Hardlopen op een loopband Vergelijkbaar met lopen over vaste grond?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hardlopen op een loopband Vergelijkbaar met lopen over vaste grond?"

Transcriptie

1 sportwetenschap Steeds meer mensen doen aan hardlopen, gewoon over de vaste grond (doorgaans buiten) of op een loopband (doorgaans binnen). Zijn deze beide manieren van hardlopen vergelijkbaar? En zo ja, in hoeverre geldt dit dan ook voor enkele speciale loopbanden die tegenwoordig op de markt zijn? Hardlopen op een loopband Vergelijkbaar met lopen over vaste grond? Bas Van Hooren De populariteit van hardloopevenementen is de laatste jaren flink toegenomen. Uit cijfers 1 van het Mulier Instituut blijkt dat de tijd die wordt gelopen belangrijk is voor het plezier dat aan een hardloopevenement wordt beleefd. Om een goede eindtijd neer te kunnen zetten trainen de meeste deelnemers dan ook meerdere malen per week. Deze trainingen worden zowel buiten als binnen (op een loopband) gedaan. Vergelijkbaar? Is hardlopen op een (gemotoriseerde) loopband echter wel vergelijkbaar met hardlopen over een normale harde en vlakke ondergrond, zoals asfalt of een atletiekbaan? Om deze vraag te beantwoorden zullen in dit artikel de biomechanische, fysiologische en psychologische aspecten worden vergeleken. Tevens zal kort worden besproken welke andere soorten loopbanden er zijn en hoe het hardlopen hierop verschilt ten opzichte van hardlopen op een normale loopband of hardlopen over de grond. Mogelijke oorzaken voor verschillen Voordat ik in ga op de bovenstaande vragen sta ik eerst stil bij enkele aspecten die mogelijk verschillen zouden kunnen veroorzaken. De bekendste aanname is dat het standbeen bij hardlopen op een gemotoriseerde loopband min of meer passief onder het lichaam door wordt bewogen, terwijl dit bij normaal hardlopen actief dient te gebeuren. Van Ingen Schenau 2 toonde echter al mathematisch aan, dat alleen de invloed van de luchtweerstand verschilt. Dat wil zeggen, zolang er geen andere factoren, zoals snelheidsveranderingen van de loopband, in het spel zijn. Dergelijke snelheidsveranderingen zullen echter altijd in bepaalde mate aanwezig zijn. Gedurende het grondcontact oefent de loper immers een verticale kracht op de band uit, waardoor de wrijving tussen de band en het onderliggende oppervlak toeneemt en de band vertraagt. Dit kan er voor zorgen dat het been langzamer naar achter wordt bewogen, met als gevolg een langer grondcontact. Daarnaast is er aan het begin van het grondcontact een naar voren gerichte horizontale kracht die de snelheid van de band vermindert, terwijl de horizontale kracht die aan het einde van de afzet op de band wordt uitgeoefend 42 Sportgericht nr. 1 / 2016 jaargang 70

2 de snelheid van de band juist zal laten toenemen. Een loopband met een sterke motor en een snel feedbacksysteem heeft een kleinere snelheidsvariatie, hetgeen de biomechanische verschillen van het lopen op de band met het lopen over een vaste ondergrond verkleint. 3 Dergelijke loopbanden worden vooral voor wetenschappelijke en medische doeleinden gebruikt, terwijl er in de gemiddelde sportschool meestal goedkopere banden staan, met een minder sterke motor en een langzamer feedbacksysteem. Tenslotte zijn er nog niet-mechanische aspecten die mogelijk een effect hebben, zoals de mate van vertrouwd zijn met het lopen op een loopband 4 en eventuele angst om te vallen. Zo vonden Lavcanska et al. 5 dat de bekkenkanteling, heupextensie, knieflexie en dorsaalflexie van de enkel in de eerste zes minuten hardlopen op een loopband veranderden, terwijl ze daarna tijdens de rest van het onderzoek stabiel bleven. In verschillende onderzoeken 6-8 staat de tijd die gegeven werd om vertrouwd te raken met het hardlopen op de loopband niet vermeld. In andere onderzoeken 9,10 werd hiervoor minder dan zes minuten gegeven. Dit kan een verklaring zijn voor eventuele gevonden verschillen tussen hardlopen op een loopband en hardlopen over een vaste ondergrond. Kinematica Een eerste vergelijking tussen hardlopen op een gemotoriseerde loopband en hardlopen over een vaste ondergrond kan gemaakt worden met betrekking tot de kinematica. De resultaten zijn niet eenduidig. Zo is er een kortere paslengte en hogere pasfrequentie gevonden tijdens het hardlopen op een loopband. 8,9,11 Deze verschillen waren echter alleen significant op hogere snelheden, bijvoorbeeld boven de 18 en 14 km/u. 8,9 Een ander onderzoek 7 vond juist een significant grotere paslengte en een lagere pasfrequentie tijdens het hardlopen op een loopband bij een snelheid van 23 km/u, terwijl weer andere onderzoeken geen significante verschillen vonden in paslengte en/of pasfrequentie 12, ook niet op een snelheid van 33km/u. 6 Verder vinden sommige onderzoeken 7-9,13 een langere contacttijd en een kortere zwaaifase tijdens het hardlopen op een loopband. Andere onderzoeken 6,10,14 vinden echter geen significante verschillen. Met betrekking tot gewrichtshoeken zijn vooral (kleine) verschillen gevonden in het sagittale vlak van de enkel, knie en heup. 6,9,11-13,15 Zo was er tijdens het hardlopen op een loopband bijvoorbeeld een grotere extensie in de heup, waardoor de zwaaifase later werd ingezet. 6,9 Ook is er doorgaans meer plantairflexie in de enkel, ofwel vaker een voorvoetlanding. 4,12,16,17 Deze verandering in loopstijl is het kleinst op een zelf gekozen snelheid en deze snelheid kan dan ook het beste worden gebruikt als men op de loopband het landingspatroon wil testen. 18 Sommige onderzoeken vinden nog andere verschillen, zoals een grotere inversie van de enkel als er op een loopband wordt gelopen. 15 Dit is mogelijk relevant voor het aanmeten van (anti)pronatie schoenen; de mate van inversie wordt immers overschat (ten opzichte van lopen over een vaste ondergrond). Hoewel sommige studies kinematische verschillen vinden zijn deze doorgaans klein en is de praktische relevantie onduidelijk. De verschillen lijken zich overigens vooral voor te doen op hogere snelheden. In het algemeen is er daarom een redelijk goede kinematische overeenkomst tussen hardlopen op een loopband en over een vaste ondergrond, hoewel er in individuele gevallen 4,16 wel grotere verschillen kunnen zijn. Spieractiviteit Ook met betrekking tot spieractiviteit tijdens het grondcontact zijn de resultaten van onderzoeken niet geheel eenduidig. Soms worden er geen significante verschillen gevonden 12, soms ook wel. In het laatste geval is de spieractiviteit doorgaans, maar niet in alle gevallen, lager bij lopen op een loopband: Wang et al. 19 vonden een lagere activiteit van de m. biceps femoris en m. rectus femoris (bij een loopsnelheid van 14 km/u). Tijdens de zwaaifase was er geen significant verschil in spieractiviteit. In een andere studie 17 werd tijdens de laatste fase van het grondcontact ook een lagere activiteit van de m. rectus femoris gevonden. De activiteit van de m. biceps femoris was echter hoger tijdens de laatste fase van het grondcontact en tijdens de zwaaifase. De activiteit van de m. tibialis anterior en de m. gastrocnemius vertoonde geen significante verschillen. In een derde onderzoek 14 waren er verschillen in de timing en de maximale activiteit van spieren in het onderbeen. Zo waren de m. peroneus longus en de m. soleus tijdens de afzet op de loopband in mindere mate actief. Verminderde spieractiviteit tijdens de afzet zou het gevolg kunnen zijn van de beweging van de band, waardoor geen echte afzet nodig is om het lichaam vooruit te bewegen, terwijl dat wel nodig is bij hardlopen over een vaste ondergrond. Veranderingen in de stijfheid van de ondergrond kunnen echter ook leiden tot veranderingen in de spieractiviteit en dit zou de verschillen in spieractiviteit ook kunnen verklaren. 19 In een vergelijking 10 tussen hardlopen op een loopband en hardlopen over een vaste ondergrond bij een snelheid van ongeveer 10 km/u werden geen significante verschillen gevonden in de lengteveranderingen van de spiervezels van de m. gastrocnemius medialis en de m. soleus. De resultaten sugge- Sportgericht nr. 1 / 2016 jaargang 70 43

3 reren dat de spierwerking nagenoeg gelijk is. Of de spierwerking ook gelijk is in andere spieren en op andere snelheden is echter niet bekend. Kinetica De in sommige onderzoeken gevonden verschillen in kinematica kunnen mogelijk leiden tot verschillen in kinetica en dit kan mogelijk leiden tot andere trainingseffecten of andere belastingen, waardoor blessures zouden kunnen ontstaan. De verticale grondreactiekrachten lijken echter grotendeels vergelijkbaar 12,18, hoewel er een kleinere piek is gevonden in de voor horizontale snelheid zorgende (anterieure) grondreactiekrachten en in de zijwaartse (mediale) grondreactiekrachten. 11 Als gevolg van de kleine verschillen in de kinematica en de grondreactiekrachten zijn er ook kleine verschillen in de gewrichtsmomenten. 11,12 Fysiologisch Het zuurstofverbruik bij hardlopen op een loopband en over een vaste ondergrond verschilt niet veel bij snelheden lager dan 16 km/u. 20,21 Bij hogere snelheden zijn er echter steeds grotere verschillen, die waarschijnlijk gedeeltelijk het gevolg zijn van het ontbreken van luchtweerstand tijdens het hardlopen op een loopband. 6,21-23 De hartslag is op een loopband gemiddeld drie tot vier slagen per minuut lager. 22,24 Vaak wordt op basis van enkele onderzoeken 22,25 aangeraden om de helling van de loopband ter compensatie op 1% te zetten. Hierdoor zullen de eerder beschreven verschillen in biomechanica en spieractiviteit echter nog groter worden, hetgeen de transfer van de training mogelijk beperkt. Om op de loopband dezelfde hartslag te halen kan er wellicht beter op een iets hogere snelheid worden gelopen, in plaats van met een helling. Hoeveel hoger de snelheid moet zijn om dezelfde hartslag te behalen is echter onduidelijk. Op basis van de resultaten van Jones et al. 22 lijkt een verhoging van ongeveer 1 km/u genoeg. Fysiologische parameters zoals de VO 2 max, aerobe/anaerobe drempels en running economy worden doorgaans gemeten op een loopband. De resultaten van deze testen kunnen zeker bij goed getrainde atleten echter een beperkte validiteit hebben. Door het ontbreken van luchtweerstand resulteert het hardlopen op een (vlakke) loopband in een lager energieverbruik en dus in een betere running economy. In een onderzoek 25 bij getrainde hardlopers werd geen statistisch significant in de VO 2 max gemeten tijdens hardlopen op een loopband met 1% helling versus hardlopen over een vaste ondergrond. Mogelijk was het verschil echter wel praktisch relevant. 26 Tevens was de running economy hoger bij het lopen over de vaste grond (atletiekbaan), maar dit zou verklaard kunnen worden door het gebruik van de 1% helling op de loopband. Psychologisch Bij een gelijke snelheid voelt hardlopen op een loopband voor veel individuen sneller/zwaarder aan, mogelijk als gevolg van psychologische factoren, zoals andere visuele informatie. 12,24,27 Het is ook mogelijk dat sommige individuen bang zijn om van de band te vallen, waardoor het mentaal een zwaardere inspanning wordt. 27 Hoewel het ontbreken van luchtweerstand op de loopband enerzijds zorgt voor een lager energieverbruik, wordt het lichaam anderzijds ook minder gekoeld, waardoor de belasting zwaarder zou kunnen aanvoelen. Als de snelheid van de loopband verhoogd wordt om dezelfde hartslag te behalen als bij hardlopen over een vaste ondergrond kan dit dus als zwaarder worden ervaren. Het is belangrijk om hier bij het plannen van de training rekening mee te houden. Bij het (met constante snelheid) lopen op een (vlakke of op een constante helling ingestelde) loopband is er een vast verband tussen de loopsnelheid en het energieverbruik. Dit is niet het geval als er buiten wordt gelopen. Daar hebben onder andere de wind en het terrein invloed op het energieverbruik. 24 Als een loper wil leren om tijdens wedstrijden zijn energie zo gelijkmatig mogelijk te Conclusie Er zijn kleine verschillen tussen hardlopen op een loopband en hardlopen over een vaste ondergrond. Deze lijken zich vooral voor te doen op hogere snelheden. De verschillen worden echter niet consequent in alle onderzoeken gevonden en de praktische relevantie ervan is ook niet duidelijk. Biomechanisch gezien lijken de beide vormen van hardlopen redelijk goed overeen te komen, zeker op de snelheden die door de meeste recreanten worden gehaald. Of de verschillen bij hogere snelheden op lange termijn leiden tot een verminderde trainingsadaptatie of een ander looppatroon is niet onderzocht. Op basis van de acute resultaten lijkt het echter zeker voor goed getrainde lopers belangrijk om rekening te houden met deze verschillen en zoveel mogelijk op een vaste ondergrond te trainen. Bij hogere snelheden zijn het energieverbruik en de fysiologische belasting op een loopband lager dan op een vaste ondergrond. Het simpelweg veranderen van de hellingshoek om hiervoor te compenseren zal tot kleine verschillen in de looptechniek leiden. Dit beperkt mogelijk de transfer naar het lopen over een vaste ondergrond. Het verhogen van de snelheid van de loopband lijkt daarom een betere optie om een vergelijkbare fysiologische belasting te verkrijgen, hoewel dit mogelijk ook tot grotere verschillen kan leiden. 44 Sportgericht nr. 1 / 2016 jaargang 70

4 verdelen is het wellicht beter om niet te vaak te trainen op een loopband. Andere loopbanden Bij topatleten wordt altijd gezocht naar innovatieve trainingsmethoden om nieuwe trainingsprikkels aan het lichaam toe te dienen en daarmee extra trainingsadaptaties te bewerkstelligen. Daarnaast wordt er bij (dreigende) blessures naar methoden gezocht om toch zoveel mogelijk door te kunnen trainen. Er zijn verschillende soorten speciale loopbanden die voor beide doeleinden gebruikt kunnen worden. Ook hier kunnen echter verschillen zijn tussen het hardlopen op de speciale versus de normale loopband en ten opzichte van lopen over een vaste ondergrond. Gemotoriseerde versus nietgemotoriseerde hardloopband In de tot nu toe besproken onderzoeken is steeds gebruik gemaakt van een gemotoriseerde loopband. Hierbij wordt de band op een constante snelheid voortbewogen door een elektrische motor. Bij een niet-gemotoriseerde loopband moet de loper de band zelf voortbewegen. Deze loopbanden hebben vaak een gekromd oppervlak (zie figuur 1), waarbij er dus gedeeltelijk bergop gelopen wordt. Men zou daarom kunnen verwachten dat de heupstrekkers meer werk moeten verrichten dan op een gemotoriseerde band. Toch werd in een onderzoek bij ongetrainde individuen na vier weken trainen een grotere toename in de concentrische kracht van de hamstrings gevonden als gevolg van training op een gemotoriseerde loopband versus een niet-gemotoriseerde loopband. 28 Er werd geen significante verandering in de excentrische kracht van de hamstrings gevonden. Een mogelijke verklaring is dat de m. gluteus maximus op een niet-gemotoriseerde loopband actiever is, terwijl de hamstrings minder actief zijn. Hardlopen op een niet-gemotoriseerde versus een gemotoriseerde loopband levert een hogere RPE, hartslag en energieverbruik op. 29 Vergeleken met hardlopen op een atletiekbaan waren de RPE, VO 2 en pasfrequentie hoger, terwijl de spieractiviteit lager was. 30 De hartslag was echter gelijk. Hoewel de beste lopers op de atletiekbaan in het algemeen ook het beste liepen op de niet-gemotoriseerde loopband, werd er op een gesimuleerde 5 km wedstrijd gemiddeld 272 seconden langzamer gelopen op de niet-gemotoriseerde loopband. 30 Het prestatievermogen op zo n band lijkt daarom niet representatief voor het lopen op de atletiekbaan of de weg. Verder is er mogelijk een beperkte transfer van het lopen op een gekromd oppervlak naar lopen over een vlakke ondergrond. Een combinatie van een gemotoriseerde en niet-gemotoriseerde loopband is een zogeheten torque treadmill. 13 Hierbij wordt de band voortbewogen door een motor, maar in tegenstelling tot de normale loopband heeft de loper door het richten van zijn grondreactiekracht invloed op de snelheid van de band. Figuur 1. Het loopoppervlak van een nietgemotoriseerde loopband is doorgaans gekromd. Door bijvoorbeeld meer kracht naar achteren te richten kan de loper de snelheid van de band laten toenemen. Er is slechts één vergelijkend onderzoek 13 naar fysiologische en biomechanische verschillen tussen hardlopen op een torque treadmill en over een vaste ondergrond bekend. De resultaten suggereren dat lopen op de torque treadmill een betere imitatie is van lopen over een vaste ondergrond dan lopen op een normale gemotoriseerde loopband. 13 Eén van de verschillen ten opzichte van het lopen over een vaste ondergrond was dat de heup op de torque treadmill minder gestrekt was bij toe-off (het moment dat de voet loskomt van de grond). Verder ligt de maximale sprintsnelheid die iemand kan halen op een torque treadmill nog steeds lager dan op een atletiekbaan. 31 Onder water hardlopen Een andere alternatieve methode is hardlopen op een loopband die onder water ligt (zie figuur 2). Hierbij kan gevarieerd worden in de hoogte en de temperatuur van het water en het gebruik van stroming die de loper naar achteren probeert te duwen. Afhankelijk van de diepte van de onderdompeling zal de opwaartse druk van het water ervoor zorgen dat er bij de landing minder impact is in vergelijking met normaal hardlopen. 32 Hierdoor wordt het onder water hardlopen als een goede alternatieve trainingsmethode gezien bij blessures of om extra kilometers te trainen met minder impact en bijgevolg mogelijk minder blessures. Er zijn echter een aantal verschillen tussen onder water hardlopen en hardlopen op een normale loopband of over een vaste ondergrond. Biomechanisch Door de hogere weerstand van water ten opzichte van lucht zijn de hoeksnelheden in de gewrichten 35 en de pasfrequentie onder water lager. Verder worden de heup en de knie meer gebogen. 35 Hoewel de duur van het grondcontact niet verschilt 34,35 zorgt de combinatie van lagere grondreactiekrachten 32 en een lagere bewegingssnelheid mogelijk voor een minder reactieve spierwerking. Dit beperkt waarschijnlijk de transfer naar het hardlopen op bijvoorbeeld een atletiekbaan, zeker bij goedgetrainde lopers. Sportgericht nr. 1 / 2016 jaargang 70 45

5 Ook zijn er verschillen in de spieractiviteit gevonden. Bij onderdompeling tot de borst en geen (tegenwerkende) stroming is de activiteit van spieren die zorgen voor de verticale beweging van het lichaamszwaartepunt (onder andere de m. gastrocnemius en de m. vastus medialis) lager, omdat het lichaamsgewicht door de opwaartse druk van het water verminderd is. 34 Er is juist meer activiteit van spieren die zorgen voor heupflexie (m. rectus femoris) omdat het buigen van de heup door de waterweerstand meer kracht vergt. Fysiologisch Het energieverbruik tijdens hardlopen onder water is afhankelijk van de mate van onderdompeling. Naarmate deze toeneemt moet een steeds groter wordend lichaamsoppervlak tegen de waterweerstand in bewogen worden. Dit zorgt tot op een bepaald punt voor een toename in het energieverbruik. Zodra de benen en heupen volledig onder water staan zal het energieverbruik bij verdere onderdompeling weer afnemen, omdat de ( meewerkende ) toename van de drijfkracht dan een groter effect heeft dan de ( tegenwerkende ) toename van de waterweerstand. 33 Bij onderdompeling tot de borst en geen stroming is onder water hardlopen lichter dan hardlopen op een normale loopband bij een gelijke snelheid. 34,36 Bij een onderdompeling tot de dijen of het middel waren de zuurstofopname en de hartslag juist hoger. 33,35 Figuur 2. Onderwaterloopband. De opwaartse kracht van het water zorgt er voor dat het lichaamsgewicht verminderd wordt, waardoor er minder impact is bij het grondcontact. Conclusie Door te variëren met de loopsnelheid, de mate van onderdompeling, de watertemperatuur en de stroming kan een vergelijkbare fysiologische belasting als op een normale loopband worden behaald. 36,37 De hierboven beschreven biomechanische verschillen kunnen de transfer van de training echter beperken. Voor goedgetrainde individuen is dit wellicht reden om de onderwaterloopband slechts sporadisch als een alternatieve trainingsprikkel te gebruiken. Figuur 3. Ontwerp van een loopband met een tuigconstructie om de zwaartekracht gedeeltelijk te compenseren. Lopen met verminderde zwaartekracht Ondergedompeld in water wordt het lichaam gedragen, zodat de verticale impact van het hardlopen lager is. De prijs die de loper daarvoor betaald is het moeten overwinnen van de waterweerstand. Er zijn zogeheten antizwaartekracht loopbanden ontwikkeld om dit probleem op te lossen. De loper kan zich bijvoorbeeld (zie figuur 3) door een tuigconstructie iets laten ophijsen, waardoor hij lichter kan lopen. Deze methode wordt in de praktijk echter niet zo vaak gebruikt. Een elegante, sinds een aantal jaren vaker gebruikte methode om hetzelfde effect te bereiken wordt toegepast bij loopbanden als de Alter-G (zie figuur 4). De loper krijgt een speciale gordel om en wordt daarmee in een luchtdichte zak geritst die over de loopband is aangebracht. Als de luchtdruk in de zak wordt opgevoerd zal deze een opwaartse kracht op het lichaam van de loper gaan uitoefenen. Hierdoor worden de grondreactiekrachten verminderd. Met de Alter-G kan het lichaamsgewicht tot wel 80% verminderd worden, in stappen van 1%. 38 Recent stelden Figuur 4. Antizwaartekracht loopband op basis van verhoogde luchtdruk. McNeill et al. 39 echter vast, dat de aangegeven vermindering significante verschillen vertoonde ten opzichte van een gekalibreerde weegschaal. Zo was de maximale verlichting 72% in plaats van 80% en was er bij de stand geen verlichting (100% lichaamsgewicht) toch een verlichting van het lichaamsgewicht met 7%. Bij het hardlopen op deze loopband is de sensorische informatie grotendeels hetzelfde als bij hardlopen op een normale loopband. Toch zijn er ook hier biomechanische en fysiologische verschillen. Biomechanisch Het belangrijkste biomechanische verschil is dat de verticale (piek) grondreactiekrachten zoals bedoeld lager zijn bij het gebruik van gewichtsondersteuning Dit beidt mogelijkheden 46 Sportgericht nr. 1 / 2016 jaargang 70

6 voor toepassingen in revalidatietraining en blessurepreventie. Hoewel het patroon van de spieractiviteit grotendeels gelijk blijft, is deze activiteit wel geringer. 38,40,44,45 Verder zijn de zwaaifase en de paslengte langer, maar zijn er met betrekking tot de pasfrequentie en de grondcontacttijd tegenstrijdige resultaten gevonden ,46 Of veelvuldig trainen met verlichting leidt tot een verandering van het looppatroon bij lopen over een vaste ondergrond is nog niet onderzocht. Fysiologisch In het algemeen 40-42,47,48 is er bij een toename van de gewichtsondersteuning een steeds lagere hartslag, RPE en VO 2. Dit heeft belangrijke gevolgen voor de training. Een geblesseerde atleet die traint met gewichtsondersteuning zal ook graag een voldoende sterke fysiologische trainingsprikkel krijgen, zodat zijn uithoudingsvermogen niet achteruit gaat. Door de loopsnelheid te verhogen zal de fysiologische belasting toenemen, maar de grondreactiekracht ook. De relatie tussen de zuurstofopname en de grondreactiekracht laat echter zien dat het (ten opzichte van een normale loopband) mogelijk is om met dezelfde zuurstofopname, maar een lagere grondreactiekracht te lopen door de snelheid te verhogen en de gewichtsondersteuning gelijk te laten. 41,42 Er kan dus fysiologisch gezien een gelijke belasting worden behaald, terwijl de grondreactiekracht en het daarmee geassocieerde blessurerisico verminderd worden. Deze relatie geldt ook voor de spieractiviteit: door een hogere snelheid te kiezen kan dezelfde activiteit worden behaald als tijdens het lopen op een normale loopband. 38,40 Recent is op basis van onderzoek 48 bij recreatieve hardlopers een tabel gepubliceerd (zie tabel 1) waarin afgelezen kan worden op welke snelheid iemand Conclusie Hardlopen met gewichtsondersteuning lijkt meer voordelen te bieden voor blessurepreventie en revalidatie dan hardlopen op een onderwaterloopband. De grondreactiekracht kan verminderd worden, terwijl de fysiologische belasting gelijk kan blijven door een verhoging van de loopsnelheid. Het is een alternatieve trainings methode voor waarmee meer kilometers gemaakt kunnen worden met minder mechanische stress op het Tabel 1. Omrekeningstabel (overgenomen uit Kline et al. 48 ) waarmee snelheden op een normale loopband kunnen worden omgerekend naar fysiologisch vergelijkbaar snelheden op een gewichts ondersteunende loopband, zoals de Alter-G. moet lopen om bij een bepaalde mate van gewichtsondersteuning een gelijke fysiologische belasting te behouden. Bijvoorbeeld: als iemand normaal gesproken met een snelheid van 12,9 km/u op een loopband zou lopen, dan zou hij bij een ondersteuning van 20% (dus bij 80% lichaamsgewicht) met een snelheid van 16,2 km/u moeten lopen. Het is belangrijk dat het hier gaat om een vergelijking tussen twee loopbanden. Zoals eerder besproken komt de fysiologische belasting op een normale loopband op hogere snelheden niet goed overeen met die van hardlopen over een vaste ondergrond. Het is daarom nog maar de vraag of er op een loopband met gewichtsondersteuning een gelijke fysiologische belasting als bij lopen over een vaste ondergrond gehaald kan worden. lichaam. De biomechanische specificiteit is beter in vergelijking met onder water hardlopen, maar er zijn nog steeds verschillen met lopen over een vaste ondergrond. Zo is er bijvoorbeeld minder stabiliteit nodig omdat de luchtzak het lichaam gedeeltelijk stabiliseert. 41,42,49 Ook moet in gedachten worden gehouden dat de fysiologische en biomechanische verschillen met hardlopen over een vaste ondergrond mogelijk groter zijn dan de verschillen met het lopen op een normale loopband. Referenties 1. Hover P & Romijn D (2011). Evenementenlopers winnen terrein. Utrecht: Mulier Instituut. 2. Ingen Schenau GJ van (1980). Some fundamental aspects of the biomechanics of overground versus treadmill locomotion. Medicine & Science in Sports & Exercise, 12 (4), Sportgericht nr. 1 / 2016 jaargang 70 47

7 3. Savelberg HHCM et al. (1998). Intra-stride belt-speed variation affects treadmill locomotion. Gait & Posture, 7 (1), Nigg BM et al. (1995). A kinematic comparison of overground and treadmill running. Medicine & Science in Sports & Exercise, 27 (1), Lavcanska V et al. (2005). Familiarization to treadmill running in young unimpaired adults. Human Movement Science, 24 (4), Frishberg BA (1983). An analysis of overground and treadmill sprinting. Medicine & Science in Sports & Exercise, 15 (6), Nelson RC et al. (1971). Biomechanics of overground versus treadmill running. Medicine and Science in Sports, 4 (4), Elliott BC & Blanksby BA (1976). A cinematographic analysis of overground and treadmill running by males and females. Medicine & Science in Sports & Exercise, 8 (2), Schache AG et al. (2001). A comparison of overground and treadmill running for measuring the three-dimensional kinematics of the lumbo pelvic hip complex. Clinical Biomechanics, 16 (8), Cronin NJ & Finni T (2013). Treadmill versus overground and barefoot versus shod comparisons of triceps surae fascicle behaviour in human walking and running. Gait & Posture, 38 (3), Riley PO et al. (2008). A kinematics and kinetic comparison of overground and treadmill running. Medicine & Science in Sports & Exercise, 40 (6), Rozumalski A et al. (2015). Treadmill vs. overground running gait during childhood: A qualitative and quantitative analysis. Gait & Posture, 41 (2), McKenna M & Riches PE (2007). A comparison of sprinting kinematics on two types of treadmill and over-ground. Scandinavian Journal of Medicine & Science in Sports, 17 (6), Baur H et al. (2007). Muscular activity in treadmill and overground running. Isokinetics and Exercise Science, 15 (3), Sinclair J et al. (2013). Three-dimensional kinematic comparison of treadmill and overground running. Sports Biomechanics, 12 (3), Fellin RE et al. (2010). Comparison of lower extremity kinematic curves during overground and treadmill running. Journal of Applied Biomechanics, 26 (4), Wank V et al. (1998). Kinematics and electromyography of lower limb muscles in overground and treadmill running. International Journal of Sports Medicine, 19 (7), Kluitenberg B et al. (2012). Comparison of vertical ground reaction forces during overground and treadmill running. A validation study. BMC Musculoskeletal Disorders, 13 (1), Wang L et al. (2014). Muscular activity of lower extremity muscles running on treadmill compared with different overground surfaces. American Journal of Sports Science and Medicine, 2 (4), Bassett Jr DR et al. (1985). Aerobic requirements of overground versus treadmill running. Medicine & Science in Sports & Exercise, 17 (4), Léger L & Mercier D (1984). Gross energy cost of horizontal treadmill and track running. Sports Medicine, 1 (4), Jones AM & Doust JH (1996). A 1% treadmill grade most accurately reflects the energetic cost of outdoor running. Journal of Sports Sciences, 14 (4), Pugh LGCE (1970). Oxygen intake in track and treadmill running with observations on the effect of air resistance. The Journal of Physiology, 207 (3), Peserico CS & Machado FA (2014). Comparison between running performance in time trials on track and treadmill. Revista Brasileira de Cineantropometria & Desempenho Humano, 16 (4), Mooses M et al. (2015). Better economy in field running than on the treadmill: evidence from high-level distance runners. Biology of Sport, 32 (2), Van Hooren B & Smit A (2015). Statistisch significant of praktisch relevant? Een andere kijk op statistiek in de (sport)wetenschap. Sportgericht, 69 (4), Kong PW et al. (2012). Unmatched perception of speed when running overground and on a treadmill. Gait & Posture, 36 (1), Franks KA et al. (2012). Effects of motorized vs non-motorized treadmill training on hamstring/quadriceps strength ratios. Journal of Sports Science & Medicine, 11 (1), Smoliga JM et al. (2015). Increased physiologic intensity during walking and running on a non-motorized, curved treadmill. Physical Therapy in Sport, 16 (3), Stevens CJ et al. (2015). The validity of endurance running performance on the Curve 3 (TM) non-motorised treadmill. Journal of Sports Sciences, 33 (11), Morin J-B & Sève P (2011). Sprint running performance: comparison between treadmill and field conditions. European Journal of Applied Physiology, 111 (8), Haupenthal A et al. (2010). Loading forces in shallow water running at two levels of immersion. Journal of Rehabilitation Medicine, 42 (7), Pohl M & Mcnaughton L (2003). The physiological responses to running and walking in water at different depths. Research in Sports Medicine, 11 (2), Silvers WM et al. (2014). Lower-extremity muscle activity during aquatic and land treadmill running at the same speeds. Journal of Sport Rehabilitation, 23 (2), Kato T et al. (2001). Kinematical analysis of underwater walking and running. Sports Medicine, Training and Rehabilitation, 10 (3), Schaal CM et al. (2012). Cardiorespiratory responses to underwater treadmill running versus land-based treadmill running. International Journal of Aquatic Research and Education, 6, Silvers WM et al. (2007). Peak cardiorespiratory responses during aquatic and land treadmill exercise. Medicine & Science in Sports & Exercise, 39 (6), Liebenberg J et al. (2011). Determination of muscle activity during running at reduced body weight. Journal of Sports Sciences, 29 (2), McNeill DKP et al. (2015). Accuracy of unloading with the anti-gravity treadmill. The Journal of Strength & Conditioning Research, 29 (3), Sainton P et al. (2015). Influence of shortterm unweighing and reloading on running kinetics and muscle activity. European Journal of Applied Physiology, 115 (5), Grabowski AM & Kram R (2008). Effects of velocity and weight support on ground reaction forces and metabolic power during running. Journal of Applied Biomechanics, 24 (3), Raffalt PC et al. (2013). Running on a lowerbody positive pressure treadmill: VO 2 max, respiratory response, and vertical ground reaction force. Research Quarterly for Exercise and Sport, 84 (2), Cutuk A et al. (2006). Ambulation in simulated fractional gravity using lower body positive pressure: cardiovascular safety and gait analyses. Journal of Applied Physiology, 101 (3), Hunter I et al. (2014). EMG activity during positive-pressure treadmill running. Journal of Electromyography and Kinesiology, 24 (3), Mercer JA et al. (2013). Muscle activity while running at 20% 50% of normal body weight. Research in Sports Medicine, 21 (3), Mercer JA & Chona C (2015). Stride length velocity relationship during running with body weight support. Journal of Sport and Health Science, Epub ahead of print. 47. McNeill DKP et al. (2015). Oxygen consumption of elite distance runners on an antigravity treadmill. Journal of Sports Science & Medicine, 14 (2), Kline JR et al. (2015). Conversion table for running on lower body positive pressure treadmills. The Journal of Strength & Conditioning Research, 29 (3), Gojanovic B et al. (2012). Maximal physiological parameters during partial body-weight support treadmill testing. Medicine & Science in Sports & Exercise, 44 (10), Over de auteur Bas Van Hooren is als bewegingsdeskundige afgestuurd aan Fontys Sporthogeschool en volgt momenteel een master bewegingswetenschappen aan de Universiteit van Maastricht. Tevens is hij op freelance basis werkzaam als fysieke trainer voor topsporters en topsporttalenten in voornamelijk Zuid-Limburg en is hij vaste medewerker van Sportgericht. basvanhooren@hotmail.com 48 Sportgericht nr. 1 / 2016 jaargang 70

TNO Runalyser; real time monitoring van looptechniek. John Willems

TNO Runalyser; real time monitoring van looptechniek. John Willems TNO Runalyser; real time monitoring van looptechniek John Willems Inhoud Korte intro TNO Wat is runalyser? Waarom runalyser? Voorbeeld data runalyser Onderzoek naar running economy Toekomst 2 TNO personal

Nadere informatie

Meten van explosiviteit bij top indoor balteamsporters. H.T.D. van der Does, MSc. Dr. M.S. Brink S.H. Doeven, MSc. Dr. K.A.P.M.

Meten van explosiviteit bij top indoor balteamsporters. H.T.D. van der Does, MSc. Dr. M.S. Brink S.H. Doeven, MSc. Dr. K.A.P.M. Meten van explosiviteit bij top indoor balteamsporters H.T.D. van der Does, MSc. Dr. M.S. Brink S.H. Doeven, MSc. Dr. K.A.P.M. Lemmink Indoor Balteamsporten karakteristieken Volleybal explosieve bewegingen:

Nadere informatie

Revalidatie en preventie meer dan alleen spieren trainen. Lorenzo d Hont [ Master Sportfysiotherapeut]

Revalidatie en preventie meer dan alleen spieren trainen. Lorenzo d Hont [ Master Sportfysiotherapeut] Revalidatie en preventie meer dan alleen spieren trainen Lorenzo d Hont [ Master Sportfysiotherapeut] Patiënt X VKB-R 2014 30 tot 40 maal grotere kans op een VKB recidief Na 12 maanden ondervindt 28%

Nadere informatie

Wat een trainer moet weten over looptechniek

Wat een trainer moet weten over looptechniek Wat een trainer moet weten over looptechniek Move-Metrics Sport & health data analytics RUG Groningen, MSc bewegingswetenschappen Klapschaats HaemoScan, Projectmanagement Orgaanschade bij triatleten Sensamove,

Nadere informatie

Introductie. Guido Vroemen Sportarts Medisch Bioloog Triathlon Trainer SMA MIDDEN NEDERLAND

Introductie. Guido Vroemen Sportarts Medisch Bioloog Triathlon Trainer SMA MIDDEN NEDERLAND Introductie Guido Vroemen Sportarts Medisch Bioloog Triathlon Trainer SMA MIDDEN NEDERLAND Begeleiding: Teamarts en trainer Roompot Oranje Peloton Teamarts Team4Talent Bondsarts NTB Docent Sportfysiotherapie

Nadere informatie

Pacing in de Revalidatie Hoe gaan mensen om met vermoeidheid?

Pacing in de Revalidatie Hoe gaan mensen om met vermoeidheid? Pacing in de Revalidatie Hoe gaan mensen om met vermoeidheid? Achtergrond Florentina Hettinga Vrije Universiteit Amsterdam PhD Optimal pacing strategy TNO Security Defence and Safety Wetenschapper Human

Nadere informatie

Coretraining voor lopers. Core training voor lopers. Take Home

Coretraining voor lopers. Core training voor lopers. Take Home Coretraining voor lopers @jordivanzelst Core training voor lopers Jordi van Zelst Manueel Fysiotherapeut Performance Coach Sportgek 2 Take Home Messages Practice What You Preach Doseren is key let op belasting

Nadere informatie

02/12/2014. Klinische bewegingsanalyse op een geïnstrumenteerde loopband: ready to roll? Overzicht

02/12/2014. Klinische bewegingsanalyse op een geïnstrumenteerde loopband: ready to roll? Overzicht Overzicht Klinische bewegingsanalyse op een geïnstrumenteerde loopband: ready to roll? Is lopen op een loopband vergelijkbaar met lopen over de grond? Loop je vergelijkbaar op een vaste en zelf-gestuurde

Nadere informatie

AtletiekUnie Trainersdag 2018 Innovaties in real-time bewegingsanalyses

AtletiekUnie Trainersdag 2018 Innovaties in real-time bewegingsanalyses AtletiekUnie Trainersdag 2018 Innovaties in real-time bewegingsanalyses JASPER REENALDA 10-11-2018 ROESSINGH RESEARCH & DEVELOPMENT A F F I L I AT E D W I T H U N I V E R S I T Y O F T W E N T E o Bewegingswetenschapper

Nadere informatie

De Krachtplaat in de atletiek Over het werk van Jan van de Waerdt Deel 2 Krachten bij het hardlopen

De Krachtplaat in de atletiek Over het werk van Jan van de Waerdt Deel 2 Krachten bij het hardlopen De Krachtplaat in de atletiek Over het werk van Jan van de Waerdt Deel 2 Krachten bij het hardlopen Jan van de Waerdt verzorgde op 18 maart 2014 een presentatie over zijn onderzoek met de krachtplaat.

Nadere informatie

Proximal tendon avulsion. Claire Verheul, Ph.D. Anne van der Made, M.D.

Proximal tendon avulsion. Claire Verheul, Ph.D. Anne van der Made, M.D. Proximal tendon avulsion Claire Verheul, Ph.D. Anne van der Made, M.D. Orthopaedic Surgery www.acesamsterdam.nl www.manualfysion.nl Epidemiology Relatively rare Koulouris & Connell 16 of 179 (9%) hamstring

Nadere informatie

Samenvatting. Het maximaliseren van de effectiviteit van enkel voet orthesen bij kinderen met cerebrale parese

Samenvatting. Het maximaliseren van de effectiviteit van enkel voet orthesen bij kinderen met cerebrale parese Het maximaliseren van de effectiviteit van enkel voet orthesen bij kinderen met cerebrale parese Lopen, of wandelen, is een van de meest belangrijke activiteiten in het dagelijks leven. Hoewel lopen een

Nadere informatie

Biomechnica van het hardlopen voorkom blessures

Biomechnica van het hardlopen voorkom blessures Biomechnica van het hardlopen voorkom blessures Yvonne Bontekoning, De Lopende Zaak, Gouda 5 november 2016 Inhoud Stand van zaken mbt wetenschappelijke onderbouwing van verschillende risicofactoren zoals

Nadere informatie

Case Report. 1ste graads strain m. Biceps femoris bij een betaald voetballer. Case Report Hamstrings Maarten Gozeling

Case Report. 1ste graads strain m. Biceps femoris bij een betaald voetballer. Case Report Hamstrings Maarten Gozeling AZ Case Report 1ste graads strain m. Biceps femoris bij een betaald voetballer Doelstelling: U inzicht geven in visie AZ op: - onderzoek en - behandelmethode van hamstringblessure! Overzicht: - Anatomie

Nadere informatie

Evolutie van voet en enkel

Evolutie van voet en enkel ISPO 2016 LOOPPATROON BIJ MENSEN MET EEN TRANSTIBIALE PROTHESE Han Houdijk Faculteit der Gedrags- en Bewegingswetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam Heliomare Revalidatie, Wijk aan Zee Evolutie van

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire

Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire spieren Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Nadere informatie

Van trainingsdata naar Prestatieverbetering

Van trainingsdata naar Prestatieverbetering Van trainingsdata naar Prestatieverbetering Het gaat niet om het wat, maar om het hoe 2 Welke soorten data krijgen we uit onze horloges? 1. Hartslag (HR in bpm) 2. Cadans (in spm) 3. Staplengte (in m)

Nadere informatie

Running economy en pasfrequentie

Running economy en pasfrequentie SPORTWETENSCHAP In een eerder artikel in Sportgericht (nummer 4/2010) hebben we laten zien dat het mogelijk is om heel nauwkeurig zweef- en contacttijden te meten tijdens (herhaald) springen en lopen met

Nadere informatie

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius Cursus Ontspanningsmassage Bijlage spieren. Trapezius De trapezius (monnikskapspier) is een ruitvormige spier boven aan de achterkant van het lichaam. De trapezius loopt van de schedelbasis tot aan het

Nadere informatie

www.proralph.nl Speedfoot ladder

www.proralph.nl Speedfoot ladder Versterking van de buikspieren vraagt om voorzieningen die veelzijdige training mogelijk maken, zoals in schuinte verstelbare bankjes, handhalters en medizinballen (voor snelle slagbelasting). Voor concentrisch

Nadere informatie

Spieractivatiepatronen tijdens fitness oefeningen op de Carving Pro. Maastricht University: Pieter Oomen (MSc) Hans Savelberg (PhD)

Spieractivatiepatronen tijdens fitness oefeningen op de Carving Pro. Maastricht University: Pieter Oomen (MSc) Hans Savelberg (PhD) Spieractivatiepatronen tijdens fitness oefeningen op de Carving Pro Maastricht University: Pieter Oomen (MSc) Hans Savelberg (PhD) December, 2010 Inleiding De Carving Pro is een fitnessapparaat waarmee

Nadere informatie

Het effect van leeftijd en rijping op de selectie van jeugdtennissers en de ontwikkeling op de vijf-meter sprinttest

Het effect van leeftijd en rijping op de selectie van jeugdtennissers en de ontwikkeling op de vijf-meter sprinttest Het effect van leeftijd en rijping op de selectie van jeugdtennissers en de ontwikkeling op de vijf-meter sprinttest Tamara Kramer Barbara Huijgen Marije Elferink-Gemser Chris Visscher Expertiseteam Talentherkenning

Nadere informatie

SENIOREN LOPEN MET HUN HOOFD!

SENIOREN LOPEN MET HUN HOOFD! SENIOREN LOPEN MET HUN HOOFD! TJITTE KAMMINGA 2 TJITTE KAMMINGA - Fysiotherapeut/manueel therapeut - Ex-hersteltrainer Haagatletiek - Ex-docent fysiotherapie HS Leiden - Auteur De nieuwe warming-up (2000)

Nadere informatie

Hoe vergroten we rolstoelmobiliteit vanuit de gebruiker?

Hoe vergroten we rolstoelmobiliteit vanuit de gebruiker? 10/26/11 1 Hoe vergroten we rolstoelmobiliteit vanuit de gebruiker? Hoe kan je optimaal functioneren en participeren, met alleen de armen ter beschikking? Dr. Floor J. Hettinga & Drs. Riemer J.K. Vegter

Nadere informatie

5.3. Opdracht door Iris 2624 woorden 28 januari keer beoordeeld. Inleiding

5.3. Opdracht door Iris 2624 woorden 28 januari keer beoordeeld. Inleiding Opdracht door Iris 2624 woorden 28 januari 2015 5.3 15 keer beoordeeld Vak LO Inleiding Met BSM hebben wij de opdracht gekregen om een trainingsschema te maken om jezelf te verbeteren op verschillende

Nadere informatie

Auteur(s): H. van Hooff Titel: Het gaan op een loopband en op de vaste grond Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15

Auteur(s): H. van Hooff Titel: Het gaan op een loopband en op de vaste grond Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15 Auteur(s): H. van Hooff Titel: Het gaan op een loopband en op de vaste grond Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Workshop NTFU. 05 juni 2015 NTFU

Workshop NTFU. 05 juni 2015 NTFU Workshop NTFU 05 juni 2015 NTFU Programma Voorstellen: 2 kanten Verwachtingen & programma Geschiedenis van wielrentraining Tegen welke problemen loop je aan als schemamaken & -trainer? Korte geschiedenis

Nadere informatie

YES or NO? Sophie De Mits

YES or NO? Sophie De Mits BAREFOOT RUNNING YES or NO? Sophie De Mits evolutie van het geschoeid lopen onze voorouders - blootsvoets - geen archeologisch bewijs voor schoenen - 1 e schoen 45000jr oud - sandalen & moccasins vanaf

Nadere informatie

Stretching Effecten op lenigheid en achterliggende theorieën bij de effecten van rek

Stretching Effecten op lenigheid en achterliggende theorieën bij de effecten van rek Wetenschap In dit vierde en laatste artikel in een reeks over stretching (de eerdere delen stonden in Sportgericht 3/2008, 1/2009 en 2/2009) wordt ingegaan op lenigheid en op de achter liggende theorieën

Nadere informatie

Verschillen en overeenkomsten in (techniek)training tussen atleten en spelsporters. drs Daniël van Leeuwen

Verschillen en overeenkomsten in (techniek)training tussen atleten en spelsporters. drs Daniël van Leeuwen Verschillen en overeenkomsten in (techniek)training tussen atleten en spelsporters drs Daniël van Leeuwen Inleiding Doelstellingen Inzicht in correcte looptechniek Geschikte trainingsvormen Verschillen

Nadere informatie

Praktijk Loop ABC. Praktijk loop ABC 126

Praktijk Loop ABC. Praktijk loop ABC 126 Praktijk Loop ABC 17.1. Inleiding Bij veel sporten is de loopbeweging van grote betekenis voor het beoefenen van die sport. Vaak is de looparbeid mede bepalend voor de uiteindelijke prestatie (Een voetballer

Nadere informatie

De biomechanica van het sprinten De techniek van het lopen op maximale snelheid (deel 1)

De biomechanica van het sprinten De techniek van het lopen op maximale snelheid (deel 1) TRAINING In november 2011 was de Amerikaanse biomechanicus Ralph Mann in Nederland om een lezing te houden over zijn kijk op de biomechanica van de sprint. Het model dat hij presenteerde richt zich zowel

Nadere informatie

ENERGETISCHE KOSTEN VAN BALANSCONTROLE BIJ VALIDE PERSONEN

ENERGETISCHE KOSTEN VAN BALANSCONTROLE BIJ VALIDE PERSONEN SAMENVATTING Lopen, het lijkt zo simpel, maar het kan als gevolg van een pathologie zoals een beenamputatie of een Cerebro-Vasculair Accident (CVA) een zeer uitdagende taak worden. Opnieuw leren lopen

Nadere informatie

Hoe hard wil en kun je gaan??

Hoe hard wil en kun je gaan?? Hoe hard wil en kun je gaan?? Introductie BONDSARTS NTB TEAM ROOMPOT ORANJE PELOTON TEAM4TALENT TRIATHLON TRAINER SPORTARTS MEDISCH BIOLOOG SMA MIDDEN NEDERLAND AMERSFOORT Hoe hard wil en kun je gaan??

Nadere informatie

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Lichamelijke activiteit is erg belangrijk om de algemene gezondheid van mensen met een dwarslaesie in stand te houden. Door de beperking van de onderste extremiteiten is dit bij mensen met een dwarslaesie

Nadere informatie

Trainen met hoge frequentie

Trainen met hoge frequentie Trainen met hoge frequentie Einde van de bro-split? Luuk Hilkens Bewegingswetenschapper Certified Strength & Conditioning Specialist Expertiseteam Sports & Exercise Nutrition HAN Sport & Bewegen Monday

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 165 Neuromusculaire gevolgen van epimusculaire myofasciale krachttransmissie Ter vergroting van het begrip over de neurale aansturing van lichaamsbewegingen is gedetailleerde kennis

Nadere informatie

PERSDOSSIER 2015 POWER- WALKEN: EEN EENVOUDIGE EN DOELTREF- FENDE SPORT

PERSDOSSIER 2015 POWER- WALKEN: EEN EENVOUDIGE EN DOELTREF- FENDE SPORT PERSDOSSIER 2015 POWER- WALKEN: EEN EENVOUDIGE EN DOELTREF- FENDE SPORT Newfeel Een strakker lichaam, een sterker hart en een ontspannen gevoel Het zijn maar enkele voordelen van het powerwalken. Deze

Nadere informatie

De biomechanica van het sprinten De start en de acceleratiefase (deel 2)

De biomechanica van het sprinten De start en de acceleratiefase (deel 2) TRAINING Dit is het tweede artikel in een reeks over de biomechanica van het sprinten. Het eerste deel ging over (de techniek van) het lopen op maximale snelheid. 1 Dit tweede artikel concentreert zich

Nadere informatie

Samenvatting. Kunnen hoge precisie-eisen in het werk leiden tot RSI? ... ...

Samenvatting. Kunnen hoge precisie-eisen in het werk leiden tot RSI? ... ... ... Kunnen hoge precisie-eisen in het werk leiden tot RSI?... S Kunnen hoge precisie-eisen in het werk leiden tot RSI? Samenvatting Er zijn aanwijzingen dat het uitvoeren van fijn-motorische hand-arm taken,

Nadere informatie

Klinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie

Klinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie Klinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie Kinderen en jongvolwassenen met een fysieke beperking, zoals cerebrale parese (CP), ervaren vaak loopproblemen in het dagelijks leven. Veelgehoorde

Nadere informatie

Sportgeneeskunde. Een lopers knie (Iliotibiale band syndroom)

Sportgeneeskunde. Een lopers knie (Iliotibiale band syndroom) Sportgeneeskunde Een lopers knie (Iliotibiale band syndroom) Algemeen Deze folder geeft u informatie over een lopers knie oftewel het iliotibiale band syndroom. De iliotibiale band is een lange peesplaat

Nadere informatie

ISOKINETISCHE DYNAMOMETER (Biodex) Philippe Malcolm

ISOKINETISCHE DYNAMOMETER (Biodex) Philippe Malcolm ISOKINETISCHE DYNAMOMETER (Biodex) Philippe Malcolm Beschrijving Werkingsmodi Toepassingen Voorbeeld van een protocol Outputvariabelen Beschrijving Werkingsmodi Toepassingen Voorbeeld van een protocol

Nadere informatie

Hardlooptraining in de fysiotherapeutische praktijk. Tjitte Kamminga Fysiotherapeut / docent fysiotherapie

Hardlooptraining in de fysiotherapeutische praktijk. Tjitte Kamminga Fysiotherapeut / docent fysiotherapie Hardlooptraining in de fysiotherapeutische praktijk. Tjitte Kamminga Fysiotherapeut / docent fysiotherapie TJITTE KAMMINGA - Docent fysiotherapie HS Leiden - Fysiotherapeut / manueel therapeut - hersteltrainer

Nadere informatie

Hardloopvermogensmeters 3: Nogmaals Garmin Running Power

Hardloopvermogensmeters 3: Nogmaals Garmin Running Power Hardlopen met Power! Hardloopvermogensmeters 3: Nogmaals Garmin Running Power Vorige week hebben we in ProRun als tweede artikel in de nieuwe serie over hardloopvermogensmeters onze eerste ervaringen met

Nadere informatie

Doelstelling en protocol

Doelstelling en protocol STUDIE OVER DE INVLOED VAN CURREX SOLES OP DE VOETBELASTING EN OP SPRONGTESTEN BIJ VOLLEYBALLERS Door Sportmedisch Testcenter RUNNING AND MORE Uit enquêtes bij onze huidige gebruikers van de Currex-zolen

Nadere informatie

Belasting en Belastbaarheid

Belasting en Belastbaarheid Belasting en Belastbaarheid Papendal 28/10/17 Wim Vandeven Belasting en Belastbaarheid Belasting Belastbaarheid Belasting en Belastbaarheid Topsport Luipaard: rust! Pain is an info, not a limit! Pain

Nadere informatie

10/09/2015. Energy Lab Physical. Conditionele screening van recreatieve & competitieve atleten van korte & lange hardloopnummers.

10/09/2015. Energy Lab Physical. Conditionele screening van recreatieve & competitieve atleten van korte & lange hardloopnummers. Conditionele screening van recreatieve & competitieve atleten van korte & lange hardloopnummers van der Zweep Cees-Jan Energy Lab Physical Master Bewegingswetenschappen (Amsterdam) Ploegleider Argos-Shimano

Nadere informatie

Looptechniek De Do s en de Don ts. Drs. Rudi Frankinouille Sportfysioloog UZA - S.P.O.R.T.S.

Looptechniek De Do s en de Don ts. Drs. Rudi Frankinouille Sportfysioloog UZA - S.P.O.R.T.S. Looptechniek De Do s en de Don ts Drs. Rudi Frankinouille Sportfysioloog UZA - S.P.O.R.T.S. 1: Waarom lopen we? Pré-historie: blootvoets lopen tot onze prooien vermoeid waren Kelly Gneiting, 40, weighs

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

VC Groot Dilbeek Denkcel opleidingen

VC Groot Dilbeek Denkcel opleidingen LOOP ABC Opleiding LOOP ABC Praktijk VC Groot Dilbeek Denkcel opleidingen INLEIDING Bij veel sporten is de loopbeweging van grote betekenis voor het beoefenen van die sport. Vaak is de looparbeid mede

Nadere informatie

Objectiveren van functionele eigenschappen van knie-orthesen

Objectiveren van functionele eigenschappen van knie-orthesen Objectiveren van functionele eigenschappen van knie-orthesen Dr.ir. A. de Lange Fontys Paramedische Hogeschool Opleiding Podotherapie Eindhoven Inhoud 1. Conclusies 2. Functie van knie-orthesen 3. Belastingen

Nadere informatie

Ademspiertraining: (Inspiratory Muscle Training IMT)

Ademspiertraining: (Inspiratory Muscle Training IMT) Ademspiertraining: (Inspiratory Muscle Training IMT) Meer Lucht, Betere Prestaties.. @trainjelongen Agenda Ademspiertraining; Korte uitleg & ffecten Wetenschappelijk onderzoek Toepassing, Training, Periodisering

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no.6 (pp. 313-321)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no.6 (pp. 313-321) Auteur(s): F. Roelants, P. van Kempen Titel: Rugspieractiviteit tijdens het schaatsen Jaargang: 21 Jaartal: 2003 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 313-321 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Traint sinds 1991 bij Flevo Delta, is gediplomeerd trainer loopgroepen sinds 1997.

Traint sinds 1991 bij Flevo Delta, is gediplomeerd trainer loopgroepen sinds 1997. De trainers Links: Henk van Roemburg Midden: Marjo de Groot Rechts: Henk Moerkens Loopt sinds 2006 bij Flevo Delta. Is gediplomeerd trainer sinds 2010. Traint sinds 1991 bij Flevo Delta, is gediplomeerd

Nadere informatie

ChiRunning, moeiteloos en blessurevrij hardlopn

ChiRunning, moeiteloos en blessurevrij hardlopn ChiRunning, moeiteloos en blessurevrij hardlopn Efficiënter en gemakkelijker hardlopen Hardlopen zonder blessures Sneller lopen door te ontspannen Pijnvrij een marathon lopen zonder spierpijn achteraf

Nadere informatie

Onderzoek naar de oorzaak van (chronische) lage rugpijn

Onderzoek naar de oorzaak van (chronische) lage rugpijn Onderzoek naar de oorzaak van (chronische) lage rugpijn In de laatste 13 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de oorzaak van lage rugpijn. Voornamelijk het veelvuldig voorkomen van lage rugpijn en het

Nadere informatie

TRAININGSPLAN PLYOMETRIE

TRAININGSPLAN PLYOMETRIE TRAININGSPLAN PLYOMETRIE Inleiding Plyometrischetraining word enerzijds geprezen vanwege haar effectiviteit om explosieve kracht te ontwikkelen. Tegelijkertijd is het nog steeds een relatief onbekende

Nadere informatie

Casus mevrouw Driebergen. 52 jaar, status na icva mei 2014. Thuiswonend. Goede cognitie. Lopen: FAC 4. Couch potato: overdag veelal inactief

Casus mevrouw Driebergen. 52 jaar, status na icva mei 2014. Thuiswonend. Goede cognitie. Lopen: FAC 4. Couch potato: overdag veelal inactief Fysieke activiteiten; nieuwe inzichten en innovaties in de revalidatie. nothing to declare 52 jaar, status na icva mei 2014 Thuiswonend Goede cognitie Lopen: FAC 4 Couch potato: overdag veelal inactief

Nadere informatie

Effect van duurtraining op lange termijn

Effect van duurtraining op lange termijn Effect van duurtraining op lange termijn door Dr. Jan A. Vos, Inspanningsfysioloog Inleiding In onderstaand artikel zijn de resultaten vermeld van het fysiologisch effect van duurlopen op het lichaam bij

Nadere informatie

Testen en meten bij spelsporters in de AZ jeugdopleiding

Testen en meten bij spelsporters in de AZ jeugdopleiding Testen en meten bij spelsporters in de AZ jeugdopleiding Fysieke ontwikkeling meten -Sprint/sprong/%FT/kracht-snelheid -ISRT aeroob (sub-max / max) -intensiteit %HFmax -Voetbalarbeid: vermogen & capaciteit

Nadere informatie

De 11+ Een compleet warming-up programma

De 11+ Een compleet warming-up programma De 11+ Een compleet warming-up programma Deel 1 & 3 A A }6m Deel 2 B A: Hardlopen B: Jog terug B! ORGANISATIE A: Running OP HET exercise VELD B: Jog back Het parcours bestaat uit 6 paren evenwijdig geplaatste

Nadere informatie

Wetenschappelijk onderzoek naar individuele verschillen in hardlopen.

Wetenschappelijk onderzoek naar individuele verschillen in hardlopen. Wetenschappelijk onderzoek naar individuele verschillen in hardlopen. In veel trainersopleidingen wordt de techniek aan de hand van eenduidige uitgangspunten beschreven. Een voorbeeld hiervan vormen de

Nadere informatie

20-8-2015. Beginselen van gangbeeldanalyse. Disclosure. Symposium Loopproblemen bij CP Revalidatie Friesland. Ilse Oosterom

20-8-2015. Beginselen van gangbeeldanalyse. Disclosure. Symposium Loopproblemen bij CP Revalidatie Friesland. Ilse Oosterom Beginselen van gangbeeldanalyse Symposium Loopproblemen bij CP Revalidatie Friesland Ilse Oosterom Kinderfysiotherapeut/docent KNR Myrthe Schwartz Fysiotherapeut/bewegingswetenschapper/ gangbeeldanalist

Nadere informatie

Matthijs.hesselink@maastrichtuniversity.nl

Matthijs.hesselink@maastrichtuniversity.nl In beweging! Gezondheidsuniversiteit 2015 Matthijs Hesselink Department of Human Movement Sciences Faculty of Health, Medicine and Life sciences Maastricht University Matthijs.hesselink@maastrichtuniversity.nl

Nadere informatie

Walking with Knee Osteoarthritis 2012

Walking with Knee Osteoarthritis 2012 Walking with Knee Osteoarthritis 2012 Hoofdstuk 1: Inleiding Veel mensen van boven de 40 jaar lijden aan artrose ( osteoarthritis ) van de knie. Osteoarthritis van de knie is een degeneratieve ziekte van

Nadere informatie

Profieltesten 10/31/2017. Programma. Talentontwikkeling Energiesystemen. Titel. Piekvermogen vs. Duurvermogen

Profieltesten 10/31/2017. Programma. Talentontwikkeling Energiesystemen. Titel. Piekvermogen vs. Duurvermogen Programma Profieltesten Hoe te gebruiken bij trainingssturing Dr. Koen Levels Inspanningsfysioloog KNRB 11:15 12:3 Deel 1 Profieltesten: fysiologische achtergrond Profieltesten: interpretatie Profieltesten:

Nadere informatie

Blessure preventie hardlopen: BELASTING - BELASTBAARHEID in BALANS

Blessure preventie hardlopen: BELASTING - BELASTBAARHEID in BALANS Blessure preventie hardlopen: BELASTING - BELASTBAARHEID in BALANS 05-11-2016 VOORSTELLEN Bert van Essen Sportarts gedurende 25 jaar Eindhoven, Sportmax Op buitenpoli van Maxima Medisch Centrum (MMC) in

Nadere informatie

*Bij Hollendstilstaan kan je op verschillende manieren aan de slag.

*Bij Hollendstilstaan kan je op verschillende manieren aan de slag. ChiRunning: moeiteloos en blessurevrij hardlopen Efficiënter en gemakkelijker hardlopen Hardlopen zonder blessures Sneller lopen door te ontspannen Pijnvrij lopen zonder spierpijn achteraf *Bij Hollendstilstaan

Nadere informatie

Algemeen trainingsschema scheidsrechters

Algemeen trainingsschema scheidsrechters Algemeen trainingsschema scheidsrechters Om voetbalwedstrijden goed te kunnen leiden, is het belangrijk het spel goed te kunnen volgen. Hiervoor heb je een optimale conditie nodig. Om je hierbij te helpen

Nadere informatie

ZOMERPROGRAMMA RESPIRO: THUISTRAINING

ZOMERPROGRAMMA RESPIRO: THUISTRAINING Beste Respiro klant U heeft ervoor gekozen om fit en actief te blijven tijdens de zomersluiting d.m.v. het cardio- en krachttrainingsschema dat u thuis gaat uitvoeren. Het doel van dit schema is om zowel

Nadere informatie

Lopen Martijn Carol TCT 2008

Lopen Martijn Carol TCT 2008 Lopen Martijn Carol TCT 2008 Inhoudsopgave Voorwoord... 2 Lopen... 3 Loopstijl... 4 Persoonsvoorkeur... 4 Klassieke stijl... 5 BK techniek... 6 Pose techniek... 7 Chi running... 8 Antropometrie... 9 Type

Nadere informatie

STARTEN NA EEN BLESSURE: WANNEER, WAT, HOE? TJITTE KAMMINGA Datum 10-11-2012

STARTEN NA EEN BLESSURE: WANNEER, WAT, HOE? TJITTE KAMMINGA Datum 10-11-2012 STARTEN NA EEN BLESSURE: WANNEER, WAT, HOE? TJITTE KAMMINGA Datum 10-11-2012 TJITTE KAMMINGA DOCENT FYSIOTHERAPIE HS LEIDEN FYSIOTHERAPEUT/MANUEEL THERAPEUT EX- TRAINER HARDLOPER WWW.TJITTEKAMMINGA.NL

Nadere informatie

Hoe gebruik je een hartslagmeter bij je training?

Hoe gebruik je een hartslagmeter bij je training? Hoe gebruik je een hartslagmeter bij je training? Looptraining is in de eerste plaats leren efficiënt met je energie omgaan. Dit betekent niet voor elke loper hetzelfde. Een sprinter zal zijn beschikbare

Nadere informatie

HHS. Opdracht 3. Biokinematica I. Ilse Speelman Joppe Korfage Danny Zomerhuis Veron t Hart BT-1o

HHS. Opdracht 3. Biokinematica I. Ilse Speelman Joppe Korfage Danny Zomerhuis Veron t Hart BT-1o HHS Opdracht 3 Biokinematica I Ilse Speelman 12024767 Joppe Korfage 12020338 Danny Zomerhuis 12102237 Veron t Hart 12103993 BT-1o Opdracht 1, V2C Inleiding Om een analyse van een beweging uit te voeren

Nadere informatie

Fysio-/manueeltherapie van Gerven

Fysio-/manueeltherapie van Gerven Fysio-/manueeltherapie van Gerven Artrose Artrose is een chronische aandoening waarbij een degeneratie van het gewricht optreedt. Het gewrichtkraakbeen vermindert in kwaliteit; vergelijk het kraakbeen

Nadere informatie

Techniek van het lopen

Techniek van het lopen Gebaseerd op BK-methode (TLG-cursusboek 2007) 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave... 2 2 Inleiding... 3 3 Loopstijl en Looptechniek... 3 Loopstijl... 3 Looptechniek... 3 4 De zin van een goede looptechniek...

Nadere informatie

Mix up your running: Variatie niet alleen leuker maar ook belangrijk voor adaptatie

Mix up your running: Variatie niet alleen leuker maar ook belangrijk voor adaptatie Mix up your running: Variatie niet alleen leuker maar ook belangrijk voor adaptatie Deel dit bericht op Twitter Deel dit bericht op Facebook Hardlopen is hot, de trend lijkt onstuitbaar. De commercie en

Nadere informatie

Chronische instabiliteit van de enkel

Chronische instabiliteit van de enkel Chronische instabiliteit van de enkel Een update Dr. Wim Jorissen, 24 maart 2012. Recidiverende enkeldistortio s Recidiverende enkeldistortio s met vaak een gevoel van instabiliteit Recidiverende enkeldistortio

Nadere informatie

De afgelopen jaren heb ik artikelen geschreven

De afgelopen jaren heb ik artikelen geschreven De titel van dit artikel kreeg ik enige tijd terug als vraag voorgelegd. Wat was het geval? Er was een overzichtsartikel verschenen over hardlopen op blote voeten. De titel en de samenvatting riepen bij

Nadere informatie

Handleiding. bij protocol fysiotherapie

Handleiding. bij protocol fysiotherapie Handleiding bij protocol fysiotherapie INHOUDSOPGAVE 1. Casus Jaap p. 2 2. Voorbeeldsessie fysiotherapie P. 3 Bijlage 1: Looppatronen P. 7 Bijlage 2: Literatuur P. 11 E.A.A. Rameckers en M. Coenen. Kracht-

Nadere informatie

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren PECTUS REVALIDATIE Het doel van de pectus revalidatie (training borst- en rugspieren) is het versterken van de spieren van de borst en de rug en hiermee het verbeteren van je lichaamshouding. De volgende

Nadere informatie

Persinformatie Hardlooponderzoek in Nederland

Persinformatie Hardlooponderzoek in Nederland Persinformatie Hardlooponderzoek in Nederland Nederlanders lopen gemiddeld 34 kilometer per maand De Nederlandse hardloper loopt gemiddeld 34 kilometer per maand. Dat blijkt uit onderzoek onder 428 sporters

Nadere informatie

www.proralph.nl Speedfoot ladder

www.proralph.nl Speedfoot ladder Literatuur 1. Capelli, C., Pendergast, D.R. & Termin, B. (1998). Energetics of swimming at maximal speeds in humans. European Journal of Applied Physiology, 78 (5), 385-393. 2. Cappaert, J.M., Pease, D.L.

Nadere informatie

Lichaamssamenstelling van Intensive Care patiënten. Willem Looijaard

Lichaamssamenstelling van Intensive Care patiënten. Willem Looijaard Lichaamssamenstelling van Intensive Care patiënten Willem Looijaard Disclosures Baxter Fresenius-Kabi 2 Dhr. X. Datum Spier 13 / 03 156,7 cm 2 21 / 03 154,2 cm 2 31 / 03 146,8 cm 2 05 / 04 136,3 cm 2 20

Nadere informatie

Het Geheim van Wielrennen. De natuurkunde van het fietsen

Het Geheim van Wielrennen. De natuurkunde van het fietsen Het Geheim van Wielrennen De natuurkunde van het fietsen Tot nu toe hebben we het in onze artikelen voor TriPro vooral gehad over het vermogen van onze menselijke motor. We hebben gezien dat ons vermogen

Nadere informatie

De foamroll oefeningen

De foamroll oefeningen www.bodyrelease.nl De foamroll oefeningen Wat je vooraf moet weten De foamroll oefeningen die je uitvoert moeten voelen als een diepe massage en kunnen zowel direct op de huid als met kleding aan worden

Nadere informatie

Klinische gangbeeldanalyse: erop of eronder!

Klinische gangbeeldanalyse: erop of eronder! SMALLL jaarcongres 2016 Nieuwe methoden van functionele diagnostiek Klinische gangbeeldanalyse: erop of eronder! VAHL lezing Jaap Harlaar Society of Movement Analysis Laboratories in the Low Lands (20

Nadere informatie

Bovenstaande computer is ontworpen voor elliptical trainers en wordt geïntroduceerd met de volgende functies:

Bovenstaande computer is ontworpen voor elliptical trainers en wordt geïntroduceerd met de volgende functies: Infiniti ST-890 Computerhandleiding Bovenstaande computer is ontworpen voor elliptical trainers en wordt geïntroduceerd met de volgende functies: Knopfuncties Schermen Werkingsreikwijdten Wat u zou moeten

Nadere informatie

Job Fahner. 33 jaar RegisterPodoloog LoopFit Fahner Echografist voet en enkel Podologisch designer Werkzaam in verschillende gezondheidscentra

Job Fahner. 33 jaar RegisterPodoloog LoopFit Fahner Echografist voet en enkel Podologisch designer Werkzaam in verschillende gezondheidscentra Job Fahner 33 jaar RegisterPodoloog LoopFit Fahner Echografist voet en enkel Podologisch designer Werkzaam in verschillende gezondheidscentra 2 Jordi van Zelst 3 Aanleiding "Zonder voldoende kennis en

Nadere informatie

Algemeen Namen van de botstukken Botverbindingen Indeling van de gewrichten 20

Algemeen Namen van de botstukken Botverbindingen Indeling van de gewrichten 20 Inhoud Voorwoord 11 Functionele anatomie 14 1.1. Inleiding 14 1.2. Het skelet 15 1.2.1. Algemeen 15 1.2.2. Namen van de botstukken 15 1.2.3. Botverbindingen 18 1.2.4. Indeling van de gewrichten 20 1.3.

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 11e jrg 1993, no. 5 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 11e jrg 1993, no. 5 (pp ) Auteur(s): G. van der Poel Titel: De kracht-snelheidsrelatie van een spier Jaargang: 11 Jaartal: 1993 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 258-265 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

GET FIT 2 SKI. Johan De Coninck Physical Coach - DuofiTT

GET FIT 2 SKI. Johan De Coninck Physical Coach - DuofiTT . GET FIT 2 SKI Johan De Coninck Physical Coach - DuofiTT Duofitt training & treatment www.duofitt.be Johan De coninck Physical Trainer & Coach Functionele oefentherapie Re-training na revalidatie Sportspecifieke

Nadere informatie

Een literatuuroverzicht. Behandeling van MTSS bij atleten; een gerandomiseerde studie. Maarten Moen Sportarts

Een literatuuroverzicht. Behandeling van MTSS bij atleten; een gerandomiseerde studie. Maarten Moen Sportarts Een literatuuroverzicht Behandeling van MTSS bij atleten; een gerandomiseerde studie Maarten Moen Sportarts MTSS komt door tractie van de tibialis posterior aan het periost waardoor periostitis ontstaat.

Nadere informatie

Oefeningen voor de knie

Oefeningen voor de knie Oefeningen voor de knie Spierkracht verbeterende oefeningen voor de knie: Het is belangrijk om een goede spierkracht te hebben, mede omdat de spieren helpen bij schokabsorptie. Door een goede spierkracht

Nadere informatie

De computerhandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken:

De computerhandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken: Computerhandleiding Proteus PEC-4975 De computerhandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken: Knopfuncties De schermen Besturingsgetallen Zaken die u dient weten alvorens te trainen Werkingsinstructies

Nadere informatie

Inspanningstest Lopen

Inspanningstest Lopen Inspanningstest Lopen GHYS NAND 16/08/2012 www.energylab.be -1- Identificatie Naam: Voornaam: E-mail: Leeftijd: Geslacht: Gestalte: Gewicht: BMI: Rusthartslag: Sporttak: Afstand: Niveau: Personalia Ghys

Nadere informatie

Van bewegen naar trainen

Van bewegen naar trainen Van bewegen naar trainen Charles Heus Sportfysiotherapeut J&C Sportrevalidatie Geblesseerd Trainingsfit Wedstrijdfit Arts / Fysio??? Trainer Pat 0% Fysio 100% Pijn en of Functionele beperking 1e fase:

Nadere informatie

ChiRunning, moeiteloos en blessurevrij hardlopen

ChiRunning, moeiteloos en blessurevrij hardlopen ChiRunning, moeiteloos en blessurevrij hardlopen In een eerder nummer van Runner s World stond in de inleiding van een artikel over blessures, dat hardlopers zo vaak geblesseerd zijn. Het werd gebracht

Nadere informatie

Alternatieve trainingen Conditie opbouwen ondanks blessure

Alternatieve trainingen Conditie opbouwen ondanks blessure Alternatieve trainingen Conditie opbouwen ondanks blessure Blessure!!! Een woord waar elke sporter kippenvel van krijgt als hij het hoort. Je wil er niet aan denken maar bij een sportcarrière hoort het

Nadere informatie