Kwartaalrapportage Vermogensbeheer. Stichting Pensioenfonds Productschappen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kwartaalrapportage Vermogensbeheer. Stichting Pensioenfonds Productschappen"

Transcriptie

1 Kwartaalrapportage Vermogensbeheer Stichting Pensioenfonds Productschappen 2012

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Management samenvatting 3 1 Kerncijfers Dekkingsgraad Rendement Vermogen Wegingen portefeuille 9 2 Toelichting risico s Balansrisico Renterisico Inflatierisico Valutarisico Kredietrisico Concentratierisico Illiquiditeitsrisico Liquiditeitsprognose Tegenpartijrisico 20 3 Rendementen en vermogens posities Performance overzicht Performance attributie Beheervergoeding Vermogensposities 27 4 Toelichting vermogensbeheer Marktvisie Maatschappelijk verantwoord beleggen 30 5 Toelichting beleggingscategorieën MN Services Euro Investment Grade Credit Fund Bank Loans Stichting Mn Services Europees High Yield Fonds Stichting Mn Services US High Yield Fonds Stichting Mn Services Obligatiefonds Emerging Markets Stichting Mn Services Aandelenfonds Noord Amerika Stichting Mn Services Aandelenfonds Europa I Stichting Mn Services Aandelenfonds Verre Oosten 49 Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

3 5.9 Stichting Mn Services Aandelenfonds Emerging Markets Private Equity Direct Onroerend Goed Nederland Onroerend Goed Direct Noord Amerika Onroerend Goed Direct Asia Pacific Commodities Stichting Mn Services Hedgefunds Fonds Microfinance 57 Bijlage 1: Standaard Risico Model 58 Bijlage 2: Grondslagen waardering en resultaten 61 Bijlage 3: Verklarende woordenlijst 63 Bijlage 4: Stijlen Hedge Funds 66 Bijlage 5: Stijlen Private Equity 68 Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

4 Management samenvatting Ontwikkeling van de financiële positie Per 30 september 2012 heeft DNB de methodiek met betrekking tot de rentecurve gewijzigd van de actuele rente welke over drie maanden gemiddeld werd naar de rente op basis van de UFR methode, waarbij de middeling over drie maanden gehandhaafd is. Door de overstap van driemaands gemiddelde rente naar UFR is de rentemutatie over het afgelopen kwartaal relatief hoog. De stijging van de dekkingsgraad in het derde kwartaal wordt deels verklaard door de invoering van de UFR en deels door het positieve beleggingsrendement. Zie ook paragraaf 1.1. Kerncijfers 30 Sep Juni 2012 Mutatie Beleggingen (incl. Balansposten) Pensioenvoorzieningen (obv DNB rente) Dekkingsgraad (DNB rente) 116.4% 110.6% 5.8% punt IRR (DNB rente) 2.37% 2.24% 0.13% punt IRR (feitelijke rente) 2.25% 2.24% 0.01% punt In de bovengemelde dekkingsgraad is nog geen rekening gehouden met een verdere aanpassing van de sterftetafels. Rekening houdend met 1% toevoeging voor de sterftetafels, komt de dekkingsgraad uit op circa 115.3%. Risico Het balansrisico is in het derde kwartaal licht gestegen. De rente afdekking is licht gestegen, omdat de matching portefeuille een beter rendement behaalde dan de pensioenverplichtingen (afgezet tegen de actuele rente). De Duitse en Nederlandse obligaties beter presteerde dan de euroswap rente. Zie ook paragraaf 2.1 en 2.2. Risico (o.b.v. actuele rente) 30 sep 2012 Mutatie t.o.v. Q2 Norm Conform beleid Balansrisico 9.0% 0.1% punt 6% 10% Rente afdekking 63.5% 2.6% punt 60% 70% Voor de bepaling van het balansrisico en de rente afdekking wordt de feitelijke rente gebruikt. De kaders zoals die zijn aangegeven in het beleggingsplan zijn bepaald aan de hand van de feitelijke rente. Deze kengetallen kunnen echter ook bepaald worden aan de hand van de UFR. Omdat de waarde van de verplichtingen op basis van de UFR lager uitkomt is de rente afdekking hoger en het balansrisico lager. In onderstaande tabel staan de kengetallen weergegeven op basis van de UFR. Risico (o.b.v. UFR) 30 sep 2012 Balansrisico 7.9% Rente afdekking 73.5% Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

5 Rendement Per saldo behaalde het fonds in het derde kwartaal een positief rendement van 3.47%. Zowel de matching als de returnportefeuille presteerden positief. De beleggingscategorie Grondstoffen was de uitschieter met een rendement van boven de 10%, maar ook aandelen en hoogrentende obligaties stegen behoorlijk. Ondanks het voortdurende onzekere economische klimaat waren beleggers bereid meer risico te nemen, gedreven door een toegenomen vertrouwen in de euro. Zie ook paragraaf 1.2. Rendement Q (ytd) Pensioenverplichtingen* 1.57% 7.80% Beleggingen 3.42% 8.36% *) de waarde en het rendement van de pensioenverplichtingen zijn bepaald op basis van de DNB rente. Positionering Portefeuille In het afgelopen kwartaal hebben er, afgezien van de enkele kleine mutaties in verband met het doorrollen van de valuta afdekking, geen significante wijzigingen in de portefeuille plaatsgevonden. Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

6 1 Kerncijfers 1.1 Dekkingsgraad Balanspositie met Nominale pensioenverplichtingen op basis van DNB rentecurve*: Bedragen in mln EUR Beleggingen Overige balansposten Surplus Nominale Dekkingsgraad Vereiste Dekkingsgraad Ultimo % 111.2% Ultimo kwartaal % 110.8% Ultimo kwartaal % 110.9% Ultimo kwartaal % 110.7% *De dekkingsgraad ultimo derde kwartaal 2012 is gebaseerd op de nieuw gepubliceerde DNB rentecurve op UFR basis. Balanspositie met Nominale pensioenverplichtingen op basis van actuele rentecurve: Bedragen in mln EUR Beleggingen Overige balansposten Pensioenverplichtingen Pensioenverplichtingen Surplus Nominale Dekkingsgraad Vereiste Dekkingsgraad Ultimo % 111.7% Ultimo % 111.2% Ultimo kwartaal % 110.8% Ultimo kwartaal % 110.9% Ultimo kwartaal % 110.7% De dekkingsgraad is vastgesteld op basis van de meest recente informatie zoals aangeleverd door de PBO dienstverlening. In de bovengemelde dekkingsgraad is nog geen rekening gehouden met een verdere aanpassing van de sterftetafels. Rekening houdend met 1% toevoeging voor de sterftetafels, komt de dekkingsgraad uit op circa 115.3%. Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

7 In de volgende figuren wordt de ontwikkeling van de nominale dekkingsgraad nader beschouwd. Figuur 1.1: ontwikkeling van de dekkingsgraad uitgesplitst naar diverse componenten Bovenstaande tabel laat zien dat zowel de beleggingen (2.0% voor de Matchingportefeuille en 1.9% punt voor de Returnportefeuille) als de invoering van de UFR (2.7% punt) in het derde kwartaal hebben bijgedragen aan de stijging van de dekkingsgraad. Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

8 140% 135% 130% 125% 120% 115% 2.7%* 110% 105% 100% 95% 90% Feitelijke DGR Negatief scenario Positief scenario Minimaal vereiste dekkingsgraad Dekkingsgraad op niet gemiddelde RTS Dekkingsgraad op UFR * Effect van overgang naar Dekkingsgraad op UFR basis Figuur 1.2: vergelijking trendmatige ontwikkeling dekkingsgraad met feitelijke ontwikkeling en jaarprognose ontwikkeling dekkingsgraad Op basis van risicoberekeningen kan een interval berekend worden waarbinnen zich de nominale dekkingsgraad het komende jaar naar verwachting bevindt. De spreiding tussen de maximum en de minimum dekkingsgraad wordt kleiner naarmate het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille dichter bij de verplichtingen ligt. De risicoberekening is gebaseerd op een 95% betrouwbaarheidsinterval. Dat wil zeggen dat er een statistische kans van 2.5% bestaat, dat de feitelijke ontwikkeling van de dekkingsgraad onder de weergegeven bandbreedte uitkomt en een kans van 2.5% dat de feitelijke ontwikkeling beter is dan de bovenkant van de bandbreedte. Ter indicatie wordt in onderstaande tabel de ontwikkeling van de reële dekkingsgraad weergegeven. Een reële dekkingsgraad van 100% betekent dat het aanwezige vermogen voldoende is ter dekking van de nominale pensioenverplichtingen inclusief de verwachte inflatie. Balanspositie met Reële pensioenverplichtingen op basis van DNB rentecurve*: Bedragen in mln EUR Beleggingen Overige Balansposten Reële Pensioenverplichtingen Surplus Reële Dekkingsgraad o.b.v. 100% inflatie Ultimo % Ultimo kwartaal % Ultimo kwartaal % Ultimo kwartaal % *De dekkingsgraad ultimo derde kwartaal 2012 is gebaseerd op de nieuw gepubliceerde DNB rentecurve op UFR basis. Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

9 Balanspositie met Reële pensioenverplichtingen op basis van actuele rentecurve: Bedragen in mln EUR Beleggingen Overige Balansposten Reële Pensioenverplichtingen Surplus Reële Dekkingsgraad o.b.v. 100% inflatie Ultimo % Ultimo % Ultimo kwartaal % Ultimo kwartaal % Ultimo kwartaal % De reële pensioenverplichtingen zijn vastgesteld uitgaande van een scenario waarin alle thans opgebouwde rechten naar de toekomst jaarlijks worden verhoogd met de huidige inflatieverwachting. De gehanteerde inflatieverwachting is gelijk aan de Europese prijsinflatie Harmonised Index of Consumer Prices excluding Tobacco, welke door de markt is ingeprijsd in de waarde van de inflatieswaps. 1.2 Rendement Onderstaande tabel geeft het rendement van de beleggingsportefeuille weer. Ter vergelijking is ook het rendement van de voorziening pensioenverplichtingen opgenomen. Het rendement op de voorziening pensioenverplichtingen bestaat uit de bijschrijving van rente (oprenting) en het effect van de renteverandering op de voorziening pensioenverplichtingen. Derde kwartaal Jaar 2012 Rendement Feitelijk Benchmark Verschil Feitelijk Benchmark Verschil Voorziening pensioenverplichtingen DNB RTS 1.57% 7.80% Actuele RTS 0.44% 6.76% Totaal Rendement portefeuille 3.42% 3.39% 0.03% 8.36% 8.43% 0.06% Matching Portefeuille 3.04% 3.02% 0.03% 7.86% 7.81% 0.05% Return Portefeuille 4.07% 3.90% 0.17% 9.81% 9.43% 0.38% Hoofdstuk 3 Rendementen en vermogensposities gaat nader in op de rendementen per beleggingscategorie. Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

10 1.3 Vermogen Onderstaande tabel geeft de rendementsmutaties (RM) en de stortingen en onttrekkingen (S&O) in het afgelopen kwartaal en vanaf begin van het jaar weer. De stortingen en onttrekkingen op het niveau van beleggingscategorieën betreffen feitelijk de netto aan en verkopen binnen de verschillende beleggingscategorieën. De stortingen en onttrekkingen op totaal portefeuille niveau betreffen het saldo van de in en uitstroom van gelden van/naar de pensioenadministrateur. Vermogen in mln EUR Voorziening pensioenverplichtingen Derde kwartaal Jaar 2012 Primo kwartaal RM S&O Ultimo kwartaal Primo jaar RM S&O Ultimo kwartaal DNB RTS Actuele RTS Totale Portefeuille Matching Portefeuille Return Portefeuille Wegingen portefeuille In het Beleggingsplan 2012 zijn de afspraken vastgelegd met betrekking tot de verdeling over de verschillende beleggingscategorieën, de actuele norm. Onderstaande tabel zet deze actuele norm af tegen de feitelijke verdeling over de beleggingscategorieën. Categorie Actuele norm Feitelijke weging Totale Portefeuille 100.0% 100.0% Matching Portefeuille 57.7% 56.9% Return Portefeuille 42.3% 43.1% Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

11 2 Toelichting risico s 2.1 Balansrisico Een maatstaf voor de mate waarin het gevoerde beleid aansluit op het gewenste risicorendementprofiel van het fonds is het balansrisico. Dit is een maatstaf die de verwachte beweeglijkheid van de waarde van de beleggingen ten opzichte van de waarde van de (nominale) voorziening pensioenverplichtingen meet. Balansrisico Feitelijk Nagestreefd Bandbreedte Ultimo kwartaal 9.0% 6.0% 10.0% n.v.t. 12% 10% Zone doelstelling Totale portefeuille Returnportefeuille Matchingportefeuille 9.1% 9.3% 9.4% 9.0% 9.0% 8.5% 9.0% 8.9% 8.9% 9.0% 8% 2.3% 2.0% 1.8% 1.6% 1.6% 1.7% 1.6% 1.6% 1.6% 1.6% 6% 4% 9.3% 6.7% 7.3% 7.5% 7.4% 7.4% 6.9% 7.4% 7.3% 7.3% 7.5% 2% 0% Figuur 2.1: ontwikkeling maatstaf balansrisico In de figuur is weergegeven welke bijdrage aan het balansrisico voortkomt uit de Return Portefeuille en de Matching Portefeuille. Het risico dat voortkomt uit de Matching Portefeuille is het gevolg van de mismatch tussen de beleggingen in deze portefeuille en de ontwikkeling van de waarde van de verplichtingen, welke gevoelig is voor veranderingen in de swaprente. De mismatch ontstaat voornamelijk door verschillen in waardeontwikkeling tussen staatsobligaties en de swaprentecurve en de ontwikkeling van de creditspreads op bedrijfsobligaties ten opzichte van de swaprentecurve. Het balansrisico dat voortkomt uit de Return Portefeuille betreft het risico op de zakelijke waarden beleggingen in relatie tot de beweeglijkheid van de pensioenverplichtingen door renteveranderingen. Het feitelijke balansrisico kan boven het beoogde balansrisico uitkomen, zoals gehanteerd als uitgangspunt in het beleggingsplan. De oorzaak kan liggen in een bewuste afwijking ten opzichte van het beleid in het beleggingsplan: indien er meer risico wordt genomen versus de verplichtingen en dus een hoger balansrisico wordt gerealiseerd. Een andere oorzaak kan zijn dat de markten dusdanig volatiel zijn dat het feitelijke balansrisico hoger ligt dan het beoogde balansrisico uit het beleggingsplan, terwijl het beleid wel in lijn is met het beleggingsplan. Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

12 In de volgende figuren is zichtbaar gemaakt door welke oorzaken de verandering van het balansrisico verklaard kan worden. Figuur 2.2: ontwikkeling balansrisico De attributieanalyse in de figuur geeft inzicht in de ontwikkeling van het balansrisico en is uitgesplitst naar de volgende onderdelen: - Portefeuille samenstelling: verschuiving in de portefeuille door marktbewegingen en aanen verkopen. - Volatiliteit: verandering in de beweeglijkheid (volatiliteit) van de beleggingen. - Correlaties: verandering in de onderlinge samenhang (correlaties) van de beleggingen. - Verplichtingen: veranderingen in het renteniveau en rentegevoeligheid van de pensioenverplichtingen waaraan het balansrisico wordt afgemeten. Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

13 In figuur 2.3 is een risicodecompositie weergegeven. Hierin wordt de bijdrage van de individuele beleggingscategorieën aan het balansrisico getoond. Een zeer groot deel van het risico wordt gevormd door de aandelen portefeuille. 12.0% 10.0% Matching PF Risico decompositie 9.0% Return PF Risico allocatie 17.2% 82.8% Marginal Tracking Error 8.0% 6.0% 4.0% 2.0% 0.0% 0.0% 1.6% 1.3% 0.5% 0.7% 7.5% 0.9% 0.3% 0.4% 1.1% 0.3% 1.2% 0.6% 0.2% 0.8% 0.7% 1.6% 1.6% 1.3% 2.0% Nominaal 0.3% Credits 1.3% Matching 1.6% Aandelen 2.8% High yield 2.2% Altern. 1.8% Vastgoed 0.7% Totaal 9.0% Cash EM Bank L. Com. Return VO EMD Bonds Credits Matching P.E. Vastgoed VS EU HY Swaps Europa US HY H.F. Matching Figuur 2.3: Decompositie balansrisico 2.2 Renterisico Het renterisico is het risico dat veranderingen in de marktrente leiden tot veranderingen in de waarde van de vastrentende portefeuille en van de pensioenverplichtingen. In onderstaande tabel is de feitelijke rente afdekking afgezet tegen de nominale renteafdekking volgens de norm van het Beleggingsplan. Voor de berekening van de feitelijke renteafdekking is uitgegaan van de beleggingen die onderdeel uitmaken van de Matching portefeuille exclusief liquiditeiten. Rente afdekking Feitelijk (ex ante) Beleggingsplan Bandbreedte Nominaal in % van de pensioenverplichtingen 63,0% 65.0% 60% 70% Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

14 In onderstaande grafiek is de positionering van de renteafdekking op de verschillende looptijden inzichtelijk gemaakt. Hierbij is de waardeverandering getoond uitgaande van een renteverandering van 1 basispunt (1bp), van zowel de nominale verplichtingen als de Matching portefeuille. Figuur 2.4: afdekking van de pensioenverplichtingen totaal (links) en verdeeld over looptijdsegmenten (rechts) De rentegevoeligheid kan worden gemeten door middel van de duration. De duration is een maat voor de gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren van de kasstromen. Als de duration van de beleggingen lager is dan de duration van de pensioenverplichtingen, betekent dit dat de pensioenverplichtingen gevoeliger zijn voor renteveranderingen dan de beleggingen. Duration (jaar) Duratiebijdrage vastrentende waarden 6.4 Duratiebijdrage rentederivaten 2.4 Rentegevoeligheid beleggingen 8.9 Rentegevoeligheid pensioenverplichtingen 15.4 Een andere manier om dit verschil in rentegevoeligheid zichtbaar te maken is door de invloed te meten die een renteschok van 100 basispunten of 1% heeft op de dekkingsgraad. Ervan uitgaande dat de overige beleggingen en balansposten niet in waarde veranderen, geeft dit de hierna volgende resultaten. De beleggingen in hoogrentende obligaties zijn overigens niet meegenomen in deze berekening vanwege het feit dat deze (dollar)beleggingen geen eenduidige correlatie hebben met de euro renteontwikkeling. Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

15 Bedragen in mln EUR Exclusief renteschok 1% stijging 1% daling Matching Portefeuille (excl Liquiditeiten) Overige beleggingen Overige balansposten Pensioenvermogen Pensioenverplichtingen Dekkingsgraad 116.4% 123.9% 108.7% Verandering in dekkingsgraad 7.5% 7.7% Uit onderstaande figuur blijkt dat ten opzichte van 30 juni 2012 de rentecurve steiler is geworden. De kortere rente is gedaald, terwijl de lange rente juist iets is gestegen. Bij de rentecurve van de DNB is de UFR methodiek duidelijk zichtbaar. Boven de twintig jaar loopt de rente duidelijk op. 4.5% 4.0% 3.5% 3.0% 2.5% 2.0% 1.5% 1.0% 0.5% 30 juni juni 3-maands gemidd. RTS 30 september sept DNB rentecurve op UFR basis 0.0% Looptijd > Figuur 2.5: ontwikkeling rentetermijnstructuur In onderstaande figuur is de gemiddelde nominale rentevoet (IRR) van het fonds weergegeven waartegen de pensioenverplichtingen worden verdisconteerd. Als de gemiddelde rentevoet daalt, stijgt de waarde van de pensioenverplichtingen en omgekeerd. Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

16 4.0% 3.5% 3.45% 3.0% 2.73% 2.5% 2.0% 2.55% 2.53% 2.50% 2.24% 2.24% 2.37% 2.25% 1.5% 1.0% 0.5% 0.0% Dec 2010 Dec 2011 IRR IRR (gemiddelde RTS/UFR) Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec 2012 Figuur 2.6: ontwikkeling gemiddelde interne nominale rentevoet van de pensioenverplichtingen 2.3 Inflatierisico Inflatie vormt een risico voor pensioenfondsen die immers veelal de ambitie hebben om pensioentoezeggingen te indexeren. De ontwikkeling van de inflatietermijnstructuur werkt op twee manieren door in de balans van een pensioenfonds. Aan de ene kant beïnvloedt de ontwikkeling van de inflatieverwachting de waarde van de reële verplichtingen. Maar ook de waardeontwikkeling van de beleggingen in inflatiegerelateerde producten, zoals (inflatie)obligaties en inflatieswaps, is afhankelijk van de ontwikkeling van de inflatieverwachting. 3.0% 2.5% 2.0% 1.5% 1.0% 0.5% 30 juni september % Looptijd > Figuur 2.7: inflatietermijnstructuur Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

17 2.5% 2.0% 1.5% 1.23% 1.0% 0.5% 0.0% -0.5% Dec % Dec % 0.20% 0.16% 0.14% 0.10% 0.13% -0.03% Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec 2012 IRR Reëel IRR Reëel (gemiddelde RTS) Figuur 2.8: ontwikkeling gemiddelde interne reële rentevoet 2.4 Valutarisico Valutarisico is het risico dat de waarde van beleggingen verandert als gevolg van veranderingen in valutakoersen. De kolom Totale positie in valuta in de tabel geeft aan welk percentage van de totale portefeuille is belegd in de desbetreffende valuta. In de kolom Beoogde Afdekking conform beleid staat welk percentage afgedekt moet worden volgens het Beleggingsplan. Dit hoeft niet per se de totale positie te zijn. Afgesproken kan bijvoorbeeld zijn om het valutarisico van bepaalde (illiquide) beleggingen niet af te dekken. De feitelijke omvang van de valutaafdekking staat in de kolom Omvang afdekking. De laatste twee kolommen geven het verschil aan tussen de twee laatstgenoemde percentages en de bandbreedte waarbinnen dit verschil moet liggen. Valuta Totale positie in valuta Beoogde Afdekking conform beleid Omvang afdekking Afwijking Bandbreedte (+/ ) Amerikaanse dollar (USD) 22.9% 11.5% 11.8% 0.3% 1.0% Britse pond (GBP) 0.9% 0.9% 1.0% 0.1% 0.2% Japanse yen (JPY) 0.6% 0.6% 0.6% 0.0% 0.1% Overig 8.3% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% Vanaf 1 januari 2012 is het beleid om 50% van de USD beleggingen af te dekken. Deze keuze is gedreven vanuit risicomanagement oogpunt. In tijden van crisis toont de Amerikaanse dollar haar currency of the World status. Bij een sterke verzwakking van de euro kan er een grote liquiditeitsbehoefte ontstaan, die in een eurocrisis potentieel samenvalt met verliezen op andere beleggingen. De overige valuta zijn met name opgebouwd uit Europese beleggingen (met name Zwitserse frank), en uit Opkomende landen van zowel aandelen als obligaties. Bij deze valuta moet dan met name gedacht worden aan: Turkse lira, Braziliaanse reaal, Zuid Afrikaanse rand, Koreaanse won, Chinese renminbi en Mexicaanse peso. In totaal zijn circa 30 vreemde valuta vertegenwoordigd in de portefeuille. Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

18 Onderstaande figuren tonen de ontwikkeling van de euro ten opzichte van de valuta die, conform het Beleggingsplan moeten worden afgedekt EUR/USD sep-11 okt-11 nov-11 dec-11 jan-12 feb-12 mrt-12 apr-12 mei-12 jun-12 jul-12 aug-12 sep EUR/GBP sep-11 okt-11 nov-11 dec-11 jan-12 feb-12 mrt-12 apr-12 mei-12 jun-12 jul-12 aug-12 sep EUR/JPY sep-11 okt-11 nov-11 dec-11 jan-12 feb-12 mrt-12 apr-12 mei-12 jun-12 jul-12 aug-12 sep-12 Figuur 2.9: wisselkoersontwikkeling afgedekte valuta 2.5 Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het pensioenfonds (potentiële) vorderingen heeft. Dit betreft voornamelijk beleggingen in obligaties, in derivaten en in geldmarktproducten. Het kredietrisico wordt beperkt door spreiding van de vastrentende waarden naar regio, de creditrating van de tegenpartijen en de sector. Het nemen van kredietrisico levert extra rendement op ten opzichte van staatsobligaties. De creditspread is een maatstaf voor kredietrisico en drukt de opslag uit die de markt vraagt boven de risicovrije rente. Hoe hoger deze opslag, hoe hoger de markt het kredietrisico op een partij beoordeelt en hoe hoger de vergoeding (de spread) is die beleggers willen ontvangen voor het nemen van dit kredietrisico. De duration geeft de koersgevoeligheid weer van vastrentende waarden bij veranderingen in de creditspread. Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

19 Categorie Waarde in mln EUR Duration Creditspread Langlopende Staatsobligaties % Investment Grade Bedrijfsobligaties % Hoogrentende Waarden Opkomende landen % Hoogrentende Waarden Verenigde Staten % Bank Loans % Hoogrentende Waarden Europe % NB Uitstaande derivatenposities en liquide middelen zijn in deze tabel buiten beschouwing gelaten. Paragraaf 2.9 Tegenpartijrisico gaat nader in op deze posities. In de volgende tabel staat de verdeling over de verschillende ratingklassen van de posities in de portefeuilles vastrentende en hoogrentende waarden. Elke regel telt op tot 100% en geeft daarmee de procentuele verdeling weer binnen die betreffende deelportefeuille. AAA AA A BBB BB B CCC en lager Geen rating Cash binnen portefeuille Totaal 57% 5% 10% 12% 6% 9% 1% 0% 0% Matching portefeuille Langlopende Obligaties 100% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% Investment Grade Corporate Bonds 4% 15% 45% 37% 0% 0% 0% 0% 1% Returnportefeuille Hoogrentend Hoogrentend Bedrijfsobligaties Europa Hoogrentend Bedrijfsobligaties Verenigde Staten 0% 0% 0% 0% 22% 50% 13% 1% 14% 0% 0% 0% 2% 35% 55% 4% 1% 3% Hoogrentend Opkomende markten 0% 3% 12% 49% 25% 13% 3% 1% 2% Bank Loans 0% 0% 0% 0% 2% 92% 6% 0% 0% Liquiditeiten 62% 33% 5% 0% 0% 0% 0% 0% 0% De hierna volgende grafiek geeft een beeld van de spreadontwikkeling van de verschillende beleggingscategorieën. Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

20 21% 18% 15% 12% Hoogrentende waarden Europa Hoogrentende waarden US Emerging Market Debt - in lokale valuta Emerging Market Debt - in US Dollar 9% 6% 3% 0% sep-06 mrt-07 sep-07 mrt-08 sep-08 mrt-09 sep-09 mrt-10 sep-10 mrt-11 sep-11 mrt-12 sep-12 Figuur 2.10: ontwikkeling creditspread vastrentende waarden 2.6 Concentratierisico Concentratierisico is het risico dat een te groot deel van het vermogen bij één debiteur geconcentreerd blijkt te zijn. Mocht deze debiteur failliet gaan, dan zijn de gevolgen aanzienlijk groter dan wanneer het vermogen meer gespreid belegd is. In onderstaande tabel zijn de tien grootste posities in de vastrentende waarden en liquiditeitenportefeuilles per ultimo kwartaal opgenomen. Vastrentende posities incl. liquiditeiten Marktwaarde in mln EUR % van totaal vermogen 1. Duitse overheid % 2. Nederlandse overheid % 3. Finse overheid % 4. Rabobank Nederland NV % 5. Turkse overheid % 6. HSBC Bank PLC % 7. Braziliaanse overheid % 8. Russische overheid % 9. Mexicaanse overheid % 10. European Financial Stability Facility % De exposure van derivaten en deposito's zijn opgenomen in paragraaf 2.9 Tegenpartijrisico. 2.7 Illiquiditeitsrisico Het illiquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. De tabel geeft de omvang van de illiquide beleggingen weer (inclusief liquiditeiten binnen deze categorieën) als onderdeel van de totale beleggingen. Categorie Marktwaarde in mln EUR % van totaal vermogen Private Equity % Direct Onroerend Goed % Totaal illiquide posities % Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

21 2.8 Liquiditeitsprognose Onderstaande tabel geeft weer hoeveel liquide middelen er aan het einde van het kwartaal beschikbaar zijn. De liquide middelen bestaan uit de daadwerkelijke liquide middelen in de portefeuille (bijvoorbeeld cash, deposito s, liquiditeitenfondsen) en cash uit hoofde van onderpand (collateral) bij derivatenposities (rente, valuta en eventueel inflatieafdekking). Als benadering is de werkelijke waarde van de derivatenpositie gehanteerd. Deze kan afwijken van de cash die verbonden is met de onderpandposities (zie ook paragraaf 2.9 Tegenpartijrisico ). Ultimo kwartaal Waarde in mln EUR Liquide Middelen 9.2 Rente Afdekking 11.9 Totaal beschikbare middelen 21.1 Mogelijke liquiditeitsbehoefte uit onderpandverplichtingen op rente, inflatie en valutaderivaten onder normale omstandigheden 11.2 onder een stress scenario 22.4 Tevens zijn van invloed op de liquiditeitspositie de mogelijke opvraging van aangegane verplichtingen (bijvoorbeeld in het geval van private equity), het gebruik van vreemd vermogen in de portefeuille, het verwachte saldo van de premie inkomsten en de pensioenuitkeringen. Het is mogelijk dat binnen verschillende beleggingsproducten liquiditeiten worden aangehouden (het product commodities van MN bijvoorbeeld combineert derivaten met liquiditeiten als financiering). In dat geval worden die liquiditeiten beschouwd als toegewezen aan betreffend beleggingsproduct en worden zij niet meegenomen in bovenstaand overzicht. De liquiditeitsbehoefte kan onder normale omstandigheden, of in een stress scenario, hoger zijn dan de stand van de liquide middelen. In dat geval kan het noodzakelijk zijn om (liquide) beleggingen te liquideren om aan de onderpandverplichtingen te voldoen. Om de liquiditeitsbehoefte onder normale omstandigheden vast te stellen, wordt gerekend met een rentebeweging van 0,7%, een 10% zwakkere euro en een correlatie van 0,1. Een stijgende rente zorgt ervoor dat de rente en inflatieafdekking zich negatief ontwikkelen en er onderpand moet worden gestort. Hetzelfde geldt voor een 10% zwakkere euro: de valutatermijncontracten ontwikkelen zich negatief en er moet onderpand worden bijgestort. 2.9 Tegenpartijrisico Derivaten Om het tegenpartijrisico te beperken wordt er op de lopende derivatenposities onderpand (collateral) afgestemd op basis van de omvang van het ongerealiseerde resultaat. Dit gebeurt, afhankelijk van de overeenkomst met de tegenpartij, op weekbasis. Na afstemming tussen partijen wordt het onderpand de volgende werkdag geleverd. Het beleid dat MN hanteert voor het fonds is om alleen met tegenpartijen met een minimale rating van A1, derivatenposities in te nemen. Onderstaande tabel geeft de waarde weer van de derivaten met de genoemde tegenpartijen in de kolom Waardering derivaten. De kolom 'Collateral' geeft aan wat de waarde is van het onderpand dat tussen MN, namens het fonds, en de betreffende tegenpartij is uitgewisseld. Een negatieve waarde betekent dat MN namens het fonds onderpand aan de tegenpartij geleverd Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

22 heeft. De kolom Exposure geeft vervolgens de netto positie aan en wordt berekend als Waardering derivaten minus Collateral. Bij een positieve waarde in de kolom 'Exposure' kan MN bij de eerstvolgende collateral call namens het fonds onderpand vragen. Tevens is de omvang van de onderliggende waarde van de derivatencontracten weergegeven (kolom 'Notional ), opgesplitst naar looptijd korter dan vier maanden en looptijden langer dan vier maanden. De kolom 'Minimum Transfer Amount (MTA) toont de grootte van het minimale bedrag waarvoor een partij een collateral call kan uitvoeren. Exposure kleiner dan dit bedrag wordt niet afgedekt via de uitwisseling van onderpand. Als laatste moet nog rekening worden gehouden met de Call frequency die de frequentie aangeeft van de uitwisseling van collateral Alle bedragen in de tabel zijn in miljoen euro. Tegenpartij Commonwealth Bank of Australia Creditrating Moody s Call frequency MTA Notional <=4 mnd Notional >4 mnd Collateral Waardering derivaten Exposure Aa2 Wekelijks Credit Suisse Int. A1 Wekelijks Deutsche Bank A2 Wekelijks Goldman Sachs A3 Wekelijks HSBC Aa3 Wekelijks JP Morgan Aa3 Wekelijks Totaal Uitstaande Liquide middelen Uitstaande liquide middelen omvatten naast de liquiditeiten in de portefeuille ook het eventuele cash collateral, gestort door tegenpartijen uit hoofde van de derivatenpositie met een onderliggende positieve marktwaarde. De partijen waarbij liquiditeiten worden uitgezet voldoen aan strikte interne riskmanagement richtlijnen, onder andere gebaseerd op kredietwaardigheidtoetsen. Op basis van de volgende parameters wordt per tegenpartij een gescheiden limiet gesteld: Creditrating is de basisvereiste voor een tegenpartij om te kwalificeren: minimaal A+ (S&P) of A1 (Moody s); CDS spread is een maatstaf voor korte termijn kredietwaardigheid. Deze maatstaf resulteert in een maximale looptijd voor het uitzetten van gelden bij een tegenpartij; Tier 1 capital bepaalt een maximumbedrag dat geplaatst mag worden bij een tegenpartij. Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

23 Onderstaande tabel toont de uitstaande posities per ultimo kwartaal (in euro) naar tegenpartij, inclusief creditrating. Agentschappen/Kortlopende staatsobligaties Rating S&P Rating Moody's Hoofdsom in mln EUR Bundesrepublik Deutschland AAA Aaa 13.7 Limiet in mln EUR Bancaire Tegenpartijen Rabobank Nederland NV AA Aa HSBC Bank PLC AA Aa Overige Uitstaande liquiditeiten Citibank NA A A3 1.1 Totaal 22.0 *Op de liquiditeiten welke uitstaan naar de Duitse en Nederlandse staat is geen expliciete limiet van toepassing. Onder normale economische omstandigheden zullen de uitstaande liquiditeiten relatief beperkt zijn qua omvang. Onder stress scenario s kan het wellicht wenselijk zijn de middelen naar deze tegenpartijen te verhogen. Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

24 3 Rendementen en vermogensposities 3.1 Performance overzicht In de eerste kolom van de tabel staat het kwartaalrendement van de beleggingsportefeuille (PF) na verrekening van de beheerkosten. De tweede kolom vermeldt het kwartaalrendement van de benchmark (BM). Het relatieve rendement (OP) over het afgelopen kwartaal is in de derde kolom weergegeven. Het relatieve rendement uitgedrukt in miljoen euro s (TW) is in de vierde kolom opgenomen. In de kolommen aan de rechterzijde staan deze rendementen voor de periode vanaf het begin van 2012 tot en met het afgelopen kwartaal. Derde kwartaal Jaar 2012 Rendement PF BM OP TW PF BM OP TW Voorziening pensioenverplichtingen DNB RTS 1.57% 7.80% Actuele RTS 0.44% 6.76% Totaal Rendement portefeuille 3.42% 3.39% 0.03% % 8.43% 0.06% 0.2 Kosten Selectiebijdrage Wegingsbijdrage Matching Portefeuille 3.04% 3.02% 0.03% % 7.81% 0.05% 0.2 Vastrentende Waarden 3.29% 3.34% 0.04% % 6.94% 0.14% 0.3 Langlopende Staatsobligaties 3.38% 3.38% 0.00% % 5.71% 0.00% 0.0 Inflatie Obligaties 0.00% 0.00% 0.00% % 3.88% 0.00% 0.0 Investment Grade Bedrijfsobligaties 3.06% 3.22% 0.16% % 9.76% 0.44% 0.3 Matching Overlay 0.54% 0.54% 0.00% % 6.47% 0.00% 0.0 Rente Afdekking 0.54% 0.54% 0.00% % 6.89% 0.00% 0.0 Inflatie Afdekking 0.00% 0.00% 0.00% % 0.34% 0.00% 0.0 Liquide Middelen 0.37% 0.02% 0.35% % 0.18% 4.16% 0.1 Return Portefeuille 4.07% 3.90% 0.17% % 9.43% 0.38% 0.7 Hoogrentende Waarden 4.69% 4.54% 0.15% % 13.23% 0.12% 0.1 Hoogrentende Bedrijfsobligaties 3.75% 3.85% 0.10% % 11.61% 0.25% 0.1 Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

25 Derde kwartaal Jaar 2012 Rendement PF BM OP TW PF BM OP TW Bank Loans 2.76% 1.92% 0.84% % 6.18% 4.71% 0.5 Europa 4.19% 5.95% 1.75% % 17.83% 5.59% 0.5 Verenigde Staten 4.01% 3.84% 0.17% % 11.20% 0.28% 0.0 Opkomende Markten 5.73% 5.34% 0.38% % 13.69% 0.63% 0.2 Ontwikkelde Landen* 0.00% 0.00% 0.00% % 2.30% 0.00% 0.0 Aandelen 4.54% 4.27% 0.27% % 10.24% 0.73% 0.5 Noord Amerika 5.64% 5.66% 0.02% % 15.99% 0.11% 0.0 Europa 6.60% 6.61% 0.01% % 10.23% 0.28% 0.0 Verre Oosten 1.61% 1.57% 0.04% % 7.91% 0.14% 0.0 Opkomende Landen 7.21% 6.28% 0.93% % 12.99% 2.06% 0.5 Private Equity 0.68% 0.68% 0.00% % 3.87% 0.00% 0.0 Onroerend Goed 0.03% 0.12% 0.09% % 2.85% 0.10% 0.0 Alternatieve Investeringen 4.21% 4.07% 0.14% % 2.27% 0.69% 0.2 Grondstoffen 10.66% 10.58% 0.08% % 2.47% 0.06% 0.0 Hedge Funds 0.50% 0.09% 0.59% % 1.62% 1.94% 0.3 Special Products 0.00% 0.00% 0.00% % 5.64% 0.00% 0.0 *De hoogrentende ontwikkelde staatsobligatie zijn in juni verkocht. Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

26 3.2 Performance attributie Toelichting Op totaalniveau kwam het rendement tot en met 2012 uit op 8.36%. Het rendement van de normportefeuille kwam uit op 8.43%. De underperformance bedraagt 0.06%. De toelichting op de meest opvallende zaken met betrekking tot het relatieve rendement is ingedeeld naar het selectie effect en het wegingeffect. De toelichting per beleggingsproduct (zie Hoofdstuk 5) gaat verder in op het rendement van de afzonderlijke beleggingsproducten. Selectie effect Het selectie effect omvat het relatieve rendement ten opzichte van de betreffende benchmarks op het niveau van de afzonderlijke beleggingscategorieën. Verdere toelichting staat in Hoofdstuk 5: toelichting beleggingscategorieën. De uitleg in Hoofdstuk 5 sluit aan bij de gepresenteerde selectie effecten. Het totale selectieresultaat (YTD) over alle portefeuilles heen was positief (0.06%). Wegingseffect De wegingen in de afzonderlijke beleggingscategorieën kunnen afwijken van de normgewichten. De bijdrage van deze afwijkingen aan het relatieve rendement is het wegingseffect. Onderstaande tabel geeft een weergave van het effect van een onder of overweging op de performance. Attributie analyse Benchmark asset > totaal benchmark Benchmark asset < totaal benchmark Overwogen + Onderwogen + Als een bepaalde beleggingscategorie overwogen is versus het normgewicht en deze beleggingscategorie een hoger benchmarkrendement kent dan de benchmark van de totale portefeuille, dan draagt de overweging positief bij aan de relatieve performance op totaalniveau, en vice versa. Het totale wegingsresultaat (YTD) over alle portefeuilles heen was negatief (0.12%). Derde kwartaal Jaar 2012 Attributie analyse Weging Selectie Totaal Weging Selectie Totaal Performance Attributie inclusief kosten 0.02% 0.00% 0.03% 0.12% 0.06% 0.06% Kosten 0.06% 0.06% 0.22% 0.22% Matching Portefeuille 0.04% 0.02% 0.02% 0.06% 0.08% 0.01% Vastrentende Waarden 0.01% 0.03% 0.02% 0.04% 0.06% 0.10% Matching Overlay 0.00% 0.00% 0.00% 0.01% 0.00% 0.01% Liquide Middelen 0.03% 0.01% 0.04% 0.04% 0.14% 0.11% Return Portefeuille 0.02% 0.09% 0.07% 0.05% 0.20% 0.14% Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

27 Derde kwartaal Jaar 2012 Attributie analyse Weging Selectie Totaal Weging Selectie Totaal Hoogrentende Waarden 0.01% 0.02% 0.03% 0.01% 0.02% 0.03% Hoogrentende Bedrijfsobligaties 0.00% 0.01% 0.01% 0.00% 0.02% 0.02% Hoogrentende Staatsobligaties 0.01% 0.03% 0.04% 0.01% 0.04% 0.05% Aandelen 0.00% 0.04% 0.04% 0.04% 0.12% 0.08% Onroerend Goed 0.01% 0.00% 0.01% 0.01% 0.00% 0.01% Alternatieve Investeringen 0.02% 0.02% 0.00% 0.01% 0.07% 0.05% 3.3 Beheervergoeding In onderstaande tabel zijn de beheervergoedingen weergegeven. Het gaat om netto bedragen, dat wil zeggen inclusief de kosten van het vermogensbeheer. Hieronder zijn de vergoedingen weergegeven op basis van de verstrekte factuur door MN. Deze bestaat uit een bruto beheervergoeding, die is opgebouwd uit de ingehouden fees in de MN beleggingsfondsen en de terugbetaling op basis van de feitelijk beheervergoeding afspraken (rebates). Afrekening van de beheervergoeding vindt aan het einde van het eerstvolgende kwartaal plaats. Beheervergoeding Bruto beheervergoeding vorig kwartaal Bedragen in EUR kwartaal Bedragen in EUR kwartaal 1 Bedragen in EUR kwartaal 2 Bedragen in EUR kwartaal 3* 300, , , ,972 rebate vorig kwartaal 52,679 83, , ,459 netto beheervergoeding vorig kwartaal *3 e kwartaal is op basis van een schatting 248, , , ,513 Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

28 3.4 Vermogensposities Onderstaande tabel geeft de rendementsmutaties (RM) en de stortingen en onttrekkingen (S&O) in het afgelopen kwartaal weer. De stortingen en onttrekkingen op het niveau van beleggingscategorieën betreffen feitelijk de netto aan en verkopen binnen de verschillende beleggingscategorieën. De stortingen en onttrekkingen op totaal portefeuille niveau betreft het saldo van de in en uitstroom van gelden van/naar de pensioenadministrateur. Vermogen in mln EUR Primo kwartaal RM S&O Ultimo kwartaal Feitelijke weging Actuele norm Afwijking t.o.v. norm Voorziening pensioenverplichtingen DNB RTS Actuele RTS Totale Portefeuille % 100.0% 0.0% Matching Portefeuille % 57.7% 0.8% Vastrentende Waarden % 54.2% 0.4% Langlopende Staatsobligaties % 40.2% 0.3% Inv. Grade Bedrijfsobligaties % 14.0% 0.7% Matching Overlay % 2.5% 0.0% Liquide Middelen % 1.1% 1.2% Return Portefeuille % 42.3% 0.8% Hoogrentende Waarden % 16.7% 0.8% Bank Loans % 2.1% 0.1% Europa % 2.1% 0.0% Verenigde Staten % 4.7% 0.0% Opkomende Markten % 7.8% 0.7% Aandelen % 15.3% 0.2% Noord Amerika % 3.2% 0.0% Europa % 2.6% 0.0% Verre Oosten % 1.0% 0.0% Opkomende Landen % 5.0% 0.1% Private Equity % 3.5% 0.0% Onroerend Goed % 4.4% 0.1% Alternatieve Investeringen % 5.9% 0.2% Grondstoffen % 2.4% 0.2% Hedge Funds % 3.3% 0.0% Special Products % 0.1% 0.0% Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

29 4 Toelichting vermogensbeheer 4.1 Marktvisie Afnemende risicoaversie Nadat een tweede kwartaal met hoge spanningen op de financiële markten, nam in het derde kwartaal de risicoaversie duidelijk af. De meeste risicodragende activa vertoonden een positieve koersontwikkeling. In de EMU daalden ook de rentes op perifere staatsobligaties significant en liep de rente op Duitse staatsobligaties (iets) op. Ten slotte won ook de euro aan kracht. De kapitaalvlucht uit de EMU die in het tweede kwartaal post leek te vatten, keerde en er was zelfs enige kapitaalinstroom. Wel bleef de depositovlucht uit met name Griekenland, Spanje en Portugal naar Noord Europa onverminderd gaande. Stappen richting bankunie Het kwartaal begon positief na de eurotop van eind juni. Daarin werden maatregelen om de Spaanse bankencrisis te bestrijden en stappen richting een Europese bankenunie aangekondigd. Zo werd voor herkapitalisatie van Spaanse banken EUR 100 miljard gereserveerd in de Europese noodfondsen EFSF/ESM. Bovendien werd besloten dat het bankwezen van een lidstaat direct vanuit deze noodfondsen geherkapitaliseerd zou kunnen worden. Hierdoor zou een dergelijke herkapitalisatie niet bij de staatsschuld van de betreffende overheid bijgeschreven hoeven te worden. De gevaarlijke wederzijdse blootstelling tussen overheden en banken die in het geval van een faillissement de kans op een domino effect vergroot zou daarmee afnemen. Deze maatregel kan gezien worden als een eerste stap naar een Europese bankenunie. Een tweede stap werd gezet met de aankondiging van een pan EMU banktoezichthouder; een rol voor de ECB. Bovendien bleken achteraf gezien de gevreesde potentiële risico s een storm in een glas water. Het Duitse Constitutionele Hof heeft het Europese noodfonds ESM goedgekeurd en de verkiezingen in Nederland leverden uiteindelijk een relatief pro Europese uitslag op. En hoewel er lange onderhandelingen voor nodig waren, leken nieuwe budgettaire maatregelen van de Griekse regering in toenemende mate goedkeuring te krijgen van de Europese inspecteurs. Nieuwe monetaire ronde Belangrijker nog was de aankondiging van hernieuwd grootschalig ingrijpen door centrale banken. Eerder al kondigde ECB president Draghi aan er alles aan te zullen doen om de EMU bij elkaar te houden. De afgelopen maand werden de details van de plannen prijsgegeven. Zo heeft de ECB aangekondigd ongelimiteerd staatsobligaties van perifere lidstaten met een looptijd van één tot drie jaar op te zullen kopen, wanneer nodig. Wel is de voorwaarde dat landen eerst een officieel beroep doen op een steunprogramma bij het ESM. Daarmee waarborgt de ECB dat de steun gepaard gaat met een strenge bezuinigings en hervormingsagenda. Ook heeft de centrale bank aangegeven het potentieel inflatoire effect van eventuele aankopen van staatsobligaties te zullen steriliseren. Dat wil zeggen, ze zal trachten het geld dat ze met obligatieaankopen in het systeem brengt weer te absorberen met geldmarkttransacties. Kort daarna kondigde de Fed aan iedere maand voor USD 40 miljard hypotheekgerelateerde obligaties op te gaan kopen. De Fed ging zelfs zo ver te verklaren hier niet mee te zullen stoppen totdat de werkloosheid naar een acceptabel niveau is gedaald. Mocht de inflatie hierdoor tijdelijk enigszins oplopen, dan lijkt de Fed dit te zullen accepteren teneinde de werkgelegenheidsdoelstelling te halen. Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

30 Zwakke economische groei Ondanks de dalende risicoaversie op de financiële markten, verslechterden ondertussen de economische omstandigheden. Dit was het meest zichtbaar in de EMU en opkomende landen. In de VS matigde de economische groei in het derde kwartaal ten opzichte van de eerste helft van het jaar. Waarschijnlijk is dit het gevolg van toenemende onzekerheid in aanloop naar het gevreesde fiscale ravijn. Eind dit jaar loopt een flink aantal fiscale programma s af en treden uitgavenbeperkingen in werking. Dit zou in één klap 4% van de totale Amerikaanse economische activiteit afschaven, met een forse recessie als resultaat. Nog altijd achten economen en politiek analisten het niet waarschijnlijk dat het land zich in dit ravijn zal storten, maar uitgesloten is het niet. Veel hangt af van de uitslag van de verkiezingen in november. Na de verkiezingen is er bovendien slechts zeer beperkte tijd om de problemen op te lossen. Deze onzekerheid remde in het derde kwartaal de bestedingen van het bedrijfsleven. De economische groei in China nam zelfs af naar een meerjarig dieptepunt. Daar waar deze de afgelopen jaren rond de 10% lag, daalde de groei in het derde kwartaal naar circa 7,5%. Ook andere grote opkomende economieën als Brazilië en India kenden een groeivertraging. De economie van de EMU bleef gekweld worden door onzekerheid onder huishoudens en bedrijfsleven, kredietcontractie en uiteraard de overheidsbezuinigingen. Tevens daalde de exportgroei, onder andere als gevolg van afnemende groei in opkomende landen. Met name de Duitse export heeft hiervan te lijden, waardoor ook het groeimomentum in de kernlanden in de EMU afzwakte. De economie van de totale EMU vertoonde aanhoudende krimp. Bovendien stelden economen niet alleen hun groeiverwachting voor 2012 naar beneden bij, maar ook voor Outlook gematigd De meeste economische indicatoren voorspellen enige stabilisatie van de mondiale groei. Bovendien kunnen financiële markten nog enige tijd in optimistische stemming blijven door de aangekondigde hulp van centrale banken. Veel meer dan zeer gematigd economisch herstel lijkt vooralsnog echter niet te verwachten. De aangekondigde monetaire stimulering zal de groei waarschijnlijk niet veel opdrijven, zolang het zwakke bankwezen de kredietverlening beperkt houdt. Bovendien betreft monetair ingrijpen betreft slechts symptoombestrijding. Het is gericht op het financieren van schulden in plaats van het afbouwen of het delen daarvan. Kortom, er wordt slechts tijd gekocht. Tijd waarin overheden hun financiële huishouding op orde zullen moeten brengen. De bal ligt nu bij de politiek om de juiste structurele maatregelen te nemen. Door de positieve ontwikkeling op de financiële markten, lijkt de Europese politiek echter weer achterover te leunen. De op de junitop aangekondigde stappen richting een bankenunie zijn alweer ter discussie gesteld. Kortom, de vraag blijft of de gekochte tijd voldoende benut zal worden. De ervaring van de laatste jaren is daarbij niet hoopgevend. Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

31 4.2 Maatschappelijk verantwoord beleggen 1 Inleiding De MN Beleggingsfondsen kiezen voor een beleid van verantwoord beleggen en is ondertekenaar van de UN Principles for Responsible Investment, De zes principes voor verantwoord beleggen van de VN zijn: 1. wij zullen milieu, sociale en governance aspecten betrekken bij ons beleggingsbeleid en investeringsbeslissingen 2. wij zullen actief invulling geven aan ons aandeelhouderschap en daarbij milieu, sociale en governance aspecten betrekken 3. wij streven naar openbaarheid over milieu, sociale en governance aangelegenheden door de entiteiten waarin wij investeren 4. wij streven naar acceptatie en implementatie van deze principes in de financiële sector 5. wij zullen samenwerken om de effectiviteit in de implementatie van deze principes te bevorderen 6. wij zullen rapporteren over de activiteiten en de voortgang bij de implementatie van deze principes Om aan deze algemene principes uitvoering te kunnen geven en overeenstemming te bereiken over wat onder maatschappelijk verantwoord moet worden verstaan hebben de MN Beleggings Fondsen gekozen voor de vaststelling van tien leidende beginselen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen en beleggen. Deze zijn op de websites van de opdrachtgevers en van uitvoerder MN te vinden onder verantwoord beleggen. Uitvoering van het maatschappelijk verantwoord beleggen vindt plaats langs vier pijlers: (i) integratie van milieu, sociale en governance factoren, de zogenaamde ESG criteria, in alle beleggingscategorieën (UN PRI principe 1); (ii) uitsluiting; (iii) betrokken aandeelhouderschap (UN PRI principe 2) en; (iv) thematische beleggingen of impact investments. 2 ESG integratie Conform jaarplan zal eind 2012 ESG in alle asset classes geïntegreerd zijn. Daarnaast zal de ESGintegratie volledig auditable zijn. Onderstaand een overzicht van de huidige stand van zaken m.b.t. ESG integratie. Beleggingscategorie MVB/ESG beleid Aandelen actief, intern Aandelen passief, intern Aandelen extern Commodity Futures Treasury Uitsluiting, ESG integratie in de aandelenselectie, actief stembeleid, dialoog en zo nodig litigation. Uitsluiting, actief stembeleid, dialoog en zo nodig litigation. Momenteel onderzoeken we de mogelijkheden om ESG factoren in passieve mandaten te integreren. Uitsluiting, ESG integratie in de managerselectie, actief stembeleid, dialoog en zo nodig litigation. Geen investments in fysieke commodities en kleinschalige commodity markten. ESG integratie in brokerselectie en dialoog. Per 1 juli 2012 is de stap gezet naar negative screening. Kwartaalrapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen

Rapportage Vermogensbeheer. Stichting Pensioenfonds Productschappen. 2012 december

Rapportage Vermogensbeheer. Stichting Pensioenfonds Productschappen. 2012 december Rapportage Vermogensbeheer Stichting Pensioenfonds Productschappen 2012 december Inhoudsopgave Management samenvatting 2 1 Kerncijfers 4 1.1 Dekkingsgraad 4 1.2 Rendement 6 1.3 Vermogensmutaties 7 1.4

Nadere informatie

FEB/2011 MAAND. Rapportage Vermogensbeheer. Stichting Pensioenfonds Productschappen

FEB/2011 MAAND. Rapportage Vermogensbeheer. Stichting Pensioenfonds Productschappen FEB/2011 MAAND Rapportage Vermogensbeheer Stichting Pensioenfonds Productschappen Inhoudsopgave Inleiding... 2 1. Kerncijfers... 3 1.1. Dekkingsgraad... 3 1.2. Rendement... 4 1.3. Vermogensmutaties...

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie Vermogensbeheerrapportage 4e kwartaal 2017 In het vierde kwartaal van 2017 steeg wettelijke dekkingsgraad 1 met 1,4% punt van 108,1% naar 109,5%. De actuele dekkingsgraad 2 daalde met 0,1%-punt van 109,9%

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland Vermogensbeheerrapportage 4e kwartaal 2015 In het vierde kwartaal van 2015 daalde de wettelijke dekkingsgraad 1 met 0,5% punt van 105,1% naar 104,6%. De actuele dekkingsgraad 2 steeg echter met 1,2%-punt

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland Vermogensbeheerrapportage 4e kwartaal 2013 In het vierde kwartaal van 2013 steeg de dekkingsgraad 2,5%-punt van 99,8% naar 102,3%. Die stijging wordt grotendeels verklaard door Opname van de vordering

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland Vermogensbeheerrapportage 4e kwartaal 2014 In het vierde kwartaal van 2014 steeg de wettelijk dekkingsgraad 1,4%-punt van 105,3% naar 106,7%. Die stijging wordt grotendeels verklaard door: een verdere

Nadere informatie

Kwartaalrapportage Vermogensbeheer. Stichting Pensioenfonds Productschappen

Kwartaalrapportage Vermogensbeheer. Stichting Pensioenfonds Productschappen Kwartaalrapportage Vermogensbeheer Stichting Pensioenfonds Productschappen 2012 Inhoudsopgave Inleiding 2 1 Kerncijfers 4 1.1 Dekkingsgraad 4 1.2 Rendement 6 1.3 Vermogen 6 1.4 Wegingen portefeuille 6

Nadere informatie

Kwartaalrapportage Vermogensbeheer. Stichting Pensioenfonds Productschappen

Kwartaalrapportage Vermogensbeheer. Stichting Pensioenfonds Productschappen Kwartaalrapportage Vermogensbeheer Stichting Pensioenfonds Productschappen 2013 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Management samenvatting 3 1 Kerncijfers 5 11 Dekkingsgraad 5 12 Rendement 8 13 Vermogen 8 14

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m ultimo juni 2012 Samenvatting: Nominale dekkingsgraad gedaald van 107,6% naar 101,9% Beleggingsrendement is 1,6%

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m 30 juni 2012 Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad is gedaald van 110,0% naar 105,1% Beleggingsrendement

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gestegen van 105,7% naar 115,4%. Dit komt

Nadere informatie

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website. Beleggingsrendement 4,2%

Nadere informatie

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting DNB-dekkingsgraad 125,2% per 31 december 2012, toename van 3,6%-punt ten opzichte van 30 september 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website Beleggingsrendement

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Kwartaalrapportage Vermogensbeheer. Stichting Pensioenfonds Productschappen

Kwartaalrapportage Vermogensbeheer. Stichting Pensioenfonds Productschappen Kwartaalrapportage Vermogensbeheer Stichting Pensioenfonds Productschappen 2013 Inhoudsopgave Management samenvatting 3 1 Kerncijfers 5 11 Dekkingsgraad 5 12 Rendement 8 13 Vermogen 8 14 Wegingen portefeuille

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Kwartaalbericht 2013 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2013 122,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2014 130,4%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 30 juni 2014. Over de eerste negen maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015.

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015. Kwartaalbericht 2015 Samenvatting De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015. De reële dekkingsgraad ultimo tweede kwartaal was

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2016-1 januari 2016 t/m 31 maart 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gedaald van 106,3% naar 98,1%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 105,7% naar 110,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2014 129,5%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 31 maart 2014. Over de eerste zes maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 De maand dekkingsgraad ultimo juni is sterk gestegen t.o.v eind maart De beleidsdekkingsgraad is gedaald van

Nadere informatie

Kwartaalrapportage Vermogensbeheer. Stichting Pensioenfonds Productschappen

Kwartaalrapportage Vermogensbeheer. Stichting Pensioenfonds Productschappen Kwartaalrapportage Vermogensbeheer Stichting Pensioenfonds Productschappen 2013 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Management samenvatting 3 1 Kerncijfers 5 11 Dekkingsgraad 5 12 Rendement 7 13 Vermogen 8 14

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2016-1 april 2016 t/m 30 juni 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gedaald van 98,1% naar 97,9%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 110,5% naar 113,6%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2014-1 april 2014 t/m 30 juni 2014. Samenvatting: dalende rente

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2014-1 april 2014 t/m 30 juni 2014. Samenvatting: dalende rente Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2014-1 april 2014 t/m 30 juni 2014 Samenvatting: dalende rente Nominale dekkingsgraad gestegen van 123,6% naar 123,7% Reële dekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 123,0% naar 123,6% Reële dekkingsgraad

Nadere informatie

KWARTAAL. Stichting Pensioenfonds Productschappen KW3/2010. Rapportage Vermogensbeheer

KWARTAAL. Stichting Pensioenfonds Productschappen KW3/2010. Rapportage Vermogensbeheer Rapportage Vermogensbeheer KW3/2010 KWARTAAL Stichting Pensioenfonds Productschappen Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Kerncijfers... 5 1.1. Dekkingsgraad... 5 1.2. Rendement... 7 1.3. Vermogen... 8 2. Risicoparagraaf...

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Samenvatting: dalende euro en dalende rente Nominale dekkingsgraad gedaald van 117,4% naar 115,1%

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015. Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015. Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gedaald van 115,4% naar 103,7%. Dit

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2013-1 oktober 2013 t/m 31 december 2013 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 120,6% naar 123,0% Reële

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 De beleidsdekkingsgraad is gedaald van 120,5% naar 117,4%; Het beleggingsrendement is 8,6% in het eerste

Nadere informatie

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Persbericht Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Hoofdpunten: Dekkingsgraad van 94% is te laag: aanvullende maatregelen nodig Beschikbaar vermogen stijgt met ruim 11 miljard Door gedaalde rente nemen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 113,6% naar 116,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind juni 2017 is 115,7% en is gestegen ten opzichte van

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Deelnemersvergadering Arthur van der Wal Nieuwegein, 28 september 2006 Agenda < Huidig Mandaat bij ING IM < Performance, Beleid en Vooruitzichten < Financieel Toetsingskader

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Eerste kwartaal januari 2013 t/m 31 maart 2013

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Eerste kwartaal januari 2013 t/m 31 maart 2013 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2013-1 januari 2013 t/m 31 maart 2013 Nominale dekkingsgraad is gestegen van 116,5% naar 119,9% Beleggingsrendement is 2,2% Het belegd vermogen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2017-1 oktober 2017 t/m 31 december 2017 Samenvatting: De (12 maands)beleidsdekkingsgraad is gestegen van 112,7% eind september 2017 naar 115,3%

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Samenvatting: dalende euro en dalende rente door monetair beleid De beleidsdekkingsgraad is gedaald

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2015-1 oktober 2015 t/m 31 december 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 103,7% naar 106,3%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2019 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2019 bedroeg 118,7%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2019 bedroeg 7,1%. Het pensioenvermogen per

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2016-1 juli 2016 t/m 30 september 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo september is 102,4% en is gestegen ten opzichte van eind juni

Nadere informatie

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2012-1 juli 2012 t/m 30 september 2012 Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM 1. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM 1. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM 1 Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De beleidsdekkingsgraad is gestegen van 114,6% naar 117,4%. Het beleggingsrendement

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2016-1 oktober 2016 t/m 31 december 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 98,8% naar 105,7%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2014 t/m 30 september 2014

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2014 t/m 30 september 2014 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2014-1 juli 2014 t/m 30 september 2014 Nominale dekkingsgraad is gedaald van 123,1% naar 117,0% Beleggingsrendement is 1,8%, Obligaties stegen

Nadere informatie

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 Kwartaalverslag Q2-2019 Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 1 In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2019 bedroeg 117,3%. Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2019 bedroeg 3,5%. Het pensioenvermogen

Nadere informatie

Renterisico Scan. Een second opinion voor pensioenfondsen. met betrekking tot hun rente afdekkingsbeleid. For professional investors

Renterisico Scan. Een second opinion voor pensioenfondsen. met betrekking tot hun rente afdekkingsbeleid. For professional investors Renterisico Scan Een second opinion voor pensioenfondsen met betrekking tot hun rente afdekkingsbeleid For professional investors 1 Onderwerpen > Waarom deze Scan? > Hoe werkt het? > Contact over de scan

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Derde kwartaal juli 2013 t/m 30 september 2013

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Derde kwartaal juli 2013 t/m 30 september 2013 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2013-1 juli 2013 t/m 30 september 2013 Nominale dekkingsgraad is gestegen van 113,3% naar 120,3% Beleggingsrendement is 1,8% Het belegd vermogen

Nadere informatie

Welkom bij het webinar over de beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI in het derde kwartaal van 2015

Welkom bij het webinar over de beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI in het derde kwartaal van 2015 Welkom bij het webinar over de beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI in het derde kwartaal van 2015 Bas Endlich Jacob Vijverberg 1 Marktontwikkelingen derde kwartaal 2015 Geen renteverhoging

Nadere informatie

Vermogensbeheerrapportage

Vermogensbeheerrapportage A.B. Stier en/of C.D. Stier-Jansen NL01BINK0123456789 256500 Kerkstraat 1 1000 AB Amsterdam Nederland Care IS vermogensbeheer Mgr. Cornelis Veermanlaan 1G 1131 KB Volendam Tel: 0299-720961 Email: info@care-is.nl

Nadere informatie

Beleggen in het Werknemers Pensioen

Beleggen in het Werknemers Pensioen Kwartaalbericht Beleggen in het Werknemers Pensioen Het Werknemers Pensioen van a.s.r. is een moderne DC-regeling. Het kent drie lifecycles: defensief, neutraal en offensief. Alle lifecycles van het Werknemers

Nadere informatie

Informatie beleggingsfondsen per 31 december 2015

Informatie beleggingsfondsen per 31 december 2015 Levensloop Rendement Bouw Informatie beleggingsfondsen per 31 december 2015 Productomschrijving Met Levensloop wordt geld gereserveerd waarmee in de toekomst (tussentijds) verlof kan worden gefinancierd.

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart 2016 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2016-1 januari 2016 t/m 31 maart 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo maart is 101,8% en is gedaald ten opzichte van eind december

Nadere informatie

Beleggingsbeleid Pensioenfonds PGB. 29 april 2016

Beleggingsbeleid Pensioenfonds PGB. 29 april 2016 Beleggingsbeleid Pensioenfonds PGB 29 april 2016 1 Uw pensioen bij PGB in 2016 3 september 2015 Pensioenfonds balans 50% 50% Bezittingen Matching portefeuille Staatsobligaties Bedrijfsobligaties Hypotheken

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015 Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Dekkingsgraad (UFR): 108,3% Beleidsdekkingsgraad: 110,0% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2015 1 e halfjaar:

Nadere informatie

Flexibel Spaarpensioen Stichting GE Pensioenfonds

Flexibel Spaarpensioen Stichting GE Pensioenfonds Worksheet A Factsheets Fondsen Flexibel Spaarpensioen Stichting GE Pensioenfonds Datum: ultimo juni 2009 In het kader van het Flexibel Spaarpensioen zijn door uw pensioenfonds 8 fondsen geselecteerd, waarin

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg Beleggingsplan 2011

Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg Beleggingsplan 2011 Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg Beleggingsplan 2011 April 2011 ING Investment Management / ICS Inleiding Jaarlijks stelt het Bestuur van de Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg (Huntsman)

Nadere informatie

STICHTING PENSIOENFONDS CARIBISCH NEDERLAND. Performancevergelijking PCN - ABP februari 2017

STICHTING PENSIOENFONDS CARIBISCH NEDERLAND. Performancevergelijking PCN - ABP februari 2017 STICHTING PENSIOENFONDS CARIBISCH NEDERLAND Performancevergelijking PCN - ABP 2011-2015 24 februari 2017 Inhoud Uitgangspunten Risicohouding Vergelijking strategisch beleggingsbeleid Performancevergelijking

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds VIERDE KWARTAAL In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds VIERDE KWARTAAL In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2018 bedroeg 119,8%. Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2018 bedroeg -3,8%. Het rendement van

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2015 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2015 bedroeg 112,6% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2015 bedroeg -1,6% Het pensioenvermogen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo september is gedaald ten opzichte van eind juni; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Samenvatting cijfers per 31 december 2015 Dekkingsgraad (UFR): 100,5% Beleidsdekkingsgraad: 104,4% Belegd vermogen: 19,9 miljard Rendement 4 e

Nadere informatie

De jaarlijkse kosteninhouding voor het beheer van de verzekering Levensloop Rendement bestaat uit een aantal componenten:

De jaarlijkse kosteninhouding voor het beheer van de verzekering Levensloop Rendement bestaat uit een aantal componenten: Levensloop Rendement Informatie beleggingsfondsen per 31 december 2008 Productomschrijving Met Levensloop wordt geld gereserveerd waarmee in de toekomst (tussentijds) verlof kan worden gefinancierd. Door

Nadere informatie

Financiële positie ABP versterkt in tweede helft 2009

Financiële positie ABP versterkt in tweede helft 2009 Persbericht Financiële positie ABP versterkt in tweede helft 2009 Hoofdpunten: Rendement in 2009 20,2% Dekkingsgraad stijgt in tweede halfjaar Gestegen levensverwachting heeft drukkend effect op dekkingsgraad

Nadere informatie

Aanpassing Prospectussen Aegon, AEAM en Aegon Paraplu 1 Funds Per 1 augustus 2016

Aanpassing Prospectussen Aegon, AEAM en Aegon Paraplu 1 Funds Per 1 augustus 2016 Aanpassing Prospectussen Aegon, AEAM en Aegon Paraplu 1 Funds Per 1 augustus 2016 Per 1 augustus 2016 voert de beheerder van de Aegon Funds, de AEAM Funds en de Aegon Paraplu 1 Funds, Aegon Investment

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2016 bedroeg 107,9% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2016 bedroeg 2,3% Het rendement van 1 januari

Nadere informatie

Persbericht ABP, vierde kwartaal 2008

Persbericht ABP, vierde kwartaal 2008 Persbericht ABP, vierde kwartaal 2008 Hoofdpunten Dekkingsgraad ultimo 2008 90% Dalende rente belangrijkste oorzaak gedaalde dekkingsgraad ABP werkt aan herstelplan Heerlen, 29 januari 2009 Sinds het einde

Nadere informatie

Informatie beleggingsfondsen per 30 juni 2015

Informatie beleggingsfondsen per 30 juni 2015 Levensloop Rendement Informatie beleggingsfondsen per 30 juni 2015 Productomschrijving Met Levensloop wordt geld gereserveerd waarmee in de toekomst (tussentijds) verlof kan worden gefinancierd. Door Loyalis

Nadere informatie

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009 Dekkingsgraad 100% Belegd vermogen 74,7 miljard Rendement tweede kwartaal 8,4% Herstelplan goedgekeurd In het tweede kwartaal heeft Pensioenfonds Zorg en Welzijn een rendement

Nadere informatie

Informatie beleggingsfondsen per 30 juni 2016

Informatie beleggingsfondsen per 30 juni 2016 Levensloop Rendement Informatie beleggingsfondsen per 30 juni 2016 Productomschrijving Met Levensloop wordt geld gereserveerd waarmee in de toekomst (tussentijds) verlof kan worden gefinancierd. Door Loyalis

Nadere informatie

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Eind 2012 liep het herverzekeringscontract met Nationale-Nederlanden

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2016 bedroeg 109,6% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2016 bedroeg 5, Het pensioenvermogen per 31

Nadere informatie

Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen

Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen De mondiale markt voor onderhandse derivaten - niet gestandaardiseerd verhandeld op de beurs maar in maatwerk tussen grote partijen - is sinds

Nadere informatie

Addendum. Prospectus van 1 mei 2018 RZL Beleggingsfondsen N.V.

Addendum. Prospectus van 1 mei 2018 RZL Beleggingsfondsen N.V. Addendum Prospectus van 1 mei 2018 RZL Beleggingsfondsen N.V. 1 augustus 2018 Inhoudsopgave 1 Wijziging Hoofdstuk 11, Supplementen, paragraaf 11.2.1 Beleggingsbeleid RZL Azië Aandelenfonds' 2 Wijziging

Nadere informatie

Persbericht ABP, tweede halfjaar 2007

Persbericht ABP, tweede halfjaar 2007 Persbericht ABP, tweede halfjaar Het beleggingsresultaat over het 2 e halfjaar bedroeg 0,7%, waarmee het totale rendement over uitkomt op 3,8%. Het belegd vermogen groeide met bijna 8 miljard. De financiële

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2016-1 april 2016 t/m 30 juni 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo juni is 101,7% en is gedaald ten opzichte van eind maart (101,8%);

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2017 bedroeg 112,5% Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2017 bedroeg 0,8% Het rendement van 1 januari tot

Nadere informatie

visie op 2018 Vice seminar a.s.r. vermogensbeheer 1 november 2017 Jack Julicher, Chief Investment Officer

visie op 2018 Vice seminar a.s.r. vermogensbeheer 1 november 2017 Jack Julicher, Chief Investment Officer visie op 2018 Vice seminar a.s.r. vermogensbeheer 1 november 2017 Jack Julicher, Chief Investment Officer de zon schijnt, maar centrale banken vinden het nog fris 2 okt-16 nov-16 dec-16 jan-17 feb-17 mrt-17

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2016 bedroeg 108,0% Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2016 bedroeg -2,8% Het rendement van 1

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten. Vermogensbeheer SPMS. 17 november 2014

Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten. Vermogensbeheer SPMS. 17 november 2014 Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten Vermogensbeheer SPMS 17 november 2014 Structuur SPMS (vermogensbeheer) Bestuur SPMS F&C (verantwoord beleggen) Ortec (ALM studie) Bestuursbureau Investment

Nadere informatie

3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017

3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017 Kwartaalbericht 3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017 Samenvatting cijfers per 30 september 2017 Dekkingsgraad (UFR): 106,4% Beleidsdekkingsgraad: 103,5% Belegd vermogen: 23,9 miljard Rendement 2017

Nadere informatie

1. Het pensioenfonds loopt beleggingsrisico. Dat betekent dat in het MVEV een bijdrage van 4% van de technische voorzieningen (TV) is opgenomen.

1. Het pensioenfonds loopt beleggingsrisico. Dat betekent dat in het MVEV een bijdrage van 4% van de technische voorzieningen (TV) is opgenomen. Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen 1 BIJLAGE: VASTSTELLING MVEV EN VEV Vaststelling minimaal vereist eigen vermogen Op grond van artikel 126 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling dient

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart 2014

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart 2014 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014 Nominale dekkingsgraad is gestegen van 122,1% naar 122,8% Beleggingsrendement is 3,0%, obligaties stegen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Nominale dekkingsgraad is gedaald van 117,0% naar 116,3%; Het beleggingsrendement is 3,5% in het vierde

Nadere informatie

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008 Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008 Hoofdpunten Rendement over eerste helft 2008 is 5,1%. De dekkingsgraad is medio 2008 uitgekomen op 132%. De kredietcrisis eist zijn tol. Vooral aandelen en onroerend

Nadere informatie

Beleggingsbeginselen

Beleggingsbeginselen Beleggingsbeginselen Stichting Pensioenfonds voor de Architectenbureaus Versie april 2015 Deze Verklaring beleggingsbeginselen maakt onderdeel uit van het beleggingsbeleid van het pensioenfonds en is aangepast

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Blue Sky Group

Stichting Pensioenfonds Blue Sky Group Stichting Pensioenfonds Blue Sky Group Kwartaalrapportage Beleggingen Eerste kwartaal 2018 1 15 Blue Sky Group Stichting Pensioenfonds Blue Sky Group Kwartaalrapportage Beleggingen 2018 Q1 Kerncijfers

Nadere informatie

Essentiële Beleggersinformatie

Essentiële Beleggersinformatie Essentiële Beleggersinformatie Dit document verschaft u essentiële beleggersinformatie aangaande dit fonds. Het is geen marketingmateriaal. De verstrekte informatie is bij wet voorgeschreven en is bedoeld

Nadere informatie

Persbijeenkomst ABP Jaarverslag 2010

Persbijeenkomst ABP Jaarverslag 2010 Persbijeenkomst ABP Jaarverslag 2010 Joop van Lunteren, vicevoorzitter Xander den Uyl, vicevoorzitter Amsterdam, 11 mei 2011 2010: jaar van contrasten Positief: - goed rendement - dekkingsgraad op 105%

Nadere informatie

Perspectief Mid Year Update Economie & Beleggingsstrategie Ineke Valke

Perspectief Mid Year Update Economie & Beleggingsstrategie Ineke Valke Perspectief Mid Year Update Economie & Beleggingsstrategie Ineke Valke Serious Money. Taken Seriously. Actuele stand van zaken Repressie houdt aan Verbeteringen en verslechteringen in Zuid-Europa Regelingen

Nadere informatie

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2017

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2017 Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum Jaarrapport 2017 Inhoudsopgave Pagina Verslag van het bestuur 2 Doelstelling van de Stichting 2 Economie en financiële markten 2 Beleggingsbeleid Portefeuille 2 Stortingen

Nadere informatie

Jaarlijks gemiddeld Cumulatief vanaf 1970 2008 Q2 2008 Q1 2008 Q4 2007 Q3 2007 Q2 2007 Dekkingsgraad (kwartaalultimo) 143% 137% 148% 153% 153%

Jaarlijks gemiddeld Cumulatief vanaf 1970 2008 Q2 2008 Q1 2008 Q4 2007 Q3 2007 Q2 2007 Dekkingsgraad (kwartaalultimo) 143% 137% 148% 153% 153% Kwartaalbericht 2e kwartaal 2008 Dekkingsgraad op 143% Rendement 0,2% in tweede kwartaal Belegd vermogen 86,3 miljard Klein positief resultaat in moeilijke markt In het tweede kwartaal is een totaalrendement

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Leiden, 3 september 2012

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Leiden, 3 september 2012 Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Leiden, 3 september 2012 Agenda 1. Opening 2. Vaststelling notulen jaarvergadering 8 september 2011 3. Jaarverslag 2011 4. Beleggingsbeleid 5. Terugblik

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 EERSTE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 EERSTE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2017 bedroeg 110,3% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2017 bedroeg 1,2% Het pensioenvermogen per 31

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2018 bedroeg 119,0%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2018 bedroeg -0,6%. Het pensioenvermogen per

Nadere informatie