GEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel"

Transcriptie

1 Datum raadsvergadering : 24 februari 2005 Nr.: Commissie Onderwerp : Omgeving : Compensatieverording Bos, Natuur en Archeologie Samenvatting Op grond van verschillende regelingen op rijks -en provinciaal niveau bestaat de verplichting tot compensatie, indien als gevolg van een noodzakelijke ruimtelijke ingreep aantasting van bos, natuur- of archeologische waarden zal optreden. Het gaat daarbij om gebieden waar in beginsel geen inbreuk zal worden toegestaan, maar waar zwaarwegende maatschappelijke belangen tot een uitzondering kunnen leiden. De gebieden waarvoor de compensatieverplichting geldt zijn; kerngebieden van de ecologische hoofdstructuur, natuur- en reservaatsgebieden en bossen en beplantingen die onder de bepalingen van de Boswet vallen. Indien de gemeente niets regelt voor compensatie, is de gemeente bij beoordeling van ruimtelijke plannen die ingrijpen in kwetsbare gebieden afhankelijk van de toetsing en beoordeling door de provincie. Middels de compensatieverordening zijn de randvoorwaarden van tevoren bekend en houdt de gemeente de toetsing in eigen hand. Voorgesteld besluit 1. Compensatieverordening Bos, Natuur en Archeologie gemeente Hoogeveen vaststellen. Aanleiding Bijgaande treft u de Compensatieverordening Bos, Natuur en Archeologie met toelichting aan. Deze verordening moet worden gezien als uitwerking van het Provinciaal Omgevingsplan II (POP II), de Habitatrichtlijn en het Structuurschema Groene Ruimte I (SGR I). Het SGR I is een planologisch kernbeslissing waarin het compensatiebeginsel is opgenomen. Omdat compensatie maatwerk is heeft het rijk de provincies en gemeenten gevraagd de lijnen die op centraal niveau zijn uitgezet in het SGR I, nader uit te werken. Verschillende vormen zijn denkbaar; beleidsnota, beleidsregels of een verordening. In overleg tussen de provincie en de Drentse gemeenten is geconcludeerd dat een gemeentelijke verordening de voorkeur verdient boven een provinciale regeling. In nauwe samenspraak tussen de gemeenten en de provincie is een modelverordening tot stand gekomen. Op basis van deze modelverordening is de Hoogeveense Compensatieverordening Bos, Natuur en Archeologie opgesteld. Voordeel gemeentelijke compensatieverordening In het POP II is een beleidsregel op hoofdlijnen opgenomen, die dient voor toetsing van gemeentelijke plannen waarbij compensatie noodzakelijk is, indien een gemeente geen compensatieverordening heeft vastgesteld. Met andere woorden onze gemeente is tot nu toe afhankelijk van de beoordeling van de provincie indien er zich een ruimtelijke ingreep voordoet waarbij compensatie nodig is. Door vaststelling van de verordening zijn de randvoorwaarden van tevoren bekend en houdt de gemeente de toetsing in eigen hand. Ook is er van het begin af aan richting de initiatiefnemer van een ruimtelijke ingreep aan te geven wat de voorwaarden voor compensatie zijn.

2 Zo wordt voorkomen dat een initiatiefnemer na bepaling van de compensatie door de provincie voor voldongen feiten komt te staan. Beoogd resultaat Het opstellen van eigen compensatievoorwaarden voor noodzakelijke ruimtelijke ingrepen waarbij aantasting optreedt van bos, natuur- of archeologische waarden. Hierdoor is de gemeente bij dergelijke ruimtelijke ingrepen niet meer afhankelijk van de toetsing en beoordeling van de provincie. De gemeente houdt toetsing in eigen hand en de randvoorwaarden voor compensatie zijn van tevoren bekend. Argumentatie Belangenafweging Als uit onderzoek is gebleken dat de geplande ontwikkeling zal moeten plaatshebben in een kwetsbaar gebied, dan zal een afweging van alle relevante belangen dienen plaats te vinden. Bij deze belangenafweging wordt het maatschappelijk belang van de voorgenomen ontwikkeling afgezet tegen de schade die daarmee aan de waarden bos, natuur en/of archeologie wordt toegebracht. Overwogen moet worden of het voornemen een zodanig zwaarwegend maatschappelijk belang inhoudt dat schade aan bos, natuur en/of archeologie in dat geval gerechtvaardigd is. Dit wordt het nee, tenzij-beginsel genoemd: een voor het betrokken gebied/waarde schadelijke ingreep mag niet plaatsvinden, tenzij er sprake is van een zwaarwegend maatschappelijk belang, dat de ingreep rechtvaardigt. Compensatie Compensatie bestaat uit twee componenten. Enerzijds kunnen de nadelige effecten van de ingreep door mitigerende (=verzachtende) maatregelen ter plekke worden beperkt. Anderzijds kunnen de nadelige effecten van de ingreep, alsmede een kwaliteitsverlies (elders) worden gecompenseerd. Gebieden waarvoor de compensatieverplichting geldt De compensatieverordening geldt ten aanzien van bos en natuur voor de gebieden die in het SGR daarvoor zijn opgenomen. Globaal gezien zijn dit de in het POP II aangeduide zones IV, V en VI en de gebieden die reeds op basis van gemeentelijke bestemmingsplannen worden beschermd. Ten aanzien van archeologie wordt aangesloten bij de Archeologische Monumentenkaart (AMK) en Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) uit het POP II. Ten aanzien van de AMK gaat het om gebieden die op de kaart zijn aangegeven en voor het IKAW om gebieden met middelhoge en hoge trefkans op de aanwezigheid voor archeologische waarden. Archeologie Ten aanzien van de archeologie vooruitgelopen op de implementatie van het Verdrag van Malta. In de compensatieverordening wordt bepaald dat de kosten archeologisch onderzoek, het vastleggen van de aanwezige informatie voor rekening zijn van de aanvrager. Verder kan de aanvrager een bijdrage in de conservering van gevonden artefacten worden opgelegd. Pagina 2 van 17

3 Mate van compensatie De mate van compensatie hangt af van de kwaliteit van het gebied en/of de betreffende waarde. Uitgangspunt is dat de compensatie zodanig wordt uitgevoerd, dat netto geen sprake is van een vermindering van waarden. Afhankelijk van de kwaliteit van het gebied en/of de betreffende waarde zal moeten worden gewerkt met een compensatiefactor. Deze factor is de rekeneenheid, waarin de oppervlakte en de kwaliteit van de waarden die worden aangetast, zijn verwerkt. Het komt er op neer dat hoe hoger de kwaliteit van de aangetaste waarde is, des te hoger de compensatiefactor zal zijn. Voorop staat dat zoveel mogelijk fysiek wordt gecompenseerd. Mitigatie Voor de locatie waar de voorgenomen ruimtelijke ingreep daadwerkelijk plaatsvindt dient indien mogelijk te worden voldaan aan de eis om de gevolgen van de ingreep zoveel mogelijk te beperken. Dit wordt mitigatie genoemd. Onder mitigatie wordt in dit verband tevens inpassing begrepen. Inpassing houdt in dat de ontwikkeling zoveel mogelijk aan de bestaande omgeving wordt aangepast. Mitigerende maatregelen zijn maatregelen die de schade van de ontwikkeling minder ernstig maken. Het is de bedoeling dat door de aanvrager van tevoren een compensatieplan wordt opgesteld, waarin onder andere wordt aangegeven op welke wijze de schadelijke effecten van de ingreep worden ondervangen. In dat verband dient aandacht te worden besteed aan inpassing en mitigatie. Voorbeelden van mitigatie zijn de aanleg van faunapassages onder rijksweg A37 ter hoogte van Nieuwlande en de voorgenomen landschappelijke inpassing van de pingoruïne op bedrijventerrein Buitenvaart II. Een voorbeeld van compensatie van directe effecten is het terugplanten van een gelijk oppervlak aan bomen als is verdwenen. Compensatie van kwaliteitsverlies wordt in de vorm van een toeslag bijgeteld. Deze toeslag is nodig om waar mogelijk de kwaliteit van de verloren gegane waarden zoveel mogelijk naar het oorspronkelijke niveau terug te brengen. Waar compenseren? In principe worden compenserende maatregelen zo dicht mogelijk bij de plaats waar schade optreedt getroffen of, als dat niet mogelijk is, in een aanvullend gebied met zoveel mogelijk gelijke waarden (bijvoorbeeld aansluitend op EHS-gebieden of nieuw bos aansluitend op bestaand bos). Eventueel kan worden aangesloten bij bestaande projecten. Vanzelfsprekend geldt dat compenserende maatregelen niet worden gerealiseerd in gebieden die vanwege hun kwetsbaarheid en status sowieso al beschermd worden. Financiële compensatie Van financiële compensatie wordt gebruik gemaakt als fysieke compensatie niet mogelijk is of als compensatie op de plaats van de ingreep zelf of in een aangrenzend gebied niet mogelijk is. Voorop staat echter dat waar mogelijk fysiek gecompenseerd dient te worden. Als voorbeeld waarin het fysiek niet mogelijk is te compenseren gelden archeologische waarden. In geval van aantasting van archeologische waarden beperkt de compensatie zich tot de vergoeding van de kosten van opgraving, wetenschappelijk onderzoek, het veilig stellen van de aanwezige informatie en, indien redelijk, een bijdrage in de kosten van conservering van de gevonden artefacten. Pagina 3 van 17

4 Als tot financiële compensatie wordt overgegaan wordt het bedrag gestort in het Gemeentelijk Bos- en natuurfonds. De met financiële compensatie verkregen middelen zullen dan voor herstel, behoud en/of uitbouw van waarden primair elders in de gemeente Hoogeveen worden ingezet. Compensatieplan Uitgangspunt is dat de aanvrager verantwoordelijk en financieel aansprakelijk is voor het opstellen en uitvoeren van het compensatieplan. Over het compensatieplan en de uitvoering daarvan moet tussen gemeente en/of provincie enerzijds en de aanvrager anderzijds overeenstemming zijn bereikt, voordat de nodige gemeentelijke besluiten worden genomen. Waaraan kan een compensatieverplichting worden gekoppeld? Het compensatiebeginsel wordt in geval van kwetsbare gebieden en/of waarden toegepast bij nieuwe ingrepen die bestemmingsplantechnische consequenties hebben in de vorm van wijziging van de bestaande bestemmingsplannen dan wel het verlenen van vrijstelling van de bestaande bestemmingsplannen. Ook op vergunningverlening binnen kaders van de vigerende bestemmingsplannen is compensatie in principe mogelijk (bijvoorbeeld ten aanzien van aanlegvergunningen). Het is twijfelachtig of in het kader van een te verlenen bouwvergunning een compensatievoorwaarde kan worden opgelegd. In de jurisprudentie is aangegeven dat artikel 56, derde lid, van de Woningwet er zich tegen verzet dat in het kader van de te verrichten welstandstoets een voorschrift tot beplanting aan de bouwvergunning wordt verbonden (BR 2001/682 en BR 2001/685). Een zelfde lijn is ten aanzien van een compensatievoorwaarde waarschijnlijk. Hoogeveen, Burgemeester en Wethouders van Hoogeveen, de secretaris, de burgemeester, Mw. H.C. WITBRAAD W.P.M. URLINGS Nummer: 05/11 Onderwerp: Compensatieverordening Bos, Natuur en Archeologie gemeente Hoogeveen De raad van de gemeente Hoogeveen, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 februari 2005; Gelet op de bepalingen van de Gemeentewet, de Wet rechtskracht Structuurschema groene ruimte, het Structuurschema groene ruimte 1, de Boswet, de Habitatrichtlijn en het Provinciaal Omgevingsplan Drenthe; Pagina 4 van 17

5 b e s l u i t : Vast te stellen de volgende verordening inzake de compensatie van bos, natuur en archeologische waarden die verloren gaan door een ruimtelijke ingreep op het grondgebied van de gemeente Hoogeveen COMPENSATIEVERPLICHTING ARTIKEL 1 BEGRIPSBEPALINGEN In deze verordening wordt verstaan onder: a. aanvrager: degene of de organisatie die een aanvraag indient als bedoelt in artikel 1:3, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht om te komen tot een ruimtelijke ingreep op een bepaalde locatie; b. compensatie: het creëren van nieuwe waarden die vergelijkbaar zijn met de verloren gegane waarden. Indien het volledig onvervangbare waarden betreft, heeft de compensatie betrekking op het creëren van zo vergelijkbaar mogelijke waarden. c. compensatiegebieden: gebieden waarin de compensatie plaatsvindt zoals bedoeld in artikel 4, tweede lid van deze verordening d. compensatieplan: het plan waarin is aangegeven welke maatregelen getroffen worden en op welke termijn om de compensatie te realiseren e. EHS: de Ecologische hoofdstructuur bestaat uit bestaande bos- en natuurgebieden en landgoederen zoals opgenomen in het POP II, nieuwe natuurgebieden met functiewijziging voor zover begrensd door de provincie, beheersgebieden en ecologische verbindingszones voor zover deze de natuurgebieden van de EHS met elkaar verbinden en zodra gerealiseerd f. Gemeentelijk Bos- en Natuurfonds: gemeentelijk fonds waarin de financiële compensatie gestort moet worden door de aanvrager indien fysieke compensatie niet of maar deels mogelijk blijkt. Doel van het fonds is het verlenen van financiële faciliteiten voor compensatie van bos-, natuur- of archeologische waarden binnen de gemeente Hoogeveen die verloren gaan door een ruimtelijke ingreep; g. Habitatrichtlijn: Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van de EG van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (Pb.EG 1992, L 206/7). Deze richtlijn heeft tot doel bij te dragen tot het waarborgen van de biologische diversiteit door het instandhouden van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna op het Europese grondgebied; h. het college: het college van burgemeester & wethouders van de gemeente Hoogeveen. i. MER: een Milieueffectrapport dat inzicht biedt in de milieueffecten van verschillende beleidsalternatieven om het beoogde doel te bereiken. j. mitigatie: het verminderen van nadelige effecten van ingrepen/activiteiten op de aanwezige natuur-, bos- en archeologische waarden door bepaalde maatregelen. k. POP II: het Provinciaal Omgevingplan II van de provincie Drenthe vastgesteld d.d. 7 juli l. ruimtelijke ingreep: het geheel van de acties die nodig zijn binnen een ruimtelijk begrensd gebied dat nodig is om te komen tot het beoogde maatschappelijke doel. Artikel 2 Gebied waarvoor deze verordening van toepassing is Pagina 5 van 17

6 1. Indien na afweging van belangen voor gebieden met de functie natuur en/of bos wordt besloten dat één van deze functies moet wijken voor, of anderszins aanwijsbare schade ondervindt van een ander aantoonbaar zwaarwegend maatschappelijk belang, waarvoor een ruimtelijke ingreep wordt toegestaan, zullen niet alleen maatregelen worden getroffen met het oog op inpassing en mitigatie ter plaatse van de ruimtelijke ingreep, maar zal bovendien, indien bedoelde maatregelen onvoldoende zijn, compensatie plaatsvinden. 2. De gebiedscategorieën waarvoor compensatie zal worden toegepast zijn: a. kerngebieden van de EHS; b. gerealiseerde reservaats- en natuurgebieden; c. kleinere natuurgebieden buiten de ecologische hoofdstructuur die als zodanig zijn aangeduid in het Provinciaal Omgevingsplan II (POP II), onder de werking van de Natuurbeschermingswet vallen of zijn vastgelegd in een bestemmingsplan; d. agrarische gronden met natuurwaarden (zone IV POP II); e. biotopen van aandachtssoorten die op indicatie van de soortenbeschermingsplannen van het rijk in omgevingsplannen en/of bestemmingsplannen zijn opgenomen; f. bossen en landschappelijke beplantingen die onder de werking van de Boswet vallen. 3. Deze verordening is ook van toepassing op ingrepen buiten de aangegeven gebieden, indien deze ingrepen directe effecten binnen de gebieden hebben. 4. Uitgangspunt bij de toepassing van compensatie is dat in beginsel geen netto verlies aan waarden mag optreden. Artikel 3 Verantwoordelijkheden 1. Uitgezonderd gevallen waarin de compensatiebepalingen van de Europese Habitatrichtlijn, dan wel de Natuurbeschermingswet van toepassing zijn, dient de aanvrager tegelijk met zijn aanvraag voor de concrete ruimtelijke ingreep een compensatieplan te overleggen, waarin op een integrale en nauwgezette wijze in elk geval de volgende aspecten worden beschreven: a. de bestaande waarden van het betrokken gebied in relatie tot de omgeving; b. de redelijkerwijs te verwachten effecten van de voorgenomen ruimtelijke ingreep; c. de in artikel 2, eerste lid, bedoelde maatregelen; d. de financiering van de te treffen maatregelen; e. de ruimtelijke ingreep zelf; f. het zwaarwegend maatschappelijk belang; g. waar en hoe compensatie wordt voorgesteld en binnen welke termijn compensatie wordt gerealiseerd. 2. Het college verleent slechts medewerking aan de ruimtelijke ingreep indien geen andere geschikte locatie voor het te dienen belang als bedoeld in artikel 2, eerste lid aanwezig is en dit maatschappelijk belang op een adequate wijze is aangetoond. 3. Afhankelijk van de situatie kan het college nadere eisen stellen met betrekking tot de inhoud van het in het eerste lid bedoelde plan en de te volgen procedure. De gemeente pleegt hieromtrent overleg met de aanvrager. 4. Het in het eerste lid bedoelde compensatieplan wordt tegelijkertijd met de aanvraag voor een ruimtelijke ingreep ingediend. Artikel 4 Bos Pagina 6 van 17

7 1. Indien uit het in artikel 3, eerste lid, bedoelde compensatieplan blijkt dat er sprake is van - verlies van oppervlakte aan bos, - aantasting van de kwaliteit van bos, en/of - verlies aan oude bosbodem, zulks ter beoordeling van het college, stelt het college de compensatie vast afhankelijk van de leeftijd van het bos als levensgemeenschap en met inachtneming van de volgende criteria: a. als het bos of de beplanting nog geen 25 jaren oud is, dient 133% van de oppervlakte gecompenseerd te worden, 100% voor het verlies van de oppervlakte en 33% oppervlakte voor het verlies van kwaliteit; b. als het bos of de beplanting ouder is dan 25 jaren doch jonger dan 100 jaren, dient 166% van de oppervlakte gecompenseerd te worden, 100% voor het verlies van de oppervlakte en 66% oppervlakte voor het verlies van kwaliteit; c. als het bos of de beplanting ouder is dan 100 jaren, dient 300% van de oppervlakte gecompenseerd te worden, 100% voor het verlies van de oppervlakte en 200% oppervlakte voor het verlies van kwaliteit. 2. Van geval tot geval wordt bezien of en hoe de natuurlijke kwaliteiten geregenereerd kunnen worden. Mocht regeneratie niet mogelijk zijn, dan wordt geen medewerking verleend aan de ingreep. Compensatie wordt uitgevoerd op een van tevoren te bepalen en overeen te komen plaats waar potentieel dezelfde waarden kunnen worden ontwikkeld. Deze plaats dient zich in het algemeen nabij de plaats van de ingreep te bevinden, waarbij zoveel mogelijk aansluiting bij de bestaande waarden wordt gezocht. Is deze mogelijkheid niet aanwezig, dan zal in de nabije omgeving een andere locatie (bij voorkeur aansluitend aan de EHS, aan bestaand bos, aan bestaande natuurterreinen) moeten worden gevonden. 3. Indien boswaarden verloren gaan ten behoeve van een zeldzamer ecosysteem, gelden uitsluitend de compensatienormen van de Boswet. Artikel 5 Natuur 1. Indien uit het in artikel 3, eerste lid, bedoelde compensatieplan blijkt dat er sprake is van - verlies van oppervlakte aan natuur, - aantasting van de kwaliteit van natuur en/of - verlies of aantasting van biotopen voor aandachtssoorten, zulks ter beoordeling van het college, stelt het college de compensatie vast met inachtneming van de volgende criteria: a. als natuurwaarden binnen 25 jaren vervangen kunnen worden, dient 100% van de oppervlakte gecompenseerd te worden en 33% financiële toeslag voor het verlies van kwaliteit ten behoeve van het aanloopbeheer; b. als natuurwaarden binnen een periode van 25 tot 100 jaren vervangen kunnen worden, dient 100% van de oppervlakte gecompenseerd te worden en 66% financiële toeslag voor het verlies van kwaliteit ten behoeve van het aanloopbeheer; c. als natuurwaarden niet binnen een periode van 100 jaren vervangen kunnen worden, is compensatie slechts in zeer uitzonderlijke situaties mogelijk. Dan geldt naast een compensatie van 100% voor het verlies van de oppervlakte een financiële toeslag van 200% voor het verlies van kwaliteit. Pagina 7 van 17

8 2. Artikel 4, tweede lid, van deze verordening is van overeenkomstige toepassing. Artikel 6 Archeologie 1. Indien uit het in artikel 3, eerste lid, bedoelde plan blijkt dat (hoge) archeologische waarden worden aangetast, wordt in principe geen medewerking aan de ruimtelijke ingreep verleend. Indien onder bijzondere omstandigheden van deze regel wordt afgeweken, wordt in elk geval voorgeschreven dat archeologische waarden die verloren dreigen te gaan op kosten van de aanvrager wetenschappelijk worden onderzocht en/of opgegraven om de aanwezige informatie veilig te stellen. Verder kan de aanvrager een bijdrage in de kosten van conservering van gevonden artefacten worden opgelegd. 2. In overige gevallen wordt van geval tot geval bezien of, en zo ja in hoeverre en onder welke condities medewerking wordt verleend aan de ruimtelijke ingreep. 3. Nadat het verdrag van Malta, d.d. 16 januari 1992 is uitgewerkt in de Monumentenwet, komt dit artikel van rechtswege te vervallen. Artikel 7 Financiële compensatie 1. Indien de in de artikelen 4, 5 en 6 bedoelde fysieke compensatie redelijkerwijs niet of qua oppervlakte slechts ten dele mogelijk is, kan het college besluiten tot financiële compensatie. De financiële compensatie bestaat uit de kosten die anders gemoeid zouden zijn met fysieke compensatie plus de financiële toeslag ten behoeve van het aanloopbeheer. 2. In geval van artikel 6 is uitsluitend financiële compensatie mogelijk. In dat geval gaat het om de kosten voor de activiteiten genoemd in artikel 6, eerste lid en in voorkomend geval artikel 6, tweede lid. 3. Het bedrag van de financiële compensatie wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders. 4. Het bedrag wordt door de aanvrager gestort in het Gemeentelijk Bos-, en Natuurfonds, dat gericht is op behoud en herstel van bos-, natuur-, en archeologische waarden in de gemeente Hoogeveen. De middelen die in dit fonds worden gestort naar aanleiding van de financiële compensatie van ruimtelijke ingrepen in de gemeente Hoogeveen dienen primair ten goede te komen aan projecten gericht op behoud en herstel van bos-, natuur-, en archeologische waarden elders in de gemeente Hoogeveen. Artikel 8 Commissie van deskundigen 1. Indien in de fase die voorafgaat aan de besluitvorming verschil van mening bestaat omtrent de omvang van de schade dan wel omtrent de inzet van maatregelen, kunnen partijen overeenkomen een advies te vragen aan een commissie van deskundigen. De kosten van dit advies worden gelijkelijk tussen de partijen verdeeld. 2. De commissie van deskundigen wordt ingesteld door gedeputeerde staten van Drenthe een en ander in overleg met de Vereniging van Drentse Gemeenten. 3. De commissie bestaat uit ten minste drie onafhankelijk deskundigen op het gebied van ruimtelijke ordening, landschap, natuur, archeologie, cultuurhistorie en bos. Pagina 8 van 17

9 SLOTBEPALING Artikel 9 1. Deze verordening treedt zes weken na de bekendmaking daarvan in werking. 2. Zij kan worden aangehaald als: Compensatieverordening Bos, Natuur, en Archeologie van de gemeente Hoogeveen. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hoogeveen, gehouden op 24 februari De griffier, J.P. WIND De voorzitter, W.P.M. URLINGS TOELICHTING Algemeen 1. Deze verordening moet worden gezien als een uitwerking van het Provinciaal omgevingsplan Drenthe II, de Habitatrichtlijn en het Structuurschema Groene Ruimte I (SGR I). Dit SGR I is een planologische kernbeslissing. In deze Rijksnota is het compensatiebeginsel opgenomen. In de (rijks)notitie Toelichting op toepassing compensatiebeginsel bij concrete projecten van 10 oktober 1995 is het beginsel verder uitgewerkt. Het in deze stukken geschetste beleid heeft niet alleen betekenis voor het Rijk zelf, maar werkt ook door naar het beleid van Rijk, provincies en gemeenten. Er is er dus geen sprake meer van een blanco situatie. Vooral bij toetsing van gemeentelijke plannen aan rijksbeleid kan de gemeente te maken krijgen met de richtlijnen van de SGR I. Laatstbedoelde notitie van het Rijk kan ook worden gebruikt als hulpmiddel bij de uitvoering van deze verordening. Dit laatste geldt in het bijzonder voor het in de notitie opgenomen stappenplan en de checklist. 2. Omdat compensatie maatwerk is heeft het Rijk de provincies en de gemeenten gevraagd de lijnen die op centraal niveau zijn uitgezet in het SGR I, nader uit te werken. In het kader van de totstandkoming van het POP II is medewerking toegezegd. Verschillende vormen zijn denkbaar: beleidsnota, beleidsregels of een verordening. In overleg met de gemeenten is geconcludeerd dat een gemeentelijke verordening de voorkeur verdient. In het POP II is een beleidsregel op hoofdlijnen, die dient ter toetsing van gemeentelijke plannen, opgenomen, die alleen voorziet in die gevallen waarin een gemeente (nog) geen gemeentelijke verordening heeft vastgesteld. De modelverordening is in nauwe samenspraak tussen gemeenten en provincie totstandgekomen. Op basis van deze modelverordening is de Compensatieverordening Bos, Natuur en Archeologie gemeente Hoogveen tot stand gekomen. Deze verordening geeft de gemeente een instrument in handen om te komen tot een brede beoordeling van voorgestelde activiteiten die ingrijpen in kwetsbare gebieden. Op een aantal Pagina 9 van 17

10 punten is de modelverordening aangevuld dan wel gewijzigd. Dit betreft de volgende onderdelen: - Artikel 1 De definities zijn aangevuld en qua formulering op een aantal punten aangepast. Er is voor gekozen om de term 'initiatiefnemer' te vervangen door 'aanvrager'. In de praktijk zal vrijwel altijd de initiatiefnemer ook de aanvrager zijn. In die gevallen waar daarvan geen sprake is zal er tussen initiatiefnemer en aanvrager een privaatrechtelijke relatie bestaan. Denk dan bijvoorbeeld aan een aannemingsovereenkomst tussen de opdrachtgever en de uitvoerende aannemer. Trouwens in vrijwel alle gevallen zal in dat geval worden aangevraagd namens de opdrachtgever. Door voor het begrip aanvrager te kiezen loopt een vergunningstraject dan wel een vrijstellingstraject (waar sprake is van een aanvrager) parallel met het compensatietraject. Het verdient niet de voorkeur om een vergunning of vrijstelling te verlenen aan een aanvrager en vervolgens de compensatieverplichting op te leggen aan de initiatiefnemer. De gerechtigde tot het doen van de ruimtelijke ingreep moet dezelfde zijn als degene die de compensatieverplichting opgelegd krijgt. Overigens loopt de gemeente ook een zeker risico als de gerechtigde tot het doen van de ruimtelijke ingreep niet dezelfde is als degene die de compensatieverplichting krijgt opgelegd. Wat bijvoorbeeld als de laatste failliet gaat? In dat geval kan de vergunninghouder/ vrijstellinghouder zonder compensatie de ruimtelijke ingreep uitvoeren. Ook het gevaar van misbruik van rechtspersonen ligt hier op de loer. De initiatiefnemer is een lege BV, die men failliet laat gaan zodat de ruimtelijke ingreep zonder compensatie kan worden uitgevoerd. - Artikel 2 Aan lid 1.g is toegevoegd dat in een compensatieplan moet zijn opgenomen binnen welke termijn compensatie moet plaats vinden. Dit is in modelverordening niet geregeld. Lid 3 is minder uitgebreid dan lid 3 in de modelverordening. Dit komt omdat compensatie voor openheid en landschap niet in de Hoogeveense verordening is opgenomen. - Artikelen 4, 5 en 6 De formulering in lid 1 van deze artikelen is aangepast. Aangegeven is dat het verlies van waarden ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders is. In artikel 6, lid 3 is het vervallen van de verordening ten aanzien van archeologie gerelateerd aan het in werking treden van de implementatie van het Verdrag van Malta in de Monumentenwet. - Artikel 7 Opgenomen is dat ten aanzien van archeologische waarden uitsluitend een financiële compensatie wordt vastgesteld; het betreft hier immers unieke waarden die niet anderszins te compenseren zijn. Hierover was niets geregeld in de modelverordening. Verder is opgenomen dat financiële compensatie door de aanvrager wordt gestort in het gemeentelijk Bos- en Natuurfonds. In de modelverordening is dat het provinciaal Groenfonds. Er is gekozen voor een eigen gemeentelijk fonds zodat compensatiegelden die binnen komen naar eigen inzicht kunnen worden ingezet binnen de gemeente Hoogeveen. - Artikel 8 Pagina 10 van 17

11 Opgenomen is dat de kosten voor het inschakelen van een deskundigencommissie gelijkelijk verdeeld worden tussen beide partijen. In de modelverordening is hier niets over opgenomen. 3. Wie de verordening naast het SGR I legt zal hier en daar afwijkingen constateren. Dat heeft te maken met het hiervoor gesignaleerde maatwerk. Op lokaal en regionaal niveau bestaat de kennis die nodig is om te komen tot een uitgekristalliseerd compensatiebeleid. Daar is precies bekend welke belangen beschermingswaardig zijn. De situatie in de randstad verschilt qua compensatie hemelsbreed van de situatie in Drenthe (grotere grondclaims voor bebouwing, minder beschikbare grond, hogere grondprijzen en minder mogelijkheden voor bos- en natuurvorming). Het behoeft dan ook geen verbazing te wekken dat compensatie in deze provincie hier en daar anders wordt ingekleurd dan op rijksniveau. De voor Drenthe gehanteerde compensatienormen vinden hun grondslag enerzijds in bestuurlijke wensen, neergelegd in het bestuursprogramma Besturen in Balans en anderzijds in het Provinciaal Omgevingsplan voor Drenthe. De belangrijkste verschillen in het voorstel zijn: a. Het SGR I is van toepassing op grootschalige openbare recreatievoorzieningen; de verordening niet (de in de SGR I bedoelde grootschalige recreatievoorzieningen bevinden zich op dit moment niet in Drenthe). In voorkomende gevallen blijft het SGR van toepassing. b. Het SGR I is niet van toepassing op archeologische waarden; de verordening wel. De archeologische waarden moeten ingevolge het zogenaamde verdrag van Malta d.d. 16 januari 1992 in de aangepaste Monumentenwet beschermd gaan worden. Het wetsvoorstel is al enige tijd in voorbereiding. Wanneer de nieuwe Monumentenwet in werking zal treden is nog niet duidelijk. Tot die tijd zal deze verordening de archeologische waarden beschermen. 4. Overeenkomstig het SGR I en het POP II is de verordening van toepassing op concrete voornemens met betrekking tot ruimtelijke ingrepen die worden genomen na het inwerkingtreden van de verordening, ook als die ingrepen bijvoorbeeld in overeenstemming zijn met een vigerend bestemmingsplan. In dit verband wordt bijvoorbeeld gedacht aan op basis van het bestemmingsplan te verlenen aanlegvergunningen. Het is twijfelachtig of in het kader van een te verlenen bouwvergunning een compensatievoorwaarde kan worden opgelegd. In de jurisprudentie is aangegeven dat artikel 56, derde lid, van de Woningwet er zich tegen verzet dat in het kader van de te verrichten welstandstoets een voorschrift tot beplanting aan de bouwvergunning wordt verbonden (BR 2001/682 en BR 2001/685). Een zelfde lijn is ten aanzien van een compensatievoorwaarde waarschijnlijk. Aan een vrijstelling van het ter plaatse geldende bestemmingsplan kan naar verwachting wel een compensatievoorwaarde worden gekoppeld. Conform de lijn van het SGR I is de beraadslaging en besluitvorming over compensatie ingebed in de procedure van de ruimtelijke ordening. Waar mogelijk kan ook aangehaakt worden bij een MER-traject. Door zo mogelijk een koppeling aan te brengen met bestaande processen blijft het geheel overzichtelijk. Langs deze weg kunnen doublures worden voorkomen. Overigens wordt hier benadrukt dat het SGR I, het POP II en de verordening steunen op het principe van nee, tenzij. Dit betekent derhalve dat in principe niet wordt meegewerkt aan ruimtelijke ingrepen die significant inbreuk maken op belangrijke waarden van bos, natuur en archeologie. Pagina 11 van 17

12 Behalve in het SGR I, is ook in een aantal andere Europese richtlijnen en in wetten sprake van compensatie. De uitwerking hiervan kan gekoppeld worden aan de gemeentelijke verordening, zodat zoveel mogelijk een eenduidig compensatiebeleid ontstaat dat duidelijkheid verschaft aan de initiatiefnemers. In Vogel- en Habitatgebieden is compensatie verplicht op grond van de Europese habitatrichtlijn. Deze Europese richtlijnen zijn langer dan een jaar geleden vastgesteld en tot op heden nog niet geheel verwerkt in de Nederlandse wetgeving (aanpassing Natuurbeschermingswet 1998 nog steeds niet in werking getreden). Dat betekent dat de Europese richtlijn rechtstreeks doorwerkt in provinciale en gemeentelijke plannen. Overigens is men voornemens in het wetsvoorstel tot herziening van de Natuurbeschermingswet, artikel 6 van de Habitatrichtlijn ook van toepassing te verklaren op ingrepen die invloed hebben op de in Nederland aangegeven natuurgebieden. Habitatrichtlijn artikel 6 3 e lid Voor elk plan of project dat niet direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van het gebied, maar afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor zo'n gebied, wordt een passende beoordeling gemaakt van de gevolgen voor het gebied, rekening houdend met de instandhoudingsdoelstellingen van dat gebied. Gelet op de conclusies van de beoordeling van de gevolgen voor het gebied en onder voorbehoud van het bepaalde in lid 4, geven de bevoegde nationale instanties slechts toestemming voor dat plan of project nadat zij de zekerheid hebben verkregen dat het de natuurlijke kenmerken van het betrokken gebied niet zal aantasten en nadat zij in voorkomend geval inspraakmogelijkheden hebben geboden. 4 e lid Indien een plan of project, ondanks negatieve conclusies van de beoordeling van de gevolgen voor het gebied, bij ontstentenis van alternatieve oplossingen, om dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, toch moet worden gerealiseerd, neemt de Lidstaat alle nodige compenserende maatregelen om te waarborgen dat de algehele samenhang van Natura 2000 bewaard blijft. De Lidstaat stelt de Commissie op de hoogte van de genomen compenserende maatregelen. In de Flora- en faunawet wordt gesproken over bescherming en zorgplicht. Dat betekent dat een ieder in principe zorg moet dragen voor bescherming van inheemse soorten. Bij onvermijdelijke aantasting van soorten is men genoodzaakt passende maatregelen te nemen om instandhouding van de desbetreffende soort in een bepaald gebied te handhaven. 5. Uit onderdeel 4 van deze toelichting kan opgemaakt worden dat het principe van bescherming en zorg wel wettelijk en dwingend is vastgelegd, maar nergens is met zoveel woorden uitgewerkt wat daar concreet onder wordt verstaan. Op grond van wettelijke bepalingen moet dus van geval tot geval bekeken worden of voldaan is aan de uitgangspunten van bescherming, instandhouding en geen netto-verlies. Aangezien dit een tijdrovende bezigheid is die, bij verschil van mening tot lange procedures kan leiden, is het raadzaam te kiezen voor een afspraak wat wordt verstaan onder genoemde uitgangspunten. Een vorm van vastleggen van afspraken tussen de provincie en de gemeenten is te vinden in deze compensatieverordening. Artikelsgewijs Artikel 1 Pagina 12 van 17

13 In dit artikel zijn de definities van de gebruikte termen opgenomen. Artikel 2 In deze bepaling is het principe van de compensatieverplichting neergelegd. Het eerste lid is van toepassing op ruimtelijke ingrepen met betrekking tot bos en natuur, voor zover het gaat om de gebieden genoemd in artikel 2, tweede lid. In het tweede lid is een opsomming gemaakt van gebieden die op grond van provinciale of rijksplannen zijn aangewezen als bos of natuur. Bij significante aantasting van bestaande waarden zal door Rijk of provincie in voorkomende gevallen altijd een vorm van compensatie verlangd worden. In het vierde lid wordt het beginsel van geen netto verlies als uitgangspunt verklaard. Dit beginsel moet in de artikelen 4 en verder nader worden uitgewerkt. Bij een ingreep in een bepaald gebied wordt door de volgende stappen te doorlopen inhoud gegeven aan het beginsel geen netto verlies : a. compensatie in oppervlakte conform de normen in artikel 4 en verder, in de directe omgeving van de ingreep door middel van vervangende grond die voldoende is ingericht en geschikt gemaakt; b. via vergoeding van gekapitaliseerde kosten van aanloopbeheer vanwege kwaliteitsverschil tussen bestaand en nieuw aangelegd terrein; c. als fysieke compensatie door overmacht niet of niet voldoende mogelijk is, wordt deze vervangen door financiële compensatie. Zie hiervoor artikel 7 van de verordening. Artikel 3 De Natuurbeschermingswet wordt hier genoemd omdat het compensatiebeginsel over enige tijd (wetsontwerp vastgesteld door de Eerste en Tweede Kamer, maar nog niet in werking getreden omdat de Habitatrichtlijn nog onvoldoende in de Natuurbeschermingswet is verankerd. Het aangepaste voorstel moet nogmaals vastgesteld worden) voor een aantal gebieden in deze wet geregeld zal zijn. De verordening treedt dan terug. Kern van artikel 3 is het compensatieplan, onmisbaar onderdeel van het besluitvormingproces. Van belang is dat burgemeester en wethouders nadere eisen kunnen stellen aan inhoud en procedure. In de bijlage achter deze toelichting worden de vormen van aantasting van de waarden weergegeven. In het compensatieplan dient daar op te worden ingegaan. Verder worden in de bijlage achter deze toelichting uitgangspunten geformuleerd waaraan compensatiemaatregelen dienen te voldoen. Hetgeen daar is aangegeven kunnen burgemeester en wethouders bijvoorbeeld als nadere eis stellen aan te nemen compensatiemaatregelen. Uiteraard kunnen burgemeester en wethouders naast het voorgaande andere nadere eisen stellen aan de inhoud van het compensatieplan en/of de te volgen procedure. Het vierde lid schrijft voor dat het plan bij de aanvraag wordt gevoegd. Ingevolge artikel 4:5 Awb behoeft de aanvraag pas in behandeling te worden genomen als het plan aan de gestelde vereisten voldoet. De eis van het tegelijkertijd indienen van het compensatieplan kan niet in het kader van een bouwaanvraag worden gesteld. Het Besluit indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning voorziet daar niet in en daarom is dat niet toegestaan. Pagina 13 van 17

14 Artikelen 4 en 5 Uitgangspunt is dat geen netto-verlies aan genoemde waarden resteert (artikel 2, vierde lid). Daartoe zullen maatregelen getroffen kunnen worden met het oog op inpassing, mitigatie en compensatie (artikel 2, eerste lid). De in de verordening opgenomen normen voor compensatie van bos en natuur (artikelen 4 en 5) zijn gebaseerd op het SGR I, maar gaan verder dan die welke zijn opgenomen in het SGR I. De normen voor compensatie genoemd in lid 1.a en lid 1.b van artikelen 4 en 5 sluiten aan bij die van het rijk, maar de norm voor compensatie genoemd in lid 1.c van beide artikelen wijkt af. Voor niet of moeilijk vervangbare natuur en bos stelt het rijk geen norm. Per geval zal bekeken moeten worden welke norm benodigd is (deze verordening 200%). Ons inziens schept het wel stellen van een norm meer duidelijkheid, ook al zal deze situatie zich zeer weinig voordoen omdat vernietiging van niet-vervangbare natuur te allen tijde voorkomen moet worden. Daarnaast is natuur, bos, en cultuurhistorie van groot belang voor het vestigingsklimaat van wonen, werken, recreatie en toerisme in Drenthe. Met andere woorden de economische waarde van bos en natuur in Drenthe is relatief hoog. Dat mag niet verloren gaan. Ondanks deze verschillen kunnen SGR I en verordening naast elkaar bestaan, aangezien ze elkaar aanvullen en het SGR I geen wetskracht heeft. Als de gemeente goed kan beargumenteren dat een andere norm voor berekening van kosten voor inrichting en beheer gehanteerd moet worden, is dat geen bezwaar. In principe is de initiatiefnemer van de ingreep verantwoordelijk voor de compensatie. Als de gemeente de norm lager vaststelt dan de werkelijke kosten, zullen uiteindelijk de natuur (toch netto-verlies van waarden) of de gemeenschap (resterende kosten betaald door beheerder van de natuur) opdraaien voor de gevolgen. Artikel 6 1. Het verdrag van Malta d.d. 16 januari 1992 is bedoeld voor de bescherming van het archeologische erfgoed in de bodem en de inbedding ervan in de ruimtelijke ontwikkeling. 2. Archeologische waarden zijn, uitzonderingen als hunebedden, grafheuvels, celtic fields en mottes daargelaten, doorgaans onzichtbaar omdat ze schuilgaan onder het maaiveld. De zichtbare en de onzichtbare waarden - samen ook wel het bodemarchief genoemd - hebben met elkaar gemeen dat zij niet-regenereerbaar zijn. Aantasting van archeologische waarden (voorwerpen, grondsporen en hun onderlinge relaties) betekent dus vernietiging van unieke informatiebronnen. De moderne archeologische monumentenzorg, die binnen niet al te lange tijd zijn beslag zal krijgen in een nieuwe monumentenwet, streeft dan ook naar behoud van archeologische waarden in de bodem, zodat ook latere generaties dit bodemarchief nog kunnen raadplegen. Is behoud-in-situ niet mogelijk, dan dient door wetenschappelijk onderzoek voorafgaand aan de geplande bodemverstoring de in de bodem aanwezige informatie onderzocht, vastgelegd en veiliggesteld te worden. Aantasting waaronder ook versnippering van terreinen valt komt voor compensatie in aanmerking. De initiatiefnemer dient na te gaan of en in welke mate het initiatief gevolgen heeft voor eventuele archeologische waarden in het desbetreffende gebied. De instrumenten die hiervoor ter beschikking staan zijn de Archeologische Pagina 14 van 17

15 Monumentenkaart (AMK) en de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW). De AMK geeft de bekende terreinen en hun waarde weer, de IKAW geeft de kans (laag, middelhoog en hoog) aan op de aanwezigheid van archeologische waarden in gebieden waar (nog) geen waarden zijn aangetroffen. Een groot deel van de op de AMK aangeduide terreinen is behoudeniswaardig (een aantal terreinen is zelfs wettelijk beschermd). De nog niet gewaarde terreinen op deze kaart terreinen van archeologische betekenis - dienen op kosten van de initiatiefnemer gewaardeerd te worden alvorens vastgesteld kan worden of zij al dan niet behoudeniswaardig zijn. De gebieden waarvoor de IKAW een hoge tot middelhoge verwachting uitspreekt dienen aan een verkennend onderzoek onderworpen te worden om vast te stellen of er waarden aanwezig zijn en zo ja, wat de waardering is. In het geval het om (hoge) archeologische waarden gaat, dient naar behoud gestreefd te worden. Indien behoud niet mogelijk is en de waarden als gevolg van de voorgenomen ingreep vernietigd zullen worden, dienen ze op kosten van de initiatiefnemer wetenschappelijk opgegraven te worden om de aanwezige informatie veilig te stellen. Verder kan de aanvrager een bijdrage in de kosten van conservering van gevonden artefacten worden opgelegd. Artikel 7 Uitgangspunt is dat financiële compensatie slechts plaatsvindt als fysieke compensatie niet of slechts ten dele mogelijk is. De financiële compensatie wordt in dat geval door de aanvrager in het gemeentelijk Bos- en natuurfonds gestort. Artikel 8 Het is niet de bedoeling dat de commissie van deskundigen een rechtsbeschermende rol krijgt. Vandaar de bepaling dat deze commissie alleen een rol kan spelen in het voortraject. Als burgemeester en wethouders een besluit op de aanvraag genomen hebben gelden de normale regels van bezwaar en beroep (Algemene wet bestuursrecht). De commissie wordt ingesteld door gedeputeerde staten van Drenthe, dit in overleg met de Vereniging van Drentse Gemeenten. Gedeputeerde staten dragen zorg voor een onafhankelijke samenstelling van de commissie, waarin alle benodigde deskundigheid vertegenwoordigd is. De commissie wordt eens per 4 jaar herbevestigd. De commissie kan conform bijv. de adviescommissie Beeldende kunst functioneren. 18 november 2010 Bijlage uitgangspunten bij het formuleren van compensatiemaatregelen. 1. Bij de aantasting dient zoveel als mogelijk invulling gegeven te worden aan landschappelijke inpassing en mitigatie. Deze activiteiten zijn er in belangrijke mate op gericht om de locatie, waar als gevolg van de ingrepen sprake is van negatieve effecten, te verkleinen. Dit kan gebeuren door een juiste inrichting, landschappelijke inpassing en door het nemen van specifieke maatregelen zoals bijvoorbeeld geluidsschermen, dassentunnels en wildviaducten. Pagina 15 van 17

16 2. Het bereiken van een gelijkwaardige ecologische samenhang. Als delen van de ecologische structuur worden aangetast, moeten compenserende gebieden aansluiten bij het resterende deel om eenzelfde samenhang te kunnen waarborgen. Als dit niet mogelijk is, zal kwaliteitsverbetering van het resterende gebied moeten plaatsvinden. 3. Vervanging door natuur van gelijke aard. Het doel is het compenseren naar de aard van het gebied dat verloren gaat of naar de aard van de effecten van de ingreep op de omgeving. Van belang zijn in dit verband de aanwezige zeldzame en bedreigde soorten (vergelijk de Habitatrichtlijn), het landschapstype en het natuurdoeltype. Voor bossen en ecologische verbindingszones geldt ook dat de compensatie van gelijke aard moet zijn. Bos wordt vervangen door bos en een verbindingszone door een andere verbindingszones die dezelfde waarde in hetzelfde gebied vertegenwoordigt. 4. De functionaliteit van de ecologische structuur dient in tact te blijven. Alvorens een goed voorstel voor compensatie te kunnen maken, moet bekend zijn welke functies het aan te tasten gebied vervult. Voor gebieden die voor amfibieën van belang zijn moet onderscheid gemaakt worden tussen leef- en voortplantingsgebied. Beiden moeten met elkaar in verbinding staan. Bij compensatie van een van beide gebieden, moet het te compenseren gebied aansluiting vinden bij het in tact blijvende gebied. 5. Compenserende maatregelen dienen een areaal te beslaan dat minimaal even groot is als het gebied dat door de ingreep wordt ingenomen. De omvang van het te compenseren gebied wordt bepaald door het vernietigde areaal plus het deel waarin, na mitigerende maatregelen nog negatieve effecten blijven bestaan. Voorts wordt een toeslag berekend voor kwaliteitsverlies, afhankelijk van de waarden van het aan te tasten gebied. De compensatie van het kwaliteitsverlies houdt rekening met de periode die moet worden overbrugd om van maagdelijk ingericht gebied te komen tot gerijpt gebied dat verloren is gegaan. 6. De aard en de omvang van de compensatie worden mede bepaald door de invloeden die de ingreep uitoefent op zijn omgeving en de aard van het gebied waar compensatie plaatsvindt. De invloed op de omgeving van de ingreep kan door mitigerende en inpassende maatregelen zoveel mogelijk beperkt worden. Doel hiervan is de uiteindelijke negatieve externe invloed te minimaliseren. 7. De compenserende maatregelen dienen in beginsel plaats te vinden in de (directe) omgeving van de ingreep. De locatie moet zodanig gekozen worden dat deze buiten de directe invloedssfeer van de ingreep ligt, zodat niet opnieuw aanleiding ontstaat voor compensatie. Compensatie mag ook niet plaatsvinden binnen de EHS, omdat dit in strijd is met de compensatiegedachte en leidt tot oneigenlijk gebruik van compensatiemiddelen. Compensatie binnen de EHS zou opnieuw leiden tot compensatie. Vanuit het streven naar zo groot mogelijke aaneengesloten gebieden, verdient het wel aanbeveling aan te sluiten bij de EHS. Pagina 16 van 17

17 8. Compensatie dient te passen binnen het lokaal afgewogen beleid zoals dat verwoord is in het provinciaal omgevingsplan II, natuur- en landschapsbeleidsplannen. Een belangrijk hulpmiddel bij de keuze voor compensatiegebieden zijn het POP II en de landschaps- en natuurbeleidsplannen. Het POP II en landschaps- en natuurbeleidsplan verwoorden de beleidsdoelstellingen ten aanzien van behoud, herstel en ontwikkeling van natuur en landschap binnen de gemeente en provincie. 9. Inrichting, beheer en duurzaamheid dienen gewaarborgd te zijn. Tot onderdeel van de compensatie worden ook de inrichting van terreinen gerekend die nodig is om ontwikkeling mogelijk te maken van natuurwaarden tot het kwaliteitsniveau van het gebied dat door de ingreep verloren gaat. Voorwaarde hierbij is dat zowel het voortbestaan van de compensatiegebieden als het beheer ervan, na inrichting, op een duurzame wijze gewaarborgd zijn. Dit kan gebeuren door de toekomstig beheerder al in een vroeg stadium bij de planontwikkeling te betrekken. De kosten voor het aanloopbeheer komen voor rekening van de initiatiefnemer. De duur van het aanloopbeheer is afhankelijk van het beoogde natuurdoeltype. Om duurzaamheid te garanderen is tevens van belang dat de functiewijziging van het compensatiegebied wordt doorvertaald naar bestemmingsplannen en POP. 10. Bij de realisering van compensatie moet gestreefd worden naar robuustheid in groene structuren. Compensatie mag niet leiden tot versnippering van natuur en landschap. Compensatie van grote elementen mag niet leiden tot opsplitsing in kleinere eenheden. Bundeling van meerdere compensaties kan leiden tot robuuste nieuwe gebieden. Hierbij mag niet voorbijgegaan worden aan het feit dat bij compensatie gestreefd dient te worden naar gelijke aard en functionaliteit van de compensatie. Kleinschalige landschapselementen met belangrijke verbindingsfunctie, welke vaak zeer bepalend zijn voor het landschap, mag men niet compenseren als onderdeel van een groot bosgebied. Vormen van aantasting Bij ruimtelijke ingrepen ten koste van natuur, landschap, bos en archeologie kan sprake zijn van de volgende vormen van aantasting a. vernietiging Hierbij is sprake van vernietiging van de groeiplaats en de aanwezige natuurwetenschappelijke, landschappelijke of archeologische waarden ten behoeve van andere bestemmingen b. verstoring Onder verstoring verstaan we de negatieve effecten op de omgeving door de nieuwe ontwikkelingen op de locatie van aantasting. Deze kan bestaan uit geluidsoverlast, betreding, verdroging, verontrusting en verlichting c. versnippering Versnippering treedt op als elementen uit de ecologische of landschappelijke structuur met een duidelijke voor hun omgeving belangrijke functie. Dit zijn elementen die een functie hebben in grotere natuurlijke systemen. Bij dergelijke systemen moet gedacht worden aan foerageer- en leefgebieden, stepping stones, houtwallen, natte of droge verbindingen tussen natuurgebieden en winter- en zomergebieden. Pagina 17 van 17

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

TOELICHTING. Artikelsgewijs. Artikel 1

TOELICHTING. Artikelsgewijs. Artikel 1 TOELICHTING Artikelsgewijs Artikel 1 Artikel 2 In dit artikel zijn de definities van de gebruikte termen opgenomen. Als er elders in de verordening nieuwe termen worden opgenomen, kunnen deze hier nader

Nadere informatie

Visie op Zuid-Holland. Verordening Ruimte. Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS

Visie op Zuid-Holland. Verordening Ruimte. Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS Visie op Zuid-Holland Verordening Ruimte Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS GS 21 mei 2013 ONTWERP VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING RUIMTE Provinciale Staten van

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk 318407.ehv.341.N001 3 februari 2012 RVS

Referentienummer Datum Kenmerk 318407.ehv.341.N001 3 februari 2012 RVS Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 318407.ehv.341.N001 3 februari 2012 RVS Betreft Actualisatie natuurcompensatieplan Waalre-Noord Fase 1 1 Algemeen De gemeente Waalre is voornemens woningbouw te realiseren

Nadere informatie

Wijziging Verordening ruimte ivm plan Locht 125, Veldhoven. vastgesteld

Wijziging Verordening ruimte ivm plan Locht 125, Veldhoven. vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Locht 125, Veldhoven vastgesteld Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene regels 5 Artikel 2 Wijzigingen

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

SPELREGELS EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Ministeries van LNV en VROM en de provincies

SPELREGELS EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Ministeries van LNV en VROM en de provincies SPELREGELS EHS Spelregels voor ruimtelijke ontwikkelingen in de EHS Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies Ministeries van LNV en VROM en de provincies 2 De Ecologische Hoofdstructuur, ook

Nadere informatie

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit. Gedeputeerde Staten Contact M. Molenwijk T 070-441 74 11 m.molenwijk@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Burgemeester en Wethouders van de

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Hoek ongenummerd Bergeijk

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Hoek ongenummerd Bergeijk vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Hoek ongenummerd Bergeijk Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene regels 5 Artikel

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan De Ploeg 2016 Bergeijk

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan De Ploeg 2016 Bergeijk vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan De Ploeg 2016 Bergeijk Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene regels 5 Artikel 2

Nadere informatie

Provinciaalblad 20 maart 2019 nr. 2078

Provinciaalblad 20 maart 2019 nr. 2078 Provinciaalblad 20 maart 2019 nr. 2078 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 12 maart 2019, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling natuurcompensatie Noord-Holland Gedeputeerde Staten

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel

GEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel Onderwerp : Wijziging legesverordening m.b.t. legesheffing planologische procedures Nr.: 04/3A Commissie (naam en datum) : Omgeving, 19 januari 2004 Datum raadsvergadering : 29 januari 2004 Samenvatting

Nadere informatie

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. Nr: 13-13 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 13-13; gelet op artikel 3.30 Wet ruimtelijke ordening (Wro); b e s l u i t : vast te stellen de volgende:

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 TOELICHTING INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Gewenste ontwikkeling 4 4. Milieu 4 5. Planbeschrijving 6 6.

Nadere informatie

Erfgoedverordening gemeente Houten

Erfgoedverordening gemeente Houten Erfgoedverordening gemeente Houten De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 december 2017 met nummer BWV17.0228; gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van

Nadere informatie

Bijlage 1 Wettelijk kader

Bijlage 1 Wettelijk kader Bijlage 1 Wettelijk kader Inleiding In deze bijlage worden de wettelijke kaders voor ecologische beoordelingen van ruimtelijke ingrepen en andere handelingen beschreven. In de natuurbeschermingswetgeving

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Stiphout - Molenven (sportpark en natuurpoort) Helmond

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Stiphout - Molenven (sportpark en natuurpoort) Helmond vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Stiphout - Molenven (sportpark en natuurpoort) Helmond Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening

Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening Notitie Beleid ten behoeve van Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening Gemeente Bussum Afdeling Ruimtelijke Inrichting September 2009 1 1. AANLEIDING De gemeente Bussum heeft in het jaar

Nadere informatie

VERORDENING. De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

VERORDENING. De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. Lijst agendapunten nummer: 8b Kenmerk: 11150 Afdeling: Vergunningen en Handhaving VERORDENING Datum: 9 oktober 2008 Onderwerp: Erfgoedverordening Terneuzen 2008 De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen

Nadere informatie

Wijziging Verordening ruimte ivm plan Rulstraat 5, Megen, Oss. vastgesteld

Wijziging Verordening ruimte ivm plan Rulstraat 5, Megen, Oss. vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Rulstraat 5, Megen, Oss vastgesteld Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene regels 5 Artikel 2 Wijzigingen

Nadere informatie

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Toekomstige situatie 4 4. Milieuaspecten 4 5. Planbeschrijving 4 6. Inspraak

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht Inhoudsopgave Regels Bookmark not defined. 3 Error! Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Hoofdstuk 2 Algemene regels Artikel

Nadere informatie

Aanvullende notitie. Toetsing ecologische hoofdstructuur gasthuisweg 1, Herwijnen

Aanvullende notitie. Toetsing ecologische hoofdstructuur gasthuisweg 1, Herwijnen Aanvullende notitie Toetsing ecologische hoofdstructuur gasthuisweg 1, Herwijnen Opdrachtgever: M. van Baalen Uitgevoerd door: Elsken Ecologie Edam, 04-03-2015 Colofon Tekst en fotografie: Ing. D. van

Nadere informatie

Wijziging Verordening ruimte ivm plan NNB De Paal, Eersel. vastgesteld

Wijziging Verordening ruimte ivm plan NNB De Paal, Eersel. vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan NNB De Paal, Eersel vastgesteld Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene regels 5 Artikel 2 Wijzigingen

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemeen

Hoofdstuk 1. Algemeen Erfgoedverordening gemeente Geldermalsen 2013 De raad van de gemeente Geldermalsen, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 november 2012, nummer 9, gelet op artikel

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Sportpark Zegenwerp, Sint-Michielsgestel

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Sportpark Zegenwerp, Sint-Michielsgestel vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Sportpark Zegenwerp, Sint-Michielsgestel Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene regels

Nadere informatie

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. *17it.02805* Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon heeft van 5 oktober tot en met 15 november 2017 ter inzage gelegen. Gedurende

Nadere informatie

Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting

Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting In deze bijlage zijn voorbeeld planregels met betrekking tot archeologie en cultuurhistorie opgenomen voor nieuwe bestemmingsplannen in de gemeente

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10 TOELICHTING 1. Inleiding 4 2. Bestaande situatie 4 2.1 Plangebied 4 2.2 Vigerende bestemmingsplan 4 2.3 bestaande situatie 5 3. Gewenste ontwikkeling 5 4. Milieu 5 5. Planbeschrijving 8 6. Inspraak 8 7.

Nadere informatie

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan.

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan. Aan de Gemeenteraad Raad Status 14 mei 2009 Besluitvormend Onderwerp Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan Punt no. 10 Te besluiten om 1. de voorbereiding/procedure

Nadere informatie

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam VNG 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam Kerntaken provincies Duurzame ruimtelijke ontwikkeling (o.a. waterbeheer) Milieu, energie en klimaat Vitaal platteland, natuurbeheer en ontwikkeling natuurgebieden Regionale

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries (ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries Gemeente Tynaarlo November 2011 Projectgebied Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Huidige en beoogde situatie... 5 2.1 Beschrijving van

Nadere informatie

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013 Erfgoedbeleid Ridderkerk Archeologieverordening Ridderkerk 2013 TOELICHTING OP DE ARCHEOLOGIEVERORDENING RIDDERKERK 2013 Gemeentestukken: 2013-267 TOELICHTING OP DE ARCHEOLOGIEVERORDENING RIDDERKERK 2013

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Buitengebied 2009, Grote Kerkepad 31, Veldhoven

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Buitengebied 2009, Grote Kerkepad 31, Veldhoven vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Buitengebied 2009, Grote Kerkepad 31, Veldhoven Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Fietspad Moergestel - Haghorst

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Fietspad Moergestel - Haghorst vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Fietspad Moergestel - Haghorst Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene regels 5 Artikel

Nadere informatie

Erfgoedverordening Nissewaard 2016

Erfgoedverordening Nissewaard 2016 Raadscasenr. Erfgoedverordening Nissewaard 2016 De raad van de gemeente Nissewaard; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 september 2016; gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van de Erfgoedwet,

Nadere informatie

Wijziging Verordening ruimte ivm plan Koningshof, Veldhoven. vastgesteld

Wijziging Verordening ruimte ivm plan Koningshof, Veldhoven. vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Koningshof, Veldhoven vastgesteld Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene regels 5 Artikel 2 Wijzigingen

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verantwoording Titel : Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Subtitel : Projectnummer : Referentienummer : Revisie : C1 Datum : 30-10-2012 Auteur(s) :

Nadere informatie

Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo)

Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo) Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo) Versie: vastgesteld Gemeente Landsmeer, januari 2011 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding...

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR367404_1. Coördinatieverordening gemeente Maastricht. 14 maart Officiële uitgave van Maastricht.

CVDR. Nr. CVDR367404_1. Coördinatieverordening gemeente Maastricht. 14 maart Officiële uitgave van Maastricht. CVDR Officiële uitgave van Maastricht. Nr. CVDR367404_1 14 maart 2017 Coördinatieverordening gemeente Maastricht Hoofdstuk 1 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: d. e. f. g.

Nadere informatie

-US. Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Buitengebied 2013 herziening 3 (OCG), Oosterhout İCTTT

-US. Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Buitengebied 2013 herziening 3 (OCG), Oosterhout İCTTT no 1 -US Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Buitengebied 2013 herziening 3 (OCG), Oosterhout,i.1 5 İCTTT I Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp: coördinatieverordening DE GEMEENTERAAD WORDT VOORGESTELD TE BESLUITEN OM: een coördinatieverordening vast te stellen

Raadsvoorstel. Onderwerp: coördinatieverordening DE GEMEENTERAAD WORDT VOORGESTELD TE BESLUITEN OM: een coördinatieverordening vast te stellen Raadsvoorstel Zaakkenmerk: 1024264 Raad 5 juni 2014 Documentkenmerk: 1024272 B. en W. 6 mei 2014 Behandeld door: dhr. D. Doornweerd E-mail: Dries.Doornweerd@ommen-hardenberg.nl Onderwerp: coördinatieverordening

Nadere informatie

Skuniadyk 14 te Bakhuizen

Skuniadyk 14 te Bakhuizen 28 e Ontwerp-wijzigingsplan ex artikel 3.6 lid 1 onder a Wro van het Bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Gaasterlân-Sleat Skuniadyk 14 te Bakhuizen G E M E E N T E G A A S T E R L Â N - S L E

Nadere informatie

Nota kwaliteit. Achtergrond

Nota kwaliteit. Achtergrond Nota kwaliteit Achtergrond In de structuurvisie is opgenomen dat bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen in het buitengebied alleen mogelijk zijn wanneer deze een bijdrage leveren aan kwaliteitsverbetering

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling, I. Feenstra, telefoonnummer (0521) ;

afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling, I. Feenstra, telefoonnummer (0521) ; Raadsvoorstel nr. : 2002/180 Aan de gemeenteraad. Raadsvergadering : 17 december 2002 Agendapunt : 19 Steenwijk, 3 december 2002. Onderwerp: Rijstelling bestemmingsplan Giethoorn 1994 Voorstel besluit

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K.van Viegen (PVDD) (d.d.15 januari 2013) Nummer Onderwerp Natuurcompensatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K.van Viegen (PVDD) (d.d.15 januari 2013) Nummer Onderwerp Natuurcompensatie van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K.van Viegen (PVDD) (d.d.15 januari 2013) Nummer 2768 Onderwerp Natuurcompensatie Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting Natuurcompensatie is in Nederland

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

De raad van de gemeente Grave

De raad van de gemeente Grave ** Documentnr 28070.: zaaknr.: Z/G/16/36278 De raad van de gemeente Grave gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2016. gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van de Erfgoedwet, in

Nadere informatie

Beleidsnota projectbesluit / partiële herziening bestemmingsplan. Gemeente Wijk bij Duurstede

Beleidsnota projectbesluit / partiële herziening bestemmingsplan. Gemeente Wijk bij Duurstede Beleidsnota projectbesluit / partiële herziening bestemmingsplan Gemeente Wijk bij Duurstede Status: Ontwerp Afdeling: SBP Opgesteld door: Jacco de Feijter Datum: 20 februari 2009 Inleiding Op 1 juli 2008

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan BGB Rucphen 2012, Roosendaalsebaan 40 te Schijf, Rucphen

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan BGB Rucphen 2012, Roosendaalsebaan 40 te Schijf, Rucphen vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan BGB Rucphen 2012, Roosendaalsebaan 40 te Schijf, Rucphen Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

Sector Concernbeleid, Ondersteuning en Advies. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 september 2010, kenmerk ;

Sector Concernbeleid, Ondersteuning en Advies. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 september 2010, kenmerk ; Gemeenteraad V.R. nummer: 2010/89 Sector Concernbeleid, Ondersteuning en Advies Ede, De raad van de gemeente Ede: gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 september 2010, kenmerk 636692;

Nadere informatie

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 15 december 2008 Agenda nr: Onderwerp: voorstel tot delegatie in het kader van de nieuwe Wro. Aan de gemeenteraad,

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 15 december 2008 Agenda nr: Onderwerp: voorstel tot delegatie in het kader van de nieuwe Wro. Aan de gemeenteraad, Raadsnota Raadsvergadering d.d.: 15 december 2008 Agenda nr: Onderwerp: voorstel tot delegatie in het kader van de nieuwe Wro Aan de gemeenteraad, 1. Doel, Samenvatting en Advies van het raadsvoorstel

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Turnhoutsebaan 26a t/m 32 Goirle

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Turnhoutsebaan 26a t/m 32 Goirle vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Turnhoutsebaan 26a t/m 32 Goirle Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene regels 5 Artikel

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Wijziging Verordening ruimte i.v.m. bp Broeksche Erven, Nuenen Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Bijlage(n) 3 - gelezen het verzoek van

Nadere informatie

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo) Zaaknummer: OLOGMM11-01 Collegevoorstel Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingrecht (Wabo) in werking getreden. Hiermee zijn enkele ruimtelijke instrumenten en bevoegdheden

Nadere informatie

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Ten behoeve van de stroomlijning van het vooroverleg over: - voorontwerpbestemmingsplannen

Nadere informatie

Voorstel: De "Aanwijzingsverordening voor verzuring gevoelige gebieden" in te trekken met ingang van 1 januari 2008.

Voorstel: De Aanwijzingsverordening voor verzuring gevoelige gebieden in te trekken met ingang van 1 januari 2008. Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Contactpersoon Contactpersoon Email Contactpersoon Telefoon Programmanaam en nummer : Intrekking "Aanwijzingsverordening voor verzuring gevoelige gebieden" : RVB07-0146

Nadere informatie

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND 1. INLEIDING Aanleiding De gemeente Schagen is voornemens om het bedrijventerrein Kolksluis langs de Koning Willem II-weg in t Zand

Nadere informatie

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Gemeente Heerhugowaard Officiële naam regeling Coördinatieverordening Citeertitel Coördinatieverordening gemeente Heerhugowaard Besloten

Nadere informatie

Betreft : RAADSVOORSTEL - wijzigingsverordening APV (WA- BO)

Betreft : RAADSVOORSTEL - wijzigingsverordening APV (WA- BO) Betreft : RAADSVOORSTEL - wijzigingsverordening APV (WA- BO) Datum voorstel : 30 augustus 2010 Raadsvergadering d.d. : 5 oktober 2010 Volgnummer : 2010R0044, agendanummer 8 Taakveld : VROM Portefeuillehouder

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 VOOROVERLEG OF GLOBAAL HAALBAARHEIDSONDERZOEK

HOOFDSTUK 2 VOOROVERLEG OF GLOBAAL HAALBAARHEIDSONDERZOEK HOOFDSTUK 2 VOOROVERLEG OF GLOBAAL HAALBAARHEIDSONDERZOEK 2.2.1 Vooroverleg 2.2.1.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vooroverleg wanneer het een plan betreft dat valt

Nadere informatie

Erfgoedverordening Roosendaal 2017

Erfgoedverordening Roosendaal 2017 Erfgoedverordening Roosendaal 2017 De raad van de gemeente Roosendaal; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van.; gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van de Erfgoedwet, gelezen in samenhang

Nadere informatie

Blad 2. Beoordeling verzoek

Blad 2. Beoordeling verzoek Ruimtelijke onderbouwing voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van het dempen van een kadesloot en verbreden van watergangen in de Wergeastermarpolder Door het Wetterskip Fryslân is een

Nadere informatie

Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. GEMEENTE LOPIK Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik 2010 De raad van de gemeente Lopik; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 augustus 2010; gelet op artikel 149

Nadere informatie

Registratienummer: Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek

Registratienummer: Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek Registratienummer: 2016003300 Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek Op 22 mei 2015 is namens de heer J.W. Slewe te Overveen een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor de activiteit handelen in

Nadere informatie

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Brielle Nr. 103010 19 juni 2017 Erfgoedverordening 2017 De raad van de gemeente Brielle; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 03-01-2017,

Nadere informatie

Startnotitie. Kwaliteit natuurcompensatie. 1 Inleiding. 1.1 Wet- en regelgeving natuurbehoud

Startnotitie. Kwaliteit natuurcompensatie. 1 Inleiding. 1.1 Wet- en regelgeving natuurbehoud Startnotitie Kwaliteit natuurcompensatie 1 Inleiding 1.1 Wet- en regelgeving natuurbehoud Op 17 mei 2005 en 17 januari 2006 hebben respectievelijk de Tweede en Eerste Kamer ingestemd met de Nota Ruimte.

Nadere informatie

Oude Badweg 60 Eelderwolde

Oude Badweg 60 Eelderwolde Oude Badweg 60 Eelderwolde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 Op het perceel is reeds een recreatiewoning met bijgebouwen aanwezig. De bestaande

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 002 Wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet in verband met uitbreiding van de werkingssfeer van beide wetten naar

Nadere informatie

MELDINGSFORMULIER HOOFDSTUK V LANDSCHAPSVERORDENING PROVINCIE UTRECHT 2011 (LSV), VELLEN VAN BOMEN

MELDINGSFORMULIER HOOFDSTUK V LANDSCHAPSVERORDENING PROVINCIE UTRECHT 2011 (LSV), VELLEN VAN BOMEN MELDINGSFORMULIER MELDINGSFORMULIER HOOFDSTUK V LANDSCHAPSVERORDENING PROVINCIE UTRECHT 2011 (LSV), VELLEN VAN BOMEN Melding op grond van artikel 28 Lsv van het voornemen om een houtopstand behorende tot

Nadere informatie

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Inhoud Toelichting Regels Verbeelding 19 oktober 2010 Projectnummer

Nadere informatie

Overeenkomst kwaliteitsverbetering landelijk gebied Limburg. Partijen:

Overeenkomst kwaliteitsverbetering landelijk gebied Limburg. Partijen: Overeenkomst kwaliteitsverbetering landelijk gebied Limburg Partijen: 1. De gemeente Roermond, ten dezen vertegenwoordigd door haar burgemeester de heer H.M.J.M. van Beers, de gemeente Roermond ingevolge

Nadere informatie

Vast te stellen de Regeling financiële compensatie verbetering ruimtelijke kwaliteit 2014, luidende als volgt:

Vast te stellen de Regeling financiële compensatie verbetering ruimtelijke kwaliteit 2014, luidende als volgt: Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet op artikel 2.2.1, derde lid, sub a onder iv, van de Verordening ruimte 2014 Besluiten; Vast te stellen de Regeling financiële compensatie verbetering ruimtelijke

Nadere informatie

Artikel 17 Waarde - Maastrichts Erfgoed

Artikel 17 Waarde - Maastrichts Erfgoed blad -1- Artikel 17 Waarde - Maastrichts Erfgoed 17.1 Bestemmingsomschrijving 17.1.1 Algemeen De voor 'Waarde - Maastrichts Erfgoed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en),

Nadere informatie

H o e v e r d e r m e t b e s t e m m i n g s p l a n n e n v o o r h e t l a n d e l i j k g e b i e d n a d e

H o e v e r d e r m e t b e s t e m m i n g s p l a n n e n v o o r h e t l a n d e l i j k g e b i e d n a d e H o e v e r d e r m e t b e s t e m m i n g s p l a n n e n v o o r h e t l a n d e l i j k g e b i e d n a d e u i t s p r a a k v a n d e R a a d v a n S t a t e o v e r h e t b e s t e m m i n g s p

Nadere informatie

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent samenhangende besluiten Coördinatieverordening Deurne 2019

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent samenhangende besluiten Coördinatieverordening Deurne 2019 CVDR Officiële uitgave van Deurne. Nr. CVDR623004_1 4 april 2019 Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent samenhangende besluiten Coördinatieverordening Deurne 2019 DE

Nadere informatie

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen.

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen. Onderwerp Uitspraak RvS inzake wijzigingsbesluit Duinweg 56 Collegevoorstel Zaaknummer: OLOGMM27 Inleiding Op 30 november 2010 heeft uw college besloten het wijzigingsbesluit Duinweg 56, Drunen vast te

Nadere informatie

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo) Raadsvoorstel Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingrecht (Wabo) in werking getreden. Hiermee zijn enkele ruimtelijke instrumenten en bevoegdheden anders vormgegeven. Veel procedures

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 23 november 2010, Nr. SO/2010/482366;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 23 november 2010, Nr. SO/2010/482366; CVDR Officiële uitgave van Dordrecht. Nr. CVDR75288_1 23 februari 2016 Erfgoedverordening Dordrecht De RAAD van de gemeente Dordrecht; gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

Verordening speelautomatenhallen Terneuzen 2011

Verordening speelautomatenhallen Terneuzen 2011 Lijst agendapunten nummer: Kenmerk: 32128 Afdeling: Bestuur en Faciliteiten VERORDENING 17c Datum: 27 januari 2011 Onderwerp: Verordening speelautomatenhallen Terneuzen 2011 De raad van de gemeente Terneuzen;

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Buitengebied Landgoederenzone Bredaseweg 546, Tilburg

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Buitengebied Landgoederenzone Bredaseweg 546, Tilburg vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Buitengebied Landgoederenzone Bredaseweg 546, Tilburg Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

onderwerp Regeling financiële compensatie ruimte voor ruimte en lintbebouwing 201 1

onderwerp Regeling financiële compensatie ruimte voor ruimte en lintbebouwing 201 1 provincie Lr--,.-.- > ZUID HOLLAND Voordracht aan Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten Vergadering Februari 201 1 Nummer 6321 onderwerp Regeling financiële compensatie ruimte voor ruimte en lintbebouwing

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Uitvaartcentrum Gestelseweg 14 Meierijstad

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Uitvaartcentrum Gestelseweg 14 Meierijstad vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Uitvaartcentrum Gestelseweg 14 Meierijstad Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene regels

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Sportpark Almbos Woudrichem Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Bijlage(n) 1 Gelet op artikel 5.3

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Breda Nr. 25478 4 februari 2019 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda Bekendmaking Burgemeester

Nadere informatie

Verordening schade-advisering ruimtelijke ordening Flevoland

Verordening schade-advisering ruimtelijke ordening Flevoland Verordening schade-advisering ruimtelijke ordening Flevoland Artikel 1: Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder : aanvraag : adviseur: commissie: Besluit: deskundige belanghebbende:

Nadere informatie

AANVULLENDE OVEREENKOMST 155 WINDPARK OUD DINTEL. Aanvulling bij de locatieontwikkelingsovereenkomst 155 Windpark Oud Dintel d.d.

AANVULLENDE OVEREENKOMST 155 WINDPARK OUD DINTEL. Aanvulling bij de locatieontwikkelingsovereenkomst 155 Windpark Oud Dintel d.d. AANVULLENDE OVEREENKOMST 155 WINDPARK OUD DINTEL Aanvulling bij de locatieontwikkelingsovereenkomst 155 Windpark Oud Dintel d.d. 24 juni 2010 De ondergetekenden: 1. De besloten vennootschap met beperkte

Nadere informatie

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Uitvoering van de Integrale Visie Erfgoed

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Uitvoering van de Integrale Visie Erfgoed gemeente Eindhoven Raadsnummer 13R5269 Inboeknummer 13bst00467 Beslisdatum B&W 15 januari 2013 Dossiernummer 13.02.451 RaadsvoorstelWijziging Erfgoedverordening Inleiding Op 10 april jl. heeft de Raad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 654 Voorstel van wet tot wijziging van de Wet ammoniak en veehouderij Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

VERORDENING SPEELAUTOMATENHALLEN GOOISE MEREN 2016

VERORDENING SPEELAUTOMATENHALLEN GOOISE MEREN 2016 VERORDENING SPEELAUTOMATENHALLEN GOOISE MEREN 2016 De raad van de gemeente Gooise Meren; gelezen het voorstel van 4 januari 2016, nr. RV16.007 gelet op het bepaalde in titel Va van de Wet op de kansspelen,

Nadere informatie

Wijzigingsverordening model-algemene Plaatselijke Verordening

Wijzigingsverordening model-algemene Plaatselijke Verordening Nr. 2010-046 De Raad van de gemeente Houten heeft het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 september 2010, nr. BWV10.0433 gelezen en besluit, gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel

Nadere informatie

Verordening Wet Kinderopvang Gemeente Echt-Susteren 2006

Verordening Wet Kinderopvang Gemeente Echt-Susteren 2006 CVDR Officiële uitgave van Echt-Susteren. Nr. CVDR73749_1 25 november 2015 Verordening Wet Kinderopvang Gemeente Echt-Susteren 2006 De raad van de gemeente Echt-Susteren, gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie