES Het Kenniscentrum CaRES is in 2007 gestart en omvat een vijftal lectoraten: Verpleegkundige Innovatie en Positionering, Sportwetenschap, Integraal Jeugdbeleid, Rehabilitatie en Transparante Zorgverlening. De lectoraten zelf zijn op verschillende momenten gestart, de ontwikkelingsfase waarin de gebundelde lectoraten verkeren, is daarom heel divers. Voor het eerste beeld is de volgende feitelijke informatie dienstig. Het lectoraat Transparante Zorgverlening is in 2002 ingesteld. Aanvankelijk startte men met zes kenniskringleden, nu zijn het er 48. Er zijn twee lectoren die samen een aanstellingsomvang van 1,0 fte hebben. Het lectoraat Rehabilitatie is in 2003 gestart. Er zijn op dit moment twee lectoren actief, één met een aanstellingsomvang van 0,8 fte en één met 0,2 fte. De kenniskring bestaat uit 14 personen. Het lectoraat Integraal Jeugdbeleid is in 2006 gestart. Er is op dit moment één lector, met een aanstellingsomvang van 0,8 fte en er zijn negen kenniskringleden. Het lectoraat Sportwetenschap is in 2007 gestart. Het heeft één lector met een aanstellingsomvang van 0,2 fte en een associate lector van 0,6 fte. De kenniskring bestaat uit acht personen. Het lectoraat Verpleegkundige Innovatie en Positionering is in 2008 gestart als bijzonder lectoraat. Het wordt gedragen door de Hanzehogeschool Groningen en het Universitair Medisch centrum Groningen, UMCG tezamen. Het is qua omvang bescheiden: de lector heeft een aanstellingsomvang van 0,2 fte, de kenniskring bestaat uit vijf personen, waarvan drie uit de Hanzehogeschool. In totaal zijn er in de CaRES-lectoraten 24 promovendi Context van de evaluatie De invoering van het landelijk kwaliteitszorgstelsel voor onderzoek in het hbo is indirect het kader waarbinnen deze evaluatie heeft plaatsgevonden. Een hogeschool wordt geacht het functioneren van de lectoraten extern te laten evalueren en dit systematisch aan te pakken. Over de systematiek en de uitvoering zal ze dan aan de VKO (Validatiecommissie Kwaliteitszorg Onderzoek) verantwoording afleggen en deze evaluatie maakt hiervan deel uit. Hieraan verbonden zijn interne motieven om de externe evaluatie van dit Kenniscentrum te organiseren. De Hanzehogeschool Groningen is ambitieus, zowel op het gebied van de ontwikkeling van praktijkgericht onderzoek als op het gebied van kwaliteit en kwaliteitszorg. De bundeling van lectoraten in kenniscentra is een van de middelen die de hogeschool toepast om de impact en de kwaliteit van het onderzoek te versterken. Focus en massa zijn ook hier relevante trefwoorden. De eerste resultaten van deze bundeling evalueren is voor de verdere koers van belang, ook voor andere kenniscentra van de hogeschool. Een tweede doel van de hogeschool is om ook over het proces van externe evaluatie te leren. Het Brancheprotocol biedt hogescholen de ruimte om zelf dit proces in beheer te nemen De rol van Hobéon Management Consult De Hanzehogeschool Groningen heeft Hobéon Management Consult gevraagd de evaluatie van de lectoraten samen met haar voor te bereiden en leiding te geven aan de commissie. De personele samenstelling van de commissie is in nauw overleg tussen Hobéon en de hogeschool tot stand gekomen, de hogeschool heeft hen gecontracteerd. Hobéon heeft de voorzitter en secretaris van de commissie geleverd. De hogeschool wil vanuit deze eerste ervaringen leren wat ze zelf in handen kan nemen en wat ze aan de commissie als opdracht geeft. Mede met het oog op dit doel is de dienst Onderwijs & Onderzoek, in de persoon van Nico van der Sijde, beleidsmedewerker praktijkgericht onderzoek, als observator bij de hele audit aanwezig geweest. Hobéon Management Consult Rapportage Evaluatie Kenniscentrum CaRES, Hanzehogeschool Groningen mei

7 1.4. De opdracht De onderzoeksevaluatie richt zich op CaRES als kenniscentrum als geheel en op haar individuele lectoraten. Voor het kenniscentrum ligt de focus van de evaluatie op de strategie, de organisatie en de mogelijkheden voor de toekomst. Voor de lectoraten ligt de focus op hun prestaties in relatie tot de context, de relevantie voor de beroepspraktijk en maatschappij en het belang voor het onderwijs. CaRES heeft naast het referentiekader van de Hanzehogeschool zelf extra vragen geformuleerd voor de commissie. CaRES vraagt de commissie vooral ook te letten op c.q. aandacht te besteden aan: omgaan met verschillen in de dynamiek van onderzoek ten opzichte van onderwijs de rol van de lector en de complexiteit in het vervullen van de functie kwaliteit van de personele bezetting van de onderzoeken de beschikbare middelen in relatie tot de ambities de synergie van de netwerkorganisatie CaRES: wat is er zichtbaar, wat kan versterkt. Bij de relevante onderwerpen wordt aan deze vragen aandacht besteed Samenstelling van de commissie De commissie bestond uit de volgende personen: Ir. Fred de Bruijn, partner Hobéon Management Consult, voorzitter Prof. Dr. Mia Duijnstee, lector Familiezorg Hogeschool Utrecht, hoogleraar Gezondheidswetenschappen Universiteit Utrecht, directeur Academie Gezondheidszorg Hogeschool Utrecht Prof. Dr. Eric Verbiest, oud-lector Schoolontwikkeling en Schoolmanagement, Fontys Hogescholen, gastprofessor onderwijsinnovatie Universiteit Antwerpen, zelfstandig onderwijsadviseur. Prof. Dr. Marijke Hopman-Rock, Programmamanager Bewegen en Gezondheid, co-director onderzoekscentrum TNO VUmc, hoogleraar Lichamelijke activiteit en gezondheid bij ouderen. Foka Brouwer, senior adviseur Hobéon Management Consult, secretaris. Mevrouw Hopman heeft door ziekte niet deel kunnen nemen aan het bezoek aan het Kenniscentrum op 16 en 17 februari Wel heeft ze haar bijdrage geleverd aan de beoordeling van de Zelfevaluatie van het kenniscentrum, aan de formulering van de centrale vragen voor de visitatie en aan de beoordeling van het resultaat van de evaluatie in de vorm van het conceptrapport. De verdeling van de vereiste deskundigheidsgebieden over de commissie in de volgende tabel zichtbaar. Panelleden Domein (inhoud en werkveld) Onderzoek Onderwijs Kwaliteitsmanagement Fred de Bruijn x x x Mia Duijnstee x x x Marijke Hopman x x Eric Verbiest x x x Foka Brouwer x x 1.6. Het referentiekader Als uitgangspunt is genomen het referentiekader zoals de hogeschool dit in het Onderzoeksprotocol HG t.b.v. de onderzoeksevaluatie CaRES (15 december 2009) heeft opgenomen. Het is gebaseerd op het Referentiekader voor onderzoeksevaluaties zoals Hobéon dit heeft opgesteld, dat op zijn beurt weer is gebaseerd op de vijf evaluatievragen uit het Brancheprotocol. De vijf evaluatievragen zijn omgezet in vier onderwerpen en uitgewerkt in nadere criteria. Het gehanteerde referentiekader (zie Bijlage I) dekt inhoudelijk de vijf evaluatievragen af. Hobéon Management Consult Rapportage Evaluatie Kenniscentrum CaRES, Hanzehogeschool Groningen mei

8 De samenhang is zichtbaar in de volgende referentietabel: Evaluatievraag Object in gehanteerd Basisdocument referentiekader 1 productiviteit, impact en werkprogramma waardering resultaten in output, outcome en impact 2. missie en onderzoeksprofiel missie en onderzoeksprofiel 3. portfolio, organisatie werkprogramma resultaten in output, outcome en impact middelen, voorzieningen, samenwerkingsverbanden 4. inzet mensen en middelen middelen, voorzieningen, samenwerkingsverbanden 5. interne en externe passim samenwerkingsverbanden De inhoudelijke bevindingen van de commissie zijn naar vier gebieden geordend, naar de ordening van het referentiekader. Dit is niet als te strak keurslijf gehanteerd. Dit weerspiegelt de aard van de gesprekken. Deze waren uiteraard gericht op verificatie, waarheidsvinding en informatievergaring, maar de nadruk lag op gefundeerde beeldvorming, reflectie en advies en niet op beoordeling. Dit paste naar het oordeel van de commissie én van het kenniscentrum geheel bij de context van deze evaluatie, zowel gezien de aard van het kwaliteitszorgsysteem voor onderzoek zoals het landelijk is vastgesteld, als de context die de hogeschool zelf geschapen heeft voor deze evaluatie De voorbereiding In een eerste afstemmingsoverleg tussen de Hanzehogeschool Groningen en Hobéon Management Consult zijn de contouren van het proces vastgelegd en de wederzijdse verwachtingen helder gemaakt. Hierbij is ook aandacht besteed aan de rol die de uitkomsten van de evaluatie voor de lectoraten en voor de hogeschool zou spelen. Voor Hobéon is het belangrijk om voorafgaand aan de evaluatie hierover helderheid te hebben en te verschaffen. Het landelijke stelsel van kwaliteitszorg rond onderzoek impliceert een op verbetering gerichte evaluatie. Zulks sluit evenwel niet uit, dat een hogeschool kan besluiten de uitkomsten van een evaluatie te benutten voor een beoordeling van een lectoraat of voor een nieuwe koersbepaling. Dit is niet goed of slecht, het moet alleen vooraf duidelijk zijn. Aan duidelijkheid hierover heeft het niet ontbroken. De evaluatie is duidelijk ingebed in de planning- en controlcyclus van de hogeschool, de schools en de kenniscentra. In dit afstemmingsoverleg is ook het profiel van de commissieleden besproken. De hogeschool heeft daarna de commissie samengesteld en gecontracteerd. Het kenniscentrum heeft voorafgaand aan de visitatie een zelfevaluatie opgesteld. De zelfevaluaties van de afzonderlijke lectoraten waren als bijlagen bij de zelfevaluatie van het kenniscentrum toegevoegd. De stukken bevatten ook een lijst van publicaties en onderzoeksrapporten van lector en kenniskringleden. Op basis van deze lijsten konden de commissieleden eventueel vooraf nog aanvullende stukken opvragen. Van deze mogelijkheid is gebruik gemaakt. Voorafgaand aan de visitatie heeft de commissie haar bevindingen uit de documenten bij elkaar gelegd en de centrale vragen in de gesprekken bepaald. Hobéon Management Consult Rapportage Evaluatie Kenniscentrum CaRES, Hanzehogeschool Groningen mei

9 1.8. De visitatie De visitatie vond plaats op 16 en 17 februari Gezien het aantal lectoraten dat in het kenniscentrum gebundeld is en gezien de ontwikkelingsfase van het kenniscentrum in het geheel is gekozen voor een visitatie van ruim anderhalve dag. Er zijn gesprekken gevoerd met lectoren, deans, het CvB, onderzoekers / docenten, studenten en partners in het werkveld. Het volledige programma van de visitatie is opgenomen als Bijlage II. De visitatie was door het kenniscentrum voortreffelijk voorbereid: de gesprekspartners vertegenwoordigden het kenniscentrum en zijn omgeving in al zijn facetten en waren voor de commissie een rijke bron van informatie en discussie. Hobéon Management Consult Rapportage Evaluatie Kenniscentrum CaRES, Hanzehogeschool Groningen mei

10 2. DE MISSIE EN DOELSTELLINGEN VAN HET KENNISCENTRUM De missie en doelstellingen van het Kenniscentrum CaRES zijn qua profiel en bereik direct gerelateerd aan visie en beleid van de Hanzehogeschool Groningen inzake praktijkgericht onderzoek. Het is de expliciete ambitie van de Hanzehogeschool Groningen om een gerespecteerde Europese University of Applied Science te worden. Het uitgangspunt is, dat internationaal gesproken hoger onderwijs zonder onderzoek niet kan. Onderzoek en onderwijs zijn twee pijlers, die elkaar beïnvloeden. Er is een breed draagvlak voor deze ambitie in de organisatie, een onderdeel daarvan is de bereidheid de financiële consequenties te dragen. Onderzoek is geen sluitpost, maar een van de twee primaire processen in de organisatie. Om deze ambitie te realiseren heeft de hogeschool kenniscentra ingericht, waarin lectoraten gebundeld zijn. Door deze bundeling is het mogelijk meer focus en massa tot stand te brengen, maar ook, veel aardser, om de sturingsmogelijkheden te verbeteren. De groei van het aantal lectoraten maakte dit dringend. Inhoudelijk zoekt de hogeschool naar verbinding met regionale strategische thema s. Dit geeft de ontwikkeling van het onderzoek een duidelijke richting, die door de kenniscentra vertaald wordt naar het eigen domein Kwaliteit en bereik van de doelstellingen Voor het Kenniscentrum CaRES als geheel is als doelstelling geformuleerd het ontwikkelen van practice- en evidence-based kennis op het gebied van gezondheidszorg, rehabilitatie, onderwijs en sport, om vanuit een welgekozen benadering oplossingen aan te dragen voor complexe vraagstukken in de samenleving. De afzonderlijke lectoraten hebben hun missie toegespitst op het specifieke gebied waarop ze zelf werken. Zo formuleert het lectoraat Integraal Jeugdbeleid als doelstelling door praktijkgericht onderzoek bijdragen aan bruikbare kennis over werkzame factoren die de ontwikkeling van een positieve identiteit en doorgaande ontwikkeling van alle kinderen en jongeren ondersteunen en bevorderen en het lectoraat Transparante Zorgverlening een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de paramedische en verpleegkundige zorgverlening door het uitvoeren van praktijkgerichte onderzoeks- en innovatieprojecten in nauwe samenwerking met zorgaanbieders en opleidingen. De andere lectoraten beschrijven op vergelijkbare wijze het domein waarop ze werken. Deze breed geformuleerde missie wordt in de zelfevaluaties van de lectoraten vertaald naar de drie prestatiegebieden: kennisontwikkeling, innovatie in de beroepspraktijk, bijdragen aan het beroepsonderwijs. De kennisontwikkeling staat centraal, die als voorwaardelijk wordt gezien voor het realiseren van de doelstellingen op de andere gebieden. Vervolgens maken alle lectoraten de stap naar de formulering van onderzoeksthema s of lijnen. Met name hier wordt duidelijk, dat ze in heel verschillende fases verkeren: er zijn oude en jonge, er zijn kleine en grote. Zeker voor het bereik van de doelstellingen heeft dit natuurlijk gevolgen. Zo heeft het lectoraat Transparante Zorgverlening vier onderzoeksdomeinen benoemd en binnen elk van die domeinen meerdere onderzoekslijnen, waaraan promotieonderzoeken, onderzoeksprojecten in samenwerkingsverbanden met kennis- en praktijkinstellingen, RAAKprojecten enz. verbonden. Hier gaat het om een omvangrijk en al sinds 2002 bestaand lectoraat, met 48 kenniskringleden en 20 promovendi. Het lectoraat Sportwetenschap is in 2007 opgestart en heeft nu een kenniskring van acht onderzoekers, waaronder 3 promovendi. De onderzoeksthema s zijn direct gekoppeld aan de bestaande majors in het Instituut voor Sportstudies. In het algemeen geldt naar onze waarneming, dat de onderzoeklijnen goed aansluiten bij de kracht van de afzonderlijke lectoraten: bij de netwerken, de kennis en de achtergrond van degenen die in de lectoraten werken, in de eerste plaats de lector zelf. De twee grote thema s Gezond opgroeien en Gezond ouder worden fungeren wel als beeld voor de inhoudelijke samenhang binnen het kenniscentrum, maar hebben nog niet programmerende kracht. Voor Gezond ouder worden ligt dit overigens wel al binnen bereik: het is een thema dat door de hogeschool in zijn geheel als speerpunt is geadopteerd en waarvoor binnen de hogeschool een programmamanager zal worden aangesteld. Hobéon Management Consult Rapportage Evaluatie Kenniscentrum CaRES, Hanzehogeschool Groningen mei

11 De onderzoekslijnen binnen CaRES, voor zover ze dan al heel expliciet zijn geformuleerd, en dat is bij oudere lectoraten sterker dan bij jongere, liggen nog op lectoraatsniveau en hebben een sterkere of minder sterke relatie met deze grote thema s. Er zijn tussen de lectoraten dwarsverbindingen aan het ontstaan, onderzoeken waaraan mensen uit meerdere lectoraten/kenniskringen deelnemen, hun aantal is ook groeiende, maar ook deze komen nog inductief tot stand. Het is een indicator voor de ontwikkelingsfase van het kenniscentrum als geheel. Het is belangrijk om op de signalen te letten die een omslag naar een minder inductieve, een meer programmatische gestuurde invulling van onderzoekslijnen nodig maken. We hebben dergelijke signalen waargenomen en ook gemerkt dat CaRES deze waarneemt. CaRES lijkt een kenniscentrum te zijn, dat op het punt staat genoemde omslag tot stand te brengen. Het is belangrijk deze omslag gecontroleerd en gezamenlijk te voltrekken Afstemming van de missie op de omgeving Elk lectoraat staat in een eigen netwerk waarin het actief is of wil zijn, direct verbonden met de lectoraatsopdracht. De omgeving waarin de lectoraten werken is parallel aan de drie prestatiegebieden - in te delen in Onderwijs elk lectoraat is verbonden aan specifieke Schools, Academies of Instituten van de hogeschool. Het lectoraat Rehabilitatie is bijvoorbeeld verbonden met de Academie voor Sociale Studies en de Academie voor Verpleegkunde; het lectoraat Verpleegkundige Innovatie en Positionering met de Academie voor Verpleegkunde; het lectoraat Integraal Jeugdbeleid met de Pedagogische Academie en de Academie voor Sociale Studies enz. Wetenschap elk lectoraat heeft verbindingen met relevante kennisinstellingen. Het lectoraat Rehabilitatie met het Trimbos-instituut, het lectoraat Transparante Zorgverlening met het UMCG, verschillende instituten van de Rijksuniversiteit Groningen en een aantal buitenlandse kennisinstellingen. De Rijksuniversiteit Groningen en het Universitair Medisch Centrum Groningen, het academisch ziekenhuis aldaar, zijn feitelijk voor alle lectoraten belangrijke partners. Beroepspraktijk ook hier zijn de verbindingen lectoraatsspecifiek, inherent aan het gegeven dat ze gebaseerd zijn op de netwerken van de afzonderlijke lectoren. Voor een groot deel zijn het regionale instellingen en organisaties, voor een klein deel zijn het regionale instellingen in andere regio s dan het noorden des lands, en voor een nog kleiner deel zijn het landelijk opererende organisaties. Waar nieuwe kennis de belangrijkste output van de lectoraten is, is de beroepsprakijk in strategische zin de belangrijkste partner: in de opdracht déze te vernieuwen ligt het vertrekpunt voor de relaties en afstemming met de andere partners. We hebben met belangrijke partners uit de omgeving gesproken. We waren onder de indruk van de kwaliteit van het relatienetwerk waarin de lectoraten staan. De lectoraten hebben partners gevonden op strategisch niveau, die ook in staat zijn langlopende onderzoeksvragen te stellen en zodoende mede vorm te geven aan de missie van de lectoraten. Het thema Healthy Ageing verdient daarbij nog bijzondere vermelding in deze context. Healthy Ageing is een thema dat zich in de regio tot een breed instellingsgrenzen overschrijdend programma ontwikkelt. Het is een samenwerkingsverband, waarin kennisinstellingen (UMCG, RUG en hogescholen), het MKB en de NOM, Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij in Noord- Nederland, deelnemen. Ieder van deze organisaties draagt bij aan dit thema door dit in haar beleid en activiteiten te waarborgen. De Hanzehogeschool Groningen in zijn geheel, en niet alleen het kenniscentrum CaRES, is partner in dit consortium. Het lectoraat Transparante Zorgverlening is vanuit de Hanzehogeschool penvoerder. Binnen CaRES kan het als integrerende onderzoekslijn een rol spelen, maar vooral kan het de aanjager zijn van interdisciplinaire samenwerkingsverbanden, over de grenzen van de eigen domeinen heen, dus ook met bijvoorbeeld technische en economische kenniscentra en opleidingen. Het is een voorbeeld van de afstemming met de omgeving zoals die in en buiten het kenniscentrum tot stand komt. Binnen CaRES blijkt overigens een scherp oog voor het dilemma waarvoor een onderzoekseenheid gesteld kan worden. Hobéon Management Consult Rapportage Evaluatie Kenniscentrum CaRES, Hanzehogeschool Groningen mei

12 Om een relatie met een voor het onderzoek relevante organisatie op te bouwen wil je graag aan de eerste vraag tegemoet komen, de eerste opdracht aannemen, ook al is de onderzoeksvraag niet direct al gericht op generaliseerbare kennis of innovatieve praktijken. Je doet het om een vertrouwensband te ontwikkelen, de vraagarticulatie te stimuleren en een relatie op te bouwen waarin die op innovatie gerichte onderzoeksvragen tot stand kunnen komen. Maar er zijn grenzen: het onderzoek of de relatie moet wel de potentie hebben zich tot dit niveau te ontwikkelen en deze potentie moet ook zo snel mogelijk werkelijkheid worden. De lectoraten van CaRES hebben oog hiervoor en slagen er dus naar ons oordeel goed in om de samenwerkingsverbanden naar het niveau te tillen waar ze moeten zijn. De lectoraten verschillen hier natuurlijk onderling nog in, samenhangend met de ontwikkelingsfase waarin ze verkeren, maar het algemene beeld is duidelijk Onderzoeksprofiel De opvattingen binnen het kenniscentrum over wat praktijkgericht onderzoek is zijn duidelijk en worden gedeeld: het is wetenschappelijk onderzoek, met een methodologie die bepaald wordt door het onderzoeksobject en door het doel van het onderzoek. Het is wat dat betreft niet te onderscheiden van onderzoek aan de universiteit. Het verschil zit hem in de oorsprong van de vraagstelling: die komt bij praktijkgericht onderzoek uit het werkveld, of uit een analyse van ontwikkelingen in dat werkveld, eerder dan uit de ontwikkelingen in de discipline die vervolgvragen oproept. Praktijkgericht onderzoek wil dan ook bijdragen aan de beantwoording van die praktische vragen. Er worden ook onderzoeken uitgevoerd, waarbij de vraagstelling wel heel plat is: inventarisatie bijv.. Het is niet de vorm van onderzoek waartoe de onderzoekers zich het meest geroepen voelen, maar om een eerste verbinding te leggen met een partner in het werkveld kan het toch functioneel zijn erop in te gaan. Het is hierboven al aangestipt. Een belangrijk element in de opdracht voor het kenniscentrum is het multidisciplinaire karakter van het onderzoek te ontwikkelen en voor het werkveld en de opleidingen te benutten. Het wordt door de lectoraten die in CaRES zijn gebundeld ook als een belangrijke meerwaarde van CaRES voor de afzonderlijke lectoraten gezien. Wel hebben we voor de omschrijving van wat dit multidisciplinaire impliceert verschillende formuleringen aangetroffen. Het is zowel elkaars referentiekader leren begrijpen als door verbinding van disciplines echt andere beroepsproducten krijgen, anders gezegd: multidisciplinariteit als competentie c.q. multidisciplinariteit als middel om tot goede oplossingen te komen. Beide vormen zijn van belang, toch is het voor het goed benutten van de aanwezigheid van meerdere disciplines zinvol de verschillende vormen en gewenste resultaten nader te benoemen en te definiëren wat wanneer aan de orde en relevant is. Dit is van belang voor de kenniskringen, de onderzoeken, de onderwijsprojecten enz. Gezien de overigens nog niet concreet uitgewerkte - ambitie van de schools om de zogenoemde T-shaped professional op te leiden, een professional die het eigen vak beheerst én zicht heeft op wat andere disciplines kunnen brengen, gezien ook de ambitie van de hogeschool om een thema als Healthy Ageing hogeschoolbreed en multidisciplinair aan te pakken, vragen we hier nader aandacht voor. Hobéon Management Consult Rapportage Evaluatie Kenniscentrum CaRES, Hanzehogeschool Groningen mei

13 3. HET ONDERZOEKSPROGRAMMA VAN HET KENNISCENTRUM 3.1. De onderzoeksthema s en het onderzoeksportfolio Het onderzoeksprogramma van het kenniscentrum bestaat vooralsnog vooral uit de verzamelde onderzoeksprogramma s van de lectoraten. Deze variëren van heel uitgebreid en gedifferentieerd tot nog bijna in de ontwerpfase, wederom samenhangend met omvang en leeftijd van het lectoraat. Er is een viertal projecten benoemd die lectoraatsoverstijgend aangepakt worden of zullen worden, maar die projecten hebben vooralsnog weinig volume. De thema s geven wel een duidelijk beeld van de potentie voor het formuleren van raakvlakthema s tussen de verschillende lectoraten binnen CaRES, bijvoorbeeld leefstijl verstandelijk gehandicapten, gezondheid, fitheid en rehabilitatie voor mensen met een psychische problematiek en dergelijke. De lectoraten nemen initiatieven om meer inhoudelijke samenwerking binnen het Kenniscentrum tot stand te brengen. We noemen een paar voorbeelden: het RAAKproject Actieve Leefstijl wordt door de lectoraten Sportwetenschap en Transparante Zorgverlening samen gedragen, het lectoraat Verpleegkundige Innovatie en Positionering voert samen met het lectoraat Rehabilitatie een project opvoedingsondersteuning voor psychiatrisch zieke ouders met thuiswonende kinderen uit. Alle lectoraten nodigen elkaars kenniskringleden uit voor de kennisdelingsbijeenkomsten. Ook de onderwerpen voor de RAAKaanvragen die de verschillende lectoraten onder handen hebben roepen dat beeld op, bijvoorbeeld De meerwaarde van interprofessioneel handelen in brede scholen. Alles dringt naar verbinding. In het gezamenlijk overleg van lectoren is er nog te weinig ruimte geweest om actief naar gezamenlijke en verbindende thema s te zoeken, al is de wil en de vereiste collegialiteit duidelijk aanwezig. We adviseren het kenniscentrum om dit op korte termijn expliciet en met voorrang op de agenda te zetten. Het is noodzakelijk even afstand te nemen van de waan van de dag om dergelijke thema s op het spoor te komen en vooral systematisch uit te werken en aan te pakken. De inductieve wijze waarop de samenwerkingsverbanden nu tot stand komen is in een startfase vruchtbaar, maar het is tijd om de stap naar onderzoekslijnen met programmatische en sturende kracht te zetten. Een overkoepelende programmering zou een aantal hoofdthema s laten zien en daaronder een aantal onderzoekslijnen. Binnen de onderzoekslijnen kan dan aangegeven worden welk lectoraat welk thema in beheer heeft. Zo zou de kennisopbouw langs de onderzoekslijnen ook tot meer focus en massa leiden en daarmee een grotere impact op de omgeving mogelijk maken. Het is niet altijd op voorhand te zeggen, of een bepaald onderzoeksthema potentie heeft om een langduriger onderzoekslijn te worden. Ook is in de gesprekken als bezwaar van een al te vaste programmering van het onderzoek genoemd, dat het niet tot inflexibiliteit moet leiden. Het Kenniscentrum en zijn onderdelen moeten wel in staat blijven om op signalen uit de omgeving te reageren en mee te bewegen. We suggereren in dit verband om de mogelijkheid te overwegen ook tijdelijke kenniskringen in te richten, die de lectoraatgrenzen overschrijden en met name gericht zijn op snijvlakthema s, nog prille onderzoekslijnen en dergelijke. Dit zou het risico van inflexibiliteit kunnen indammen en tevens het gesprek over raakvlakken, snijvlakken en multi- of interdisciplinariteit handen en voeten kunnen geven. Deze suggestie is te zien als systematischer aanpak van de al bestaande samenwerkingsverbanden Betrokkenheid stakeholders bij opstelling en uitvoering van het onderzoeksprogramma Werkveld De productieve relatie met het werkveld zoals we die eerder (par. 2.2) beschreven, is niet vanzelf tot stand gekomen. Vanuit de werkveldpartners van het lectoraat Integraal Jeugdbeleid bijvoorbeeld wordt genoemd hoezeer de lector in staat is geweest hun vragen te vertalen in onderzoeksvragen en hen ook gesteund en opgevoed heeft dit te doen. Kleinere adviestrajecten maken een organisch onderdeel uit van dit proces. Het is voor de professionals in de werkveldorganisatie belangrijk te merken, dat hun werk het waard is onderzocht te worden. Hobéon Management Consult Rapportage Evaluatie Kenniscentrum CaRES, Hanzehogeschool Groningen mei

14 Het contact met een lectoraat kan voor een instelling in het werkveld ook betekenen opgenomen te worden in een breder netwerk. Partijen die samen een onderzoeksconsortium vormen om langer lopende onderzoeksvragen te dragen versterken tegelijkertijd hun onderlinge netwerk. Voor de instellingen die we gesproken hebben, is dit niet een abstracte mogelijkheid, maar een al ervaren werkelijkheid. Als belangrijk motief voor organisaties om langer durende partnerschappen met de lectoraten aan te gaan is genoemd de invloed die ze daarmee ook kunnen hebben op de competenties van de studenten, hun potentiële toekomstige medewerkers. In die zin worden ze mede-opleiders, en wel in een verder reikende vorm dan als stage- of afstudeerbegeleider. Een laatste belangrijke punt dat de instellingen naar voren brachten als winst uit de samenwerking is het voorkómen van de zogenoemde kennisparadox. Door de nauwe betrokkenheid bij het onderzoek, zowel bij de vraagstelling als bij de uitvoering, is implementatie een logische volgende stap als de resultaten beschikbaar komen, niet iets waar de instelling met de nodige drang nog toe overgehaald moet worden. Het ging toch om een voor ons relevant probleem, we zoeken een oplossing en als die beschikbaar komt, staan we klaar die te gaan benutten. De effectiviteit van de oplossing is daarbij onderdeel van het onderzoek. De hierboven geschetste vorm van samenwerking tussen werkveld en lectoraat is beslist niet voor elk onderzoek of elke onderzoekslijn binnen CaRES al gerealiseerd, maar we hebben het beeld niet verzonnen: we hebben het aangereikt gekregen. We kunnen het kenniscentrum alleen maar adviseren op dit ingeslagen pad voort te gaan en de goede praktijken zoveel mogelijk met elkaar te delen. Kennisinstellingen Bepaalde onderzoekslijnen van CaRES sluiten goed aan bij onderzoek dat aan de universiteit loopt. Het onderzoek in het lectoraat Sportwetenschappen bijvoorbeeld past bij de lijnen van het UMCG of het Centrum voor Bewegingswetenschappen van de RUG, het UMCG is partner in het regionaal programma Healthy Ageing waar ook de Hanzehogeschool Groningen in betrokken is, en in de Academische Werkplaats Zorg voor Jeugd Noord Nederland nemen naast instellingen uit het werkveld ook wederom de regionale kennisinstellingen UMCG, RUG en Hanzehogeschool Groningen deel. De specifieke bijdrage in dit samenwerkingsverband die van de Hanzehogeschool Groningen gevraagd wordt is de kwaliteit van het personeel in de Jeugdzorg up to date te houden. Een van de manieren om dat te doen is dan om deze professionals te betrekken in de onderzoeksprojecten van de lectoraten. Het is een mooi voorbeeld van de manier waarop de onderwijs- en onderzoekstaken ook in de verbindingen met de omgeving hand in hand gaan. Er zijn ook voorbeelden van onderzoekslijnen die niet te verbinden zijn met die van de universiteit. Genoemd wordt het onderzoek ten behoeve van het MKB in het sportveld naar innovatiemogelijkheden in hun productassortiment en marketing. Het is een onderzoek dat wél bijdraagt aan de bredere missie mensen in beweging te krijgen, maar dat niet aansluit bij een academische onderzoekslijn. So be it, is dan de stellingname van het lectoraat. We zoeken naar verbindingen met de universitaire onderzoekslijnen, we hebben het netwerk om ze te vinden, maar soms zijn ze er gewoon niet. De promotietrajecten zijn ook een belangrijk element in de verbinding tussen de lectoraten en de universiteit. De promovendi worden lid van de relevante onderzoeksschool van de universiteit. De betekenis hiervan voor de promovendi wordt door CaRES niet onderschat, wel maakt de regeling het tijdgebrek van de HG-promovendi nog nijpender dan het toch al is (zie verder par 4.3). Een tweede interessant gesprekspunt tussen Hanzehogeschool en RUG is de wens van de Hanzehogeschool om als vast onderdeel van een proefschrift een hoofdstuk over toepassing en bruikbaarheid van de onderzoeksresultaten op te nemen. Niet overal in de universiteit is men van de noodzaak overtuigd, men wekt soms de indruk liever op eigen wijze zich het hoofd te breken over het valorisatievraagstuk. Het naar elkaar toegroeien van de twee benaderingen die hieruit zichtbaar worden is wellicht een kwestie van tijd. Een mogelijke belangentegenstelling tussen de universiteit en de hogeschool over de thema s van de promoties in wiens onderzoeksprogrammering hoort een promotieonderzoek nu eigenlijk te passen zijn we in de gesprekken niet tegengekomen. Het lukt kennelijk goed om de eigen onderzoekslijnen om te zetten in promotieonderzoeken en hierbij academische promotoren te vinden. Hobéon Management Consult Rapportage Evaluatie Kenniscentrum CaRES, Hanzehogeschool Groningen mei

15 Onderwijs De Academies en Schools van de Hanzehogeschool Groningen zijn het meest betrokken bij de opstelling van het onderzoeksprogramma. Door de verbinding van lectoraten met schools, door de ontwikkeling van hogeschoolbrede thema s waaraan alle kenniscentra een bijdrage aan leveren, is er in ieder geval de potentie tot programmatische invloed van deze belanghebbenden. De hogeschool gaat voor dergelijke brede thema s programmamanagers aanstellen en dat zal ook nodig zijn om de programmerende kracht en de disseminatie over de hele breedte van de instelling te versterken. Ook voor de schools is het mogelijk om onderzoeksopdrachten te genereren en onderzoekslijnen te ontwikkelen. Het is een mogelijkheid die nog niet scherp op het netvlies van de schools staat, maar zowel aan de kant van de schools als bij de lectoren hebben we een interesse voor zo n vorm van gezamenlijke ontwikkeling van onderzoekslijnen waargenomen. Het is belangrijk om deze beweging te versterken, omdat het een voorwaarde is om een van de doelstellingen van het praktijkgericht onderzoek aan de hogeschool überhaupt dichterbij te brengen en wel d.m.v. onderzoek de opleidingen van actuele input over ontwikkelingen in het beroepenveld en in het beroepsinstrumentarium te voorzien. Hobéon Management Consult Rapportage Evaluatie Kenniscentrum CaRES, Hanzehogeschool Groningen mei

16 4. MIDDELEN, VOORZIENINGEN, SAMENWERKINGSVERBANDEN 4.1. De inbedding en positionering van het kenniscentrum binnen de instelling Bestuurlijke structuur Elk lectoraat is verbonden aan een of meer Schools, Academies of Instituten. We kunnen het ook andersom formuleren: elke School, Academie of Instituut heeft een lectoraat. De dean van de School is ook de leidinggevende van de betreffende lector of lectoren. Deze inrichting, die de nauwe verwevenheid van onderwijs en onderzoek als de twee primaire processen in de hogeschool in een structuur vat, vereist veel van deans. Het is voor hen, als leiders van een organisatie die van oudsher geheel en ook nu nog grotendeels op onderwijs is gericht, een nieuwe taak. Het zelfde geldt voor de teamleiders van opleidingen. De deans en teamleiders die wij gesproken hebben, verbonden zijnde met de lectoraten in het kenniscentrum CaRES, hebben een helder oog voor de mogelijkheden en valkuilen hiervan. De noodzakelijke professionele ruimte van de lector als onderzoeker en als leider van de kenniskring staat niet ter discussie. De noodzaak om het lectoraat te verbinden met de opleidingen kan aan de andere kant ook leiden tot expliciete taakstellingen voor de lector op dit terrein, die in zijn overvolle takenpakket wel als schurend kunnen worden ervaren. De cultuur in de organisatie zoals wij die beleefd hebben is duidelijk gericht op overleg, afstemming en samenwerking. Zoals een van de deans uitdrukte: sturen waar het moet, loslaten waar het kan. De besturingsfilosofie binnen de Hanzehogeschool Groningen ondersteunt dit. Het veronderstelt ook van de deans en teamleiders, dat bij hen de ramen openstaan. Het onderzoek moet weliswaar bijdragen aan de onderwijskwaliteit, maar dit is niet het enige: het is gericht op een bredere maatschappelijke taak van kennisontwikkeling t.b.v. innovatie, ook als dit niet direct aan het onderwijs ten goede komt. Ook deze maatschappelijke opdracht is een duidelijk element in het beleid van de hogeschool op het gebied van onderzoek. We hebben van de deans wel uiteenlopende omschrijvingen van hun sturende rol ten opzichte van de lectoraten en lectoren gehoord. Want naast het sturen waar het moet, loslaten waar het kan hebben we ook mogen noteren: waarom zou je lectoren sturen? We lezen het bestaan van deze verschillen als een signaal voor de ontwikkelingsfase waarin deze bestuurlijke inrichting verkeert. Naar ons oordeel is het nú het moment om deze rol van de deans te expliciteren, te benoemen wat de voorwaarden qua competenties en bevoegdheden zijn en hier een meer gezamenlijk beeld van te ontwikkelen, bij deans en lectoren beide. Sturing vindt ook plaats via jaarplannen, waarin ook steeds teruggekeken wordt op de prestaties van het voorgaande jaar. De jaarplannen bevatten kwantitatieve prestatie-indicatoren: er worden vaak aantallen genoemd en de doelstelling is dan meer. Bijvoorbeeld het aantal publicaties. Het is verleidelijk om dergelijke prestatie-indicatoren te gebruiken, het is eenvoudig en inzichtelijk, maar op zich zijn het geen indicatoren voor kwaliteit en geven ze geen inhoudelijke sturing aan de verdere ontwikkeling van CaRES. Minder, maar beter kan in bepaalde fases of omstandigheden ook een verstandig motto zijn. We hebben niet de indruk gekregen, dat in de bestuurlijke cultuur de indicatoren zo plat gehanteerd worden als ze zijn, het is geen publish or perish - cultuur. Wel proberen de kenniscentra en de hogeschool grip te krijgen op de gerealiseerde kwaliteit en ook worden er lectoraten beëindigd omdat ze niet goed functioneren. We adviseren het kenniscentrum CaRES, en indirect wellicht de Hanzehogeschool Groningen, om in gezamenlijkheid prestatieindicatoren te benoemen die het kwaliteitsbesef op een heldere manier vertegenwoordigen en toch concreet genoeg zijn om op te kunnen sturen, en daarmee kwaliteitszorg en sturing beide beter aan te laten sluiten bij de dingen waar het de lectoren werkelijk om gaat. Verbinding met het onderwijs De feitelijke inbedding van het lectoraat in School en opleiding is sterk afhankelijk van het domein, de ontwikkelingsfase van het lectoraat én van de School, van persoonlijke relaties tussen lector, dean en teamleiders enz. Het hogeschoolbeleid in deze is, dat het beslist niet overal hetzelfde hoeft te zijn, maar de inbedding moet wel overal zijn en geregeld zijn. Ook op dit punt is de volgende slag te maken: lokaal goed, d.w.z. ook expliciet, af te spreken hoe de relatie ingericht wordt, met alle voorlopigheid die daar in deze fase bij hoort. Hobéon Management Consult Rapportage Evaluatie Kenniscentrum CaRES, Hanzehogeschool Groningen mei

17 De verbinding van het lectoraat met de curriculumontwikkeling in de opleiding, de verantwoordelijkheid voor ontwerp en uitvoering van de onderzoekslijn, de rol bij de afstudeeronderzoeken, de rol bij de scholing en ontwikkeling van de docenten en dergelijke zijn onderwerpen waarvoor een duidelijke structuur en verantwoordelijkheden benoemd moeten worden. De lectoren doen veel aan scholing van docenten in onderzoeksvaardigheden. Ze lijken dit nog veelal los van elkaar te doen, elk in de Schools waarmee ze als lectoraat verbonden zijn. Hier zou wellicht op het niveau CaRES veel te winnen zijn: een gezamenlijk programma onderzoeksvaardigheden voor docenten. Overigens is methodologische scholing daar maar één aspect van, ook onderzoeksprogrammering, het opdelen van onderzoeken in voor studenten behapbare onderdelen, het ontwikkelen van niveaus hierin tot en met het masterniveau etc. zijn ook items voor ontwikkeling en scholing. Inbedding van de onderzoeksfunctie in het HRM-beleid De huidige inbedding in de HRM-cyclus is op veel plaatsen in de organisatie al duidelijk geregeld. Met name de bijdrage van de lectoren aan de functionerings- en beoordelingsgesprekken in de Schools wordt in toenemende mate systematisch ingevuld. We adviseren om deze integratie in het HRM-beleid niet alleen retrospectief in te vullen, maar ook een rol te laten spelen bij de personele planning: wie zijn de toekomstige senior-onderzoekers, welke mensen hebben we nodig om niet alleen onderwijs- maar ook onderzoekstaken te kunnen vervullen, is de hele range van functieniveaus goed bezet vanuit dit perspectief enz. En, last but not least: hoe zorgen we ervoor, dat de hogeschool een interessante en uitdagende werkomgeving blijft voor ervaren en gepromoveerde onderzoekers? Naast de ruimte om onderzoek te kunnen blijven uitvoeren is ook een plaats in het onderwijsfunctiegebouw aan de orde. Uit het gesprek met het CvB bleek ons, dat de hogeschool zich zeer bewust is van dit probleem en samen met de HRM-dienst het thema op de agenda heeft. Wij hebben veel waardering voor deze consistente uitwerking van het adagium onderwijs en onderzoek zijn beide primaire taken van de organisatie naar de verschillende deelterreinen. Het werk is nog niet af, maar het is wel begonnen. Inbedding van de onderzoeksfunctie in de overige voorzieningen en diensten Bij het vorige aansluitend: ook bij andere diensten is de dienstverlening op het gebied van onderzoek aan de orde, en zijn de eisen die aan deze dienstverlening gesteld worden anders van aard. De bibliotheekvoorzieningen worden door de lectoren als beslist nog onvoldoende beoordeeld, hier zal de hogeschool nog een hele slag moeten slaan. Ook de ondersteuning op het gebied van subsdieverwerving en beheer en verantwoording van ontvangen subsidies moet nog toegesneden worden op de eisen die vanuit de onderzoeksfunctie hieraan gesteld worden. Op veel van deze gebieden is de pioniersfase van het onderzoek in het hbo nog niet afgesloten. Ook voor deze punten geldt, dat de hogeschool er goed zicht op heeft en de genoemde verbeteringen al als beleidspunten heeft geformuleerd De kwaliteit van de onderzoekers Van onderzoekers in het hbo wordt veel gevraagd: niet alleen onderzoekskwaliteiten, maar ook netwerkvaardigheden, kennis van het beroepenveld, kunnende opleiden. De wetenschappelijke kwaliteit is feitelijk nog de minste zorg: in deze fase zijn nog veel onderzoekers aan het promoveren en de wetenschappelijke kwaliteit ervan wordt geborgd op de wijze zoals die bij proefschriften gebruikelijk is. De lectoren zelf zijn allemaal gepromoveerden. De Hanzehogeschool Groningen heeft een goede hand van lectoren kiezen. Het zijn mensen met sterke netwerken, vaak al een goede positie in het werkveld en/of in een kennisinstelling. In het kenniscentrum in zijn geheel is de sfeer sterk op samenwerking en kennisdeling gericht, het probleem dat op dit gebied als het meest nijpend wordt ervaren is het gebrek aan tijd en de daaraan verbonden onmogelijkheid of gevoelde onmogelijkheid om even afstand van de dagelijkse rush te nemen en samen te zoeken naar versterking van de verbindingen en gezamenlijke programmering. We hebben voorafgaand aan de visitatie een aantal van de onderzoeksrapporten ingezien, en tijdens het bezoek heeft een aantal onderzoekers ons een posterpresentatie van hun onderzoek Hobéon Management Consult Rapportage Evaluatie Kenniscentrum CaRES, Hanzehogeschool Groningen mei

4. PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK

4. PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK 4. PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK Resultaten praktijkgericht onderzoek Kennisvalorisatie Jaarverslag 2010 Hanzehogeschool Groningen, University of Applied Sciences 66 4 Praktijkgericht onderzoek De Hanzehogeschool

Nadere informatie

Bachelors Hanzehogeschool Groningen: de onderzoekende professional centraal! Symposium Hogeschoolbeleid Onderzoek in Onderwijs, HvA 22 maart 2012

Bachelors Hanzehogeschool Groningen: de onderzoekende professional centraal! Symposium Hogeschoolbeleid Onderzoek in Onderwijs, HvA 22 maart 2012 Bachelors Hanzehogeschool Groningen: de onderzoekende professional centraal! Symposium Hogeschoolbeleid Onderzoek in Onderwijs, HvA 22 maart 2012 Hanzehogeschool in trefwoorden 19 schools, 55 bacheloropleidingen,

Nadere informatie

Kwaliteitszorg onderzoek

Kwaliteitszorg onderzoek Kwaliteitszorg onderzoek met de methode sci_quest/eric 1 Opzet workshop Ervaringen Hogeschool Utrecht met validatiecommissie kwaliteitszorg onderzoek (vko) Uitgangspunten methodiek sci_quest/eric Vragen

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 9

Samenvatting. Samenvatting 9 Samenvatting Sinds de introductie in 2001 van lectoraten in het Nederlandse hoger beroepsonderwijs wordt aan hogescholen steeds meer gezondheidsonderzoek uitgevoerd. De verwachting is dat dit niet alleen

Nadere informatie

Koen Lemmink Lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap Instituut voor Sportstudies van de Hanzehogeschool

Koen Lemmink Lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap Instituut voor Sportstudies van de Hanzehogeschool Koen Lemmink (l) en Johan de Jong. Koen Lemmink Lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap Instituut voor Sportstudies van de Hanzehogeschool Een twaalftal studenten zit rond een grote tafel in één van

Nadere informatie

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) (Versie oktober 2007, algemene ledenvergadering)

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) (Versie oktober 2007, algemene ledenvergadering) Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) 2009 2015 (Versie oktober 2007, algemene ledenvergadering) Voorwoord 1. Omschrijving praktijkgericht onderzoek 2. Doelstelling en uitgangspunten 3. Gezamenlijk

Nadere informatie

Rapport van de Evaluatie van het Kenniscentrum NoorderRuimte Hanzehogeschool Groningen

Rapport van de Evaluatie van het Kenniscentrum NoorderRuimte Hanzehogeschool Groningen Rapport van de Evaluatie van het Kenniscentrum NoorderRuimte Hanzehogeschool Groningen Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E info@hobeon.nl Rapport van

Nadere informatie

HU GERICHT IN BEWEGING

HU GERICHT IN BEWEGING HU GERICHT IN BEWEGING Organisatieontwikkeling HU het verhaal - versie maart 2016 - Agenda Waar komen we vandaan? Waarom gaan we veranderen? Wie willen we zijn? Hoe gaan we dit bereiken? Wat verandert

Nadere informatie

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa Vastgesteld door het college van bestuur op 4 januari 2016 Positief advies beleidsoverleg 13 oktober 2015 Goedgekeurd door de raad van toezicht 18 december 2015

Nadere informatie

Een academische omgeving voor het basisonderwijs NRO-Congres 4 november 2015

Een academische omgeving voor het basisonderwijs NRO-Congres 4 november 2015 Een academische omgeving voor het basisonderwijs NRO-Congres 4 november 2015 Bernard Teunis & Nienke van der Steeg b.teunis@poraad.nl n.vandersteeg@poraad.nl Opzet workshop 1. Voorstellen 2. Answergarden

Nadere informatie

Meten van impact van het hbo. Frank van der Zwan

Meten van impact van het hbo. Frank van der Zwan Meten van impact van het hbo Frank van der Zwan Inhoud van de presentatie Opvallende uitkomsten congresonderzoek Valorisatie en het hbo Meten van impact in het hbo Project Valorisatie in het hbo Vormgeving

Nadere informatie

Reflectie Evaluatierapport tussenevaluatie. Lectoraat Technology, Health & Care

Reflectie Evaluatierapport tussenevaluatie. Lectoraat Technology, Health & Care Reflectie Evaluatierapport tussenevaluatie Lectoraat Technology, Health & Care Colofon Datum 8 juni 2018 Referentie Versie Afdeling Academie Mens & Maatschappij Auteur Janet van der Veen - Drijver Saxion.

Nadere informatie

inleiding refereeravond

inleiding refereeravond 8-5-2014 inleiding refereeravond 11-09-08 2 Doel refereeravond Overdragen van kennis en inzichten; publieke verantwoording > deze inleiding > workshops Interactie en dialoog > veldraadpleging 8-5-2014

Nadere informatie

INTERREG en kennisinstellingen Een succesvolle combinatie? Theo Miljoen en Benne Otten

INTERREG en kennisinstellingen Een succesvolle combinatie? Theo Miljoen en Benne Otten INTERREG en kennisinstellingen Een succesvolle combinatie? Theo Miljoen en Benne Otten Hanzehogeschool Groningen De Hanzehogeschool Groningen ontstond in 1798 Grootste hogeschool in Noord-Nederland met

Nadere informatie

Kader notitie Academische werkplaats

Kader notitie Academische werkplaats Kader notitie Academische werkplaats Het UWV en het KCVG hebben gekozen voor de Academische Werkplaats als samenwerkingsvorm tussen universiteit en UWV-regio om de doelstelling van academisering te bereiken.

Nadere informatie

Kwaliteitszorg Onderzoek

Kwaliteitszorg Onderzoek Kwaliteitszorg Onderzoek Hogeschool van Amsterdam September 2010 Advies Raad van Lectoren 21 september 2010 Vastgesteld door het College van Bestuur op 11 november 2010, gelet op het positieve advies van

Nadere informatie

Functieprofiel: Lector Functiecode: 0101

Functieprofiel: Lector Functiecode: 0101 Functieprofiel: Lector Functiecode: 0101 Doel Zorgdragen voor de ontwikkeling en uitvoering van praktijkgericht onderzoek, uitgaande van de strategische speerpunten van de HU en de maatschappelijke relevantie,

Nadere informatie

Praktijkgericht onderzoek en een onderzoekende houding: opleiding en lectoraat verbinden onderzoek en onderwijs voor praktijkontwikkeling

Praktijkgericht onderzoek en een onderzoekende houding: opleiding en lectoraat verbinden onderzoek en onderwijs voor praktijkontwikkeling Praktijkgericht onderzoek en een onderzoekende houding: opleiding en lectoraat verbinden onderzoek en onderwijs voor praktijkontwikkeling Kitty Jurrius, Pim van Heijst & Stijn Bollinger * De Hogeschool

Nadere informatie

Samenvatting. Adviesaanvraag

Samenvatting. Adviesaanvraag Samenvatting Adviesaanvraag De afgelopen decennia is de omvang en het maatschappelijk belang van toezicht op de gezondheidszorg gegroeid. De introductie van marktwerking, de privatisering en de toenemende

Nadere informatie

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 7 november Agendapunt: 8. Portefeuillehouder: De heer Bolsius

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 7 november Agendapunt: 8. Portefeuillehouder: De heer Bolsius VOORSTEL VOOR HET AB Datum vergadering: 7 november 2011 Agendapunt: 8 Datum: 21 oktober 2011 Contactpersoon:GJAM Krijnen Telefoon: 2404505 E-mail: g.krijnen@vru.nl Portefeuillehouder: De heer Bolsius Onderwerp:

Nadere informatie

Instellingsbeleid doelstellingen en profiel

Instellingsbeleid doelstellingen en profiel Instellingsbeleid doelstellingen en profiel 1 Inleiding 2 Beleid 3 Onderwijs 4 Onderzoek 5 Beroepspraktijk en regio 6 Kwaliteit is mensenwerk 7 Operational Excellence 8 Bestuur 9 Raad van Toezicht 10 Financiën

Nadere informatie

De rol van de lector bij de verbinding van onderzoek en onderwijs

De rol van de lector bij de verbinding van onderzoek en onderwijs De rol van de lector bij de verbinding van onderzoek en onderwijs FACTA conferentie Utrecht 19 mei 2016 Dr. Daan Andriessen Lector Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek Hogeschool Utrecht Wat is uw

Nadere informatie

UWV/SMZ & Academische Werkplaatsen

UWV/SMZ & Academische Werkplaatsen UWV/SMZ & Academische Werkplaatsen Bouwen met beperkte middelen Achtereenvolgens Context Academisering Verzekeringsgeneeskunde KCVG 2 e fase: consolidatie Concept Academische werkplaatsen AWP UWV concreet

Nadere informatie

Profiel. Opleidingsmanager HBO-Rechten. 10 mei Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht

Profiel. Opleidingsmanager HBO-Rechten. 10 mei Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht Profiel Opleidingsmanager HBO-Rechten 10 mei 2017 Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht Voor meer informatie over de functie Jeannette van der Vorm, adviseur Leeuwendaal

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Lunchlezing KCNR VastgoedLAB Groningen V&M 26 mei 2016

Lunchlezing KCNR VastgoedLAB Groningen V&M 26 mei 2016 Lunchlezing KCNR VastgoedLAB Groningen V&M 26 mei 2016 Agenda 1. Uitwisseling IWP: naar een sterke verbinding tussen de drie cirkels 2. VastgoedLAB Groningen eerste ervaringen en leerpunten van studenten,

Nadere informatie

Terugblikkend Vooruitzien. Vereniging Oud Goud woensdag 21 februari 2018

Terugblikkend Vooruitzien. Vereniging Oud Goud woensdag 21 februari 2018 Terugblikkend Vooruitzien Vereniging Oud Goud woensdag 21 februari 2018 Agenda Onze context Onze organisatie in 2017 Onze resultaten in 2017 Onze programma s in 2017 Onze toekomst in 2018 (en verder) Hans

Nadere informatie

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA VOORWOORD Hoe leiden we elke student op tot de professional voor de wereld van morgen? Met de blik op 2025 daagt die vraag

Nadere informatie

Instituut voor Sociale Opleidingen

Instituut voor Sociale Opleidingen Instituut voor Sociale Opleidingen Naar een nieuwe opleiding Social Work In september 2016 start Hogeschool Rotterdam met de nieuwe opleiding Social Work. Dit betekent dat eerstejaars studenten (die in

Nadere informatie

onderzoek op het hbo transformeert de samenleving tekst: Rob Voorwinden

onderzoek op het hbo transformeert de samenleving tekst: Rob Voorwinden onderzoek op het hbo transformeert de samenleving tekst: Rob Voorwinden 6 De wereld verandert: om ons heen zien we langzaam systemen en instituties omvallen. Wat daarvoor in de plaats komt? Hbo-onderzoek

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Raad van Toezicht De Haagse Hogeschool Toezichtkader

Raad van Toezicht De Haagse Hogeschool Toezichtkader 1 Raad van Toezicht De Haagse Hogeschool 2 INLEIDING 3 De Raad van Toezicht van De Haagse Hogeschool formuleert in dit de inhoudelijke uitgangspunten van zijn toezicht en de manier waarop hij daaraan invulling

Nadere informatie

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model.

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. 1. Wat is het INK-model? Het INK-model is afgeleid van de European Foundation for Quality Management (EFQM). Het EFQM stelt zich ten doel Europese bedrijven

Nadere informatie

KENNISCENTRUM CREATE-IT, FACULTEIT DIGITALE MEDIA EN CREATIEVE INDUSTRIE

KENNISCENTRUM CREATE-IT, FACULTEIT DIGITALE MEDIA EN CREATIEVE INDUSTRIE KENNISCENTRUM CREATE-IT, FACULTEIT DIGITALE MEDIA EN CREATIEVE INDUSTRIE ONDERZOEK: JAARVERSLAG 2015 CREATE-IT/FDMCI April 2016 1 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Onderzoeksinput... 5 2. Producten van onderzoek...

Nadere informatie

Onderzoeksevaluatie Kenniscentrum Duurzame Zorg Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Onderzoeksevaluatie Kenniscentrum Duurzame Zorg Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Onderzoeksevaluatie Kenniscentrum Duurzame Zorg Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I

Nadere informatie

Verbinden van wetenschap en samenleving. NWO-strategie

Verbinden van wetenschap en samenleving. NWO-strategie Verbinden van wetenschap en samenleving NWO-strategie 2019-2022 Verbinden van wetenschap en samenleving Dit strategisch plan beschrijft de koers van NWO voor de jaren 2019 tot en met 2022. NWO legt hierin

Nadere informatie

Factsheet Competenties Ambtenaren

Factsheet Competenties Ambtenaren i-thorbecke Factsheet Competenties Ambtenaren Competenties van gemeenteambtenaren - nu en in de toekomst kennis en bedrijf Gemeenten werken steeds meer integraal en probleemgestuurd aan maatschappelijke

Nadere informatie

Evaluatierapport Lectoraat Logistiek en Allianties Faculteit Economie en Management. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Evaluatierapport Lectoraat Logistiek en Allianties Faculteit Economie en Management. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Evaluatierapport Lectoraat Logistiek en Allianties Faculteit Economie en Management Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl

Nadere informatie

Voor onze opleiding geldt: samenwerken met informele zorg hoort erbij

Voor onze opleiding geldt: samenwerken met informele zorg hoort erbij Inspiratie voor hbo zorg en welzijn Informele zorg & Social Work aan de hogeschool Inholland Voor onze opleiding geldt: samenwerken met informele zorg hoort erbij Voor onze opleiding geldt: samenwerken

Nadere informatie

Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING

Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING 14 december Bedrijfslevenbrief Het kabinet heeft samenleving en bedrijfsleven

Nadere informatie

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP)

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) I/ Inleiding Het aantal kinderen en jongeren met ernstige psychische problemen is goed bekend. Zowel in Nederland als in andere landen

Nadere informatie

FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM:

FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM: FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM: De (G)OC heeft als formele wettelijke vastgelegde taak het adviseren over de OER en het jaarlijks beoordelen

Nadere informatie

LECTOR WERELDBURGERSCHAP DE HAAGSE HOGESCHOOL

LECTOR WERELDBURGERSCHAP DE HAAGSE HOGESCHOOL LECTOR WERELDBURGERSCHAP DE HAAGSE HOGESCHOOL Inhoudsopgave 1 De Haagse Hogeschool 3 De organisatie 3 Strategische opdracht 3 De missie 3 Facts & figures 4 Lectoraat Wereldburgerschap 4 2 Lector Wereldburgerschap

Nadere informatie

Show & Share 2008 Promoveren bij Hogeschool INHOLLAND Ad van Blokland, coördinator Promotieonderzoek Institute of Advanced Studies and Applied

Show & Share 2008 Promoveren bij Hogeschool INHOLLAND Ad van Blokland, coördinator Promotieonderzoek Institute of Advanced Studies and Applied Show & Share 2008 Promoveren bij Hogeschool INHOLLAND Ad van Blokland, coördinator Promotieonderzoek Institute of Advanced Studies and Applied Research 1 Inhoud presentatie Waarom aandacht voor promoveren

Nadere informatie

Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats

Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats Studiedag De toekomst van het platteland Nijmegen, 21 november 2018 Loek FM Nieuwenhuis Lectoraat beroepspedagogiek Lectoraat Beroepspedagogiek

Nadere informatie

Nota inzake Economic Development Board

Nota inzake Economic Development Board Nota inzake Economic Development Board Inleiding De economische ontwikkeling van Noord-Limburg krijgt een grote impuls met de campusontwikkeling, maar daarmee zijn niet alle economische uitdagingen deze

Nadere informatie

FONTYS FOCUS 2020 ONTWIKKELDOELSTELLINGEN MET INDICATOREN

FONTYS FOCUS 2020 ONTWIKKELDOELSTELLINGEN MET INDICATOREN FONTYS FOCUS 2020 ONTWIKKELDOELSTELLINGEN MET INDICATOREN INLEIDING Fontys wil in 2020 een open betekenisvolle kennisinstelling zijn, verankerd in de verschillende regio s in Zuid-Nederland. Wij focussen

Nadere informatie

Op weg naar de (academische) opleidingsschool

Op weg naar de (academische) opleidingsschool Discussienota Nationalgeographic.nl Adviescommissie ADEF OidS Mei 2014 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Uitgangspunten Samen Opleiden 2. Ambities van (academische) opleidingsscholen 3. Concept Samen Opleiden

Nadere informatie

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur SKPO Profielschets Lid College van Bestuur 1 Missie, visie SKPO De SKPO verzorgt goed primair onderwijs waarbij het kind centraal staat. Wij ondersteunen kinderen om een stap te zetten richting zelfstandigheid,

Nadere informatie

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Marco Snoek over de masteropleiding en de rollen van de LD Docenten De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Het intended curriculum : welke doelen worden

Nadere informatie

Academie voor Ondernemerschap, Marketing en Innovatie 's-hertogenbosch

Academie voor Ondernemerschap, Marketing en Innovatie 's-hertogenbosch Academie voor Ondernemerschap, Marketing en Innovatie 's-hertogenbosch datum 2014 contactpersoon Rene van der Burgt onderwerp Mogelijkheden tot samenwerken telefoon (088) 525 61 94 van Advanced Business

Nadere informatie

Wetenschap en praktijk: door co-creatie verbonden. Petri Embregts

Wetenschap en praktijk: door co-creatie verbonden. Petri Embregts Wetenschap en praktijk: door co-creatie verbonden Petri Embregts 11 april 2013 Kwaliteit van zorg- en hulpverlening vindt in de meest wezenlijke vorm plaats in een betekenisvolle relatie tussen de cliënt

Nadere informatie

Geacht College van onze gemeente Winsum,

Geacht College van onze gemeente Winsum, Geacht College van onze gemeente Winsum, Betreft: Advies over concept Jaarplan 2013/2014 Lokaal Gezondheidsbeleid, uitvoeringsprogramma december 2013 van de Nota Lokaal Gezondheidsbeleid, Gezondheid, welzijn

Nadere informatie

BEOORDELINGSKADER. Organisatietoets MVO in het hoger onderwijs

BEOORDELINGSKADER. Organisatietoets MVO in het hoger onderwijs BEOORDELINGSKADER Organisatietoets MVO in het hoger onderwijs Inhoudsopgave INLEIDING EN CONTEXT 1 MVO 1 ISO26000: de principes en kernthema s 1 MVO in Nederland 2 Organisatietoets MVO en Instellingstoets

Nadere informatie

Samenvatting. Omschrijving OGGz

Samenvatting. Omschrijving OGGz Samenvatting Naar schatting 150 000 mensen in Nederland hebben de greep op het eigen bestaan verloren, door een combinatie van psychische en andere problemen. Ze verkommeren, verloederen en veroorzaken

Nadere informatie

Competenties directeur Nije Gaast

Competenties directeur Nije Gaast Competenties directeur Nije Gaast De s voor directeuren van Nije Gaast zijn vertaald in vijf basiss. De beschrijving is gebaseerd op de schoolleiderscompententies die landelijk zijn vastgesteld en zijn

Nadere informatie

Evaluatie van het lectoraatscluster De Nieuwe Wereld De Haagse Hogeschool. Rapport van de evaluatiecommissie

Evaluatie van het lectoraatscluster De Nieuwe Wereld De Haagse Hogeschool. Rapport van de evaluatiecommissie 1 Evaluatie van het lectoraatscluster De Nieuwe Wereld De Haagse Hogeschool Rapport van de evaluatiecommissie Evaluatiecommissie Voorzitter: prof. dr. Jan Steyaert, lector Sociale Studies, Fontys hogescholen

Nadere informatie

Evaluatierapport Onderzoekseenheid Kwaliteit van Leren Faculteit Educatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Evaluatierapport Onderzoekseenheid Kwaliteit van Leren Faculteit Educatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Evaluatierapport Onderzoekseenheid Kwaliteit van Leren Faculteit Educatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Scheveningseweg 46 2517 KV Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E info@hobeon.nl

Nadere informatie

Profiel. Opleidingsmanager Bestuurskunde. 21 maart Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht

Profiel. Opleidingsmanager Bestuurskunde. 21 maart Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht Profiel Opleidingsmanager Bestuurskunde 21 maart 2017 Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht Voor meer informatie over de functie Jeannette van der Vorm, adviseur Leeuwendaal

Nadere informatie

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek 2016 2022 Kwaliteitszorgstelsel Praktijkgericht Onderzoek Hogescholen

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek 2016 2022 Kwaliteitszorgstelsel Praktijkgericht Onderzoek Hogescholen Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek 2016 2022 Kwaliteitszorgstelsel Praktijkgericht Onderzoek Hogescholen Vereniging Hogescholen, oktober 2015, vastgesteld tijdens de algemene vergadering 1 INHOUD

Nadere informatie

TOETSINGSREGELING LECTORATEN

TOETSINGSREGELING LECTORATEN TOETSINGSREGELING LECTORATEN Den Haag, oktober 2007 2 Algemene voorwaarden Artikel 1 1. De toetsing van aanvragen voor lectoraten geschiedt voor zover het betreft bekostigde instellingen als bedoeld in

Nadere informatie

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd >>> Overgang Maatstaf 2016 Onderstaand overzicht bevat de selectie van de geheel nieuwe eisen uit de Maatstaf 2016 en de eisen waarbij extra of andere accenten zijn gelegd, inclusief een korte toelichting.

Nadere informatie

ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR FEBRUARI 2014

ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR FEBRUARI 2014 ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR FEBRUARI 2014 Dit formulier is bedoeld voor afstudeeropdrachten die in een periode van ruim 4 maanden (kunnen) worden uitgevoerd. Alle afstudeeropdrachten moeten voldoen aan de

Nadere informatie

Functieprofiel lid Raad van Toezicht

Functieprofiel lid Raad van Toezicht Functieprofiel lid Raad van Toezicht Bestuursbureau Postbus 245, 6710 BE Ede Bovenbuurtweg 27, 6717 XA Ede 088 020 70 00 aeres.nl info@aeres.nl Doel van de functie De Raad van Toezicht staat het College

Nadere informatie

Anders kijken, anders leren, anders doen

Anders kijken, anders leren, anders doen Anders kijken, anders leren, anders doen Grensoverstijgend leren en opleiden in zorg en welzijn in het digitale tijdperk HOOFDLIJN 8 Hoofdlijn 8. Onderzoek, onderwijs, praktijk en beleid verbinden Kernboodschap

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

Instellingstoets: vloek of zegen?

Instellingstoets: vloek of zegen? Instellingstoets: vloek of zegen? VLOHRA-congres Hogescholen in beweging 10 februari 2014 De Hanzehogeschool Groningen Achtergrond De oudste (1798) multisectorale hogeschool van Nederland Centrale waarden:

Nadere informatie

Het is belangrijk dat studenten ervaren wat informele zorg inhoudt

Het is belangrijk dat studenten ervaren wat informele zorg inhoudt Inspiratie voor hbo zorg en welzijn Informele zorg & Toegepaste Gerontologie aan de hogescholen Windesheim en Fontys Het is belangrijk dat studenten ervaren wat informele zorg inhoudt Het is belangrijk

Nadere informatie

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers 2010-2013,

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers 2010-2013, KOERS 2014-2015 3 Het (zorg)landschap waarin wij opereren verandert ingrijpend. De kern hiervan is de Kanteling, wat inhoudt dat de eigen kracht van burgers over de hele breedte van de samenleving uitgangspunt

Nadere informatie

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij

Nadere informatie

De motor van de lerende organisatie

De motor van de lerende organisatie De motor van de lerende organisatie Focus op de arbeidsmarkt Naast het erkennen van leerbedrijven is Calibris verantwoordelijk voor ontwikkeling en onderhoud van kwalificaties in de sectoren zorg, welzijn

Nadere informatie

Samenspel tussen werkveld, onderwijs en onderzoek in een multidisciplinaire leeromgeving: een voorbeeld. Aly Waninge & Dinette van Timmeren

Samenspel tussen werkveld, onderwijs en onderzoek in een multidisciplinaire leeromgeving: een voorbeeld. Aly Waninge & Dinette van Timmeren Samenspel tussen werkveld, onderwijs en onderzoek in een multidisciplinaire leeromgeving: een voorbeeld Aly Waninge & Dinette van Timmeren Voorstellen Aly Waninge Lector Participatie en gezondheid van

Nadere informatie

Betekenis voor praktijk en onderwijs. Theo Roes

Betekenis voor praktijk en onderwijs. Theo Roes Betekenis voor praktijk en onderwijs Theo Roes Voorgeschiedenis 2005-2009 Lectoraten op stoom met praktijkonderzoek Beroepsgroepen (NVMW): meer onderzoek voor evidence/practisebased werken Onderwijs: meer

Nadere informatie

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Congres Focus op Onderzoek, 22 juni 2015 Gerda de Kuijper, AVG/senior senior onderzoeker CVBP/UMCG Dederieke Festen AVG/senior onderzoeker

Nadere informatie

Lectoraat natuurbeleving en ontwikkeling kind

Lectoraat natuurbeleving en ontwikkeling kind Lectoraat natuurbeleving & ontwikkeling kind 1 Aanleiding Als kinderen van vijf tot twaalf jaar hun speelplek mogen kiezen, gaat de voorkeur voornamelijk uit naar braakliggende terreinen. Daarbij kijken

Nadere informatie

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap hoop voor de toekomst! Em. Prof. Dr. Haije Wind, verzekeringsarts Amsterdam, 14 maart 2019 Amsterdam UMC locatie AMC, Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid,

Nadere informatie

Onderzoeksevaluatie Programmalijn Communicatie en HRM Faculteit Economie en Management. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Onderzoeksevaluatie Programmalijn Communicatie en HRM Faculteit Economie en Management. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Onderzoeksevaluatie Programmalijn Communicatie en HRM Faculteit Economie en Management Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E info@hobeon.nl Onderzoeksevaluatie

Nadere informatie

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 Pagina 1 van 6 Inhoudsopgave 1. Visie op toezicht... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Visie op toezichthouden... 3 1.3 Doel

Nadere informatie

Profiel lid Raad van Toezicht

Profiel lid Raad van Toezicht Profiel lid Raad van Toezicht De huidige Raad van Toezicht (RvT) bestaat uit zes leden. De RvT streeft naar een maatschappelijk heterogene samenstelling van leden die herkenbaar en geloofwaardig zijn in

Nadere informatie

Inzet van ervaringskennis van studenten

Inzet van ervaringskennis van studenten Inzet van ervaringskennis van studenten Simona Karbouniaris, docent-onderzoeker, Kenniscentrum Sociale Innovatie, Hogeschool Utrecht. Het Kenniscentrum Sociale Innovatie is een samenwerkingsverband van

Nadere informatie

werkwijze PLG werkkaart

werkwijze PLG werkkaart werkwijze PLG werkkaart FOCUS PAS TOE 2 Bepaal het thema, het gewenste resultaat 8 Implementeer en borg de nieuwe aanpak GROEP 1 Formeer de groep TEST KIJK DEEL 5 Probeer uit 3 Onderzoek wat er speelt

Nadere informatie

Betekenis voor beroepsonderwijs

Betekenis voor beroepsonderwijs Betekenis voor beroepsonderwijs Paul Vlaar Landelijk overleg Wmo-werkplaatsen Opbouw inleiding Transities sociale domein Wat zijn Wmo-werkplaatsen? Waar zitten werkplaatsen en wat doen zij? Urgentie van

Nadere informatie

Aanleiding. Datum : 6 maart 2014

Aanleiding. Datum : 6 maart 2014 Datum : 6 maart 2014 Aan : CvB Van : Hans Nederlof Onderwerp : Beleidsplan duurzame bedrijfsvoering FB Kenmerk : Gewenste behandeling : Ter informatie ** Urgentie : normaal/hoog (door SD/CvB te bepalen)

Nadere informatie

Workspace Design Onderzoeksopzet voor SOZAWE

Workspace Design Onderzoeksopzet voor SOZAWE Workspace Design Onderzoeksopzet voor SOZAWE Datum: 16 december 2010 Ir. Jan Gerard Hoendervanger Docent-onderzoeker Lectoraat Vastgoed Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte Hanzehogeschool Groningen

Nadere informatie

De docent beroepsonderwijs: Jongleren op het grensvlak van verschillende werelden. Elly de Bruijn 24 januari 2013 NOT Profiel Lezing

De docent beroepsonderwijs: Jongleren op het grensvlak van verschillende werelden. Elly de Bruijn 24 januari 2013 NOT Profiel Lezing De docent beroepsonderwijs: Jongleren op het grensvlak van verschillende werelden Elly de Bruijn 24 januari 2013 NOT Profiel Lezing Warming up Door de ervaringen als sociaal pedagogisch hulpverlener begreep

Nadere informatie

Evaluatierapport Lectoraat Groene Leefomgeving van Steden. Hogeschool Van Hall Larenstein

Evaluatierapport Lectoraat Groene Leefomgeving van Steden. Hogeschool Van Hall Larenstein Evaluatierapport Lectoraat Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E info@hobeon.nl Evaluatierapport

Nadere informatie

De dialoog over kwaliteit en resultaat van praktijkgericht onderzoek

De dialoog over kwaliteit en resultaat van praktijkgericht onderzoek De dialoog over kwaliteit en resultaat van praktijkgericht onderzoek Donderdag 10 december 2015 Wiep Koehoorn CvB-stafbureau Quality Assurance Stenden Hogeschool De inleiding wordt verzorgd door Paul Nieuwenhuis

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU. Nova College te Haarlem. Februari 2014

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU. Nova College te Haarlem. Februari 2014 ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU Nova College te Haarlem Februari 2014 vastgesteld 29/11/2013 Plaats: Haarlem BRIN: 25PX Onderzoeksnummer: Kenmerk: 259730 4223674 Onderzoek

Nadere informatie

PROEFTUINEN VERSTERKING PROFESSIONELE DIALOOG BINNEN DOCENTENTEAMS

PROEFTUINEN VERSTERKING PROFESSIONELE DIALOOG BINNEN DOCENTENTEAMS PROEFTUINEN VERSTERKING PROFESSIONELE DIALOOG BINNEN DOCENTENTEAMS Peter Horsselenberg Lectoraat ghrm Lector Teamprofessionalisering Daniel van Middelkoop Hogeschool van Amsterdam p.horsselenberg@hva.nl

Nadere informatie

Een landelijk netwerk van ervaringsdeskundigen ten behoeve van beleid, onderzoek en onderwijs

Een landelijk netwerk van ervaringsdeskundigen ten behoeve van beleid, onderzoek en onderwijs met cc naar de cliënt Een landelijk netwerk van ervaringsdeskundigen ten behoeve van beleid, onderzoek en onderwijs Wilt u uw beleid, onderzoek en onderwijs meer vraaggericht maken? Wilt u weten of u de

Nadere informatie

ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR februari 2014

ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR februari 2014 ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR februari 2014 Invulinstructie: Dit formulier is bedoeld voor onderzoeksopdrachten die in een periode van gemiddeld 4 maanden (kunnen) worden uitgevoerd. Voor kortere klussen komt

Nadere informatie

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters Professionele Masters Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters Professionele Masters Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters Inhoud 5 Voorwoord 7 Inleiding 8 Professionele

Nadere informatie

Zorg Voorzitter: Walter Amerika Sprekers: Robbert Gobbens en Marjolein Albers Sprekers: Katja van Vliet en Anneloes van Staa

Zorg Voorzitter: Walter Amerika Sprekers: Robbert Gobbens en Marjolein Albers Sprekers: Katja van Vliet en Anneloes van Staa Maatschappelijke Impact van Praktijkgericht Onderzoek Parallelsessie 27 juni 2019, Rotterdam Zorg Voorzitter: Walter Amerika Sprekers: Robbert Gobbens en Marjolein Albers Sprekers: Katja van Vliet en Anneloes

Nadere informatie

STRATEGISCH BELEID EFFICIËNT EN ZICHTBAAR NAAR EEN CENTRUM VOOR REVALIDATIE

STRATEGISCH BELEID EFFICIËNT EN ZICHTBAAR NAAR EEN CENTRUM VOOR REVALIDATIE STRATEGISCH BELEID 2013 2014 NAAR EEN EFFICIËNT EN ZICHTBAAR CENTRUM VOOR REVALIDATIE UMCG Centrum voor Revalidatie Strategisch beleidsplan 2013-2014 Vastgesteld op 1 november 2012 Vooraf Met het strategisch

Nadere informatie

Docenten- en studentendialoog. Petra Szczerba Consultant kwaliteitsmanagement en IR Dienst Onderwijs en Onderzoek

Docenten- en studentendialoog. Petra Szczerba Consultant kwaliteitsmanagement en IR Dienst Onderwijs en Onderzoek Docenten- en studentendialoog Petra Szczerba Consultant kwaliteitsmanagement en IR Dienst Onderwijs en Onderzoek Bespreekpunten Introductie Context Fontys Illustratie filmpje dialoog met docenten Dialoog

Nadere informatie

TOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE. 8 februari

TOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE. 8 februari TOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE 8 februari 2017 1 Inleiding In deze toezichtvisie geven wij als de Raad van Toezicht van het Nova College aan waarom wij toezicht houden, wat we daarmee willen

Nadere informatie

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE)

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE) HOGESCHOOL UTRECHT Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE) Klik op een van onderstaande linken om direct naar het betreffende

Nadere informatie

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument Strategische Personeelsplanning Basisdocument Strategische Personeelsplanning Basisdocument SPP als pijler van hr-beleid Om als organisatie in een dynamische omgeving met veel ontwikkelingen en veranderingen

Nadere informatie

Center for Organisation Development in Hospitals

Center for Organisation Development in Hospitals instituut Beleid & Management Gezondheidszorg Center for Organisation Development in Hospitals Het Center for Organisation Development in Hospitals is een samenwerkingsverband van het instituut Beleid

Nadere informatie

Reactie op Advies Adviesraad Sociaal Domein Houten

Reactie op Advies Adviesraad Sociaal Domein Houten Reactie op Advies Adviesraad Sociaal Domein Houten Met veel interesse hebben wij - de gemeente Houten - op 1 februari 2016 kennis genomen van het advies van de Adviesraad Sociaal Domein Houten. Om te komen

Nadere informatie