Palliatieve zorg Onderwijsraamwerk 1.0
|
|
- Irena Wouters
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Palliatieve zorg Onderwijsraamwerk Kennis, vaardigheden en attitudeaspecten 1
2 Bijlage 1 Raamwerk met kennis, vaardigheden en attitudeaspecten Niveau 2: MBO-2 Behandelcontext Patiëntenpopulatie Kennis toepassen van kennis, incl. probleemoplossende vaardigheden informatievaardigheden communicatievaardigheden leer- en ontwikkelvaardigheden Thuiszorg, verpleeghuis, verzorgingshuis Ook: WMO-domein (maatschappelijke ondersteuning, sociaal domein), begeleid wonen, ziekenhuis Zowel in langlopende (chronische) als korter durende ziekte trajecten Alle ziektebeelden (en kwetsbare ouderen). Beschikt over basiskennis op het gebied van: y Huishoudelijke zorg. y Algemeen dagelijkse levensverrichtingen (ADL). y Verschillende manieren waarop mensen met lijden en ziekte omgaan (bijv. STEM: sterven op je eigen manier). y Bejegening van patiënten en naasten. y De 5 meest voorkomende symptomen. y Verschillende ziektebeelden en verloop: wat is gewoon en wat niet. Bijvoorbeeld Kanker, Copd, Hartfalen en Dementie. y Basiszorg te geven volgens afspraken in het zorgplan. y Sociale kaart van zorgdomein rondom de patiënt te herkennen. y Veelvoorkomende symptomen te signaleren en te herkennen. y Verschillende ziektebeelden te herkennen. y Zich te informeren over de context van patiënt. y Vragen van patiënten en naasten door te verwijzen, aan zorgverlener van niveau 3, 4, 6 en 7. y Te stimuleren dat naasten vragen bespreekbaar maken bij zorgverlener van niveau 3, 4, 6 en 7. y Te luisteren naar patiënten en naasten. y Eigen beperkingen en grenzen aan te geven. 2 Managementcontract IOO
3 Niveau 3: MBO-3 Attitudeaspecten Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid y Laat blijken iemand echt te zien. y Kan zich in andere inleven. y Heeft respect voor keuzes die patiënten en naasten maakten. y Is zich bewust van eigen referentiekader y Is verantwoordelijk voor het eigen handelen. y Verleent zelfstandig basiszorg. y Heeft zorg voor de leefomgeving van de patiënt. Behandelcontext Patiëntenpopulatie Thuis, verpleeghuis, verzorgingshuis, hospice en GHZ/GGZ. Toevoeging: Zorgverleners op niveau 3 moeten kunnen omgaan met verschillen in middelen en budget in verschillende situaties, bijv. verschil tussen verpleeghuis en hospice. Zowel in langlopende (chronische) als korter durende ziekte trajecten. Alle ziektebeelden (en kwetsbare ouderen). Kennis y Kan de begrippen palliatieve zorg, terminale zorg, euthanasie en palliatieve sedatie uitleggen. y Kan het verschil tussen cure en care uitleggen. y Kan de 4 fases van palliatieve zorg beschrijven. y Heeft basiskennis van veelvoorkomende ziektebeelden(bijv. mogelijk verloop en levensverwachting). y Weet hoe de palliatieve fase gemarkeerd kan worden (bijv. Surprise question). y Kent verschillende fases van rouw/processen rondom verlies en verdriet. y Weet wat deveelvoorkomende symptomen zijn. y Begrijpt het belang van 4 dimensies (fysiek, psychisch, sociaal, spiritueel) voor kwaliteit van leven. y Weet wat de t taken en verantwoordelijkheden van andere betrokken zorgprofessionals. y Kan uitleggen dat er verschillende soorten pijn zijn. y Weet dat er verschillende manieren zijn waarop mensen met lijden en ziekte omgaan (bijv. STEM: sterven op je eigen manier, culturele aspecten, verschillende levensovertuigingen). y Heeft kennis van de palliatieve kaart: wat is er allemaal op het gebied van palliatieve zorg (hospice e.d.). 4 Onderwijsraamwerk Managementcontract palliatieve IOO zorg
4 6 overtuigingen. toepassen van kennis, incl. probleemoplossende vaardigheden informatievaardigheden communicatievaardigheden y Klachten te signaleren en deze te onderzoeken m.b.v. meet- instrumenten (zoals signaleringsbox palliatieve zorg voor verzorgende, DOSscore, VASscore). y Veranderingen te signaleren en deze op de juiste wijze te rapporteren aan zorgverleners op niveau 4 en 6. y Gedrag en wijze van ondersteuning aan te passen aan de veranderende fase waarin de patiënt zich bevindt. y Probleemoplossend mee te denken (bijv. gebruik maken van mantelzorger). y Creatief en flexibel te zijn in het belang van de patiënt. y Basiskennis van begrip palliatieve zorg toe te passen op verschillende ziektebeelden. y Basiskennis van fases palliatieve zorg toe te passen op verschillende ziektebeelden. y Veelvoorkomende symptomen te signaleren en te herkennen. y Verschillende ziektebeelden te herkennen. y Gericht (op internet) informatie te zoeken over palliatieve zorg, bijv. richtlijnen palliatieve zorg (Pallialine), signaleringsbox. y Zich te informeren over de sociale kaart van de patiënt. y Zich te informeren over zorgvoorzieningen, om patiënt en naasten te kunnen adviseren en doorverwijzen. y Zich te informeren over waar je zelf ondersteuning kunt krijgen als professional zorg voor de professional (consultatieteams). y Te communiceren met patiënt en naasten over (de fases van) palliatieve zorg en het levenseinde. y Te communiceren met patiënt en naasten over levensvragen (spiritueel, psychosociaal) en hierbij rekening houden met culturele aspecten. y Te communiceren over de zorg met andere professionals (multidisciplinaire communicatie). y De juiste vragen te stellen en empathie te tonen en te luisteren naar de patiënt en naasten. y Basaal te rapporteren via een digitaal informatiesysteem. y Voorlichting, advies en instructie te geven aan de zorgvrager en/of naasten, zodat zij keuzes kunnen maken voor gewenste palliatieve zorgverlening. y Samen te werken en zorg af te stemmen met collega s in de palliatieve (keten)zorg. Managementcontract IOO leer- en ontwikkelvaardigheden Attitudeaspecten Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid Aanvullende opmerkingen y Vragen van patiënten en naasten door te verwijzen, aan zorgverlener van niveau 4, 6 en 7. y Te stimuleren dat naasten vragen bespreekbaar maken bij zorgverlener van niveau 4, 6 en 7. y Zorg voor de zorgprofessional te organiseren? y De eigen grenzen aan te geven. y Zichzelf blijvend te ontwikkelen (levenslang leren). y Toont respect voor patiënten in elke fase. y Heeft oog voor de naasten. y Neemt de tijd voor patiënten en naasten. y Is zich bewust van de eigen normen waarden en de mogelijke invloed daarvan op het professionele handelen. y Heeft respect voor culturele aspecten en verschillende levens- y Toont empathie. y Past flexibiliteit en creativiteit toe waar nodig. y Heeft aandacht voor mantelzorgondersteuning y Heeft aandacht voor de omgeving (bijvoorbeeld: haren doen, raam open, even naar buiten). y Is verantwoordelijk voor het neerleggen van vragen en taken die niet bij zijn/haar eigen functie horen, bij de zorgverlener van het juiste niveau. Goede zorg start met de vraag: y Wat vindt de patiënt belangrijk? y Wie is deze persoon? waar ligt zijn prioriteit? y Patiënt centraal stellen Niv. 6 inventariseert dit bij patiënten en naasten. Niv. 3 en 4 voeren dit samen met naasten en vrijwilligers uit. 7
5 Niveau 4: MBO-4 Behandelcontext Patiëntenpopulatie Kennis Alle contexten. (midden/laag complex) Toevoeging: Zorgverleners op niveau 4 moeten kunnen omgaan met verschillen in middelen en budget in verschillende situaties, bijv. verschil tussen verpleeghuis en hospice. Zowel in langlopende (chronische) als korter durende ziekte trajecten. Alle ziektebeelden (en kwetsbare oudere). y Kan de begrippen palliatieve zorg, terminale zorg, euthanasie, palliatieve sedatie uitleggen. y Kan het verschil tussen cure en care uitleggen. y Kan de 4 fases van palliatieve zorg beschrijven. y Is op de hoogte van richtlijnen en protocollen rondom palliatieve zorg. y Heeft basiskennis van veelvoorkomende ziektebeelden (bijv. mogelijk verloop en levensverwachting). y Weet hoe de palliatieve fase gemarkeerd kan worden (bijv. Surprise question). y Kent verschillende fases van rouw/processen rondom verlies en verdriet. y Kent veelvoorkomende symptomen. y Begrijpt het belang van 4 dimensies ( fysiek, psychisch, sociaal, spiritueel) voor kwaliteit van leven. y Weet wat de taken en verantwoordelijkheden van andere betrokken zorgprofessionals zijn. y Weet dat er verschillende manieren zijn waarop mensen met lijden en ziekte omgaan (bijv. STEM: sterven op je eigen manier, culturele aspecten, verschillende levensovertuigingen). y Heeft kennis van de palliatieve kaart: wat is er allemaal op het gebied van palliatieve zorg (hospice e.d.). y Is op de hoogte van wet- en regelgeving t.a.v. beslissingen rondom levenseinde, euthanasie en palliatieve sedatie. y Is zich bewust van de mogelijke meerwaarde van complementaire zorg. toepassen van kennis, incl. probleemoplossende vaardigheden y Kent de zorgbehoeften van specifieke doelgroepen, leeftijds- gebonden zorg (bijv. kinderen en ouderen). y Kan uitleggen dat er verschillende soorten pijn zijn en weet hoe hierbij te handelen. y Is zich bewust van bestaande taboes over de dood. y Kan het Nederlandse zorgsystemen in de palliatieve zorg beschrijven (structuur en functie van verschillende organisaties). y Weet welke beroepsverenigingen, patiëntenverenigingen en netwerken er bestaan. y Analytisch te denken (bijv. palliatief redeneren). y Kennis t.a.v. (fases van) palliatieve zorg toe te passen op verschillende ziektebeelden. y Gedrag en wijze van ondersteuning aan te passen aan de veranderende fase waarin de patiënt zich bevindt. y Patiënt en naasten te begeleiden met als doel het inzicht, de draagkracht en de authenticiteit van de zorgvrager te behouden en te bevorderen. y Klachten te signaleren en deze te onderzoeken m.b.v. meetinstrumenten (zoals signaleringsbox palliatieve zorg, DOSscore, VASscore, lastmeter y Veranderingen te signaleren en deze te rapporteren aan de juiste persoon. y Kan onderscheid maken tussen ziektegerichte en symptoomgerichte palliatie. y Richtlijnen palliatieve zorg toe te passen. y Af te stemmen met patiënt en naasten, bijv. verwachtingen m.b.t. de zorgverlening. y Eigen observaties te toetsen bij patiënt en naasten. y Na te denken over zorgethische vraagstukken en op basis daarvan adequaat te handelen. y Out of the box te denken: creatief en flexibel te zijn in het belang van de patiënt (bijv. t.a.v. protocollen, gebruik maken van mantelzorger). y Proactief te handelen in onvoorspelbare situaties. y Probleemoplossend te denken; zich de vraag te stellen of het reëel is om probleem op te lossen. 8 Onderwijsraamwerk Managementcontract Palliatieve palliatieve IOO zorg
6 informatievaardigheden communicatievaardigheden y Multidisciplinair te werken met meerdere ketenzorgpartners. y Patiënten en naasten naar de juiste persoon of organisatie door te verwijzen. y Te anticiperen op veranderingen in het team. y Te ondersteunen bij veranderingen binnen de familiale context. y Patiënt en naasten te begeleiden bij alle fases, inclusief nazorg. y Zich te informeren over de sociale kaart van de patiënt. y Informatie op te zoeken (op internet) gericht op palliatieve zorg en deze naar waarde te beoordelen. y Leemtes te signaleren op het gebied van verpleegkundige richtlijnen en standaarden en daarop actie ondernemen. y Leemtes te signaleren in de palliatieve zorg die zich lenen voor nader onderzoek en deze voorleggen aan kenniscentra. y Te communiceren met patiënt en naasten over (de fases van) palliatieve zorg en het levenseinde. y Te communiceren met patiënt en naasten over levensvragen (spiritueel, psychosociaal) en hierbij rekening houden met culturele aspecten. y De juiste vragen te stellen, empathie te tonen en te luisteren naar de patiënt en naasten. y Te rapporteren via digitaal informatiesysteem. y Deel te nemen aan intervisie binnen team/afdeling. y Ethische vraagstukken die in het verpleegkundig proces voorkomen bespreekbaar te maken in overlegsituaties op patiënten- en afdelings-, organisatie- en instellingsniveau. y Op een effectieve manier te rapporteren aan teamleider/leidinggevende. y In het multidisciplinair overleg de feitelijke en de te verwachten gevolgen van de behandeling en het voortschrijdend ziekteproces van de patiënt te bespreken. y Goed naar patiënt/naasten te luisteren en vragen te stellen; hierdoor conflicten bij de patiënt en naasten te signaleren en hierop anticiperen. y Voorlichting, advies en instructie te geven aan de zorgvrager en/of naasten, zodat zij keuzes kunnen maken voor gewenste palliatieve zorgverlening. 10 Onderwijsraamwerk Managementcontract Palliatieve palliatieve IOO zorg leer- en ontwikkelvaardigheden Attitudeaspecten Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid Aanvullende opmerkingen y Samen te werken en zorg af te stemmen met collega s in de palliatieve (keten)zorg. y Advies en instructie te geven aan verpleegkundigen en overige beroepsbeoefenaren met betrekking tot palliatieve (verpleeg- kundige) zorg. y Vragen van patiënten en naasten door te verwijzen, aan zorgverlener van niveau 6 en 7, 8. y Te stimuleren dat naasten vragen bespreekbaar maken bij zorgverlener van niveau 6 en 7, 8. y Zorg voor de zorgprofessional te organiseren. y Zijn/ haar eigen grenzen aan te geven. y Zichzelf blijvend te ontwikkelen (levenslang leren). y Te reflecteren op zijn/haar eigen aanpak en rol. y Eigen handelen te toetsen aan richtlijnen. y Op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen. y Toont respect tonen voor (de visie van) de patiënt en naasten in elke fase. y Heeft oog voor de naasten. y Neemt de tijd voor patiënten en naasten. y Toont empathie. y Is zich bewust zijn van de eigen normen waarden en de mogelijke invloed daarvan op het professionele handelen. y Past flexibiliteit en creativiteit toe waar nodig. y Heeft oog voor kwaliteit van leven en kwaliteit van zorg. y Heeft respect voor culturele aspecten en verschillende levensovertuigingen. y Heeft aandacht voor mantelzorgondersteuning. y Opereert zelfstandig binnen alle fases, binnen de grenzen van het beroepsdomein. y Is verantwoordelijk voor het neerleggen van vragen en taken die niet bij zijn/haar eigen functie horen, bij de zorgverlener van het juiste niveau. Aanvullende opmerkingen: Goede zorg start met de vraag: y Wat vindt de patiënt belangrijk? y Wie is deze persoon? Waar ligt de prioriteit? y Patiënt centraal stellen Niv. 6 inventariseert dit bij patiënten en naasten. Niv. 3 en 4 voeren dit samen met naasten en vrijwilligers uit. 11
7 Niveau 6: bachelor HBO verpleegkunde (regieverpleegkundige) Behandelcontext Patiëntenpopulatie Kennis Alle sectoren. Laag-, midden,- en hoogcomplex. Deze verpleegkundige kan in alle genoemde settingen werken, maar meestal: ziekenhuis (palliatief consultatieteam), thuiszorg, verpleeghuis, verzorgingshuis en hospice. Zowel in langlopende (chronische) als korter durende ziekte trajecten Alle ziektebeelden (kwetsbare oudere). y Kan de begrippen palliatieve zorg, terminale zorg, euthanasie en palliatieve sedatie uitleggen. y Kan het verschil tussen cure en care uitleggen. y Kan de 4 fases van palliatieve zorg beschrijven. y Is op de hoogte van richtlijnen en protocollen rondom palliatieve zorg. y Heeft basiskennis van veelvoorkomende ziektebeelden (bijv. mogelijk verloop en levensverwachting). y Weet hoe de palliatieve fase gemarkeerd kan worden (bijv. Surprise question). y Kent verschillende fases van rouw/processen rondom verlies en verdriet. y Kent veelvoorkomende symptomen. y Begrijpt het belang van de 4 dimensies ( fysiek, psychisch, sociaal, spiritueel) voor kwaliteit van leven. y Weet wat de taken en verantwoordelijkheden van andere betrokken zorgprofessionals zijn. y Weet dat er verschillende manieren zijn waarop mensen met lijden en ziekte omgaan (bijv. STEM: sterven op je eigen manier, culturele aspecten, verschillende levensovertuigingen). y Heeft kennis van de palliatieve kaart: wat is er allemaal op het gebied van palliatieve zorg (hospice e.d.). y Is op de hoogte van wet- en regelgeving t.a.v. beslissingen rondom levenseinde, euthanasie en palliatieve sedatie. y Is zich bewust van de mogelijke meerwaarde van complementaire zorg. y Kent de zorgbehoeften van specifieke doelgroepen, leeftijds- gebonden zorg (bijv. kinderen en ouderen). y Kan uitleggen dat er verschillende soorten pijn zijn en weet hoe hierbij te handelen. y Is zich bewust van bestaande taboes over de dood. 12 Strategisch Onderwijsraamwerk Managementcontract opleidingsplan Palliatieve palliatieve VUmc IOO zorg toepassen van kennis, incl. probleemoplossende vaardigheden y Kan het Nederlandse zorgsystemen in de palliatieve zorg beschrijven (structuur en functie van verschillende organisaties). y Weet welke beroepsverenigingen, patiëntenverenigingen en netwerken er bestaan. y Kent de meest gebruikte medicatie in relatie tot veelvoorkomende ziektebeelden en symptomen. y Herkent de volgende spoedgevallen en kent de behandelings- mogelijkheden hiervan zoals : delier, (dreigende) dwarslaesie, massale (long)bloeding, vena cava superior syndroom, ileus, retentieblaas, acute dyspnoe, verstikking, uitputting, pijn, existentiële crisis. y Herkent verschillende coping strategieën van patiënt en naasten. y Kan de kenmerken van laag,- midden-, en hoogcomplexe palliatieve zorg (wat/wie waaronder valt) beschrijven. y Is op de hoogte van onderdelen van het verpleegproces in de palliatieve fasen. y Analytisch te denken (bijv. palliatief redeneren). y Patiënt en naasten te begeleiden met als doel het inzicht, de draagkracht en de authenticiteit van de patiënt te behouden en te bevorderen. y Handelen aan te passen aan de complexiteit van de situatie (laag-, midden-, hoogcomplex). y Na te denken over zorgethische vraagstukken en op basis daarvan adequaat te handelen. y Om te gaan met taboes over de dood. y Gebruik te maken van relevante meetinstrumenten (zoals VASscore, lastmeter, DOSscore). y Adequaat invulling te geven aan gezamenlijke besluitvorming (shared decision making) met patiënten, hun naasten en andere zorgverleners. y Op systematische wijze gegevens van de patiënt en naasten te verzamelen en deze te analyseren en te interpreteren om de gevolgen van het lijden en de daarmee samenhangende behandeling te signaleren, te herkennen en te verwoorden. y Vast te stellen welke vragen, wensen en behoeften patiënt en naasten hebben, gebruikmakend van: gestandaardiseerde en (wetenschappelijk) onderbouwde observatie- en diagnoseschema s, gegevens uit protocollen, landelijke (palliatieve) richtlijnen, tests en onderzoeken. y Af te stemmen met patiënt en naasten, bijv. verwachtingen m.b.t. de zorgverlening. 13
8 y Verpleegkundige interventies te kiezen, in overleg met patiënt en naasten, die aansluiten bij de vastgestelde verpleegkundige diagnoses en geformuleerde zorgdoelen én hierin prioriteiten vast te stellen. y Interventies uit te voeren aan de hand van protocollen en standaarden palliatieve zorg gebaseerd op basis van aanwezige evidence of best practice. y Bij interventies die afwijken of bij het ontbreken van protocollen en standaarden verantwoording af te leggen over de keuze van interventies aan de patiënt en andere betrokkenen. y Palliatieve zorg te verlenen volgens het zorgplan, te anticiperen op veranderingen en zo nodig het zorgplan bij te stellen in overleg met de patiënt, de behandelend arts en andere bij de zorg betrokken hulpverleners. y (Verpleegkundige) palliatieve zorg te coördineren, hierbij op het juiste moment multidisciplinaire overlegsituaties te initiëren en daaraan een actieve bijdrage te leveren. y Te handelen in acute situaties. y Patiënt en naasten te begeleiden bij alle fases, inclusief nazorg. y Adequaat te reageren op coping strategieën (stervensstijl). y Zorg af te stemmen op de levensovertuiging van de patiënt, zoals rekening houden met rituelen. y Proactief te handelen in onvoorspelbare situaties. y Ondersteuning te bieden aan de leden van het team. y Ondersteuning te bieden bij veranderingen binnen de familiale context. y Psychosociale begeleiding (spiritueel en sociaal) te bieden aan patiënt en naasten. y Te zorgen voor een goede dossiervoering t.b.v. het zorgpad stervensfase. y Aanjager te zijn in advance care planning. y Informatie aan te dragen voor het stellen van de indicatie voor palliatieve sedatie. y Niet-medicamenteuze behandelingen uit te voeren. y Out of the box te denken: creatief en flexibel te zijn in het belang van de patiënt (bijv. t.a.v. protocollen, gebruik maken van naasten). y Op te komen voor de belangen en noden van de patiënt en deze als uitgangspunt nemen bij het handelen. y Probleemoplossend te denken; vraag stellen of het reëel is om probleem op te lossen. informatievaardigheden communicatievaardigheden y In overleg met de arts te beslissen om niet te interveniëren als dat in het belang is van de patiënt en naasten. y Zich in te zetten voor deskundigheidsbevordering van andere hulpverleners (casuïstiekbespreking, klinische lessen, training on the job). y Zich te informeren over de sociale kaart van de patiënt. y Zich te informeren over draagkracht en draaglast van patiënt en naasten. y Informatie op te zoeken (op internet) gericht op bijvoorbeeld richtlijnen en best practices palliatieve zorg en deze naar waarde te beoordelen. y Leemtes te signaleren op het gebied van verpleegkundige richtlijnen en standaarden en daarop actie ondernemen, bijv. door een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen, evalueren en bijstellen van richtlijnen en standaarden. y Leemtes te signaleren in de palliatieve zorg die zich lenen voor nader onderzoek en deze voorleggen aan kenniscentra. y Contact te leggen met beroepsverenigingen, patiëntenverenigingen en netwerken. y Deel te nemen aan netwerken palliatieve zorg. y Mee te werken aan wetenschappelijk onderzoek. y Te communiceren met patiënt en naasten over (de fases van) palliatieve zorg en het levenseinde. y Te communiceren met patiënt en naasten over levensvragen (spiritueel, psychosociaal) en hierbij rekening te houden met culturele aspecten. y Deel te nemen aan intervisie binnen team/afdeling. y Ethische vraagstukken en morele dilemma s die in het verpleegkundig proces voorkomen bespreekbaar te maken in overleg- situaties op patiënten- en afdelings-, organisatie- en instellingsniveau (moreel beraad). y Te rapporteren aan teamleider/leidinggevende. y In het multidisciplinair overleg de feitelijke en de te verwachten gevolgen van de behandeling en het voortschrijdend ziekteproces van de patiënt te bespreken. y Goed naar patiënt/naasten te luisteren en vragen stellen; hierdoor conflicten bij de patiënt en naasten te signaleren en hierop te anticiperen. 14 Strategisch Onderwijsraamwerk Managementcontract opleidingsplan Palliatieve palliatieve VUmc IOO zorg
9 y De juiste vragen te stellen, empathie te tonen en te luisteren naar de patiënt en naasten. y Voorlichting, advies en instructie te geven aan de patiënt en/of naasten, zodat zij keuzes kunnen maken voor gewenste palliatieve zorgverlening. y Samen te werken (inter- en multidisciplinair) en zorg afstemmen met collega s in de palliatieve (keten)zorg. y Advies en instructie te geven aan verpleegkundigen en overige beroepsbeoefenaren met betrekking tot palliatieve (verpleeg- kundige) zorg. y Advies en instructie te geven aan naasten met betrekking tot palliatieve (verpleegkundige) zorg. y Op een effectieve manier te rapporteren aan leidinggevende en andere betrokkenen. y Mogelijke gewetensbezwaren bespreekbaar te maken met teamleden. y Verschillende gesprekstechnieken toe te passen als de situatie daarom vraagt. y Te communiceren in complexe familiaire situaties. y Principes van conflicthantering toe te passen bij optredende tegenstellingen binnen familie/naasten. y Vragen van patiënten en naasten door te verwijzen, aan zorgverlener van niveau 7 en 8. y Te stimuleren dat naasten vragen bespreekbaar maken bij zorgverlener van niveau 7 en 8. Attitudeaspecten Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid Aanvullende opmerkingen y Toont respect voor (de visie van) de patiënt en naasten in elke fase. y Heeft oog voor de naasten. y Neemt de tijd voor patiënten en naasten. y Toont empathie. y Is zich bewust van de eigen normen waarden en de mogelijke invloed daarvan op het professionele handelen. y Kan buiten het eigen referentiekader treden. y Heeft aandacht voor de inbreng en ervaringsdeskundigheid van naasten. y Heeft oog voor kwaliteit van leven en kwaliteit van zorg. y Heeft respect voor culturele aspecten en verschillende levensovertuigingen. y Past sensitiviteit, flexibiliteit en creativiteit toe waar nodig. y Neemt een gebalanceerde houding aan tussen distantie en nabijheid. y Handelt binnen de grenzen van wet- en regelgeving (bijv. WGBO). y Handelt vanuit de geldende normen en waarden van de beroepscode. y Opereert zelfstandig binnen alle fases, binnen de grenzen van het beroepsdomein. Goede zorg start met de vraag: y Wat vindt de patiënt belangrijk? y Wie is deze persoon? Waar ligt de prioriteit? y Patiënt centraal stellen leer- en ontwikkelvaardigheden y Zorg voor de zorgprofessional te organiseren. y De eigen grenzen, sterktes en zwaktes aan te geven. y Zichzelf blijvend te ontwikkelen (levenslang leren). y Te reflecteren op zijn/haar eigen aanpak en rol. y Eigen handelen te toetsen aan richtlijnen. y Op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen. y Zich bewust te zijn van de eigen visie (bijv. op leven en dood) en hoe anderen hiernaar kijken. y Zich bewust te zijn van de eigen waarden en normen. Niv. 6 inventariseert dit bij patiënten en naasten. Niv. 3 en 4 voeren dit samen met naasten en vrijwilligers uit. 16 Strategisch Onderwijsraamwerk Managementcontract opleidingsplan Palliatieve palliatieve VUmc IOO zorg
10 Niveau 6: bachelor geneeskunde Behandelcontext Patiëntenpopulatie Kennis Alle contexten van toepassing. Laagcomplexe problematiek. Zowel in langlopende (chronische) als korter durende ziekte trajecten Alle ziektebeelden (kwetsbare oudere). y Kan de WHO definitie van palliatieve zorg en de definitie van gezondheid ( bijv. Hubert) beschrijven. y Kan uitleggen welke fasen van palliatieve zorg er zijn. y Kent de verschillen tussen de diverse typen van zorg zoals preventieve, curatieve, levensverlengende, palliatieve en terminale zorg en kan deze toepassen op casuïstiek. y Kan uitleggen waarom een afweging van kwaliteit versus kwantiteit van leven kan zijn. y Kan uitleggen waarom het markeren van de palliatieve fase belangrijk is en kent hulpmiddelen hierbij (bijv Surprise Question). y Kan aangeven welke vier dimensies verband houden met palliatieve zorg: fysiek, psychisch, sociaal, spiritueel. y Is zich bewust van de multi- en interdisciplinariteit van palliatieve zorg. y Kent veelvoorkomende ziektebeelden: mogelijk verloop en problematiek rondom prognose (bijv. ziekte trajecten Lynn & Lunney) y Begrijpt de systematiek van palliatief redeneren. y Kan uitleggen dat er verschillende soorten pijn zijn. y Is zich bewust dat ethische en morele dilemma s een rol spelen rondom het levenseinde. toepassen van kennis, incl. probleemoplossende vaardigheden informatievaardigheden communicatievaardigheden leer- en ontwikkelvaardigheden Attitudeaspecten y De palliatieve fase te markeren (bijv. surprise question). y Het biopsychosociale model toe te passen. y De basisprincipes van palliatief redeneren toe te passen op casuïstiek. y Tijdens een anamnese de vier dimensies aan bod te laten komen. y Informatie op te zoeken gericht op palliatieve zorg en deze naar waarde te beoordelen. y De principes van luisteren, samenvatten en doorvragen toe te passen. y Een gesprek aan te gaan over levensvragen (spiritueel, psychosociaal) en hierbij rekening te houden met culturele aspecten. y De eigen grenzen aan te geven, en aan te geven waar zijn of haar sterken en zwakten liggen. y De eigen waarden en normen rondom het einde van het leven te verwoorden. y Toont respect voor (de visie van) de patiënt en naasten in elke fase. y Neemt de tijd voor patiënten en naasten. y Toont empathie. y Heeft oog voor kwaliteit van leven en kwaliteit van zorg. y Heeft respect voor culturele aspecten en verschillende levensovertuigingen. y Neemt een gebalanceerde houding aan tussen distantie en nabijheid. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid y Beseft dat medisch beroepsgeheim ook geldt voor studenten. 18 Strategisch Onderwijsraamwerk Managementcontract opleidingsplan Palliatieve palliatieve VUmc IOO zorg
11 Niveau 7: master geneeskunde (basisarts) Behandelcontext Patiëntenpopulatie Kennis Alle contexten van toepassing. Laag- en middencomplexe problematiek. Zowel in langlopende (chronische) als korter durende ziekte trajecten. Alle ziektebeelden. Bijzondere doelgroepen: jongeren (AYA s), kwetsbare ouderen, allochtonen. y Kan de WHO definitie van palliatieve zorg en de definitie van gezondheid ( bijv. Hubert) beschrijven. y Kan uitleggen welke fasen van palliatieve zorg er zijn. y Kent de verschillen tussen de diverse typen van zorg zoals preventieve, curatieve, levensverlengende, palliatieve en terminale zorg. y Kan uitleggen waarom een afweging van kwaliteit versus kwantiteit van leven kan zijn. y Kan uitleggen waarom het markeren van de palliatieve fase belangrijk is en kent hulpmiddelen hierbij (bijv. Surprise Question). y Kan aangeven welke vier dimensies verband houden met palliatieve zorg: fysiek, psychisch, sociaal, spiritueel. y Is zich bewust van de multi- en interdisciplinariteit van palliatieve zorg. y Weet dat er verschillende manieren zijn waarop mensen met lijden en ziekte omgaan (bijv. STEM: sterven op je eigen manier, culturele aspecten, verschillende levensovertuigingen). y Kent veelvoorkomende ziektebeelden: mogelijk verloop en problematiek rondom prognose (bijv. ziekte trajecten Lynn & Lunney). y Herkent de volgende spoedgevallen en kent de behandelings- mogelijkheden hiervan zoals : delier, (dreigende) dwarslaesie, massale (long)bloeding, vena cava superior syndroom, ileus, retentieblaas, acute dyspnoe, verstikking, uitputting, pijn, existentiële crisis. y Begrijpt de systematiek van palliatief redeneren. y Kan uitleggen dat er verschillende soorten pijn zijn en weet hoe hierbij te handelen. y Is zich bewust dat ethische en morele dilemma s een rol spelen rondom het levenseinde. y Houdt zich aan de richtlijnen en protocollen op het gebied van palliatieve zorg. y Is op de hoogte van wet en regelgeving omtrent beslissingen rondom het levenseinde; bewust negeren van vocht/voeding, palliatieve sedatie, euthanasie en zelfdoding. toepassen van kennis, incl. probleemoplossende vaardigheden y Is op de hoogte van het doorslaggevend belang van de verlangens van de patiënt ten aanzien van het doorgaan met of het weigeren van verdere behandeling. y Is op de hoogte van de mogelijkheden tot consultatie in de palliatieve zorg. y Is zich bewust van de mogelijke meerwaarde van complementaire zorg. y Kent verschillende vormen van medicamenteus en niet- medicamenteus behandelen van de meest voorkomende symptomen y Begrijpt het belang van een adequate diagnose zonder onder- of overdiagnostische processen. y Kent taken en verantwoordelijkheden van andere betrokken zorgprofessionals. y Kan het Nederlandse zorgsystemen in de palliatieve zorg beschrijven (structuur en functie van verschillende organisaties) y Weet welke beroepsverenigingen, patiëntenverenigingen en netwerken er bestaan. y Kent de meest gebruikte medicatie in relatie tot veelvoorkomende ziektebeelden en symptomen. y Herkent verschillende coping strategieën van patiënt en naasten. y Kan de kenmerken van laag,- midden-, en hoogcomplexe palliatieve zorg (wat/wie waaronder valt) beschrijven. y Het biopsychosociale model toe te passen. y De palliatieve fase te herkennen en weet de hulpmiddelen om deze te markeren door middel van bv. de surprise question y Gebruik te maken van de systematiek van palliatief redeneren. y Anticiperend te handelen in de diverse stadia van palliatieve zorg. y Deskundigen in de palliatieve zorg gericht te raadplegen. y Een doelgerichte en accurate anamnese af te nemen; doelmatig lichamelijk onderzoek te verrichten, rekening houdend met de belasting hiervan voor de patiënt. y In een anamnese de vier dimensies van palliatieve zorg aan bod te laten komen. 20 Strategisch Onderwijsraamwerk Managementcontract opleidingsplan Palliatieve palliatieve VUmc IOO zorg
12 informatievaardigheden y Op systematische wijze gegevens van de patiënten en naasten te verzamelen, te analyseren en te interpreteren om de gevolgen van het lijden en de daarmee samenhangende behandeling te signaleren, herkennen en verwoorden. y Vast te stellen welke actuele vragen, wensen en behoeften patiënten en naasten hebben op alle vier dimensies. y Specifieke wensen rond het sterven van de patiënt en diens naasten te identificeren. y Adequaat invulling te geven aan gezamenlijke besluitvorming (shared decision making) met patiënten, hun naasten en andere zorgverleners. y Chronisch en ongeneeslijk zieken en hun naasten te begeleiden en ondersteunen. y Te handelen volgens protocollen en richtlijnen. y Multidisciplinair en interdisciplinair samen te werken met andere betrokken hulpverleners. y Te vertrouwen op eigen intuïtie/klinische blik. y Op de juiste manier aandacht te besteden aan mantelzorgers/ naasten. y Verwachtingen van patiënt en naasten te managen. y Informatie op te zoeken gericht op palliatieve zorg en deze naar waarde te beoordelen. y Medische informatie op het vakgebied van de palliatieve zorg kritisch te beoordelen ten behoeve van de eigen klinische oordeels- en besluitvorming. y Vragen zo te stellen, dat ze in principe te beantwoorden zijn met behulp van wetenschappelijke literatuur (evidence based). y De relevantie van experience based inzichten te beoordelen. y EBP principes m.b.t. palliatieve zorg toe te passen in laag- en middencomplexe patiënt situaties. y Actuele internationale literatuur te vinden, te beoordelen en toe te passen. y Te zorgen voor optimale informatieverschaffing aan patiënten en naasten. communicatievaardigheden leer- en ontwikkelvaardigheden y Naar patiënt en naasten te luisteren en gericht vragen te stellen. y Te communiceren met patiënt en naasten over levensvragen (spiritueel, psychosociaal) en hierbij rekening houden met culturele aspecten. y Behandelrelaties met patiënten en naasten op te bouwen; een omgeving te creëren, die gekenmerkt wordt door begrip, vertrouwen, empathie en veiligheid. y De optie om niet curatief of ziekte gericht te behandelen ook bespreekbaar maken. y De patiënt en naasten op een respectvolle, invoelende wijze te informeren en adviseren. y In de begeleiding rondom het levenseinde ook de levens- beschouwelijke en culturele opvattingen van de patiënt en de naasten te betrekken. y Relevante informatie over patiënten binnen hun sociale systeem te verkrijgen. y Interesse te tonen in de ideeën, zorgen en verwachtingen van de patiënt over de aard en de behandeling van zijn of haar ziekte of problemen. y Communicatie af te stemmen op de vaardigheden en/of beperkingen van de patiënt en de naasten. y Overdracht te garanderen met veilige gegevens uitwisseling. y Zorg voor de zorgprofessional te organiseren. y De eigen grenzen, vaardigheden en bekwaamheden aan te geven. y Eigen sterktes en zwaktes aan te geven. y Zichzelf blijvend te ontwikkelen (levenslang leren). y Te reflecteren op zijn/haar eigen aanpak en rol. y Eigen handelen te toetsen aan richtlijnen. y Op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen. y Zich bewust te zijn van de eigen visie (bijv. op leven en dood) en hoe anderen hiernaar kijken. y Zich bewust te zijn van de eigen waarden en normen rondom het einde van het leven. y Persoonlijke leerdoelen vast te stellen, geschikte leermethoden te kiezen, ze uit te voeren en de eigen leerresultaten te evalueren. y Zich kritisch op te stellen tegenover het (eigen) handelen. 22 Strategisch Onderwijsraamwerk opleidingsplan Palliatieve palliatieve VUmc zorg
13 Niveau 8: medisch specialist Attitudeaspecten Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid y Om te gaan met gevoel van (on)vermogen. y Om te gaan met gevoel van falen en succes. y Te reflecteren op de eigen visie op en waarden van het leven, het einde van het leven en de dood. y Toont respect voor (de visie van) de patiënt en naasten in elke fase. y Neemt de tijd voor patiënten en naasten. y Toont empathie. y Heeft aandacht voor kwaliteit van leven en kwaliteit van zorg. y Heeft respect voor culturele aspecten en verschillende levensovertuigingen. y Neemt een gebalanceerde houding aan tussen distantie en nabijheid. y Heeft aandacht voor socio-economische factoren. y Heeft aandacht voor de naasten. y Staat open voor wensen/voorkeuren van patiënt en naasten. y (Her)kent eigen grenzen en emoties en weet welke invloed deze hebben op de attitude. y Heeft aandacht en begrip voor wisselende wensen in de loop van de tijd. y Beseft dat medisch beroepsgeheim ook geldt voor studenten. y Zorgt voor continuïteit door overdracht en samenwerking. y Draagt medeverantwoordelijkheid voor de inhoud van het behandelplan en daarmee voor het inzetten van andere zorgverleners. y Heeft zicht op zijn/haar verantwoordelijkheid als hulpverlener en de afbakening hiervan. y Handelt professioneel vanuit eigen waarden en normen. y Oefent de geneeskunde uit naar de gebruikelijke ethische en juridische normen van het beroep. y Geeft duidelijkheid over de regiefunctie: wie doet wat, samen- werking eerste en tweede lijn. Behandelcontext Patiëntenpopulatie Kennis Alle contexten. Ook revalidatie. Laag-, midden-, en hoogcomplexe problematiek. Zowel in langlopende (chronische) als korter durende ziekte trajecten. Alle ziektebeelden. Bijzondere doelgroepen: jongeren (AYA s), kwetsbare ouderen, allochtonen, GGZ, AVG, dak- en thuislozen. y Kan de WHO definitie van palliatieve zorg en de definitie van gezondheid ( bijv. Hubert) beschrijven. y Kan uitleggen welke fasen van palliatieve zorg er zijn y Kent de verschillen tussen de diverse typen van zorg zoals preventieve, curatieve, levensverlengende, palliatieve en terminale zorg. y Kan uitleggen waarom een afweging van kwaliteit versus kwantiteit van leven kan zijn. y Kan uitleggen waarom het markeren van de palliatieve fase belangrijk is en kent hulpmiddelen hierbij (bijv Surprise Question). y Kan aangeven welke vier dimensies verband houden met palliatieve zorg: fysiek, psychisch, sociaal, spiritueel. y Is zich bewust van de multi- en interdisciplinariteit van palliatieve zorg. y Weet dat er verschillende manieren zijn waarop mensen met lijden en ziekte omgaan (bijv. STEM: sterven op je eigen manier, culturele aspecten, verschillende levensovertuigingen). y Kent veelvoorkomende ziektebeelden: mogelijk verloop en problematiek rondom prognose (bijv. ziekte trajecten Lynn & Lunney) y Begrijpt de systematiek van palliatief redeneren. y Kan uitleggen dat er verschillende soorten pijn zijn en weet hoe hierbij te handelen. y Is zich bewust dat ethische en morele dilemma s een rol spelen rondom het levenseinde. y Is op de hoogte van richtlijnen en protocollen op het gebied van palliatieve zorg. y Heeft uitgebreide kennis van wet en regelgeving omtrent beslissingen rondom het levenseinde; bewust negeren van vocht/ voeding, palliatieve sedatie, euthanasie en zelfdoding. 24 Strategisch Onderwijsraamwerk opleidingsplan Palliatieve palliatieve VUmc zorg
14 y Is op de hoogte van het doorslaggevend belang van de verlangens van de patiënt ten aanzien van het doorgaan met of het weigeren van verdere behandeling. y Is op de hoogte van de mogelijkheden tot consultatie in de palliatieve zorg y Is zich bewust van de mogelijke meerwaarde van complementaire zorg. y Kent verschillende (algemene en specialisme specifieke) vormen van medicamenteus en niet-medicamenteus behandelen van de meest voorkomende symptomen. y Begrijpt het belang van een adequate diagnose zonder onder- of overdiagnostische processen. y Weet wat de taken en verantwoordelijkheden van andere betrokken zorgprofessionals zijn. y Kan het Nederlandse zorgsystemen in de palliatieve zorg beschrijven (structuur en functie van verschillende organisaties). y Weet welke beroepsverenigingen, patiëntenverenigingen en netwerken er bestaan. y Kent de meest gebruikte medicatie in relatie tot veelvoorkomende ziektebeelden en symptomen. y Herkent verschillende coping strategieën van patiënt en naasten. y Kan de kenmerken van laag,- midden-, en hoogcomplexe palliatieve zorg (wat/wie waaronder valt) beschrijven. y Kent de plaats en mogelijkheden van palliatieve radio-, chemo- en hormonale therapie en chirurgie. y Herkent de volgende spoedgevallen en kent de behandelings- mogelijkheden hiervan: delier, (dreigende) dwarslaesie, massale (long)bloeding, vena cava superior syndroom, ileus, retentieblaas, acute dyspnoe, verstikking, uitputting, pijn, existentiele crisis. y Kent de belangrijkste farmacokinetische problemen en bij- werkingen van medicatie bij patiënten in de palliatieve fase. y Weet welke verschillende stadia in het verwerkingsproceser zijn bij patiënt en naasten, inclusief normale en abnormale rouw. y Is op de hoogte van de belangrijkste levensbeschouwelijke en evt. etnische opvattingen over lijden en sterven. y Is op de hoogte van de mogelijkheden van thuiszorgtechnologie. y Kent en herkent refractaire symptomen. y Weet van de mogelijke invloed is van sociaal-economische status. toepassen van kennis, incl. probleemoplossende vaardigheden y Is zich bewust van mogelijke spanningsvelden tussen patiënten belang/ maatschappelijk belang/ instellingsbelang/persoonlijk belang. y Heeft uitgebreide kennis met betrekking tot shared decision making (SDM) en advanced care planning (ACP). y Het biopsychosociale model toe te passen. y Een doelgerichte en accurate anamnese af te nemen; doelmatig lichamelijk onderzoek te verrichten, rekening houdend met de belasting hiervan voor de patiënt. y In een anamnese de vier dimensies van palliatieve zorg aan bod te laten komen. y De palliatieve fase ter herkennen en markeren door gebruik te maken van hulpmiddelen bv. de surprise question. y Gebruik te maken van de systematiek van palliatief redeneren. y Anticiperend te handelen in de diverse stadia van palliatieve zorg. y Andere deskundigen in de palliatieve zorg te consulteren en informeren. y Op systematische wijze gegevens van de patiënten en naasten te verzamelen, te analyseren en te interpreteren om de gevolgen van het lijden en de daarmee samenhangende behandeling te signaleren, herkennen en verwoorden. y Vast te stellen welke actuele vragen, wensen en behoeften patiënten en naasten hebben op alle vier dimensies. y De specifieke wensen rond het sterven van de patiënt en diens naasten te identificeren. y Adequaat invulling te geven aan gezamenlijke besluitvorming (shared decision making) met patiënten, hun naasten en andere zorgverleners. y Chronisch en ongeneeslijk zieken en hun naasten te begeleiden en te ondersteunen. y Te handelen volgens protocollen en richtlijnen. y Te vertrouwen op de eigen intuïtie/klinische blik. y Op de juiste manier aandacht te besteden aan mantelzorgers/ naasten. y Symptoomdifferentiatie toe te passen. y Te denken in de vorm van scenario s: mogelijke scenario s voor beloop en te verwachten problemen beschrijven en daar ook eventuele interventies/acties bij af te spreken). 26 Strategisch Onderwijsraamwerk Managementcontract opleidingsplan Palliatieve palliatieve VUmc IOO zorg
15 y Te anticiperen, coördineren en zorgen voor continuïteit (overdracht). y Goed onderbouwde besluiten te nemen over diagnostische en therapeutische interventies, gebaseerd op informatie en voorkeur van de patiënt en diens naasten, wetenschappelijk bewijs en klinische beoordeling. y Ziektebeelden en intercurrente aandoeningen te diagnosticeren en prognosticeren, niet alleen gericht op het stellen van de diagnose, maar ook op het constateren van de bijbehorende stoornissen, beperkingen en handicaps en op de zorgbehoeften/-wensen. y Doelmatig behandelingen te verrichten veelal gericht op verlichting van de klachten en op onderhoudsbehandeling bij chronische aandoeningen. y Te doen aan individuele preventie: secundair: het voorkomen van nieuwe klachten, ziekten of functieverlies; tertiair: het voorkomen van verergering van klachten, ziekten en functieverlies. y Multidisciplinair en interdisciplinair samen te werken met andere betrokken hulpverleners en daarbij de regie te nemen, waaronder het organiseren van MDO s. y Inadequate rouw bij nabestaanden te herkennen en hiervoor adequate zorg te bieden of adequaat door te verwijzen. y Te handelen volgens de algemene principes van de palliatieve zorg in het licht van de hedendaagse WHO definitie. y Een advanced care behandelplan op te stellen en uit te (laten) voeren. y De indicatie signaleren voor het verder uitvragen van het functioneren; een geriatrisch assessment uit te voeren of hiervoor door te verwijzen. y De wilsbekwaamheid van de patiënt te beoordelen. y Effectieve consultaties te verlenen op het gebied van de palliatieve zorg aangaande het eigen vakgebied. y De veerkracht van de mantelzorger te herkennen. y Het kwaliteitsbeleid van palliatieve zorg binnen de zorg organisatie te waarborgen. y Verwachtingen van patiënt en naasten te managen. informatievaardigheden y Informatie op te zoeken gericht op palliatieve zorg en deze naar waarde te beoordelen. y Medische informatie op het vakgebied van de palliatieve zorg kritisch te beoordelen ten behoeve van de eigen klinische oordeels- en besluitvorming. y Vragen zo te stellen, dat ze in principe te beantwoorden zijn met behulp van wetenschappelijke literatuur (evidence based). y De relevantie van experience based inzichten te beoordelen. y EBP principes m.b.t. palliatieve zorg toe te passen in laag-, midden- en hoogcomplexe patiëntsituaties. y Actuele internationale literatuur te vinden, te beoordelen en toe te passen. y Te zorgen voor optimale informatieverschaffing aan patiënten en naasten. y Te participeren in richtlijn- en /of protocolontwikkeling. y Bijdragen te leveren aan ontwikkeling van wetenschappelijke vakkennis van de palliatieve zorg, bijvoorbeeld door te participeren in onderzoeksprojecten. y De deskundigheid van studenten, aios, collega s en andere betrokkenen bij palliatieve zorg te bevorderen via onderwijs en voorlichting over het eigen vakgebied. y Gebruik te maken van de specifieke deskundigheid binnen het eigen team/vakgebied en andere betrokkenen van regionale voorzieningen en deskundigen zowel in de eerste lijn, als in de sector verpleeg- en verzorgingshuizen en de ziekenhuizen. y Goede zorg voor de patiënt centraal te stellen en de wensen van anderen hieromtrent vanuit dit perspectief wegen. y Effectief om te gaan met ethische dilemma s en een actieve bijdrage te leveren aan het moreel beraad. y Efficiënte samenwerkingsrelaties te onderhouden met (het management van) instellingen, samenwerkingsverbanden of beroepsorganisaties. y Initiatief te nemen in het verbeteren van de kwaliteit van de palliatieve zorg binnen de eigen organisatie en in samenhang met andere organisaties. y Deel te nemen aan actuele discussies op maatschappelijk en politiek vlak over palliatieve zorg. y Signalen uit het werkveld te vertalen naar programma s voor deskundigheidsbevordering, richtlijnen en protocollen. 28 Strategisch Onderwijsraamwerk Managementcontract opleidingsplan Palliatieve palliatieve VUmc IOO zorg
16 communicatievaardigheden y Te luisteren naar patiënt en naasten en gericht vragen te stellen. y Te communiceren met patiënt en naasten over levensvragen (spiritueel, psychosociaal) en hierbij rekening houden met culturele aspecten. y Behandelrelaties met patiënten en naasten op te bouwen; creëren van een omgeving, die gekenmerkt wordt door begrip, vertrouwen, empathie en veiligheid. y De optie om niet curatief of ziekte gericht te behandelen ook bespreekbaar te maken. y De patiënt en naasten op een respectvolle, invoelende wijze informeren en adviseren, leidend tot begrip, discussie en actieve deelname van de patiënt in beslissingen over zijn of haar behandeling, zodat de autonomie van de patiënt bevorderd wordt. y Bij de begeleiding van de patiënt en de naasten rondom het levenseinde ook de levensbeschouwelijke en culturele opvattingen te betrekken. y Relevante informatie over patiënten binnen hun sociale systeem te verkrijgen. y Interesse te tonen in de ideeën, zorgen en verwachtingen van de patiënt over de aard en de behandeling van zijn of haar ziekte of problemen. y Communicatie af te stemmen op de vaardigheden en/of beperkingen van de patiënt en de naasten. y Overdracht te garanderen met veilige gegevens uitwisseling. y De belangrijkste psychische, sociale en maatschappelijke gevolgen alsmede spirituele en existentiële aspecten van een levensbedreigende of op afzienbare termijn aflopende ziekte te bespreken. y Actief bij te dragen aan een adequate interactie tussen de patiënt en diens naasten of de naasten onderling. y Problemen in de interactie tussen de patiënt en diens naasten of tussen de naasten onderling te signaleren en deze problemen bespreekbaar te maken. y De belangrijkste psychische en maatschappelijke gevolgen van een ongeneeslijke ziekte te bespreken met de patiënt en naasten. y Consulten te verlenen over onderwerpen met betrekking tot het eigen vakgebied aan consultvragers werkzaam in andere vakgebieden en in de palliatieve advies teams. y Communicatieve vaardigheden adequaat toe te passen, zoals feedback geven en reflecteren. leer- en ontwikkelvaardigheden y Doelmatig te overleggen: met het multidisciplinair team over de patiënt; met collega s uit de eerste of tweede lijn over de patiënt; met zorgverleners van andere instellingen over de zorg voor de patiënt. y Het zorgen voor jezelf van alle betrokken hulpverleners te bevorderen. y Verwachtingen van betrokkenen te expliciteren. y Gesprek aan te gaan over en erkennen van fouten. y Een gesprek te faciliteren over de invloed van spirituele en existentiële problemen op de beleving van de klachten en zodoende op de kwaliteit van leven. y Standpunten te formuleren en te bespreken en andere standpunten te respecteren over normen en waarden ten opzichte van sterven en beslissingen rond het stervensproces. y Zorg voor de zorgprofessional te organiseren. y Zichzelf blijvend te ontwikkelen (levenslang leren). y Te reflecteren op zijn/haar eigen aanpak en rol. y Eigen handelen te toetsen aan richtlijnen. y Op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen. y Zich bewust te zijn van de eigen visie (bijv. op leven en dood) en hoe anderen hiernaar kijken. y Zich bewust te zijn van de eigen waarden en normen rondom het einde van het leven. y Om te gaan met gevoel van (on)vermogen. y Om te gaan met gevoel van falen en succes. y Te reflecteren op de eigen visie op en waarden van het leven, het einde van het leven en de dood. y Zich bewust te zijn van eigen waarden en normen rondom het einde van het leven. y Persoonlijke leerdoelen vast te stellen, geschikte leermethoden te kiezen, ze uit te voeren en de eigen leerresultaten te evalueren. y De eigen grenzen, vaardigheden en bekwaamheden aan te geven. y Eigen sterktes en zwaktes aan te geven. y Zich kritisch op te stellen tegenover het (eigen) handelen. 30 Strategisch Onderwijsraamwerk Managementcontract opleidingsplan Palliatieve palliatieve VUmc IOO zorg
EPA-lijst palliatieve zorg voor basisartsen
Dit document biedt een beschrijving van de dagelijkse beroepsactiviteiten op het vlak van palliatieve zorg die een net afgestudeerde basisarts op de werkvloer kan tegenkomen. Deze beschrijving sluit aan
Nadere informatieCompetent in hart en ziel
Competent in hart en ziel Symposium Ligare 16 maart 2017 Ingrid van Zuilekom M.Ed. Step up to Saxion. Opzet presentatie Onderwijs palliatieve zorg Curricula Kennissyntese Competent Onderwijs Iedere zorgprofessional
Nadere informatieDe Zorgmodule Palliatieve Zorg
De Zorgmodule Palliatieve Zorg - wat betekent dit voor de professional en zijn werkveld?- 2e regionale symposium palliatieve zorg s Hertogenbosch, 2 oktober 2014 Drs. Jaap R.G. Gootjes Alg. directeur /
Nadere informatieEindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige
Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied van de
Nadere informatieDag van de Dementiezorg 2016 Palliatieve zorg bij dementie
Dag van de Dementiezorg 2016 Palliatieve zorg bij dementie Workshop Paul Vogelaar, verpleegkundig expert palliatieve zorg en pijn Lux Nova, palliatieve zorg & training 2 Work-shoppen 3 Dementie Combinatie
Nadere informatieSymposium palliatieve zorg
Symposium palliatieve zorg Zorgmodule palliatieve zorg Markeren van de palliatieve fase Markeren van de palliatieve fase 20 oktober 2016 Angelie van de Crommert Karin van Veen Als ik sterven zal. Claudia
Nadere informatie1.4. De kinderverpleegkundige organiseert en coördineert de verpleegkundige zorg rond het zieke kind.
De opleiding tot kinderverpleegkundige Eindtermen van de opleiding tot kinderverpleegkundige 1. Vakinhoudelijk handelen Verzamelen en interpreteren van gegevens 1.1. De kinderverpleegkundige verzamelt
Nadere informatieEindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige
Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied van de dialyse
Nadere informatieMissie & visie. Missie Netwerk Palliatieve Zorg..naam invullen. Plaatje Eigen plaatje toevoegen. Visie Eigen tekst toevoegen
Missie & visie Missie Netwerk Palliatieve Zorg..naam invullen Tekst toevoegen. Plaatje Eigen plaatje toevoegen Visie Eigen tekst toevoegen Uitgangspunten Eigen tekst toevoegen Coördinatie & continuïteit
Nadere informatieLandelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant
Landelijk Opleidingscompetentieprofiel Master Physician Assistant Dit Landelijk Opleidingscompetentieprofiel van de Physician Assistant is tot stand gekomen door samenwerking tussen de 5 PA opleidingen
Nadere informatieSjouke Schiere en Paulien Stollmeijer
Sjouke Schiere en Paulien Stollmeijer Weduwnaar klaagt huisarts aan Casus Echtgenote: 2010 Darmkanker Juli 2015 Uitbehandeld; naar huis met O2 suppletie Palliatieve sedatie in geval van pijn, dyspnoe Geen
Nadere informatieWat is palliatieve zorg? Waar denk je aan bij palliatieve zorg?
Wat is palliatieve zorg? Waar denk je aan bij palliatieve zorg? 2 Definitie Palliatieve zorg (WHO 2002) Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit van leven verbetert van patiënten en hun naasten,
Nadere informatiePalliatieve Zorg. Marjolein Kolkman en Ingrid Kienstra. Verpleegkundigen Palliatieve Zorg
Palliatieve Zorg Marjolein Kolkman en Ingrid Kienstra Verpleegkundigen Palliatieve Zorg Wat is het belangrijkste speerpunt van palliatieve zorg? A Genezing B Kwaliteit van leven C Stervensbegeleiding
Nadere informatieEindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige
Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied kinderverpleegkundige
Nadere informatieFunctieprofiel doktersassistent(e)
Functieprofiel doktersassistent(e) Algemene uitgangspunten Respectvol omgaan met patiënten en collega s. Je bent allround doktersassistent(e) in een team die samen verantwoordelijk is voor alle doktersassistent(e)
Nadere informatieToekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging
Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging Beroepsprofiel verzorgende IG altijd dichtbij werkt voor DE ZORG www.nu91.nl Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde Een nieuw beroepsprofiel:
Nadere informatieEindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige
Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied intensive
Nadere informatiePalliatieve zorg bij dementie Saskia Danen - de Vries
Saskia Danen Palliatieve zorg bij dementie Saskia Danen - de Vries Laatste levensfase Patiënten met dementie bevinden zich allen in een chronisch progressief proces. Palliatieve zorg bij dementie Laatste
Nadere informatieCOP-zorg. Consultteam Ondersteunende en Palliatieve zorg. Hein Visser, Mira Jong
COP-zorg Consultteam Ondersteunende en Palliatieve zorg Hein Visser, Mira Jong Wie, wat, waar is COP zorg COP zorg: consultteam ondersteunende en palliatief zorg Nurse based team: verpleegkundig specialisten
Nadere informatieZou het u verbazen als deze patiënt over een jaar nog leeft?
Zou het u verbazen als deze patiënt over een jaar nog leeft? Het belang van een integraal anticiperend beleid 22 maart 2012 Bernardina Wanrooij Huisarts, consulent palliatieve zorg AMC Palliatieve zorg
Nadere informatieEindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige
Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied
Nadere informatieIntern. Extern. En indien nodig met: Rolbeschrijving Zorgconsulent Palliatieve Zorg
Rolbeschrijving Zorgconsulent Palliatieve Zorg 1. Doel van de functie Het verbeteren en borgen van de kwaliteit van het palliatieve zorgproces door advies, ondersteuning en coaching van individuele collega
Nadere informatieZorgmodule Palliatieve Zorg 1.0. Welkom bij: De Zorgmodule Palliatieve Zorg en de Palliative Performance Scale. Inhoud. Definitie Palliatieve Zorg
Zorgmodule Palliatieve Zorg 1.0 Welkom bij: De Zorgmodule Palliatieve Zorg en de Palliative Performance Scale Symposium V&VN Verpleegkundigen Maatschappij & Gezondheid Els M. L. Verschuur namens V&VN Palliatieve
Nadere informatiePalliatieve zorg voor mensen met een verstandelijke beperking: Het belang van markering
Palliatieve zorg voor mensen met een verstandelijke beperking: Het belang van markering In deze presentatie Palliatieve zorg bij Stichting Prisma Definitie van palliatieve zorg Kenmerken van de palliatieve
Nadere informatieEindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige
Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied
Nadere informatieHandreiking toelichting bij descriptoren NLQF
Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;
Nadere informatieSignalering in de palliatieve fase
17 maart 2015 Signalering in de palliatieve fase Denk- en werkmethode voor verzorgenden Karin Willemse Gespecialiseerd wijkverpleegkundige Oncologie & Palliatieve zorg Consulent palliatieve zorg NHN en
Nadere informatieworkshop besluitvorming in de palliatieve fase
workshop besluitvorming in de palliatieve fase Alexander de Graeff, internist-oncoloog UMC Utrecht, hospice-arts Demeter Marjolein van Meggelen, oncologieverpleegkundige Aveant Consulenten PalliatieTeam
Nadere informatieOngeneeslijk ziek en dan.? Kennis delen, betere zorg
Ongeneeslijk ziek en dan.? Kennis delen, betere zorg Deventer 26-03-2013 Inhoud presentatie doel van de avond wat is palliatieve zorg? Cijfers overeenkomsten en verschillen knelpunten palliatieve zorg
Nadere informatieVerzamelen en interpreteren van gegevens
De opleiding tot obstetrieverpleegkundige Eindtermen van de opleiding tot obstetrieverpleegkundige 1. Vakinhoudelijk handelen Verzamelen en interpreteren van gegevens 1.1. De obstetrieverpleegkundige verzamelt
Nadere informatieWat is goede palliatieve zorg? Welke transitie vergt dat in onze regio?
Wat is goede palliatieve zorg? Welke transitie vergt dat in onze regio? Symposium Schakels in de palliatieve zorg Herten, 22 mei 2014 Cor Spreeuwenberg, voorzitter ontwikkelgroep van de zorgmodule palliatieve
Nadere informatiePalliatieve zorg in het ZGT
30 oktober 2014 Mw. Dr. I.M. Oving Internist-Oncoloog Palliatieve zorg in het ZGT Op het juiste moment en de juiste plaats Namens het palliatief consult team Palliatieve zorg, op het juiste moment en de
Nadere informatieSamenvatting leerstof Geriatrie opleiding
Samenvatting leerstof Geriatrie opleiding Klinisch redeneren doen we in feite al heel lang. VUmc Amstel Academie heeft hiervoor een systematiek ontwikkeld, klinisch redeneren in 6 stappen, om gedetailleerd
Nadere informatieVerpleegkundig competentieprofiel palliatieve zorg
Verpleegkundig competentieprofiel palliatieve zorg Deskundigheidsniveau s 1 : A = basiscompetentie ontdekken / B = gevorderde competentie ontwikkelen / = specialistische competentie overdragen A B I. De
Nadere informatieScholing Palliatieve Zorg voor verpleegkundigen
Scholing Palliatieve Zorg voor verpleegkundigen Sandra van den Hof, netwerkcoördinator Palliatieve zorg 20-8-2014 Scholing Palliatieve zorg voor verpleegkundigen Duur van de scholing: 3 dagen Aantal deelnemers
Nadere informatieToelichting De kerncompetentie vakinhoudelijk handelen vormt de rode draad van elke leerweg. De andere kerncompetenties zijn daarbij ondersteunend.
Kerncompetenties Kerncompetentie 1 Vakinhoudelijk handelen De beroepsbeoefenaar integreert alle vakinhoudelijk kennis en vaardigheden en een professionele attitude t.b.v. optimale patiëntenzorg en werkprocessen.
Nadere informatieSAMENVATTING. Samenvatting
SAMENVATTING. 167 Met de komst van verpleegkundigen gespecialiseerd in palliatieve zorg, die naast de huisarts en verpleegkundigen van de thuiszorg, thuiswonende patiënten bezoeken om te zorgen dat patiënten
Nadere informatieBody of Knowledge. Kwalificatiedossier Verpleegkundige mbo. Werkversie 0.1. 1/12 Verpleegkundige mbo v0.1
Body of Knowledge Kwalificatiedossier Verpleegkundige mbo Werkversie 0.1 1/12 Verpleegkundige mbo v0.1 Inhoud 1 Verpleegkundige MBO basis... 3 1.1 Menselijk functioneren... 3 1.2 Methodisch handelen...
Nadere informatieBesluitvorming in de palliatieve fase. Clary Wijenberg Verpleegkundig specialist Palliatieve zorg Thuiszorg Icare
Besluitvorming in de palliatieve fase Clary Wijenberg Verpleegkundig specialist Palliatieve zorg Thuiszorg Icare 16-03-17 Besluitvorming in de palliatieve fase Expertisecentrum palliatieve zorg UMC Utrecht
Nadere informatieToekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging
Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging Beroepsprofiel hbo-opgeleide verpleegkundige regie en overzicht werkt voor DE ZORG www.nu91.nl Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde Een
Nadere informatieVoorwoord 11 Inleiding 13
Voorwoord 11 Inleiding 13 1 Een gemeenschappelijk perspectief 13 2 Herkenning, reflectie en argumentatie 14 2.1 Herkenning 14 2.2 Reflectie 14 2.2.1 Ethisch kader 14 2.2.2 Términologisch kader 15 2.3 Argumentatie
Nadere informatiePR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten
PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene
Nadere informatieOverzicht van de normen uit de zorgmodule palliatieve zorg. Wat moet geregeld zijn, wanneer de zorgmodule geïmplementeerd is?
Overzicht van de normen uit de zorgmodule palliatieve zorg Wat moet geregeld zijn, wanneer de zorgmodule geïmplementeerd is? ZorgEssentie en Dock4& 20-01-2015 Inleiding Deze samenvatting is gemaakt in
Nadere informatieTijd voor de dood. Stilstaan bij en tijd nemen voor de dood Oprecht en stap voor stap afscheid nemen. Beleidsnotitie Palliatieve Zorg
Beleidsnotitie Palliatieve Zorg Tijd voor de dood Stilstaan bij en tijd nemen voor de dood Oprecht en stap voor stap afscheid nemen Beleidsnotitie Tijd voor de dood Auteur(s) A.Trienekens Datum September
Nadere informatieTaakomschrijving Zorgconsulenten Palliatieve zorg in de psychiatrie, GGz Centraal
Taakomschrijving Zorgconsulenten Palliatieve zorg in de psychiatrie, GGz Centraal De zorgconsulenten palliatieve zorg in de psychiatrie werken op verschillende deelgebieden. Voor GGz Centraal, locatie
Nadere informatieGefaseerde Tijdigheid
Gefaseerde Tijdigheid Marc Eyck, huisarts Gezondheidscentrum Neerbeek Consulent Palliatieve Zorg Hoofd Beleid NHG Belangenverstrengeling Geen Op tijd en proactief bespreken keuzes laatste levensfase Deze
Nadere informatiePalliatieve zorg in de eerste lijn. Ruben S. van Coevorden, huisarts IKA Consulent palliatieve zorg
Palliatieve zorg in de eerste lijn Ruben S. van Coevorden, huisarts IKA Consulent palliatieve zorg Palliatieve zorg Geen Cure, maar Care streven naar een comfortabel einde Als genezing niet meer mogelijk
Nadere informatieBrondocument CGS project Opleiden in de ouderenzorg. Alle aios. Expert in ouderenzorg. Enkeling. Minimale basiskennis over ouderenzorg
Brondocument CGS project Opleiden in de ouderenzorg Opbouw kennis, vaardigheden en attitude Het CGS project heeft zich het volgende doel gesteld: aandacht voor ouderenzorg in alle medische vervolgopleidingen.
Nadere informatieSignaleren, volgen en verdiepen. Werk in uitvoering
Signaleren, volgen en verdiepen Werk in uitvoering Everlien de Graaf Verpleegkundige, Verplegingswetenschapper, Promovenda Hospicezorg & Symptomen en klachten van patiënten Expertise centrum Palliatieve
Nadere informatieNaar een Landelijk Opleidingsplan Huisartsgeneeskunde
Naar een Landelijk Opleidingsplan Huisartsgeneeskunde Thema Palliatieve en Terminale Zorg Colofon Expertgroep Palliatieve en Terminale Zorg Marcel Reinders (voorzitter), huisarts, projectleider toetsing
Nadere informatieEXPLORATIESTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE
EXPLORATIESTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE 2018-2019 1 ZORGVERLENER: De student/verpleegkundige stelt op basis van klinisch redeneren de
Nadere informatieKeuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137
Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015
Nadere informatieProject Versterking van Palliatieve Zorg in Suriname
Project Versterking van Palliatieve Zorg in Suriname Ernstig zieke mensen voor wie geen genezing meer mogelijk is, willen de laatste fase van hun leven graag thuis doorbrengen in hun eigen vertrouwde omgeving.
Nadere informatieFunctiebeschrijving netwerk dementie regio Haaglanden
Functiebeschrijving netwerk dementie regio Haaglanden Inleiding De voor de cliënt en zijn omgeving zeer ingrijpende diagnose dementie roept veel vragen op over de ziekte en het verloop hiervan maar ook
Nadere informatieIntegrale lichaamsmassage
Integrale lichaamsmassage Eindtermen theorie: - De therapeut heeft kennis van anatomie/fysiologie en pathologie m.b.t. Integrale lichaamsmassage; - De therapeut is zich ervan bewust dat een massage behandeling
Nadere informatieUnit beschrijving: Extra leerresultaten
Unit beschrijving Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie (DE/13/LLP-LdV/TOI/1763). De verantwoordelijkheid voor deze publicatie (mededeling) ligt uitsluitend bij de auteur;
Nadere informatiePilot nieuwe functie: Het concept ziekenhuisarts Het belang van generalisten in het ziekenhuis. Abe Meininger UMCG
Pilot nieuwe functie: Het concept ziekenhuisarts Het belang van generalisten in het ziekenhuis Abe Meininger UMCG Vergrijzing, multimorbiditeit en chronische zorg Zorgcomplexiteit neemt toe Te hoge kosten,
Nadere informatieALS zorg en palliatieve zorg? Een gezamenlijk doel! En dezelfde uitkomstmaten?!
Saskia Teunissen Hoogleraar palliatieve zorg en hospicezorg Oncologieverpleegkundige en gezondheidswetenschapper Julius Centrum UMC Utrecht en Associatie Hospicezorg Nederland Directeur/bestuurder academisch
Nadere informatieGrenzeloos einde: zorg tegen beter weten in of geplande zorg?
Grenzeloos einde: zorg tegen beter weten in of geplande zorg? Prof.dr.K.C.P.Vissers, MD, PhD, FIPP Kenniscentrum Palliatieve Zorg UMC St Radboud Nijmegen Doodgaan behoort tot het zeer weinige dat niet
Nadere informatieBesluitvorming in de palliatieve fase
Palliatief redeneren Besluitvorming in de palliatieve fase Expertisecentrum palliatieve zorg UMC Utrecht Saskia Teunissen Hoogleraar hospicezorg UMC Utrecht Foto s Nynke Thien Klinisch redeneren en palliatief
Nadere informatiePalliatieve sedatie 14 oktober 2015. Margot Verkuylen Specialist ouderengeneeskunde www.margotverkuylen.nl
Palliatieve sedatie 14 oktober 2015 Margot Verkuylen Specialist ouderengeneeskunde www.margotverkuylen.nl Palliatieve sedatie in het hospice Veel kennis en ervaring Wat weten we over de praktijk? Dilemma
Nadere informatieNHG-Leergang Palliatieve Zorg. Module 1: inleiding, palliatief redeneren
NHG-Leergang Palliatieve Zorg Module 1: inleiding, palliatief redeneren Disclosure belangen spreker: (Potentiële) Belangenverstrengeling: Geen Palliatieve zorg Stel je voor dat je zelf te horen hebt gekregen
Nadere informatieDe eindtermen van de opleiding tot recovery verpleegkundige
De eindtermen van de opleiding tot recovery verpleegkundige 1. Vakinhoudelijk handelen Verzamelen en interpreteren van gegevens 1.1. De recovery verpleegkundige verzamelt continu gegevens, maakt een situationele
Nadere informatieOuder wordende mensen met een verstandelijke beperking
Keuzedeel mbo Ouder wordende mensen met een verstandelijke beperking behorend bij één of meerdere kwalificaties mbo Op dit moment is een wijziging van de WEB in voorbereiding waarmee de positie van keuzedelen
Nadere informatieZorg voor mensen die bewust afzien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen: een begaanbare weg
Zorg voor mensen die bewust afzien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen: een begaanbare weg Jeroen Janssens Specialist Ouderengeneeskunde, commissielid 8-12-2016 Opbouw Workshop 1. Vragen
Nadere informatieHet organiseren van een MDO
Het organiseren van een MDO Handreiking voor de organisatie van Multidisciplinair Overleg i.h.k.v. de keten ouderenzorg ZIO, Zorg in ontwikkeling VERSIE 1.0, 170131 Inleiding Gezien het multidisciplinaire
Nadere informatieOPLEIDING INTENSIVE CARE VERPLEEGKUNDIGE
OPLEIDING INTENSIVE CARE VERPLEEGKUNDIGE 1. Deskundigheidsgebied van de intensive care verpleegkundige blad 2 van 11 2. Eindtermen voor de opleiding intensive care verpleegkundige blad 6 van 11 LRVV Deel
Nadere informatieZN Doelgroepenregistratie schema en beslisboom, d.d. 01 juli 2018, versie 2.0
ZN Doelgroepenregistratie schema en beslisboom, d.d. 01 juli 2018, versie 2.0 Aanvullende toelichting op de registratie van doelgroepen (code 1032 t/m/ 1037). Wijkverpleegkundigen hebben sinds 2015 een
Nadere informatieConclusies, aanbevelingen en vervolgstappen
De rol van de arts bij het zelfgekozen levenseinde 39 5 Conclusies, aanbevelingen en vervolgstappen In dit hoofdstuk wordt puntsgewijs een opsomming gegeven van de conclusies over de rol, de verantwoordelijkheden,
Nadere informatieInhoud. Voorwoord 11 DEEL 1 HET BEROEP VAN DE MBO-VERPLEEGKUNDIGE 13
Inhoud Voorwoord 11 DEEL 1 HET BEROEP VAN DE MBO-VERPLEEGKUNDIGE 13 1 Waar gaat het om in de verpleging? 15 1.1 Oriëntatie op het beroep van mbo-verpleegkundige 15 1.1.1 Inhoud van het beroep 16 1.1.2
Nadere informatieZorgpad Stervensfase
Zorgpad Stervensfase de laatste stand van zaken Lia van Zuylen, internist-oncoloog Kenniscentrum Palliatieve Zorg Erasmus MC, Rotterdam Inhoud Belang markering stervensfase Zorgpad Stervensfase Nieuwe
Nadere informatieTRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen
TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING 1 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Doelstellingen competenties Structuur en éénduidigheid Uniformiteit in formulering 2 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Generieke competenties
Nadere informatieHoe het multifunctionele hospice bijdraagt aan advance care planning
Hoe het multifunctionele hospice bijdraagt aan advance care planning Jaap Gootjes RN, MSc Saskia Teunissen RN, PhD Associatie High Care Hospices Saskia Teunissen Wat aan bod komt Wat is de AHCH? Wat is
Nadere informatieRol van de huisarts in de palliatieve zorg
Rol van de huisarts in de palliatieve zorg Johan Blommestein Huisarts sinds 1995 Huisartsenpraktijk Mondriaanlaan, Nieuwegein Kaderarts Palliatieve Zorg sinds 2016 Hospice-arts sinds 2017 Proxima, terminale
Nadere informatieOpleidingsplan keuzestage Palliatieve Zorg TOPZ Spaarne Gasthuis
Opleidingsplan keuzestage Palliatieve Zorg TOPZ Spaarne Gasthuis Stagehouder: G.J. de Klerk Supervisoren: G.J. de Klerk (internist-oncoloog) H. van der Kroon (klinisch geriater) K. Mooren (longarts) D.
Nadere informatieVoorafgaande zorgplanning: van studies naar klinische praktijk. Naomi Dhollander
Voorafgaande zorgplanning: van studies naar klinische praktijk. Naomi Dhollander Inhoud Wat is advance care planning (ACP) in kader van goede palliatieve zorg? Enkele cijfers voor Vlaanderen/België? ACP
Nadere informatieZorgpad Stervensfase. Lia van Zuylen, internist-oncoloog. Kenniscentrum Palliatieve Zorg Erasmus MC, Rotterdam
Zorgpad Stervensfase Lia van Zuylen, internist-oncoloog Kenniscentrum Palliatieve Zorg Erasmus MC, Rotterdam Inhoud Herkenning stervensfase Inhoud van Zorgpad Stervensfase Onderzoeksresultaten Zorgpad
Nadere informatieEen Transmuraal Palliatief Advies Team in de regio: de rol van de huisarts in de eerstelijn. dr. Eric van Rijswijk, huisarts, lid PAT team JBZ
Een Transmuraal Palliatief Advies Team in de regio: de rol van de huisarts in de eerstelijn dr. Eric van Rijswijk, huisarts, lid PAT team JBZ De praktijk van palliatieve zorg huisartspraktijk Mw van Z,
Nadere informatieALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT. voor. Studenten en Beoordelaars
ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT voor Studenten en Beoordelaars KD 2012 Albeda College Branche Gezondheidszorg 2 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een aantal beroepsopdrachten die
Nadere informatieOnderzoeksvragen vanuit de praktijk 17/10/2017
Onderzoeksvragen vanuit de praktijk 17/10/2017 Deze lijst van onderzoeksvragen kwam tot stand na een bevraging bij de coördinatoren van de regionale netwerken voor palliatieve zorg en de voorzitters van
Nadere informatieZicht op goede voorbeelden palliatieve zorg. Jetty Zuidema, senior adviseur palliatieve zorg Kennismarkt, 8 oktober 2015, Nijverdal
Zicht op goede voorbeelden palliatieve zorg Jetty Zuidema, senior adviseur palliatieve zorg Kennismarkt, 8 oktober 2015, Nijverdal Programma Palliatieve zorg ontwikkelingen Uitdagingen pz binnen VG-sector
Nadere informatieGedragsindicatoren HBOV cohort 2008-2012 en VMH 2010-2012
Competentie 1 (HBOV cohort 2008-2012 leerjaar 4 (formatief leerjaar 3)& VMH 2010-2012) Om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten, verleent de hbo-verpleegkundige op een professioneel verantwoorde
Nadere informatieBeleidsnota Palliatieve Zorg Maasstad Ziekenhuis
28 juni 2010 Status definitief Referentie cb 1/7 Auteur(s) Drs. M.B.L. Leys Dhr. E.M. Reijerink Beleidsnota Palliatieve Zorg Maasstad Ziekenhuis Stichting Maasstad Ziekenhuis Alle rechten voorbehouden.
Nadere informatieWat te doen als er niets meer aan te doen is? Over palliatieve zorg en ergotherapie
Groeien in leven en sterven Wat te doen als er niets meer aan te doen is? Over palliatieve zorg en ergotherapie Dr. Alexander Verstaen (psycholoog) Centrum PERENNIS Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen
Nadere informatieNiveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017
Niveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017 Context Descriptor Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau
Nadere informatieGedragsindicatoren HBOV cohort
Competentie 1 (HBOV cohort 2010-2014 leerjaar 2) Om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten, verleent de hbo-verpleegkundige op een professioneel verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op
Nadere informatieEindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care neonatologie verpleegkundige
Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care neonatologie verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care neonatologie verpleegkundige is ontleend
Nadere informatieZorginnovaties en technologie
Keuzedeel mbo Zorginnovaties en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0138 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport
Nadere informatieBeroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager
Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager 1 Werkprocessen en competenties gericht op het verpleegplan 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op. A: Beslissen en activiteiten initiëren
Nadere informatieRegio Haaglanden Functiebeschrijving Casemanager dementie regio Haaglanden augustus 2012
Regio Haaglanden Inleiding De voor de cliënt en zijn omgeving zeer ingrijpende diagnose dementie roept veel vragen op over de ziekte en het verloop hiervan, maar ook over de organisatie van zorg en over
Nadere informatieVerantwoordingsdocument betreffende relatie ZorgPad, editie 2017 en Prove2Move, mei 2016 Niveau 3 Verzorgende (IG)
Verantwoordingsdocument betreffende relatie ZorgPad, editie 2017 en Prove2Move, mei 2016 Niveau 3 Verzorgende (IG) Gebaseerd op: Prove2Move, mei 2016, ISBN 978-94-6224-115-2, Kwalificatiedossier Verzorgende-IG,
Nadere informatieEindtermen voor de vervolgopleiding tot obstetrische en gynaecologische verpleegkundige
Eindtermen voor de vervolgopleiding tot obstetrische en gynaecologische verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot obstetrische en gynaecologische verpleegkundige is
Nadere informatiePalliatieve zorg in ontwikkeling
Palliatieve zorg in ontwikkeling Wim van Boerdonk Gertie van Gemert Marleen van Casteren Voor een warm thuis Programma Project: verbeteren stervensfase in Kalorama Inhoud: zorg in de stervensfase 1 Verbeteren
Nadere informatieInhoud. 1 Oudere zorgvragers met een psychische stoornis 1
IX Inhoud 1 Oudere zorgvragers met een psychische stoornis 1 1 Oudere zorgvragers met een delier 2 1.1 Inleiding 2 1.2 Delier 2 1.2.1 Oorzaken 2 1.2.2 Herkennen van een delier 3 1.2.3 Behandeling 4 1.2.4
Nadere informatiePALLIATIEVE ZORG In de tjongerschans
PALLIATIEVE ZORG In de tjongerschans Alie Timmer Marieke van Harskamp Disclosure sheet Palliatieve zorg in de Tjongerschans Inleiding Palliatieve zorg: definitie en meer. Markering Behoeften Kenmerken
Nadere informatieBiedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden
Examen 1, deel 1. Verlenen van basiszorg, verzorgende IG niveau 3 Handleiding werkproces 1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden Bewijsstuk: Beoordeling van de ondersteuning
Nadere informatieFunctionele omschrijving van de voedingsprofessional BeweegKuur
Functionele omschrijving van de voedingsprofessional BeweegKuur Inleiding Dat goede voeding een bijdrage levert aan de gezondheid van mensen, is algemeen bekend. Toch eet slechts een klein percentage van
Nadere informatieMARKERING en Proactieve ZORGPLANNING
MARKERING en Proactieve ZORGPLANNING Symposium Palliatieve zorg en dementie, juni 2017 Helma Mebius, wijkverpleegkundige Carintreggeland en verpleegkundige consulent palliatieve zorg Evelien Siegerink,
Nadere informatieScholingen Najaar 2015
Scholingen Najaar 2015 verpleegkundigen en verzorgenden Expertisecentrum Palliatieve Zorg Basiscursus Palliatieve Zorg verpleegkundigen De basistraining Palliatieve Zorg voor verpleegkundigen besteedt
Nadere informatie